naanems juqctdiqu
Scherper Geallieerd
optreden op Java?
Regeeringsverklarinq over Indië
Een Antwoord
r%
Vanmiddag ramen dicht
Groote diefstal
van bonnen
Melkzaak in de Sparrenstraat
leeggeplunderd
Eerste Hoogoven
in bedrijf te Velsen
Het woord is aan..
«Oo Jaargang No, 18154 TT "1 "1 1 l>i»«<lag 16 October 1045»
Ki<J^Kelmemerlaan 154" CjT Abonnementenp.week 31 ct
543per kwartaal 4.—.
Tel - Dir -Hoofdred 13(154 Ad™ in794 Directeur-Hoofdredacteur: Robert Peereboom
tiooiareo. isim. Adm. 10724 Tel: Redactie 10600 Expeditie 14825.
T"\E Engelsche minister van Buitenland-
sche Zaken Ernest Bevin heeft, uitge
put, eenige dagen rust moeten nemen na de
mislukte Conferentie van Vijf. Dit be
richt zal weinig sympathie bij het groote
publiek gewekt hebben. Want het is niet
geneigd rust te gunnen aan mannen, die
in hun taak gefaald zijn en vindt het
eenigszins belachelijk, dat zij er behoefte
aan hebben. Hetgeen erg onbillijk is,- te
meer omdat de verliezer altijd veel ver
moeider is dan de overwinnaar, zoowel
in een sportwedstrijd als in een inter
nationale conferentie. De teleurstelling,
na groote spanning, veroorzaakt dat.
In een verklaring, afgelegd in het La
gerhuis, heeft Bevin gezegd: „Wij waren
nog te dicht bij de overwinning in den
oorlog om tot onmiddellijke overeen
stemming te kunnen komen".
En een Engelsch blad heeft daar in een
hoofdartikel op geantwoord: „Het is
moeilijk te begrijpen, waarom het ge
makkelijker zou zijn tot overeenstemming
te komen naarmate wij verder verwijderd
raken van den geest van eendracht waar
in de oorlog gewonnen werd.
Dit antwoord ligt voor de hand. Het
lijkt een juiste commentaar. Maar zij is
evenmin juist als de spot over den mi
nister, die rust moet nemen na een mis
lukte conferentie. Ook is het niet zoo erg
moeilijk te begrijpen, waarom later over
eenstemming gemakkelijker zal zijn.
Ik heb daar onlangs al een antwoord
op pogen te geven in een beschouwing
over dezelfde mislukte conferentie, onder
den titel „Vijf Ministers". Ik heb gezegd
dat een andere geestesgesteldheid zal
moeten gaan heerschen, dat men vlak na
een oorlog geen groote dingen, machtige
élans of edele impulsen iftoet verwachten,
'dat er tijd noodig zal zijn, waarin de
menschen weer op hun verhaal komen en
zich rekenschap gaan geven van de groo
te mogelijkheden die het leven biedt, be
halve een keur van machines, waarmee
het vernietigd kan worden en het eigen
belang der mogendheden. Wij moeten
hopen op de kracht van een nieuwen, ge-
louterden geest, als de verbijstering en
opwinding van dezen tijd zullen zijn weg
geëbd. En het helpt niet, telkens te zeg
gen: „Hebben zij nu nog niets geleerd",
want de gedachte dat de wereld van oor
log beter zou worden, of er iets goeds van
leeren, is verkeerd. Zij wordt er slechter
van en leert er kwaad in. En als de
oorlog afgeloopen is, moet zij dat weer
afleeren eer opnieuw begonnen kan wor
den met iets goeds op te bouwen, van den
grond af.
Aan deze beschouwing zou ik nu iets
toe willen voegen. Dat betreft de men
schen die het belangrijke werk moeten
doen. In het algemeen, de uitzonderingen
niet te na gesproken, zijn dat niet de
zelfde menschen, die den oorlog hebben
gewonnen. Eigenlijk is dat hard. Veel
menschen hébben het hard gevonden,
toen het in een toonaangevend voorbeeld
tot uiting kwam: de Engelsche kiezers
brachten Churchill ten val nadat hij, als
een der voornaamste aanvoerders in den
oorlog, de overwinning behaald had. Maar
toch moest dat gebeuren, want hij is wel
een geboren strijder en vernietiger maar
geen begaafd bouwer en constructeur.
