Onze deviezen en voorraden raken op
Italië tusschen twee vuren
MINISTER LIEFTINCKS NOTA:
Er zal een onderzoek worden ingesteld
naar verdere beperking van den invoer
Groet uit de zee
Plechtigheid bij de
„Woeste Hoeve"
Nieuwe uitgaven
VRIJDAG 25 APRIL 1947
3
j)e minister van Financiën, prof. P. Lieftinck, heeft gisteren aan de Tweede Kamer
ren nota over de financiëele positie van Nederland aangeboden.
In een inleiding zet de minister uiteen, dat de oorlog althans voorloopig een einde
beeft gemaakt aan de periode waarin Nederland gemakkelijk dekking vond voor zijn
behoefte aan deviezen. Dc traditioneelc crediteurpositie is in aanzienlijke mate aan
getast, voornamelijk ten gevolge van de economische plundering door den bezetter.
Hoewel alle krachten er op zijn gericht binnen zoo kort mogelijken tijd het evenwicht
In de betalingsbalans te herstellen, kan een dergelijke evenwichtstoestand volgens
het Centraal Planbureau op zijn vroegst over eenige jaren worden bereikt. Daarom is
Xederland ^durende den overgangstijd in aanzienlijke mate aangewezen op kapitaal-
import.
Gedurende den oorlog heeft de Neder-
landsche regeering te Londen in de Ver-
eenigde Staten rechtstreeksche aankoopen
>edaan met regeeringsgelden, totdat op 8
luli 1942 de zg. leen- en pachtovereenkomst
werd gesloten, waarbij werd overeengeko
men, dat de goederen en materialen, welke
voor de algemeene oorlogvoering noodig
waren, zonder betaling konden worden ver-
iregen. In Mei 1945 werd ook de aanschaf-
Üng van civiele goederen op basis van de
jeen- en pachtovereenkomst mogelijk ge
maakt. Van deze schuld zal vermoedelijk
ongeveer 60 millioen dollar voor civiele
;oederen worden betaald tegen 2 procent
rente per jaar. De aflossing moet over vijf
jaar beginnen in dertig jaarlijksche ter
mijnen. De schuld op grond van militaire
aanschaffingen onder leen- en pachtvoor-
waarden wordt hoogstwaarschijnlijk groo
tendeels kwijtgescholden.
Nederland heeft ook aan de Amerikaan-
(che legers een naar verhouding niet onbe
langrijke hulp verstrekt, onder andere ii
de West en na de bevrijding ook in Neder
land. Deze diensten zullen door Nederland
evenmin in rekening worden gebracht.
Gedurende de eerste maanden na de be
vrijding van het Westen van ons land heb
ben de geallieerden groote hoeveelheden le-
rensbenoodigdheden geleverd om de honge
rige en verzwakte bevolking kracht tot her
stel te geven. De totale kosten hiervan
worden op 300 millioen dollar geschal,
waarvan het Amerikaanschc aandeel 62
procent, het Canadeesche 5 procent en het
Engelsche 33 procent bedraagt. Voor deze
ichuld aan de Vereenigde Staten ten be
drage van ongeveer 186 millioen dollar zal
waarschijnlijk een gunstige regeling wor
den getroffen.
Om het betalingsverkeer met het buiten
land weer op gang te krijgen werd over
gegaan tot het afsluiten van betalingsver
dragen, welke met credieten moesten wor
den geschraagd in die gevallen, waarbij ge
durende dp eerste jaren geen evenwicht :n
de betalingsbalans was te verwachten. Hoe-
rel van Nederlandsche zijde de nood
zakelijkheid werd betoogd van credieten op
langen termijn, was het den credietgevers
jn vele gevallen niet mogelijk, hieraan te
voldoen, zoodat met kortere credieten ge
noegen moest worden genomen, om het
tempo van den wederopbouw niet te ver
tragen. Aan de noodzakelijke consolidatie
Van deze credieten wordt gestadig gewerkt.
In totaal vertoont de monetaire rekening
op 17 Maart 1947 van acht landen een vor-|
dering van f 65 millioen. Daarentegen be
draagt de monetaire schuld aan zes landen
l 142 millioen. Op dezen datum was van
de gezamenlijke credietmarge van f 360
millioen met deze veertien landen voor
77 millioen gebruik gemaakt.
geleverd worden en in dit jaar dienen te
worden betaald.
