Literaire kanttekeningen De 9 Muzen j Hoe er vroeger gespeeld werd Lusten en lasten dier traditie 'Film De stilte van deze twee ZATERDAG 13 SEPTEMBER 1947 3 VU IE HET VROEGERE WERK van Roest Crollius kent ik denk aan zijn als eerste boek verschenen „Kroniek van een Jeugdzonde", een novellenbundel en zijn roman „Land van Verlangen" zal het niet bevreemden, dat deze auteur aan zijn „Droomschip" de vorm heeft gegeven van een dagboek. Introspectie, het naar binnen gericht zijn, het zichzelf bespieden, ontrafe len, rekenschap vragen en als het zo zijn moet kwellen tot vertwijfelen wordens toe, bleek van zijn debuut afaan zijn sterke zijde. Roest Crollius beschikt over een psy chologische tastzin, een trefzekerheid in het peilen van wat er aan verlangen, duis tere drang, angslbqjdemming, geluksbeto- vering in een mensenhart omgaat, die, al mag hij soms falen in zelfbeperking, in het zich als auteur verheffen boven zijn stof. altijd boeit, veelal zuiver en oprecht ont roert en vaak verrast door oorspronkelijk heid van visie en toon. Eenmaal heeft hij zich, op een dwaalspoor gebracht misschien door de overigens welwillende critiek, gewaagd aan een andere zegging: in zijn „Land van Verlangen"; bijna' was hij dat gene, wat hem het eigenst is, ontrouw ge worden door zich geweld aan te doen en te spreken met een andere stem dan die van zijn hart. Maar hij heeft de weg tot zichzelf, het oor voor zijn eigen geluid, waarmee hij zich juist als debutant onderscheidde, te ruggevonden, zéker in dit zijn zesde boek „Droomschip". De dagboekvorm stelt aan de roman in het opzicht van compositie wel een mini mum van eisen: is het dagboek niet het middel bij uitstek zich, wanneer het hart overvol is en het oor ontbreekt dat luistert, zonder beperking uit te schrijven om, in strijd objectiverend, tot eindeiijke klaar heid te komen omtrent eigen verborgen heden, eigen verlangens? De roman-in- dagboek-gedaante verplicht tot niets: de dagboekschrijver (hier: schrijfster, want het is Anneliesje Goedhart, die in deze roman als hoofdpersoon aan het woord is) mag zichzelf herhalen, zich aan zelfbespie geling te buiten gaan, behoeft het gevoel niet aan banden te leggen, kortom kan zich vrij uitschrijven om zioh te ontladen. Roest Crollius heeft het zich dus niet ge makkelijk gemaakt, cn het is voor mij de vraag of hij zïohzelf en zijn werk daarmee een dienst heeft bewezen: wat hij nodig hecfl is zonder twijfel zelfbeperking, een strenge meester die telkens klaar staat de auteur op de vingers te tikken, zodra hij aan de roerselen van een al te bewogen gemoed te zeer vrij spel laat. Het pleit dan ook voor Roest Crollius' onbetwistbaar schrijverstalent, dat hij, ondanks de door hem gekozen .compositie-vorm die hem zo veel vrijheid liet, de grenzen van wat lite rair verantwoord is, zo betrekkelijk weinig overschreden heeft, al zou zijn „gegeven" binnen het kader van de gestrenge beslo tenheid van een novelle allicht gaver en daarmee schoner tot zijn recht zijn geko men. Wat de schrijver aan de ene kant verlo ren heeft aan oorspronkelijkheid, aan stof beheersing, won hij echter aan de andere zijde: Anneliese, hoe bewogen ook van hart, wordt door de auteur met een te soherp en te waakzaam, een te onverbiddelijk en tot zelfcritlek geneigd verstand toegerust, dan dat zij verzeild zou kunnen raken in de pathetiek. Zij is zonder dat de schrijver haar idealiseert (verre daarvan) aan geraakt door een zuiverheid van voelen en denken en verlangen, gedoemd tot een zo vurig haken naar het volmaakte, onbesmet te, ongekneusde, dat er voor haar maar één levensweg overblijft: die van een droom, waarin zij de gaafheid, onverdorvenheid. haar zuiverst idealisme redden kan, bevei ligen kan tegen de onvermijdelijke aantas tingen van de wrede, stompzinnige en vul gaire .werkelijkheid. Zij moet in haar teer en tooh sterk-zuiver liefdesverlangen, dat alleen de volle bevrediging kan vinden in het volkomene, wel zee kiezen op het droomschip van haar nog ongekrenkt ge bleven gevoelens, wil zij zich niet prijs geven aan de banaliteit van de „gangbare" liefde. Broos is de droom en kwetsbaar degene, die er krachtens innerlijke nood wendigheid als Anneliese