Ervaring heeft in Westminster geleerd,
dat hij in vredestijd een uiterst moeilijk
man is om mee samen te werken: een
doordrijver, niet geneigd om zich in eens
anders standpunt te verplaatsen, evenmin
geneigd tot diepgaand onderzoek van
moeilijke vraagstukken, ongeloovig in het
stellen van een doel, dat niet op korten
en vastgestelden termijn bereikt kan
worden.
Het voorbeeld van Churchill is inder
daad toonaangevend. Hij is van origine
en van aanleg een vechtjas, een soldaat.
Maar als het vrede is zijn het niet de
vechtjassen, die de leiding moeten heb
ben en den invloed uitoefenen. Dan heeft
men vooral de overtuigde bouwers en de
vakmenschen noodig. Op ministerposten
en ook in andere functies in het open
bare leven heeft men behoefte aan de
lieden, die de menschelijke natuur en de
menschelijke verhoudingen grondig be
grijpen. Kennis en begrip worden ge
vraagd, met weloverwogen beleid. Het
winnen van den oorlog, het verslaan van
den vijand, is een zware en gevaarvolle
taak geweest. Velen hebben er het offer
van hun leven bij gebracht. Talloozen
hebben ervoor geleden. De samenleving
is erdoor ontwricht. Nu komt de vrede
met den opbouw. Dat is een gansch an
dere taak. waarin andere menschen de
uitblinkers zijn.
De schrijver van het hoofdartikel in dat
Engelsche blad had dit alles in aanmer
king kunnen nemen, want hij heeft van
nabij meegemaakt hoe Churchill ten val
gebracht werd. Misschien wil hij het al
leen maar niet erkennen, omdat hij een
politieke tegenstander van Bevin is.
Maar daar wordt het niet minder waar
om. Een van de redenen waarom het zoo
kort na de overwinning nog niet mar-
cheeren wil in de wereld is, dat de bou
wers nog niet georganiseerd zijn op de
manier, waarop zij hun beste werk tot
stand kunnen brengen. Voor vele strij
ders blijft er plaats in de legersal
zullen zij nu legers-in-vredestijd worden.
R. P.
Ds. D. ïPmstra van de Christ. Geref.
Kerk Haarlem-Nr.-'-d heeft het beroep naar
Broek op Langendim aangenomen.
Bij een inbraak'irs de Van Nesstraat te
Haarlem verdween een. bedrag van 350.
Groote Britsche versterkingen zullen
spoedig in Ned. Indië aankomen, seint de
Times-correspondent uit Batavia.Hjj voegt
erbij dat hü uit betrouwbare bron ver
nomen heeft: „Wij zullen spoedig de hou
ding van non-interventie laten varen in
het geval, dat onjuist wordt aangeduid als
politieke of binnenlandsche oneenigheid.
Wij zullen de leiders der opstandelingen
laten weten dat wij niet van plan zijn nog
langer het leven van' Britsche en Britsch-
Indische troepen in gevaar te brengen door
een toestand te laten bestaan, dat de door
de Japanners gekozen rebellen onder de
mantel van nationalisme ongeregeldheden
in de hand werken teneinde hun eigen
opportunistische doeleinden te bereiken en
terloops nog de ontwapening der Japan
ners te vertragen. Wij zullen hen laten
weten dat Britsche en Britsch-Indische
troepen de rust en de orde zullen ver
zekeren door met strijdkrachten de sleutel
posities op het eiland in te nemen. Wij
zullen dit zelf doen om complicaties te
vermijden als die in Saigon, waar wij om
onze non-interventiepolitiek te laten blij
ken, ongeregelde Fransche troepen in staat
stelden een slag te slaan, die natuurlijk
eerst mislukte. Maar misschien is nog wel
het belangrijkste dat wjj de wereld duide
lijk zullen maken, naar ik begrepen heb,
dat deze opstandelingen in deze landen
met terroristische maatregelen optreden,
die typisch tyranniek-fascistisch zijn, en
dat zjj dat doen volgens plannen, die de
Japanners listiglijk hebben uitgewerkt."
