Literaire kanttekeningen
Italiaanse kunstschatten terug
uit ballingschap in Duitsland
Theo Mann-Bouwmeester en haar kunst
Madame
la
ZATERDAG 20 DECEMBER 1947
3
B. RIJDES: Het Derdte Beeld (A. W. Bruna, Utrecht).
Twee tegen een (A. A. M. Stols, 's-Gravenhage).
Tï -.DES IS CLASSICUS, niet alleen bij
•*-* wijze van beroep: hij leeft in de wereld
van wijsheid en schoonheid der Griekse
Oudheid en het is daaraan dat de symbo
liek - die wel het opvallendste kenmerk
uitmaakt van Rijdes' werk zin en wezen
ontleent. Waar hij zijn innerlijk voorbeeld
het getrouwst kan volgen, is zijn werk het
sterkst: zijn vertelling Het'Derde Beeld"
speelt ten tijde van Athene's bloei en de
groten: Sokrates de wijsgeer. Pheidias de
beeldhouwer. Rhodia de hetaere, denken,
spreken en handelen in deze wereld der
geïdealiseerde historie met een waardig
heid niet alleen, maar ook met een na
tuurlijkheid die de lezer doet geloven in
de oprechtheid waarmee deze auteur het
wijsgerig denken en het zuiver sclioon-
heidsbeleven van zijn klassieke voorbeel
den beleden en er in de bezonnen be
slotenheid van een novelle van getuigen
wil. „Het Derde Beeld" is een .harmonische
novelle, zelfs een schone en zinvolle no
velle: Pheidias neemt, met het aanvaarden
van een weddenschap, die meer en. hoger
is dari een kansspel, de bijna onuitvoerbare
taak op zich, de ziel van een vrouw in
steen te houwen, zichtbaar te maken dus.
Het kan zijn, dat het Pheidias gaat om de
ziel van Rhodia, de hetaere, de schoonste
vrouw van Athene, maar tevens 'één, in
Wier schone lichaam de ziel het klagelïjk-
ste van alle bestaan leidt. Men zou de So
era! isch-Pltatonische wijsbegeerte moe-
-ten kennen om te begrijpen, hoe de schrij
ver hier een problematiek van de hoogste
orde tot onderwerp kiest van zijn vertel
ling. „Ook een mens was een ziel. een
vreemdeling uit helderder gewest, die het
enig ware en goede had prijsgegeven voor
de verlokking van de stoffelijke wereld".
Deze gedachte van Sokrates kern van al
zijn denken vormt het motief van deze
vertelling: Pheidias, de. beeldhouwer, heeft
beloofd, „de ziel af te beelden, haar voor
eeuwig vast te leggen, zodat een ieder, die
het bèelA zou aanschouwen, zijn ongeloof
zou laten varen en heen zou gaan in
grote verwondering". En als Pheidias dan
zijn eerste beeld gereed heeft in de
sc-hoonst-denkbare vormvolmaaktheid, is
bet niet de ziel van een vrouw die hij in
marmer heeft gehouwen, maar een
lichaam. Het is het ogeuschoon van de ver-
weliswaar in zijn „stralende, onbeklede
pracht", maar toch niet meer' dan een
lichaam. Het is het ogenschouw dat de ver
leidelijke gestalte van de hetaere Rhodia
flat Pheidias op dwaalsporen heeft gebracht.
het beeld wordt vernietigd. Een tweede
maal zet Pheidias zich aan de arbeid, een
nieuw beeld ontstaat het belichaamt
een ziel, maar één die Pheidias als kunste
naar eraan toedicht: een droomziel
een „dode ziel, een bedrog". En zo wordt
liet beeld ten tweede mele vernietigd. Nog
eens, in de onbedwingbare schrppings-
drang, het onzichtbare tot tastbaarheid te
doen worden, grijpt Pheidias naar hamer
en beitel en vormt hij de gestalte van een
vrouweziel. Rhodia's liefhebbende ziel,
maar een ziel die nog geboeid is aan hetv
aards-onvolkomene, onvrije, doordat ze
de gebondenheid der aardse liefde niet
heeft overwonnen. Sokrates, de wijsgeer, -is
bet, die. het beeld voltooit door het te ver
minken: met drie krachtige slagen, „wel
berekend in zijn deskundige hand", ver
brijzelt hij „de armen die de minnaar om
vatten en de voet die tot hem ijlt". En
zo geschonden ,pas, ontdaan van het laatste
wat aan het aards-begrensde bindt, staat
Pheidias' beeld daar in weergaloze Schoon
heid. „Wat brak waren niet handen en
voet, het waren de laatste ketenen die de
vrouw aan de aarde bonden. In volle glans
straalde hun de ziel tegemoet".