Er bestaat goede hoop, dat in de naaste
toekomst het eerste deel van 100 millioen
dollars van het crediet van 500 millioen
dollars, dat bij de Internationale Bank voor
Hei-stel en Wederopbouw is aangevraagd,
ter beschikking komt. Uit hoofde van vrij
willige liquidatie van Amerikaansche ef
fecten door omzetting van het provenu in
een binnenlandsche dollarleening wordt op
een tweede 100 millioen dollars gerekend.
Ook de deviezenbegrooting voor Canada
sluit met een tekort. Relatief gunstiger is
het beeld van de Póndenbalans. Voor 1947
is het evenwicht in den civielen sector naar
alle waarschijnlijkheid met eigen middelen
bereikbaar. Voor de financiering van de
militaire aankoopen van 1 Maart 1947 af
zullen, zoodra de herziene militaire pro
gramma's ter beschikking staan, onder
handelingen met Engeland worden aange
knoopt.
Nederlands goudbezit
Aan den vooravond van den Duitschen
inval bezat de Nederlandsche Bank aap
goud in Nederland 192.460 kg en in het
buitenland 362.923 kg, in totaal 555,283 kg
met een boekwaarde van ruim
f 1.115.500.000. Op 2 Juli 1945 bedroeg de
goudvoorraad van de Nederlandsche Bank
rond 240.000 kg fijn. De Staat bezat op
dien datum circa 123.500 kg. goud, dienen
de als onderpand voor het bankïerscrediet
in de Vereenigde Staten en een kleine hoe
veelheid vrij goud, ongeveer 3700 kg. We
gens goudoverdrachten, voortvloeiende uit
de uitvoering van de overeenkomsten van
Bretton-Woods en als gevolg van enkele
andere goudtransacties, is de goudvoorraad
van de Nederlandsche Bank inmiddels te-
ruggeloopen tot circa 175.000 kg goud per
10 Maart 1947, vertegenwoordigende een
waarde van ongeveer f 520 millioen.
In- en uitvoer
De invoer in de laatste vier maanden
tan 1945 was niet onbevredigend. Het ni
veau van 700 a 800 ton per maand steeg
Juni 1946 aanzienlijk en schommelde tot
ernd 1947 tusschen de 1000 en 1300 ton
per maand. Over 1946 is ongeveer de helft
ingevoerd van de hoeveelheden van 1939,
Het bedrag, dat hiervoor betaald moest
worden was door de sterk gestegen prijzen
echter anderhalf maal zoo hoog als in 1939.
De betaling van den in- en uitvoer
1945 en 1946 moest grootendeels uit saldi,
credieten en uit de opbrengst van expor
ten geschieden.
In het tweede halfjaar van 1945 nam
België naar waarde gerekend niet minder
dan 26 procent van den uitvoer af. tegen-
er 11 procent vóór den oorlog. Het aan
deel van de Vereenigde Staten steeg van 5
tot 15 procent. De overige belangrijke ex
portlanden in dit halfjaar zijn Groot-Brit-
tannië en Zweden elk met ongeveer 14 pro
cent en Frankrijk met ongeveer 13 pro
cent. In totaal bracht de export van
Augustus tot en met December 1945 onge
veer f 81 millioen op.
Ook gedurende 1946 nam België de eer
plaats in onder de landen van bestem
ming met een aandeel van den totalen ex
port van ongeveer 21 procent. Groot-Brit-
tannië kwam op de tweede plaats met een
aandeel van 11 procent, Zweden, dat in
1938 de zevende plaats innam, verschoof
naar de derde plaats met 8 procent,
Daarna volgden Frankrijk, Zwitserland.
Duitschland, alle met 7 procent en de Ver
eenigde Staten met 5 procent.
De totale uitgevoerde hoeveelheid goe-
leren in 1946 bleef belangrijk achter bij
iet peil van voor den oorlog. Zij bedroeg
naar gewicht ongeveer een vierde van het
cijfer van 1937 en nog geen derde deel van
ie geëxporteerde hoeveelheid van 1939.
Door de gestegen prijzen was de opbrengst
niettemin ruim f 800 millioen, tegenover
een opbrengst in de laatste jaren van voor
den oorlog van ruim f 1 milliard. De dien
stensector bracht in 1946 volgens ruwe
schatting ongeveer f 300 millioen op, voor
namelijk bestaande uit scheepvaart, rente
inkomsten en bedrijfswinsten.
