Doodstraf tegen Blokzijl geëischt Blokzijl. Japansch hoofdkwartier opgeheven. Van onze gevangenen in Oost-AzLë. Quisling ter dood veroordeeld. Het woord is aan.... Interview met den Min is te r-Pres id en t. Over politieke gevangenen en het parlement. Zout voor inmaak. De bon van J pond is daarvoor bestemd 60e Jaargang Xo. 18124 TT 1 T"^. TT T IMnsdag 11 September i#4S Bureaux: Groote Houtstr. 93 Ragaal ^NTI I I ^^1 Uitgave van de Stichting en Soendaplein 37, Haarlem 111(1 I 1 I V I 1 f 1 II I I 1 F 1 Voorlichting te Haarlem. IJmuiden: Kennemerlaan 154. 1 %i^i At Abonnementen: p.week 31 ct. Telef. 5437. Per kwartaal 4. Tel.: Dir.-Hoofdred. 15054. Adm. 10724 Dirocteur-HoofdrcdactcurRobert Peereboom Tel: Redactie 10600. Expeditie 14825. V'ANDAAG heeft Max Blokzijl voor zijn rechters gestaan. Dit is de eerste al gemeen bekende persoonlijkheid uit de N. S. B., die voor het Bijzonder Gerechts hof in Den Haag vepschijnt. Gedurende de vijf bezettingsjaren is hij een van de meest gehate menschen in Nederland ge weest. Toch niet zoo gehaat als Goebbels, wiens volgeling hij eigenlijk was. Want men voelde wel dat hij zich in list en sluwheid niet met den Duitschen opper- leugenaar kon meten. En in de laatste periode van den oorlog heeft hij veler spot opgewekt door koppig vol te hou den, in zijn radiopraatjes, dat de kans moest keeren. Een belangrijke figuur, in den zin van een man met groote begaafdheden, is dit niet. En als wij even overdenken, welke N.S.B.'ers hem volgen zullen voor de Bij zondere Gerechtshoven, kunnen ook geen andere belangrijke figuren aangeduid worden. Het kaliber van hun leider tèe- kent het heele gezelschap. De man die indertijd het gerucht verspreidde, dat Mussert bezig was aan een boek onder den titel „Mein Kampfchen", heeft het met scherpte geteekend. De leider van de N.S.B. was een bekwaam hoofdingenieur van den Waterstaat geweest. Toen hij zijn vak verliet en zich tot staatsman trachtte op te blazen, bleek zijn kleinheid. Hij kon 6lcchts handlanger in Duitschen dienst worden, een filiaal-houdertje van de Ber- lijnsche firma. Onder het personeel van het filiaal viel iemand als Blokzijl op. Hij prees de waar luidkeels aan. Hij was wat ze in Amsterdam zouden noemen: de Steepler. Maar daarbij een bedrieger en verrader. De processen tegen deze lieden zullen sterk de aandacht in ons land trekken, maar geen groote sensatie wekken. Dit worden geen „grandes affaires", zooals de groote verraad-processen in Parijs. Pétain was een tragische figuur. Aan deze men schen ontbreekt de tragiek. Zij zijn te klein. De nuchtere, zakelijke vorm van de Hollandsche procesvoering zal hun ook beletten, zich tenslotte tot een schijn van belangrijkheid op te blazen. Het is goed zon. Ir, zijn jeugd heeft Max Blokzijl een tijd van populariteit in Nederland gekend. In den zomer van 1907 trokken Jean Louis Pisuisse en hij, jonge verslaggevers in de hoofdstad, er samen als Italiaan- sche straatmuzikanten op uit. Het relaas van hun belevenissen in de badplaatsen en in Gelderland had een groot succes. Zij verlieten de journalistiek en werden ver maard als cabaretiers. Pisuisse en Blokzijl trokken jarenlang volle zalen. Maar Pi suisse was de kunstenaar, de begaafde cabaretier, Blokzijl slechts de middelma tige begeleider aan den vleugel. Hij gaf het tenslotte op, keerde in de journalistiek terug en ging als oorlogscorrespondent in de laatste jaren van den eersten wereld oorlog naar de fronten in België, Frank rijk, Italië, Rusland en den Balkan. Daar na werd hij correspondent in Betlijn, het geen hij zou blijven tot 1940. Ergens heeft hij eens beschreven