Haarlems Ucrcrb era
Ongeregelde toestand op Java
Nogmaals:
het Recht!
Zuivering der Sfaten-Generaal gereed
Voor Jam, boter
De Spoorwegstaking herdacht
Veertig nieuwe leden zullen moeten worden benoemd
Aardappelrantsoen
Het woord is aan....
Heropening Universiteiten
Minister van Schaik prijst het personeel
«Oo Jaargang No. 18130 hm an ni| 1*1 1 Dinsdag 18 September 1045
IJmuiden: Kennemerlaan 154. ^■ri» A A AAA 9*0 urnmir^ «^scBW VsA Abonnementen: p.week 31 ct.
Telef. 5437. Per kwartaal 4.
Tel.: Dir.-Hoofdred. 15054. Adm. 10724 Directeur-Hoofdredacteur: Robert Peereboom Tel: Redactie 10600. Expeditie 14825.
ER is een directoraat-generaal voor bij
zondere rechtspleging ingesteld en de
aan te stellen directeur-generaal zal de
verantwoordelijkheid dragen voor de op
lossing van vraagstukken, die op de poli
tieke gevangenen betrekking hebben. De
minister-president heeft dat aangekondigd,
erbij gezegd dat de rechtspraak de aange
legenheid is, die hem de meeste zorg baart,
herinnerd aan onze onbeïnvloedbare recht
spraak van voor den oorlog en erkend dat
ten aanzien van de politieke gevangenen
„zich omstandigheden voordoen, die een
zeer onaangenamen indruk maken" en dat
de gevangenkampen een van de grootste
vraagstukken opleveren.
Het is hard noodig, dat de benoeming
van dien directeur-generaal ten spoedig
ste geschiedt en dat deze autoriteit dan
ten snelste aan alle betrokkenen doet
weten hoe het Recht, met een hoofdletter,
in Nederland toegepast moet worden. Het
zal bovendien noodzakelijk zijn dat een
stelsel van controle op de naleving dezer
'"voorschriften wordt toegepast. Laat men
daar dan die juristen bij betrekken, die
thans in voortdurende zorg en ergernis
over den toestand verkeeren. Laat men er
in Godsnaam de deskundigen bij betrek
ken. Ik wou dat ik wist, waarom de
minister van Justitie al niet eerder heeft
ingegrepen. Maar de verdeeling van de
bevoegdheden is op menig gebied nog zoo
onduidelijk. Er zal dus een directeur-
generaal noodig zijn. Dat hij kome en
handele!
Het blijkt dat nog steeds menschen ge
arresteerd worden, als verdacht van col
laboratie, zonder dat hun wordt medege
deeld waarvan zij beschuldigd zijn. Ook
hun familieleden vernemen dat niet. Zij
worden opgesloten, hun hoofden worden
kaal geknipt en zij worden in de bekende
optochten door de stad naar het werk ge
voerd. Hun namen worden bekendge
maakt. Dit alles tezamen beteekent al
oplegging van een zware straf.
Een vrouw heeft mij geschreven dat dit
met haar man gebeurd was. Ik krijg meer
brieven over deze dingen. Zij weet niet
of hij schuldig is. De vraag is op dit
oogenblik niet of hij schuldig is, maar of
de regelen van het Recht op hem zijn toe
gepast. Ik heb geïnformeerd om deze
mededeelingen omtrent den huidigen toe
stand té controleeren. Zij werden beves
tigd. Ik meende dat dit althans verbeterd
was. Tot mijn schrik blijkt het niet zoo
te zijn.
Er heerscht onrust onder de juristen. Er
heerscht ook onrust onder het publiek.
Vele menschen zijn bang om hun meening
te zeggen, evenals zij dat waren onder het
Duitsche bewind.