Betalingsbalans 1947
Het zoo juist gereed gekomen ontwerp
Van de Nederlandsche betalingsbalans voor
1947 vertoont een tekort van f 2.234 mil-
iioen voor de goederen- en dienstenbalans.
De kapitaalsbalans geeft aan hoe dit saldo
door kapitaalsmutaties grootendeels gedekt
ian worden. Er resteert dan echter nog
een passief saldo van f 609 millioen. Door
de internationale prijsstijging is de toestand
thans ongunstiger dan begin 1947 kon wor
den voorzien.
Een groot deel van het tekort op de beta
lingsbalans is terug te brengen 'op een tg-
Kort aan dollars of daarmede gelijk te stel
len valuta. Het dollarprobleem voor 1947
zal een nog nijpender karakter krijgen,
doordat tal van posten, welke onder het
ivogramma van 1946 zijn besteld, door de
*nge levertijden eerst gedurende 1947 af-
ïnkomsten uit Indië vervallen
De minister beschrijft hierna het groote
belang van de Indische inkomsten voor qje
betalingsbalans van Nederland. De valuta
betalingen door Indië vormden in belang
rijke mate het sluitstuk van de passieve
handelsbalans van Nederland. De oorlog
en de gebeurtenissen daarna hebben ingrij
pende wijzigingen in deze situatie ge
bracht. Nederland heeft zich- aanzienlijke
deviezenoffers wegens de militaire krachts
inspanning in Indië moeten getroosten.
Het zal, gezien den deviezennood waarin
het zelf mede door het wegvallen van de
Indische inkomsten is komen te verkeeren,
eventueele verdere hulp aan Indië van de
vervulling van zeer stringente voorwaarden
afhankelijk moeten stellen.
Ruim twee-derde van het
crediet is opgenomen.
Nederland heeft in totaal tot dusverre
een bedrag van ongeveer f 1847 millioen
aan credieten verkregen, waarvan per 31
Maart 1947 was opgenomen ongeveer
f 1389 millioen. Stelt men dit cijfer tegen
over de f 5 milliard, welke Nederland in
het buitenland (exclusief Indië) had ge-j
investeerd, dan is men geneigd aan te ne
men, dat de crediteurspositie, hoewel nood
gedwongen ondergraven, nog is gehand
haafd, ware het niet, dat hier zooveel on
zekere factoren in het spel zijn, dat de mi
nister zich niet in staat acht over de netto
positie een uitspraak te doen. Dit temeer,
daar de cijfers der verkregen en opgenomen
credieten nog niet bevatten de schuld aan
Groot-Brittannië uit hoofde van militaire
leveranties,' waarvan het bedrag nog niet
vast staat. Voor de eerste jaren kan geen
evenwicht in de betalingsbalans worden
verwacht. Gedurênde dien tijd zullen de
reserves in het buitenland verder dienen
te worden aangesproken.
Het tempo van de liquidatie der beleg
gingen in de dollar-area is afhankelijk
van de snelheid, waarmede de Amerikaan
sche effecten in Nederlandsche handen
kunnen worden gecertificeerd. Nederland
sche activa in de dollar-area dienen gedu
rende de geheele reconstructieperiode als
aanvullende financieringsbron zoo lang mo
gelijk ter beschikking te worden gehouden.
Daarom reeds is een overhaaste liquidatie
onraadzaam. Neemt men in aanmerking,
dat de normale invoer voor den oorlog f 1,5
milliard bedroeg, hertgeen op het tegenwoor
dige prijspeil een bedrag vertegenwoordigt
van f 4,5 milliard, dan blijken de opgeno
men credieten van f-1,4 milliard slechts
vier maanden import op vooroorlogsche
basis uit te maken.
De wereldprijs beweegt zich nog
steeds op een abnormaal hoog peil, zoodat
de op crediet aangekochte goederen duur
zijn. Daar valt aan te nemen, dat het we
reldprijspeil zich in de komende jaren in
nedenvaartsche richting zal bewegen en
de aflossing der credieten zal moeten ge
schieden uit de opbrengst van Nederland
sche exportgoederen tegen lagere prijzen
dan de huidige, verschuift de ruilvoet zich
te onzen nadeele en zullen de lasten dezer
credieten zich in de toekomst dus sterker
doen gevoelen.
Zoolang de huidige politieke onzekerheid
in Europa voortduurt, staat wel vast dal
de uitermate gevoelige internationale cre-
dietverleening nog niet volledig op gang
zal kunnen komen.
