Onbarmhartig relaas
Literaire kanttekeningen
Zal Frankrijk stakingsrecht beteugelen?
Bakkers zijn ongerust
ZATERDAG 21 JUNI 1947
3. W. F. WERUMEUS BUNING: Verboden Verzen.
Em. Querido's Uitg. Mij., Amsterdam.
Er ZIJN NIET VEEL DICHTERS die
over hun kunst ongekunstelder en
daardoor natuurlijker hebben gesproken
dan Buning. Als hij zich, zoals in zijn
„Ontmoeting met vreemde gevolgen"
dat ogenschijnlijk luchtige, maar hoogst-
ernstige boekje over het ontstaan van
Maria Lécina afkerig toont van de
aüreolen, waarmee een misplaatste ver
ering dichterhoofden pleegt te omgeven, is
dat .geen valse bescheidenheid. De dichter
aldus was en bleef Buning's opvatting
van zijn ambachtschap is een instru
ment, nu eens door dat wonder der in
geving, dat we de „Muze" noemen, achter
gelaten in een vergeten hoek van het
leven, dan weer in een schone gril met een
teer gebaar uitverkoren, bespeeld te wor
den. Hij dicht niet, de dichter, hij wórdt
gedicht. Wat er tot woord zal worden, hóé
het woord zijn vorm zal vinden, hij heeft
het niet voor het zeggen, hij luistert en
schrijft, de éne keer met verfijnder oor,
de andere maal met gewilliger pen, maai
bij schrijft, uit leed of vreugde, uit gemis
of vervulling hij is een gehoorzaam
dienaar: èn van zijn Muze, èn van zijn
„gehoor". Maar wat het ook is dat hem
zingen dpet: smart of geluk, of beide
tegelijk, het uur waarin de Muze hem
genadig is, blijft hoe dan ook een geluks-
uur, van geroepen- en bevrijd-zijn, voor de
duur van de geboorte van. een vers, meer
of min volmaakt, maar van een vers.
Nooit heeft Buning haar verloochend,
zijn Muze, nooit haar geweld aangedaan.
Hij. heeft haar geen woorden in de mond
gelegd -die ze hem niet influisterde, hij
heeft haar niet naar de mode getooid,
haar niet vermooid of omhuld met de
symbolentaal, die alleen voor „ingewijden"
een select publiek zoals dat heet
verstaanbaar is. Hij, die de verstechniek
zo meester is, die versvormen bespeeld
heeft, waaraan weinigen zich waagden,
hij heeft nooit naar het rijm toegedicht
terwille van het gladde vers; liever geen
rijm dan een bedacht, dat is een vals rijm.
Het kan zijn dat een aangevangen rijm
schema onder de dwang van het woord
onverwacht wisselt; het kan zelfs gebeu
ren dat ge een keer struikelt over een on
willige maat. Maar ongeschonden blijft
zijn geluid, zijn toon, die, eenmaal gehoord,
nooit meer vergeten kan worden. Kan men
een dichter eigenlijk meer eren?
Niet dat hij de ballade of de ode of
welke versvorm ook, teruggaf aan de
levende letteren, heeft hem tot een onzer
meest gelezen en waarachtigste dichters
doen worden, maar dat hij schreef in een
voud, dichtte zoals eeuwen her, toen er
nog in onmiddellijkheid, zonder kunstgre
pen, zonder raffinement, geschreven werd
in de spreektaal, van hart tot hart. Al
wat hij beluisterd heeft, werd niet opge
tekend uit ijdele zelfverheerlijking en
sprekend van en voor zichzelf, maar on
baatzuchtig, in lettertekens die straks
weer woord zullen worden in het oor en
het hart van zijn lezer.
Buning is zichzelf ontroerend trouw ge
bleven: trouw allereerst aan zijn zeer
eigen geluid; trouw aan de eenzaamheid
die, hoe blijmoedig, vurig en levensver
liefd hij soms ook gezongen heeft, zijn
deel blijft; trouw aan zijn werk. Maar
bovenal trouw aan haar, die hem, zo lang
geleden al, door de dood ontviel toen zij
„op Gods glans in den hooge, blind als
een vlinder ingevlogen" was. Altijd weer
is het haar beeld, ongerept, „gratie van
God in alle leden, gratie die meer dan
schoonheid is", dat hem verschijnt en
redt van de vertwijfeling, dat hem terug
gaf aan het leven, waarvan hij dóór de
dood zozeer leerde houden:
„mijn liefste het is wèl
Gods arbeider en slaaf te zijn, hoe hard
Het bed alleen, hoe bitter soms de tijd
dat ik moet wachten totdat gij er zijt,
wat deert het nog, dat wie dit kent,
dit lijdt."
