c De jeugd en haar problemen J Begaafd schilder met een fijnen smaak IN DE WERELDPOLITIEK: De huid van den Japanschen beer Gereglementeerde huis- en kamerhuren worden veelvuldig overschreden „Zwarte-huren markt Bill Adjudant van Mussert voor het tribunaal Wereldnieuws Kees Verwey: Herman de Man verongelukt r avontuur van Thomas Toverbal De berichten uit het Verre Oosten, meest al uit Amerikaansche bron en uitgegeven door het militaire opperbevel, maken ge wag van een steeds verder schrijdende de mocratiseering van hetJapansche volk, een democratiseering die, evenals het ge lijknamige heropvoedingsproces in Duitsch- land, gepaard gaat met berechting van oorlogsmisdadigers en gelijktijdige zuive ring van het openbare leven. De taak van de Amerikanen in Japan, verre van benij denswaardig of eenvoudig, lijkt aan den anderen kant niet zoo gecompliceerd als die der vier mogendheden in Duitschland, om dat de Vereenigde Staten in Japan prac- tisch het heft in handen hebben en niet worden dwarsgezeten of gecritiseerd door andere bezettende mogendheden. De geal lieerde bestuursraad voor het Verre Oosten veronderstelt weliswaar een medezeggen schap van vier andere groote mogendhe den, doch MacArthur heeft van den begin ne af duidelijk blijk gegeven van zijn voor nemen, zijn plannen door te zetten en te werken langs wegen, die hij - in overleg met de Amerikaansche regeering - heeft uitgestippeld. Ofschoon aanvankelijk op gezette tijden Russische en Chineesche aanmerkingen op het gevoerde beleid wer den gemaakt, lijkt het erop alsof de tak- tiek van MacArthur in groote lijnen over eenkomt met de wenschen van de anderen. Er is echter een omstandigheid, die deze veronderstelde eenstemmigheid eenigszins problematisch maakt, en dat is het feit, dat tot nu toe geen enkel wezenlijk probleem met betrekking tot Japan is aangeroerd. Over het toekomstige Japansche vredes verdrag en de daarmee samenhangende vraagstukken van territoriale beslissingen, verdeeling van herstelgoederen, economi sche en politieke structuur van het Japan sche leven, bezettingsduur, demilitarisee ring, beheer der eilanden, monetaire her vormingen en andere in het vredesverdrag te regelen onderwerpen is eigenlijk nog in het geheel niets ook maar tot een voorbe reidende behandeling gekomen en het ziet er naar uit dat jaren en jaren zullen ver strijken eer daar in het Verre Oosten eenigszins orde zal zijn geschapen in het chaotische probleem, dat men het best zou kunnen omschrijven met „Japan en de we reld". Intusschen zijn de uitgestrekte gebieden, die door de Japansche horden werden overstroomd, geplunderd en verwoest, zoo als de Philippijnen, Indonesië, China en Mantsjoerije, moeizaam bezig uit de over gebleven puinen een nieuwe toekomst te bouwen en dat zulks een schier bovenmen- schelijke taak is, kan moeilijk worden be twijfeld wanneer men nagaat hoe volko men baatzuchtig en onoordeelkundig het Japansche bewind is omgesprongen met de vroegere welvaart dezer gebieden. Het is geen wonder dat herhaaldelijk dringende stemmen opgaan uit deze landen, dat het nu eindelijk tijd lijkt te worden om de Ja pansche activa, die als herstelbetalingen worden beschikbaar gesteld, te gebruiken bij den wederopbouw. Intusschen doet zich het feit voor dat Rusland, bezettende mo gendheid in Korea en Mantsjoerije, de daar aanwezige Japansche uitrustingen en de uitrustingen die volgens de Russen als Japansche kunnen worden beschouwd, al vast in veiligheid heeft gebracht binnen de grenzen der Sovjet-Unie en deze wel zeer eenzijdige inning van herstelgoederen legt een last temeer op de gebieden, die het ongeluk hadden onder Japansche heer schappij te komen en daarna het geluk, door de Russen bevrijd te worden. Amerika heeft blijkbaar ingezien, dat de toestand langzamerhand onhoudbaar wordt en zeer onlangs - op 12 November - ver zond Washington plotseling uitnoodigingen aan alle landen, die schadevergoeding van Japan eischen, om een conferentie te be leggen teneinde tot een regeling voor de levering van herstelgoederen te komen. Deze conferentie is bepaald op begin De cember en zal gehouden worden in