Goedhart op scheep moet gaan. Tweemaal voelt ze de zeepbel van haar ongerepte verlangens barsten, breekt zij een verloving af, omdat geen van beide partners haar schenken kan wat zij, levend tussen .twee werelden die van de realiteit, waarbuiten ze niet kan leven en de andere, der zo hevig be geerde idealiteit voor een waarachtig geluk behoeft. „Soms", schrijft ze, „heb ik sterk het gevoel of ik hier op aarde niet thuis hoor, of ik van huis ben afgedwaald zonder de weg terug te weten." En zo vindt zij nergens onderdak: in geen milieu, in geen stemming, bij geen levensgezel, want zij is de altijd eenzame, gescheiden van de wereld der „gewonen", „normalen", „gang baren" door een glazen wand. die haar de wereld doet zien als woonplaats van de „verraders van de droom". En is zij wel, zo aangelegd, ver bezijden de waarheid haar waarheid als zij meent dat de rea liteit vets is, dat overwonnen moet worden en diegene het meest Gods wens nabij komt, die de moed heeft zich in te schepen op het „droomschip" der verbeelding? Het moet stranden, dit droomschip, zij zelf voor voelt het: men kan niet ongestraft naar andere oevers reizen: de terugkeer tot haar, eerste waarachtig geliefde kind in zijn hart ondanks zijn mannelijke begeerten komt te laat (Vestdijk, die Roest Crollius' eersteling destijds terecht prees, zou zeg gen: het eeuwig telaat): Anneliese Goed hart, die zioh eens voelde „als geschapen in de drooln van een god, die haar uit te leurstelling uit de hand heeft gelegd ergens In een hoek", moest ten gronde gaan: aan haar zuiverheid, haar onstilbaar verlangen naar het ongerepte, waarmee de realiteit geen andere weg weet dan deze: nivelleren óf vernietigen. Telkens weer schoten mij onder het lezen van „Droomschip" deze onvergetelijke dichtregels te binnen van een onzer jonge- B. ROEST CROLLIUS: Droomschip W. L. 3. Brusse N.V., Rotterdam ren, van Michael Deak, voorkomend in zijn verzenbundel „Vrouwenv&l": Op sterren zijn je dromen scheep gegaan. En jij wist niet dat sterren konden stranden, dat hun bemanning over boord kon slaan dan spoelen ergens dode dromen aan. Dode dromen: zij waren Anneliese's, Roest Crollius' hoofdfiguur, die ons niet uit het hart zal gaan, ondergang. „Herken", vertrouwt zij aan 'haar dagboek toe, „in mij de medemens, je kameraad, je lotge noot in dit verbanningsoord. Houd vast aan de droom dat we hier niet thuishoren, maar ergens anders ons vaderland hebben. Want zonder die droom verkommer je als een plant zonder zon Was het een vorig maal niet op goede gronden, dat ik schreef over een stellig heilzame herleving van wat men „ro mantiek" pleegt te noemen? Onze door ver stand overwoekerde literatuur kan er hoog stens bij winnen. C. J. E. DINAUX. Agenda voor Haarlem ZATERDAG 13 SEPTEMBER. Sladschouwburg: Cilly Wang danst haar „Cilly Symphonie", 8 uur. City: „Rome open stad", 18 j., 2.15. 4.30, 7.00 en 9.15 uur. Luxor: „Een tweezijdige vrouw", 18 j„ 2.00, 4.15, 7.00 en 9.15 uur. Spaarne: „Het legioen van Zorro" (2e en 3e deel), 14 j., 2.30, 7.00 en 9.15 uur. Rembrandt: „Obsessie", 18 j., 2.00, 4.15, 7.00 en 9.15 uur. Frans Hals: „Voortvluchtig", 18 j., 2.30, 7.00 en 9.15 uur. Palace: „De zevende misdaad". 18 j., 2.00, 4.15, 7.00 en 9.15 uur. ZONDAG 14 SEPTEMBER. Gem. Concertgebouw: „Als moeder te veel is". 8 uur. Bioscopen: Middag- en avondvoorstellingen, MAANDAG 15 SEPTEMBER. Bioscopen: Middag- en avondvoorstellin gen. Op een Londense lenloonslelling van het mijnwezen is een reconstructie van een mijngang te zienwaarin alle bijzonder heden tot in het geringste onderdeel nauw keurig zijn nagebootst. Men waant zich in een echte mijn slechts de kooladers ontbreken. De „Samarinda" verdient deviezen De „Samarinda" van de Rotterdamse Lloyd is thans in opdracht en voor reke ning van de Tsjecho-Slowaakse regering onderweg van de Philippijnen naar Ham burg met 6.500 ton copra aan boord. Dit is de eerste lading van een grote partij copra, welke de regering van Tsjecho-Slowakije op de Philippijnen heeft gekocht en die door een Nederlands schip wordt vervoerd. Daar het transport in Engelse ponden wordt betaald, brengt deze vrachtvaart een welkome aanvulling voor onze deviezenpot. Niet