Dat is meer dan berusting, dat is een
handreiking tot over de grenzen van het
leven aan haar, die hem „geploegd heeft als
een akker" en hem daarom nooit verlaat:
„En onverwachts
komt gij met groot licht, met zoo grooten
schijn
dat gij mij overstelpt met zaligheid
en wij niét spreken, maar gemeenzaam
zijn
Vervuld van deze verbondenheid, sterk
en teer tegelijk, kon ondanks alle gemis,
dit dichterhart vol liefde blijven: liefde
voor het schoons waarmee God dit aardse
gezegend heeft; liefde voor die „broeder
mens", voor wie men toch in vreze moet
leven, dat hij zal schenden wat hem is toe
vertrouwd; liefde voor het leven, niet zo
uitbundig en onbezwaard, dunkt mij, als
destijds Roelands het schreef, maar in een
andere zin: liefde die daarom zo warm en
innig is, omdat de dichter welvertrouwd
met de dood, te goed de onherroepelijkheid
van elk ogenblik kent om het roekeloos
te verspillen en de geschenken des levens
niet te hoedgn als een broos en kostbaar
bezit, dat men niet anders deelachtig wordt
dan na zijn tol te hebben betaald aan het
leed. Walschap schreef het onlangs zo juist:
er wordt nu eenmaal meer schoons geboren
uit de beproeving dan uit de vreugde,
Buning zegt het op zijn wijs: „Men moet
elk vers met bloed en tranen kopen".
Daardoor juist kon de dichter, alleen met
het glas, dat „eens van mijn liefste was",
op een oudejaarsavond neerschrijven:
„God gaf mij die verandering
Dat 'k alle leed en licht van leven
in heldere verzen heb geschreven
Ik kan ze niet afzonderlijk noemen, de
heldere verzen van deze bundel, daarvoor
zijn ze mij in een langdurig en vertrouwd
verkeer te na aan het hart gegroeid. Maar
dit dan: ze zijn mijt stuk voor stuk, zeer
dierbaar.
„Verboden Verzen" verboden aan
vankelijk na onze bevrijding. Niet dat de
mens-Buning de gevolgen moest dragen
van wat een mengeling van rechtsgevoel
en vergeldinggdrang in hem misprees,
maar dat men zijn werk trof, het woord,
„gezegend door herinneringen", het woord
dat toen niet gezegd mocht worden tgt ,*,alle
mensen die elkaar beminnen, tot over het
graf gezegend met de zinnen" dat heeft
hem gekrenkt, en meer dan één dichtregel
getuigt ervan.
Buning heeft zijn bundel doen vooraf
gaan door een citaat uit Milton's „Areopa-
gitica", een indrukwekkend pleidooi voor
de vrijheid van het woord, gericht tot het
Engelse Parlement; het opent met deze ver
manende zin: „Wie een mens doodt, doodt
een redelijk wezen. Gods evenbeeld; maar
wie een boek verspilt, doodt de rede zelve,
doodt Gods beeld, zoals het aan het oog
verscheen."
Het mag dan volgens Buning zo zijn, dat
men het gedicht meer dient te eren dan de
dichter, dankbaarheid voor het schone dat
alleen verzoet, mag men hem niet onthou
den. Dichter, dank de Muze voor de bege
nadigde ogenblikken waarin ze U dit in
fluisterde. C. J. E. Dinaux.
De Duinwaterleiding
ontstond 50 jaar geleden
Een eeuw geleden was het leidingwater'
nog onbekend. In de meeste huizen waren
regenbakken of pompen en waar die ont
braken zorgde de overheid door straat-
pompen in het tekort te voorzien. Toen de
begrippen over - volksgezondheid door
drongen kwam het besef, dat geen enkele
regenbak en lang niet alle pompen goed
drinkwater gaven. De duinen moesten uit
komst brengen. En ze hebben dat gedaan.'
Op 8 Juli is het 100 jaar geleden da£ aan
de gepensionneerd majoor der genie C. D.
Vaillant concessie werd verleend tot het
aanleggen van een waterleiding uit de
duinen bij Haarlem naar Amsterdam.
Daarmee was de grondslag gelegd voor de
Amsterdamse waterleiding. Het duurde
evenwel nog tot 1853 vóór de Amsterdam
mers het zuivere leidingwater dronken.
Haarlem sloot een contract met Amster
dam om ook van dit duinwater te profi
teren. Een halve eeuw geleden werden
voorbereidingen getroffen om te Haarlem
een eigen waterleiding op te richten. In
het voorjaar van 1948 gaan we haar gou
den feest vieren.
Agenda voor Haarlem
ZATERDAG 21 JUNI.