Zo schoon ep zinvol ist Rijdes' kortge
leden verschenen roman niet geworden, bij
geen stukken na. „Twee tegen Een" is een
ideeën-romarr, waarin de figuren symbolen
zijn: Petrus Koekcbakker, bijgenaamd
FauSt vanwege zijn demonische aanleg, be
lichaamt het kwaad en is makelaar van
beroep: Cruce, de notaris, vertegenwoor
digt de- Christefijke deugd en zedeleer;
Anderik, klassiek leraar, vertrouwd met
Plato en in peinzen en doen meer door
drongen van diens ,leer der deugden dan
hij zich, in zijn menselijke eenvoud bewust
is, de bescheiden teruggetrokkenheid van
een peinzend en dromend leven, dat de
realiteit verre is gebleven, maar diep ge
noeg is doorgedrongen in de wijsgerige be
spiegeling van zijn meester Plato, om veel
van diens hoogste idealen: wijsheid, hand
having van het eigenste Ik, zelfbeheersing
en rechtvaardigheid als wezenlijke be
standdelen in zich te hebben opgenomen
als levensvoorwaarden. Wat hem belet op
te streven tot die staat van hoogst-mense-
lijke gelukzaligheid (harmonie) is het
verre hlijven van Eros, van de liefde. En
toch komt deze laat, maar niet te laat
tot hem, door het demonisch levensspel
van Faust, die gedreven door een bittere
jeugdervaring en liefdesontgoocheling, een
„geest wordt die steeds ontkent", als
Goethe's Faust, het slechte wil en des
ondanks het goede bewerkstelligt. De
Christelijke Cruce wordt, gedreven door
geldnood, tijdelijk door Faust op .de wegen
der boosaardigheid geleid, maar het
„goede" zegeviert, al blijft zijn figuur te
mat om ons te doen geloven aan een waar
achtige loutering die zijn ziel zuivert.
Anderik vindt in de door Faust misbruikte
en verraden Margaretha de ontmoeting
met Eros, de Liefde, die hem in onbaat
zuchtigheid dié staat van harmonische
wijsheid doet bereiken, waarin men het
hoofd voor altijd kan neerleggen. En Faust,
die gefaald heeft in zijn duivels spel dei-
verleiding met het kwade, verliezen wij
uit het oog als hij. gevlucht naar zijn ge
boortestad, waar de geliefde van zijn jeugd
een tevreden huwelijk leeft, beqierken
moet, dat hij ook daar een overbodig mens
is geworden.
Het' is in een volslagen nihilisme,
dat we afscheid van hem nemen: vrij is
hij; maar hij gelooft nu aan Goed noch
Kwaad, .aan Vrouw noch Vriend, aan
vreugde noch droefheid. Louterde hem een
katharsis? Wij weten het niet, het ideeën-
spel is uit, de figuren, te weinig gecon
fronteerd met het werkelijk levefi, ver
vluchtigen. Het kon ook niet anders: dit
schrijfprocédé móét falen, de roman on
bevredigend laten: de handelingen zijn te
zeer aanloop tot de gesprekken en deze
te vegl (interessant) gedachtenspel om een
roman te bezielen met- de 'waarachtigheid
van zelfstrijd en beproeving, die er alleen
de aangrijpendheid aan verlenen kan
welke overtuigt, boeit" en verrijkt. „De
jongeren", zei Werumeus Buning mij eens,
„worden niet meer „gemangeld". Een ge-
dachten- en gesprekkenroman zweeft in
het luchtledige zodra hij dit blïift: procédé,
opzet van ideeën. Maar Rijdes' schrijf
talent zal, mits beproefd, toch eens tot
rijkheid komen: „Het Derde Beeld" doet
daarin geloven.