dat hij in 1918 door de Engelsche veldpolitie gearresteerd was en jaren later in het Roergebied door Fran- sche troepen, die zijn pogingen om een film te maken niet goedkeurden. Kleine incidenten. Misschien zijn ze van invloed op hem geweest. Allicht was het van meer beteekenis, dat hij in zijn jeugd in Hol land even „aan den roem geroken had" en weggevaagd was door de figuur van Pisuisse. Ook in de journalistiek bleef hij daarna een figuur van het tweede plan: onder de buitenlandsche correspondenten ook geen uitblinker. Het is misschien tee kenend, dat hij voorzitter werd van een bond van Nederlanders in Duitschland en zich op die wijze toch ergens op den voorgrond plaatste. Wie te lang buitenlandsch correspondent blijft en uit die, overigens aantrekkelijken en veelzijdigen werkkring, geen promotie maakt, ondervindt op den duur het na deel van het werken op afstand van zijn lezers, met wie hij geen of bijna geen direct contact krijgt. Hij raakt ingebur gerd in het buitenland en moet niettemin dagelijks tot de openbare meening in zijn vaderland spreken. Het is niet zoo een voudig. Blokzijl was een correspondent die het niet aan kon en op den duur ver- duitsehte, zich bovendien Het imponeeren door het Derde Rijk en tenslotte de kans meende te zien, het onder de bescherming van deze macht toch nog tot een succes in Nederland te brengen. Geen politieke overtuiging kan dezen man gedreven heb ben, maar wel eerzucht, met een zekere gladheid en slimmigheid. Die hebben zich vooral in de eerste jaren van zijn verachtelijk, karakterloos optreden in Nederland getoond. Hij voer de, in zijn radiopraat onder den titel Brandende Kwesties, een sluw beleid. Hij kreeg een „hoogen" post aan het departe ment van Volksvoorlichting en Kunsten. Hij kon zich wijsmaken dat hij iets be reikt had. Ten koste van zijn vaderland en ten koste van de menschen, die hij door zijn misleiding bedroog! Vanmorgen heeft de procureur-fiscaal de doodstraf tegen deze poovere figuur ge- eischt. R. P. De invoer nog steeds stijgende. De aanvoeren van regeeringsgoederen be wegen zich nog steeds in stijgende lijn. Zij waren Februari 1945 600 ton, Maart 4000 ton, April 25.000 ton, Mei 40.000 ton, Juni 142.000 ton, Juli 220.000 ton, Augustus 258.500 ton. Totaal 690.100 ton. DE advocaat-fiscaal van het Bijz. Gerechtshof in den Haag: heeft in een Jklaar en kernachtig: zeer kort requisitoir, waarin hij verklaarde, dat wat Blokzijl deed duizendmaal erger was dan wat Mussert heeft gedaan, omdat deze journa list door en door de geestelijke benauwenis van ons volk kende hij noemde hem „den duivel, die het geloof in de goede zaak aan het Nederlandsche volk wilde ontnemen" de doodstraf tegen hem geëischt wegens opzettelijk in tijd van oorlog hulp verleenen aan den vijand. I>e advocaat-fiscaal gaf liet college voorts in overweging geen verlof tot cassatie toe te staan, aangezien deze procedures bedoeld zijn om kort te duren en de cassatie in dergelijke gevallen slechts wegens bijzondere redenen in aan merking komt. Die ontbreken, want juridisch en feitelijk leent dit proces zich daartoe geenszins. Voordat de zitting begon en gedurende den geheelen ochtend hield zich buiten voor het Paleis van Justitie op den Kneuter dijk een groote menigte op, terwijl binnen de zaal stampvol was, waarbij ons opviel, dat de overgroote meerderheid van het ge hoor uit mannelijke personen bestond. Bij het verhoor speelde Blokzijl zijn rol voortreffelijk. Het bleek dat hij er steeds meer inkwam. Met aalachtige gladheid kronkelde hij door alles heen en tenslotte trachtte hij den in druk te vestigen in zijn