Frans Hals Museum: Tentoonstelling KZOD
10—5 uur (dagelijks). Palace: „De witte klippen
van Dover", 2.30, 6.45 en 9.15 uur. (Zondag 1.45,
4.15, 6.45 en 9.15 uur). Luxor: „Opgejaagde
jeugd", toeg. bov. 18 j. 2.30, 7.00 en 9.15 i
(Zondag 2.00. 4.15 7.00 en 9.15 uur). City: „Stille
helden", toeg. bov. 14 j. 2.30, 7.00 en 9.15
(Zondag 2.30, 4.15, 7.00 en 9.15 uur). Spaarne: „De
laatste avonturiers", toeg. bov. 14 j. 7.00 en 9.15
uur. (Zondag 2.00. 4.15 7.00 en 9.15 uur). Frfns
Hals: „De ellandpnnses". toeg. bov. 18 j. 2.30.
7.00 en 9.15 uur. (Zondag 2.00. 4 30, 7.00 en 9.15 u.).
Rembrandt-theater: „Les enfants du Paradis",
toeg. bov. 18 j. 2.30 en 7.30 uur.
ZONDAG 22 JUNI.
Stadsschouwburg: Kinderoperette „Baron
Kreeltneus". 2 uur Gem. Concertgebouw: De
Ramblers. 8 uur. Bioscopen: Middag- en avond
voorstellingen.
MAANDAG 23 JUNI.
Bioscopen: Middag- en avondvoorstellingen.
Arthur Honegger. Paul Hindemith, William
Walton en Olivier Messlaen zullen op het Inter
nationaal muziekfeest dat tot 30 Juni te Wenen,
gehouden wordt.'^eigen composities vertolken.
Bij de opvoering te Kassei van het toneel
stuk „De heilige vlam" van Somerset Maugham
is het tot incidenten gekomen, bij de passage
waarbij een moeder haar door een vliegtuig
ongeluk ongeneeslijk verwonde zoon vergiftigt,
werd uit de zaal geroepen: „dat is nazi-
Ideologie".
Cultureel treffen. Het 63ste lustrum van de
Amsterdamse gemeente-universiteit wordt met
een aantal culturele gebeurtenissen gevierd. Op
23 Juni spreekt Jullcn Benda over „Zijn er
eeuwige waardon?" en op 24 Juni Maurice Roe-
lants over „Vrijheid en critische normen in de
kunst", 's Avonds speelt het Palvet-kwartet wer
ken van Franck. Ravel en Ibert. Donderdagavond
26 Juni voert het ensemble van Hans Brandts
Buys onbekende werken van de zonen van BaCh
uit.
Tijdens de lustrumweek is er van 25 Juli af
een tentoonstelling van manuscripten en in
cunabelen in de universiteitsbibliotheek en een
tentoonstelling van moderne boekkunst in „Arti
et Amicitiae" onder de titel „het welverzorgde
boek".
Vrijdag 27 Juni is de grote gala-voorstelling
van het lustrumspel „De poort van Ishlar". een
lyrisch drama van F. SchmidtDegener met
muizek van Rudolf Escher.
Het studentenorkest „J. Pzn. Sweelinck" geeft
op Maandag 30 Juni een uitvoering van
speciaal gecomponeerde cantate van Koos
de Griend op een tekst van Leopold.
Al deze culturele genietingen zullen echter
ongetwijfeld overtroffen worden door de piere
mentenwedstrijd, die de studenten -Woensdag
middag op het Frederiksplein organiseren.,
De voordrachtskunstenares Marguerite Cou
perus heeft een uitnodiging ontvangen een
tournee door Noord-Amerika te maken. Zij zal
in verschillende steden, waar talrijke Nederlan
ders en Friezen wonen, optreden.
N.Z.H.-historie in 1946
Uit het verslag over het dienstjaar 1946 var
NZHVM te Haarlem blijkt dat de verlees- en
winstrekening over dat jaar een winstsalao van
f 2.055.430,85 aanwijst. Tengevolge van de over
neming der bezittingen en schulden van een
aantal geliquideerde maatschappijen, zoals'de
„Duinlander". de „ENET" en andere was
vêrliessaldo ontstaan, dat van de winst wordt
afgetrokken. Het overblijvende winstbedrag ad
f 47.788.19'. wordt naar nieuwe rekening over
gebracht.
Op 31 December 1946 bedroeg het aantal perso
neelsleden van de NZH 1412. Het trammaterleel
onderging geen ingrijpende wijzigingen maar
in het bussenpark kwamen in 1946 nog al
verschuivingen voor: door overneming van de
„Duinlander" werd de NZH 10 bussen rijker,
verder kwamen 14 nieuwe wagens aan, waarvan
er enkele voor de technische dienst bestemd
waren. Drie bussen vielen onder slopershanden.
Tenslotte werd de NZH aan het einde van 1946
bedacht met 23 Ford-chassis.
In de Meidagen van 1940 is de Cuneratoren te Rhenen, welke toen juist gerestaureerd
was, door het oorlogsgeweld zwaar beschadigd. Men is opnieuw met restauratiewerk
zaamheden begonnen. Het zal nog wel een tiental jaren duren voor de toren in zijn
oude luister is hersteld.