Liquidatie Amerikaansch
effectenbezit.
De regeering is er steeds van uitgegaan,
dat aan een vrijwillige liquidatie van het
Amerikaansche effectenbezit de voorkeur
moet worden gegeven boven een ge
dwongen vordering daarvan. Gedwongen
vordering komt eerst in aanmerking, na
dat gebleken zal zijn, dat de vrijwillige
liquidatie niet voldoende dollars oplevert
om het tekort aan deviezen, dat uit deze
bron gedekt zal moeten worden, aan te zui
veren.
Het totaal aan liquiüeerbare Amerikaan
sche effecten, d.w.z. zonder de deelne
mingen wordt op 571 millioen dollars ge
schat. Voor de dekking van het tekort op
Minister Lieftinck:
Wij leven van de hand in den tand.
het dollarprogramma voor 1947 zal het
noodzakelijk zijn een deel hiervan al dan
niet vrijwillig te realiseeren.
Tal van Nederlandsche ondernemingen
zijn door haar relaties met buitenlandsche
banken of buitenlandsche ondernemingen
in staat zelf credieten op te nemen. De
minister stelt er prijs op te verklaren, dat
elk initiatief in deze richting zijn volie
sympathie heeft.
Invoer wordt besnoeid
Het is helaas gebleken, dat de moge
lijkheden tot het opnemen van herstellee-
ningen geringer zijn dan aanvankelijk werd
aangenomen. Dit heeft, tenzij op ruimere
schaal buitenlandsch bezit wordt geliqui
deerd, tot gevolg, dat het tempo van den
wederopbouw wordt, vertraagd. Het Ne
derlandsche volk zal zich moeten realisee
ren, dat van een terugkeer tot de vooroor
logsche goederen-bevoorrading voorloopig
geen sprake zal kunnen zijn. Het tegendeel
zal ongetwijfeld blijken.
Het is noodzakelijk nog scherper dan lot
dusverre toe te zien op een zoo nuttig mo
gelijk gebruik van de beschikbare deviezen.
Er zullen maatregelen worden genomen
om de deviezen-inkomsten zooveel moge
lijk'te verhoogen. Met dit doel worden on
der de persoonlijke leiding van den minis
ter de prioriteiten opnieuw onder het oog
gezien en wondt onderzocht op welke wijze
het invoerprogramma 1947 verder kan
worden besnoeid, opdat hij aan zijn ambt-
genooten dienovereenkomstige voorstellen
zal kunnen doen. Daarbij worden de devie-
zenbegrootingen van de departementen
eveneens herzien, met inbegrip van die van
Marine en Oorlog.
Hierbij zal vooral de nadruk dienen te
worden gelegd op aankoopen, welke ertoe
leiden, dat onze exportcapaciteit wordt op
gevoerd. Meer dan ooit zijn de deviezen
te beschouwen als de brandstof waarop de
Nederlandsche machine loopt. Het herstel
van ons land is evenwel een zaak waaraan
het geheele volk zal moeten medewerken
en waarvoor van een ieder een offer mag
worden gevraagd, aldus besluit prof. Lief
tinck.
Het Algemeen Nederlandsch Persbureau
is er zoo langzamerhand aan gewend, dat.
uit zijn brievenbus de meest wonderlijke
epistels met soms de kleurigste postzegels
te voorschijn komen.
Dus was de brief, die er dezer dagen in
terecht kwam, voorzien van een Griek-
schen postzegel, op het eerste gezicht niet
bijster bijzonder. Maar toch, naam en adres
van den afzender maakten de fantasie en
de nieuwsgierigheid van de geadresseerden
gaande, want het komt niet eiken dag voor,
dat er geschreven wordt door A. Voulga
Molos, Hydra in Griekenland.
