Literaire kanttekeningen
De 9 Muzen j
Hoe er vroeger gespeeld werd
Lusten en lasten dier traditie
'Film
De stilte
van deze twee
ZATERDAG 13 SEPTEMBER 1947
3
VU IE HET VROEGERE WERK van Roest
Crollius kent ik denk aan zijn als
eerste boek verschenen „Kroniek van een
Jeugdzonde", een novellenbundel en zijn
roman „Land van Verlangen" zal het
niet bevreemden, dat deze auteur aan zijn
„Droomschip" de vorm heeft gegeven van
een dagboek. Introspectie, het naar binnen
gericht zijn, het zichzelf bespieden, ontrafe
len, rekenschap vragen en als het zo zijn
moet kwellen tot vertwijfelen wordens
toe, bleek van zijn debuut afaan zijn sterke
zijde. Roest Crollius beschikt over een psy
chologische tastzin, een trefzekerheid in
het peilen van wat er aan verlangen, duis
tere drang, angslbqjdemming, geluksbeto-
vering in een mensenhart omgaat, die, al
mag hij soms falen in zelfbeperking, in het
zich als auteur verheffen boven zijn stof.
altijd boeit, veelal zuiver en oprecht ont
roert en vaak verrast door oorspronkelijk
heid van visie en toon. Eenmaal heeft hij
zich, op een dwaalspoor gebracht misschien
door de overigens welwillende critiek,
gewaagd aan een andere zegging: in zijn
„Land van Verlangen"; bijna' was hij dat
gene, wat hem het eigenst is, ontrouw ge
worden door zich geweld aan te doen en te
spreken met een andere stem dan die van
zijn hart. Maar hij heeft de weg tot zichzelf,
het oor voor zijn eigen geluid, waarmee hij
zich juist als debutant onderscheidde, te
ruggevonden, zéker in dit zijn zesde
boek „Droomschip".
De dagboekvorm stelt aan de roman in
het opzicht van compositie wel een mini
mum van eisen: is het dagboek niet het
middel bij uitstek zich, wanneer het hart
overvol is en het oor ontbreekt dat luistert,
zonder beperking uit te schrijven om, in
strijd objectiverend, tot eindeiijke klaar
heid te komen omtrent eigen verborgen
heden, eigen verlangens? De roman-in-
dagboek-gedaante verplicht tot niets: de
dagboekschrijver (hier: schrijfster, want
het is Anneliesje Goedhart, die in deze
roman als hoofdpersoon aan het woord is)
mag zichzelf herhalen, zich aan zelfbespie
geling te buiten gaan, behoeft het gevoel
niet aan banden te leggen, kortom kan zich
vrij uitschrijven om zioh te ontladen.
Roest Crollius heeft het zich dus niet ge
makkelijk gemaakt, cn het is voor mij de
vraag of hij zïohzelf en zijn werk daarmee
een dienst heeft bewezen: wat hij nodig
hecfl is zonder twijfel zelfbeperking, een
strenge meester die telkens klaar staat de
auteur op de vingers te tikken, zodra hij
aan de roerselen van een al te bewogen
gemoed te zeer vrij spel laat. Het pleit dan
ook voor Roest Crollius' onbetwistbaar
schrijverstalent, dat hij, ondanks de door
hem gekozen .compositie-vorm die hem zo
veel vrijheid liet, de grenzen van wat lite
rair verantwoord is, zo betrekkelijk weinig
overschreden heeft, al zou zijn „gegeven"
binnen het kader van de gestrenge beslo
tenheid van een novelle allicht gaver en
daarmee schoner tot zijn recht zijn geko
men.
Wat de schrijver aan de ene kant verlo
ren heeft aan oorspronkelijkheid, aan stof
beheersing, won hij echter aan de andere
zijde: Anneliese, hoe bewogen ook van hart,
wordt door de auteur met een te soherp en
te waakzaam, een te onverbiddelijk en tot
zelfcritlek geneigd verstand toegerust, dan
dat zij verzeild zou kunnen raken in de
pathetiek. Zij is zonder dat de schrijver
haar idealiseert (verre daarvan) aan
geraakt door een zuiverheid van voelen en
denken en verlangen, gedoemd tot een zo
vurig haken naar het volmaakte, onbesmet
te, ongekneusde, dat er voor haar maar één
levensweg overblijft: die van een droom,
waarin zij de gaafheid, onverdorvenheid.