beantwoording, die rijk aan sophismen was, dat hij steeds een braaf Nederlander en braaf idealist was gebleven. Eén van zijn opvallendste mededeelingen was wel deze, dat hij zeide, toen hij n.l. erg in het nauw werd gedreven, dat hij in 1942 en 1943 tot twee-driemaal toe den leider der beweging verzocht had uit al zijn functies te mogen treden, wat hem echter uitdruk kelijk verboden wprd. Hij kon n.l. niet ont kennen en in dit verband kwam hij met deze verklaring voor den dag dat er zoo nu en dan onder de bezetting toch wel zeer gruwelijke dingen tegen het Nederlandsche volk geschiedden, die hem in een grooten ge- wetensstrijd brachten, maar om der wille van het ideaal, zoo ging hij voort, bleef hij volharden, terwijl hij uitdrukkelijk onder streepte van de slechte Duitschers nooit iets te hebben willen weten. Bovenal culmineer de de beantwoording op het verhoor hierin, dat hij onderscheid maakte tusschen den Duitschen staat en de nat. soc. gedachte, alleen voor de laatste had hij propaganda gevoerd. Heel handig beriep bij zich o.m. nog op de brochure van dr. Colijn ,,Op de grens van twee wereldden", waaruit toch volgens hem bleek, dat er hier te lande in 1940 een stemming heerschte om nu maar verder aan den positieven opbouw te gaan werken, rekening houdende met de feite lijke machtsverhoudingen. Tojo doet zelfmoordpoging Generaal MacArthur heeft een order uit gevaardigd, dat met ingang van 15 Sept. a.s. het keizerlijk Japansclie hoofdkwartier opgeheven zal zijn. Volgens een door den Amerikaanschen radiocorrespondent over Radio Tokio uit gezonden bericht, heeft generaal MacArthur de arrestatie gelast van Hideki Tojo, die eer- ste-minister was van Japan ten tijde van den aanval op Pearl Harbour. Toen officie ren van den Amerikaanschen Opsporings dienst trachtten hem te arresteeren in zijn landhuis bij Tokio, heeft Tojo op zichzelf geschoten. Volgens een telegram van den correspondent te Tokio van de Columbia - Broadcasting-system zou Tojo, twintig mi nuten na zijn poging tot zelfmoord, zijn gestorven. Het Japansche nieuwsbureau meldde echter te 10.00 uur Greenwichtijd nog, dat Tojo's toestand „ernstig" was. Volgens United Press heeft MacArthur ook een scherpe pers- en radiocensuur in gesteld. In Colombo zijn 7 Ned. Indische gene raals gearriveerd, G. J. F. Statius Muller. G. A. Ilgen, J. J. Pesman, J. H. Uhl, W. Schilling, H. J. D. de Fremery en R. Bak ker, die te Moekden gevangen zaten. Gene- raal-majoor Ilgen vertelde, dat de Japan ners verklaard hadden de gevangenen te behandelen volgens hun Boeshiedo-code. Aangezien er gebrek aan medicamenten was, was de gezondheidstoestand slecht. Toen de commandant van het kamp Ramtauparapat op Sumatra harakiri pleeg de, 'dreigde er groot gevaar voor de 6300 ge- interneerde Nederlanders, w.o. 4300 vrou wen, aangezien er geen voedsel meer werd verstrekt. Een Nederlandsch sprekende Ja pansche officier ging echter naar het kamp en verklaarde, dat voedsel en andere voor raden per vliegtuig zouden worden aange voerd. Zeventig Nederlandsche geïnterneerden, w.o. 10 vrouwen en kinderen, thans be vrijd uit een kamp in Sime-road te Singa pore, hebben via A.N.P.