duur voor een echte Hals Op een verkoping van kunstwerken in Maastricht is onder meer een door Prof. Dr. W. Vogelenzang als echt gewaarmerkte Frans Hals, voorstellende een gildemeester- kop. verkocht voor 1200. Een „binnen huisje" van Van Meegeren bracht 400 op. Vroeger een hertenkamp? De arbeiders, die de Poelendaelsesingel in Middelburg moeten afgraven, stuitten dezer dagen op de schedel van een eland, j met het gewei er nog aan en toen er voorzichtig verder werd gedolven, kiva- men er meer onderdelen van deze uit- j heemse knaap, die hier vroeger inheems i was, te voorschijn. Het Natuur-Histo- risch Museum in Leiden weet er van en vermoedelijk zullen de resten dan ook i voor nader onderzoek naar de Sleutel- stad ioorden gestuurd. Bulgaarse Pool In Nederland. De Poolse pro fessor Chiïsto Stefanov heeft het plan ln het najaar van 1947 een tentoonstellng van zijn werken te houden ln Amsterdam. Deze colorist, die in 1932 van Bulgaar tot Pool werd genatura liseerd. heeft deel uitgemaakt van het Poolse leger, dat meehielp het Zuiden van ons land te bevrijden. Het vorige Jaar zagen Maastricht. Den Bosch en Tilburg reeds exposities van zijn schil derwerken. Hei gemeentebestuur van Breda ver strekte hem een opdracht voor het vervaardigen van een triptiek, voorstellende „Polen op Monte Cassino". Eervolle uitnodiging. De Franse regering heeft de Haarlemse pianiste Tineke de Smidt uitgenodigd enige tijd in Frankrijk te komen studeren. Zij vertrekt aan het einde van deze maand voor een half Jaar naar Parijs. Internationale conferentie over maatschappelijk werk Onder het ore-presidium van Prinses Juliana wordt door de „International Conference on Social Work" van 1520 September in Scheveningen een speciale bijeenkomst van afgevaardigden georgani seerd. Het bestuur van de Nederlandse vereniging voor Maatschappelijk Werk heeft als nationaal comité de leiding en de ontvangst van deze conferentie op zich genomen. De uitnodigingen zijn gericht aan de nationale comités in twintig lan den met de bedoeling, dat de delegaties het gehele terrein van het maatschappelijk werk in hun land zullen moeten kunnen overzien. Tone el herinneringen en toncclportretten \\TANNEER ik terugdenk aan de opvoe- ringen der oude Rotterdammers uit mijn jeugd, dan heb ik de herinnering aan zeer natuurlijk, sterk levend, prachtig beel dend en fel dramatisch spel. Maar ik was nog heel jong en had nog nooit ander to neel gezien. Ik begrijp, dat dit oordeel van een kind dus, zoals ik toen nog feitelijk was bij mijn lezers weinig gewicht in de schaal zal leggen en ik heb mijzelf dan ook dikwijls de vraag gesteld, hoe ik tegenover dit spel zou hebben gestagn, als ik het op rijpere leeftijd had gezien. Velen verkeren in de mening, dat het spel van die vorige generatie ouderwets en vol pathos was, maar ik ben, als ik mij de voorstellingen van de Rotterdammers her inner, zo vrij dit te betwijfelen en uit de gesprekken, die ik later mocht hebben met acteurs en actrices, die nog met de Haspel- sen en Van Zuylen hadden gespeeld, heb ik de overtuiging gekregen, dat de oude generatie van '80 en '90 niet zo veel minder modern en zeker niet minder sterk speelde dan de acteurs en actrices van he den. Met welk een enthousiasme hebben acteurs als L. H. Chrispijn, Hubert la Roche en mevrouw de Boer-van Rijk mij niet ge sproken over het toneel uit de tijd toen zij nog jong waren. Niet alleen over de Rotterdammers, maar ook over de Amster dammers, die in het Grand Theater in de Amstelstraat en de stadsschouwburg op het Leidse Plein optraden. „De mensen van tegenwoordig", zo zei mij L. H. Ohrispijn in een gesprek, dat ik met hem heb gehad, toen hij zijn gouden toneeljubileum in 1924 zou vieren „heb ben van het toneel uit die tijd zulke rare ideeën. Men hoort zo dikwijls de mening verkondigen, dat het toentertijd alles on- natuur op het toneel was. Niets is minder waai-! O zeker, er was bij sommigen veel rhetoriek en voel vals pathos, maar dat is er tegenwoordig ook nog wel. Mevrouw Kleine-Gartman, Christine Stoetz, Klaas Vos, Morin en Veltman hadden in hun spel een natuurlijkheid en eenvoud, waar aan vele artisten van tegenwoordig nog een voorbeeld