Onze deviezen en voorraden raken op Italië tusschen twee vuren MINISTER LIEFTINCKS NOTA: Er zal een onderzoek worden ingesteld naar verdere beperking van den invoer Groet uit de zee Plechtigheid bij de „Woeste Hoeve" Nieuwe uitgaven VRIJDAG 25 APRIL 1947 3 j)e minister van Financiën, prof. P. Lieftinck, heeft gisteren aan de Tweede Kamer ren nota over de financiëele positie van Nederland aangeboden. In een inleiding zet de minister uiteen, dat de oorlog althans voorloopig een einde beeft gemaakt aan de periode waarin Nederland gemakkelijk dekking vond voor zijn behoefte aan deviezen. Dc traditioneelc crediteurpositie is in aanzienlijke mate aan getast, voornamelijk ten gevolge van de economische plundering door den bezetter. Hoewel alle krachten er op zijn gericht binnen zoo kort mogelijken tijd het evenwicht In de betalingsbalans te herstellen, kan een dergelijke evenwichtstoestand volgens het Centraal Planbureau op zijn vroegst over eenige jaren worden bereikt. Daarom is Xederland ^durende den overgangstijd in aanzienlijke mate aangewezen op kapitaal- import. Gedurende den oorlog heeft de Neder- landsche regeering te Londen in de Ver- eenigde Staten rechtstreeksche aankoopen >edaan met regeeringsgelden, totdat op 8 luli 1942 de zg. leen- en pachtovereenkomst werd gesloten, waarbij werd overeengeko men, dat de goederen en materialen, welke voor de algemeene oorlogvoering noodig waren, zonder betaling konden worden ver- iregen. In Mei 1945 werd ook de aanschaf- Üng van civiele goederen op basis van de jeen- en pachtovereenkomst mogelijk ge maakt. Van deze schuld zal vermoedelijk ongeveer 60 millioen dollar voor civiele ;oederen worden betaald tegen 2 procent rente per jaar. De aflossing moet over vijf jaar beginnen in dertig jaarlijksche ter mijnen. De schuld op grond van militaire aanschaffingen onder leen- en pachtvoor- waarden wordt hoogstwaarschijnlijk groo tendeels kwijtgescholden. Nederland heeft ook aan de Amerikaan- (che legers een naar verhouding niet onbe langrijke hulp verstrekt, onder andere ii de West en na de bevrijding ook in Neder land. Deze diensten zullen door Nederland evenmin in rekening worden gebracht. Gedurende de eerste maanden na de be vrijding van het Westen van ons land heb ben de geallieerden groote hoeveelheden le- rensbenoodigdheden geleverd om de honge rige en verzwakte bevolking kracht tot her stel te geven. De totale kosten hiervan worden op 300 millioen dollar geschal, waarvan het Amerikaanschc aandeel 62 procent, het Canadeesche 5 procent en het Engelsche 33 procent bedraagt. Voor deze ichuld aan de Vereenigde Staten ten be drage van ongeveer 186 millioen dollar zal waarschijnlijk een gunstige regeling wor den getroffen. Om het betalingsverkeer met het buiten land weer op gang te krijgen werd over gegaan tot het afsluiten van betalingsver dragen, welke met credieten moesten wor den geschraagd in die gevallen, waarbij ge durende dp eerste jaren geen evenwicht :n de betalingsbalans was te verwachten. Hoe- rel van Nederlandsche zijde de nood zakelijkheid werd betoogd van credieten op langen termijn, was het den credietgevers jn vele gevallen niet mogelijk, hieraan te voldoen, zoodat met kortere credieten ge noegen moest worden genomen, om het tempo van den wederopbouw niet te ver tragen. Aan de noodzakelijke consolidatie Van deze credieten wordt gestadig gewerkt. In totaal vertoont de monetaire rekening op 17 Maart 1947 van acht landen een vor-| dering van f 65 millioen. Daarentegen be draagt de monetaire schuld aan zes landen l 142 millioen. Op dezen datum was van de gezamenlijke credietmarge van f 360 millioen met deze veertien landen voor 77 millioen gebruik gemaakt. geleverd worden en in dit jaar dienen te worden betaald. Er