I HENC0 ATA-iMÏ-SIL iet geld en de volkstaal. INCASSO BANK n.v. ABDIJSIROOP ALLE BANKZAKEN FRANKEN'S Litteraire Kantteekeningen Dopspoeder NASSAU-BANK N.V. HAARL DAGBLAD. Zaterdag 21 Maart 1242 Namen en bijnamen van onze munten Voorwerpen, welke in het dagelijksch Leven een oote rol spelen, nemen in de meeste gevallen ook de volkstaal een voorname plaats in. Koe groot de rol is, welke het geld en vooral de amunt in het dagelijksch leven vervult, hebben we irt geleden kunnen waarnemen, toen dit onmisbare tikel plotseling uit de circulatie was verdwenen. !n den naam van onze tegenwoordige munten en in hun bijnamen is dikwijls een stukje geschiede- verbórgen en het is misschien wel eens interessant dit gebied een kleine speurtocht, te ondernemen, lm te beginnen het twee-en-een-halve-centstuk of oals het in den volksmond heet: het vierduitstuk. De duit was het sinds 1700 bestaande koperen munt je, dat zijn leven tot 1840 heeft gerekt, toen de cen- it, het honderdste deel van een gulden, reeds in om- jp waren gebracht. De waarde van een duit was het htste deel van een stuiver en het twee-en-een-halve ritstuk is dus vier duiten. Hij was van rood kooper, maar men had vroeger ook ;iten van zilver en zelfs van goud. Deze beide laat- soorten werden echter gemunt als proef voor een •uw stempelslag en dienden soms ook als geschenk; gouden en zilveren bruiloften werden gouden of jeren duiten in een schaal op tafel geplaatst en der de gasten rondgediend. De duit is verdwenen, maar zijn roemrijke naam leeft g steeds in den volksmond voort. Men heeft het :d aan een „duitendief", aan een gierigaard en iraper. maar menigeen ziet zijn levensideaal in „een suw met duiten", en een 'voordeelige transactie irdt geteekend door de uitdrukking „hij heeft er j aardige (ook wel slordige) duit aan verdiend, üiet minder populair dan de duit, was het kleine ïeren stuivertje. De huismoeders betitelden het oeger met „beuzempie" omdat zij den pijlenbundel, symbool der vaderlandsche eendracht, abusieve- voor een heiboender hielden! Ondanks den eepigszins kleineerenden bijnaam wer- n deze bezempjes toch zeer op prijs gesteld, want len hielden er een zilveren stuiversdoosje op na, larvan zoowel het deksel als de bodem, ieder een e van het stuivertje vertoonde en waarin de mooi- exemplaren werden bewaard. De dubbeltjes waren, zooals de naam reeds aanduidt :bbele stuivers en omdat ze zooveel in omloop waren, ais zoo sterk afgesleten, dat de kant zoo scherp was een mes. Aan deze eigenschap danken we het :ord „dubbeltjessnijder", een vechtersbaas, die de zondere handigheid bezat om met een dubbeltje «schen duim en vinger zijn tegenpartij zoo te bewer- n. dat binnen een paar seconden het bloed over het licht stroomde! Onder de dubbeltjes kwamen ook veel valsche exem- sren voor, want in vroeger eeuwen ontzagen nabu- ;e vorsten zich soms niet ten koste van onze goede ïderlandsche dubbeltjes andere uit te geven van min- ir gehalte, doch overigens in vorm en stempel bijna dijk aan de onze. Ze werden over de grenzen bin- ingesmokkeld en ondanks alle tegenmaatfegelen, werd is land er mee overstroomd. HET KWARTJE. Eigenaardig is de oorsprong van het kwartje. In de ren 1750/50 vervaardigde de muntmeester van Gel- ■rland. Holland, West-Friesland en Utrecht zilveren eaningen, die moesten dienen voor Nieuwjaarsge- henken. Ze stempelden hierop dezelfde figuur als den gulden en ze werden verkocht voor 4'/2 a 6 ivers. Ten slotte kwamen deze penningen in zulk a groot aantal in omloop, dat de gedachte aan Nieuw- irsgeschenk bijzaak werd, en het publiek ze accep- jrde als kwart-guldens. In 1759 werden ze verboden, sar de naam is later overgegaan op onze werkelijke rartjes. De gulden was oorspronkelijk een gouden muntstuk zin de 15de en 16de eeuw de algemeene benaming :or gouden munten van verschillende waarde. In SI verscheen de eerste Hollandsche gulden, ook be- ind onder den populairen naam