Toen de enveloppe werd opengepeuterd.
kwam een kleurig prentje van een Holland-
schen windmolen voor den dag, slaande
tusschen de palmen en de pyramides. Een
frisch dienstmeisje komt er xiit (uit den
molen wel te verstaan), voorzien van een
blad met verfrisschende dranken, bestemd
voor de gasten, die zich rond de aanwezige
tafeltjes hebben geschaard. Het geheel
wordt opgeluisterd door een Volendammer-
met.trekpiano en de tekst, die dit plaatje
moest verduidelijken luidt aldus: ..Hollands
Glorie onderweg naar Egypte. Wij zullen
overwinnen. Athene reeds veroverd. Veel
dank aan den vinder dezes; wij zullen hem
met een echt Hollandsch geschenk beden
ken". Deze gedeeltelijk in het Engelsch ge
stelde regelen waren onderteekend door
Jan van Morkhoven, Mentink, H. C. Bos
man, Bertus Aafjes, M. PleunerGroen,
J. Goor en J. P. de Grote. Een tweede
velletje papier is in de Engelsche taal be
schreven en verteltdat dc bijgaande brief
gevonden werd in zee bij het eiland, waar
A. Voulgaris, een eenvoudige visscherman.
woont. Wanneer de historie dus gerecon
strueerd wordt, zou deze visscherman op
zekeren dag een flesch of een busje uit het
water gehaald hebben, waarmee hij naar
een talenkenner toog, die het begeleidende
briefje schreef.
De achtergrond van dit verhaal is na
tuurlijk het vertrek naar en het verblijf in
Egypte van het Nederlandsche lunapark.
De bovengenoemde begeleiders hebben gc-
tracht een groet naar het verre vaderland
te zenden en dank zij den Griekschen
eilandbewoner is deze groet thans in ons
land aangekomen. Wanneer Bertus Aafjes
dit zal hooren dan zou het kunnen gebeu
ren, dat hij naar de pen grijpt en in
Grieksche versregelen den armen visscher
van Molos beloont voor zijn koeriers-
diensten.
Drie Mei om 3 uur in den middag wordt
nabij de Woeste Hoeve een plechtige her
denking gehouden ter nagedachtenis van
hen. die vielen als represaille voor den
aanslag op Rauter.
H.M. d«: Koningin is voornemens bij
deze plechtigheid aanwezig te ziin. De
Koningin zal een bloemstuk leggen bü het
gedenkteeken voor de gevallenen en een
rede uitspreken.
Geknoei met tabakskaarten
In samenwerking met de Osschc en de
Belgische politic is een einde gemaakt aan
een grootsch opgezetten bonnenzwendel,
die zijn oorsprong in België had. Beruchte
leden van de bende van „Toon de Soep"
waren er nauw bij betrokken.
Londen en Parijs kijken belangstellend toe
(Van onzen Romeinschen correspondent)
De positie van landen, die in de drei
gende splitsing zooals die zich in de wereld
afteekent, geen partij hebben gekozen,
wordt do moeite van een beschouwing
waard. Dit geldt vooral voor Italië. West-
Europa, dat onder Engelsche leiding mis
schien een derde min of meer neutraal
blok gaat vormen, staat nog een weinig
afwijzend tegenover de vroegere as-mo-
gendheden, doch het blijkt, dat daarin
verandering zal komen. Op het oogenblik,
waarop wij dit schrijven, bevindt zich te
Rome de vice-president van den Franschen
ministerraad, de leider der M.R-P., Fran-
cisque Gay. Voor zijn vertrek uit Parijs
heeft deze aan Italiaansche journalisten
verklaard, dat naar zijn mecning Frankrijk
en de Europeesche landen, die gelijke be
langen hebben, waaronder ook Italië, een
drachtig moeten streven naar een politiek,
onafhankelijk zoowel van de Vereenigde
Staten als van de Sovjet-Unie.
Het trok de aandacht, dat Gay zijn stu
diereizen opende met een bezoek aan Italië
en eerst later Engeland, Zwitserland, Bel
gië en wellicht Nederland en Canada zal
bezoeken.
Meer afwijzend is de houding van En
geland. dat op het oogenblik geringe be
langstelling toont voor Italië.
Voor Bevin is Italië, nu het vredesver
drag eenmaal geteekend is, een lid van de
UNO en is het dus alleen van belang, dat
het een vredelievend lid zij; dc territoriale
geschillen met Joegoslavië, die zoo licht
tot wrijving zouden kunnen,leiden met den
grooten broer van dit Slavisch nabuurvolk,
moeten dus op zachtmoedige wijze wor
den opgelost door middel van wederzijd-
sche concessies. Handelsverdragen en even
tueele gemeenschappelijke deelneming aan
de exploitatie der omstreden gebieden zou
den volgens deze zienswijze de beide lan
den tot het inzicht moeten brengen, dat
onder de UNO-overkapping goede nabuur
schap en intense handelsrelaties de meest
Ioonende politiek zijn,
Churchill c.s. zien in Italië eventueel
een lid van de „Vereenigde Staten van
Europa", een lid echter dat men voorals
nog niet ten volle vertrouwen kan, omdat
het eenmaal een as-mogendheid was, en
thans sterke communistische stroomingen
toont.
