Internationaal fotofestijn Louis Moor en „le ton de comédie" ZATERDAG 20 SEPTEMBER 1947 3 Focus-N.A.F.V.-tentoonstelling in Amsterdam r\ER TRADITIE GETROUW heeft „Fo- cus" weer haar internationale foto tentoonstelling georganiseerd. Heden, Za terdagmiddag, zal de officiële opening in Arti et Amicitiae, Spui (hoek Rokin) te Amsterdam plaats hebben. Zij zal veertien dagen duren. Door de heer Dick Boer, de redacteur van „Focus", daartoe uitgenodigd, hebben wij een voorbezóek aan de tentoonstelling gebracht. De heer Boer deelde mede, dat dit jaar van de gewoonte, alleen buiten- i landse foto's aan te ne men is afgeweken. De Ne derlandse Amateur Foto grafen-Vereniging te Am sterdam, die dit jaar haar 60-jarig bestaan herdenkt, wilde ook in September exposeren en daarom zijn beide exposities gecombi neerd. Men kan dus wel zeggen dat er Nederlandse foto's te zien zijn, doch niet spreken van een „Ne derlandse inzending" om dat belangrijke amateur- en beroepsfotografen niet-leden van de N.A.F.V. ontbreken. Een globale vergelijking van de buitenlandse met onze fotografen valt in eerste aanleg ten gunste van de buitenlanders uit- Dit heeft verschillende oorzaken. In de eerste plaats be schikt men in het buiten land over alle gewenste papieren. In ons land kan men, speciaal in de grote formaten, nog weinig goeds krijgen. Verder maken de buitenlanders de indruk van meer kracht te 'bezit ten. Zij zoeken het minder dan bij ons in soft-focus effecten. De N.A.F.V.- serie is wat slapper, zon der dat men kan zeggen dat de foto's min der kunstwaarde hebben. De buitenlan ders leverden in hoofdzaak bromide af drukken, met hier en daar mooie chloro- bromides en de N.A.F.V.'ers tellen broom-, verfdrukken en gomdrukken onder hun mooiste werken. Een zuivere vergelijking is ook niet mo gelijk, omdat het Nederlandse werk in verschillende gevallen van oudere jaren is. Vergelijkt men de buitenlandse werken met de tentoonstelling van 1946, dan valt op dat het geheel veel gaver en verzorg der is. Dit laatste geldt voor de foto's, niet voor de tentoonstelling als geheel. Men is blijkbaar niet genoodzaakt geweest foto's van minder kwaliteit op te hangen- Dat is op zichzelf een verblijdend teken. Dat de Russen niet met een collectie aanwezig zijn (wel in 1946) kan men be treuren, de salon is er niet minder aan trekkelijk door geworden. In het algemeen moet gezegd worden datsde technische verzorging der foto's op zeer hoog peil staat. Beziet men no. 46 van de Nederlandse foto's, een stuk van E. J. Gallas te Bloemendaal, naast no. 132 van de buitenlander, „Water rings" van Ernö Vadas, dan ziet men dat bij een vrij wel gelijk onderwerp de technische af werking in beide gevallen perfect is. Het heeft bij een zo groot aantal foto's weinig zin namen te noemen, omdat men met zeer verschillende onderwerpen te doen heeft en een langduriger studie dan van een betrekkelijk oppervlakkige be schouwing daarvoor nodig zou zijn. Er zijn 212 buitenlandse inzendingen buiten de collectie uit het historisch foto grafisch museum der Royal Photographic Society te Londen (26 stuks) en 94 Ne derlandse foto's. Amerika domineert met 35 stuks. Als wij voor enkele foto's belangstelling vragen moet dat zijn voor de gave wei-ken van wijlen Adriaan Boer, die aantonen dat men niet speciaal in 1947 naar mooie foto's hoeft uit te zien, doch dat ook tientallen jaren geleden, toen er meer belangstelling voor de edele procédés bestond dan nu, tot meer dan normale prestaties kon komen. De bij dit artikel afgebeelde foto is no. 65. de titel is „Gaspard", de maker is de Engelsman S. A. Chandler uit Devon. Deze foto is wat men noemt een stuk met inhoud, en de techpische afwerking (chloro-bromide) is zo zuiver dat men haar nauwelijks beter kan verwachten. Te dien aanzien is zij evenwel geen uit zondering. Men