Washington. Dat is natuurlijk een verheugend geluid. Nu doet zich het merkwaardige feit voor, dat Rusland de uitnoodiging om naar Washington te komen, niet heeft aanvaard. In Amerikaansche kringen zoekt men de oorzaak van de weigerachtigheid in de door de Russen reeds op groote schaal tot stand gebrachte verplaatsingen van fabrieken en goederen, waartegen door de Vereenigde Staten reeds enkele malen scherp is ge- portesteerd. De daardoor ontstane wrijving demonstreert zich nergens duidelijker dan op Korea, waar de meeste verplaatsingen door de Russen zijn geschied en waar vol gens correspondenten een sfeer heerscht, die aan een verstarden oorlog doet denken. Hier liggen namelijk 250.000 Russische sol daten tegenover 40.000 Amerikaansche en de beide legers zijn in een scherp omlijnd gebied als aan weerszijden van een front lijn gelegen. Zij hebben geen enkel onder ling contact - er is geen overleg en zelfs de staven komen nooit met elkaar in aan raking. Deze toestand duidt op een gespannen verhouding. De Times, die hieraan onlangs een artikel wijdde, wees erop dat Korea reeds tweemaal aanleiding tot een oorlog in de geschiedenis heeft gegeven, en noemt het „een internationaal kruitmagazijn". Intusschen heeft de Amerikaansche re geering ondubbelzinnig te kennen gegeven, dat de conferentie van begin December de laatste kans zal zijn om een internationaal accoord over de herstelbetalingen te be reiken. Moch men niet tot een accoord ko men, dan zal Amerika naar eigen goeddun ken deze aangelegenheid regelen en ieder land, dat aanspraak maakt op Japansche activa, een deel der beschikbare goederen en uitrustingen toewijzen. Dit is een dui delijke wenk aan Rusland, alsnog te over wegen naar Washington te komen om te praten over deze kwestie, daar het voor de hand ligt dat bij afwezigheid van een Sovjet-vertegenwoordiger het aan Rusland' toe te wijzen percentage door een schatting van de reeds door Rusland genaaste activa zal worden beïnvloed. En het is te voorzien dat die schatting zoo hoog zal zijn ,dat er wellicht in het geheel geen batig saldo meer zal overblijvenJ. L. Betaling van Duitsche sociale uitkeeringcn Door de stagnatie in het betalingsverkeer met Duitschland werd aan Nederlanders, die vroeger in Duitschland werkzaam zijn ge weest en aan wie. op grond van de Duitsche sociale verzekeringswetten. een rente was toegekend, sinds de capitulatie die rente niet meer uitbetaald. Deze rentetrekkers kunnen met ingang van 1 December in aanmerking komen voor een uitkeering van de zijde van het Centraal Bu reau Verzorging Oorlogsslachtoffers De be antwoording van de vraag, of een rente trekker voor zulk een uitkeering in aanmer king komt. geschiedt aan de hand van de normen, welke gelden voor de uitkeeringen aan de oorlogsslachtoffers, met deze beper king. dat het bedrag van de uitkeering niet hooger mag zijn, dan de waarde der vroegere rente, berekend naar een koers van 0 75 per rijksmark. De aanspraken, welke de betrok ken rentetrekkers op de Duitsche verzekerings instellingen hebben, dienen uiteraard aan het rijk te worden overgedragen. Belanghebben den kunnen zich wenden tot het districtsbu reau Verzorging Oorlogsslachtoffers hunner woonplaats onder overlegging van bewijs stukken. De luchtvloot van de K.L.M. De vloot van de K.L.M. bestaat op het oogenblik uit 55 vliegtuigen, welke totaal 14S1 passagiers kunnen vervoeren. Het zijn 16 Skymasters, 6 Douglas DC 4. 4 Lockheed Con stellations, 24 Dakotas. 4 Havillands Domini en 1 Austervliegtuig voor den fotodienst. Wat is de juiste huur-prijs mNIpI De vossenjacht is weer geopend in Engeland en allerwegen ziet men de roodgerok- te ruiters achter de honden, door het herfstlandschap galoppeeren, op zoek naar Reinaert de vos. Voor de 4e Kamer van het Utrechtsche tri bunaal is opnieuw de zaak behandeld tegen dr. H. A. J. Kessler, oud 57 jaar, wonende te Amersfoort. Deze bij de sportmenschen als „Tonny" Kessler bekend staande internatio nale voetballer en cricketer, was eenigen tijd geleden reeds door het Utrechtsche tribunaal veroordeeld tot 3 jaar interneering, eindigen de in Juli 1948 en