De N.R.Ct. gaf gisteravond het volgende
bericht:
„Voor het tribunaal in Den Bosch heeft
een gedetineerde uit het kamp te Vught
terechtgestaan, die zoo verzwakt was dat
hij op een stoel de rechtszaal moest wor
den binnengedragen. De man was begun
stigend lid van de S.S. geweest en had
een hakenkruisinsi^ie gedragen. De raads
man, mr. Scheefhals, vroeg clementie voor
den beschuldigde, die destijds gezond en
wel gearresteerd was en door zijn verblijf
in Vught thans in zoo'n desolaten toestand
is geraakt.
Het tribunaal meende, dat de lichamelijke
toestand van een beschuldigde niet van
invloed op de beoordeeling mocht zijn en
legde vijf jaar interneering op. Wel echter
voegde de president, mr. H. B. S. Holla,
hieraan toe dat, als de toestand van den
beschuldigde inderdaad aan de behande
ling in het kamp te wijten is. het tribu
naal ten sterkste tegen dergelijke wantoe
standen moet protesteeren."
Ja. En wat gebeurt er nu verder
Wordt een onderzoek naar dat geval inge
steld? En wat heeft het onderzoek, eenigen
tijd geleden op last der Regeering in
Vught ingesteld, eigenlijk uitgewerkt? Hoe
zijn nu de toestanden in dat kamp? Zulk
een bericht geeft er weinig hoop op. Be
grijpt u nu hoe noodig het is dat er spoe
dig parlement komt en dat' de Pers de
middelen verkrijgt, waardoor zij haar taak
op normale wijze kan uitoefenen?
Mr. A. J. M. van Dal zegt in Je Main-
tiendrai dat onlangs een hooge functiona
ris van het Militair Gezag, afd. Opsporing,
met een lichten klank van intimidatie in
zijn stem aan een advocaat, die hem over
het geval van een politieken gevangene
kwam spreken, vroeg: „Bent u niet bang
om u met dit soort zaken te bemoeien?"
De advocaat antwoordde vinnig: „Bent
niet bang om dit soort dingen tegen mij te
zeggen'"
In de uitvoerige commentaar, die de
schrijver aan dit geval vastknoopt, merkt
hij op dat de bewuste advocaat een on-
schuldig-gearresteerde verdedigde en dat
het twijfelachtig is of hij dezelfde krach
tige houding zou hebben aangenomen, als
zijn cliënt zich in politiek opzicht werke
lijk misdragen had en hij, in welk opzicht
dan ook, clementie voor den man was
komen vragen.-
Voor de zooveelste maal dient gezegd te
worden: De schuldigen moeten bestraft
worden. Accoord. Maar volgens de metho
den van het Recht!
Het Alg. Hbl. verklaart: „Het gaat erop
lijken of wij na vijf jaar bezetting een
politipneele staat zijn geworden ofge
bleven. Het recht van advocaten op in
zage van stukken of bezoek aan opgepak-
ten wordt gesaboteerd".
Het A. N. P. meldt: Berichten uit Java
bevestigen de recente meldingen betref
fende den deplorabelen voedseltoestand
op dit eiland. De vrijlating en ontsnapping
van duizenden geïnterneerden en gevange
nen hebben ten deze de situatie nog ge
compliceerder gemaakt.
Voorts werden er alarmeerende berich
ten ontvangen omtrent de politieke evolu
tie op Java. Er zouden zich ongeregeldhe
den hebben voorgedaan, omtrent welker
uitbreiding en ernst men zich echter, aan
de hand van de beschikbare gegevens, nog
geen juist beeld kon vormen. Overigens
dient opgemerkt, dat deze berichten slechts
van een voor ons oncontroleerdbare bron
afkomstig zUn.
De eerste geallieerde hulpafdeeling, be
staande uit drie Britsche en vier Neder-
landsche officieren onder leiding van ma
joor Greenholgh, is per parachute op het
vliegveld van Batavia geland, uitgeworpen
uit een reusachtige Amerikaansche Libera
tor. Bovendien werd een kleine voorraad
medische en andere artikelen aangevoerd,
die onmiddellijk over vijf kampen in de
nabijheid van Batavia zijn verdeeld, zoo
meldt Un. Press.