Een bewijs van een beginnend strenger
optreden, kan ook hierin gezien worden,
dat sinds Maandagmiddag soldaten van de
Seaforth Highlanders alle Indonesische
personen en vrachtauto's aanhouden, om
de inzittenden op wapens te onderzoeken.
Als de Indonesiërs protesteeren tegen het
fouilleeren, worden zij met de bajonet tot
rede gebracht.
Buitenzorg bezet
Geallieerde troepen hebben Maandag
Buitenzorg bezet. In Batavia hebben zich
ook weer enkele incidenten voorgedaan;
Op het vliegveld Tjililitan kwam het tot
een vuurgevecht. Er zijn nog geen nadere
berichten over dit incident ontvangen,
doch wel is het bekend geworden dat een
contingent Nederlandsche troepen er ter
versterking heengezonden is. Uit in Ba
tavia ontvangen berichten blijkt, dat twee
Nederlandsche soldaten, die over het
vliegveld liepen, neergemaaid zijn door
een Indonesisch machinegeweer, waarmee
van een boomtop uit werd geschoten.
Vroeger op den dag werd een vrachtauto
met Nederlandsche vrouwen, die naar het
hospitaal vervoerd werden, beschoten.
Een vrouw werd gedood, een andere ern
stig gewond.
Zevenduizend Nederlandsche krijgsge
vangenen en geïnterneerden op de Philip-
Naar wij van officieele zijde vernemen is
het heden- en morgenmiddag niet noodig
de ramen te openen. De ontploffingen, die
plaats zullen hebben, zijn niet bijzonder
zwaar, zoodat er geen gevaar bestaat voor
^glasschade.
Drie honderd dertig boterbonnen, 650
margarinebonnen, 400 eierbonnen, 1600
melkbonnen, 1500 kaasbonnen, een brand-
stoffenkaart en alle andere loopende bon
kaarten, ziedaar de buit van de inbre
kers, die Zondagnacht een melkzaak in de
Sparrenstraat te Haarlem bezochten. Bij
dezen grooten bonnendiefstal verdwijnt
het bedrag van 600 aan contanten, dat de
inbrekers eveneens in deze zaak buit
maakten, in het niet. Het spreekt vanzelf,
dat de eigenaar door dezen diefstal zoo
zeer gedupeerd is, dat het hem moeite zal
kosten, zijn zaak voort te zetten.
De eerste van de nog aanwezige
twee hoogovens is vanmorgen in be
drijf gesteld. Dit kon geschieden door
dat onlangs de eerste lading erts is
aangekomen.
Tengevolge van de inbedrijfstelling van
dezen eersten hoogoven kunnen thans ver
schillende bedrijven weer aan het werk
gaan, zooals de staalfabriek, de walserij
en de cementfabriek, terwijl voorts weer
gietijzer kan worden vervaardigd.
pijnen hebben aan president Truman een
telegram gezonden, waarbij zij hem mede
werking verzoeken voor een spoedig
transport naar Ned. Indië, daar zij in
groote ongerustheid verkeeren over hun
familieleden. Ook branden zij van ver
langen om deel te nemen aan het herstel
van vrede en orde in Indië. Voorts wen-
schen zij alle krachten in te spannen om
te komen tot een onafhankelijk bestuur
van Ned. Indië conform de door Koningin
Wilhelmina in 1942 afgelegde verklaring.
De Geallieerden hebben niets gedaan om
de conferentie van de plaatselijke regee
ringen te beletten.
Augustus:
Wat goed genoeg ge
schiedt, geschiedt snel
genoeg.
Vervroegd vertrek
Klaarblijkelijk hebben oproepen tot
manschappen van infanteriebataljons, die
met verlof waren en wien werd verzocht
zich ten spoedigste te melden, hier en daar
eenige ongerustheid doen ontstaan. Van
de zijde van het ministerie van oorlog
verzekert men ons, dat hiervoor geen en
kele reden bestaat. Er is slechts sprake
van een vervroegd vertrek van eenige
troepentransporten, welk vertrek reeds
weken geleden was voorbereid, doch door
wijzigingen in de verschepingsplannen
kon worden bespoedigd.