C. J. E. DINAUX.
VERLOVINGSRINGEN
Een kleine zaak met een grote keuz<
GR. HOUTSTRAAT 49, TEL. 20049, HAARLEM
Gala-avond in Brussel
van de Lage Landen
Ter gelegenheid van de bekrachtiging,
van de Nederlands-Belgisch-Luxemburgse
douane-overeenkomst en als blijk van
dankbaarheid van het Nederlandse volk
voor hetgeen België in de na-oorlogse
periode voor Nederland deed, heeft de Ne
derlandse regering Donderdagavond in de
Koninklijke Muntschouwburg te Brussel
een gala-vorstelling aangeboden van „Hoff
manns Erziihlungen", opgevoerd door het
gezelschap van de Nederlandse Opera uit
Amsterdam.
Niet mincler dan zeventien Nederlandse
en Belgische ministers waren bij deze
Voorstelling aanwezig.
De zaal van de Muntschouwburg en de
foyer waren voor deze gelegenheid ver
sierd niet een weelde van bloemen, die
door de Aalsmeerse kwekers ter beschik
king waren gesteld, een bloemenschat, die
onder de ziekenhuizen der Brusselse ag
glomeratie zal worden verdeeld. In de
koninklijke loge had koningin Elisabeth
plaats genomen, die vergezeld was van de
Nederlandse ambassadeur te Brussel, mr.
B. Ph. baron van Harinxma thoe Slooten
en diens echtgenote.
Van Luxemburgse zijde waren aanwezig
dc voorzitters van Kamer en Senaat, de
gezant te Brussel en eerste minister Bech.
De Nederlandse Opera, voor wie dit. de
eerste vertoning buiten de grenzen van
Nederland betekende, oogstte met de ver
tolking van Hoffmanns Erzahlungen eén
gróót succes. Er waren talrijke open doek
jes en aan het einde mochten de opvoe-
renden éen ware ovatie en een bloemen
hulde in ontvangst nemen, waarin ook de
leiding van het gezelschap met aan het
hoofd de heer Cronhejm werd betrokken.
Na afloop van deze voorstelling werd in
de fraai met bloemen versierde salons van
de Nederlandse ambassade een receptie
'gehouden.
De 9 Muzen
Doof. Tegen de Noorse schrijver Knut
Hamsun, die thans achtentachtig jaar oud is
cn eens de Nobelprijs voor litteratuur heeft
gewonnen, is een proces begonnen wegens
lidmaatschap van de Noorse nationaalsocia-
listi$phe partij en verbreiding van Duitse
inzichten. De staat eist vijfhonderdduizend
kronen van hem. Dc volkomen dove Hamsun
verklaarde bij zijn verhoor, dat de door hem
geschreven artikelen slechts bedoeld waren
om dc Noorse jeugd van dwaasheid terug te
houden. Door zijn doofheid had hij geen
contact met zijn omgeving. Hij gaf te kennen,
aanzijn geweten zuiver was.
St. Jan krijgt een grote beurt. Er is een
aanvang gemaakt met de grote schoonmaak
van het interieur der St. Janskcrk in Den
Bosch. De laatste maal, dat dit geschiedde is
meer dan 50 jaar geleden. Het gehele werk
zal ongeveer vijf maanden in beslag nemen.
Een Nederlands toneelcentrum? .Mau
rice Kurtz, hoofd van de ton^ilafdeling der
Unesco, zal dezer dagen een bezoek aan
Amsterdam brengen, ten einde besprekingen
te voeren over de oprichting van een Neder
lands toneelcentrum alvorens het eerste
internationale theater congres in het komen
de voorjaar wordt gehouden. Dit congres, dat
door theatermensen uit alle landen zal wor
den bijgewoond, wil komen tot de instelling
van een internationaal theater instituut, dat
de internationale uitwisseling op toneelge
bied vergemakkelijken zal. Kurtz heeft reeds
soortgelijke besprekingen te Stockholm, Oslo
en Kopenhagen gevoerd en gaat voor het
zelfde doel naar Brussel.
Duitse parachutisten stuurden ze
naar hun heer en meester
(Van onze F.omeinse correspondent)
Nederland heeft de schatten der Weense
musea kunnen zien en bovendien eigen
museumbezit herwonnen. Thans is de beurt
aan Italië: want hoe vreemd het moge
klinken, ootf uit het land van de asgepoot
hebben de Duitsers een rijke buit wegge
sleept. En de manier waarop deze diefstal
werd gepleegd, is wel zeer kenmerkend
voor hei „Herrenvolk". Napels bezit, dank
zij de opgravingen van Pomeji en Her-
culanum, een archeologisch museum, dat
voor velen als net eerste van -Italië wordt
beschdliwd, Napels heeft ook een pinaco
theek,' rijk aan meesterwerken van de al
lerhoogste rang. Deze schatten werden in
het begin van de oorlog verdeeld over drie
afgelegen en als veilig beschouwde kloos
ters in Zuid-Italië. Een dier kloosters was
de vermaarde Benedictijner-abdij van
Montecassino.