verbeurdverklaring van 50.000.van zijn vermogen. Mr. J Verdam heeft echter aan dit vonnis zijn fiat geweigerd en de zaak teruggewezen, reden waarom een nieuwe behandeling plaats vond. Beschuldigde gaf toe van 1934 af lid te zijn geweest van de N.S.B. en in Mei 1940 Mussert te hebben geholpen aan een schuilplaats. Op 10 Mei 1940 belde Mussert 's morgens om tien uur bij Kessler's woning te Bussum aan. Hij zeide bang te zijn voor molestatie van de zijde van het Nederlandsche publiek en ver zocht om een schuilplaats. Vlak bij zijn wo ning, recht tegenover de kazerne gelegen, heeft Kessler Mussert in een boerderij in de naaste omgeving voor vijf dagen onderdak bezorgd In het najaar 1940 ls Kessler aangesteld tot adjudant van Mussert. Als zoodanig heeft hij in begin 1941 Mussert ook vergezeld op diens reis naar Muenchen. Ook is het kamp Dachau bezocht. ,',Wat we daar zagen was alles keurig in orde en heel erg goed" verklaart beschul digde. Hij heeft later dan ook niet aan de gruwelen van dit kamp willen gelooven. Ook was hem ten laste gelegd het organiseeren van Musserts lijfwacht. Het onderzoek naar de grootte van het vermogen levert moei lijkheden op en wordt gecompliceerd door de vier huwelijken van beschuldigde. De verdediger, mr. F. W. Nanning, voert aan dat door den naam de porté van de z a a k Kessler ver wordt overdreven. IJdelheid heeft Kessler steeds parten gespeeld. Kessler heeft jarenlang voor zijn vader een plantage in Mexico beheerd met een salaris van 1000 en later van 1200 per maand. Dit salaris wordt door de familie nog steeds uitbetaald, doch de N.S.B. heeft hem zeer veel geld ge kost. Zijn moeder die nog leeft en in Brussel woont, heeft toegezegd de 50.000 boete te zullen betalen in de hoop dat het tribunaal geen advies tot langere interneering zal geven. De uitspraak is bepaald op 27 November. Provincie Zuidholland dreigt noodlijdend te worden Verschenen is de begrooting voor de pro vincie Zuidholland voor 1947. Het tekort op den gewonen dienst bedraagt 1.315.000. Ged. Staten stellen voor, voor 1947 het maximum aantal opcenten op de grondbelasting te hef fen. Zoodoende zal het mogelijk zijn, de be schikking over de reserve te beperken tot rond 584.000, ln welk geval 1.433.000 over blijft voor volgende jaren Overwogen wordt ook, of de scheepvaartrechten voor verhoo ging in aanmerking komen. Indien de regeering niet overgaat tot het treffen van een regeling, waardoor de pro vincie meer inkomsten verkrijgt, dan wordt zij binnenkort noodlijdend en zal zij geen uit gaven kunnen doen zonder toestemming der regeerlng. De afgeloopen weken hebben de „prijzen slagen" in ons land sterk de aandacht van het publiek getrokken en allerwegen klonk instemming met de maatregelen, die tegen te hooge winstmarges werden genomen. Wanneer men zich afvraagt, waarom dit offensief tegen zwarte prijzen zich niet uit strekt over de huren, dient geconstateerd te worden, dat de overtredingen op dit ter rein in den meest letterlijken zin „en fa milie" blijven. Bovendien geldt hier voor velen en we denken speciaal aan de „onder-verhuurders" het argument, dat de verhouding tusschen hen en de(n) hoofdbewoner(s) door een actie tot huur- verlaging er beslist niet beter op zou wor den. Toch treedt de overheid op het gebied der huis- en kamerhuren corrigeerend op. Een speciaal prijzenbureau, zooals er in Haarlem één in het gebouw van Bouw- en Woningtoezicht in de Kruisstraat is geves tigd, behandelt ingekomen klachten en stelt daarna zoo noodig de gewraakte huur op nieuw vast. Dat er sinds de oorlogsevacua tie en de na-oorlogsche invasie van gerepa- trieerden op dit gebied werk aan den win kel is gekomen voor de diverse prijzen- bureaux in het algemeen en voor het Haar- lemsche in het bijzonder behoeft geen be toog. De heer R. G. Veenenbos, die voor Haarlem en omgeving het Prijzenbureau leidt, vertelde ons één en ander over zijn werk en hij constateerde, dat het aantal overtredingen van de gereglementeerde huis- en kamerhuren legio is. Lichte en zware gevallen Lichte overtredingen, die natuurlijk toch niet goed te praten zijn, zullen in het al gemeen