kan er over van mening verschil len of dit een „kunst"-foto is. doch be denke dat in de eerste plaats een volledige beheersing van de techniek nodig is om tot een goed resultaat te komen. Dat geldt evenzeer in de schilderkunst als in de fo tografie. Wie belangstelling voor de historie van de fotografie heeft mag niet verzuimen de reeds eerder genoemde inzending van de Royal Photographic Society te bekijken. Men vindt er zelfs werken van een der- uitvinders van de fotografie bij, nl. van W. H. Fox Talbot, uit 1843. Evenals vroeger worden op enkele avon den kleuren-dia's geprojecteerd. Wat wij er van zagen was, behoudens uitzonderin gen, nog al bont-Amerikaans. Laten wij eindigen met een aanbeveling om deze foto-tentoonstelling te bezoeken. Amateur-fotografen kunnen er veel van leren. En dat is het belangrijkste doel der tentoonstelling. De Focus-redactie heeft een massa werk verzet om de salon aantrekkelijk te ma ken en de N.A.F.V., wat het vaste land betreft de oudste fotoclub in Europa, zal haar moeite ook gaarne en met recht beloond zien door een druk bezoek. v. O. Gaspardvan de Engelsman S. A. Chandler, een der op de „Focus'-tentoonstelling geëxposeerde werken. Gramofoonplaten van het Residentie-orkest Gedurende ongeveer veertien dagen zal het Residentie-orkest dagelijks naar Am sterdam gaan, om daar in het Concertge bouw voor de Hollandse Decca Maat schappij een aantal werken uit te voeren, die op gramofoonplaten worden opgeno men. CULTUURGESCHIEDENIS DER MUZIEK. De Maatschappij ter bevordering der Toonkunst, is, behoudens koninklijke machtiging, voornemens de leeropdracht voor de bijzondere leerstoel, welke zij te Utrecht had ingesteld, en welke destijds door dr. W. Mengelberg bekleed werd, te wijzigen in: cultuurgeschiedenis der mu ziek. Zoals men weet is prof. dr. Ed. Reeser bestemd deze leerstoel te bekle den. Hij zal 29 dezer zijn inaugurale rede houden. A.N.W.B. KENT BERGSMA-MEDAILLE TOE AAN J. H. VAN HEEK. Heden zal, ter gelegenheid van zijn jaar vergadering in Amsterdam, de Koninklij ke Nederlandse Toeristenbond A. N. W.B. voor de vijfde maal de Bergsma- medaille uitreiken en wel aan de heer J. H. van Heek te 's-Heereriberg, voor diens bijzondere verdiensten voor het behoud van de schoonheid van Nederland. De heer Van Heek, die medewerkte aan de financiering van het behoud van de Veluwezoom, heeft ook aan tal van andere acties in het belang van het Nederlandse landschapsschoon in belangrijke mate zijn medewerking verleend. FEMA SLUIT ZICH AAN BIJ IIET NW. De leden van de Federatie van Musici cn Artlsten. een organisatie, die ongeveer 700 leden omvat, hebben in hun afdelingsvergade- ringen te Amsterdam en Haarlem met op twee na algeméne stemmen besloten zich bij het NW aan te sluiten. In voorbereiding is een fusie van de Fema met de reeds in het NW opgenomen Ne derlandse Toonkunstenaarsbond. De pianist Cor de Groot zal in October en November een tournée door Scandinavië maken. zal onder meer optreden als solist met het koninklijke orkest in Kopenhagen, het orkest •an Malmö en verder In Oslo. Göteborg en Stockholm. Dit jaar opnieuw een Bachweek Bij het 25-jarig bestaan van de Neder landse Bach-vereniging in 1946 hoorde het Nederlandse publiek voor de eerste maal werken van de grote componist Jo- hann Sebastiaan Bach, die minder bekend zijn dan de traditionele Mattheus-passion. Het succes van deze Bachweek is voor het bestuur van de Nederlandse Bachvereni- ging aanleiding geweest de proef te her halen en voortaan ieder jaar in September in Amsterdam een Bachweek te organi seren. Dit jaar worden vier concerten gegeven op421, 22, 26 en 28 September. Het eerste concert is Zondagmiddag 21 September waar na een korte inleiding door Herman Rutters de eerste volledige uitvoering volgt van „Das Muzikalische Opfer", een merk