zouden kunnen nemen. Men moet nooit vergeten, dat het reper toire uit die tijd dikwijls een ander soort spel eiste. Wij zaten toen nog midden in de drakentijd en zulke draken moesten natuurlijk anders vooral veel breder gespeeld worden dan de tegenwoordige stukken. Maar het bewonderenswaardige van artisten als Morin en mevrouw Kleine- Gartman was, dat zij in het andere genre onmiddellijk de eenvoud en natuurlijkheid zelve waren. Zoals Morin Bellac en me vrouw Kleine de hertogen de Réville speel den in „De Wereld, waarin men zich ver veelt" heb ik het later nooit meer gezien. De eenvoud van mevrouw Kleine in een toneelspel als „De Watermolen aan de Vlier beek" van Emile Scipgens een soort stuk als „Zwarte Griet" was werkelijk aan biddelijk. En dan Christine Stoetz in „Zegen en Strijd",- prachtig van eenvoud". „Laat men mij toch nooit komen vertel len, dat die „ouden" niet natuurlijk, realis tisch speelden. Maar de stukken dat spreekt vanzelf moesten er de gelegen heid voor bieden. Veltman, een acteur, die toch beroemd was om zijn marqué-rollen, was in zijn spel soms prachtig in zijn een voud en in zijn grote romantische rollen monumentaal. Maar het was altijd meer in stijl dan tegenwoordig. De acteurs en ac trices van toen kenden hun vak". „Van natuurlijk spel gesproken" en hier hoorde ik tot mijn vreugde bevestigd, pEN VAN DE NIEUWE FILMS die de L' laatste tijd opgang maken is „Noto rious", een product van Alfred Hitch cock met Ingrid Bergmann in de hoofdrol. De combinatie van deze twee na men doet onwillekeurig denken aan een an->' dere film „Obsessie", die op het ogenblik in Haarlem wordt vertoond. Het vermoe den dat hier een poging is gedaan om het succes van „Obsessie" te herhalen wordt dan ook bevestigd door de antecedenten van „Noto rious". Het is opnieuw een j spannende intrigue, knap s en boeiend verteld door een kundig regisseur en met een kunste nares in de hoofdrol wier voornaamste aantrekkingskracht haar eenvoud is. Ingrid Bergmann is een ideale figuur om de eer lijke en tegen alle moeilijkheden in lief hebbende vrouw uit te beelden. Zij doet dat zonder enige overdrijving en met dat tikje lijdzaamheid dat alle bedenkingen tegen haar genre ontwapent. „Notorious" is een knappe film. Goede acteurs als Claude Rains en Cary Gr a li t geven er relief aan, Als technische prestatie is ^zij moeilijk te verbeteren. Hitchcock verstaat zijn werk en er is geen scène te vinden die anders of beter opge nomen had kunnen worden. Deze film staat op één hoogte met „Obsessie" wat de dramatische verwerking betreft en als pu bliek succes kgn zij vergeleken worden met „Rebecca", waaraan velen goede her inneringen zullen hebben. Het is allemaal glad en onberispelijk, boeiend gecompo neerd, geraffineerd van opzet. Maar de geschiedenis waarop dit alles is gegrondvest, is toch wel erg een confec- tie-product. Er wordt ons gevraagd te ge loven dat een mooi meisje, dat erin toe gestemd heeft mee te werken aan de Ame rikaanse „Intelligence sendee" verliefd wordt op een „G-man", een der leden van de geheime politie, maar met een nazi trouwt omdat dit bevorderlijk kan zijn voor haar werk. Het is een staaltje fanta sie dat zelfs in de onwezenlijke sferen van dé spionnage wat erg fantastisch aandoet en dat bovendien een slecht compliment is voor de Amerikaanse geheime dienst, die tot zulke wanhopige middelen zijn toe vlucht zou moeten nemen om een complot te ontmaskeren. Trouwens als spionne verraadt Ingrid Bergmann toch ook wel een gebrek aan „vakkennis". Dat een doortrapte nazi be drogen zou kunnen worden door sleutels van zijn ring te stelen en door een ontdekr king in zijn kelder, waar hij nota bene uraniumhoudend materiaal verborgen houdt in wijnflessen het mag zijn dat het Amerikaanse publiek dit gelooft, of althans graag wil zien, het is wel een beetje naïef om aan de werkelijkheid getoetst te worden. Zodat, wanneer Ingrid Bergmann cp een gegeven ogenblik vergif in haar koffie krijgt ze sterft er niet aan, daar voor staan de heilige tradities der bioscoop u borg: de ondeugende gedachte.onver mijdelijk is dat ze het er met haar onhan dige gespionneer eigenlijk naar gemaakt heeft. Hier kijken de