-Aneta een bood schap aan hun landgenooten gezonden, in welke zij allen verklaren, dat hun gezond heid en moreel goed is. Het gemeenschap pelijk lijden in het kamp versterkte de vriendschapsbanden en het kamp werd in den besten zin van het woord een echt kamp van bondgenooten. Toch vormden de Nederlanders weer een aparte eenheid, Ko ninginnedag werd steeds gevierd, zij het ook in alle stilte en geheimhouding. Zij verlan gen te kunnen bijdragen in het grootsche en urgente herstelwerk en zullen na een korte herstelperiode weer in staat zijn te helpen, zoo verklaren zij. De lichamelijke toestand van de Geal lieerde krijgsgevangenen op Java is volgens mededeeling van inited Press behoorlijk tot goed. Die van de burger-geïnterneerden is minder goed tot slecht, hoewel er geen hongersnood heerscht. Wel is er groot ge brek aan medicamenten. Alleen in de afge legen kampen is aanvoer van voedsel drin gend noodig. In een kamp bij Batavia zijn 3300 krijgs gevangenen en 21.500 geinteerden onder gebracht, in één bij Bandoeng resp. 2800 en 17.000 en in een bij Magelang 24-000 krijgs gevangenen en geïnterneerden tezamen. Op de vraag of hij toegaf de geestelijke vader van een dertiental citaten uit zijn ge schriften te zijn geweest, antwoordde Blok zijl, dat hij de verantwoordelijkheid voor de samenstelling van het boekje waaruit de radiocitaten waren aangehaald niet op zich kon nemen. Het boekje was niet door hem verzorgd. Na een korte discusie gaf hij echter toe. dat wanneer de letterlijke in houd dan al niet door hem verantwoord kon worden, de zakelijke inhoud toch in ieder geval overeenstemde met hetgeen hij des tijds gezegd had. Bij zijn verhoor zeide hij verder o.m. nog, dat indien er werkelijk een homogeen gees telijk verzet zou zijn geweest, hij dat zou hebben toegejuicht. Doch het Nederland sche volk was verdeeld in tal van kleine groepen. Van het breken van een geestelijk verzet was z.i. dus eigenlijk geen sprake. Sprekende over de Nederlandsche regeering in Londen, zeide Blokzijl, dat het verlaten van Nederlandsch grondgebied door de re geering het verbreken van een aantal be palingen uit de Grondwet was. Het was dus niet anders mogelijk dan de regeering te Londen te zien als een commissie van oud ministers! Op een vraag van den president over zijn verzet tegen de Geallieerde zaak antwoordde Blokzijl, dat hij zich nimmer tegen landen, doch uitsluitend tegen poli tieke stroomingen had gericht. De proc. fiscaal deed zijn eisch van de doodstraf gepaard gaan met den eisch van ontzetting uit het recht om ooit weer als journalist of als radiospreker op te treden en ontzegging van het actieve en passieve kiesrecht. De rechtsgeleerde raadsman bepaalde zich volgens afspraak met Blokzijl, tot een juri dische uiteenzetting. Het eigenlijke plei dooi wilde deze zelf houden. De verdediging. De dagvaarding, aldus mr. De Lauwere, zegt in huiselijk Nederlandsch, dat Blokzijl getracht heeft het geestelijk verzet van het Nederlandsche volk te breken, maar deze opzet is niet gelukt zooals de geschiedenis heeft bewezen en daarmede is het optreden van Blokzijl beperkt gebleven tot een po ging. Propaganda voeren is geen feit in den zin van het wetboek van strafrecht. Op grond hiervan concludeerde de verdediger dat op grond van deze dagvaarding Blokzijl niet veroordeeld zou kunnen worden, sub sidiair verzocht hij vergunning tot het aan- teekenen van cassatie. Na het pleidooi van mr. de Lauwere kreeg Max Blokzijl zelf het woord. „Het laatste woord is aan den verdachte", zoo luidt de phrase, een phrase die nu ech ter van schrijnende realiteit was. Rustig las Blokzijl zijn verdediging op. al klonk zijn stem niet zoo duidelijk als vroeger voor de radio. Hij behandelde het werk- door hem vóór 1933 voor ons land gedaan, waarvoor hij ook is onderscheiden. Na 1933 groeide in mij, zoo zeide hij, steeds meer belangstelling en waardeering voor het nationaal-socialisme. Ik ben echter niet vrij gebleven van cri- tiek. Na de Meidagen 1940 ben ik eerst ge vangen gehouden. In die gevangenschap is mij door Janke, en door Wybrants van de