haar zuiverst idealisme redden kan, bevei
ligen kan tegen de onvermijdelijke aantas
tingen van de wrede, stompzinnige en vul
gaire .werkelijkheid. Zij moet in haar teer
en tooh sterk-zuiver liefdesverlangen, dat
alleen de volle bevrediging kan vinden in
het volkomene, wel zee kiezen op het
droomschip van haar nog ongekrenkt ge
bleven gevoelens, wil zij zich niet prijs
geven aan de banaliteit van de „gangbare"
liefde. Broos is de droom en kwetsbaar
degene, die er krachtens innerlijke nood
wendigheid als Anneliese Goedhart op
scheep moet gaan. Tweemaal voelt ze de
zeepbel van haar ongerepte verlangens
barsten, breekt zij een verloving af, omdat
geen van beide partners haar schenken
kan wat zij, levend tussen .twee werelden
die van de realiteit, waarbuiten ze niet
kan leven en de andere, der zo hevig be
geerde idealiteit voor een waarachtig
geluk behoeft. „Soms", schrijft ze, „heb ik
sterk het gevoel of ik hier op aarde niet
thuis hoor, of ik van huis ben afgedwaald
zonder de weg terug te weten." En zo vindt
zij nergens onderdak: in geen milieu, in
geen stemming, bij geen levensgezel, want
zij is de altijd eenzame, gescheiden van de
wereld der „gewonen", „normalen", „gang
baren" door een glazen wand. die haar de
wereld doet zien als woonplaats van de
„verraders van de droom". En is zij wel,
zo aangelegd, ver bezijden de waarheid
haar waarheid als zij meent dat de rea
liteit vets is, dat overwonnen moet worden
en diegene het meest Gods wens nabij
komt, die de moed heeft zich in te schepen
op het „droomschip" der verbeelding? Het
moet stranden, dit droomschip, zij zelf voor
voelt het: men kan niet ongestraft naar
andere oevers reizen: de terugkeer tot haar,
eerste waarachtig geliefde kind in zijn
hart ondanks zijn mannelijke begeerten
komt te laat (Vestdijk, die Roest Crollius'
eersteling destijds terecht prees, zou zeg
gen: het eeuwig telaat): Anneliese Goed
hart, die zioh eens voelde „als geschapen
in de drooln van een god, die haar uit te
leurstelling uit de hand heeft gelegd ergens
In een hoek", moest ten gronde gaan: aan
haar zuiverheid, haar onstilbaar verlangen
naar het ongerepte, waarmee de realiteit
geen andere weg weet dan deze: nivelleren
óf vernietigen.
Telkens weer schoten mij onder het lezen
van „Droomschip" deze onvergetelijke
dichtregels te binnen van een onzer jonge-
B. ROEST CROLLIUS: Droomschip
W. L. 3. Brusse N.V., Rotterdam
ren, van Michael Deak, voorkomend in zijn
verzenbundel „Vrouwenv&l":
Op sterren zijn je dromen scheep gegaan.
En jij wist niet dat sterren konden
stranden,
dat hun bemanning over boord kon slaan
dan spoelen ergens dode dromen aan.
Dode dromen: zij waren Anneliese's,
Roest Crollius' hoofdfiguur, die ons niet
uit het hart zal gaan, ondergang. „Herken",
vertrouwt zij aan 'haar dagboek toe, „in
mij de medemens, je kameraad, je lotge
noot in dit verbanningsoord. Houd vast
aan de droom dat we hier niet thuishoren,
maar ergens anders ons vaderland hebben.
Want zonder die droom verkommer je als
een plant zonder zon
Was het een vorig maal niet op goede
gronden, dat ik schreef over een stellig
heilzame herleving van wat men „ro
mantiek" pleegt te noemen? Onze door ver
stand overwoekerde literatuur kan er hoog
stens bij winnen.
C. J. E. DINAUX.
Agenda voor Haarlem
ZATERDAG 13 SEPTEMBER.
Sladschouwburg: Cilly Wang danst haar
„Cilly Symphonie", 8 uur. City: „Rome
open stad", 18 j., 2.15. 4.30, 7.00 en 9.15 uur.
Luxor: „Een tweezijdige vrouw", 18 j„ 2.00,
4.15, 7.00 en 9.15 uur. Spaarne: „Het legioen
van Zorro" (2e en 3e deel), 14 j., 2.30, 7.00
en 9.15 uur. Rembrandt: „Obsessie", 18 j.,
2.00, 4.15, 7.00 en 9.15 uur. Frans Hals:
„Voortvluchtig", 18 j., 2.30, 7.00 en 9.15 uur.
Palace: „De zevende misdaad". 18 j., 2.00,
4.15, 7.00 en 9.15 uur.
ZONDAG 14 SEPTEMBER.
Gem. Concertgebouw: „Als moeder te
veel is". 8 uur. Bioscopen: Middag- en
avondvoorstellingen,
MAANDAG 15 SEPTEMBER.
Bioscopen: Middag- en avondvoorstellin
gen.
Op een Londense lenloonslelling van het
mijnwezen is een reconstructie van een
mijngang te zienwaarin alle bijzonder
heden tot in het geringste onderdeel nauw
keurig zijn nagebootst. Men waant zich in
een echte mijn slechts de kooladers
ontbreken.
De „Samarinda" verdient deviezen
De „Samarinda" van de Rotterdamse
Lloyd is thans in opdracht en voor reke
ning van de Tsjecho-Slowaakse regering
onderweg van de Philippijnen naar Ham
burg met 6.500 ton copra aan boord. Dit is
de eerste lading van een grote partij copra,
welke de regering van Tsjecho-Slowakije
op de Philippijnen heeft gekocht en die
door een Nederlands schip wordt vervoerd.