Communisten voelen
Over Muziek
er niet voor
(Van onze correspondent te Parijs)
Men kan moeilijk beweren, dat de at
mosfeer in Frankrijk is gezuiverd door
het succes der spoorwegmannen, welk
succes de schatkist op ongeveer tien mil
liard francs komt te staan en de treinrei
ziger vermoedelijk op een tariefsverhoging
van I Vb OP 2 francs per kilometer. Na een
interruptie van enkele maanden is de slo
pende wedloop tussen lonen en prijzen met
dit succes weer hervat, naar aanleiding
waarvan de Katholieke minister van fi
nanciën Robert Schumann voornemens
koestert om af te treden. De vette koppen
in de boulevardbladen, dat er geen deva
luatie op komst is, blijken weer eens het
beste middel te zijn geweest om de vrees
daarvoor uit te lokken en aan t^ wakke
ren. gezien de stijging van de goudprijzen
in de laatste dagen.
De loonsverhoging der spoorwegmannen
zal blijken geen opzichzelf staand feit te
zijn: door deze loonsverhoging wordt het
reizen duurder en zal, om maar eens een
voorbeeld te noemen, de textielarbeider
een hoger loon willen hebben hetgeen
wellicht gebeurt nadat hij eens heeft ge
staakt. En dan moet de bakker zijn kle
ren duurder betalen. Weshalve hij gaat
staken. Kostbaarder.broek en van de bak
ker verhogen de prijs van het, brood. En
ziet, wanneer de treinconducteur meer
voor z'n broodje moet gaan betalen, 'is het
tijd voor een nieuwe spoorwegstaking.
Juist het voorzien van deze nasleep deed
Ramadier en de Syndicaten zo grimmig
vechten." Ramadier wist, dat met zijn ca
pitulatie zijn hele economische politiek op
losse schroeven kwam te staan en hij wist
ook, dat slechts een productieverhoging
een loonsverhoging nationaal kon recht
vaardigen.
Door stakingen wordt echter juist het
tegendeel bereikt. Het ligt dus voor de
hand, dat velen thans uitzien naar een
middel, om het in de grondwet vastge7
stelde stakingsrecht enigszins aan banden
te leggen. De ervaring dezer laatste weken
heeft namelijk geleerd, dat stakingen te
gemakkelijk kunnen worden uitgeroepen,
om zich dan snel verder voort te planten
op een voedingsbodem van een zekere al-
UNO apparaat is gereed
voor plan-Marshall
Verklaring van Trygve Lie
De secretaris-generaal der Verenigde
Volken, Trygve "Lie, heeft bevestigd, dat
het apparaat der UNO in gereedheid is ge
bracht om alle werkzaamheden, die ver
bonden zijn aan het plan-Marshall voor
de wederopbouw van Europa, te verrich
ten. Lie zeide, dat de economische com
missie voor Europa en aanverwante bu
reaux der UNO beschikken over alle ge
gevens en deskundigen, om het plan des
noods onmiddellijk in practijk te brengen.
Lie deelde mede, dat prof. Gunnar Myrdal,
oud-minister van Handel van Zweden en
thans secretaris van de economische com
missie voor Europa, te Londen cn Parijs
besprekingen had gevoerd. Hij bevindt
zich nu in Moskou en was volledig ge
ïnstrueerd om aan de Europese regerin
gen bijzonderheden te verstrekken inzake
de faciliteiten, die de organisatie der UNO
zou kunnen verlenen bij de ten uitvoerleg
ging van Marshall's plan.
Radio-Moskou heeft een telegram van
Tass, het officiële Sovjet-Russische nieuws
bureau uitgezonden over de Brits-Franse
besprekingen betreffende Marshall's hulp-
voorstel. In dit telegram wordt gezegd:
„Men kan niet ontkomen aan de indruk,
dat deze besprekingen een poging beteke
nen om achter de rug van de Sovjet-Unie
en andere Europese landen om te hande
len". f
Het Tass-telegram werd door Radio-
Moskou uitgezonden in het binnenlands
Vierhonderd gulden voor
een bezoek aan Frankrijk
Tussen de Franse en de Nederlandse re
gering is een regeling tot stand gekomen,
volgens welke Fransen naar "Nederland
kunnen reizen onder medeneming van vier
honderd gulden per persoon.
Naarmate het Franse bezoek aan Neder
land zich ontwikkelt, zal er voor Neder
landers gelegenheid bestaan naar Frank
rijk te gaan met een bedrag aan francs
overeenkomende met vierhonderd gulden.
Dit geldt voor degenen, die voor herstel
van gezondheid, studiedoeleinden en cultu
rele uitwisseling willen reizen en voor
hen, die voor genoegen oaar Frankrijk
gaan. Voor zakenreizen bestaat een aparte
regeling.
De eerste Franse bezoekers, reizende vol
gens deze nieuwe bepalingen, zijn reeds in
ons land aangekomen.