bestaat goede hoop, dat in de naaste toekomst het eerste deel van 100 millioen dollars van het crediet van 500 millioen dollars, dat bij de Internationale Bank voor Hei-stel en Wederopbouw is aangevraagd, ter beschikking komt. Uit hoofde van vrij willige liquidatie van Amerikaansche ef fecten door omzetting van het provenu in een binnenlandsche dollarleening wordt op een tweede 100 millioen dollars gerekend. Ook de deviezenbegrooting voor Canada sluit met een tekort. Relatief gunstiger is het beeld van de Póndenbalans. Voor 1947 is het evenwicht in den civielen sector naar alle waarschijnlijkheid met eigen middelen bereikbaar. Voor de financiering van de militaire aankoopen van 1 Maart 1947 af zullen, zoodra de herziene militaire pro gramma's ter beschikking staan, onder handelingen met Engeland worden aange knoopt. Nederlands goudbezit Aan den vooravond van den Duitschen inval bezat de Nederlandsche Bank aap goud in Nederland 192.460 kg en in het buitenland 362.923 kg, in totaal 555,283 kg met een boekwaarde van ruim f 1.115.500.000. Op 2 Juli 1945 bedroeg de goudvoorraad van de Nederlandsche Bank rond 240.000 kg fijn. De Staat bezat op dien datum circa 123.500 kg. goud, dienen de als onderpand voor het bankïerscrediet in de Vereenigde Staten en een kleine hoe veelheid vrij goud, ongeveer 3700 kg. We gens goudoverdrachten, voortvloeiende uit de uitvoering van de overeenkomsten van Bretton-Woods en als gevolg van enkele andere goudtransacties, is de goudvoorraad van de Nederlandsche Bank inmiddels te- ruggeloopen tot circa 175.000 kg goud per 10 Maart 1947, vertegenwoordigende een waarde van ongeveer f 520 millioen. In- en uitvoer De invoer in de laatste vier maanden tan 1945 was niet onbevredigend. Het ni veau van 700 a 800 ton per maand steeg Juni 1946 aanzienlijk en schommelde tot ernd 1947 tusschen de 1000 en 1300 ton per maand. Over 1946 is ongeveer de helft ingevoerd van de hoeveelheden van 1939, Het bedrag, dat hiervoor betaald moest worden was door de sterk gestegen prijzen echter anderhalf maal zoo hoog als in 1939. De betaling van den in- en uitvoer 1945 en 1946 moest grootendeels uit saldi, credieten en uit de opbrengst van expor ten geschieden. In het tweede halfjaar van 1945 nam België naar waarde gerekend niet minder dan 26 procent van den uitvoer af. tegen- er 11 procent vóór den oorlog. Het aan deel van de Vereenigde Staten steeg van 5 tot 15 procent. De overige belangrijke ex portlanden in dit halfjaar zijn Groot-Brit- tannië en Zweden elk met ongeveer 14 pro cent en Frankrijk met ongeveer 13 pro cent. In totaal bracht de export van Augustus tot en met December 1945 onge veer f 81 millioen op. Ook gedurende 1946 nam België de eer plaats in onder de landen van bestem ming met een aandeel van den totalen ex port van ongeveer 21 procent. Groot-Brit- tannië kwam op de tweede plaats met een aandeel van 11 procent, Zweden, dat in 1938 de zevende plaats innam, verschoof naar de derde plaats met 8 procent, Daarna volgden Frankrijk, Zwitserland. Duitschland, alle met 7 procent en de Ver eenigde Staten met 5 procent. De totale uitgevoerde hoeveelheid goe- leren in 1946 bleef belangrijk achter bij iet peil van voor den oorlog. Zij bedroeg naar gewicht ongeveer een vierde van het cijfer van 1937 en nog geen derde deel van ie geëxporteerde hoeveelheid van 1939. Door de gestegen prijzen was de opbrengst niettemin ruim f 800 millioen, tegenover een opbrengst in de laatste jaren van voor den oorlog van ruim f 1 milliard. De dien stensector bracht in 1946 volgens ruwe schatting ongeveer f 300 millioen op, voor namelijk bestaande uit scheepvaart, rente inkomsten en bedrijfswinsten. Betalingsbalans 1947 Het zoo juist gereed gekomen ontwerp Van de Nederlandsche betalingsbalans