Daar het transport in Engelse ponden
wordt betaald, brengt deze vrachtvaart een
welkome aanvulling voor onze deviezenpot.
Niet duur voor een echte Hals
Op een verkoping van kunstwerken in
Maastricht is onder meer een door Prof. Dr.
W. Vogelenzang als echt gewaarmerkte
Frans Hals, voorstellende een gildemeester-
kop. verkocht voor 1200. Een „binnen
huisje" van Van Meegeren bracht 400 op.
Vroeger een hertenkamp?
De arbeiders, die de Poelendaelsesingel
in Middelburg moeten afgraven, stuitten
dezer dagen op de schedel van een eland,
j met het gewei er nog aan en toen er
voorzichtig verder werd gedolven, kiva-
men er meer onderdelen van deze uit-
j heemse knaap, die hier vroeger inheems
i was, te voorschijn. Het Natuur-Histo-
risch Museum in Leiden weet er van en
vermoedelijk zullen de resten dan ook
i voor nader onderzoek naar de Sleutel-
stad ioorden gestuurd.
Bulgaarse Pool In Nederland. De Poolse pro
fessor Chiïsto Stefanov heeft het plan ln het
najaar van 1947 een tentoonstellng van zijn
werken te houden ln Amsterdam. Deze colorist,
die in 1932 van Bulgaar tot Pool werd genatura
liseerd. heeft deel uitgemaakt van het Poolse
leger, dat meehielp het Zuiden van ons land te
bevrijden. Het vorige Jaar zagen Maastricht. Den
Bosch en Tilburg reeds exposities van zijn schil
derwerken. Hei gemeentebestuur van Breda ver
strekte hem een opdracht voor het vervaardigen
van een triptiek, voorstellende „Polen op Monte
Cassino".
Eervolle uitnodiging. De Franse regering
heeft de Haarlemse pianiste Tineke de Smidt
uitgenodigd enige tijd in Frankrijk te komen
studeren. Zij vertrekt aan het einde van deze
maand voor een half Jaar naar Parijs.
Internationale conferentie
over maatschappelijk werk
Onder het ore-presidium van Prinses
Juliana wordt door de „International
Conference on Social Work" van 1520
September in Scheveningen een speciale
bijeenkomst van afgevaardigden georgani
seerd. Het bestuur van de Nederlandse
vereniging voor Maatschappelijk Werk
heeft als nationaal comité de leiding en de
ontvangst van deze conferentie op zich
genomen. De uitnodigingen zijn gericht
aan de nationale comités in twintig lan
den met de bedoeling, dat de delegaties
het gehele terrein van het maatschappelijk
werk in hun land zullen moeten kunnen
overzien.
Tone el herinneringen en toncclportretten
\\TANNEER ik terugdenk aan de opvoe-
ringen der oude Rotterdammers uit
mijn jeugd, dan heb ik de herinnering aan
zeer natuurlijk, sterk levend, prachtig beel
dend en fel dramatisch spel. Maar ik was
nog heel jong en had nog nooit ander to
neel gezien. Ik begrijp, dat dit oordeel
van een kind dus, zoals ik toen nog feitelijk
was bij mijn lezers weinig gewicht in de
schaal zal leggen en ik heb mijzelf dan ook
dikwijls de vraag gesteld, hoe ik tegenover
dit spel zou hebben gestagn, als ik het op
rijpere leeftijd had gezien.
Velen verkeren in de mening, dat het
spel van die vorige generatie ouderwets en
vol pathos was, maar ik ben, als ik mij de
voorstellingen van de Rotterdammers her
inner, zo vrij dit te betwijfelen en uit de
gesprekken, die ik later mocht hebben met
acteurs en actrices, die nog met de Haspel-
sen en Van Zuylen hadden gespeeld, heb
ik de overtuiging gekregen, dat de oude
generatie van '80 en '90 niet zo veel
minder modern en zeker niet minder sterk
speelde dan de acteurs en actrices van he
den. Met welk een enthousiasme hebben
acteurs als L. H. Chrispijn, Hubert la Roche
en mevrouw de Boer-van Rijk mij niet ge
sproken over het toneel uit de tijd toen
zij nog jong waren. Niet alleen over de
Rotterdammers, maar ook over de Amster
dammers, die in het Grand Theater in de
Amstelstraat en de stadsschouwburg op het
Leidse Plein optraden.
„De mensen van tegenwoordig", zo zei
mij L. H. Ohrispijn in een gesprek, dat ik
met hem heb gehad, toen hij zijn gouden
toneeljubileum in 1924 zou vieren „heb
ben van het toneel uit die tijd zulke rare
ideeën. Men hoort zo dikwijls de mening
verkondigen, dat het toentertijd alles on-
natuur op het toneel was. Niets is minder
waai-! O zeker, er was bij sommigen veel
rhetoriek en voel vals pathos, maar dat is
er tegenwoordig ook nog wel. Mevrouw
Kleine-Gartman, Christine Stoetz, Klaas
Vos, Morin en Veltman hadden in hun
spel een natuurlijkheid en eenvoud, waar
aan vele artisten van tegenwoordig nog een
voorbeeld zouden kunnen nemen.