zorgen van de producers om de hoek van het bioscoopscherm, want Ingrid Bergmann is een kostbaar goed voor haar maatschappij. Het is dus zaak haar zo lang mogelijk te handhaven op het top punt van de roem die zij op het. ogenblik oogst. En hoe waren haar rollen in de bekend ste films die wij van haar gezien hebben in: „Gaslight", „Rebecca", „Obsessie"? Die van een zeer liefhebbende en min of meer onervaren vrouw die onbillijk behandeld wordt of ondanks haarzelf in een noodlot tige moeilijkheid verzeild raakt en daar dank zij haar trouwe liefde de oplossing in vindt. Het is een der klassieke dramatische fi guren die van de oudste Griekse tot de modernste Amerikaanse drama's voorkomt en het ligt voor de hand dat zij de rol moet herhalen die haar het beste ligt, dat heb ben alle befaamde actrices gedaan. Maar als het té stereotiep wordt gedaan gaat het vervelen. En het begint er nu al op te lij ken dat er zo een Bergmann-traditie ge vormd wordt die niet anders dan op die verstarring kan uitlopen. Dat zou zonde wezen van zon begaafde en sympathieke actrice. v. G. wat ik intuïtief als kind reeds had gevoeld „laten wij dan ook vooral de Haspelsen - Derk en Jaap - de Faassens - Rosier en Alexander - en Willem van Zuylen niet vergeten, acteurs, die minstens even mo dern waren in hun spel als de speler^ van tegenwoordig!" En met welk een enthousiasme kon me vrouw Esther de Boer-van Rijk, een actrice, die tot in het laatst van haar leven in haar spel niet verouderde, over de oude „Rotier dammers", met wie zij als aankomende ingénue jaren heeft gespeeld soms spreken. „Wat 'n artisten!" zei ze mij eens in een interview voor haar gouden jubileum. „Welk een prachtige Koning George was Derk Haspels niet in Vorstenschool! Een mooiere is er nooit geweest. En zijn Seig- lière! Heerlijk geestig en aristocraat van zijn haarwortels tot zijn voetzolen! Een onvergetelijke creatie. En dan Willem, van Zuylen als Vriend Fritz! Die was Fritz Kobus geheel en al. Een betere Vriend Fritz was niet denkbaar. Een genot was het om met hem te spelen. Ik was toen Suze en Rosier Faassen de rebbe. Ze hebben het zo dikwijls tegenwoordig over model-opvoe ringen. Welnu, dat waren model-opvoe ringen. Aan de tijd bij de oude Rotterdam mers en de eerste jaren bij de oude To neelvereniging onder Van Kuyk en Chris pijn blijf ik de mooiste herinneringen be waren uit heel mijn artisten-Ieven". Wanneer ik die gesprekken met Chris pijn en mevr. de Boer-van Rijk nu nog eens nalees, dan durf ik met zekerheid zeg gen, dat ik wel zeer gelukkig ben geweest in de kleine schouwburg te Harlingen j^iist stukken als Jonkvrouwe de la Seiglière, Vorstenschool en Vriend Fritz door de oude Rotterdammers te hebben zien spelen, want het behoorde tot het beste toneel, dat er in die jaren op onze planken werd gegeven. J. B. SCHUIL Snel onderzoek inzake liet plan-Oud De regering wenst zo spoedig mogelijk in staat te zijn zich een zo goed mogelijk oordeel te vormen omtrent de resultaten, welke de door de commissie-Oud voorge stelde noodvoorziening voor de gemeente- financiën voor de individuele gemeenten zal opleveren. Zij is daarom thans bezig de in dit opzicht meest recente gegeven te verzamelen. Aan het verzamelen dezer gegevens mag echter vooralsnog niet de betekenis worden gehecht, dat de regering reeds zou hebben besloten, het voorstel der commissie-Oud over te nemen en het bij dat voorstel gevoegde ontwerp van wet bij de Tweede Kamer in te dienen. Er was grote tederheid in de wijze, waar op dat oude mannetje het kussen schikte voor de vrouw in het invalide-wagentje. Een wonderbaarlijk-hcldere en geurige Septemberdag. Een bank onder de oude, hoge bomen van de Scheveningse weg. En een oude Sehever.ingse schipper met zijn vrouw. Hij op de bank naast ir.ij en zij er voor. Een heel oude, verlamde vrouw in haar wagentje. Hij schikte het kusseii in haar rug met dé tederheid, die soms in alle mensen komt. Hij knikte glimlachend en zij glim lachte weerom. Een mannetje in lakens- zwart, zoals die Scheveningse vissers zijn, met een zwarte pet en een kleine, oude mond en zwarte schoenen. Alles zwart met een verweerd en blozend gezicht. En de vrouw in haar zwarte