voor 1947 vertoont een tekort van f 2.234 mil- iioen voor de goederen- en dienstenbalans. De kapitaalsbalans geeft aan hoe dit saldo door kapitaalsmutaties grootendeels gedekt ian worden. Er resteert dan echter nog een passief saldo van f 609 millioen. Door de internationale prijsstijging is de toestand thans ongunstiger dan begin 1947 kon wor den voorzien. Een groot deel van het tekort op de beta lingsbalans is terug te brengen 'op een tg- Kort aan dollars of daarmede gelijk te stel len valuta. Het dollarprobleem voor 1947 zal een nog nijpender karakter krijgen, doordat tal van posten, welke onder het ivogramma van 1946 zijn besteld, door de *nge levertijden eerst gedurende 1947 af- ïnkomsten uit Indië vervallen De minister beschrijft hierna het groote belang van de Indische inkomsten voor qje betalingsbalans van Nederland. De valuta betalingen door Indië vormden in belang rijke mate het sluitstuk van de passieve handelsbalans van Nederland. De oorlog en de gebeurtenissen daarna hebben ingrij pende wijzigingen in deze situatie ge bracht. Nederland heeft zich- aanzienlijke deviezenoffers wegens de militaire krachts inspanning in Indië moeten getroosten. Het zal, gezien den deviezennood waarin het zelf mede door het wegvallen van de Indische inkomsten is komen te verkeeren, eventueele verdere hulp aan Indië van de vervulling van zeer stringente voorwaarden afhankelijk moeten stellen. Ruim twee-derde van het crediet is opgenomen. Nederland heeft in totaal tot dusverre een bedrag van ongeveer f 1847 millioen aan credieten verkregen, waarvan per 31 Maart 1947 was opgenomen ongeveer f 1389 millioen. Stelt men dit cijfer tegen over de f 5 milliard, welke Nederland in het buitenland (exclusief Indië) had ge-j investeerd, dan is men geneigd aan te ne men, dat de crediteurspositie, hoewel nood gedwongen ondergraven, nog is gehand haafd, ware het niet, dat hier zooveel on zekere factoren in het spel zijn, dat de mi nister zich niet in staat acht over de netto positie een uitspraak te doen. Dit temeer, daar de cijfers der verkregen en opgenomen credieten nog niet bevatten de schuld aan Groot-Brittannië uit hoofde van militaire leveranties,' waarvan het bedrag nog niet vast staat. Voor de eerste jaren kan geen evenwicht in de betalingsbalans worden verwacht. Gedurênde dien tijd zullen de reserves in het buitenland verder dienen te worden aangesproken. Het tempo van de liquidatie der beleg gingen in de dollar-area is afhankelijk van de snelheid, waarmede de Amerikaan sche effecten in Nederlandsche handen kunnen worden gecertificeerd. Nederland sche activa in de dollar-area dienen gedu rende de geheele reconstructieperiode als aanvullende financieringsbron zoo lang mo gelijk ter beschikking te worden gehouden. Daarom reeds is een overhaaste liquidatie onraadzaam. Neemt men in aanmerking, dat de normale invoer voor den oorlog f 1,5 milliard bedroeg, hertgeen op het tegenwoor dige prijspeil een bedrag vertegenwoordigt van f 4,5 milliard, dan blijken de opgeno men credieten van f-1,4 milliard slechts vier maanden import op vooroorlogsche basis uit te maken. De wereldprijs beweegt zich nog steeds op een abnormaal hoog peil, zoodat de op crediet aangekochte goederen duur zijn. Daar valt aan te nemen, dat het we reldprijspeil zich in de komende jaren in nedenvaartsche richting zal bewegen en de aflossing der credieten zal moeten ge schieden uit de opbrengst van Nederland sche exportgoederen tegen lagere prijzen dan de huidige, verschuift de ruilvoet zich te onzen nadeele en zullen de lasten dezer credieten zich in de toekomst dus sterker doen gevoelen. Zoolang de huidige politieke onzekerheid in Europa voortduurt, staat wel vast dal de uitermate gevoelige internationale