afgedaan worden door een nieuwe vaststelling van de huur, waarbij wel de gelijk met factoren als billijkheid, overlast en wijze van bewonen rekening wordt ge houden. Wordt het echter al te grof met de overvragingen we denken aan geval len als waarin een kamerbewoner prac- tisch de huur van het geheele perceel be taalt dan kan de Tuchtrechter via het Prijzenbureau ingrijpen en den „zwarten huisbaas" of hospes met een flinke boete op zijn plaats zetten. Over de terugvorder- baarheid van het te veel betaalde blijkt nog al eens misverstand te bestaan: het is natuurlijk mogelijk, door middel van een deurwaarder en na een gerechtelijk von nis, dit geld terug te eischen; in de „lichte gevallen" zal zulks de moeite doorgaans niet loonen. Hier rijst direct het probleem: „Wat mag ik dan vragen?" respectievelijk: „Hoeveel moet ik hoogstens betalen?" Over het algemeen wordt voor een on gestoffeerd gedeelte van een huis, dat ongeveer de helft van het pand be slaat, de helft van de totale huur waarde vermeerderd met een redelijk (10-20%) percentage voor overlast e.d. aangenomen. Een nieuwe, weinig afwijkende beschik king, die binnenkort van overheidswege het licht zal zien, komt met concrete cijfers voor den dag en dan zullen zoowel huurder als verhuurder (van één of meer kamers wel te verstaai.) hun geval aan een offi- cieele vaststelling kunnen toetsen. Hier moet aan toegevoegd worden dat de ka merhuren in de toekomst zeker niet ver hoogd zullen worden. Bij de vaststelling van de huur voor ge stoffeerde of gemeubileerde kamers mag de mate van stoffeering of meubileering niet uit het oog worden verloren, maar met na druk moet er op gewezen worden, dat deze categorie onvoorwaardelijk onder het be schikkingsrecht van het Prijzenbureau valt. Uit de elf gemeenten, die tot het rayon van het Haarlemsche bureau behooren, komt een steeds wassende stroom van klachten, verzoeken om huurvaststelUng en van chicanes. Is er inderdaad reden tot klagen over een te hooge huur, dan i^ het Prijzenbureau gaarne bereid tot het geven van een oordeel. Ook verzoeken (meestal door den verhuurder) om veiligheidshalve een te vragen huur van te voren te bepa len, worden in behandeling genomen. meester, dan kan deze de huur vaststellen; het Prijzenbureau heeft in dat geval een adviseerende stem. Zoowel huurder als verhuurder kunnen echter van zoo'n be slissing in beroep gaan. Voor huizen, die na December 1940 gebouwd zijn, geldt het „Huurprysbesluit 1944", dat rekening houdt met een hoogeren prijs dan normaal. Over den na-oorlogschen nieuwbouw is nog geen duidelijke beslissing gevallen ten aanzien van de verschuldigde huren. Tenslotte is ook het euvel van het door derden uitgewoonde of beschadigde huis een probleem, dat sinds de recente ver schuivingen in onze bevolking meermalen aan de orde is gekomen. Hierover beslist een schade-enquête-commissie, die het Prijzenbureau inschakelt als eigenlijken taxateur, natuurlijk slechts in die gevallen, waar werkelijk van „schade" gesproken kan worden. Als strijdmiddel in de „prijzenslagen" is het prijzenbureau van Bouw- en Woning toezicht een bescherming tegen „zwarte" huren. Of het een afdoende bescherming is hangt voor een belangrijk deel van het publiek zelf af, dat maar al te vaak afkee- rig is van officieele inmenging in huur- kwesties, omdat daarvan menigmaal een gespannen verhouding tusschen de twee belanghebbende partijen het gevolg is. Het euvel der „zwarte" huren kan echter alleen uit de wereld geholpen worden wanneer aangifte wordt gedaan van buitensporig heden. Ds. J. C. Hamel komt naar Nederland Mededeclingen over personen, dij in Indië in krijgsKcvungcnsclui zijn overleden. Eind November zal in Nederland aankoma ds J C. Hamel, die als veldprediker bijsta» verleende aan honderden, die in kampen fc Indië zijn overleden. Het betreft hier voor namelijk de kampen te Chungi. Singapore. IQ Sajok, Rintin. Tamarkan en Nongpladuk I in Siam en het Foekoeotsakamp 17 in Japaj Ds. Hamel zal in Nederland weduwen, we» zen en ouders van in krijgsgevangenscha overleden personen bezoeken In verschillen! deelen van het land stelt hij zich