Internationaal fotofestijn
Louis Moor en „le ton de comédie"
ZATERDAG 20 SEPTEMBER 1947
3
Focus-N.A.F.V.-tentoonstelling in Amsterdam
r\ER TRADITIE GETROUW heeft „Fo-
cus" weer haar internationale foto
tentoonstelling georganiseerd. Heden, Za
terdagmiddag, zal de officiële opening in
Arti et Amicitiae, Spui (hoek Rokin) te
Amsterdam plaats hebben. Zij zal veertien
dagen duren.
Door de heer Dick Boer, de redacteur
van „Focus", daartoe uitgenodigd, hebben
wij een voorbezóek aan de tentoonstelling
gebracht. De heer Boer deelde mede, dat
dit jaar van de gewoonte, alleen buiten- i
landse foto's aan te ne
men is afgeweken. De Ne
derlandse Amateur Foto
grafen-Vereniging te Am
sterdam, die dit jaar haar
60-jarig bestaan herdenkt,
wilde ook in September
exposeren en daarom zijn
beide exposities gecombi
neerd. Men kan dus wel
zeggen dat er Nederlandse
foto's te zien zijn, doch
niet spreken van een „Ne
derlandse inzending" om
dat belangrijke amateur-
en beroepsfotografen
niet-leden van de N.A.F.V.
ontbreken.
Een globale vergelijking
van de buitenlandse met
onze fotografen valt in
eerste aanleg ten gunste
van de buitenlanders uit-
Dit heeft verschillende
oorzaken.
In de eerste plaats be
schikt men in het buiten
land over alle gewenste
papieren. In ons land kan
men, speciaal in de grote
formaten, nog weinig goeds
krijgen. Verder maken de
buitenlanders de indruk
van meer kracht te 'bezit
ten. Zij zoeken het minder
dan bij ons in soft-focus
effecten. De N.A.F.V.-
serie is wat slapper, zon
der dat men kan zeggen dat de foto's min
der kunstwaarde hebben. De buitenlan
ders leverden in hoofdzaak bromide af
drukken, met hier en daar mooie chloro-
bromides en de N.A.F.V.'ers tellen broom-,
verfdrukken en gomdrukken onder hun
mooiste werken.
Een zuivere vergelijking is ook niet mo
gelijk, omdat het Nederlandse werk in
verschillende gevallen van oudere jaren is.
Vergelijkt men de buitenlandse werken
met de tentoonstelling van 1946, dan valt
op dat het geheel veel gaver en verzorg
der is. Dit laatste geldt voor de foto's,
niet voor de tentoonstelling als geheel.
Men is blijkbaar niet genoodzaakt geweest
foto's van minder kwaliteit op te hangen-
Dat is op zichzelf een verblijdend teken.
Dat de Russen niet met een collectie
aanwezig zijn (wel in 1946) kan men be
treuren, de salon is er niet minder aan
trekkelijk door geworden.
In het algemeen moet gezegd worden
datsde technische verzorging der foto's op
zeer hoog peil staat. Beziet men no. 46
van de Nederlandse foto's, een stuk van
E. J. Gallas te Bloemendaal, naast no. 132
van de buitenlander, „Water rings" van
Ernö Vadas, dan ziet men dat bij een vrij
wel gelijk onderwerp de technische af
werking in beide gevallen perfect is.
Het heeft bij een zo groot aantal foto's
weinig zin namen te noemen, omdat men
met zeer verschillende onderwerpen te
doen heeft en een langduriger studie dan
van een betrekkelijk oppervlakkige be
schouwing daarvoor nodig zou zijn.
Er zijn 212 buitenlandse inzendingen
buiten de collectie uit het historisch foto
grafisch museum der Royal Photographic
Society te Londen (26 stuks) en 94 Ne
derlandse foto's. Amerika domineert met
35 stuks.
Als wij voor enkele foto's belangstelling
vragen moet dat zijn voor de gave wei-ken
van wijlen Adriaan Boer, die aantonen dat
men niet speciaal in 1947 naar mooie foto's
hoeft uit te zien, doch dat ook tientallen
jaren geleden, toen er meer belangstelling
voor de edele procédés bestond dan nu,
tot meer dan normale prestaties kon
komen.
De bij dit artikel afgebeelde foto is no.
65. de titel is „Gaspard", de maker is de
Engelsman S. A. Chandler uit Devon.
Deze foto is wat men noemt een stuk
met inhoud, en de techpische afwerking
(chloro-bromide) is zo zuiver dat men
haar nauwelijks beter kan verwachten.
Te dien aanzien is zij evenwel geen uit
zondering.