japon, met wat bloedkoraal en 'wat goud en een wit mutsje hing séheef en hulpeloos in die zetel. Haar ene hand lag op de rode deken, als een dode vogel. En haar andere hand in ae hand van de man. Een klein beeld van liefde, een klein tafereel van zeldzame tederheid. Het verkeer raasde over de weg. Er waren trams vol mensen, die de laat ste zomerdagen van het jaar genieten gin gen bij de zee en de zon. Jagende auto's. Een ruiter reed over het rulle zandpad. Het was een snelle wereld in de wonder baarlijke mildheid van deze Septemberdag. En hier leefde de verstilling van deze twee. Een oude man en een oude vrouw. Een klein tafereel in zwart en wit. Een klein tafereel van vertederde innig heid. Het ruiste in de bomen. Er dwarrelden dorre blaren, die stil ble ven liggen voor onze voeten. Een vogel zat wiegend op de tak van een heester en vloog driftig weer weg. Het leven ruiste langs de brede weg. En hier was de stilte. Ik begreep dat de vrouw niet meer spre ken kon. Zij hing zwijgend cn scheef, met een oud gezicht, waarop dc dood. zijn verlossing reeds had aangekondigd, in de witte kus sens. De kleine hand !ag roerloos en wit op het donkere dek en die andere maar stil en innig in die van dc kleine oude man, die naar haar glimlachte ais een vader, een zorgelijke vader voor zijn kind. rHij glimlachte en zei niets. Totdat hij zich tot mij wendde cn zeiae: „We zijn zestig jaar getrouwd: het vorige jaar heeft zij een beroerte gehad. Zij kan niet meer horen en niet meer spreken. Zij is helemaal verlamd. Daar hebt ge veel zorg en moeite voor, meneer. Dag on nacht, want zij is helemaal hulpeloos. Een beste vrouw, meneer. Een moeder van zes." Ge kunt op de banken langs de wegen van het snelle leven soms de menselijkste stilte ontmoeten. Zij is teder als een Septemberdag. En stil als een vogel in de struiken. Zij is weemoedig als een blad, dat dwar relt van een boom en blijft liggen voor uw voeten. Zij is mild als de laatste zon van het jaar. En groot en goed als de stralende hemel. Onpeilbaar diep. En niet te omvatten zo wijd. ELI AS. Sobere prinsjesdag In overeenstemming met de ernst van de tijd zal de opening van de Staten- Generaal Dinsdag, evenals de laatste ja ren gebruikelijk was, met alle soberheid geschieden. Zoals reeds is gebleken, zal de koninklijke stoet uit louter hofauto's be staan- De ministers cn de Kamerleden en verdere genodigden zullen in burgerkle ding verschijnen. Ingrid Bergman, Cary Grant en Madame Konstatin in „Notorious". Te Kopenhagen bekroond ballet naar Haarlem Jean Weidt, tegenspeler van Jean-Louis Barrault Op Dinsdag 14 October treedt ln de Stads schouwburg te Haarlem op de dansgroep „Ballets des Arts" uit Parijs, welke dit jaar de eerste prijs behaalde op het concours te Kopen hagen. georganiseerd door de Archives Interna tionales de la Danse, De artistieke leider, Jean Weidt, verwierf aldaar tevens de hoogste onder scheiding voor de meest originele choreografie met zijn ballet De Cel (Le Celluie) dat ook op het programma voor de Nederlandse tournée staat. Zoals men zich zal herinneren, werd de gouden erepenning op het vorige concours, gehouden in 1932, toegewezen aan Kurt Jooss. F.venals Jooss is Jean Weidt een vooistander van de zogenaam de vrije clansrichting, waarbij in het algemeen geestelijke diepgang boven uiterlijke vormen- weetde wordt gesteld. Ondanks de gemeenschappelijke afkomst is er een zeer wezenlijk verschil in opvatting tussen deze beide meesters. De kunst van Jean Weidt vertoont sterke verwantschap met de pantomi me. In de voornaamste balletten vervult hij zelf de overwegend mimische eerste rol op een sterk persoonlijke wijze, die niet gemakkelijk door anderen nagevolgd zal kunnen worden. In dit verband kan er nog op worden gewezen dat Jean Weidt in het afgelopen seizoen is opgetreden als tegenspeler van Jean—Louis Barrault ln de pan tomime ..Baptistc: die men hier kent uit de film „Les enfants du Paradis". Weidt speelde daarin de rol van de voddenraper. Jean Weidt vormde zijn ensemble onmiddellijk na de bevrijding van Frankrijk. Het bestaat uit vijfentwintig leden, waawnede hij in Juni van dit jaar het bovengenoemde eervolle succes boekte. Hierbij