voor spreken en spreekuur te houden. BelanghA benden worden daarom verzocht reeds nu t; schrijven aan ds. Hamel pa. Comeniuslaan E Bussum. Zoodra hij in Nederland aangekoma is. zal hij zich met hen in verbinding stellen Maatregelen tegen „clandestiene" radioluisteraar! Sinds 1 November 1945 is iedere bezitter van een radio-ontvangtoestel verplicht dis bij een postinrichting .aan te geven. Ni aangifte ontvangt hij een luLstervergun ning, waarop iedere maand een radiozegc van f 1 moet worden geplakt. Een grooi aantal luisteraars echter luistert „clan. destien". Om hen op te sporen heeft PT! de controledienst luistervergunningen in. gesteld. Deze dienst beschikt over aantal gespecialiseerde ambtenaren, dezer dagen een verscherpte contróle. actie zijn begonnen. Reeds op den eerstq dag liepen talrijken een proces-verbaal De aangifteplicht geldt niet voor abon- nés op de rijksradiocentrales, mits zij nle', tevens een radio-ontvangtoestel bezitten A AN den docent onder welken naam voorloopig allen worden samengevat, die algemeen vormend onderwijs geven aan onze jeugd worden thans hoogere eischen gesteld dan ooit tevoren. Hoogere, maar ook andere. Zoo ooit, dan is het nu duidelijk, dat de docent opvoeder moet zijn. Hij kan en mag niet volstaan met het bijbrengen van kennis. Er moet iets, er moet veel van hem uitgaan. Hij moet bij dragen tot de geestelijke vorming van onze jongens en meisjes, tot hun geestelijke ge zondheid. Dat zij die hulp, dien steun be hoeven, nu meer dan ooit, weet ieder, die met hen omgaat. De Federatie voor Geestelijke Volksge zondheid te Haarlem, uitgaande van de gedachte, dat de inyloed van de docenten niet te hoog kan worden aangeslagen, wil met hen in overleg treden over de proble men van dezen tijd, over problemen van hun werk. Daartoe zal Dr. R. M. Rombouts, psychiater en waarnemend directeur van het Provinciaal Ziekenhuis te Santpoort in het bijzonder tot en met hen spreken over het onderwerp: Wat dan nu? Deze bijeenkomst zal gehouden worden in de muziekzaal van Brinkmann, Groote Markt te Haarlem, op Dinsdagavond 19 November. Dr. Rombouts schrijft ons ter inleiding van deze bijeenkomst o.a.: „Hoe komen wij uit de moeilijkheden van het heden?" Gevorderde woonruimte. Als woonruimte wordt gevorderd (er zijn in onze omgeving reeds eenige gevallen voorgekomen) door den betrokken burge- Onder auspiciën van den Amerlkaanschen ambassadeur in Nederland, Dr. Stanley K. Horn- beck, zal op 1 December a.s. ln de Natidnal Gal lery te Washington een tentoonstelling worden geopend van Nederlandsche schilderijen. die door de Duitsehers uit Nederland geroofd werden en terug werden gebracht door de bemoeiingen van de Amerikaansche strijdkrachten De Minister van Buttenlandsche Zaken der V. S.. Byrnes, heeft bekend gemaakt, dat aan de Amerikaansche bezettingsautoriteiten opdrachtt is gegeven. 450 Donauschepen, welke thans wor den vastgehouden in de Amerikaansche zönes, terug te geven aan de eigenaars Joego-Slavlë, Tsjecho-Slowakije. Hongarije. Roemenië en Bul garije. Te Buenos Aires is de Spaansche componist Manuel de Falla overleden. De Parijsche politie heeft een fortuin aan goud en muntgeld achter in een auto, die in een garage te Parijs in brand geraakte ontdekt. De eigenaar van de auto. die gearresteerd ls. heeft den brand waarschijnlijk veroor zaakt door het achteloos wegwerpen van een brandende cigaret. Toen de politie op het ter rein van den brand verscheen, vond zij achter ln de auto onder de zitUng 300 goudstukken. 90 staven goud waren in het benzinereservoir verborgen. 7 Dominee Niemoeller. voormalig duikboot kapitein. die acht jaar in een Duitsch concen tratiekamp heeft doorgebracht, heeft tegen 500 Duitsche krijgsgevangenen in een intemeerings- kamp te Marbury Hal! gezegd, dat zij zoowel de ind:viduee!e als de nationale verantwoordelijk heid moesten aanvaarden voor oorlogsmisdaden, met inbegrip van den massamoord op 6 millioen Joden. Ds. Niemoeller verklaarde voorts, dat de gees telijke en lichamelijke gesteldheid van de krijgsgevangenen veel beter was dan die van hun landgenooten ln Duitschalnd. Agenda voor Haarlem VRIJDAG 15 NOVEMBER Concertgebouw: Iskar Aribo (piano). 