De Tweede Kamer is heden bijeenge
komen om met de regeering van gedach
ten te wisselen over de toestanden, welke
zich in Indië hebben ontwikkeld.
Op het Binnenhof was er groote be
langstelling van de zijde van het publiek.
Oud-gouverneur jhr. De Graeff was aan
wezig, wiens standpunt als wij het wel
hebben overeen zou komen met dat van
den afgetreden G.G.: eerst orde en rust,
daarna praten.
HKOF. LOGEMA.V.
De minister van Overzeesche gebieds-
deelen, de heer Logemann, legde een ver
klaring af, waaraan het volgende is ont
leend
De ernst van de situatie in Ned. Indië,
de zware verantwoordelijkheid, die op de
regeering van het koninkrijk is komen te
rusten voor menschenlevens in en voor
de toekomst van dat rijksdeel, doen het
haar uitermate welkom zijn, dat zij de
gelegenheid heeft hier in het openbaar te
mogen uitspreken hoe zij den toestand be
oordeelt en welke haar voornemens zij»
Het is bekend hoe uitnemend getrouw
Ned. Indië van laag tot hoog zich gehou
den heeft, nadat Nederland door de Duit-
schers onder den voet was geloopen. Dat
neemt niet weg, dat de aandrang tot staat
kundige hervormingen van ingrijpenden
aard door de oorlogsgebeurtenissen reeds
toen zeer werd versterkt. Men herinnert
zich uit 1939 de actie van de Gaboengan
Politik Indonesia, een federatie van zeer
talrijke Indonesische politieke en sociale
organisaties, voor een volwaardig parle
ment. Noch de Nederlandsche regeering,
noch het Nederlandsche parlement acht
ten toenmaals den tijd tot ingrijpende her
vormingen gekomen.
Na Mei 1940 heeft de Indische regeering
den voortgezetten aandrang steeds afge
weerd met het gerechtvaardigd argument,
dat een verandering van de structuur
van het Koninkrijk eerst in behandeling
kon worden genomen, nadat het Neder-
ladsche volk zijn stem weer vrijelijk zou
kunnen doen vernemen.
Intusschen had H M. de Koningin in
een radiorede van 10 Mei 1941 de overwe
ging van „de aanpassing van de structuur
van de overzeesche gebiedsdeelen en de
bepaling van hun plaats in het Koninkrijk
overeenkomstig de gewijzigde omstandig
heden" aan de orde gesteld. Op 16 Juni
1941 kondigde de Gouverneur-Generaal bij
de opening van de Volksraadszitting,
krachtens Koninklijke machtiging een
Rijksconferentie aan. voor datzelfde doel
bijeen te roepen aanstonds na den terug
keer van de regeering in het Moederland
en op 27 Januari 1942 openbaarde een Lon-
densche regeeringsverklaring de gedach
te samenstelling der Rijksconferentie en
haar taak, alsmede de verstrekte opdracht
aan de Landvoogden der Overzeesche ge
biedsdeelen om tot de aanwijzing der af
gevaardigden over te gaan. Nederland en
Indië zouden elk 15 leden aanwijzen, Su
riname en Curagao elk drie.
Van de 15 leden zou de Indische er tien
benoemen op aanbeveling van den Volks
raad. De conferentie zou „het karakter
dragen van een round table conference,
welke alle wenschen en opvattingen be
treffende de positie der verscheidene ge
biedsdeelen binnen rijksverband zou kun
nen bespreken en op grond van deze be
sprekingen aanbevelingen zou kunnen op
stellen."