moet wel worden opgemerkt dat zijn sterkste concurrent, het ook hier bekende Zweeds Danstheater, werd gediskwalificeerd. „De Cel" is een specifiek voorbeeld van zijn voorkeur voor de verbeelding dér hedendaagse problematiek. Het laat zien hoe een ln zijn cel opgesloten misdadiger ln een nachtmerrie de door hem bedreven moord nogmaals beleeft. Er treden geesten ln op met gruwelijke maskers en voorts enige liederlijke uitlopers van de sa menleving De gehele sfeer is angstaanjagend. Eén van onze beste danskenners. Abr. van der Vies, beschreef het ballet treffend als „een soort Caligaii-toes tand a la Berlijn 1923". Waar dc uit spraken van buitenlandse beschouwers variëren van „decadent" tot „van hartstocht bezeten" belooft deze kennismaking op zijn minst geno men interessant te worden. Een stichting ter bevordering van eigen huisbezit Teneinde de wederopbouw in het bijzon der te Rotterdam en ook elders te stimu leren. is te Rotterdam opgericht de „Neder landse Stichting tol bevordering van het eigen Huisbezit" Zij heeft plannen in overweging voor de bouw van 602 huizen in Schiebroek, van 116 woningen en een flatgebouw in Kra'.m- gen en van een groot centraal winkelge bouw en kantoor-flats in Rotterdam, waar zij eveneens op coöperatieve grondslag een verenigingsplan wil doen bouwen. Hoewel er van alle huizen een standaard type gemaakt wordt, kan de adspirant- koper. die deelnemer in de stichting moet zijn, zijn huis naar b'eliëvei. doen inrichten. Het ligt in de bedoeling van deze stichting landelijk te gaan werken. Reeds bestaan er elanncn voor Den Haag, Amsterdam, trecht. Amersfoort, Breda en vermoede lijk ook Heiloo. De stichting zorgt voor het verkrijgen van hypotheek: de deelnemers moeten over een vastgesteld bedrag be schikken. Over Muziek Pijper 's Derde r\E UITVOERING van Willem Pijpcr's derde Symphonie dezer dagen door het Utrecht.- Stedelijk Orkest onder lei ding van Willem van Otterloo moge mij aanleiding zijn een ogenblik uw aandacht te vragen voor dit werk. De bezetting van het stuk is zeer uit gebreid en daarom blijft het voor vele orkesten bezwaarlijk het werk als reper toire-stuk te nemen. Dit wijst al weer op een groot tekort in de Hollandse orkest- wereld. Alle sypiphonic-orkesten moesten op rijkskosten -in staat zijn, alle belang rijke symphonische werken te spelen. Zou het besef van de waarde van een sympho nie in ons land ooit komen? Ik weet het niet; er zijn redenen genoeg om aan te nemen, dat het altijd wel blijven zal zoals het is en tegelijkertijd kunnen wij vast stellen. dat naast de Nederlandse nuch terheid ten opzichte van dc muziek in de zelfde volksaard een dispositie bestaat, die voor het creëren, het uitvoeren en het ge nieten van de symphonische kunst van nature geschikt is- De Italianen en Span jaarden bijvoorbeeld hebben deze dispo sitie niet; zij hebben andere geschikthe den, die wij node mis.-en, maar ik meen dat onze geestesaavd eigenschappen heeft die tot het opnemen, verwerken en genie ten van symphonische kunst gedisponeerd zijn. Het kenmerkende namelijk van de symphonie is het doorwerken van de thema's; ik geloof dat onze beschouwende en overwegende geest, waarin de bewe gingen van het sentiment zo gemakkelijk worden opgenomen omdat deze bewegin gen zich niet vanzelf in volle vrijheid uit leven, zich gelukkig voelt in het aanhoren en volgen van een muziek, waarin de zo genaamde gedachtengang zich na een ex positie der gegevens ontwikkelt, concen treert en definitief bestemt. De hoorder behoeft zich dit niet bewust te zijn om het te ondergaan en te beleven. De Hollan der- behoeft van nature niet vreemd te staan tegenover een kunst, waarin een maximum van hartstochtelijkheid leeft, wanneer deze hartstochtelijkheid in een vaste vorm gestalte heeft. De Nederlan ders zijn beter dan dc Italianen geschikt om een symphonie van Beethoven tc ge nieten, niet omdat een symphonie van Beethoven zo vurig is. maar omdat dc in houd van een dergelijk werk zo geconcen treerd en vast is. Men zou deze geestelijke gesteldheid volkomen kunnen prijzen, wanneeu men niet overtuigd was dat een zekere be dachtzaamheid, die dc natuurlijke vrijheid van fantasie en sentiment