De rebellen onder de Labour-partij stel
len ook al weinig belang in Italië als lid
van hun neutraal blok en zijn misschien
veeleer huiverig dit land in hun West-
Europeesche groepeering een plaats te ge
ven. omdat het, juist door het gekibbel
met Joegoslavië over Istrië en Triest, wei
nig geschikt is om deel te vormen van een
volkomen neutrale groep.
Is men in Engeland op het oogenblik
niet zeer geïnteresseerd in Italië, geheel
anders staan de zaken in Amerika en de
Sovjet-Unie. Hoeveel belangstelling Ame
rika toont voor dit land, dat van zoo groo
te beteekenis is voor een ieder, die zeg
genschap wenscht in de Middellandsche
Zee, blijkt wel uit de materieele hulp, die
Washington in allerlei vorm Italië doet ge
worden en uit het bericht, dat de moge
lijkheid voor een groote dollarleening
groeit.
De belangstelling der Sovjets is van an
deren aard, voorloopig meer negatief. Im
mers al is de huidige regeering van Italië
een coalitie-regeering, waarin de commu-
Beelden van het leven op
de Willem Barendsz
De „Willem Barendsz" heeft zijn groote
reis volbracht en is op weg naar huis
met den buit van vele liters traan. De
opvarenden hebben weken van inge
spannen arbeid achter den rug, doch
tusschen de bedrij-ven door was er ook
wel eens gelegenheid tot een rustig en
ontspannend intermezzo- Bijgaande
foto's brengen zoowel het werk als zulk
een intermezzo in beeld. Het spek-
snijden" .is een vakkundig karweitje
(boven). - Dr. A. Melchior, de bekende
Haarlemsche medicus, die als een der
scheepsartsen de reis meemaakte, en als
vaardig teekenaar alle gelegenheden
aangreep om curiositeiten in beeld te
brengen, teekende op het Dassen-eiland
de waardige pinguïnsdie verstoord
rond den indringer wandelen en zich
afvragen, wat dat vreemde wezen daar
in een van hun broedkuilen in zijn
schild voert (onderste foto).
Slachtplaats in ruïne
Controleurs van den C.C.D. ontdekten te
Deventer in een huis. dat indertijd bij een
bombardement is getroffen en sedert dien
tijd onbewoond bleef, een complete clan
destiene slachtplaats. De ruimte, waarin
naar later bleek ongeveer een veertig
koeien zijn geslacht, was hoogst onzinde
lijk. Van een pas geslachte koe troffen de
controleurs nog 294 k.g. vleesch en 30 k.g.
vet aan. Een aantal slagersgereedschappen
en takels werden in beslag genomen. Drie
personen, die dc slachtingen hadden ver
richt, werden in arrest gesteld.
De gemeente Hcilo krijgt een nieuwen bur
gemeester, namelijk den heer J. Kalff, vroeger
burgemeester van Krommenie.
Ameland in angst
De laatste storm heeft het den bewoners
van Ameland nogmaals duidelijk gemaakt,
hoe noodzakelijk het is. dat door den Rijks
waterstaat nog voor den komenden herfst
maatregelen worden genomen.
Deze maatregelen zouden dan moeten
bestaan uit het verstevigen van de smalle
duinenrij in het Westen van het eiland
die meer en meer afkalft-
HAAGSCHE ROUWDIENST VOOR
WULEN KONING CHRISTIAAN.
Op 1 Mei zal des morgens om 11 uur in
de Waaische kerk te s-Gravenhage een
rouwdienst werden gehouden wegens het
overlijden van Koning Christiaan van De
nemarken.
Nationale Vrouwenraad
vergadert in Haarlem
De Nationale Vrouwenraad van Neder
land hield gisteren in restaurant Bcink-
mann te Haarlem haar twee-en-veertigste
algemeene vergadering een vergadering,
die heden werd voortgezet.
De waarnemend-presidente, mej. A- C.
Schippers, die later in de vergadering bij
acclamatie tot presidente werd gekozen,
heette in haar openingswoord de talrijke
aanwezigen en in het bijzonder mevrouw
J. W. baronesse De Vos van Steenwijk-van
Royen, hartelijk welkom en memoreerde
de in den oorlog gevallen leden.