Men moet nooit vergeten, dat het reper
toire uit die tijd dikwijls een ander soort
spel eiste. Wij zaten toen nog midden in
de drakentijd en zulke draken moesten
natuurlijk anders vooral veel breder
gespeeld worden dan de tegenwoordige
stukken. Maar het bewonderenswaardige
van artisten als Morin en mevrouw Kleine-
Gartman was, dat zij in het andere genre
onmiddellijk de eenvoud en natuurlijkheid
zelve waren. Zoals Morin Bellac en me
vrouw Kleine de hertogen de Réville speel
den in „De Wereld, waarin men zich ver
veelt" heb ik het later nooit meer gezien.
De eenvoud van mevrouw Kleine in een
toneelspel als „De Watermolen aan de Vlier
beek" van Emile Scipgens een soort stuk
als „Zwarte Griet" was werkelijk aan
biddelijk. En dan Christine Stoetz in
„Zegen en Strijd",- prachtig van eenvoud".
„Laat men mij toch nooit komen vertel
len, dat die „ouden" niet natuurlijk, realis
tisch speelden. Maar de stukken dat
spreekt vanzelf moesten er de gelegen
heid voor bieden. Veltman, een acteur, die
toch beroemd was om zijn marqué-rollen,
was in zijn spel soms prachtig in zijn een
voud en in zijn grote romantische rollen
monumentaal. Maar het was altijd meer in
stijl dan tegenwoordig. De acteurs en ac
trices van toen kenden hun vak".
„Van natuurlijk spel gesproken" en
hier hoorde ik tot mijn vreugde bevestigd,
pEN VAN DE NIEUWE FILMS die de
L' laatste tijd opgang maken is „Noto
rious", een product van Alfred Hitch
cock met Ingrid Bergmann in de
hoofdrol. De combinatie van deze twee na
men doet onwillekeurig denken aan een an->'
dere film „Obsessie", die op het ogenblik
in Haarlem wordt vertoond. Het vermoe
den dat hier een poging is gedaan om het
succes van „Obsessie" te herhalen wordt
dan ook bevestigd door de
antecedenten van „Noto
rious". Het is opnieuw een
j spannende intrigue, knap
s en boeiend verteld door
een kundig regisseur en met een kunste
nares in de hoofdrol wier voornaamste
aantrekkingskracht haar eenvoud is. Ingrid
Bergmann is een ideale figuur om de eer
lijke en tegen alle moeilijkheden in lief
hebbende vrouw uit te beelden. Zij doet
dat zonder enige overdrijving en met dat
tikje lijdzaamheid dat alle bedenkingen
tegen haar genre ontwapent.
„Notorious" is een knappe film. Goede
acteurs als Claude Rains en Cary
Gr a li t geven er relief aan, Als technische
prestatie is ^zij moeilijk te verbeteren.
Hitchcock verstaat zijn werk en er is geen
scène te vinden die anders of beter opge
nomen had kunnen worden. Deze film
staat op één hoogte met „Obsessie" wat de
dramatische verwerking betreft en als pu
bliek succes kgn zij vergeleken worden met
„Rebecca", waaraan velen goede her
inneringen zullen hebben. Het is allemaal
glad en onberispelijk, boeiend gecompo
neerd, geraffineerd van opzet.
Maar de geschiedenis waarop dit alles
is gegrondvest, is toch wel erg een confec-
tie-product. Er wordt ons gevraagd te ge
loven dat een mooi meisje, dat erin toe
gestemd heeft mee te werken aan de Ame
rikaanse „Intelligence sendee" verliefd
wordt op een „G-man", een der leden van
de geheime politie, maar met een nazi
trouwt omdat dit bevorderlijk kan zijn
voor haar werk. Het is een staaltje fanta
sie dat zelfs in de onwezenlijke sferen van
dé spionnage wat erg fantastisch aandoet
en dat bovendien een slecht compliment is
voor de Amerikaanse geheime dienst, die
tot zulke wanhopige middelen zijn toe
vlucht zou moeten nemen om een complot
te ontmaskeren.
Trouwens als spionne verraadt Ingrid
Bergmann toch ook wel een gebrek aan
„vakkennis". Dat een doortrapte nazi be
drogen zou kunnen worden door sleutels
van zijn ring te stelen en door een ontdekr
king in zijn kelder, waar hij nota bene
uraniumhoudend materiaal verborgen
houdt in wijnflessen het mag zijn dat
het Amerikaanse publiek dit gelooft, of
althans graag wil zien, het is wel een beetje
naïef om aan de werkelijkheid getoetst te
worden. Zodat, wanneer Ingrid Bergmann
cp een gegeven ogenblik vergif in haar
koffie krijgt ze sterft er niet aan, daar
voor staan de heilige tradities der bioscoop
u borg: de ondeugende gedachte.onver
mijdelijk is dat ze het er met haar onhan
dige gespionneer eigenlijk naar gemaakt
heeft.