waardige dankbetuiging aan Frederik de Grote voor Bach's ontvangst ten hove. Het tweede en derde concert wordt gegeven op Maandag 22 en Vrijdag 26 September. Anthon van der Horst, die alle concer ten dirigeert, speelt dan de orgelmis: het derde deel van „der Klavier-Uebung" dat in 1739 ontstond. Op Vrijdag volgt het eerste deel van „Die Kunst der Fuge" uit gevoerd door strijkorkest en de organist Albert de Klerk. Zondag 28 September wordt de Bach week besloten met een concert omvattende het Concerto in a voor clavecimbel, viool en fluit. De Sonata in f voor viool en cla vecimbel en de wereldlijke cantate „Mer hahn en neue Oberkeet", een suite van gezelschapsdansen, welke wordt uitge voerd door sopraan, bas, koor van de Ne derlandse Bachvereniging en het Bach- orkest. Tragisch einde van record-duiker De meester-duiker Maurice Fargues heeft een wereldrecord gevestigd door bij Kaap Capet 120 meter in de Middellandse Zee af te dalen, doch het is hem niet ge geven dit avontuur zelf na te vertellen. Fargues stond aan het hoofd van een groep duikers die voorbereidingen had getroffen voor een onderzoek onder zee van het oorlogsschip „El-Monnier" af. Hij had aangekondigd een poging te willen doen het record te breken, dat met ne gentig meter op naam stond van zeven duikers, die deze prestatie in Mei hadden verricht. Fargues gaf na zijn afdaling zijn positie voortdurend op aan de sleepboten, waar mede hij in verbinding stond. Nadat hij een diepte van 120 meter had bereikt, gaf hij geen tekenen van leven meer. Zijn col lega's begonnen hem onmiddellijk op te trekken en een hunner daalde tot zestig meter af, op welke diepte hij het bewe gingloze lichaam van Fargues ontmoette. De duikerkampioen werd in bewusteloze toestand aan het wateropper\-lak gebracht en naar het ziekenhuis Saint-Anne ver voerd, waar hij overleed. Op een was- plaatje, dat hij bij zijn afdaling meegeno men had, had hij de diepte van 120 meter aangegeven. Hij had er vier minuten en 25 seconden voor nodig gehad. (U. P.) PHILIPS ADOPTEERT OOST-INDONESIc EN WEST-BORNEO. De N.V. Philips' gloeilampenfabrieken heb ben de beide staten Oost-Indonesië en West-Borneo geadopteerd. De bedoeling van deze adoptie is beide staten in hun cpbouw en ontwikkeling met raad en daad bij te staan. Daartoe zal Phi lips haar kennis en ervaring en haar rela tie over de hele wereld ter beschikking stellen van deze staten. Toneelherinneringen en toneelportretten In mijn vorig artikel schreef ik, wat L. in de pot zijn geweest. Wat waren die H. Chrispijn mij verteld had vap de speel- jongeren een enkele uitgezonderd trant der tonelisten uit de jaren '80 en kleurloos, mat en onbeholpen, vergeleken hoe ook de acteurs uit de tijd van mijn bij deze jeugdige grijsaard. Wat viel het jeugd althans de goeden onder hen kunnen van deze 76-jarige op bij de uitmuntten door eenvoud en natuurlijk- j machteloosheid der anderen. Naast heren, heid van spel. Maar in het midden der j die hun rollen opzegden, was hij de acteur, vorige eeuw was daarvan nog geen sprake.die speelde. Het spel van Moor was de Toen bezondigden vele spelers zich nog I grote verkwikking van de avond". aan vals pathos en werd er door de mees ten van hen nog op zeer gezwollen toon gesproken. Het was de eens zo bekende en vooral door de dames zo geadoreerde acteur Louis Moor, die de meer natuurlijke toon „le ton de comédie", zoals hij zelf die noemde op het toneel heeft inge voerd. Ik heb het voorrecht gehad met Moor in de laatste jaren van zijn leven zeer be vriend te zijn geweest. Wij hadden samen in een jury van een toneelwedstrijd ge zeten en hoewel ik vergeleken bij de bijna 90-jarige grijsaard nog maar ,,'n broekie" kon worden genoemd, was er al spoedig nauw contact tussen ons beiden, een contact, dat tot het laatst van zijn leven Moor is 94 jaar