Haarlems Dagblad Nederland wil onderzoek aanvaarden mits: niet onder jurisdictie van de UNO Zorgelijke Toestand Mr. VAN KLEFFENS TOT DE VEILIGHEIDSRAAD: Een woord van teleurstelling, beklag en protest Hoe de Nederlandse regering zich een eventueel onderzoek voorstelt 62e Jaargang No. 18711 Bureaux: Grote Houtstr. 93, Tel. Admin. 10724, 11825. Redactie 10600. Directeur-Hoofdredacteur 15054. Bijkantoor H.N., Soendapleïn 37. Tel. 12230. Drukkerij Z. B. Spaarne 12, Tel. 12713, 10132. Zaterdag 16 Augustus 19*17 Verschijnt dagelijks behalve Zon- en Feestdagen. Abonnementsprijs per week 31 cent, per kwartaal ƒ4,Franco per post ƒ4,50. Postgiro 273107. Advert-tarieven op aanvraag b\j de Administratie Directeur-Hoofdredacteur: Robert Peereboom Uitgave van de Stichting Voorlichting te Haarlem DE TOESTAND ten aanzien van Indo nesië is door de toepassing van militaire actie, door onze regering aangeduid als politionele actie, niet verbeterd maar veel eer verslechterd. Er is nu een buitengewoon moeilijke en zorgelijke situatie ontstaan. In artikelen op 21 en 22 Juli heb ik grote be zorgdheid te kennen gegeven over het be sluit, om militaire actie toe te passen. Toen was zij pas begonnen. Engeland deed een aanbod van goede diensten; er was alle aanleiding om erop aan te dringen, dat ter* snelste te aanvaarden. Het werd niet aan vaard. Pas later bleek men bereid een over eenkomstig aanbod van Amerikaanse zijde aan te nemen. Toen werd de zaak in de Veiligheidsraad van de U.N.O. gebracht, hetgeen te voorzien was en hetgeen men ook in Den Haag voorzien moet hebben. De Indonesiërs leverden intussen vrijwel geen strijd en trokken terug. De Veiligheidsraad verklaarde zich in meerderheid bevoegd om de zaak te behandelen, in tegenstelling tot het door Nederland ingenomen standpunt dat dit een binnenlandse aangelegenheid betrof, waarmee de Raad niet te maken Daarop werd -het bekende beroep op Nederland en de republikeinen gedaan om de strijd te staken, waaraan na een paar dagen, toen de reeds bereikte bezetting van erbindingslijnen door onze troepen was voltrokken, gevolg werd gegeven. Sindsdien bezetten zij nieuwe stellingen en zijn voort durend bezig met zuiveringsacties. De repu bliek neemt een houding van nieuwe en vergrote onwil aan, terwijl Nederland, zoals uit de jongste besluiten van de Veiligheids raad en ook uit de houding van de buiten landse pers gebleken is, een grote mate van goodwill" in het buitenland heeft verloren. De meerderheid van de Veilig heidsraad heeft reeds besloten om de Phi- lippijnen tot de beraadslagingen toé te la ten. nadat zij de toelating van de republiek, vertegenwoordigd door Sjahrir, reeds had aanvaard. Zij heeft geweigerd, vertegen woordiging van de deelstaten te acceptéren. Men kan dit als onlogisch en onrecht vaardig met kracht van redenen bestrijden. Er is veel tegen aan te voeren. Maar dat verbetert de toestand niet. Dat verandert ook niets aan het feit dat Indonesische lei ders als Sjahrir, Sjarifoeddin en Setyadjit, die in hoge male tot samenwerking bereid zijn geweest, thans tegenover ons staan. Onze troepen zijn in een nog minder vei- Vgc positie, dan zij het tevoren waren. Sommigen in ons land zijn thans van me ning, dat men de militaire actie tot geheel Java en Sumatra zou moeten uitbreiden. Men kan zich moeilijk voorstellen, dat dit geschieden kan legen de wensen van de Veiligheidsraad in. Men kan zich nog moeilijker voorstellen dat met -de republiek, in het algemeen met die Indonesiërs die de vrijheids-vaan hebben geheven, een nieu we grondslag van samenwerking zou zijn tc vinden na een verder voortgezette mili taire actie. En toch is zulke samenwerking nog steeds het einddoel, waarop de Neder landse