van „pop". Hoe de gulden aan dien bijnaam kwam? In 1680 was »r de,Staten van Holland het besluit genomen, zoo ioedig mogelijk guldens te laten' slaan. De snijders ngen aan het werk en men verkreeg twee Staten- ildens om uit te kiezen. De eene droeg aan de voorzijde het wapen van Hol- met het randschrift „Vigilate Deo confidentes" en vertrouw op God) en aan de keerzijde den ollandschen Leeuw met het randschrift: „Moneta argenta Comitatus Hollandiae" (Nieuwe zilveren tint van het graafschap Holland). De andere ontworpen gulden was er vrijwel aan ge- maar vertoonde aan de keerzijde „een Pallas, rxrende in haar regterhand een speer, rustende op D boek, en hebbende booven aan het einde een ixd, en houdende in haar linkerhand het Waapen sn deese Provincie". Er werd uitvoerig over gepraat en eindelijk beslo- Pallas met haar speer en hoed moest blijven, aar de speer moest rusten op den grond en niet op •n boek. Ook het wapen van Holland kon worden mist en daarvoor in de plaats „een colomne gesteld Orden". Aan de zijde van de speer zou komen te laan: „hac tuemur (deze de Vrijheid bescher- :en wij) en aan de zijde van den kolom: „hac nitimur lierop steunen wij). Een groot aantal van deze munten werd al spoedig omloop gebracht, maar het volk, dat van Grieksche ethologie niet veel begreep, zag in den hoed een njheidshoed en doopte Pallas tot Nederlandsche hagd, die de volkstaal nog verder vereenvoudigde „pop"! DAALDERS EN RIJKSDAALDERS. Het aantal daalders en rijksdaalders was zeer groot, daalder is de oorspronkelijke Joachimsthaler. die sedert 1519 te Joachimsthal in Bohemen werd gesla gen. Ook in ons land werd ze gemaakt en in den volksmond kan men ze hier en daar nog hooren ge bruiken als waardebepaling. (De eerste klap is een daalder waard). Onze rijksdaalder of twee-en-een-halve-guldenstuk dagteekent uit 1840, maar reeds in 1567 werden mun ten geslagen van 40 50 stuivers, die den naam van „rijksdaalder" droegen: Unierijksdaalders, Zeeuwsche rijksdaalders enz. De volksnaam „achterwiel" is ont staan door ze te vergelijken met de achterste, groot ste wielen, van een wagen, in tegenstelling met den gulden, die „voorwiel" of kortweg „wiel" genoemd werd. Zooals we dus zagen, leven de namen van oude munten, welke reeds zeer lang zijn verdwenen nog altijd in de volkstaal voort. Tot slot hiervan nog één voorbeeld. Wie kent niet het spreekwoord: „Hij kijkt alsof hij zijn laatste oordje versnoept heeft"? Een oordje had de waarde van een kwart stuiver, dus een munt van heel geringe waarde. Iemand, die zijn laatste oordje versnoept heeft, zal er dan ook vrij beteuterd uit zien. En wilde men zich geringschattend over de waarde van iets uitlaten, dan kon men dit niet beter zeggen dan: „het is geen oordje waard!" W. S. KRUISWEG 59 HAARLEM Die NACHT-HOEST zal ophouden als het vastzittend slijm oorzaak van de hoestprik- keling regelmatig loskomt. Neem daarvoor de beroemde slijmoplossende Abdijsiroop. Vanouds beproefd bij hoest, griep, bronchitis, asthma. AKKER'S SAFE-DEPOSIT Hoe GR00TER brood, hoe minder nood Ons brood is flink van stuk en snijdt voordeelig uit. FABRIEKEN Haarlem - Bloemendaal - Heemstede UITGAAN Heden ZATERDAG 21 MAART: Frans Hals Theater: „Peer Gynt", 2.30. 6.30 en .45 uur. Luxor Theater: „Jaloezie op bestelling", 2.30 130 en 8.45 uur. Rembrandt Theater: „Alcazar", 2.30. 6.30 en .45 uur. Palace: „Vergeten vrouwen", 2.6.30 en 8.45 tur. Moviac: Gevarieerd programma van 12 uur af. ZONDAG 22 MAART: Rembrandt Theater: Olympiade-film I. half fcaalf. Gemeentelijk Concertgebouw: opvoering van ■Dik Trom", 2.30 uur. Gemeentelijk Concertgebouw: „Het biechtgeheim loor Willem Goossen's Volkstooneel, 7.30 uur. Stadsschouwburg, Wilsonsplein: pianoconcert Joor het duo Han Beüker en Wouter Denys, 2.30 »Ur. Stadsschouwburg: „Tooneelhuwelijk" door het nederlandsch Tooneel, 7.30 uur. Frans Hals Theater: „Peer Gynt", 2.4.15, '30 en 8.45 uur. Luxor Theater: „Jaloezie op bestelling", 1.30. '30 en 8.45 uur. Rembrandt Theater: „Alcazar". 