geworden is gebleven. Moor, die evenals Louis Bouwmeester, een zoon was van de bekènde toneelspeler Louis Rosenveldt en zich dus de oudere halfbroer der Bouwmeesters Louis, Theo en Frits mocht noemen, bezat ook het talent van deze grote spelers. Hij was in zijn glanstijd een der beste cn meest be kende acteurs in ons land. Ik zelf heb Moor slechts eenmaal zien spelen en wel bij de Toneelvereniging onder Heijermans in het seizoen 1912/1913 in „Het Testament van Girodet". Laat ik hier mogen her halen, wat ik toen als criticus over hem schreef. „Deze acteur met zijn levendig, bewege lijk, pittig spel was de jongste van allen, ja, eigenlijk zou het zonder hem de dood Toen ik Moor leerde kennen wa hij Over Muziek Carmen EORGES BIZET voltooide de opera Car- men in 1875, toen hij 37 jaar oud was. Lange tijd liep de legende, dat de eerste opvoering in het geheel geen succes had en dat de componist zich dit zodanig aan trok. dat hij ziek werd en enkele maanden daarna stierf. Getuigenissen uit Bizet's levensdagen spreken echter anders. Het is waar dat er na de eerste opvoering van Carmeii heftige voor- en tegenstanders van het nieuwe werk opstonden, maar van een werkelijke „val" van de opera is nooit sprake geweest. Onafhankelijk van dichter bij de 90 dan bij de 80. Hij deed wederwaardigheden, die de opvoeringen Langere rokken De rokken worden weer langer alle pro testen ten spijt, of misschien wel dank zij de vele protesten. Dit is een voorbeeld van de herfstmode die in Londen op 't ogenblik opgeld doet. WEER PERSONEN-TREINVERVOER IN DE LANGESTRAAT. Met ingang van de nieuwe dienstrege ling op 5 October zal op het traject 's-HertogenboschLage Zwaluwe het personenvervoer per trein weer worden hervat. Er zullen vier treinen per dag in beide richtingen rijden, met autobusdien sten als aanvulling. „Ballets des arts de Paris" naar Nederland De Parijse balletgroep onder artistieke leiding van Jean Weidt, „Ballets des arts de Paris", die op het internationale bal letconcours 1947 bekroond werd zal gedu rende de maand October een tournée door Nederland maken. Agenda voor Haarlem ZATERDAG 20 SEPTEMBER Stadsschouwburg: „Per luchtpost". 8 uur. t.uxor: „Vloeibaar goud". 18 j„ 2.00, 4.15, 7.00 cn 9.15 uur. Spaarne: ..De Musketiers". 14 J.. 2.30. 7.00 en 9.15 uur. Rembrandt: „Vrouw tegen vrouw". 18 J., 2.30. 7.00 en 9.15 uur. Frans Hals: „Het tweede gezicht", 18 j„ 2.30, 7.00 en 9.15 uur. Palace: „Jeugd op drift". 14 j„ 2.00, 4.15, 7.00 en 9.15 uur. City: „Topper op stap". 2.15, 4.20, 7.00 en 9.15 uur. ZONDAG 21 SEPTEMBER Stadsschouwburg: „Per luchtpost". 8 uur. Gcm. Concertgebouw: „Overschotje". 8.15 uur. Bioscopen: Middag- en avondvoorstellingen. MAANDAG 22 SEPTEMBER. Bioscopen: Middag- en avondvoorstellingen. NACHTDIENST APOTHEKEN. Duym en Keur. Keizerstraat 6. tel. 10378: Apo theek Begemann en Sneltjes. Kruisweg 30. tel. 10043; Marnlx-apotheek, Marnixstraat 65,. tel. 23525; Heemstecdse apotheek. Binnenweg 98 Heemstede, tel. 28197; Aerdenhout-apotheek Zar.dvoortselaan. 165, Heemstede, tel. 26772. DETREKKELIJK ZELDEN zien wij in *-* ons land een film van de Marx Brothers en over het algemeen worden deze drie Amerikaanse grappenmakers hier niet bij zonder gewaardeerd. Chaplin is beroemder dan zij. Laurel en Hardy en hun grote voor gangers Watt en Halfwatt trekken altijd een dankbaar publiek en zelfs George Formby die heel wat lager op de ranglijst staat, verwerft meer waardering dan deze broedei^ Marx. Hun grimassen en grollen schijnen tot sv ons niet te spreken. Wij vin- |-i I den hun dwaas, maar wor- r llrn I den toch niet bijzonder ge- i A j boeid. Hun grappen zijn te opzettelijk en onbegrijpelijk naar ons gevoel. Zij zijn drie keiharde Amerikanen en geven nergens blijk van enige menselijkheid. In Chaplin waarderen wij juist de aan het tragische grenzende