Oost-Duitse premiers willen
voorstellen doen
De minister-presidenten van de staten
in de Russische zóne van Duitsland heb
ben de geallieerde bestuursraad telegra
fisch verzocht voorstellen te mogen doen
voor het herstel van de economische.en
politieke eenheid van Duitsland. Zij her
inneren er aan, dat de minister-presiden
ten van de staten van West-Du its land de
bestuursraad reeds verzocht hebben de
resoluties van de conferentie van Miin-
c'hen te mogen voorleggen.
gemene jiationale ontevredenheid. In ver
schillende gevallen werden stakingen ont
ketend door zogenaamde agents provoca
teurs (aanhangers van de denkbeelden van
wijlen Trotzky) waarna de Syndicaten uit
vrees voor concurrentie de leiding dier
agitaties in handen nemen, zonder er zelf
het initiatief toe te hebben genomen,
dit verband heeft het initiatief van
radicaal«-socialistisch afgevaardigde,
de directeur van het weekblad La Bataille,
Henri Queuille, sterk de aandacht getrok
ken. Hij wil een wetsontwerp indienen,
waarbij de arbeiders hun voornemens tot
;taken acht dagen tevoren bekend zullen
moeten maken en wilde stakingen dooi
de regering met succes zullen kunnen wor
den bestreden. De Franse Vakcentrale, de
onder communistische leiding staande C.
G. T.. heeft echter bij voorbaat reeds haar
afwijzend advies ten aanzi.en-van dit voor
stel kenbaar gemaakt. Zij ziet hierin een
bedekte poging om de rechten der arbei
ders te beknotten.
De jongste ervaringen hebben inmid
dels onmiskenbaar aangetoond, dat met
handhaving van een ongebreideld stakings
recht de toekomst van het land niet langer
is verzekerd.
Het Centraal Bestuur van de Nederland
se Bakkersbond te 's-Gravenhage heeft
aan de minister van Landbouw,. Visserij
en Voedselvoorziening een telegram ge
zonden, waarin het verklaart kennis te
hebben genomen van de allerwegen
groeiende onrust in de bakkersbedrijven,
als gevolg van de geruchten over veran
deringen van de blbem- en broodprijzen.
Het dringt ér bij de minister in het alge
meen-belang met klem op aan, geen beslis
sing in deze te nemen, voordat de patroons
organisaties in het bakkersbedrijf gehoord
zjjn. De Nederlandse Bakkersbond betoogt
verder dat de grens Van bestaansmogelijk
heid reeds bereikt is en verdere nadelige
veranderingen ten aanzien van het bak
kersbedrijf noodgedwongen tot sluiting
van de bedrijven zouden moeten leiden.
Ambachtslieden overtraden
de prijsvoorseliriften
Prijzencontroleurs hebben de laatste
maanden bijzondere belangstelling getoond
voor de prijzen, welke timmerlieden, schil
ders, metselaars en loodgieters aan hun
klanten berekenden. Het bleek, dat men
het in dertig procent van de gecontroleerde
bedrijven met de prijsv^orschriften niet zo
nauw nam, aangezien voor de in dit jaar
verrichte werkzaamheden gemiddeld f 3000
te veel was berekbnd! In de meeste geval
len werden meer uren berekend dan er in
werkelijkheid waren besteed. Bovendien
was de administratie soms opzettelijk slor
dig, met de bedoeling de controle te be
moeilijken. De deskundigen van de prijs
controle bleken echter door opmeting van
het werk het aantal arbeidsuren en de
hoeveelheid verwerkt materiaal juist te
kunnen schatten, zodat het kwaad toch kon
worden achterhaald. Tegen alle overtre
ders is proces-verbaal opgemaakt. Zij zul
len zich binnenkort voor de tuchtrechter
voor de prijzen hebben te verantwoorden.
Het overheidstoezicht op de ambachtslieden
zal nog worden verscherpt.
VICE-ADMIRAAL J. W. TERMIJTELEN
VERLAAT DE ZEEDIENST.
Aan de vice-admiraal J. W. Termijte-
len, Hr. Ms. adjudant in buitengewone
dienst is te rekenen van 1 Mei af, op zijn
daartoe gedaan verzoek eervol ontslag uit
de zeedienst verleend wegens langdurige
dienst, met dankbetuiging voor de lang
durige en gewichtige diensten, door hem
aan den lande bewezen.