1.30, 3.45, I.45. 6.30 en 8.45 uur. Palace: „Vergeten vrouwen", 1.30, 3.45. 6.30 en 145 uur. Moviac: Gevarieerd programma van 12 uur af. MAANDAG 23 MAART: Stadsschouwburg: Volksvoorstelling van „Achter Moge muren", 7.30 uur. Bioscooptheaters: Voorstellingen des middags en &s avonds. Apotheken De volgende apotheken te Haarlem zijn van des avonds acht tot des morgens acht uur (ook op Zon- 4sg) geopend: Firma C. G. Loomeijer en Zn.. Barteljonsstraat II, Tel. 10175. Park Apotheek. Kleverparkweg 13. Tel. 11793. Teyler Apotheek. Teylerplein 79. Tel. 17946. Te Heemstede is geopend: Apotheek Schotsman, Binnenweg 206, Tel. 28320. LANGS DE STRAAT HET ZILVEREN DUBBELTJE. De meneer stond op een plein te Amsterdam in de glazen telefooncel, haalde een bril voor den dag en begon met aandacht de aanwijzingen voor het pu bliek te lezen, die in die glazen huisjes ten gerieve van de telefoongebruikers zijn aangebracht. Toen haalde hij zijn portemonnaie te voorschijn en vond er na eenig zoeken een van onze nieuwe munten in, waarop aan één zijde hét getal 10 staat. Helaas: het nieuwe „dubbeltje" bleek te groot te zijn voor de gleuf. Met het geldstukje in de hand ging de méneer, die inmiddels wat zenuwachtig was ge worden, de telefooncel uit, klampte den eersten den besten voorbijganger aan en vroeg hem eenigs- zins gejaagd: „Heeft u bijgeval een zilveren dub beltje bij u?" Op zijn beurt zocht deze in zijn portemonnaie, doch ook hij was niet in het bezit van het gewenschte en „neen" schuddend liep hij door. Eenige malen moest de meneer zijn verzoek om een zilveren dubbeltje herhalen, tot eindelijk een vierde Amsterdammer hem kon helpen, het zinken muntstukje in ontvangst nam en er een van de oude soort voor in de plaats gaf. De meneer haastte zich nu weer naar het glazen huisje terug met het nieuw-verworven geldstukje tusschen duim en vinger. Of het nu kwam doordat hij steeds onrustiger was geworden, weet ik niet, maar in plaats van zijn kostbaar bezit stevig vast te houden liet hij het vallen. Het lag daar ergens in de dikke modderlaag, die toen nog het plein dekte. Maar waar? De goede man zocht en zocht, links en rechts van de telefoon cel, er achter en er voor maar het dubbeltje bleef onvindbaar. Hij werd steeds schutte riger, telkens dacht hij het muntje te hebben, maar telkens dienden zijn vergeefsche grijpbewegingen alleen om de waarheid aan te toonen van het beken de gezegde, dat een dubbeltje ver rollen kan. Eindelijk gaf hij zijn pogingen op en vervolgde teleurgesteld zijn weg. Maar er was een niet belangeloos toeschouwer aanwezig op, of althans bij, het terrein, waarop de meneer bewezen had, dat er ook op den regel „zoekt en gij zult vinden" uitzonderingen zijn. Want wie kwam daar, toen de meneer een eind weg was, om den hoek van een straat schieten, overzag in één ondeelbaar oogenblik het terrein, deed een vastberaden greep in de modder en had het dubbeltje? Dat was, lezer, de Amsterdamsche straatjongen, die nu fluitend doorliep, een dubbeltje rijker! J. C. E. Termijn voor aanmelding bij de Nederlandsche Kultuurkamer •s-GRAVENHAGE, 20 Maart. Van bevoegde zijde wordt medegedeeld: Op 2 Maart zijn de gilden voor muziek, beeldende kunsten, film en letteren van de Nederlandsche Kul tuurkamer opgericht. Op grond van de Kuituurkamer- verordening moeten zij, die op een der bovengenoemde gebieden werkzaam zijn, zich binnen vier weken na de oprichting der gilden aanmelden. De termijn voor aanmelding loopt dus 1 April 1942 af. Wie zich voor dien tijd volgens de voorschriften heeft aangemeld, heeft het recht zijn werkzaamheden op het terrein van de Nederlandsche Kultuurkamer voort te zetten. Het is dus in het belnag van de kultuurscheppenden, dat zij zich uiterlijk 1 April aanmelden. Opgegeven moet worden: naam, adres en beroep. De aanmeldingen moeten worden gericht tot: De