krachten geconcentreerd moeten worden. Geen gedwongen, maar een weder zijds vrijwillige samenwerking. Reeds op dit ogenblik, nu alleen nog maar delen van, Java en Sumatra door militaire actie bezet zijn, rijst de vraag of die vrijwillige samen werking nog wel te bereiken zal zijn. Waar om heeft men, toen men Li-nggadjati op zegde maar de beginselen van Linggadjati bleef handhaven zoals minister-presi dent Beel het met zo grote nadruk heeft verklaard de arbitrage van art. 17 van Linggadjati niet toegepast, inplaats van tot militaire actie over te gaan? Juridisch was aan te voeren, dat die arbitrage in dit ge val niet toepasselijk was. Dat is dan ook geschied. Maar ons grote belang is niet „ge lijk hebben", maar hetgeen men blijvend, voor de toekomst, in samenwerking met de Indonesiërs bereiken kan. En daartoe had den de pogingen tot overleg en bemiddeling tot he{ uiterste moeten worden toegepast, want dat is van veel groter waarde dan de voorraden suiker, rubber enz. en de toe gang tot ondernemingen, die men thans verworven heeft zónder een ontwikkelings lijn in de toekomst te zien. Op 21 Juli heb ik de vraag gesteld: „Wat zal tenslotte de uitwerking van wapenge weld en zijn gevolgen op de vereiste nieuwe samenwerking in Indonesië zijn? Dat met geweld geen blijvende oplossingen bereikt kunnen worden is een ervaring, die de mens al talloze malen en in talloze vormen heeft opgedaan.'' En op 22 Juli voegde :k daaraan toe: „Laten wij onszelf geen din gen gaan wijsmaken omtrent de betekenis en de gevolgen van het gebruik van geweld. Men lost er de geschillen in wezen nimmer mee op. Men kan er een in zekere opzich ten sterker en voordeliger positie mee be reiken tijdelijk maar daarmee is het conflict niet uit de wereld. En door het gebruik van geweld worden nieuwe weer standen en verzet opgewekt." Wij zien dat nu, helaas, al duidelijk. Met de aanduiding van een militaire actie als politionele en met de opzegging van Linggadjati gekop peld aan de handhaving van zijn beginselen, zonder evenwel de arbitrage van art. 17 in bet spel te brengen, konden deze gevaren niet bezworen worden. Nu kunnen wij zeggen: waarom bemoeien de andere Aziatische landen zich ermee? Waarom bemoeit de U.N.O. zich ermee? Waarom laat men de zaak niet aan Neder land en Indonesië ter gezamenlijke oplos sing over, als een intern probleem? De verklaring is dat er geen uitsluitend Indo nesische, maar een Aziatische vrijheids beweging bestaat, zoals uit gelijktijdige actie in de Britse en Franse koloniën ge bleken is, dat dus is ontstaan hetgeen men meermalen een Aziatisch ontwaken ge noemd heeft velen zien er de geboorte Van een nieuwe grote macht, die van de ïslam, in en dat dit vooral door de grote Mogendheden als een zgak van internatio nale betekenis beschouwd wordt, die ben ten nauwste raakt. Tien of twintig jaar geleden zou het mogelijk geweest zijn voor Nederland en Indonesië de kwesties geza menlijk oil zonder inmenging van anderen te lossen. Nu gelukt dat niet meer. Men kan dat aanvechten, maar het feit veran dert er niet door. Waarom heeft, terwijl Engeland, Amerika en Frankrijk Nederland in diplomatieke zin Zijn blijven bijstaan, de pers in die landen vooral in Engeland en Amerika zoveel teleurstelling en zoveel misnoegen getoond bij het intreden van de Nederlandse mili taire actie? De psychologische verklaring daarvan is .i. deze: „Alle volken koesteren de, wens. dat nieuwe oorlog vermeden zal worden. Wij leven in een na-oorlogse periode en die wens is groeiende naarmate de oorlogspsy chose afneemt evenals na 1914. Tegelijk Wbrdt de mensheid zich steeds sterker be- Paard op liol geslagen Vrijdagmorgen reed een 42-jange koopman I met paard en wagen over de