Hier kijken de zorgen van de producers
om de hoek van het bioscoopscherm, want
Ingrid Bergmann is een kostbaar goed voor
haar maatschappij. Het is dus zaak haar
zo lang mogelijk te handhaven op het top
punt van de roem die zij op het. ogenblik
oogst.
En hoe waren haar rollen in de bekend
ste films die wij van haar gezien hebben
in: „Gaslight", „Rebecca", „Obsessie"? Die
van een zeer liefhebbende en min of meer
onervaren vrouw die onbillijk behandeld
wordt of ondanks haarzelf in een noodlot
tige moeilijkheid verzeild raakt en daar
dank zij haar trouwe liefde de oplossing in
vindt.
Het is een der klassieke dramatische fi
guren die van de oudste Griekse tot de
modernste Amerikaanse drama's voorkomt
en het ligt voor de hand dat zij de rol moet
herhalen die haar het beste ligt, dat heb
ben alle befaamde actrices gedaan. Maar
als het té stereotiep wordt gedaan gaat het
vervelen. En het begint er nu al op te lij
ken dat er zo een Bergmann-traditie ge
vormd wordt die niet anders dan op die
verstarring kan uitlopen. Dat zou zonde
wezen van zon begaafde en sympathieke
actrice. v. G.
wat ik intuïtief als kind reeds had gevoeld
„laten wij dan ook vooral de Haspelsen
- Derk en Jaap - de Faassens - Rosier en
Alexander - en Willem van Zuylen niet
vergeten, acteurs, die minstens even mo
dern waren in hun spel als de speler^ van
tegenwoordig!"
En met welk een enthousiasme kon me
vrouw Esther de Boer-van Rijk, een actrice,
die tot in het laatst van haar leven in haar
spel niet verouderde, over de oude „Rotier
dammers", met wie zij als aankomende
ingénue jaren heeft gespeeld soms
spreken.
„Wat 'n artisten!" zei ze mij eens in een
interview voor haar gouden jubileum.
„Welk een prachtige Koning George was
Derk Haspels niet in Vorstenschool! Een
mooiere is er nooit geweest. En zijn Seig-
lière! Heerlijk geestig en aristocraat van
zijn haarwortels tot zijn voetzolen! Een
onvergetelijke creatie. En dan Willem, van
Zuylen als Vriend Fritz! Die was Fritz
Kobus geheel en al. Een betere Vriend Fritz
was niet denkbaar. Een genot was het om
met hem te spelen. Ik was toen Suze en
Rosier Faassen de rebbe. Ze hebben het zo
dikwijls tegenwoordig over model-opvoe
ringen. Welnu, dat waren model-opvoe
ringen. Aan de tijd bij de oude Rotterdam
mers en de eerste jaren bij de oude To
neelvereniging onder Van Kuyk en Chris
pijn blijf ik de mooiste herinneringen be
waren uit heel mijn artisten-Ieven".
Wanneer ik die gesprekken met Chris
pijn en mevr. de Boer-van Rijk nu nog
eens nalees, dan durf ik met zekerheid zeg
gen, dat ik wel zeer gelukkig ben geweest
in de kleine schouwburg te Harlingen j^iist
stukken als Jonkvrouwe de la Seiglière,
Vorstenschool en Vriend Fritz door de oude
Rotterdammers te hebben zien spelen, want
het behoorde tot het beste toneel, dat er
in die jaren op onze planken werd gegeven.
J. B. SCHUIL
Snel onderzoek inzake
liet plan-Oud
De regering wenst zo spoedig mogelijk in
staat te zijn zich een zo goed mogelijk
oordeel te vormen omtrent de resultaten,
welke de door de commissie-Oud voorge
stelde noodvoorziening voor de gemeente-
financiën voor de individuele gemeenten
zal opleveren. Zij is daarom thans bezig de
in dit opzicht meest recente gegeven te
verzamelen. Aan het verzamelen dezer
gegevens mag echter vooralsnog niet de
betekenis worden gehecht, dat de regering
reeds zou hebben besloten, het voorstel der
commissie-Oud over te nemen en het bij
dat voorstel gevoegde ontwerp van wet
bij de Tweede Kamer in te dienen.
Er was grote tederheid in de wijze, waar
op dat oude mannetje het kussen schikte
voor de vrouw in het invalide-wagentje.
Een wonderbaarlijk-hcldere en geurige
Septemberdag. Een bank onder de oude,
hoge bomen van de Scheveningse weg. En
een oude Sehever.ingse schipper met zijn
vrouw. Hij op de bank naast ir.ij en zij er
voor. Een heel oude, verlamde vrouw in
haar wagentje.