Nederlandsche Kul tuurkamer, Tweede van der Boschstraat 44, Den Haag. Karin Larsen, Tusschen de sterren. Lochem. Uitg. Mij. De Tijdstroom. Uitheemsch klinkt de naam van deze auteur, doch de lezer heeft hier met een oorspronkelijk Ne- derlandscch werk te maken, zoodat men geneigd is aan een pseudonym te denken, waaronder reeds vroeger gepubliceerd is, en waarachter sommigen een bekende Hollandsche dichteres vermoed heb ben. Bijkomstigheid waardoor de innerlijke waar de van dit fijndoordachte levensverhaal natuurlijk niet beïnvloed wordt, waarvan vorm en toonaard op een voorname hoogte staan en dat door de hoofd figuur van Marianne tot iets zeer bijzonders uit roeit, terwijl personen en verwikkelingen overigens iet algemeen menschelijke en betrekkelijk gewone, niet te buiten gaan. Integendeel wat er al zoo in dit boek met Marianne gebeurt, vindt overal en dage lijks plaats: het is alleen de wijze waarop zü haar leven aanvaardt en volbrengt, die haar tot het buitengewone afzonderen. De schrijfster zet ons een schets voor van een superieur mensch met zijn reacties op alle gebeurlijkheden in een normaal verloopend bestaan, met blijdschap en droefenis, effenheden en schokken, vertrouwen en onzeker heid: met dat alles afrekenend naar den geest van de spreuk die Marianne, als Kind reeds op vaders studeerkamer half onbegrijpend gelezen had: „Wat men naar de algemeene wetten der wereldorde te dragen heeft, drage men groothartig". Zonder Móéder, is Marian bij dien vader kind ge weest en tusschen hen beiden is een aanhankelijk heid en een volledig begrip ontstaan waardoor heel Marian's verder leven beïnvloed blijft; lang nog na zijn dood heeft die eenvoudig zuivere, wijze man net hart zijner dochter in bezit. De herinne ring aan hem en aan een eerste ontluiken der liefde, een kinderliefde nog, te broos om in het harde leven door te bloeien, met André den speelkameraad uit den tuin,het zijn de steeds weer opduikende bronnen, waaruit, onbewust, Marianne's doen en laten in het verdere leven stroomen zal. Immers ook Marianne zal uit die teere jeugdsfeer in het meer dagelijksche leven worden opgenomen, trouwen met Frank, een zoontje Erik krijgen, naast het kind dat Frank uit zijn eerste huwelijk meebrengt; die kinderen zullen opgroeien met alle lasten en lusten daaraan verbonden, er zal een hu welijksband op het springen staan door onbe- heerschte hartstochten, de kinderen zullen wederom hun eigen moeilijkheden te doorworstelen krijgen en één ervan zal zelfs tegen het .leven niet opkun nen en het vrijwillig verlatenen zoo zal in Ma rianne's bestaan van alles zich voordoen, wat in het meest gewone leven zich ook voordoen kan en al in ontelbaar veel verhalen verteld werd. Maar dan blijft in Mariannes reacties op dat alles het. afzon derlijke waardoor „Tusschen de Sterren" een groo- te genegenheid bij velen zal kunnen opwekken. Het kind Marian groeide op bij een vader wiens ge negenheid even zuiver en belangeloos was als zijn wijsheid verankerd in de nobelste denkers aller tij den. Haar levenslot brengt het mee dat zij die als kind opgedane geestelijke cultuur onbewust in prak tijk brengt, al zijn hét nu en dan citaten uit ge liefde dichters die met dat onbewuste in twee spalt schijnen. Hier raken wij een punt waarbij onze litteraire waardeering even halt houdt. Men moet de figuur van Marianne niet als heldin in een realistischen roman willen zien. Dan zou ze te kort schieten: misschien zelfs buiten de waarschijnlijk heid vallen, haar sereniteit en goedheid zal voor menigeen toch al bijna boven menschelijke kracht lijken. De waarde van dit verhaal ligt in de dich terlijkheid waarmee die sereniteit door de alledaag- sche dingen van het leven gemengd wordt en wijs geerige waarden, als opheffing van het verschil tus schen leven en dood, een zin krijgen ook voor dat le ven van iederen dag. Het is bijna steeds weer de herinnering aan haar vader die Marian dingen