Hertenkaxnplaan. I Het paard schrok van een troepje passeiende schoolkinderen en sloeg op hol. waarbij de be stuurder van de bok vie:. Nadat het wagentje het achterwiel van een fiets had beschadigd werd het paard in de Kustenburgerlaan door een onbekend gebleven man tot stilstand ge bracht, Persoonlijke ongelukken kwamen niet voor. Fraai staaltje recherchewerk De Haarlemse recherche heeft Vrijdag een 33- jarlge chauffeur van wie zij aanvankelijk over geen andere gegevens beschikte, dan dat zijn rijbewijs in December 1947 afliep aange houden. die ln samenwerking met een losse werkman 10 mud anthraciet had ontvreemd uit de opslagplaats van een kolenhandel aan de Harmenjansweg. De losse werkman kon nog niet worden aangehouden, Het woord is aan...._ Mr. van Kleffens, de Nederlandse afgevaardigde in de Veiligheidsraad, heeft gister avond in de vergadering verklaard, dat zijn regering bereid is het instellen van een onpartijdige commissie voor onderzoek in Indonesië te aanvaarden, mits dit niet onder de jurisdictie van de Veiligheidsraad geschiedt, welks recht tot interventie in deze aangelegenheid niet door de Nederlandse regering wordt erkend. „Wij zijn vóór onderzoek, doch wij zijn van oordeel, dat de Veiligheidsraad niet gemachtigd is het bevel te geven tot een dergelijk onderzoek. Wat ook de status van de Indonesische republiek is, ieder is het er over eens, dat Nederland de souvereiniteit in Indonesië nog bezit. De Nederlandse regering maakt geen bezwaar tgen onderzoek door een commissie, indien dit tenminste een commissie is, die niet door de Veiligheidsraad wordt ingesteld", aldus mr. van Kleffens. Mr. van Kleffens wees daarmede het Australische voorstel tot het instellen van een commissie voor onderzoek onder jurisdictie van de Veiligheidsraad van de hand. Dit voorstel werd gedurende deze vergadering door Polen en de Philippijnen gesteund. Mr. var» Kleffens zeide: „Mijnheer de voorzitter, het is allereerst mijn plicht namens mijn regering een woord van teleurstelling, beklag en protest te doen horen betreffende de wijze, waarop de Veiligheidsraad onze verzoeken, die naar onze mening in alle opzichten redelijk waren, heeft behandeld. De tegenzin, om geen sterker woord te gebruiken, van de kant van de Veiligheidsraad om onze be langen op voldoende wijze te behartigen, werd het eerst duidelijk, toen ik, wetende, dat de minister-president van mijn rege ring mij telefonisch wenste té spreken, ver zocht om een uitstel van de besprekingen van twee uur, aangezien ik niet wist, of de gronden waarop ik mijn optreden in deze zaak baseerde, nog geldig waren. Dit ver zoek is toen behandeld ren vervolgens af gewezen. Het tweede punt, waarover ik mij te beklagen heb, is de wijze, waarop de vraag omtrent toelating van Oost-Indonesië en West-Borneo is behandeld. Toen wij de toelating van de Indonesi sche republiek behandelden, werd deze uitdrukkelijk verleend op de basis, dat er geen definitie of bepaling van de status der republiek noch enige regeling of tekst bestaat, waarop deze toelating berust. Toen wij gisteren de toelating van Oost-Indone- sië en West-Borneo bespraken, werden er allerlei pogingen tot definitie en bepaling van de status dezer gebieden gedaan. Ik protesteer hiertegen, hoewel ik mij er van bewust ben, dat het aan de raad en aan de raad alleen is om te beslissen, of en in hoe verre deze zichzelf ontvankelijk wil ver klaren voor de beschuldiging, dat de raad wat de Belgische gedelegeerde genoemd heeft „twee maten en twee gewichten" ge bruikt. In het bijzonder beklaag ik mij over het feit, dat er leden van de raad ge weest zijn, die zonder daarin te worden tegengesproken verklaarden, dat de toela ting van vertegenwoordigers van 20 