Men kan er over van mening verschil
len of dit een „kunst"-foto is. doch be
denke dat in de eerste plaats een volledige
beheersing van de techniek nodig is om
tot een goed resultaat te komen. Dat geldt
evenzeer in de schilderkunst als in de fo
tografie.
Wie belangstelling voor de historie van
de fotografie heeft mag niet verzuimen
de reeds eerder genoemde inzending van
de Royal Photographic Society te bekijken.
Men vindt er zelfs werken van een der-
uitvinders van de fotografie bij, nl. van W.
H. Fox Talbot, uit 1843.
Evenals vroeger worden op enkele avon
den kleuren-dia's geprojecteerd. Wat wij
er van zagen was, behoudens uitzonderin
gen, nog al bont-Amerikaans.
Laten wij eindigen met een aanbeveling
om deze foto-tentoonstelling te bezoeken.
Amateur-fotografen kunnen er veel van
leren. En dat is het belangrijkste doel der
tentoonstelling.
De Focus-redactie heeft een massa werk
verzet om de salon aantrekkelijk te ma
ken en de N.A.F.V., wat het vaste land
betreft de oudste fotoclub in Europa, zal
haar moeite ook gaarne en met recht
beloond zien door een druk bezoek.
v. O.
Gaspardvan de Engelsman S. A. Chandler, een der
op de „Focus'-tentoonstelling geëxposeerde werken.
Gramofoonplaten van het
Residentie-orkest
Gedurende ongeveer veertien dagen zal
het Residentie-orkest dagelijks naar Am
sterdam gaan, om daar in het Concertge
bouw voor de Hollandse Decca Maat
schappij een aantal werken uit te voeren,
die op gramofoonplaten worden opgeno
men.
CULTUURGESCHIEDENIS DER
MUZIEK.
De Maatschappij ter bevordering der
Toonkunst, is, behoudens koninklijke
machtiging, voornemens de leeropdracht
voor de bijzondere leerstoel, welke zij te
Utrecht had ingesteld, en welke destijds
door dr. W. Mengelberg bekleed werd, te
wijzigen in: cultuurgeschiedenis der mu
ziek. Zoals men weet is prof. dr. Ed.
Reeser bestemd deze leerstoel te bekle
den. Hij zal 29 dezer zijn inaugurale rede
houden.
A.N.W.B. KENT BERGSMA-MEDAILLE
TOE AAN J. H. VAN HEEK.
Heden zal, ter gelegenheid van zijn jaar
vergadering in Amsterdam, de Koninklij
ke Nederlandse Toeristenbond A. N.
W.B. voor de vijfde maal de Bergsma-
medaille uitreiken en wel aan de heer J.
H. van Heek te 's-Heereriberg, voor diens
bijzondere verdiensten voor het behoud
van de schoonheid van Nederland.
De heer Van Heek, die medewerkte aan
de financiering van het behoud van de
Veluwezoom, heeft ook aan tal van andere
acties in het belang van het Nederlandse
landschapsschoon in belangrijke mate zijn
medewerking verleend.
FEMA SLUIT ZICH AAN BIJ IIET NW.
De leden van de Federatie van Musici cn
Artlsten. een organisatie, die ongeveer 700
leden omvat, hebben in hun afdelingsvergade-
ringen te Amsterdam en Haarlem met op twee na
algeméne stemmen besloten zich bij het NW aan
te sluiten. In voorbereiding is een fusie van de
Fema met de reeds in het NW opgenomen Ne
derlandse Toonkunstenaarsbond.
De pianist Cor de Groot zal in October en
November een tournée door Scandinavië maken.
zal onder meer optreden als solist met het
koninklijke orkest in Kopenhagen, het orkest
•an Malmö en verder In Oslo. Göteborg en
Stockholm.
Dit jaar opnieuw
een Bachweek
Bij het 25-jarig bestaan van de Neder
landse Bach-vereniging in 1946 hoorde
het Nederlandse publiek voor de eerste
maal werken van de grote componist Jo-
hann Sebastiaan Bach, die minder bekend
zijn dan de traditionele Mattheus-passion.
Het succes van deze Bachweek is voor het
bestuur van de Nederlandse Bachvereni-
ging aanleiding geweest de proef te her
halen en voortaan ieder jaar in September
in Amsterdam een Bachweek te organi
seren.
Dit jaar worden vier concerten gegeven
op421, 22, 26 en 28 September. Het eerste
concert is Zondagmiddag 21 September
waar na een korte inleiding door Herman
Rutters de eerste volledige uitvoering volgt
van „Das Muzikalische Opfer", een merk
waardige dankbetuiging aan Frederik de
Grote voor Bach's ontvangst ten hove.