Hij schikte het kusseii in haar rug met
dé tederheid, die soms in alle mensen
komt. Hij knikte glimlachend en zij glim
lachte weerom. Een mannetje in lakens-
zwart, zoals die Scheveningse vissers zijn,
met een zwarte pet en een kleine, oude
mond en zwarte schoenen. Alles zwart met
een verweerd en blozend gezicht.
En de vrouw in haar zwarte japon, met
wat bloedkoraal en 'wat goud en een wit
mutsje hing séheef en hulpeloos in die
zetel. Haar ene hand lag op de rode deken,
als een dode vogel. En haar andere hand
in ae hand van de man.
Een klein beeld van liefde, een klein
tafereel van zeldzame tederheid.
Het verkeer raasde over de weg.
Er waren trams vol mensen, die de laat
ste zomerdagen van het jaar genieten gin
gen bij de zee en de zon.
Jagende auto's.
Een ruiter reed over het rulle zandpad.
Het was een snelle wereld in de wonder
baarlijke mildheid van deze Septemberdag.
En hier leefde de verstilling van deze
twee. Een oude man en een oude vrouw.
Een klein tafereel in zwart en wit.
Een klein tafereel van vertederde innig
heid.
Het ruiste in de bomen.
Er dwarrelden dorre blaren, die stil ble
ven liggen voor onze voeten.
Een vogel zat wiegend op de tak van een
heester en vloog driftig weer weg.
Het leven ruiste langs de brede weg.
En hier was de stilte.
Ik begreep dat de vrouw niet meer spre
ken kon.
Zij hing zwijgend cn scheef, met een oud
gezicht, waarop dc dood. zijn verlossing
reeds had aangekondigd, in de witte kus
sens. De kleine hand !ag roerloos en wit
op het donkere dek en die andere maar stil
en innig in die van dc kleine oude man, die
naar haar glimlachte ais een vader, een
zorgelijke vader voor zijn kind.
rHij glimlachte en zei niets.
Totdat hij zich tot mij wendde cn zeiae:
„We zijn zestig jaar getrouwd: het vorige
jaar heeft zij een beroerte gehad. Zij kan
niet meer horen en niet meer spreken. Zij
is helemaal verlamd. Daar hebt ge veel
zorg en moeite voor, meneer. Dag on nacht,
want zij is helemaal hulpeloos. Een beste
vrouw, meneer. Een moeder van zes."
Ge kunt op de banken langs de wegen
van het snelle leven soms de menselijkste
stilte ontmoeten.
Zij is teder als een Septemberdag.
En stil als een vogel in de struiken.
Zij is weemoedig als een blad, dat dwar
relt van een boom en blijft liggen voor uw
voeten.
Zij is mild als de laatste zon van het jaar.
En groot en goed als de stralende hemel.
Onpeilbaar diep.
En niet te omvatten zo wijd.
ELI AS.
Sobere prinsjesdag
In overeenstemming met de ernst van
de tijd zal de opening van de Staten-
Generaal Dinsdag, evenals de laatste ja
ren gebruikelijk was, met alle soberheid
geschieden. Zoals reeds is gebleken, zal de
koninklijke stoet uit louter hofauto's be
staan- De ministers cn de Kamerleden en
verdere genodigden zullen in burgerkle
ding verschijnen.
Ingrid Bergman, Cary Grant en Madame
Konstatin in „Notorious".
Te Kopenhagen
bekroond ballet naar Haarlem
Jean Weidt, tegenspeler van
Jean-Louis Barrault
Op Dinsdag 14 October treedt ln de Stads
schouwburg te Haarlem op de dansgroep
„Ballets des Arts" uit Parijs, welke dit jaar de
eerste prijs behaalde op het concours te Kopen
hagen. georganiseerd door de Archives Interna
tionales de la Danse, De artistieke leider, Jean
Weidt, verwierf aldaar tevens de hoogste onder
scheiding voor de meest originele choreografie
met zijn ballet De Cel (Le Celluie) dat ook op het
programma voor de Nederlandse tournée staat.
Zoals men zich zal herinneren, werd de gouden
erepenning op het vorige concours, gehouden in
1932, toegewezen aan Kurt Jooss. F.venals Jooss
is Jean Weidt een vooistander van de zogenaam
de vrije clansrichting, waarbij in het algemeen
geestelijke diepgang boven uiterlijke vormen-
weetde wordt gesteld.
Ondanks de gemeenschappelijke afkomst is er
een zeer wezenlijk verschil in opvatting tussen
deze beide meesters. De kunst van Jean Weidt
vertoont sterke verwantschap met de pantomi
me. In de voornaamste balletten vervult hij zelf
de overwegend mimische eerste rol op een sterk
persoonlijke wijze, die niet gemakkelijk door
anderen nagevolgd zal kunnen worden. In dit
verband kan er nog op worden gewezen dat Jean
Weidt in het afgelopen seizoen is opgetreden als
tegenspeler van Jean—Louis Barrault ln de pan
tomime ..Baptistc: die men hier kent uit de
film „Les enfants du Paradis". Weidt speelde
daarin de rol van de voddenraper.