doet zeggen die haar eigen wezensgoedheid verklaren. Zoo bijvoorbeeld hier: „Hoe 15 het mogelijk, zeide hij eens, dat de menschen in dit leven met zijn adem beklemmende raadselachtigheid, met zijn schrik wekkende ziekten en rampen nog den miserabelen durf bezitten elkaar binnenskamers langzaam en spitsvondig te vermoorden." Of in dit, als haar Erik, haar blonde prachtige jongen, die zoo vaak aan haar vader deed denken, uit het leven heenging: „Maar toch zijn niet leven en dood één in den geheimen oergrond van het Zijnde? Ziet niet, wie zich diep over de bron van het leven buigt, in de raadselvolle oogen van den dood? Neen, het le ven is niet verschrikkelijk voor dengene die den in- nerlijken glans der dingen schouwt, voor dengem aie weet hoe al het bestaan in een overaardsche stilte rust." Het is een eenvoudig maar hooggestemd levens verhaal, waarvan de duisterste fasen toch steeds door het flonkeren der sterren doorlicht blijven en waar van de lezing een groote waardeering voor de figuur van de schrijfster, die Marian schiep, doet ont staan. J. H. DE BOIS. Voordracht Hermann Eris Busse De Duitsche dichter-schrijver Hermann Eris Busse heeft Vrijdagavond op uitnoodiging van de Werkgemeenschap Haarlem en Omstreken van de Nederlandsch Duitsche Kuituurgemeenschap in de tuinzaal van het Gemeentelijk Concertgebouw te Haarlem uit eigen werk voorgelezen. Tot de aan wezigen behoorden de Beauftragte van den Rijks- kommissaris Gauinspecteur W. Unger. de Referent voor Volksaufklarung E. Eggert, Wethouder M. van Driel en de heer M. Gerisch, leider van de N.S.D.A.P.-Ortsgruppe Haarlem De avond werd geopend door den Nederland- schen voorzitter M. de Koek van Leeuwen. ..die er met een enkel woord op wees, hoe de schrijver reeds voor 1930 het volksche element in zijn werken heeft gelegd en daarmede blijk gaf, de gedachte der komende tijden te verstaan. Hierna begon de heer Busse zyn voordracht. Reeds hebben wij over zijn werk het een en ander in dit blad vermeld. Busse, geboren in Freiburg in Éreisgau en nog steeds inwoner van deze stad. heeft zijn hart verpand aan het landleven, het volk en het landschap van zijn geliefd Baden en het Zwarte Woud. Aan die verbondenheid dankt de Schwarzwald-trilogie „Bauernadel", bestaande uit „Das schlafende Land", „Markus und Sixta" en „Der letzte Bauer" het bestaan. Ook in „Tautrager beschrijft hij het dorpsleven van Zuidwest-Duitsch- land. In de romans „Hans Fram", „Peter Brunn- kat" en ..Talipan und die Frauen" is menige episode uit het leven van den schrijver zelf ver wekt. Een van zijn laatste werken is de machtige roman „Der Erdgeist" en enkele jaren geleden verscheen het boek „Zum silbernen Sterne De voordracht van den heer Busse is zeer be- heerscht. Zelfs zou men wel eens wat meer gloed in zijn lezing willen hooren, maar toegegeven moet worden, dat juist door dit ietwat monotone de meesterlijke stijl en de uitnemende woordkeuze tot hun recht komen. De aandacht immers blijft ten volle op het voor te lezen werk gericht en doet ieder trekje, dat het meesterschap tot uiting doet komen, volle recht wedervaren. De heer Busse heeft door de voorlezing van een drietal fragmenten zijn gehoor een veelzijdigen blik op zijn werk veroorloofd. Het eerste draagt den titel „Die Erscheinung", een fijn schetsje, waar in de gemoedstoestand wordt geanalyseerd van een medicus, die door de vermeende verschijning van zijn moeder zijn verleden doorleeft. Vervolgens droeg de schrijver een hoofdstuk uit „Der Erdgeist" voor en wel een gesprek tusschen Professor Theophrastus Schönhut en den „Erd geist" een dialoog vol wijsgeerige beschouwing, die na de erkenning, dat er nog geesten zijn, die het toekomstige kunnen doorgronden, doch dat zij beurtelings voor wijzen en voor dwazen worden versleten, tot de conclusie komt: „Tat und Geist formen die Menschenwelt". Tenslotte gaf de heer Busse een vroolijke ge schiedenis „Die dritte Frau" ten