Het tweede en derde concert wordt
gegeven op Maandag 22 en Vrijdag 26
September.
Anthon van der Horst, die alle concer
ten dirigeert, speelt dan de orgelmis: het
derde deel van „der Klavier-Uebung" dat
in 1739 ontstond. Op Vrijdag volgt het
eerste deel van „Die Kunst der Fuge" uit
gevoerd door strijkorkest en de organist
Albert de Klerk.
Zondag 28 September wordt de Bach
week besloten met een concert omvattende
het Concerto in a voor clavecimbel, viool
en fluit. De Sonata in f voor viool en cla
vecimbel en de wereldlijke cantate „Mer
hahn en neue Oberkeet", een suite van
gezelschapsdansen, welke wordt uitge
voerd door sopraan, bas, koor van de Ne
derlandse Bachvereniging en het Bach-
orkest.
Tragisch einde van
record-duiker
De meester-duiker Maurice Fargues
heeft een wereldrecord gevestigd door bij
Kaap Capet 120 meter in de Middellandse
Zee af te dalen, doch het is hem niet ge
geven dit avontuur zelf na te vertellen.
Fargues stond aan het hoofd van een
groep duikers die voorbereidingen had
getroffen voor een onderzoek onder zee
van het oorlogsschip „El-Monnier" af. Hij
had aangekondigd een poging te willen
doen het record te breken, dat met ne
gentig meter op naam stond van zeven
duikers, die deze prestatie in Mei hadden
verricht.
Fargues gaf na zijn afdaling zijn positie
voortdurend op aan de sleepboten, waar
mede hij in verbinding stond. Nadat hij
een diepte van 120 meter had bereikt, gaf
hij geen tekenen van leven meer. Zijn col
lega's begonnen hem onmiddellijk op te
trekken en een hunner daalde tot zestig
meter af, op welke diepte hij het bewe
gingloze lichaam van Fargues ontmoette.
De duikerkampioen werd in bewusteloze
toestand aan het wateropper\-lak gebracht
en naar het ziekenhuis Saint-Anne ver
voerd, waar hij overleed. Op een was-
plaatje, dat hij bij zijn afdaling meegeno
men had, had hij de diepte van 120 meter
aangegeven. Hij had er vier minuten en
25 seconden voor nodig gehad. (U. P.)
PHILIPS ADOPTEERT
OOST-INDONESIc EN WEST-BORNEO.
De N.V. Philips' gloeilampenfabrieken heb
ben de beide staten Oost-Indonesië en
West-Borneo geadopteerd.
De bedoeling van deze adoptie is beide
staten in hun cpbouw en ontwikkeling met
raad en daad bij te staan. Daartoe zal Phi
lips haar kennis en ervaring en haar rela
tie over de hele wereld ter beschikking
stellen van deze staten.
Toneelherinneringen en toneelportretten
In mijn vorig artikel schreef ik, wat L. in de pot zijn geweest. Wat waren die
H. Chrispijn mij verteld had vap de speel- jongeren een enkele uitgezonderd
trant der tonelisten uit de jaren '80 en kleurloos, mat en onbeholpen, vergeleken
hoe ook de acteurs uit de tijd van mijn bij deze jeugdige grijsaard. Wat viel het
jeugd althans de goeden onder hen kunnen van deze 76-jarige op bij de
uitmuntten door eenvoud en natuurlijk- j machteloosheid der anderen. Naast heren,
heid van spel. Maar in het midden der j die hun rollen opzegden, was hij de acteur,
vorige eeuw was daarvan nog geen sprake.die speelde. Het spel van Moor was de
Toen bezondigden vele spelers zich nog I grote verkwikking van de avond".
aan vals pathos en werd er door de mees
ten van hen nog op zeer gezwollen toon
gesproken. Het was de eens zo bekende
en vooral door de dames zo geadoreerde
acteur Louis Moor, die de meer natuurlijke
toon „le ton de comédie", zoals hij zelf
die noemde op het toneel heeft inge
voerd.
Ik heb het voorrecht gehad met Moor
in de laatste jaren van zijn leven zeer be
vriend te zijn geweest. Wij hadden samen
in een jury van een toneelwedstrijd ge
zeten en hoewel ik vergeleken bij de
bijna 90-jarige grijsaard nog maar ,,'n
broekie" kon worden genoemd, was er al
spoedig nauw contact tussen ons beiden,
een contact, dat tot het laatst van zijn
leven Moor is 94 jaar geworden is
gebleven.