onbevangenheid, in andere komieken her kennen wij onszelf, domme en onvolkomen mensen, maar in de Marx-Brothers heeft nog nooit iemand zichzelf teruggezien. Zij zijn volkomen fantastisch volkomen gek. Zij gedragen zich alsof ze in een andere wereld leven, in een droom. Chaplin heeft de gave om in een houten hutje te leven als in een paleis: hij transponeert deze we reld in een andere toonaard, maar de Marx Brothers veranderen de wereld in een die geen enkel verband meer met de onze schijnt te hebben. Daarbij zijn zij nooit, zoals een Chaplin, de slachtoffers van de omstandigheden, maar altijd overwinnaars, die ongedeerd en onverschrokken te voor schijn komen. Soms doen zij aan surrealisten denken, maar een surrealist is iemand die hetgeen in hemzelf leeft uitdrukt op een manier die alleen voor hem zelf verstaanbaar is en dat is met deze broers toch niet het ^eval. De grondslagen van hun scènes zijn altijd volkomen reëel. Zij beginnen als tandartsen of bookmakers, maar al spoedig blijkt dat zij zich niet meer aan de „regels van het spel" houden. Chico eet plotseling dood gemoedereerd de telefoon op als hij lang op een aansluiting moet wachten en intus sen honger krijgt, en zo meer. Zij trachten in hun clownerieën welbe wust datgene te verrichten wat wij zouden doen in een droom of misschien als wij in een wereld leefden waarin helemaal geen grenzen cn belemmeringen waren. Hun schijnbaar onverwachte overgangen zijn in werkelijkheid en bij even nadenken in het geheel niet onverklaarbaar. Als Groucho Chico Marx. iemand tegen de vlak te slaat en triomfan telijk zijn voet ^op hem zet, flitst meteen door hem heen dat men zijn voet ook zo zet aan een bar en meteen roept hij een bestelling naar 'n denkbeeldige kellner. Zulke associaties het inwendig vast koppelen van de ene gewaarwording aan een andere die men zich van vroeger herin nert komen vrijwel voortdurend te pas. Ze worden vaak in films toegepast, maar men moet er gevoelig voor zijn om hun snelle, vluchtige effect te kunnen waar deren. Het is een soort rijm, dat heel grap pig kan wezen, maar dat degene die het niet onmiddellijk begrijpt, teleurstelt. Som mige schrijvers maken er ook gebruik van en hun werk wordt dan ook even hard geprezen als gelaakt. Het werk van deze broers staat heel dicht bij de satyre en daarin bereiken zij hun beste dingen. Wanneer zij hun aandacht richten op het automatische yan onze samenleving komen ze tot daverende effec ten. In „A night at the opera" zien zij kans een doodnormale opera-voorstelling vol komen in de war te sturen en alles en iedereen totaal voor de gek te houden al leen omdat zij zich niet aan „de regels" houden en anders doen dan een normaal mens die eeri opera bezoekt. En wat berei ken ze hier anders dan het verwezenlijken van veler afkeer van wat al te statig en al te gevoelig is? Maar hier ligt ook het nadeel van hun stijl, en de reden waarom velen hen niet waarderen. Hun dwaasheden zijn altijd ne gatief en hun karakters zijn onmenselijk, hun wereld is volkomen binnenste buiten gekeerd. In andere komieken, zij mogen dan marionetten zijn als Chaplin, herken nen wij altijd de mens, de onnozele maar goede mens. De Marx Brothers zijn geen mensen, zij zijn de catalisator die een keten van reacties ontketent die alles onderste boven gooit. De weemoed van de kleine zwerver Chaplin, de goedmoedigheid van Laurel en Hardy, de kinderlijke verbazing van Watt en zijn collega zijn hun vreemd. Zij breken alles af. tot hei laatste restje toe. Het enige wat een tegenwicht vormt is de muzikaliteit van Chico, de pianospelen de der broeders. Weliswaar doet hij braaf mee aan het ontketenen der catastrofes die hun fort zijn, maar wanneer alles dan goed stuk en in de war is, grijpt hij een frag ment piano en speelt er verrassend goed op. Dat herinnert