cre- dietverleening nog niet volledig op gang zal kunnen komen. Liquidatie Amerikaansch effectenbezit. De regeering is er steeds van uitgegaan, dat aan een vrijwillige liquidatie van het Amerikaansche effectenbezit de voorkeur moet worden gegeven boven een ge dwongen vordering daarvan. Gedwongen vordering komt eerst in aanmerking, na dat gebleken zal zijn, dat de vrijwillige liquidatie niet voldoende dollars oplevert om het tekort aan deviezen, dat uit deze bron gedekt zal moeten worden, aan te zui veren. Het totaal aan liquiüeerbare Amerikaan sche effecten, d.w.z. zonder de deelne mingen wordt op 571 millioen dollars ge schat. Voor de dekking van het tekort op Minister Lieftinck: Wij leven van de hand in den tand. het dollarprogramma voor 1947 zal het noodzakelijk zijn een deel hiervan al dan niet vrijwillig te realiseeren. Tal van Nederlandsche ondernemingen zijn door haar relaties met buitenlandsche banken of buitenlandsche ondernemingen in staat zelf credieten op te nemen. De minister stelt er prijs op te verklaren, dat elk initiatief in deze richting zijn volie sympathie heeft. Invoer wordt besnoeid Het is helaas gebleken, dat de moge lijkheden tot het opnemen van herstellee- ningen geringer zijn dan aanvankelijk werd aangenomen. Dit heeft, tenzij op ruimere schaal buitenlandsch bezit wordt geliqui deerd, tot gevolg, dat het tempo van den wederopbouw wordt, vertraagd. Het Ne derlandsche volk zal zich moeten realisee ren, dat van een terugkeer tot de vooroor logsche goederen-bevoorrading voorloopig geen sprake zal kunnen zijn. Het tegendeel zal ongetwijfeld blijken. Het is noodzakelijk nog scherper dan lot dusverre toe te zien op een zoo nuttig mo gelijk gebruik van de beschikbare deviezen. Er zullen maatregelen worden genomen om de deviezen-inkomsten zooveel moge lijk'te verhoogen. Met dit doel worden on der de persoonlijke leiding van den minis ter de prioriteiten opnieuw onder het oog gezien en wondt onderzocht op welke wijze het invoerprogramma 1947 verder kan worden besnoeid, opdat hij aan zijn ambt- genooten dienovereenkomstige voorstellen zal kunnen doen. Daarbij worden de devie- zenbegrootingen van de departementen eveneens herzien, met inbegrip van die van Marine en Oorlog. Hierbij zal vooral de nadruk dienen te worden gelegd op aankoopen, welke ertoe leiden, dat onze exportcapaciteit wordt op gevoerd. Meer dan ooit zijn de deviezen te beschouwen als de brandstof waarop de Nederlandsche machine loopt. Het herstel van ons land is evenwel een zaak waaraan het geheele volk zal moeten medewerken en waarvoor van een ieder een offer mag worden gevraagd, aldus besluit prof. Lief tinck. Het Algemeen Nederlandsch Persbureau is er zoo langzamerhand aan gewend, dat. uit zijn brievenbus de meest wonderlijke epistels met soms de kleurigste postzegels te voorschijn komen. Dus was de brief, die er dezer dagen in terecht kwam, voorzien van een Griek- schen postzegel, op het eerste gezicht niet bijster bijzonder. Maar toch, naam en adres van den afzender maakten de fantasie en de nieuwsgierigheid van de geadresseerden gaande, want het komt niet eiken dag voor, dat er geschreven wordt door A. Voulga Molos, Hydra in Griekenland. Toen de enveloppe werd opengepeuterd. kwam een kleurig prentje van een Holland- schen windmolen voor den dag, slaande tusschen de palmen en de pyramides. Een frisch dienstmeisje komt er xiit (uit den molen wel te verstaan), voorzien van een blad met verfrisschende dranken, bestemd voor de gasten, die zich rond de aanwezige tafeltjes hebben geschaard. Het geheel wordt opgeluisterd door een Volendammer- met.trekpiano en de tekst, die dit plaatje moest verduidelijken luidt aldus: ..Hollands Glorie onderweg naar Egypte. Wij zullen overwinnen. Athene reeds