beste, een mensch- kundig verhaaltje, vlot verteld -met aanwendir.g van de vereischte lokale kleur, een schetsje dat onwillekeurig aan dien anderen volksverteller van een vorige generatie, de Oostenrijker Peter Roseg- ger herinnerde. Hij sloot met de voordracht van het dicht „Der deutsche Geist", Een dankbaar applaus loonde den heer Busse voor zijn boeiende voordracht, een utinig van erkentelijk heid, die door den heer Van Lanckeren Matthes in een slotwoord onderstreep! werd. CHOCOLADE ^SUIKERWERKEN 4 KWALIT KWALITEIT munt uit door SMAKELIJKHEID BONERA-GOUDA Amsterdam werkt aan zijn toekomst. Voor den aanleg van tien geprojecteerde» Mlddeuring door de hoofdstad zal worden overgegaan tot onteigening van het groote complex huizen, dat. rich bevindt tusschen het kruispunt Muiderstraat-Ra penburgstraat en de uitmonding van de Jodenliouttulnen. Pax-Holland-de Haan-m. MAAGZUUR Bil SLECHTE OOI ""I SPUSVERTEERING van Dn O. DUBOIS. Orig.verpak, f.1.25, bij Apoth. en Drog. If/iiaijuUMf steeds, moot... Ook over ons kunt U niet meer zóó overvloedig beschikken als vroeger. Vergeet niet, dot wij tegenwoordig nog veel méér moeten doen, nu onze oudste zuster Persil tijdelijk niet kan meehelpen. Bovendien zijn er steeds méér menschen, die van onze diensten gebruik willen maken. Wees dus zuinig met ons. Wij zijn er nog steeds, moor... de fabriek regelt het zóó, dat we iedereen zooveel mogelijk in gelijke mote bedienen. Nederlandsche Fenil-Maatschoppij N V. Amsterdam Fabrieken »e Jvtphoos bij Utrecht Palace: Vergeten vrouwen Het gegeven van deze film is zeer merkwaardig en berust op een ware geschiedenis die zich in 1924 in een deftig damestehuis heeft afgespeeld. De na men der personen zijn echter alle gefingeerd. Kamma von Riissing. een jong meisje van zeven tien jaar, dat geen ouders meer heeft en een meis jespensionaat heeft bezocht, is voor den dood van naar moeder door deze ingekocht in een adellijk damestehuis. Conflicten tusschen al die deftige, intrigeerende. egoïstische oude dames en het jonge meisje kunnen niet uitblijven en Kamma voelt zich daar heele- maal niet thuis. De eenige dame die haar steeds de hand boven het hoofd houdt en haar het leven nog een beetje prettig tracht te maken is Fraulein von Benzon. Kamma ontvlucht tenslotte het tehuis met een schilder, die het plafond in een der zalen van het tehuis moest repareeren. Als hij haar na eenigen tijd verlaten heeft en haar zonder geld achterlaat, keert ze in haar wanhoop, naar 't tehuis terug en daar wordt haar baby geboren. Ook nu weer is het Fraulein von Benzon, die haar begrijpt en met alles helpt. Na eenigen tijd wil de strenge, niets ontziende abdis van het damestehuis Kamma en haar kind weer de deur wijzen en dan besluit Kanima zelf moord te plegen. Gelukkig wordt dit nog juist bijtijds door Fraulein von Benzon ontdekt. Dan ziet de abdis in dat ze te hardvochtig is ge weest en Kamma en haar kind mogen in het tehuis blijven. Ziedaar de inhoud van dit aangrijpende filmwerk, waarin Maria Landrock en Hedwig Bleibtreu zeer knap de hoofdrollen vertolken, terwijl ook de overi ge rollen in goede handen zijn. In het voorprogramma behalve de journaals een fraaie kleurenfilm „Dieren in bruiloftstooi". J. E. ANDREAS. Moviac: Als het circus komt „Het leven in het zwarte woud", een interessant documentair filmpje met zeer fraaie fotografische opnemingen, is wel het hoogtepunt van het Moviac- programma van deze week. „Als het circus komt" is de titel van een filmpje dat aardige kijkjes geeft uit het bonte circusleven. Welke bewerkingen oude schilderijen en oude stukken steen moeten onder gaan voor ze weer jaren meekunnen toont het filmpje „Badgasten achter museummuren". In het buitenlandsch nieuws zijn er opnemingen van het front in Afrika en in Sovjet-Rusland. Het binnenlandsch üieuws vertoont o.m. fragmenten uit den bokswedstrijd Jo de Groot-Gerard van Loon, die te Haarlem werd gehouden. B. KORSTEN