uitsluit, hierbij mede een factor was. Dc Hollanders wil len wel aannemen dat, er tussen hemel en aarde van allerlei leeft, maar zij kunnen er zich niet in verliezen, en niet in op gaan. Zij willen alles beschouwen,"beoor delen en voorts het genieten berekenen naar de omstotelijke waarde-standaard van hun verstand. Enfin, het heeft zijn voor en zijn tegen. Het „tegen" is dat de Hollanders de romantiek der muziek niet kennen, het „voor" is dat zij bepaalde kunstsoorten, als bijvoorbeeld de sympho nische, in een belangrijk epzicht kunnen waarderen. Maar waarom heef^t dan bijvoorbeeld de derde Symphonie van Willem Pijper, die ongetwijfeld een zeer belangrijk werk is, zo weinig succes? Ik geloof dat dit alleen door de harmonie, het element van dc samenklank te verklaren is. Wanneer een complex van melodieën enige tijd duurt kan een Hollander door de gang van zaken geboeid zijn; iedere muziekliefhebber luistert geboeid naar de ingewikkelde finale van Mozart's Jupiter-symphonie. Maar wanneer de muzikale fantasie van de componist zich in het quasi-ondeelbare ogenblik van de samenklank uitspreekt is het voor dc geest van de hoorder zeer veel moeilijker, om de muzikale mededeling op te nemen. In de Jupiter-symphonie ver staat do hoordeF de eenvoud der harmo nieën en de daaruit voorkomende contra- punctische ontwikkeling kan hij dan vol gen ook al is hij zich niets van techniek bewust; bij de muziek van Pijper kan de hoorder de harmonische basis niet met zijn eigen muzikaliteit in overeenstemming brengen en daarmee wordt de ontwikke ling van het werk onverstaanbaar. Ik ben er van overtuigd dat het alléén deze kwestie van de harmonie is. die bij de derde symphonie van Pijper een wer kelijk raadsel is. Voor het publiek in algemeen kan alléén de tijd op den duur de verklaring brengen; voor de jonge mu sicus is natuurlijk vakstudie geboden. Het zou onjuist zijn te menen dat Pijper zich in de harmonieën volledig uit spreekt; een accoord is bij Pijper even zeer als bij een klassiek componist het materiaal voor melodieën. Maar dit har monische materiaal is bij de moderne com ponist veel uitgebreider en tegelijkertijd veel meer samengedrongen. Als men één maat uit deze derde symphonie als een vertraagde film kon laten duren, zou het gehoor de samenstellende delen kunnen waarnemen en' de muzikaliteit van de waarnemer zou zich kunnen oriënteren. Bij een normale uitvoering krijgt de hoor der hiertoe geen kans; de ene harmonie wordt gevolgd door de andere en al vormt de opeenvolging der accoordcn een en meer melodieën, de geest van de hoorder blijft geremd door het niet verstaan van wat hij het eerst heeft moeten horen. Nu klinkt het een beetje slordig. Wanneer ik opmerk, dat dit ontevreden stilstaan bij het element harmonie niet helemaal goed isNiemand leert zwemmen, die naar het water blijft kijken. De tijdgenoten van Beethoven ergerden zich aan de ge hele eerste Symphonie, omdat zij het eer ste accoord als dissonant hoorden. Het werd mettertijd beter; u ziet, het is een kwestie van tijd. De derde Symphonie van Pijper is klas siek, modern en actueel. Deze actualiteit is de zwakke zijde: het is de invloed van de Jazz-muziek, in zeer ruime zin geno men. Gelukkig neemt deze invloed een ge ringe plaats in. De moderniteit wordt be paald door de uitbreiding van het harmo nisch materiaal, door de wijze waarop de thematiek en de daaruit volgende melo dieën worden gevormd, door de instrumen tatie en in 't algemeen door de versnel ling en de samentrekking der verschillen de gedachten en sentimenten. De moder niteit is de grootste verdienste van het werk, omdat deze moderniteit een felle, spontane kracht openbaart. Klassiek noem ïk de symphonie, omdat de gehele samen stelling, onafhankelijk van buiten-muzi kale elementen, een volledige eenheid van inhoud en vorm is; overigens is het een tijdgenoot nooit gegeven, over het klas sieke als duurzaamheid voor de toekomst met zekerheid te spreken. Op mij heeft deze symphonie opnieuw een sterke in druk gemaakt en ik ben er trots op, dat een dergelijk werk door een Nederlander werd geschreven. HENDRIK ANDRIESSEN.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1947 | | pagina 5