veroverd. Veel dank aan den vinder dezes; wij zullen hem met een echt Hollandsch geschenk beden ken". Deze gedeeltelijk in het Engelsch ge stelde regelen waren onderteekend door Jan van Morkhoven, Mentink, H. C. Bos man, Bertus Aafjes, M. PleunerGroen, J. Goor en J. P. de Grote. Een tweede velletje papier is in de Engelsche taal be schreven en verteltdat dc bijgaande brief gevonden werd in zee bij het eiland, waar A. Voulgaris, een eenvoudige visscherman. woont. Wanneer de historie dus gerecon strueerd wordt, zou deze visscherman op zekeren dag een flesch of een busje uit het water gehaald hebben, waarmee hij naar een talenkenner toog, die het begeleidende briefje schreef. De achtergrond van dit verhaal is na tuurlijk het vertrek naar en het verblijf in Egypte van het Nederlandsche lunapark. De bovengenoemde begeleiders hebben gc- tracht een groet naar het verre vaderland te zenden en dank zij den Griekschen eilandbewoner is deze groet thans in ons land aangekomen. Wanneer Bertus Aafjes dit zal hooren dan zou het kunnen gebeu ren, dat hij naar de pen grijpt en in Grieksche versregelen den armen visscher van Molos beloont voor zijn koeriers- diensten. Drie Mei om 3 uur in den middag wordt nabij de Woeste Hoeve een plechtige her denking gehouden ter nagedachtenis van hen. die vielen als represaille voor den aanslag op Rauter. H.M. d«: Koningin is voornemens bij deze plechtigheid aanwezig te ziin. De Koningin zal een bloemstuk leggen bü het gedenkteeken voor de gevallenen en een rede uitspreken. Geknoei met tabakskaarten In samenwerking met de Osschc en de Belgische politic is een einde gemaakt aan een grootsch opgezetten bonnenzwendel, die zijn oorsprong in België had. Beruchte leden van de bende van „Toon de Soep" waren er nauw bij betrokken. Londen en Parijs kijken belangstellend toe (Van onzen Romeinschen correspondent) De positie van landen, die in de drei gende splitsing zooals die zich in de wereld afteekent, geen partij hebben gekozen, wordt do moeite van een beschouwing waard. Dit geldt vooral voor Italië. West- Europa, dat onder Engelsche leiding mis schien een derde min of meer neutraal blok gaat vormen, staat nog een weinig afwijzend tegenover de vroegere as-mo- gendheden, doch het blijkt, dat daarin verandering zal komen. Op het oogenblik, waarop wij dit schrijven, bevindt zich te Rome de vice-president van den Franschen ministerraad, de leider der M.R-P., Fran- cisque Gay. Voor zijn vertrek uit Parijs heeft deze aan Italiaansche journalisten verklaard, dat naar zijn mecning Frankrijk en de Europeesche landen, die gelijke be langen hebben, waaronder ook Italië, een drachtig moeten streven naar een politiek, onafhankelijk zoowel van de Vereenigde Staten als van de Sovjet-Unie. Het trok de aandacht, dat Gay zijn stu diereizen opende met een bezoek aan Italië en eerst later Engeland, Zwitserland, Bel gië en wellicht Nederland en Canada zal bezoeken. Meer afwijzend is de houding van En geland. dat op het oogenblik geringe be langstelling toont voor Italië. Voor Bevin is Italië, nu het vredesver drag eenmaal geteekend is, een lid van de UNO en is het dus alleen van belang, dat het een vredelievend lid zij; dc territoriale geschillen met Joegoslavië, die zoo licht tot wrijving zouden kunnen,leiden met den grooten broer van dit Slavisch nabuurvolk, moeten dus op zachtmoedige wijze wor den opgelost door middel van wederzijd- sche concessies. Handelsverdragen en even tueele gemeenschappelijke deelneming aan de exploitatie der omstreden gebieden zou den volgens deze zienswijze de beide lan den tot het inzicht moeten brengen, dat onder de UNO-overkapping goede nabuur schap en intense handelsrelaties de meest Ioonende politiek zijn, Churchill c.s. zien in Italië