aan het feit dat deze ko mieken eigenlijk niet in de eerste plaats filmspelers zijn, maar op en top toneel figuren. De tijd tussen hun films vullen zij trouwens -met op de planken op te tre den. Zo was „A night in Casablanca" de enige film die zij in vijf jaar maakten en voorlopig staat nog geenszins vast dat zij weer samen in een film op zullen treden. Het zal er echter wel weer van komen, want aan de andere kant van de Oceaan worden zij zeer gewaardeerd. In het bij zonder en dat is voor ons merkwaardig genoeg in intellectuele kringen. Overigens zijn er niet drie, maar vijf broers: Chico, Groucho en Harpo zijn de bekendste. Zeppo heeft maar in enkele films meegespeeld en verdient zijn geld in Hollywood met een agentuur en dan is er nog Gummo. die nog nooit op het witte doek is verschenen. Drie is ons evenwel 'meer dan genoeg. v. G. mij altijd denken aan een mooie Franse markies uit de vorige eeuw en ik herinner mij hoe hij op de receptie ter gelegenheid van zijn 90ste verjaardag in Hotel Ameri ca in te Amsterdam het middelpunt was van heel hef gezelschap door zijn leven digheid, zijn zwier en bovenal zijn Frans esprit. Het was altijd weer een genoegen voor mij als hij op zijn kamer, gekleed in zijn „robe de chambre" en gezeten achter zijn schrijflessenaar, vertelde over het toneel uit de tijd, toen hij nog jong was. Geestige toneelcauserieën waren het met mij alleen als auditorium en ik liet nooit na neer te schrijven, wat hij mij verteld had, wan neer ik thuis was gekomen. „Toen ik aan het toneel kwam in 1854" zo vertelde hij mij op een middag „spraken de meest bekende acteurs bijna altijd vooral in treurspelen op een gezwollen, hoogdravende toon. Ook hun gebaren waren meestal erg overdreven. Deze onnatuur had velen van de werkelijk ontwikkelden min of meer van het toneel vervreemd. Peters, die een zeldzaam mooi orgaan had, koketteerde bijvoorbeeld erg met zijn stem. Alleen in de blijspelen van laag allooi en in de klucht meende men, dat de gewone, natuurlijke toon paste, maar inplaats van goed, werd er dan heel plat en ruw gesproken. Zo herinner ik mij nog. dat Peters in „De Roman van een jong Edelman" een toneelstuk, dat getrokken was uit „Le Roman d'un jeune homme pauvre" van Octave Feuillet in de rol van Maxime, als hij moest zeggen, dat hij niets meer be zat, zijn armen breed uitsloeg, alsof hij tegenover een grote volksmenigte stond. de woorden: „Ik bezit niets meer, niets!" met overdreven pathos de zaal inslingerde. Men vond dat toen in die tijd mooi en ook ik, die nooit anders had gezegd en ge hoord, meende als jonge man, dat het zo moest en niet anders. Totdat ik in 1862 voor het eerst in Parijs komedie zag spelen. Daar in Parijs ik was het Frans gelukkig goed meester zag ik hetzelfde stuk „Le Roman d'un jeune homme pauvre" en het werd plot seling heel nieuw voor me. La Fontaine speelde Maxime, de rol van Peters, en het was prachtig, zoals hij het deed. sober, na tuurlijk. geheel doorvoeld en toch vol kleur. Het was een openbaring voor mij. Ik begreep tegelijk, hoeveel onnatuur er in de dictie en de gebaren van onze toneel spelers was. Toen ik naar Holland terug ging, stond het bij mij vast, dat het anders moest worden. Ook in ons land wilde ik op het toneel „le ton de comédie" invoeren, sober, natuurlijk, maar toch tegelijk vol kleur. Wij hadden in die tijd", aldus zei Moor verder, „nog de benefiet-voorstellingen, voorstellingen, waarbij de spelers, voor wie de benefiet-opvoering werd gegeven, zelf het stuk en de rol, die zij wilden spelen, mochten uitkiezen. Ik koos voor mijn eer ste benefiet de rol van Maxime. Maar het publiek stond tegenover deze nieuwe wijze van spelen en vooral van zeggen geheel vreemd. Zo iets hadden zij nog nooit mee gemaakt en van een overwmning was die eerste avond dan ook geen sprake. Integen