mil- lioen mensen, gekozen op wettige democra tische wijze, de zaken „gecompliceerd zou maken" en daarom dan ook geweigerd moest worden. Het spreekt vanzelf, dat bij elke rechtszaak de interventie van een der de partij evenals het horen van getuigen tot op zekere hoogte de zaken altijd gecom pliceerd maakt. Doch is dat in elk land, waar de wet wordt gerespecteerd een reden om interventie te weigeren of getuigen niet te horen? Ik ben van mening dat de Veilig heidsraad zich op zeer gevaarlijk terrein bevindt, wanneer hij deze richting kiest. Dit kan zijn reputatie van onpartijdigheid alleen maar schaden, zo niet erger. „Waarom dit alles?" Tenslotte betreur ik het, dat de raad ge weigerd heeft mij gisteren op een geens zins onredelijk laat uur te horen. Het zij verre van mij het recht van de raad om mij de gelegenheid om op dat moment te spreken te ontnemen, in twijfel te trekken. Waarover ik mij beklaag, is dat volgens mijn oordeel en dat van anderen de zaak van mijn regering hierdoor benadeeld is. Waarom dit alles? Ik zal thans een kort woord wijden aan wust van het gevaar, dat men opnieuw in de vicieuse cirkel van de eindeloze gewa pende conflicten, misschien zelfs met een derde wereldoorlog als climax, belanden zal. Tijdens de zo langdurige onderhande lingen in Batavia, en vooral bij het sluiten van de basis-overeenkomst van Linggadjati werd in het buitenland de hoop gewekt, dat Nederland deze vicieuse cirkel doorbreken zou en slagen door overleg. Dit zou een voorbeeld geven en nieuwe mogelijkheden openen. De openbare mening in het buiten land verwachtte dit des te meer van ons, omdat Nederland daar voor zoovelen 'het land van Hugo de Groot, van Erasmus en van de vredesconferenties en andere pogin gen tot bemiddeling is. Op grond van zijn bijzondere reputatie als „vredesland" hoopte men dus juist van Nederland, dat het slagen zou in het bereiken van een vredelievende samenwerking, niet alleen in zijn eigen belang, maar in het internationale belang tevens, omdat dat er nauw bij ge moeid werd geacht. Vandaar de diepe te leurstelling en de critiek in het buiten land, toen tot militaire actie besloten werd. De internationale sfeer was er zeer on gunstig voor en eigenlijk hoopte men zelf, een goed voorbeeld te krijgen. Andere lan den hebben'merendeels veel militaire actie gevoerd gedurende de negentiende en twin tigste eeuw, met name in hun koloniën en plegen elkaar dat naar het hoofd te slin geren. Dat geldt niet voor ons. Daarom wekten wtf zo grote verwachtingen. Uit de vrij gematigde uitlatingen van een man als Sjahrir kan men opmaken, dat hij en ongetwijfeld ook enkele andere In donesische leiders nog wel inzien, dat ook voor de Indonesiërs samenwerking met Nederland de ware oplossing is. Maar de toestand is zeer verscherpt. De bezorgdheid, op deze plaats geirtt toen dc militaire actie begon, worde vandaag herhaald. Hel is een diepe bezorgdheid voor onze vooruitzichten in Indonesië. R. P. de verklaring van de heer Sjahrir. Deze bewonderenswaardige uiteenzetting van de zaak had de fundamentele zwakte dat z-U bestond uit een in hoge mate gekleurd re laas, doorspekt niet leuzen over het Atlan tisch Handvest en algemeenheden van een zeer weinig precies karakter. Het was met andere woorden meer een aannemelijk be toog voor een publiek, dat niet op de hoogte is, dan een exacte zakelijke \erklaring. Ik wil u de barre rauwe feiten over de toe standen in de republiek geven, niet gezien door een rose bril zoals Sjahrir u deze ge toond heeft, doch op grond van de loutere werkelijkheid. Verwoesting, brandstichting en moord zijn aan de orde van de dag. De ergste excessen schijnen tegen de Chinezen te zijn voorgevallen, doch de inheemse en