eventueel een lid van de „Vereenigde Staten van Europa", een lid echter dat men voorals nog niet ten volle vertrouwen kan, omdat het eenmaal een as-mogendheid was, en thans sterke communistische stroomingen toont. De rebellen onder de Labour-partij stel len ook al weinig belang in Italië als lid van hun neutraal blok en zijn misschien veeleer huiverig dit land in hun West- Europeesche groepeering een plaats te ge ven. omdat het, juist door het gekibbel met Joegoslavië over Istrië en Triest, wei nig geschikt is om deel te vormen van een volkomen neutrale groep. Is men in Engeland op het oogenblik niet zeer geïnteresseerd in Italië, geheel anders staan de zaken in Amerika en de Sovjet-Unie. Hoeveel belangstelling Ame rika toont voor dit land, dat van zoo groo te beteekenis is voor een ieder, die zeg genschap wenscht in de Middellandsche Zee, blijkt wel uit de materieele hulp, die Washington in allerlei vorm Italië doet ge worden en uit het bericht, dat de moge lijkheid voor een groote dollarleening groeit. De belangstelling der Sovjets is van an deren aard, voorloopig meer negatief. Im mers al is de huidige regeering van Italië een coalitie-regeering, waarin de commu- Beelden van het leven op de Willem Barendsz De „Willem Barendsz" heeft zijn groote reis volbracht en is op weg naar huis met den buit van vele liters traan. De opvarenden hebben weken van inge spannen arbeid achter den rug, doch tusschen de bedrij-ven door was er ook wel eens gelegenheid tot een rustig en ontspannend intermezzo- Bijgaande foto's brengen zoowel het werk als zulk een intermezzo in beeld. Het spek- snijden" .is een vakkundig karweitje (boven). - Dr. A. Melchior, de bekende Haarlemsche medicus, die als een der scheepsartsen de reis meemaakte, en als vaardig teekenaar alle gelegenheden aangreep om curiositeiten in beeld te brengen, teekende op het Dassen-eiland de waardige pinguïnsdie verstoord rond den indringer wandelen en zich afvragen, wat dat vreemde wezen daar in een van hun broedkuilen in zijn schild voert (onderste foto). Slachtplaats in ruïne Controleurs van den C.C.D. ontdekten te Deventer in een huis. dat indertijd bij een bombardement is getroffen en sedert dien tijd onbewoond bleef, een complete clan destiene slachtplaats. De ruimte, waarin naar later bleek ongeveer een veertig koeien zijn geslacht, was hoogst onzinde lijk. Van een pas geslachte koe troffen de controleurs nog 294 k.g. vleesch en 30 k.g. vet aan. Een aantal slagersgereedschappen en takels werden in beslag genomen. Drie personen, die dc slachtingen hadden ver richt, werden in arrest gesteld. De gemeente Hcilo krijgt een nieuwen bur gemeester, namelijk den heer J. Kalff, vroeger burgemeester van Krommenie. Ameland in angst De laatste storm heeft het den bewoners van Ameland nogmaals duidelijk gemaakt, hoe noodzakelijk het is. dat door den Rijks waterstaat nog voor den komenden herfst maatregelen worden genomen. Deze maatregelen zouden dan moeten bestaan uit het verstevigen van de smalle duinenrij in het Westen van het eiland die meer en meer afkalft- HAAGSCHE ROUWDIENST VOOR WULEN KONING CHRISTIAAN. Op 1 Mei zal des morgens om 11 uur in de Waaische kerk te s-Gravenhage een rouwdienst werden gehouden wegens het overlijden van Koning Christiaan van De nemarken. Nationale Vrouwenraad vergadert in Haarlem De Nationale Vrouwenraad van Neder land hield gisteren in restaurant Bcink- mann te Haarlem haar twee-en-veertigste algemeene vergadering een vergadering, die heden werd voortgezet. De waarnemend-presidente, mej. A- C. Schippers, die later in de vergadering bij acclamatie tot presidente werd gekozen, heette in haar openingswoord de talrijke aanwezigen en in het bijzonder mevrouw J. W. baronesse De Vos van Steenwijk-van