deel, het publiek was zeer gereserveerd. Ze waren Peters met zijn overdreven ex clamaties gewoon en kregen nu als Maxime een gewoon mens te zien. Nog meer verrast dan het publiek waren dc acteurs. De directeur Jan Eduard de Vries kwam in de pauze naar mij toe en zei: „Wat doe je nou, Moor? Ik begrijp je helemaal niet. Zo onverschillig als van avond heb ik je nog nooit zien spelen!" Toen antwoordde ik hem. dat ik hoopte nog dikwijls zo „onverschillig" te zullen spelen. „Zoals ik vanavond speelde, zo spelen ze het in Parijs en die richting moe ten we uit!" En ik heb het gewonnen. De Haspelsen bijvoorbeeld hebben veel van mij geleerd en mij gevolgd. Dcrk Haspels heeft dat meermalen erkend. Sophie de Vries, de grote commediënne uit die tijd en haar kinderen Sophie en Henri zijn leerlingen van mij geweest. En dan ook niet te ver geten, mijn nicht Marie van EysdenVink. Zo kan ik met enige trots zeggen", aldus besloot de heer Moor zijn verhaal, „dat ik school heb gemaakt". J. B. SCHUIL. „Happy New-Year" voor Birma De Britse minister voor Birma, Lord Listowel, heeft meegedeeld, dat de Britse regering de wet op de onafhankelijkheid van Birma vóór Kerstmis hoopt te kunnen afkondigen, zodat de Birmanen tegen nieuw-jaar hun onafhankelijkheidsdag zouden kunnen hebben. James Bowker, thans Brits gezant te Cairo, gaat naar Rangoon, eerst als hoge commissaris cn na het overdragen van de macht als Groot- Brittanniës eerste ambassadeur in Birma. Alvorens de „Nieuw Amsterdam" van de H olland-Amerika-L\jn haar na-oorlogsc At lantische reizen gaat beginnenwordt het schip, dat in het George 1' Growing dok tc Southampton is opgenomen, aan een laatste inspectie onderworpen. De „Nieuw Am sterdam" deed gedurende de oorlog dienst als troepentransportschip. an zijn werk meebrachten, werd de conv ponist door een ziekte aangegrepen en het was op de avond van de 31ste opvoering, op 3 Juni van 1875 dat Bizet stierf, to Bougival. Bizet was in 1838 te Parijs geboren cn studeerde aan het Conservatoire Nationale. Na vele belangrijke officiële waarderingen aan dit Instituut verkreeg hij de Prix de Rome. Voordat de opera Carmen zijn le venswerk zou voltooien waren er verschei dene werken van hem opgevoerd, die alle een matig succes oogstten; onder andere „Le Doctour Miracle". „Les Pêcheurs de Perles", „La ioiie Fiile de Perth" en „Dja- mileh". Inderdaad zijn deze werken in vele opzichten conventioneel, maar men mag wel aannemen dat zij succes hadden voor zover zij geleken op de gangbare theatermuziek van hun tijd en dat het juist dc hier cn daar verspreide originele trekken in de muziek waren, die deze wer ken beletten een volledig en bijzonder succes te wekken. Bizet had in die jaren met andere belemmeringen te strijden. Hij was voor de dramatische muziek ge boren en hoopte eens geheel zich zelf te kunnen zijn. Hij had geen revolutionaire principes, inzake de vorm der dramati sche kunst, streed niet voor wijzigingen in de traditie der Franse theaterkunst, hij verlangde slechts van zich zelf, dat het onderwerp van een nieuwe opera iets an ders zou zijn dan het zoveelste middel om succesvolle avonden te maken, dat het zo geheel en al zichzelf zou zijn. zodanig voor zichzelf zou spreken, dat zowel de auteur als de toeschouwers zich zouden verliezen in het drama. Dit was zijn zin voor realisme; het werk moest niet op de eerste plaats beantwoorden aan de altijd bestaande behoefte aan dramatische situa ties maar moest spreken als een natuur verschijnsel. Dit klinkt heel eenvoudig maar als men de geschiedenis van de opera in het 19e eeuwse Parijs overziet lijkt het wel, of zelden of nooit een componist in die tijd deze kwestie heeft overwogen. In geen kunstwereld leefde misschien zoveel con- ventionalisme als in de opera-wereld van die dagen en ik heb des te meer bewon dering