Duitse roof.
Toen de Duitsers Montecassino en de
omringende bergen tot voornaamste stel-
De huwelijksfoto's van de Engelse kroonprinses en de hertog van Edinburgh zijn
tentoongesteld in Dorland-Hall, waar de prinses dezer dagen de grote verzameling
opnamen kwam bekijken. Glimlachend bekijkt zij de foto van een vrolijk toneeltje,
genomen tijdens het laatste vrijgezellenavondje van haar echtgenoot.
Toneellierintiermgen en toneelportretten
Mevrouw Mann-Bouwmeester is altijd
de actrice geweest van de.alles verterende
passie, die speelde met een temperament
„en brulant les planches". Zij schitterde
reeds als jonge toneelspeelster in de oude
draken, die spel verlangden van het brede
gebaar, het pathos en de laaiende/hart-
stocht, maar veel meer nog in het reper
toire van Alexander Dumas en Victorien
Sardou, de tijd van de grote vrouwenrol
len, zoals Marguérithe Gauthier, Frou-
Frou, Fedora en La Tosca. Maar zij was
niet minder groot, toen. het toneel andere
eisen stelde. In de stukken van Paul Bour-
get, Henri Bataille, Paul Hervieu, die mo
derner en fragieler spel verlangden dan de
drama's van hun voorgangers.was mevrouw
Mann ook onbetwist onze eerste actrice.
En in de realistische stukken van Haupt-
mann, Gorki en Sehönherr gaf zij een
kunst, die kortweg volmaakt mag v^prden
genoemd. Een feller levende -Hanna Scliall
in Voerman Henschel zag ik nooit. En'
toen ik in 1911 te Berlijn de voorstelling
van Glaube und Heimat bijwoonde in het
Lessing Theater van het gezelschap dat in
die tijd beroemd was om zijn superieure
opvoeringen onder Olto Brahm, trof het
mij, hoe meeslepender en hartstochtelijker
mevrouw Mann als Vrouw Roth in de
overigens veel zwakkere voorstelling te
Amsterdam was geweest dan de le actrice
van dat zo. vermaarde D.ui^se gezelschap.
Het spel van mevrouw Mann was lot het
laatst van haas leven niet verouderd, om
dat zij steeds met haar tijd meeging en in
haar kunst altijd fris en jong bleef. Het
enige zo zei ze mij eens wat zij ver
langde, was een rol, waarin te s'pelen viel
en waarin zij een vrouw van bloed en passie"
tot trillend leven kon brengen.
Ik heb een onvergetelijke herinnering
bewaard aan haar spel in De Tsarin, een
toneelspel van de Hongaar Melchior Len-
gyel. Het stuk was middelmatig, maar wat
mevrouw Mann gaf als Katharina van Rus
land in haar voortdurende strijd tussen de
Heerseres cn de Vrouw, dat was niet min
der dan verbijsterend. Het was in waarheid
'Koninklijke kunst.
Dadelijk haar opkomen met die elastische
maar toch vorstelijke gang was reeds prach
tig. Onmiddellijk stond de figuur voor ons:
heerseres en ^rouw. Daarna het korte, ge
biedende spreken, het telkens vluchtig zien
naar de jonge, nieuw aangekomen officier
een zeer goed gespeelde rol van de toen
jeugdige Constant van Kerckhoven de
langzame toenadering met tal van fijne
nuances in haagspel, het even strelen van
zijn hand en dan eindelijk haar algehele
overgave in de grote liefdesscène, het werd
een apotheose van toneelspelkunst. Zij liet
als de Tsarin verre de toch zoo beroemde
Hermine Körner-achter zich. die ik enige
jaren later te München dezelfde rol heb
zien spelen. In Hermine Körner zag ik al
door de actrice, die toneelspeelde, o, vol
maakt van techniek en raffinement, maar.
het bleef komediespel. Bij mevrouw Mann-
Bouwmeester zag ik enkel de vrouw en
vergat ik, dat zij komedie speelde.