Royen, hartelijk welkom en memoreerde de in den oorlog gevallen leden. Nadat eenige huishoudelijke agenda punten waren afgehandeld, beklom mej. Schippers opnieuw het spreekgestoelte en bracht verslag uit over de beweging. Zij besprak den vrouwenarbeid en haal de aan hoe op dit terrein voortdurend actie wordt gevoerd. Zij vermeldde hierbij met vreugde, dat de eerste Nederlandsche vrouw haar intrede bij de rechterlijke macht heeft gedaan. Tenslotte riep zij de aanwezigen op om het werk van den N. V. R. te steunen. In haar buitenlandsch rapport vertelde zij eerst iets over de moeilijkheden die de Internationale Vrouwen Raad gelukkig goed heeft doorstaan en noemde daarna eenige voorbeelden van het nuttige werk dat de I. V. R. geleverd heeft bij het op lossen van sociale problemen, die de oor log met zich mee heeft gebracht. De rest van den dag werd gebruikt voor het uitbrengen van rapporten door de le- aenvereenigingen en het kiezen van drie nieuwe leden van het dageljjksch bestuur: mevr. H. D. Everts-Goddard, mevr. A- L. de Blieck-Kist en mevr. M. Korthals Altes- 's Jacob. Tenslotte had er in de hal van het Stadhuis een ontvangst door het gemeen tebestuur plaats, waarbij loco-burge meester D. J. A. Geluk de dames in een rede zijn waardeering te kennen gaf voor haar sociale werk en mej. A. C. Schippers hem op zeer geestige wijze voor zijn vrien delijke woorden bedankte. nisten een belangrijk aandeel hebben, toch valt niet te loochenen, dat te Rome de toon wordt aangegeven door de sterk anti communistische partij der Christen-demo craten van de Gasperi. Die partij moet worden verzwakt, moet aan populariteit verliezen, willen de ontegenzeggelijk ster ke communistische elementen hun kans krijgen. Op het terrein der buitenlandsche politiek mag men dus verwachten, dat het Sovjet-blok de Italiaansche regeering moeilijkheden in den weg legt. De beste gelegenheid daartoe bood de voorbereiding van liet vredesverdrag en inderdaad zijn van Joegoslavische en Russische zijde tij dens de besprekingen te Parijs steeds voorstellen gedaan, die het verdrag voor Italië zwaarder maakten. Een dier voor stellen werd in den definitieven tekst op genomen. Het vredesverdrag bevat pijnlijke artikelen. Naar de meening dergenen, die het ver drag nauwkeurig bestudeerden, is artikel 16 het meest pijnlijke van alle- Men leest daar: „Italië zal «de Italiaansche burgers, in het bijzonder hen die deel uitmaakten van de strijdmacht, niet vervolgen of be- nadeelen in verband met de omstandig heid. dat zij in het tijdvak gelegen tus schen 10 Juni 1940 cn den datum waarop het onderhavig verdrag van kracht zal worden, uiting hebben gegeven aan hun sympathie voor de zaak der Vereenigde Volken of eenige activiteit hebben ont plooid ten gunste dier zaak". Men dwingt dus de Italiaansche regeer ing, voortgeko men uit den ondergrondschen strijd tegen Duitschland, een regeering, die fel anti fascistisch is, tot het onderteekenen eener verklaring, dat zij de partisanen en anti fascisten niet zal vervolgen. Tijdens de besprekingen der 21 mogendheden te Pa rijs werd door den Joegoslavischen afge vaardigde voorgesteld dit vernederend ar tikel aan den oorspronkelijker! tekst der Groote Vier toe te voegen, het werd toen met een meerderheid van 2/3, vooral door de oppositie van Amerika, verworpen. Tijdens de besprekingen te New York in November 1946 wist Molotof de andere drie groote mogendheden er toe te bewe gen dit artikel alsnog in den tekst op te nemen. Hetzelfde geldt voor artikel 17, waarbij de wederoprichting van fascisti sche organisaties op Italiaansch grondge bied wordt verboden. Menig Italiaan acht deze twee artikelen de meest grievende van het geheele ver drag, daar zij uiting geven aan een wan trouwen iin