Moor, die evenals Louis Bouwmeester,
een zoon was van de bekènde toneelspeler
Louis Rosenveldt en zich dus de oudere
halfbroer der Bouwmeesters Louis, Theo
en Frits mocht noemen, bezat ook het
talent van deze grote spelers. Hij was in
zijn glanstijd een der beste cn meest be
kende acteurs in ons land. Ik zelf heb
Moor slechts eenmaal zien spelen en wel
bij de Toneelvereniging onder Heijermans
in het seizoen 1912/1913 in „Het Testament
van Girodet". Laat ik hier mogen her
halen, wat ik toen als criticus over hem
schreef.
„Deze acteur met zijn levendig, bewege
lijk, pittig spel was de jongste van allen,
ja, eigenlijk zou het zonder hem de dood
Toen ik Moor leerde kennen wa
hij
Over Muziek
Carmen
EORGES BIZET voltooide de opera Car-
men in 1875, toen hij 37 jaar oud was.
Lange tijd liep de legende, dat de eerste
opvoering in het geheel geen succes had
en dat de componist zich dit zodanig aan
trok. dat hij ziek werd en enkele maanden
daarna stierf. Getuigenissen uit Bizet's
levensdagen spreken echter anders. Het
is waar dat er na de eerste opvoering van
Carmeii heftige voor- en tegenstanders
van het nieuwe werk opstonden, maar
van een werkelijke „val" van de opera is
nooit sprake geweest. Onafhankelijk van
dichter bij de 90 dan bij de 80. Hij deed wederwaardigheden, die de opvoeringen
Langere rokken
De rokken worden weer langer alle pro
testen ten spijt, of misschien wel dank zij
de vele protesten. Dit is een voorbeeld van
de herfstmode die in Londen op 't ogenblik
opgeld doet.
WEER PERSONEN-TREINVERVOER
IN DE LANGESTRAAT.
Met ingang van de nieuwe dienstrege
ling op 5 October zal op het traject
's-HertogenboschLage Zwaluwe het
personenvervoer per trein weer worden
hervat. Er zullen vier treinen per dag in
beide richtingen rijden, met autobusdien
sten als aanvulling.
„Ballets des arts de Paris"
naar Nederland
De Parijse balletgroep onder artistieke
leiding van Jean Weidt, „Ballets des arts
de Paris", die op het internationale bal
letconcours 1947 bekroond werd zal gedu
rende de maand October een tournée door
Nederland maken.
Agenda voor Haarlem
ZATERDAG 20 SEPTEMBER
Stadsschouwburg: „Per luchtpost". 8 uur.
t.uxor: „Vloeibaar goud". 18 j„ 2.00, 4.15, 7.00 cn
9.15 uur. Spaarne: ..De Musketiers". 14 J.. 2.30.
7.00 en 9.15 uur. Rembrandt: „Vrouw tegen
vrouw". 18 J., 2.30. 7.00 en 9.15 uur. Frans Hals:
„Het tweede gezicht", 18 j„ 2.30, 7.00 en 9.15 uur.
Palace: „Jeugd op drift". 14 j„ 2.00, 4.15, 7.00 en
9.15 uur. City: „Topper op stap". 2.15, 4.20, 7.00
en 9.15 uur.
ZONDAG 21 SEPTEMBER
Stadsschouwburg: „Per luchtpost". 8 uur.
Gcm. Concertgebouw: „Overschotje". 8.15 uur.
Bioscopen: Middag- en avondvoorstellingen.
MAANDAG 22 SEPTEMBER.
Bioscopen: Middag- en avondvoorstellingen.
NACHTDIENST APOTHEKEN.
Duym en Keur. Keizerstraat 6. tel. 10378: Apo
theek Begemann en Sneltjes. Kruisweg 30. tel.
10043; Marnlx-apotheek, Marnixstraat 65,. tel.
23525; Heemstecdse apotheek. Binnenweg 98
Heemstede, tel. 28197; Aerdenhout-apotheek
Zar.dvoortselaan. 165, Heemstede, tel. 26772.
DETREKKELIJK ZELDEN zien wij in
*-* ons land een film van de Marx Brothers
en over het algemeen worden deze drie
Amerikaanse grappenmakers hier niet bij
zonder gewaardeerd. Chaplin is beroemder
dan zij. Laurel en Hardy en hun grote voor
gangers Watt en Halfwatt trekken altijd
een dankbaar publiek en zelfs George
Formby die heel wat lager op de ranglijst
staat, verwerft meer waardering dan deze
broedei^ Marx.