In- do-Europese bevolking lijdt even erg. De Nederlandse autoriteiten te Batavia heb ben toegezegd, mij hiervan fotografisch bewijsmateriaal en documenten toe te stu ren zodra dit mogelijk is- De verschrikke lijke wreedheden door de terroristen be dreven benemen de inheemse bevolking de moed openlijk uitdrukking te geven aan hun afkeer en tegelijk aan hun hoop, dat dank zij onze actie de benden zullen wor den bedwongen. Het is zelfs verscheidene malen voorgevallen, dat dorpshoofden en anderen die het hebben aangedurfd orde en rust te vsstigen zijn vermoord. Het is voor een groot deel te danken aan deze plaatselijke autoriteiten en ook aan een aantal republikeinse ambtenaren voorna melijk op Oost-Ja va met inbegrip van de politie, dat zij de moed hebben persoon lijk risico te nemen bij het vestigen van orde en openbare veiligheid. Voor velen schijnt het moeilijk zich te realiseren hoe verschrikkelijk de feiten zijn en in het bijzonder hoezeer deze verschillen van de onophoudelijke verklaringen der republi keinse propaganda. Het is betreurens waardig, dat het clichébeeld van arme In donesiërs die strijden voor hun vrijheid, bij velen overheerst en toch is niets meer bezijden de waarheid. De bewoners van de republiek kunnen deze vrijheid te allen tijde krijgen, evenals de bewoners van Oost-Indonesië en Borneo deze hebben ontvangen. Al wat wij wensen is anarchie en chaos tegen te gaan. Met andere woor den: Niet wij, Nederland, staan die vrij heid in de weg doch de wetteloosheid, die de onbekwame republikeinse regering nooit de baas heeft kunnen worden. Die regering (er zijn geloof ik 30 ministers in het huidige kabinet van Soekarno) steunt op een gewapende macht, waarover zij echter geen controle uitoefent. Oorspron kelijk waren er onder hen, die achter de republikeinse regering stonden vele goede De nieuwe vlag van de nieuwe staat Pakistan: Bij de afkondiging van Pakistan's on afhankelijkheid werd deze vlag voor 't eerst gehesen. Naast haar wapperde de Union Jack" als teken van een vreedzame verbintenis. wegen. Waarmee wij in principe te kam pen hebben, zijn de overblijfselen van de Japanse ideologie, Japanse methoden en de infectie met de Japanse leer. Sta mij dan toe iemand tot getuige tc nemen, tegen wie niemand bezwaar zal maken: Sjahrir zelf. Door de republikeinse voorlichtingsdienst werd in November 1945 een brochure van Sjahrir gepubli ceerd, getiteld ,.onze strijd", waaruit ik verzoek te mogen citeren". (Mr. van Kleffens las hierna de citaten, die wij elders op deze pagina weergeven). Hij vervolgde: Late aankomst van de geallieerden ter aflossing van de Japanners, die de macht niet meer wilden uitoefenen, was een goede gelegenheid voor de Indonesische republiek haar gezag te vestigen. Dit heeft echter niet het gewenste effect gehad. „De voornaamste reden is. dat de lei - ders van de Indonesische republiek geen kracht genoeg bezitten. Velen van hen zijn gewend te buigen en-te kruipen voor de Japanners en de Nederlanders; hun geest is onzeker en «het is duidelijk dat zij niet tot handelen en tot het dragen van ver- antwoardelijkheid in staat zijn. Een twee de reden is, dat velen zich verplicht ge voelen tegenover de Japanners, die hen de voorbereidingen tot het stichten van een vrij Indonesië opdroegen. Tenslotte namen zij in overweging dat zij, dank zij de sa menwerking met Japan, in staat waren aan de macht te komen". Mr. van Kleffens gaf hierna een beeld van de verwarring in de republiek na het wegvallen van het Japanse gezag cn ver volgde: „Gedurende onze politiële actie hebben wij nergens een bevolking aange troffen. die brandde van verontwaardiging over hetgeen wij deden. Integendeel: er was overal opluchting, slechts