Jean Weidt vormde zijn ensemble onmiddellijk
na de bevrijding van Frankrijk. Het bestaat uit
vijfentwintig leden, waawnede hij in Juni van
dit jaar het bovengenoemde eervolle succes
boekte. Hierbij moet wel worden opgemerkt dat
zijn sterkste concurrent, het ook hier bekende
Zweeds Danstheater, werd gediskwalificeerd.
„De Cel" is een specifiek voorbeeld van zijn
voorkeur voor de verbeelding dér hedendaagse
problematiek. Het laat zien hoe een ln zijn cel
opgesloten misdadiger ln een nachtmerrie de
door hem bedreven moord nogmaals beleeft.
Er treden geesten ln op met gruwelijke maskers
en voorts enige liederlijke uitlopers van de sa
menleving De gehele sfeer is angstaanjagend.
Eén van onze beste danskenners. Abr. van der
Vies, beschreef het ballet treffend als „een soort
Caligaii-toes tand a la Berlijn 1923". Waar dc uit
spraken van buitenlandse beschouwers variëren
van „decadent" tot „van hartstocht bezeten"
belooft deze kennismaking op zijn minst geno
men interessant te worden.
Een stichting ter bevordering
van eigen huisbezit
Teneinde de wederopbouw in het bijzon
der te Rotterdam en ook elders te stimu
leren. is te Rotterdam opgericht de „Neder
landse Stichting tol bevordering van het
eigen Huisbezit"
Zij heeft plannen in overweging voor de
bouw van 602 huizen in Schiebroek, van
116 woningen en een flatgebouw in Kra'.m-
gen en van een groot centraal winkelge
bouw en kantoor-flats in Rotterdam, waar
zij eveneens op coöperatieve grondslag een
verenigingsplan wil doen bouwen.
Hoewel er van alle huizen een standaard
type gemaakt wordt, kan de adspirant-
koper. die deelnemer in de stichting moet
zijn, zijn huis naar b'eliëvei. doen inrichten.
Het ligt in de bedoeling van deze stichting
landelijk te gaan werken. Reeds bestaan er
elanncn voor Den Haag, Amsterdam,
trecht. Amersfoort, Breda en vermoede
lijk ook Heiloo. De stichting zorgt voor het
verkrijgen van hypotheek: de deelnemers
moeten over een vastgesteld bedrag be
schikken.
Over Muziek
Pijper 's Derde
r\E UITVOERING van Willem Pijpcr's
derde Symphonie dezer dagen door
het Utrecht.- Stedelijk Orkest onder lei
ding van Willem van Otterloo moge mij
aanleiding zijn een ogenblik uw aandacht
te vragen voor dit werk.
De bezetting van het stuk is zeer uit
gebreid en daarom blijft het voor vele
orkesten bezwaarlijk het werk als reper
toire-stuk te nemen. Dit wijst al weer op
een groot tekort in de Hollandse orkest-
wereld. Alle sypiphonic-orkesten moesten
op rijkskosten -in staat zijn, alle belang
rijke symphonische werken te spelen. Zou
het besef van de waarde van een sympho
nie in ons land ooit komen? Ik weet het
niet; er zijn redenen genoeg om aan te
nemen, dat het altijd wel blijven zal zoals
het is en tegelijkertijd kunnen wij vast
stellen. dat naast de Nederlandse nuch
terheid ten opzichte van dc muziek in de
zelfde volksaard een dispositie bestaat, die
voor het creëren, het uitvoeren en het ge
nieten van de symphonische kunst van
nature geschikt is- De Italianen en Span
jaarden bijvoorbeeld hebben deze dispo
sitie niet; zij hebben andere geschikthe
den, die wij node mis.-en, maar ik meen
dat onze geestesaavd eigenschappen heeft
die tot het opnemen, verwerken en genie
ten van symphonische kunst gedisponeerd
zijn. Het kenmerkende namelijk van de
symphonie is het doorwerken van de
thema's; ik geloof dat onze beschouwende
en overwegende geest, waarin de bewe
gingen van het sentiment zo gemakkelijk
worden opgenomen omdat deze bewegin
gen zich niet vanzelf in volle vrijheid uit
leven, zich gelukkig voelt in het aanhoren
en volgen van een muziek, waarin de zo
genaamde gedachtengang zich na een ex
positie der gegevens ontwikkelt, concen
treert en definitief bestemt. De hoorder
behoeft zich dit niet bewust te zijn om het
te ondergaan en te beleven. De Hollan
der- behoeft van nature niet vreemd te
staan tegenover een kunst, waarin een
maximum van hartstochtelijkheid leeft,
wanneer deze hartstochtelijkheid in een
vaste vorm gestalte heeft. De Nederlan
ders zijn beter dan dc Italianen geschikt
om een symphonie van Beethoven tc ge
nieten, niet omdat een symphonie van
Beethoven zo vurig is. maar omdat dc in
houd van een dergelijk werk zo geconcen
treerd en vast is.