A. V. R. O. gevraagd radiopraatjes voor het Nederlandsche volk te houden. Vele vooraanstaande Nederlandsche po litici en handelsmannen gaven blijk te ge- looven in een Duitsch-Italiaansche over winning. Dit drong mij tot positief mede werken en dat meende ik alleen te kunnen doen door actief lid van de N. S. B. te worden. De Londensche regeeringen kon ik niet als Nederlandsche regeering beschouwen en van een aaneengesloten verzet van het Ne derlandsche volk heb ik nooit iets ge merkt. Ik geloof niet dat mijn propaganda tast bare resultaten heeft gehad, wel belangstel ling. Ik heb steeds getracht mij te bepalen tot sociale kwesties en heb tot dit doel ook een bureau opgericht dat duizenden heeft kunnen helpen. Mijn propaganda is be doeld geweest om het Nederlandsche volk te helpen en ik ontken dat mijn propaganda Duitschland heeft geholpen. Ik heb steeds zoo min mogelijk contact met de Duitschers gehad en na Dollen Dins dag in feite totaal met hen gebroken. Blok zijl ging zelfs zoover in zijn verdediging dat hij durfde te beweren dat zijn praatjes van nut zijn geweest voor de Londensche regee ring en de illegale pers omdat hij wel eens een beeld gaf van de stemming in het kamp van de nationaal-socialisten. Hij besloot zijn betoog met de mededeeling dat hij steeds geleid is geweest door idealisme en vaderlandsliefde. Hij verzocht het Hof hem van het ten laste gelegde vrij te spreken. De president bepaalde, dat het Hof over 14 dagen uitspraak zal doen. Stampvol was de gerechtszaal, toen het hof Maandagmiddag voor de laatste maal bijeenkwam om het vonnis over Quisling te vellen. Met plechtige vastberaden stem las de rechter het vonnis voor, krachtens hetwelk majoor Vidkun Abraham Lauritz Quisling ter dood wordt veroordeeld. De ter doodveroordeeling geschiedde wegens overtreding van een geheele reeks voor schriften van de militaire wet en van het gewone wetboek van strafrecht. Zijn mis daden omvatten o.a. verraderlijke pogingen om den vijand te helpen, de poging om Noorwegen onder buitenlandsche controle te plaatsen, de poging om vex-anderingen aan te brengen in de grondwet van Noor wegen door onwettige middelen enz. Quis lings bezit ten bedrage van 1.040.000 kronen wordt door den staat geeonfiskeerd. Carmen S y 1 v a: De plicht fronst alleen de wenkbrauwen zoolang gij hem ontvlucht. Volg hem en hij glimlacht te' u. Een verslaggever van Associated Pi*ess heeft een onderhoud gehad met den minister president Prof. Ir. W. Schei'merhoiTi, waar aan wij het volgende ontleenen: ,,Het Nederlandsche kabinet heeft beslo ten, een commissie te benoemen om de mo gelijkheden te onderzoeken van gedwongen emigratie van de politieke gevangenen. De stemmen uit den kring der geinterneerden zelf zijn mede aanleiding geweest dit on derwerp in studie te nemen. Het spreekt vanzelf, dat omti*ent aard der kolonisatie, noch over het aantal der emigranten, noch over het type, dat in aanmei'king komt. iets kan vaststaan voor de studie dezer commissie zal zijn voltooid. In hetzelfde interview merkte de minister-president op, dat wat er in het algemeen met de verdachte elementen gebeuren moest, een der lastigste problemen der regeering is. Bijzondere ge rechtshoven hebben doodstraffen geëischt en ook reeds uitgesproken ofschoon nog geen groote en algemeen bekende landverraders hebben tei'echt gestaan. Na Max Blokzijl zal het volgens den premier niet lang duren vooi'dat het proces tegen Mussert zal be ginnen. Het werk van het kabinet zou belangrijk verlicht kunnen worden, als het een parle ment had, maar eerder dan in October zal dat nood-parlement waarvoor de machinerie