De Britsche kruiser „Cumberland", ver
gezeld door twee fregatten, is op de reede
van Batavia aangekomen. Japansche ma
rine- en legerofficieren gingen aan boord
met kaarten, waarop de mijnenvelden op
Java waren aangegeven en met volledige
inlichtingen betreffende de krijgsgevange
nen en civiele geïnterneerden op Java.
Daarna stoomde de kruiser op naar Batavia
waar eenige der voornaamste Japansche
marine-, leger- en civiele autoriteiten aan
boord verwacht werden om rapport uit te
brengen over den voortgang die gemaakt
is bij het uitvoeren van de instructies,
vervat in het document dat te Rangoon
geteekend is. Geallieerd personeel zal in
geringe sterkte aan land gaan om contact
op te nemen met de krijgsgevangenen en
civiele geïnterneerden. Ook zullen voorra
den voor de krijgsgevangenen aan land
gaan.
Het rapport van de commissie belast
met de zuivering der Staten-Generaal is
verschenen. Behalve de leden die bij de
N.S.B. waren aangesloten en die vertegen
woordigden, zullen als gevolg van de
werkzaamheid der commissie niet in de
Staten-Generaal terugkeeren de Eerste
Kamerleden prof. dr. A. Steger (R.K.) en
A. B. de Zeeuw (S.D.A.P.) en het Tweede
Kamerlid ds. G. H. Kersten (St. Ger. Par-
tij). Met haar uitspraak heeft de commis
sie geen positieve verklaring gegeven om
trent de juistheid van houding en gedrag
van de leden der Staten-Generaal tijdens
de bezetting.
Leden van de Eerste Kamer zijn: mr. A.
Anema, jhr. mr. H. A. M. van Asch van
Wijck, dr. J. A. A. Barge, H. M. J. Blom-
jous, mr. P. E. Briet, A. C. de Bruyn, dr.
P. A. Diepenhorst, dr. D. van Embden, A.
N. Fleskens, J. Gelderman, dr. E. Heldring,
P. Hiemstra, mr, F. I. J. Janssen, mr. C. H.
J. A. Janssen de Limpens, J. van de Kieft,
mr. G. Kolff, mr. R. Kranenburg, mr. G.
C. J. D. Kropman, jhr. mr. G. A. H. Mi-
chiels van Kessenich, mr. J. C. A. M. van
de Mortel, H. C. .Nijkamp, mr. R. Pollema,
mr. A. G. A. Ridder van Rappard, M. A.
Reinalda, mej. mr. A. E. Ribbius Peletier,
jhr. mr. B. C. de Savornin Lohman, A. J.
Schoemaker, P. Sikkes, mr. J. in 't Veld,
J. J. Vorrink, mr. W. L. baron de Vos van
Steenwijk, N. Vijlbrief, dr. R. H. Woltjer,
dr. J. de Zwaan.
Leden van de Tweede Kamer zijn: mr. J.
Algera, H. Amelink, W. J. Andriessen, G.
Baas Kzn., mr. F. J. H. Bachg, M. L. F.
Bajetto, dr. L. J. C. Beaufort, dr. S. E. B.
Bierema, J. Bömmer, ir. M. C. E. Bon-
gaerts,H. J. van den Born, H. J. van
Braambroek, dr. H. Brugmans, H. E. van
den Brule, mr. K. Bijlsma, mr. L. N.
Deckers, mr. G. A. Diepenhorst, mr. L. A.
Donker, dr. ir. W. J. Droesen, L. F. Duy-
maer van Twist, mr. T. A. van Dijken, F.
E. H. Ebels, R. Effendi, jhr. mr. M. van
der Goes van Naters, J. Groen Azn., C.
van den Heuvel, mr. A. M. Joekes, C. J.
van Kempen, A. Kievit, mr. L. G. Korten-
horst, Tj. Krol, J. M. Krijger Jr., E. Ku-
pers, C. J. van Lienden, A. J. Loerakker,
mr. J. H. van Maarseveen, mr. A. J. J. M.