Men zou deze geestelijke gesteldheid
volkomen kunnen prijzen, wanneeu men
niet overtuigd was dat een zekere be
dachtzaamheid, die dc natuurlijke vrijheid
van fantasie en sentiment uitsluit, hierbij
mede een factor was. Dc Hollanders wil
len wel aannemen dat, er tussen hemel en
aarde van allerlei leeft, maar zij kunnen
er zich niet in verliezen, en niet in op
gaan. Zij willen alles beschouwen,"beoor
delen en voorts het genieten berekenen
naar de omstotelijke waarde-standaard
van hun verstand. Enfin, het heeft zijn
voor en zijn tegen. Het „tegen" is dat de
Hollanders de romantiek der muziek niet
kennen, het „voor" is dat zij bepaalde
kunstsoorten, als bijvoorbeeld de sympho
nische, in een belangrijk epzicht kunnen
waarderen.
Maar waarom heef^t dan bijvoorbeeld de
derde Symphonie van Willem Pijper, die
ongetwijfeld een zeer belangrijk werk is,
zo weinig succes? Ik geloof dat dit alleen
door de harmonie, het element van dc
samenklank te verklaren is. Wanneer een
complex van melodieën enige tijd duurt
kan een Hollander door de gang van zaken
geboeid zijn; iedere muziekliefhebber
luistert geboeid naar de ingewikkelde
finale van Mozart's Jupiter-symphonie.
Maar wanneer de muzikale fantasie van
de componist zich in het quasi-ondeelbare
ogenblik van de samenklank uitspreekt is
het voor dc geest van de hoorder zeer veel
moeilijker, om de muzikale mededeling op
te nemen. In de Jupiter-symphonie ver
staat do hoordeF de eenvoud der harmo
nieën en de daaruit voorkomende contra-
punctische ontwikkeling kan hij dan vol
gen ook al is hij zich niets van techniek
bewust; bij de muziek van Pijper kan de
hoorder de harmonische basis niet met
zijn eigen muzikaliteit in overeenstemming
brengen en daarmee wordt de ontwikke
ling van het werk onverstaanbaar.
Ik ben er van overtuigd dat het alléén
deze kwestie van de harmonie is. die bij
de derde symphonie van Pijper een wer
kelijk raadsel is. Voor het publiek in
algemeen kan alléén de tijd op den duur
de verklaring brengen; voor de jonge mu
sicus is natuurlijk vakstudie geboden.
Het zou onjuist zijn te menen dat
Pijper zich in de harmonieën volledig uit
spreekt; een accoord is bij Pijper even
zeer als bij een klassiek componist het
materiaal voor melodieën. Maar dit har
monische materiaal is bij de moderne com
ponist veel uitgebreider en tegelijkertijd
veel meer samengedrongen. Als men één
maat uit deze derde symphonie als een
vertraagde film kon laten duren, zou het
gehoor de samenstellende delen kunnen
waarnemen en' de muzikaliteit van de
waarnemer zou zich kunnen oriënteren.
Bij een normale uitvoering krijgt de hoor
der hiertoe geen kans; de ene harmonie
wordt gevolgd door de andere en al vormt
de opeenvolging der accoordcn een en
meer melodieën, de geest van de hoorder
blijft geremd door het niet verstaan van
wat hij het eerst heeft moeten horen. Nu
klinkt het een beetje slordig. Wanneer ik
opmerk, dat dit ontevreden stilstaan bij
het element harmonie niet helemaal goed
isNiemand leert zwemmen, die naar
het water blijft kijken. De tijdgenoten
van Beethoven ergerden zich aan de ge
hele eerste Symphonie, omdat zij het eer
ste accoord als dissonant hoorden. Het
werd mettertijd beter; u ziet, het is een
kwestie van tijd.
De derde Symphonie van Pijper is klas
siek, modern en actueel. Deze actualiteit
is de zwakke zijde: het is de invloed van
de Jazz-muziek, in zeer ruime zin geno
men. Gelukkig neemt deze invloed een ge
ringe plaats in. De moderniteit wordt be
paald door de uitbreiding van het harmo
nisch materiaal, door de wijze waarop de
thematiek en de daaruit volgende melo
dieën worden gevormd, door de instrumen
tatie en in 't algemeen door de versnel
ling en de samentrekking der verschillen
de gedachten en sentimenten. De moder
niteit is de grootste verdienste van het
werk, omdat deze moderniteit een felle,
spontane kracht openbaart. Klassiek noem
ïk de symphonie, omdat de gehele samen
stelling, onafhankelijk van buiten-muzi
kale elementen, een volledige eenheid van
inhoud en vorm is; overigens is het een
tijdgenoot nooit gegeven, over het klas
sieke als duurzaamheid voor de toekomst
met zekerheid te spreken. Op mij heeft
deze symphonie opnieuw een sterke in
druk gemaakt en ik ben er trots op, dat
een dergelijk werk door een Nederlander
werd geschreven.
HENDRIK ANDRIESSEN.