Nadat eenige huishoudelijke agenda
punten waren afgehandeld, beklom mej.
Schippers opnieuw het spreekgestoelte en
bracht verslag uit over de beweging.
Zij besprak den vrouwenarbeid en haal
de aan hoe op dit terrein voortdurend actie
wordt gevoerd. Zij vermeldde hierbij met
vreugde, dat de eerste Nederlandsche
vrouw haar intrede bij de rechterlijke
macht heeft gedaan. Tenslotte riep zij de
aanwezigen op om het werk van den N.
V. R. te steunen.
In haar buitenlandsch rapport vertelde
zij eerst iets over de moeilijkheden die de
Internationale Vrouwen Raad gelukkig
goed heeft doorstaan en noemde daarna
eenige voorbeelden van het nuttige werk
dat de I. V. R. geleverd heeft bij het op
lossen van sociale problemen, die de oor
log met zich mee heeft gebracht.
De rest van den dag werd gebruikt voor
het uitbrengen van rapporten door de le-
aenvereenigingen en het kiezen van drie
nieuwe leden van het dageljjksch bestuur:
mevr. H. D. Everts-Goddard, mevr. A- L.
de Blieck-Kist en mevr. M. Korthals Altes-
's Jacob.
Tenslotte had er in de hal van het
Stadhuis een ontvangst door het gemeen
tebestuur plaats, waarbij loco-burge
meester D. J. A. Geluk de dames in een
rede zijn waardeering te kennen gaf voor
haar sociale werk en mej. A. C. Schippers
hem op zeer geestige wijze voor zijn vrien
delijke woorden bedankte.
nisten een belangrijk aandeel hebben, toch
valt niet te loochenen, dat te Rome de
toon wordt aangegeven door de sterk anti
communistische partij der Christen-demo
craten van de Gasperi. Die partij moet
worden verzwakt, moet aan populariteit
verliezen, willen de ontegenzeggelijk ster
ke communistische elementen hun kans
krijgen. Op het terrein der buitenlandsche
politiek mag men dus verwachten, dat het
Sovjet-blok de Italiaansche regeering
moeilijkheden in den weg legt. De beste
gelegenheid daartoe bood de voorbereiding
van liet vredesverdrag en inderdaad zijn
van Joegoslavische en Russische zijde tij
dens de besprekingen te Parijs steeds
voorstellen gedaan, die het verdrag voor
Italië zwaarder maakten. Een dier voor
stellen werd in den definitieven tekst op
genomen.
Het vredesverdrag bevat
pijnlijke artikelen.
Naar de meening dergenen, die het ver
drag nauwkeurig bestudeerden, is artikel
16 het meest pijnlijke van alle- Men leest
daar: „Italië zal «de Italiaansche burgers,
in het bijzonder hen die deel uitmaakten
van de strijdmacht, niet vervolgen of be-
nadeelen in verband met de omstandig
heid. dat zij in het tijdvak gelegen tus
schen 10 Juni 1940 cn den datum waarop
het onderhavig verdrag van kracht zal
worden, uiting hebben gegeven aan hun
sympathie voor de zaak der Vereenigde
Volken of eenige activiteit hebben ont
plooid ten gunste dier zaak". Men dwingt
dus de Italiaansche regeer ing, voortgeko
men uit den ondergrondschen strijd tegen
Duitschland, een regeering, die fel anti
fascistisch is, tot het onderteekenen eener
verklaring, dat zij de partisanen en anti
fascisten niet zal vervolgen. Tijdens de
besprekingen der 21 mogendheden te Pa
rijs werd door den Joegoslavischen afge
vaardigde voorgesteld dit vernederend ar
tikel aan den oorspronkelijker! tekst der
Groote Vier toe te voegen, het werd toen
met een meerderheid van 2/3, vooral door
de oppositie van Amerika, verworpen.
Tijdens de besprekingen te New York in
November 1946 wist Molotof de andere
drie groote mogendheden er toe te bewe
gen dit artikel alsnog in den tekst op te
nemen. Hetzelfde geldt voor artikel 17,
waarbij de wederoprichting van fascisti
sche organisaties op Italiaansch grondge
bied wordt verboden.
Menig Italiaan acht deze twee artikelen
de meest grievende van het geheele ver
drag, daar zij uiting geven aan een wan
trouwen iin het Jtaliaansche volk en zijn
regeering.