Met ingang van 1 Mei 1947 zijn bevor
derd tot Sehout-bij-Nacht de kapitein ter
zee J. J. L. Willinge, de kapitein ter zee
met de tijdelijke rang van Schout-bij -
Nacht G. B. Salm en de kapitein ter zee
H. C. W. Moorman.
DE
p R ZIJN IN DE FILMPRODUCTIE met
enige moeite bepaalde „tijdperken" te
vinden, waarin dan weliswaar niet één
bepaalde soort films haar stempel cPrukt
op alles wat er verschijnt, maar waar een
bepaalde voorkeur voor één genre is te
zien. We hebben een periode gehad, waarin
biografische werken van alle kanten op de
markt gebracht werden, er is een voor
liefde geweest voert: revue-achtige rol
prenten en zo meer. Wat op het ogenblik
in zwang is kunnen wij moeilijk, overzien
het heden is altijd door een hoger muur
omringd dan het verleden en soms zelfs
dad de toekomst maar we kunnen toch
wèl vaststellen dat er een reeks van op
vallend goede films is die
minder door dramatische
kwaliteiten opvalt dan dooi
de scherpte waarmee zij de
psyche van de mens obser
veert en uitbeeldt. Een van
de opmerkelijkste van dit
aantal is „Obsessie", een ware psycho
analyse in filmtaal. Daarin wordt beschre
ven hoe doktoren door een geleidelijke
naspeuring een beeld opbouwen van de
geestelijke gesteldheid van een patiënt en
op het laatst in staat zijn het punt vast te
stellen waar de genezing moet beginnen.
Deze psychologen zijn een soort geestelijke
detectives. Een tegenhanger van deze film.
die de' typische eigenschappen van deze
scherp observerende beeldenkunst heel
duidelijk bezit, is „Lost weekend". Deze
be
film is op het filmfestival in Cannes
kroond en sindsdien op alle mogelijke ma-
programma en is op in 't oog vallende wijzenieren geprezen en onderscheiden om haar
in de bladen gepubliceerd.
In gewoonlijk welingelichte kringen te
Parijs is men van mening, dat het Sovjet-
Russische antwoord op de uitnodiging van
Engeland en Frankrijk om mee te werken
aan de uitvoering van het plan-Marshall
op zijn vroegst over een dag of drie ver
wacht kan worden.
Internationaal arbeidsbureau
dient resolutie in
Het internationaal arbeidsbureau heeft
aan de dertiende internationale arbeids-
conferentie te Genève een resolutie voor
gelegd waarin vrijheid van vereniging en
onderhandeling voor arbeiders en werk
gevers in de gehele wereld wordt ge
vraagd. Deze resolutie is opgesteld, nadat
de kwestie door de economische en sociale
raad van de UNO naar het internationaal
arbeidsbureau was verwezen. In de reso
lutie wordt het beginsel van de verplich
ting om alleen bij een vakvereniging aan
gesloten arbeiders in dienst te nemen,
mits in gemeenschappelijk overleg, aan
vaard en in een contract omschreven, er
kend. Er wordt geen gewag gemaakt van
gedwongen arbitrage doch wel van de in
stelling van vrijwillige regionale en natio
nale verzoenings-instanties.
voortreffelijke eigenschappen. Dit is geen
detectivefilm op geestelijk gebied, maar
een gangstergeschiedenis op hetzelfde ter
rein. Hier behoeft geen moeilijke vraag
onderzocht te worden, er is alleen een uit
gesponnen ongecompliceerd thema het
relaas van een drinker, een onverbeter
lijke, hopeloos aan de drank verslaafde
man.
Het is geen opwekkende geschiedenis.
Deze man, een schrijver, is een zwakke
ling. Op het ogenblik dat hij zijn gedach
ten en dromen op papier zal gaan zetten,
vloeien de kracht en de bezieling uit hem
weg, hij zoekt radeloos naar een middel
dat hem kracht geeft om terug te roepen
wat hij verliest. Die kracht geeft de drank
hem. Hij verafschuwt het drinken en weet
dat hij een getekende is, maar hij is in een
ban geraakt en kan zich niet meer bevrij
den. Op de eerste dronk moeten er meer
volgen en hef einde is steeds de nevelach
tige toestand, waarin alle rede en gevoel
hem verlaten hebben en hij nog slechts
reageert op de elementairste drift, die hem
nog steeds meer alcohol doet zoeken.
De man raakt en de film beeldt dat
in verschillende terugblikken op zijn leven
uit onvermijdelijk in moeilijkheden om
dat hem telkens op een beslissend ogen
blik de moed en innerlijke zekerheid ont
breken. Zijn carrière is negatief, zijn ver
loving wordt een mislukking, pogingen om
zich te onthouden van de drank, lopen op
razende drinkerijen uit. Er blijft niets van
hem over dan een drankzuchtig dier, dat
zich alleen daardoor van andere dieren on
derscheidt dat het nauwkeurig weet hoe
zijn toestand is.