getemperd door de vrees, dat de losbandige elementen opnieuw zouden terugkeren. En zij zullen elementen, doch langzamerhand komen - - andere minder gewenste Heden in het bezit JÏÏ. van de uiteindelijke macht. „Ik bezweer u Ik vraag u, heren, wie wilt ge thans hel pen? Deze mensen of de fatsoenlijke bur gers. die wij steunen? Uw actie, hoewel ingegeven door een edelmoedig sentiment, heeft nieuwe hoop, stoutmoedigheid en energie aan de kwaadwilligen cn moede loosheid aan de grote meerderheid gege ven. Waarom deze verschrikkelijke pro blemen, waar van de toekomst van zo vele millioenen afhangt, beschouwen door een bril, die het verdraaide beeld geeft, waar van ik zo juist sprak? Moeten de organen van de UNO verblind worden door theo rieën en algemeenheden of erkent ge, dat ge de feiten nodig hebt, daar deze een maatstaf zijn voor de werkelijke mérites van elk geval? Wat gij tot dusver niet blijkt te hebben begrepen is, dat, hoe pa radoxaal het ook moge schijnen, uw eis tot staking van het vuren de moord op honderden onschuldigen tot gevolg heeft gehad. Ik bezweer u dit terdege te ©ver antwoordelijkheid deze republikeinse re gering te ondersteunen, op u neemt. Denkt, wat dit zou betekenen voor dui zenden vredelievende inheemsen en Chi nezen. Hun bloed zal over u komen, niet over ons. Ik ga zelfs zo ver te zeggen: Gij kunt ons thans nog op humanitaire gron den verzoeken onze pogingen tot redding van de bevolking van deze gezagsloze re gering te hervatten en tot een einde te brengen. Intussen zullen wij zo goed als wij kunnen op ons nemen om deze mensen te beschermen. Wat thans als een triomf van dc UNO wordt toegejuicht, zou na verloop van tijd de eerste stap kunnen blijken te zijn op de weg naar haar ondergang, immers geen enkele publieke instelling kan het verdra gen dat zij de omschreven grenzen van haar jurisdictie te buiten gaat. Ik zou nogmaals in herinnering willen brengen, dat de Ne derlandse regering dc wens van de raad tot het staken van de vijandelijkheden heeft vervuld, niet omdat zij de jurisdictie van de raad in deze aangelegenheid erkende Zaandam viert feest, omdat 250 jaar geleden Czaar Peter de Grote er verblijf hield om het scheepstimmervak te leren. Een scène uit het historisch openluchtspel van Dr. P. H. Schroder en A. den Doolaard waarin de Amsterdamse burgemeester Nico- laas Witsen rechtsde Czaar (links) een door Jan van der Heijden vervaardigde brandspuit laat zien. zij deed dit uitdrukkelijk niet maar om dat zij dc humanitaire motieven welke zon der twijfel de grond waren voor deze han delwijze van de raad ten volle wilde laten gelden. Dit is het uiterste waartoe de Neder landse regering kan gaan. Wij zijn van mening dat het een zeer gevaarlijk precedent is dat de Veiligheids raad stap voor stap zich beweegt naar be vestiging van volledige jurisdictie welke zij zo overduidelijk mist. Eerst eist de raad stopzetting der vijandelijkheden, thans wordt haar voorgesteld een commissie in te stellen om het staken der vijandelijk heden te controleren en rapport uit te brengen over de situatie in Indonesië. Deze stap-voor-stap-techniek is gevaarlijk: De Nederlandse regering zal er geen partij bij zijn. Mr. Van Kleffens formuleerde tenslotte een voorstel der Nederlandse regering, dat deze aan de republiek wil voorleggen ter gezamelijke aanvaarding en dat de regeling inhoudt van een buiten de Veiligheidsraad vallend onderzoek door een onpartijdige staat. Het sweerd, eens uitgctrockcn, keert langsaem in s&i schee'. (Uit: Palamedes). Mr. van Kleffens citeert Sjahrir Ter illustratie van zijn betoog over dc Japanse instelling van de Indonesische re publiek citeerde nu*, v. Kleffens passages uit Sjahrir's brochure „Onze Strijd", lui