Hun grimassen en grollen schijnen tot
sv ons niet te spreken. Wij vin-
|-i I den hun dwaas, maar wor-
r llrn I den toch niet bijzonder ge-
i A j boeid. Hun grappen zijn te
opzettelijk en onbegrijpelijk
naar ons gevoel. Zij zijn drie keiharde
Amerikanen en geven nergens blijk van
enige menselijkheid. In Chaplin waarderen
wij juist de aan het tragische grenzende
onbevangenheid, in andere komieken her
kennen wij onszelf, domme en onvolkomen
mensen, maar in de Marx-Brothers heeft
nog nooit iemand zichzelf teruggezien. Zij
zijn volkomen fantastisch volkomen gek.
Zij gedragen zich alsof ze in een andere
wereld leven, in een droom. Chaplin heeft
de gave om in een houten hutje te leven
als in een paleis: hij transponeert deze we
reld in een andere toonaard, maar de Marx
Brothers veranderen de wereld in een die
geen enkel verband meer met de onze
schijnt te hebben. Daarbij zijn zij nooit,
zoals een Chaplin, de slachtoffers van de
omstandigheden, maar altijd overwinnaars,
die ongedeerd en onverschrokken te voor
schijn komen.
Soms doen zij aan surrealisten denken,
maar een surrealist is iemand die hetgeen
in hemzelf leeft uitdrukt op een manier die
alleen voor hem zelf verstaanbaar is en
dat is met deze broers toch niet het ^eval.
De grondslagen van hun scènes zijn altijd
volkomen reëel. Zij beginnen als tandartsen
of bookmakers, maar al spoedig blijkt dat
zij zich niet meer aan de „regels van het
spel" houden. Chico eet plotseling dood
gemoedereerd de telefoon op als hij lang
op een aansluiting moet wachten en intus
sen honger krijgt, en zo meer.
Zij trachten in hun clownerieën welbe
wust datgene te verrichten wat wij zouden
doen in een droom of misschien als wij in
een wereld leefden waarin helemaal geen
grenzen cn belemmeringen waren. Hun
schijnbaar onverwachte overgangen zijn in
werkelijkheid en bij even nadenken in het
geheel niet onverklaarbaar. Als Groucho
Chico Marx.
iemand tegen de vlak
te slaat en triomfan
telijk zijn voet ^op
hem zet, flitst meteen
door hem heen dat
men zijn voet ook zo
zet aan een bar
en meteen roept hij
een bestelling naar 'n
denkbeeldige kellner.
Zulke associaties het inwendig vast
koppelen van de ene gewaarwording aan
een andere die men zich van vroeger herin
nert komen vrijwel voortdurend te pas.
Ze worden vaak in films toegepast, maar
men moet er gevoelig voor zijn om hun
snelle, vluchtige effect te kunnen waar
deren. Het is een soort rijm, dat heel grap
pig kan wezen, maar dat degene die het
niet onmiddellijk begrijpt, teleurstelt. Som
mige schrijvers maken er ook gebruik van
en hun werk wordt dan ook even hard
geprezen als gelaakt.
Het werk van deze broers staat heel dicht
bij de satyre en daarin bereiken zij hun
beste dingen. Wanneer zij hun aandacht
richten op het automatische yan onze
samenleving komen ze tot daverende effec
ten. In „A night at the opera" zien zij kans
een doodnormale opera-voorstelling vol
komen in de war te sturen en alles en
iedereen totaal voor de gek te houden al
leen omdat zij zich niet aan „de regels"
houden en anders doen dan een normaal
mens die eeri opera bezoekt. En wat berei
ken ze hier anders dan het verwezenlijken
van veler afkeer van wat al te statig en
al te gevoelig is?
Maar hier ligt ook het nadeel van hun
stijl, en de reden waarom velen hen niet
waarderen. Hun dwaasheden zijn altijd ne
gatief en hun karakters zijn onmenselijk,
hun wereld is volkomen binnenste buiten
gekeerd. In andere komieken, zij mogen
dan marionetten zijn als Chaplin, herken
nen wij altijd de mens, de onnozele maar
goede mens. De Marx Brothers zijn geen
mensen, zij zijn de catalisator die een keten
van reacties ontketent die alles onderste
boven gooit.
De weemoed van de kleine zwerver
Chaplin, de goedmoedigheid van Laurel en
Hardy, de kinderlijke verbazing van Watt
en zijn collega zijn hun vreemd. Zij breken
alles af. tot hei laatste restje toe.