20 uur Gebouw de NU verheid: Psychometrie door Don Silvestro, 20 uur Rembrandt: Grijze oogen (18 J Palace: Zeebonken (14 j.l Luxor: De man met het ijzeren masker (14 J.) Deze drie: 14.00. 18.15. 19.00 en 21.15 uur Frans Hals: De blauwe sluier (a. 1.) 14.00, 16.30 19 00 en 21.15 uur. Citv: North of Shanghai en Sportparade (14 j.) 14.15. 16 30. 19.00 en 21.15 uur Spaarne: Verloren ln de Wil dernis (II) 19.00 en 21.15 uur. Heemstede. Gebouw Prostestantenbond Post- laan: Caecilia-trfo. 20 uur ZATERDAG lfi NOVEMBER Begijnhof-kapel: W'.m Povel, 20 uur. Stads- «chouwburg: Ned Ver. van Huisvrouwen „De •rfenisjagers". 14 uur. Bioscopen: als Vrijdag, Tentoonstelling Frans Halsmuseum met veel vakkennis toegerust, die geen problemen stelt maar rustig zijn gang gaat. vooreerst omdat hij het zoo heerlijk vindt te schilderen en vervolgens omdat hij het niet laten kan. Dit laatste dankt hij aan een overvloe dig talent waarmee hij, zich gelukkig ge voelende, op een eigen plaats staat. Hij is een late impressionist, wiens per soonlijkheid niet te loor gegaan is en wiens karakter tot vaste ontplooiing is gekomen. Dit is een zeldzaamheid. Hij ontvluchtte een bepaalden invloed, omdat zijn eigen aanleg een anderen weg wilde gaan. Zijn techniek is open, eerlijk en oprecht, verbergt niets en kent geen trucs en geen „maniertjes". Of hij nu portret-, landschap- of stil levenschilder is, weet ik niet. Ik zou het naar aanleiding van déze tentoonstelling nog niet kunnen vaststellen. Wél kom ik met overtuiging tot dit besluit: Kees Verweij is een schilder pur sang. Zijn kleuren zijn als gedrenkt in een nevelachtig blauw, dat herinnert aan de atmosfeer boven onze groote rivieren. Mis- schien doet zijn werk juist daarom wel zoo echt Hollandsch aan. Dit fijne blauw is bij het zoeken naar algemeenen toon een allergelukkigst trouvaille. Het meest representatief voor zijn werk manier zijn: no. 31 „Truus" en het dra matische doek no. 15 „Levensavond" met de twee uitdoovende filosofen. Soms leidt het directe der techniek wel eens tot Dppervlakkigheid als in „Levens avond" in de behandeling van de handen der figuur op den voorgrond en in „Oude Man" no. 15, dat al te schetsmatig wordt gepresenteerd. Veel beter is dan ook het deemoedige protretje „Oude Hein" no. 18 en „Man met stok" no. 17, waarin de schil der zijn beste kwaliteiten vertoont. Kees Verwey: Lodewijk van Deyssel. Fascineerend is het portret van Lodewijk van Deijssel, vol psychische kracht en pulseerend leven, de beelte nis van een merkwaardig mensch, wiens diepere beteekenis door dit portret ook zal worden geopenbaard aan den beschouwer, die 't model niet kent. Misschien heeft de schilder hierin wel het beste gegeven dat op deze expositie te vinden ls. Daar is een „Parisienne" (no. 6), waarin opeens een losheid en zwierigheid wor den vertoond, die verbazen tusschen de strakheid van toets en lijn waarlangs het werk op klimt. Inspireerde het model tot deze grootere drift of staan we hier aan het begin van een periode waarin nog meer uitingen van dien aard ontstonden of te verwachten zijn? De „Stillevens" 1, 12, 28 hebben den zelfden rijkdom van kleur als het sterke, gedempt-uitbundige „Bloemen en Kristal" no. 37. No. 16 en 21 evenwel lijken als ver dwaald in de ernstige sfeer van deze be langrijke tentoonstelling. Zij vertoonen na melijk een streven naar moderne uitdruk kingsmanier. Waarom toch? Het is mogelijk, dat deze escapade naar een terrein waarop gekunsteldheid leven diger bloeit dan natuurlijkheid en waarop het boeiende talent van dezen kunstenaar niet thuis hoort, een consequentie is van zijn soms zoo hoekige techniek, maar laat hem toch zijn ouden weg gaan! Die is interessant genoeg en in ieder geval veel origineeler dan het spoedig verouderende Picassionisme en dergelijke rariteiten. Verweij blijve Verweij, dan is het goed. De blauwe nevel, die vooral ook in de wmterlandschappen zoo boeiend is, ont breekt in de aquarellen evenals in het groote stilleven „Oude Schoenen" no. 14. In de eerste is dit wellicht te wijten aan het materiaal, in