Waren de nationalistische leiders dus
allerminst onbekend met de door de hou
ding van Indië gedurende den oorlog ge
groeide bereidheid tot herziening der ver
houdingen, men zal moeten aannemen, dat
de fundamenteele radiorede van H.M. de
Koningin van 6 December 1942 in Indië
niet genoegzaam en niet tijdig is bekend:
geworden. Belangrijk is ook, dat Indië
onbekend bleef met den geest van samen
werking en vertrouwen, die tijdens en
door het verzet tegen de Duitsche onder
drukking, tusschen Nederlanders en ra
dicale Indonesische nationalisten hier te
lande was gegroeid. Des te meer tragisch
is het, dat enkele leiders die aan het
positieve werk van 1940 tot 1942 geen deel
hadden zich hebben laten verleiden
door de Japansche successen en zich niet
hebben laten weerhouden door de Japan
sche barbaarschheden ook tegen hun eigen
volk, om aan een Japansche haatcampagne
tegen de Nederlanders mee te doen, tra
gisch dat o.m. bekwame Parindra- en Ge-
rindoleiders zich hebben laten medeslee-
pen in een revolutionnairen opzet, zoodat
wij van het eerste oogenblik der gezags-
hervatting af, ik moet hier wel duidelijk
op wijzen, stonden tegenover een geest en
een vorm, die explicatie met deze mannen
uitsloot. Immers de oorlogsverklaringen
hadden in Indië een vertrouwen doen
groeien en in Nederland een begrip ge
wekt voor de nationale aspiraties der In
donesiërs, die beide een soliden grondslag
schenen te vormen voor een rijkshervor
ming, die voor de Indonesische natie naast
de Nederlandsche een vriie en waardige
plaats zou bieden.
Sedert 7 December 1»4j uevindt ons
koninkrijk in het Oosten zich in oorlog
met Japan. Op 7 Maart 1942 is het drama
ten einde. Ik mag deze data niet noemen
zonder eerbiedige hulde te brengen aan
allen, die toen hun plicht deden tot het
uiterste. In het bijzonder aan den Land
voogd gelukkig voor Nederland en de
zijnen behouden wiens klaar en recht
beleid de zuiverheid van onzen Neder-
landschen naam heeft bewaard. Sedert
Maart 1942 dan drijven Indië en zijn re
geering uiteen.
Spr. gaf hierna een overzicht van het
Japansche optreden in Indië.
Tegen dezen achtergrond, die naar mijn.
beste weten geenszins in te felle kleuren
is geschilderd, dat men de politieke acti
viteit der Japanners zien mag en zich kan
indenken, dat de binnenkomende geheime
rapporten den indruk bleven wekken, dat
deze veroveraars er niet in geslaagd wa
ren de sympathie of het vertrouwen te
winnen der bevolking. In wezen is die
indruk ook wel juist. Maar weinigen zul
len in het politieke spel, door Japan ge
speeld ernst hebben gezien.
Indien wij de kracht en het anti-Neder-
landsche karakter van de door Japan ont
ketende revolutionnaire beweging hebben
onderschat, dan komt dit voornamelijk
door twee factoren, afgezien van het feit,
dat onze inlichtingen uit de hermetisch
gesloten eilandenwereld steeds fragmenta
risch zijn geweest.
De eerste is, dat wij onvoldoende in
zicht hebben gekregen in intensiteit en
omvang van de jeugdbeweging. Naar ty
pisch totalitaire tactiek hebben de Japan
ners zich meester gemaakt van de jeugd,
deze vervuld van een verhit nationalisme,
van enthousiasme voor de groot O. Azië
idee en voorspoed leuze en van activisme,
zij hebben haar gemilitariseerd en volge
goten met blankenhaat. Gelukkig hebben
zij haar slecht bewapend, want het is naar
mijn overtuiging haar breidellooze en cri-
tieklooze emotionaliteit, die thans het re
gime van Soekarno medesleept in de ex
cessen, die den toestand op Java meer en
meer verduisteren.
De tweede factor is de e'ementaire
kracht der nationalistische verlangens.
Het zij immers erkend, dat de republiek
Indonesië is een Japansch maaksel, ge
proclameerd als zij b.v. is door den Ja-
panschen maarschalk Teraoetsii. een po
ging, geflankeerd door soortgelijke opzet
ten in Burma, Indo-China, Philippijnen,
om de overwinnende naties nog zoo groot
mogelijke politieke moeilijkheden op hun
weg te leggen en de groeikiemen te bewa-
Ver volg op pas. 2), j