Luxor: Jaloezie op bestelling Bij de beoordecling van een filmscenario is het wel eens gewenscht critische geest' thuis te laten, omdat om der wille van het vlotte en meest ge wenschte verloop de logica veelal geen rol speelt. Dit schijnbaar onvriendelijk begin houdt niet in dat Jaloezie op Bestelling geen aardige film is, het tegendeel is waar. Het kostschoolmeisje Ursi heeft het aan den eenen kant niet erg getroffen met haar ouders en met haar vriendinnetje. De ouders leven elk hun eigen leven, papa als chirurg met drukke praktijk, mama als beeldhouwster, die een groot deel van den dag op haar atelier doorbrengt. Door een on gelukkig toeval heeft er een botsing plaats tus schen de auto van den dokter en een fietsrijdster. die de hem onbekende vriendin van zijn dochter. Eva blijkt te zijn. De dweepzieke romantische Eva raakt op stel en sprong verliefd op den dokter, zonder dat ze weet dat hij Ursi's vader is. Ze fan taseert tegen Ursi over de ontmoeting, die ze gehad heeft, vertelt dat „hij" verteld heeft, dat hij al 20 jaar ongelukkig getrouwd is en nog heel veel meer. Ursi, die haar vriendin wel zoo'n beetje kent, hoort haar toch wel belangstellend aan. maar ze wordt des duivels, als ze ontdekt dat „hij" haar vader is. Daar juist Eva bij haar zou komen lo- geeren wil ze dat natuurlijk niet laten doorgaan, maar haar ouders, die niets van Ursi's plotselinge boosheid begrijpen, zetten de logeerpartij door. Voor Ursi, die zich van haar thuiszijn zooveel had voorgesteld, wordt het een groote teleurstelling. Ze is heel eenzaam daar, door het bijna altijd afwezig zijn van een van de ouders of van beide. Er dreigt een catastrophe, voornamelijk door het optreden van Eva, maar met grooi-menschelijke geraffineerd heid weet het meisje Ursi nog juist bijtijds groot onheil te voorkomen, ze opent de beide ouders de oogen en brengt ze weer bij elkaar, juist toen het geheel stuk dreigde te gaan. Het slot is een ge lukkig vereend gezin, dat eindelijk eens gelijk met elkaar aan tafel zit. Er wordt uitstekend gespeeld in een prettig, vlot tempo, de voornaamste spelers zijn Hannelore Schroth, Geraldine Katt en Fritz Odemar. Een Frans Hals: Peer Gynt Wie de film Peer Gynt gaat zien om het meester werk van den grooten Ibsen visueel te genieten komt bedrogen uit. Zoo er geen naamsovereen- komst was, niet enkele fragmenten, die uit het werk gelicht zijn en niet Grieg's muziek, men zou geen spoor ontdekken van de ontzagwekkende schepping van den grooten Noor in het nog al vreem de filmverhaal, waarvan Hans Albers de held is. Is in dit opzicht de film dus rechtuit een teleur stelling, de vele fraaie natuurtafereelen uit de Noorsche bergwereld, de interessante bruiloft, de schipbreuk en andere gedeelten maken de film toch nog lang niet verwerpelijk. Daarbij toont Hans Albers zich in de volle kracht van zijn routine en zijn bravourstukjes doen het nog altijd. Ook het spel der overigen is te waardeeren. Als de film nu maar niet Peer Gynt heette! Want, met respect voor menig aardig trekje, er is toch raar gegrasduind in de echte Peer Gynt en het is wel moeilijk, daar heelemaal los van te komen. F. C. DERKS. VERBINDING SCHIERMONNIKOOG— OOSTMAHORN HERSTELD. SCHIERMONNIKOOG, 20 Maart. De veerboot „Brakzand" heeft na een periode van 65 dagen heden den dienst tusschen Schiermonnikoog en Oostmahorn hervat. Mr. A. J. ZONDERVAN IN NEDERLAND. UTRECHT. 20 Maart. De commandant der W.A. mr. A. J. Zondervan die als Untersturmführer zijn dienst verricht in het Nederlandsch legioen is gisteren avond laat voor een kort verblijf in Nederland aange komen. Bij een bezoek, dat hij bracht aan Mussert, den leider der N.S.B., reikte deze hem het eereteeken „Strijd en offer" dier beweging uit. Aan mr. Zonder van is het ijzeren kruis tweede klasse verleend. ZIJLSTRAAT 61, HAARLEM Verzekering tegen Oorlogsmolest van Uw onroerende goederen, inboedel, bedrijfsinventaris, enz. Agente van de Onderlinge Oorlogsschade Verz. Mij. te Den Haag en „Renovatum" te Amsterdam. Vraagt vrijblijvend inlichtingen or.'