dend: „Over het algemeen spreken geheime Japanse genootschappen zoals „de Zwarte Draak", „de Zwarte Waaier" en andere, onstaan uit de Japanse vijfde colonne, de Kempeitai, de Kaigoen cn andere organi saties, sterk tot onze jongeren en deze heb ben hun geest tot op zekere hoogte be- invloed, hoewel de jongeren de Japanners veelal bleven haten. Onbewust ondergingen zij de invloed van deze Japanse propagan da, hun houding en zelfs hun gedachten waren dikwijls gelijk aan die van de Ja panners. In de eerste plaats toonden zij hun geestdrift door vreemde rassen te ver afschuwen, die in werkelijkheid door de Japanners als de vijand waren aangewezen: de geallieerden, de Nederlanders, de Indo- Europeanen (ons eigen ras), de Ambonnc- zen, de bewoners van de Minahassa, beide ook tot ons ras behorend, de Chinezen en de zelfbestuurders. Het enige doel was de hele wereld te haten, uitgezonderd de Ja panners. Dit was de situatie voordat de onafhan kelijkheid van Indonesië werd geprocla meerd en dit is het ruwe materiaal van de opbouw van een vrij Indonesië. Toen de vrije staat Indonesië werd geproclameerd, bestond de regering grotendeels uit vroe gere bestuursambtenaren of helpers van de Japanners. Dit staat de bevrijding van onze gemeenschap van de Japanse invloed, welke gevaarlijk is voor de geestesgesteld heid van onze jeugd, in de weg. Alle onrust in onze maatschappij uitte zich bij onze jeugd in afkeer van de vreemdelingen in ons land, in het opmarscheren met lansen, dat thans reeds ontaard is in moord cn plundering en in andere tendenties, welke, gezien van uit het standpunt van onze sociale strijd, niets betekent en reactionnair is, zoals elke fascistische daad altijd reac tionnair zal zijn." Oud-H.B.S.-directeur in vrijheid gesteld De vierde kamer van het Haarlemse tri bunaal heeft haar advies bekend gemaakt in de zaak tegen G. A. van S., in de oor logsjaren directeur van de Eerste H.B.S. A, die veertien dagen geleden terecht heeft gestaan, omdat hij hulp en steun had ver leend aan de vijand door als lid op te tre den van de NSB cn van de SS en door zijn functies van heemkundige organisaties, welke op nationaal socialistische grondslag waren ingesteld. Ook had hij de eed van trouw aan de „Führer" afgelegd. Dc inter nering werd bepaald op de tijd .welke Van S. in detentie heeft doorgebracht en van daag zal hij nog op vrije voeten worden gesteld. Voorts werd hij uit de kiesrechten ontzet voor tien jaar. Indirecte aanwijzing van een onpartijdige staat en inschakeling der consuls bij onderzoek Hieronder volgt de détaillcring van hel door nir. v. Kleffens namens de Neder landse regering aan dc Veiligheidsraad voorgelegde voorstel tot onderzoek. Mr. v. Kleffens leidde dit voorstel in met te zeg gen: „Indien wij het Australische voor stel afwijzen omdat dc raad geen jurisdic tie hiertoe bezit, dan wil dat niet zeggen, dat onze houding in deze zaak louter nega tief is". Ik ben gemachtigd te verklaren, dat de Nederlandse regering bereid is aan de re gering van dc republiek voor te stellen: 1. Dat ieder deze twee partijen een staat aanwijst. Beide aldus aangewezen staten zullen een andere staat aanwijzen, die door beide partijen geacht wordt volledig on partijdig te zijn. Deze onpartijdige staat, zal indien hij daartoe bereid is een aantal van haar burgers naar Indonesië zenden om de situatie te onderzoeken. Zij zullen toezicht houden op de uitvoering van het bestand, en verder de situatie bestuderen. Aan de rapporten welke zij aan hun rege ring uitbrengen zal de grootst mogelijke publiciteit worden gegeven. In geval de republiek in gebreke mocht blijven op ondubbelzinnige wijze het aan bod van goede diensten van de zijde der Amerikaanse regering