nu in beweging is gezet, niet bijeengeroepen kunnen worden. April is waarschijnlijk het ^vroegste tijdstip dat men voor het houden van verkiezingen verwachten kan. Verhouding tot het buitenland. De betrekkingen met de Ver. Staten, aldus de minister-president, zijn uitstekend. De beëindiging van de leen- en pachtwet kwam. wel eenigszins als een slag, maar hij gaf uitdrukking aan zijn vertrouwen, dat de regelingen getroffen zouden worden om ongehinderd plannen te kunnen blijven uit voeren, zooals b.v. de opleiding in de Ver, Staten van Nederl. marinepersoneel. Handelsbetrekkingen met de Sovjet-Unie nemen zeer definitief een belangrijke plaats in op het program van de regeering. Een begin werd hiermee reeds voor den oorlog gemaakt en wij zijn van plan dez€^ politiek op een belangrijk uitgebreide schaal te her vatten, aldus de minister-president. Deze verklaarde tenslotte, dat onder de eerste agendapunten van het noodparlement zich de ratificatie van het handvest der Vereenigde Volken zou bevinden. Hij ver wacht evenwel niet, dat de behandeling tot een formaliteit beperkt zaFblijven, maar dat een diepgaand debat over alle aspecten van deze aangelegenheid zal plaats hebben. Nederland is altijd geïnteresseerd geweest in zaken, die met internationaal recht en veiligheid te maken hebben. En het hand vest zal zeker geen uitsondering hierop vormen. DE FINANCIEELE OVEREENKOMST MET ENGELAND. De minister van financien, Prof. mr. P. Lieftinck, is Maandag uit Engeland terug gekeerd, waar hij, tezamen met den Brit- schen minister van financiën Dalton de Ne- derlandsch-Engelsche financieele en mone taire overeenkomst onderteekende. Na de onderteekening hadden de twea ministers nog een particulier onderhoud. Hierbij kwam in het bijzonder ter sprake de voor ons land zoo belangrijke kwestie van het Nederlandsche rijksmarken-tegoed en het openen van de mogelijkheid om daar over in de toekomst te beschikken. KABINET VAN DE KONINGIN. De Koningin heeft aan Jhr. Mr. G. C. W. van Tets van Goudriaan op zijn verzoek eervol ontslag verleend als directeur van het kabinet van de Koningin, ,,met dankbetui ging voor de vele en gewichtige diensten in een lange reeks van jaren en onder moeilijke omstandigheden aan ons en aan den lande bewezen" en benoemd tot directrice van het kabinet mej. Mr. M. A. Tellegsn (in de ille galiteit zeer bekend als Marianne en als mr. Max). Zooals de minister van handel en nij verheid in zijn radiorede van 28 Augustus heeft aangekondigd was het niet mogelijk nog in de maand Augustus zout voor dexx inmaak beschikbaar te stellen. Getracht zou echter worden dit alsnog in September te doen. De thans beschikbaar gestelde 250 gram zijn als extra voor dit doel bestemd. Naast deze bonaanwijzing zal in September 100 gram zout per week en per persoon worden beschikbaar gesteld. Weer een ei voor kinderen tot 4 jaar. Het centraal distributiekantoor deelfc mede, dat met ingang van Dinsdag 11 Sep tember bon D 698 der 6e noodkaaru geiui?* is verklaard voor het koopen van één ei. Deze bon is geldig t/m. 29 Sept. a.s. Biscuits op broodbon. Het Centraal Distributiekantoor deelt mede, dat de nog bij bakkers, kruideniers en spe ciale zaken aanwezige voorraden Engelsche biscuits, uitverkocht worden op broodbon nen. Per bon voor 400 gram kan men 3Q0 gram biscuits koopen. DE SCHEERMESJESBON. De inleveringstermijn van bon R 16 van de tabakskaart, voor het vei-krijgen van. scheermesjes, is verlengd tot 20 September. Wanneer de scheermesjes vei'krijgbaar zul len zijn wordt nog nader bekend gemaakt*

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1945 | | pagina 1