Dit verhaal, opgesteld in de directe,
niets verhullende cn tot in alle détails on
barmhartig scherpe verhaaltrant die vele
der jonge Amerikaanse schrijvers aan de
dag leggen is afkomstig van Charles
Jackson. Het werd tot scenario bewerkt
door Ben Hecht die eens de wereld ver
raste met zijn cynische „Misdaad zonder
hartstocht", en verfilmd door Billy Wilder,
die eens bij Robert Siodmak heeft ge
werkt én met hem samen „Menschen am
Sonntag" gemaakt schijnt te hebben. De
hoofdrol is gespeeld door Ray Milland van
wie we tot nu toe nooit iets bijzonders
hebben gezien het resultaat is een
samenspel van fotografie, spel. mu
ziek, een werkelijk filmrelaas, dat de toe
schouwer meesleurt, hem doet vergeten
dat hij eigenlijk voor zijn plezier naar de
bioscoop is gegaan, hem vervult met deer
nis voor een mens die zo ten prooi is aan
oncontroleerbare driften, maar een film
die tegelijk de toeschouwer dwingt- in de
huid van de dronkaard te kruipen, zijn
angstig zoeken naar drank zelf te beleven
en tenslotte de kramp van een ellendig
dilirium te voelen.
Alles aan deze perfecte film is even kei
hard en onverbiddelijk en aan het einde'
is de hoop, die de volhardende liefde van
een toegewijd meisje schenkt een ware
bevrijding uit de beklemming van deze
geschiedenis die ons laat vergeten dat
dit heele samenstel gehoorzaamt aan een
dramatische wet en welbewust effectje
voor effectje is opgebouwd. Dit gevoel van
bevrijding openbaart dat de aesthetische
kwaliteiten ook op een moreel besef zijn
gegrondvest en achter deze felle uitbeel
ding niet de zucht naar sensatie en. „gees
telijke gangster-romantiek" schuil gaat,
maar dat zij voortgekomen is uit een diep
medeleven met deze rampzalige mens, die
zich op het einde afvraagt: hoevelen zou
den er achter de wanden van de New
Yorkse wolkenkrabbers leven, die zijn
zoals ik?
Dit is een werkelijk „volwassen" film,
een die men kan voorhouden aan degenen
die twijfelen aan de ernstige mogelijkhe
den van de jongste muze: het kan ook zó.
v. G.
Ray Milland, de drinker in „Lost Weekend"
en het meisje dat, met hem denkt te spelen
maar zelf het slachtoffer wordt van de dier
lijke slimheid, waarmee hij steeds middelen
weet te winden om drank te bemachtigen.
Robert Schumann
LIEFELIJK-ERNSTIGE, weekhar
tige componist der „Dichterliebe"
redigeerde enige tijd het „Neue Zeit-
schrift fiir JVIusik", dat in Leipzig ver
scheen. Hij schreef er opstellen en critie-
ken in', philosopheerde over muziek en
musici. Hij streed tegen ijdelheden en
wees op de diepe levenswaarde der klas
sieke meesters; hij had niet veel zin voor
levenskunstige humor, maar wel een har
telijke en geenszins oppervlakkige liefde
voor de kunst; hij was het tegenoverge
stelde van een egoïst. Hij studeerde zijn
gehele leven en al zwom hij doorgaans in
een huisbakken poëzie, in zijn beste tijden
weixl hij dom^en werkelijke dichterlijk
heid bezield.^en is geen gevoelige leuter
kous, wanneer men een werk als de
Etudes symphoniques voor piano schrij
ven kan; vele energieke en enthosiaste
fragmentenu in zijn werken wegen wel op
tegen da tranen-rijke zoetigheid van zijn
Frauenliebe. Dat hij weinig zelfcritiek
had, was niet te wijten aan gebrek aan
intelligentie, maar aan het feit dat zijn
echte Duitse natuur in een mistige dro
merij leefde, die vreemd was aan puntige
wisselwerking van geest in sentiment. Hij
was een nobel, gevoelvol mens; de ge
breken van zijn kunst waren de gebreken
van zijn brave soortgenoten, zowel
de mannelijke als de vrouwelijke. Hij kan
wel een sentimenteel hart veroveren, maar
niet een geest dwingen of bezweren'.
Het moet gezegd worden dat hij in zijn
geschriften over muziek niet als nuchtere,
eigenwijze schoolmeester optrad, maar
wel degelijk als ervaren kunstenaar. Dit
besef vergezelt ons voortdurend, wanneer
wij zijn verzamelde geschriften opslaan.
In nummer 36 van bovengenoemd tijd
schrift. in het iaar 1850, verschenen zijn
zogenaamde „Musikalisehe Haus- und Le-
bensregeln", die aanvankelijk bestemd
waren als toevoeging voor zijn Album für
die Jugend. dat in 1349 verscheen. Inder
daad had Schumann deze raadgevingen in
zijn manuscript van het Jugendalbum
tussen de verschillende piano-stukjes ge
schreven. Bij de 2e druk van deze compo
sities werden ze als uitgebreid voorwoord
voor de 'muziek geplaatst. Sommige dezer
uitspraken zijn kennelijk bedoeld voor
vakstudenten, de meeste echter zijn
blijkbaar gericht tot alle jeugdige muziek
liefhebbers en speciaal tot hen, die ijverig
musiceren. In de opeenvolging van Schu
mann's opmerkingen is geen bepaalde
methode, maar het lijkt mij niet toevallig
dat de volgende juist de eerste is.