Het enige wat een tegenwicht vormt is
de muzikaliteit van Chico, de pianospelen
de der broeders. Weliswaar doet hij braaf
mee aan het ontketenen der catastrofes die
hun fort zijn, maar wanneer alles dan goed
stuk en in de war is, grijpt hij een frag
ment piano en speelt er verrassend goed op.
Dat herinnert aan het feit dat deze ko
mieken eigenlijk niet in de eerste plaats
filmspelers zijn, maar op en top toneel
figuren. De tijd tussen hun films vullen
zij trouwens -met op de planken op te tre
den. Zo was „A night in Casablanca" de
enige film die zij in vijf jaar maakten en
voorlopig staat nog geenszins vast dat zij
weer samen in een film op zullen treden.
Het zal er echter wel weer van komen,
want aan de andere kant van de Oceaan
worden zij zeer gewaardeerd. In het bij
zonder en dat is voor ons merkwaardig
genoeg in intellectuele kringen.
Overigens zijn er niet drie, maar vijf
broers: Chico, Groucho en Harpo zijn de
bekendste. Zeppo heeft maar in enkele
films meegespeeld en verdient zijn geld in
Hollywood met een agentuur en dan is er
nog Gummo. die nog nooit op het witte
doek is verschenen. Drie is ons evenwel
'meer dan genoeg.
v. G.
mij altijd denken aan een mooie Franse
markies uit de vorige eeuw en ik herinner
mij hoe hij op de receptie ter gelegenheid
van zijn 90ste verjaardag in Hotel Ameri
ca in te Amsterdam het middelpunt was
van heel hef gezelschap door zijn leven
digheid, zijn zwier en bovenal zijn Frans
esprit.
Het was altijd weer een genoegen voor
mij als hij op zijn kamer, gekleed in zijn
„robe de chambre" en gezeten achter zijn
schrijflessenaar, vertelde over het toneel
uit de tijd, toen hij nog jong was. Geestige
toneelcauserieën waren het met mij alleen
als auditorium en ik liet nooit na neer
te schrijven, wat hij mij verteld had, wan
neer ik thuis was gekomen.
„Toen ik aan het toneel kwam in 1854"
zo vertelde hij mij op een middag
„spraken de meest bekende acteurs bijna
altijd vooral in treurspelen op een
gezwollen, hoogdravende toon. Ook hun
gebaren waren meestal erg overdreven.
Deze onnatuur had velen van de werkelijk
ontwikkelden min of meer van het toneel
vervreemd. Peters, die een zeldzaam mooi
orgaan had, koketteerde bijvoorbeeld erg
met zijn stem. Alleen in de blijspelen van
laag allooi en in de klucht meende men,
dat de gewone, natuurlijke toon paste,
maar inplaats van goed, werd er dan
heel plat en ruw gesproken.
Zo herinner ik mij nog. dat Peters in
„De Roman van een jong Edelman" een
toneelstuk, dat getrokken was uit „Le
Roman d'un jeune homme pauvre" van
Octave Feuillet in de rol van Maxime,
als hij moest zeggen, dat hij niets meer be
zat, zijn armen breed uitsloeg, alsof hij
tegenover een grote volksmenigte stond.
de woorden: „Ik bezit niets meer, niets!"
met overdreven pathos de zaal inslingerde.
Men vond dat toen in die tijd mooi en ook
ik, die nooit anders had gezegd en ge
hoord, meende als jonge man, dat het zo
moest en niet anders.
Totdat ik in 1862 voor het eerst in Parijs
komedie zag spelen. Daar in Parijs ik
was het Frans gelukkig goed meester
zag ik hetzelfde stuk „Le Roman d'un
jeune homme pauvre" en het werd plot
seling heel nieuw voor me. La Fontaine
speelde Maxime, de rol van Peters, en het
was prachtig, zoals hij het deed. sober, na
tuurlijk. geheel doorvoeld en toch vol
kleur. Het was een openbaring voor mij.
Ik begreep tegelijk, hoeveel onnatuur er
in de dictie en de gebaren van onze toneel
spelers was. Toen ik naar Holland terug
ging, stond het bij mij vast, dat het anders
moest worden. Ook in ons land wilde ik op
het toneel „le ton de comédie" invoeren,
sober, natuurlijk, maar toch tegelijk vol
kleur.
Wij hadden in die tijd", aldus zei Moor
verder, „nog de benefiet-voorstellingen,
voorstellingen, waarbij de spelers, voor wie
de benefiet-opvoering werd gegeven, zelf
het stuk en de rol, die zij wilden spelen,
mochten uitkiezen. Ik koos voor mijn eer
ste benefiet de rol van Maxime. Maar het
publiek stond tegenover deze nieuwe wijze
van spelen en vooral van zeggen geheel
vreemd. Zo iets hadden zij nog nooit mee
gemaakt en van een overwmning was die
eerste avond dan ook geen sprake. Integen
deel, het publiek was zeer gereserveerd.