Mes, H. J. W. A. Meijerink, H. Ploeg Jr.,
M. J. M. van Poll, H. Posthuma, mr. E. G.
M. Roolvink, mr. A. B. Roosjen, jhr. mr.
J. W. H. Rutgers van Rozenburg, jhr. mr.
G. A. M. J. Ruijs de Beerenbrouck, H.
Ruijter, Th. F. M. Schaepman, mr. J. R.
H. van Schaik, J. Schilthuis, J. Schouten,
P. J. S. Serrarens, H. van Sleen, W. van
der Sluis, C. Smeenk, W. Stèinmetz, J. E.
Stokvis, E. J. M. Stumpel, J. G. Suurhoff,
mr. J. C. M. Sweens, mr. J. Terpstra, mr.
F. G. C. J. M. Teulings, H. W. Tilanus, J.
Tjalma, mr. P. W. H. Truijen, A. E. J. de
VriesBruins, J. Weitkamp, mr. W. C.
Wendelaar, M. P. van der Weijden, mr. J.
A. de Wilde, B. J. J. Wijkamp, J. J. W.
IJsselmuiden, A. W. IJzerman, C. van der
Zaal, P. Zandt, dr. B. A. Zwijnenberg en
A. Zijlstra.
Bij deze thans gezuiverde Staten-Gene
raal is een wetsontwerp aanhangig ge
maakt, waarin de regelen voor de voor-
loopige Staten-Generaal zijn opgenomen.
De regeering realiseert zich, dat zij met
het herstel van deze volksvertegenwoor
diging nimmer volledig in overeenstem
ming kan zijn met de Grondwettelijke en
wettelijke voorschriften. Zij wil echter
geen te groote politieke spanningen ver
oorzaken en niet verder dan noodzakelijk
van de Grondwet afwijken. Volgens het
ingediende wetsontwerp zal in de over
blijvende plaatsen der tijdelijke Staten-
Generaal voorzien worden door benoeming
van leden door een commissie, waarin
zoowel de tijdelijke Staten-Generaal als de
Nat. Adviescommissie zijn vertegenwoor
digd. Er zullen dus 16 leden voor de Eer
ste Kamer moeten worden aangewezen en
24 voor de Tweede Kamer. De Nationale
Adviescommissie wordt in de gelegenheid
gesteld een aanbeveling voor elke te ver-
U ziet het: onrust ook in de Pers. Geen
wonder.
Maar de Regeering erkent dat er mis
standen zijn. Zij is ertegen. Welnu dan!
Een oud woord zij herhaald: Regeering,
regeer! R. P.
vullen plaats in te dienen. Voorgesteld
wordt er naar te streven, dat de verschil
lende belangrijke staatkundige stroomin
gen zooveel mogelijk tot haar recht komen
en dat de Staten-Generaal op zoo breed
mogelijke basis zijn samengesteld. Tot het
tijdstip, waarop verkiezingen kunnen wor
den gehouden dit zal zoo spoedig moge
lijk zijn, maar de technische basis mag
niet al te onvolmaakt zijn en er moet ge
legenheid zijn voor staatkundige bezin
ning zal de voorloopige Staten-Gene
raal de volksvertegenwoordiging zijn. Zij
zullen echter geen wetgevende macht
hebben ten aanzien van wijzigingen in de
Grondwet. In toevallige vacatures zal niet
worden voorzien. In de benoemingscom
missie hebben zitting: de vice-president
van den Raad van State, 2 door de Eerste
Kamer der tijdelijke Staten-Generaal
aangewezen leden dier Kamer, 3 derge
lijke leden der Tweede Kamer, 5 door de
Nationale Adviescommissie aangewezen
personen en 1 door den voorzitter be
noemde secretaris.
De Tweede Kamer is tegen Dinsdagmid
dag 25 September bijeengeroepen. Aan de
orde is regeling van werkzaamheden.
(A. N. P.)
De verlaging van het rantsoen aardappe
len wordt reeds voor een deel ongedaan
gemaakt. Voor de week van 2329 Sept.
zullen voor personen van 4 jaar en ouder
2 bonnen van elk 1 K.G. en een toeslag
bon van 1 K.G. voor personen van 1321
jaar worden aangewezen.