het Jtaliaansche volk en zijn regeering. In ieder geval zijn zij een blijvend do cument van de tegenwoordige houding van het Slavische bloc ten aanzien van Italië, een bewijs, dat men te Belgrado en dus ook te Moskou het na-oorlogsche Italië nog als potentieel fascistisch beschouwt of voorgreft te beschouwen. Om de ziel van het Italiaansche volk wordt een strijd gestreden tusschen Washington en Moskou, waarbij Londen en Parijs belangstellende toeschouwers zün. Partij van den Arbeid houdt een congres Donderdag is in gebouw „Tïvoli" ta Utrecht het eerste congres van de Partij van den Arbeid geopend met een toe spraak van haar voorzitter, den heer K. Vorrink. Hij noemde het experiment, oin menschen van verschillende politieke en godsdienstige levensbeschouwing in één partij samen te brengen geslaagd. In dit verband wees de spreker op het ledental 115.000 dat volgens hem bewijst, dat de P. v. d. A. weerklank heeft gevonden bij het Nederlandsche volk. Het besluit van het N.V.V., om niet tot fujjie met de E.V.C. over te gaan, juichte de heer Vor rink toe. Tijdens de middagzitting van den eersten dag (het congres zal drie dagen in beslag nemen) werden twee resoluties aangeno men. die eenerzijds vreugde over het tot stand komen van Linggadjati uiten en verder aandringen op „doeltreffende maat regelen terzake de ontoereikende of ave- rechtsche voorlichting der Nederlandsche troepen in Indonesië". Na een voordracht van professor J. H. A. Logeman over het vraagstuk „Indonesië en Linggadjati" kwam in de avondvergadering minister ir. H. Vos aan het woord, die den economi- schen toestand besprak. Kroeskopje, Bastiaan de kleine Timorces. Pcppeltjc. (Van Gor- cum en Co., Assen.) In de serie ..Akkerklokjes" zijn korte lings drie kinderboekjes verschenen, wier eerste verdienste is. dat zij ook voor de smalle beurs bereikbaar zijn. Fijntjes ge ïllustreerd door Doortje Hespel en Lies Veenhoven vertelt R. Winkel in „Kroes kopje" van een Zwitsersch meisje en haar, zwerftocht naar een zuiver hart; „Basti- aan" is het eenvoudige zendingsverhaal van Ds. E. Durkstra. zooals het gegroeid is in Japansche krijgsgevangenschap en met „Peppeltje" komt de kleine lezer aan de hand van Joke van Kuipers, de beste vertelster van de drie naar onzen smaak, in de altijd weer bekorende wereld van de kabouters. In de eerste twee boekjes werd de Christelijke leer als stramien ge bruikt, in „Peppeltje" komt de levensop vatting van de schrijfster niet zoo duide lijk naar voren. De drie verhalen zijn niet alleen zeer leesbaar voor het kind rond de tien jaar maar ook als „voorleesboekje", zoowel in den Kersttijd als gedurende dc rest van het jaar, zullen ze hun weg wel vinden. p Man en vrouw vóór en in het huwelijk (J. H. Kok N.V. - Kampen). Dezer dagen verscheen de tweede druk van dit werk, dat door den auteur, Dr. A. C. Drogendijk uit Dordrecht, tot een be langwekkende studie is gemaakt over de verschillende problemen rond het huwelijk. „Sexuologle in de praktijk" dcor arts B. PREMSELA, A. J. G. Streng- holt, Amsterdam. Dit omvangrijke werk. waarvan thans de tweede druk ls verschenen, legt duidelijk ge tuigenis af van de groote ervaring die de schrij ver heeft opgedaan en die hem behalve de beschikking over vele voorbeelden een helder Inzicht heeft gegeven in de kiesche en verant woordelijke taak, waarvoor de sexuologische praktijk den arts stelt, omdat hij immers hier nog meer dan in andere gevallen te maken heeft met den psychlschen toestand van zijn patiënten. Prof. mr. dr. Leo'Polak, die het boek met an korte beschouwing inleidt, wijst op de be teekenis voor den huisarts van een juist io- zlchL in dit veelzijdige gebied der wetenschafl.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1947 | | pagina 5