te aanvaarden, zal deze waarlijk onpartijdige derde mogend heid gemachtigd kunnen worden door dc Nederlandse regering en de republiek haar goede diensten te verlenen met het twee voudige doel om ten eerste de besprekin gen tussen de beide partijen onmiddellijk te doen hervatten en ten tweede om een rapport over de situatie uit te brengen. Dit is ons eerste voorstel, Ofschoon het nog steeds onzeker is- of wij de goede dien sten door de Amerikaanse regering aan geboden kunnen gebruiken. Het tweede voorstel van mijn regering is. dat al de beroepsconsuls in Batavia gevestigd on middellijk een rapport opstellen over de situatie op de eilanden Java, Sumatra en Madoera. Wij hopen dat op deze, wijze een belangrijke bijdrage zal worden geleverd jtot het bereiken van een onpartijdig in zicht. Mijn regering verzoekt daarom alle landen welke beroepconsuis of consuls- generaal te Batavia hebben, deze de nodige instructies te geven. Nadere verklaring. Mr. Van Kleffens verbond hiex*aan de volgende toelichting: „Wij achten het niet meer dan fair en billijk, dat. indien bij een hervatting van de besprekingen tussen de beide partijen de Indonische federatie, de Verenigde Sta ten van Indonesië of enige aangelegenheid, welke hiermede verband houdt in de dis cussies ter sprake komt, ook de andere le den van dc federatie worden uitgenodigd aan de besprekineen deel te nemea. Bo vendien: Ik kan niet nadrukkelijk genoeg verklaren, dat het niet voldoende is, dat de republikeinse regering zegt de order tot het staken van het vuren te hebben gegeven, maar dat deze order ook inder daad gehoorzaamd moet wonden, hetgeen op dit ogenblik niet het geval is. Tegelij kertijd moeten aan alle ordeverstorende daden van de zijde der aanhangers van de republikeinse regering een einde komen en de regering van Djokje moet onmiddellijk- een einde maker, aan haar ophitsing tot ordeverstorende daden via radio of op an dere wijze. De leden van deze raad inoefen wel we ten. dat zij het onmogelijke vragen, indien zij verwachten, dat de Nederlandse rege ring volhardt in haar zo stipt mogelijke opvolging van de order tot het staken van het vuren, wanneer terzelfder tijd de re publikeinse strijdkrachten doorgaan met hun openlijke oorlogvoering. Bovendien is er nog steeds het aanbod van goede diensten van de zijde der Ame rikaanse regering. Wij hebben dit aanbod zonder enige reserve aanvaard. De repu bliek heeft dit tot nu toe, ondanks mooie woorden, nog niet gedaan op onvoorwaar delijke wijze, zoals natuurlijk noodzakelijk is. Indien dit aanbod niet wordt aanvaard, dan nog willen wij voortgaan met een on derzoek, doch niet met een onderzoek, ge last door de Veiligheidsraad, welke immers geen jurisdictie in deze zaak bezit. „In de bloemhof der schilderkunst" Velen verkeren in de mening, dat de tentoonstelling „In de Bloemhof der schil derkunst" in het Frans Halsmuseum na afloop van de bloemenweek gesloten is. De belangstelling, welke aanvankelijk zeer groot was, is de laatste dagen verminderd. Men verzoekt ons daarom mede te delen, dat de tentoonstelling tot en met 16 Sep tember geopend is. Aanhoudend zeer warm weer. Verwachting, medegedeeld door het K.N M I. tc De Bilt. geldig van Zater dagavond tot Zondagavond: Heldere nacht met weinig wind. Morgen over dag zonnig weer, vooral in de namid dag Opnieuw zeer hoge temperaturen met in het Zuiden van het land een enkele verspreide onweersbui. Zwak ke tot matige wind. hoofdzakelijk uit Oostelijke richting. 17 Augustus: 5 25 uur. onder 20.02 uur 6.16 uur. onder 21.01 uur 18 Augustus: 5 27 uur, onder 20.00 uur 7.45 uur, onder 21.13 uur Zon op Maan op Zon op Maan op

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1947 | | pagina 1