„De ontwikkeling van het gehoor is het
voornaamste. Doe vroegtijdig moeite,
toonaard en toon te herkennen. De klok,
de koekoek ga na welke toon zij aan
geven".
Inderdaad is het heel mooi en leerzaam,
zich rekenschap te geven van gehoorde
tonen. Ik zou Schumann's raad willen wij
zigen als volgt: tracht een gehoorde toon
direct na te zingen en herhaal dit zingen
met telkens langere tussenpozen. Wie een
piano bij de hand heeft kan zichzelf con
troleren. Deze oefening is met enige ma
nieren uit te breiden.
Aardig is de tweede opmerking, die
blijkbaar door te droog piano-onderwijs is
geïnspireerd.
„Gij moet toonladders en andere vin
geroefeningen ijverig spelen. Er zijn ech
ter vele mensen, die menen daar alles mee
te bereiken, die tot in hoge ouderdom
dagelijks vele uren met mechanisch stu
deren doorbrengen. Dit is ongeveer het
zelfde als zich moeite te geven dagelijks
het a, b, c zoo snel mogelijk cn voortdu
rend sneller, uit te spreken. Besteed uw
tijd beter".
Natuurlijk moeten vingers, handen, pol
sen methodisch geoefend worden, maar
zelfs tijdens deze gymnastiek moet bij elk
détail het muzikale doel van mooie toon-
vorming niet vergeten worden. Schu
mann zelf had bij zijn pianistische studie
een onaangename ervaring: hij eiste in
onverstandige ogenblikken te veel van zijn
vierde vinger cn verlamde deze. Hij
waarschuwt echter tegen een stelselmatige
snelheids-mechaniek, die niet muzikaal
ontwikkelt cn een verkeerd begrepen
acrobatiek is. Men kan het in zeker op
zicht hiermee natuurlijk enorm ver bren
gen! Peter van Anrooy vertelde eens van
de virtuoos Iturbi, die bij hem als solist
optrad: „die man speelt geen trillers meer,
dat zijn electrische schellen". Zo'n vir
tuositeit wekt een donderend-electrisch
applaus op. dat evenmin uit liefde voor
de muziek ontstaat.
De volgende zinnen zijn mij uit het hart
gegrepen. „Doe moeite, ook al hebt u wei
nig stem, zonder hulp van het instrument
van het blad te zingen, de scherpte van
uw gehoor zal daardoor altijd toenemen.
Als u echter een klankvolle stem hebt,
verzuim dan geen ogenblik ze te ontwik
kelen, beschouw haar'als het schoonste ge
schenk, dat u door de hemel verleend is!"
Dit is misschien wel wat sentimenteel
uitgeroepen, maar het raakt precies de
waarheid, dat alle muziekbeoefening met
zingen begint, met zingen doorgaat en in
zingen zijn voltooiing bereikt. Ik zou in
herhaling van vroegere artikelen verval
len wanneer ik hierbij aantoonde, hoezeer
dit ook op instrumentaal musiceren van
toepassing is. Wie de gedachtengang van
een instrumentale melodie wil leren ken
nen moet de tonen zo niet luidop dan toch
in gedachte zingen, anders zal de voor
dracht onvoldoende zijn.
Even verder lees ik het volgende:
„Verzuim geen gelegenheid waarbij gij
met anderen te samen musiceren kunt. in
duo's, trio's enz. Dit maakt uw spel
vloeiend, levensrijk. Begeleid ook zangers
dikwjjls".
Ook deze raad laat aan duidelijkheid
niets te wensen over. Het ensemble-spelen
is inspirerend, ook bij eenvoudige muziek;
het begeleiden van liederen minstens even
zeer, want de piano-spelende liefhebber
ondergaat de poëzie van de gezongen me
lodie en de zanger kan zich laten- beïnvloe
den door het volledige harmonische en
rythmische leven van de klavierpatij. De
volgende uitstekende raadgeving sluit
hierbij aan: „Zing ijverig mee in een
koor, vooral in de middenstemmen. Dit
maakt u muzikaal".
Tenslotte een goede raad. die ik uit de
68 tot de beste reken: „Verzuim nooit
goede opera's te horen".
HfeNDRIK ANDRIESSEN
BESLISSING OP GRATIEVERZOEKEN.
Bij Koninklijk Besluit is afwijzend be
schikt op het gratieverzoek van J. H. A.
M. Driehuis, tot de doodstraf veroordeeld
bij sententie van het Bijzonder Gerechts
hof te Den Bosch. Het doodvonnis is vol
trokken.
Gratie is verleend aan J. H. J. von Freitag
Drabbe, tot de doodstraf veroordeeld bü
sententie van het Bijzonder Hof te Am
sterdam. De doodstraf is veranderd in een
gevangenisstraf van 15 jaar.