In ieder geval zijn zij een blijvend do
cument van de tegenwoordige houding van
het Slavische bloc ten aanzien van Italië,
een bewijs, dat men te Belgrado en dus
ook te Moskou het na-oorlogsche Italië
nog als potentieel fascistisch beschouwt of
voorgreft te beschouwen.
Om de ziel van het Italiaansche volk
wordt een strijd gestreden tusschen
Washington en Moskou, waarbij Londen
en Parijs belangstellende toeschouwers
zün.
Partij van den Arbeid
houdt een congres
Donderdag is in gebouw „Tïvoli" ta
Utrecht het eerste congres van de Partij
van den Arbeid geopend met een toe
spraak van haar voorzitter, den heer K.
Vorrink. Hij noemde het experiment, oin
menschen van verschillende politieke en
godsdienstige levensbeschouwing in één
partij samen te brengen geslaagd. In dit
verband wees de spreker op het ledental
115.000 dat volgens hem bewijst, dat
de P. v. d. A. weerklank heeft gevonden
bij het Nederlandsche volk. Het besluit
van het N.V.V., om niet tot fujjie met de
E.V.C. over te gaan, juichte de heer Vor
rink toe.
Tijdens de middagzitting van den eersten
dag (het congres zal drie dagen in beslag
nemen) werden twee resoluties aangeno
men. die eenerzijds vreugde over het tot
stand komen van Linggadjati uiten en
verder aandringen op „doeltreffende maat
regelen terzake de ontoereikende of ave-
rechtsche voorlichting der Nederlandsche
troepen in Indonesië". Na een voordracht
van professor J. H. A. Logeman over het
vraagstuk „Indonesië en Linggadjati"
kwam in de avondvergadering minister ir.
H. Vos aan het woord, die den economi-
schen toestand besprak.
Kroeskopje, Bastiaan de kleine
Timorces. Pcppeltjc. (Van Gor-
cum en Co., Assen.)
In de serie ..Akkerklokjes" zijn korte
lings drie kinderboekjes verschenen, wier
eerste verdienste is. dat zij ook voor de
smalle beurs bereikbaar zijn. Fijntjes ge
ïllustreerd door Doortje Hespel en Lies
Veenhoven vertelt R. Winkel in „Kroes
kopje" van een Zwitsersch meisje en haar,
zwerftocht naar een zuiver hart; „Basti-
aan" is het eenvoudige zendingsverhaal
van Ds. E. Durkstra. zooals het gegroeid
is in Japansche krijgsgevangenschap en
met „Peppeltje" komt de kleine lezer aan
de hand van Joke van Kuipers, de beste
vertelster van de drie naar onzen smaak,
in de altijd weer bekorende wereld van
de kabouters. In de eerste twee boekjes
werd de Christelijke leer als stramien ge
bruikt, in „Peppeltje" komt de levensop
vatting van de schrijfster niet zoo duide
lijk naar voren. De drie verhalen zijn niet
alleen zeer leesbaar voor het kind rond
de tien jaar maar ook als „voorleesboekje",
zoowel in den Kersttijd als gedurende dc
rest van het jaar, zullen ze hun weg wel
vinden. p
Man en vrouw vóór en in het
huwelijk (J. H. Kok N.V. -
Kampen).
Dezer dagen verscheen de tweede druk
van dit werk, dat door den auteur, Dr. A.
C. Drogendijk uit Dordrecht, tot een be
langwekkende studie is gemaakt over de
verschillende problemen rond het huwelijk.
„Sexuologle in de praktijk" dcor
arts B. PREMSELA, A. J. G. Streng-
holt, Amsterdam.
Dit omvangrijke werk. waarvan thans de
tweede druk ls verschenen, legt duidelijk ge
tuigenis af van de groote ervaring die de schrij
ver heeft opgedaan en die hem behalve de
beschikking over vele voorbeelden een helder
Inzicht heeft gegeven in de kiesche en verant
woordelijke taak, waarvoor de sexuologische
praktijk den arts stelt, omdat hij immers hier
nog meer dan in andere gevallen te maken
heeft met den psychlschen toestand van zijn
patiënten.
Prof. mr. dr. Leo'Polak, die het boek met
an korte beschouwing inleidt, wijst op de be
teekenis voor den huisarts van een juist io-
zlchL in dit veelzijdige gebied der wetenschafl.