voor vele aparte muzikale schoon heden in diezelfde rij van opera's (Gounod, Massenet) die ondanks de gebruikelijke succes-verzorging door hun natuurlijke kracht blijven boeien. Voor het Parijse opera-publiek vertoon de zich „Carmen" inderdaad als een on verwacht en verwarrend natuurverschijn sel. Dat wil zeggen: zo iets heftigs en fels, zo iets overrompelends had men op het deftige toneel nog niet gehoord en gezien. Het was niet alleen dc triestig-ernstige geschiedenis, maar ook de hevige en scher pe muziek, die velen vreemd en aanstote lijk voorkwam. De zelfgenoegzame opera liefhebbers oordeelden, dat men voor zo iets niet naar de schouwburg ging. Er waren echter (jok onbevangen mensen, die de spdntane kracht der natuurlijke schoon heid in zich opnamen: zij kwamen niet om geamuseerd te worden in hun wereldse tevredenheid; zij verlangden niet. muzi kaal met zoetelijkheden gestreeld te wor den. Sindsdien is er veel gebeurd. „Carmen" heeft de wereld als een ongeëvenaarde koningin overwonnen, en heerst niet door griezeligheid, maar door schoonheid. Bizet en zijn librettisten: Halévy en Meilhac ondernamen de theater-bewerking van de novelle „Carmen" van Prosper Mérimée. Wie dit meesterlijk geschreven romanti sche verhaal kent moet wel even wennen aan de wijzigingen, maar in haar soort zijn ook deze veranderingen meesterlijk. Dat wil zeggen: Bizet's librettisten waren niet zeer grote poëten, maar meester in de kunst der theater-constructies. Het gold hier niet alleen een doelmatige platte grond van dramatische tegenstellingen samen te stellen, maar de zelfstandige opvatting van Bizet dichterlijk te begrij pen. Mérimée's Carmen is een kunstwerk, Bizet's Carmen is een ander kunstwerk. De geschiedenis speelt zoals men weet in Spanje, maar Bizet's werk is geen Spaanse opera De componist wendt wel enige karakteristieke Spaanse rythmisehc figuren aan en gebruikt ook prachtig tonale en modale Spaanse toonreeksen, maar zijn muzikale taal js zuiver Frans van stijl. Hoe is dit mogelijk zal men vra gen. Ieder talent zou inderdaad bij de zelfde artistieke verzinsels toch in twee slachtigheid blijven steken. Maar Bizet was meer dan een groot talent, hij was geniaal: hij had de muzikale helderziend heid, die de verschillen van materiaal in de eenheid der persoonlijkheid oplost. Reeds voor dat overwegingen en overleg gingen een verdienstelijk werk bij het componeren zouden opleveren had in zijn wezen zich de gestalte van de muziek reeds gevormd, en de critiserende onder zoeker houdt bij lezen en horen dezer ge weldige muziek zijn wapens maar liever bedekt. Naar de vorm is „Carmen" een gewone „nummer-opera". Dat betekent dat het stuk een afwisselende opeenvolging van koren, aria's, duo's, recitatieven enzovoort is. Dit is het door Wagner zo gehate con ventionele programma. Het is curieus dat sommige critici in Bizet's tijd de compo nist van Carnjen Wagneriaanse hebbelijk heden verweten. Deze lieden konden na melijk de chromatiek van de Franse meester niet onderscheiden van de chro matische schrijfwijze van Wagner. Vele dergelijke misverstanden werden slechts geleidelijk opgeruimd. Thans bewondert ieder vakman in elk land de genialiteit van dit werk, die niet alleen uitstraalt van de vondst van het geheel, maar ook van ieder détail der instrumentatie, van de vocale zettingen der lyriek en der koormuziek. Er zijn zeer veel mooie opera's er is maar één Carmen. HENDRIK ANDRIESSEN. Naar ho^er lonen in de textiel-industrie De lonen van de arbeiders in de textiel industrie zullen naar alle waarschijnlijk heid binnenkort verhoogd worden. Dit is het resultaat van de onderhandelingen, die gevoerd zijn door textielfabrikanten en dc vakraaa over de wijziging van het collectief arbeidscontract.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1947 | | pagina 5