het tweede schrijf ik het toe aan den tijd waarin dit stilleven wel zal ontstaan zijn. Het heeft althans, hoe diep en fraai van kleur ook, nog niet het typeerende van Verweij's palet. Daar is een kleine aquarel „Caféchan- tant" no. 51, dat in 't half donker nauwe lijks opvalt, maar dat een interessanten kijk geeft op een anderen kant van zijn talent. Het is het eenige waarin hij in het volle leven grijpt en met succes, want zijn uitdoovende filosofen kunnen we gerust tot deStillevens rekenen. De dof-glanzende grijzen, het diepe rood, de roestige bruinen, het verstilde lichtgespeel op kristal en bloemen, het flonkeren en spetten van glimlichten, Ver weij observeert dat alles blijkbaar met wellust en hij geeft het dan weloverwo gen, niet hartstochtelijk maar verstandig- spontaan, Hollandsch-beredeneerd zou ik haast zeggen, maar volstrekt niet nuch ter. Hij is een heerlijk-begaafde, met een fijnen smaak. De dingen van zyn hand zijn herkenbaar door degelijken bouw, door eerlijke verfbehandeling. Hij wil de frisch- heid der schets behouden tot ln de vol einding en bereikt zijn doel bijna altijd. Hij is nooit hevig, eerder ingetogen, altijd beheerscht. Hij is volstrekt met beschei den, kent zijn eigen hoedanigheden waar mee hij niet schokt of ontstelt maar be koort en Indruk maakt. Men onthoudt zijn werk en dat zegt veeL Hij is een schilder van beteekenis. HERMAN MOERKERK Verhooging der loongrens voor het Ziekenfondsenbesluit De minister van Sociale Zaken heeft over een eventueele verhooging van de loongrens voor het Ziekenfondsbesluit het oordeel gevraagd van de Commissie van Advies voor het Ziekenfondswezen, waar in ziekenfondsen en artsen vertegenwoor digd zijn. De hoop, dat in deze commissie overeenstemming over dit vraagstuk zou worden verkregen, werd niet verwezen lijkt. Hoe moeilijk de verhoudingen liggen en hoezeer voorzichtigheid geboden is, is inmiddels gebleken uit de opzegging door de medici van de contracten met de zie kenfondsen. Intusschen vormt juist thans minder dan te voren de verhooging van de loongrens een struikelblok. Nu besprekin gen inzonderheid over de honoreering der medici, in gang zijn, en met de indie ning van het ontwerp van wet tot instel ling van een ziekenfondsraad een voor bereidende stap werd gedaan tot vervan ging van het ziekenfondsbesluit door een Ziekenfondsenwet, waarbij de geheele regeling van het ziekenfondswezen nader kan worden overwogen, willen de georga niseerde artsen, naar den minister is ge bleken, zich niet langer verzetten tegen de voorgestelde verhooging van de loongrens, wanneer deze overigens om sociale rede nen wenschelijk wordt geacht. Bij nota van wijzigingen wordt daarom voorgesteld de verhoogmg van de loon grens ook voor het Ziekenfondsenbesluit te doen gelden. Bij de namen dergenen die bij het vlieg tuig-ongeluk bij Schiphol om het leven zijn gekomen is ook die van Herman de Man, den Nederlandschen schrijver, wiens eigenlijke naam H. Hamburger was. Hij was op 11 Juli 1898 geboren in Woerden en debuteerde in 1931 in „De Gids" met een roman „Aardebanden", die dadelijk een indruk gaf van zijn frisch talent. Het boek toonde een fijn begrip, was vlot en teer en niet zonder humor zooals al De Man's latere werken zouden worden.. Het beste element in De Man's boeken was zyn uitbeelding van de stoere, zwijgzame boeren van het land langs de Lek en den IJsel, waar trouwens de meeste van zijn verhalen zich afspelen. Wel open baarde zich, vooral in zijn latere werken een zekere onzuiverheid, die den echten toon schade deed. Aan een werk als „Marie en haar timmerman" bijvoorbeeld is een zekere gewildheid en een poging een Vlaamschen trant te vmden niet vreemd. De Man's zeer omvangrijke oeuvre blijft echter dat van een talentrijk schrijver met een scherpen blik op de kleine gebeurte nissen van allen dag. Zijn werk „De kleine wereld" sympathiseert min of meer deze verdienste van zijn schrijverschap. Een van zijn bekendste boeken is „Het was sende water". Verder schreef hy onder andere „Jan Allemachtig", „Van winter tot winter", „Een stoombootje in den mist" en in 1933 „Over de Joden en hun