Ze waren Peters met zijn overdreven ex
clamaties gewoon en kregen nu als Maxime
een gewoon mens te zien.
Nog meer verrast dan het publiek waren
dc acteurs. De directeur Jan Eduard de
Vries kwam in de pauze naar mij toe en
zei: „Wat doe je nou, Moor? Ik begrijp je
helemaal niet. Zo onverschillig als van
avond heb ik je nog nooit zien spelen!"
Toen antwoordde ik hem. dat ik hoopte
nog dikwijls zo „onverschillig" te zullen
spelen. „Zoals ik vanavond speelde, zo
spelen ze het in Parijs en die richting moe
ten we uit!"
En ik heb het gewonnen. De Haspelsen
bijvoorbeeld hebben veel van mij geleerd
en mij gevolgd. Dcrk Haspels heeft dat
meermalen erkend. Sophie de Vries, de
grote commediënne uit die tijd en haar
kinderen Sophie en Henri zijn leerlingen
van mij geweest. En dan ook niet te ver
geten, mijn nicht Marie van EysdenVink.
Zo kan ik met enige trots zeggen", aldus
besloot de heer Moor zijn verhaal, „dat ik
school heb gemaakt".
J. B. SCHUIL.
„Happy New-Year" voor Birma
De Britse minister voor Birma, Lord
Listowel, heeft meegedeeld, dat de Britse
regering de wet op de onafhankelijkheid
van Birma vóór Kerstmis hoopt te kunnen
afkondigen, zodat de Birmanen tegen
nieuw-jaar hun onafhankelijkheidsdag
zouden kunnen hebben. James Bowker,
thans Brits gezant te Cairo, gaat naar
Rangoon, eerst als hoge commissaris cn na
het overdragen van de macht als Groot-
Brittanniës eerste ambassadeur in Birma.
Alvorens de „Nieuw Amsterdam" van de H olland-Amerika-L\jn haar na-oorlogsc At
lantische reizen gaat beginnenwordt het schip, dat in het George 1' Growing dok tc
Southampton is opgenomen, aan een laatste inspectie onderworpen. De „Nieuw Am
sterdam" deed gedurende de oorlog dienst als troepentransportschip.
an zijn werk meebrachten, werd de conv
ponist door een ziekte aangegrepen en het
was op de avond van de 31ste opvoering,
op 3 Juni van 1875 dat Bizet stierf, to
Bougival.
Bizet was in 1838 te Parijs geboren cn
studeerde aan het Conservatoire Nationale.
Na vele belangrijke officiële waarderingen
aan dit Instituut verkreeg hij de Prix de
Rome. Voordat de opera Carmen zijn le
venswerk zou voltooien waren er verschei
dene werken van hem opgevoerd, die alle
een matig succes oogstten; onder andere
„Le Doctour Miracle". „Les Pêcheurs de
Perles", „La ioiie Fiile de Perth" en „Dja-
mileh". Inderdaad zijn deze werken in
vele opzichten conventioneel, maar men
mag wel aannemen dat zij succes hadden
voor zover zij geleken op de gangbare
theatermuziek van hun tijd en dat het
juist dc hier cn daar verspreide originele
trekken in de muziek waren, die deze wer
ken beletten een volledig en bijzonder
succes te wekken. Bizet had in die jaren
met andere belemmeringen te strijden.
Hij was voor de dramatische muziek ge
boren en hoopte eens geheel zich zelf te
kunnen zijn. Hij had geen revolutionaire
principes, inzake de vorm der dramati
sche kunst, streed niet voor wijzigingen
in de traditie der Franse theaterkunst, hij
verlangde slechts van zich zelf, dat het
onderwerp van een nieuwe opera iets an
ders zou zijn dan het zoveelste middel om
succesvolle avonden te maken, dat het zo
geheel en al zichzelf zou zijn. zodanig
voor zichzelf zou spreken, dat zowel de
auteur als de toeschouwers zich zouden
verliezen in het drama. Dit was zijn zin
voor realisme; het werk moest niet op de
eerste plaats beantwoorden aan de altijd
bestaande behoefte aan dramatische situa
ties maar moest spreken als een natuur
verschijnsel.