.i"! tolkt wordt is die van het dienstmeisje Pauline. M. MEIJERINK—LEEMAN. Papierfabrieken v. Gelder Zonen N.V, Tot herkapitalisatie besloten. Resultaten over 1941 niet gunstig AMSTERDAM 20 Maart. In do hedenmorgen te Am sterdam gehouden buitengewonne vergadering van pre ferentie aandeelhouders der N.V. Ver. Kon. Papierfabrie ken Van Gelder Zonen, bijeengeroepen in verband met de voorgestelde herkapitaiisatie. waren aanwezig dertien houders van preferente aandeelen. Gedeponeerd waren zeventig aandeelen rechtgevend op het uitbrengen van zeventig stemmen. De heer Jr. J. K. Tromp, houder van eenige preferente aandeelen, verklaarde, getroffen te zijn door het feit. dat de motiveering voor de herkapitalisatie zeer summier was. Hij achtte een verkeerd gebruik te zijn gemaakt van de herkapltallsatle, daar geen stille of open reserves werden aangewend. Het totaal der open reserves begroot spr. op 4,3 mllltoen gulden. Herkapltallsatle kan niet het motief zijn. Spreker ziet slechts een wijziging In de onder linge verhouding van gewone, preferente aandeelhouders en tantlemisten. Volgens spreker geschiedt een en ander ten nadeele van de preferente aandeelhouders en ten voordeele van tanticmlstcn. Directie en commissarissen genieten ln normale gevallen uitgesproken voordeelcn, daar zij deelen ln de overwinst bij een uitkeerlng van 4 dividend. Spr. noemt de uitkeerlng van een bonus van 10 aan preferente aandeelhouders niet meer dan een ..klontje'. Spr. stelt voor, om de bestuursvoorstellen artikelsgewijs ln stemming te brengen te beginnen met artikel 24. Voorts stelt hij voor de daarna volgende arti kelen niet te aanvaarden, terwijl htj bij niet aanneming van het bestuursvoorstel benoeming wenscht van een comité van preferente aandeelhouders teneinde met het bestuur tot een redelijker oplossing te komen. De heer W. Smidt van Gelder antwoordde namens de directie, dat ln hoofdzaak beoogd werd een statutenwijziging. De kwestie der herkapltallsatle kwam eerst daarna. Uit de agio reserve kan statutair geen uitkeering aan preferente aandeelhouders worden gedaan, terwijl de bijzondere re serve een bestemmingsreserve ls waaruit niet kan wor den geput. Door de verlaging van het primaire dividend tot 4 toucheeren ook tantlèmlsten minder. De wet staat thans toe in de N.V. het primaire dividend met 20 V» te verlagen. De wetgever deed dit. om de tantlèmlsten niet te zeer In het gedrang te doen komen. Namens het bestuur moet spr. het voorstel om een commissie te benoemen, afwijzen. Het geheeie voorstel tot statutenwijziging is in het belang der vennootschap en aangezien het onzeker is. hoe de toestand na den oorlog zal zijn. is geen ader lating gewenscht. De heer Tromp blijft echter bij zijn voorstel, dat niet wordt ondersteund. Daarna werden de bestuursvoorstellen aangenomen. Een der aandeelhouders vraagt aan de directie, of deze in staat is. mede te deelen. hoe de resultaten over het afgeloopen Jaar zijn geweest. De heer W. Smit van Gelder verklaart dienaangaande niet optimistisch te kun nen zijn. In de eerste plaats moest een drastische produc tie-beperking worden doorgevoerd. Ten tweede werd een prijszetting voorgeschreven, waarbij de verkoopprijzen gebaseerd werden op de kost prijzen en geen rekening werd gehouden met de oi.der bezetting van het fabrieksapparaat. Tenslotte werd de winst over 1941 belangrijk beïnvloed door de super divi dend belasting waarmede een bedrag van ongeveer een millloen gulden gemoeid is. De resultaten over 1341 kun nen dus niet zeer gunstig zijn. De hierna volgende vergadering van gewone aandeelhou ders kon geen doorgang vinden, daar het vereischte quorum niet aanwezig was. Op 31 Maart zal derhalve een nieuwe vergadering worden gehouden.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1942 | | pagina 21