Deze wijziging houdt dus in, dat in
de periode van 1619 September niet 4,
zooals vorige week is bekend gemaakt,
doch 5 K.G. aardappelen worden ver
strekt in plaats van normaal 6 K.G.
Niettemin blijft het compensatierant
soen van 800 gram brood gehandhaafd.
Het Roode Kruis
In de vacatures, ontstaan door het aftre
den van Dr. A. A. G. Land zijn tot kring
commissaris voor Noordholland van het
Roode Kruis benoemd de heer Ernst Crone,
wonende in Aerdenhout en tot voorzitter
van de afdeeling Haarlem de heer Chr. E.
Visser, te Heemstede, directeur van Droste's
Cacao- en Chocoladefabrieken. Het secreta
riaat berust bij den heer B. F. Enschedé,
directeur van de firma Joh. Enschedé Zn.,
Klolöhuisplein 5.
Inayat Khan:
Een optimist neemt de kans
van te verliezen op zich; een
pessimist verliest de kans
op winnen.
enz. inleveren s
Inlegvel letter A bon A13
B B 20
C C13
D D 15
i» E E17
Vandaag en morgen moet het publiek
deze bonnen inleveren bjj den welbeken
den Roode Kruis winkelier. Deze geeft een
ontvangstbewijs af, dat zorgvuldig be
waard moet worden. Donderdag en Vrijdag
zal de aflevering van de goederen plaatst
hebben, zoodra de winkels bevoorraad zijn.
U zult zich afvragen wie dezen hoorn
des overvloeds over Haarlem uitstort. Het
Hollandsche reliefcomité te Kopenhagen
heeft de goederen aan het adres van de
afd. Haarlem van het Ned. Roode Kruis
gestuurd. Maar aan het einde van den
keten zien we het Deensche volk, zien we
het gulle gebaar van hen, die gaarne
levensmiddelen afstonden voor Nederland.
Maandag was de hoogtijdag van de feeste
lijkheden die gehouden zijn bij het 370-jarig
bestaan van de Leidsche universiteit; de
heropening der academie. Aan deze plechtig
heid werd nog grooter luister bijgezet door
de aanwezigheid van de Koningin en Prinses
Juliana.
Het was een schitterende stoet van de
hoogleeraren in ambtsgewaad, vooraf gegaan
door de pedellen en leden van den acade-
mischen senaat, die van de academie naar
de Pieterskerk trokken, waar de plechtige
heropening plaats vond. 4000 belangstellen
den waren in de kerk aanwezig.
De koninklijke gasten werden verwelkomd
door de commissie van ontvangst, waartoe
behoorde dr: J. E. baron de Vos van Steen-
wijk, voorzitter van het college van UorsteL
Ook was aanwezig de minister v
wijs Prof. dr. G. van der Leeuw.
De rector magnificus Prof. dr. W v.:. aer
Wo.ude, gaf allereerst een overzicht van de
5 jaar die achter ons liggen en droeg ver
volgens het rectoraat over aan zijn opvolger
Prof. dr. E. G. Escher. Hij herinnerde aan de
in dien tijd gestorven hoogleeraren, in het
bijzonder Prof. dr. J. Huizinga en Prof. Mr.
B. M. Telders, die groote verdiensten voor
de Leidsche academie gehad hebben.
Met diepen weemoed herdacht spreker de
vele studenten, sommigen door ziekte, an
deren door mishandeling bezweken en bracht
een eeresaluut aan hen, die als zoovele
jeugdige Nederlanders voor hun idealen huri
jonge leven gaven.
Na de plechtigheid in de kerk werd in den
Hortus Botanicus een receptie gehouden. De
Koningin vertrok na een half uur, de Prinses
bleef nog langen tijd onder de gasten. In de
Academie onderhield de Koningin zich met
verscheidene hoogleeraren.