Dit klinkt heel eenvoudig maar als
men de geschiedenis van de opera in het
19e eeuwse Parijs overziet lijkt het wel,
of zelden of nooit een componist in die
tijd deze kwestie heeft overwogen. In geen
kunstwereld leefde misschien zoveel con-
ventionalisme als in de opera-wereld van
die dagen en ik heb des te meer bewon
dering voor vele aparte muzikale schoon
heden in diezelfde rij van opera's (Gounod,
Massenet) die ondanks de gebruikelijke
succes-verzorging door hun natuurlijke
kracht blijven boeien.
Voor het Parijse opera-publiek vertoon
de zich „Carmen" inderdaad als een on
verwacht en verwarrend natuurverschijn
sel. Dat wil zeggen: zo iets heftigs en fels,
zo iets overrompelends had men op het
deftige toneel nog niet gehoord en gezien.
Het was niet alleen dc triestig-ernstige
geschiedenis, maar ook de hevige en scher
pe muziek, die velen vreemd en aanstote
lijk voorkwam. De zelfgenoegzame opera
liefhebbers oordeelden, dat men voor zo
iets niet naar de schouwburg ging. Er
waren echter (jok onbevangen mensen, die
de spdntane kracht der natuurlijke schoon
heid in zich opnamen: zij kwamen niet om
geamuseerd te worden in hun wereldse
tevredenheid; zij verlangden niet. muzi
kaal met zoetelijkheden gestreeld te wor
den.
Sindsdien is er veel gebeurd. „Carmen"
heeft de wereld als een ongeëvenaarde
koningin overwonnen, en heerst niet door
griezeligheid, maar door schoonheid. Bizet
en zijn librettisten: Halévy en Meilhac
ondernamen de theater-bewerking van de
novelle „Carmen" van Prosper Mérimée.
Wie dit meesterlijk geschreven romanti
sche verhaal kent moet wel even wennen
aan de wijzigingen, maar in haar soort zijn
ook deze veranderingen meesterlijk. Dat
wil zeggen: Bizet's librettisten waren niet
zeer grote poëten, maar meester in de
kunst der theater-constructies. Het gold
hier niet alleen een doelmatige platte
grond van dramatische tegenstellingen
samen te stellen, maar de zelfstandige
opvatting van Bizet dichterlijk te begrij
pen. Mérimée's Carmen is een kunstwerk,
Bizet's Carmen is een ander kunstwerk.
De geschiedenis speelt zoals men weet
in Spanje, maar Bizet's werk is geen
Spaanse opera De componist wendt wel
enige karakteristieke Spaanse rythmisehc
figuren aan en gebruikt ook prachtig
tonale en modale Spaanse toonreeksen,
maar zijn muzikale taal js zuiver Frans
van stijl. Hoe is dit mogelijk zal men vra
gen. Ieder talent zou inderdaad bij de
zelfde artistieke verzinsels toch in twee
slachtigheid blijven steken. Maar Bizet
was meer dan een groot talent, hij was
geniaal: hij had de muzikale helderziend
heid, die de verschillen van materiaal in
de eenheid der persoonlijkheid oplost.
Reeds voor dat overwegingen en overleg
gingen een verdienstelijk werk bij het
componeren zouden opleveren had in zijn
wezen zich de gestalte van de muziek
reeds gevormd, en de critiserende onder
zoeker houdt bij lezen en horen dezer ge
weldige muziek zijn wapens maar liever
bedekt.
Naar de vorm is „Carmen" een gewone
„nummer-opera". Dat betekent dat het
stuk een afwisselende opeenvolging van
koren, aria's, duo's, recitatieven enzovoort
is. Dit is het door Wagner zo gehate con
ventionele programma. Het is curieus dat
sommige critici in Bizet's tijd de compo
nist van Carnjen Wagneriaanse hebbelijk
heden verweten. Deze lieden konden na
melijk de chromatiek van de Franse
meester niet onderscheiden van de chro
matische schrijfwijze van Wagner. Vele
dergelijke misverstanden werden slechts
geleidelijk opgeruimd. Thans bewondert
ieder vakman in elk land de genialiteit
van dit werk, die niet alleen uitstraalt
van de vondst van het geheel, maar ook
van ieder détail der instrumentatie, van
de vocale zettingen der lyriek en der
koormuziek. Er zijn zeer veel mooie
opera's er is maar één Carmen.
HENDRIK ANDRIESSEN.
Naar ho^er lonen in
de textiel-industrie
De lonen van de arbeiders in de textiel
industrie zullen naar alle waarschijnlijk
heid binnenkort verhoogd worden. Dit is
het resultaat van de onderhandelingen,
die gevoerd zijn door textielfabrikanten
en dc vakraaa over de wijziging van het
collectief arbeidscontract.