vervolgers". In den oorlog wist De Man te ontkomen aan de Duitsehers. Hij kwam in het bui tenland meermalen voor de radio en werd nadat hij veel heen en weer getrokken had tenslotte belast met de leiding der Nederlandsche radio op Curagao. Na de bevrijding keerde hij in ons land terug, waar bleek dat zijn omvangrijke gezin vrijwel geheel in Duitsche concen tratiekampen om het leven gekomen. Den laatsten tijd leefde De Man met zijn eenige overgebleven dochter in Eindhoven, waar hij aan verschillende publicaties werkte. Dat is de practische vraag, waarvoa haast iedereen zich gesteld ziet. Wel uiter mate dringend is deze vraag voor ieder een, die met de opgroeiende jeugd te ma ken heeft, omdat hier het aantal practised moeilijkheden wel zeer groot is, maar ooi omdat de jeugd van heden voor een groot deel de toekomst van morgen in bande heeft De vergelijking van onzen tijd met van 1500 en die van 1800 leidt tot den al gemeenen indruk, dat de wereld thans ee: intensiever en grondiger proces van ont wrichting door maakt dan in die beid» vroegere tijden. Inderdaad, wij zitten er heden midden in, allemaal met elkaar. En nu moeten wij trachten er met elkaar weer uit te komen, er bovenop. Gezien de achtergronden, spreekt het vanzelf, dat wij er met ïnci- denteele oplossingen, met lapmiddelen niet komen. Wil ons pogen doeltreffend zijn, dan zullen wij een dieper inzicht moeten trachten te verwerven in de werkelijke ziekmakende oorzaken; maar daarnaast zal onze voornaamste taak zijn uit te vinden, waar wij bij ons streven naar genezinj hebben aan te grijpen; wij zullen moeten zoeken naar de levende krachten, die naar herstel streven, om die te kunnen helpen en in de hand te werken. Wanneer wij letten op de „teekenen", dan wijzen de groote lijnen der ontwik keling er op, dat wij heden de ba rensweeën of groeistuipen doormaken van een nieuwe samenleving. Wij leven in den grootsten den verschrikkelijksten maar ook den mooisten tijd, dien men zich denken kan. Wij leven in crisistijd, maar de crisis in een ziekteproces beteekent het hoogtepunt in den strijd van het levende organisme tegen de ziekmakende oorza ken, waarvan vaak geldt: Als de nood het hoogst is, is de redding nabij. Nooit is de behandeling van een ziekteproces belang rijker,^ de verantwoordelijkheid grooter dan bij een crisis, wanneer het gaat om „er op of er onder". De crisis van onzen tijd heeft men terecht genoemd een „gezagscrisis", een „vertrouwenscrisis": de „menschelijke waardigheid" is in het ding, een „menschwaardige samenleving". Een algemeen terug is pr niet; wii moe ten er door heen. En daarvoor zijn wij allen gezamenlijk verantwoordelijk. Maar de belangrijkste macht ten goede zal moe ten uitgaan van allen, die het opgroeiende geslacht hebben te leiden, op te voeden voor den nieuwen tijd, die voor ons ligt. De oproeping voor deze bijeenkomst is namens de Federatie voor Geestelijke Volksgezondheid geteekend door de heeren J. W. Bos, zenuwarts, J. Clausing, P. Floor, arts, Dr. J. M. Heering, arts, mej. mr. C. J. Krim, en dr. P. H. Schroder. Tekeningen van J. Giesberts, met tekst van Bep Smits De geschiedenis, die ik jullie ga ver tellen, is héél, héél oud. Ze werd met sier lijke gouden letters opgetekend in het „Ge schiedboek van Luilekkerland". Dat was een geheimzinnig boek, waarvan de per kamenten bladen vergeeld waren van ouderdom, 't Was zóó zivaar, dat er wel twee sterke mannen nodig waren om het op te tillen. Maar het loonde de moeite om er eens in te lezen! Sapperloot wat een landje was me dat! Ze konden er drie we ken dag en nacht feestvieren, zonder om te rollen van vermoeidheid, en eten en drinken zoveel ze maar lusten, zonder er een bedorven maag van te krijgen. Wij zouden zeggenhet waren vrolijke snijbo nen daar in Luilekkerland! Tijdens de regering van Koning Ananas gebeurde er iets, dat met trots in het lijvigs Geschiedboek is vermeld: Thomas Tover bal beleefde een wonderlijk avontuur, waardoor zijn naam in héél Luilekkerland beroemd werd. Morgen ga ik jullie de geschiedenis vertek lenM»

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1946 | | pagina 2