De rector-magnificus der Amsterdamsche
universiteit Prof. dr. J. J. van Loghem. die
sedert de bevrijding als zoodanig is opge
treden, heeft Maandagmiddag, In de stamp
volle aula, een rede gehouden over de lot
gevallen der universiteit ?n de oorlogsjaren.
Daarna droeg hij zijn waardigheid over aan
Prof. dr. M. W. Woerdeman.
Motorrijder bij botsing gedood
Maandagmiddag is een motorrijder, die
van den Korten Zijlweg in de richting Bloe-
mendaal reed, in botsing gekomen met een
legerauto, die van den Zijlweg in de rich
ting van den Korten Zijlweg reed. De ge
volgen waren ontzettend. De motorrijder, dei
heer Van D. uit Katwijk, werd op slag ge
dood. Zijn vrouw, die op de duo zat, be
kwam een ernstige hersenschudding en een
beenbreuk.
De van vele vlaggen en een aardig ver
sierd podium voorziene rijtuigafdeeling
van de Centrale Werkplaats was het too-
neel van de herdenking van de spoorweg
staking in Haarlem. Allereerst luisterde
het zeer talrijke publiek naar de heruit
zending van de redevoeringen van minister
ir. Th. S. G. J. M. van Schaik en ir. W.
Hupkes. Elkeen werd ernstig bij de herin
nering aan den 17en September 1944, die
het begin beteekende van wellicht het
meest wezenlijke verzet tegen het schrik
bewind in ons land. Beide sprekers her
dachten den zwaren tijd dien de spoorweg-
mannen en hun gezinnen den afgeloopen
winter doorgemaakt hebben en brachten
hulde aan het doorzettingsvermogen, dat
zich van hoog tot laag geopenbaard heeft.
Minister Van Schaik zei in zijn rede
voering o.m.:
„Het spoorwegpersoneel heeft altijd een
hechte gemeenschap gevormd. Alle aan
vallen van de Duitsche propaganda, van
N.S.B. en Arbeidsfront zijn daarop afge
stuit. Maar door den gezamenlijken strijd,
door het gezamenlijk gedragen lijden is die
gemeenschap nog hechter en sterker ge
worden. Die gemeenschapszin zult ge noo
dig hebben in den tijd die voor u ligt.
Want voor het spoorwegbedrijf geldt zeer
in het bijzonder het parool: opbouwen en
vernieuwen. Op uw bedrijf heeft de vijand
meer dan op eenig ander zijn wraakzucht
gekoeld: 80 van de installaties en het
materiaal is geroofd en vernield, alle es-
sentieele deelen van het bedrijf zijn ver
woest. Maar niet verwoesten kon hij de
levende ziel van het bedrijf, de menschen
met hun verstand en hun wil."
Met een korte stilte werden de 500
spoorwegmannen herdacht, die in den tijd
waarin het vaak hard-tegen-hard ging,
het leven hebben gelaten. Ir. Hupkes kon
digde moderniseeringen in het bedrijf aan,
die het weer vooraan zullen brengen in de
rij van spoorwegmaatschappijen over de
geheele wereld. Een adjunct-commies ver
anderde het roode sein van Sept. '44, dat
boven het podium hing, in het groene van
Sept. '45 en gaf daarmee tevens het hegin-
teeken voor het lichtere deel va" u ""o-
gramma, waarin het a capella-ma or
van Electr. Materieel zong en twe ge
spoorwegmannen en een spoorwegvr iw-
tje (zooiets bestaat ook) zorgden voor
vroolijke liedjes met guitaar-begeleiding.
„De Zilvervloot" van het koor moest ge
bisseerd worden. Hoofdstationschef O.
Huisman dankte tenslotte de organisato
ren van dezen avond en sprak de hoop
uit, dat in het vervolg ziclj meer gelegen
heden zullen voordoen om feestelijk bijeen
te komen. Hij deelde nog als persoonlijk
iets mede, dat de Duitschers zijn uniform
en zijn pet gestolen hadden, maar dat hij
zijn hoofd nog niet kwijt was en het zoo
ook wel aandurfde de handen uit de mou
wen te steken.