Mevrouw Mann behoefde geen grote rol
len om het publiek tot extatische bewonde
ring te brengen. Ik herinner mij Rutherford
en Zoon. een Engels toneelspel van Gilha
Sowerly, waarin zij' een lichtelijk aange
schoten fabrieksvrouw speelde, die het
kantoor van Rutherford binnendrong en de
fabrikant het geheim openbaarde van de
verhouding van zijn dochter met de mees
terknecht van de fabriek. Het was niet meer
dan één korte scène, waarin zij optrad en
het publiek had de grote en zo vereerde
actrice in deze vrouw van hét volk een
bijrol niet dadelijk herkend. Maar nau
welijks was zij op, of zij had de zaal in
haar macht door haar sterk, realistisch
spel, dat trilde van leven. Ademloos volgde
men dat weergaloos knappe spel en na de
sortie van de actrice brak het publiek in
een donderend applaus los, zó lang, dat het
wel een minuut duurde, voordat men ver
der kon spelen. Hét genie van een dei-
Bouwmeesters was over het toneel gegaan.
Tenslotte nog iets over mevrouw Mann
als vrouw. Zij was door allen die met haar
speelden, bemind als weinig anderen om
haar persoonlijkheid. Vele jonge actrices
uit haar tijd hebben mij bij herhaling ver
zekerd hoe hartelijk en lief mevrouw Mann
voor hen steeds was.
Hoe bemind zij was bij hpar collega's,
dat bleek wel op haar 40-jarige jubileum
voorstelling te Amsterdam. Welk een warm
te, welk een waarachtige vriendschap klonk
er uit de woorden van mevrouw Holtrop
Van Gelder, die namens het Amsterdamse
gezelschap haar toesprak.
„Wij glimmen van plezier, nu wij het
feest der feesten vieren. Wij weten, dat uw
weg niet altijd op rozen ging, maar gij hebt
nooit bij de pakken neergezeten. Als wij in
het Noorden zitten, 's morgens heel vroeg,
op een donker station, wie klaagt er dan
nooit? Mevrouw Mann. Als wij heel laat
thuis komen, wie klaagt er dan nooit? Me
vrouw Mann. Wie dut er nooit in de trein?
Mevrouw Mann. Zij is een voorbeeld van
werkkracht en energie!"
Zou mevrouw MannBouwmeester zon
der die eigenschappen ooit de meest gevier
de actrice van Nederland zijn geworden?
Want wie meent, dat alleen talent voldoen
de, is om de eerste actricè te worden, die
beseft niet. welk een werkkracht en energie
er nodig zijn om tot zo grote hoogte te
stijgen.
J.*B. SCHUIL.
De centimeters van de Dam
Er zijn nog veel certificaten
te koop
Reeds ^nige weken staat het huisje op
de Grote Markt waar de Haarlemmers
hun certificaat van aankoop van grond van
het Damlerrein kunnen halen. Er werden
daar al veel cm2. verkocht, maar nog lang
niet genoeg! Nog niet iedere Haarlemmer
heeft zijn eigen plekje grond, al wordt de
aankoop van dit eigen plekje door velen
heel ernstig opgevat.
Wat zegt u van het kleine jongetje dat
aan kwam hollen, dwars door het drukke
verkeer, en ademloos verrukt voor zijn
twee kwartjes een héél stuk grond ver
langde?
Of van de twee allerliefste oude dame
tjes. die hun zorgvuldig gespaarde kope
ren centen en halve centen kwamen om
zetten in vierkante centimeters?
Of van de' zeer secure heer, die zijn
certificaat na aankoop aan alle kanten
bekeek en het helemaal niet aardig vond
er niet uit op te kunnen maken welke cm2.
Dam hij nu precies de-zijne mocht noemen.
Maar hij was tevreden met het antwoord
der verkoopsters: ..In ieder geval woont
u recht tegenover de Koningin".
Komt Kaarlemmers, volgt deze goéde
voorbeelden, iedere dag van 104 uur
staan de ijverige verkoopsters in het huisje
op de Grote Markt voor u klaar.
Allen tezamen bouwen wij de oorlogs
monumenten en zorgen financieel voor de
nagelaten betrekkingen van de oorlogs
slachtoffers.
Dat is ere-plicht!
Over Muziek
Zuinigheid met benzine
en banden is geboden
Dwingende maatregelen als
vrijwillige actie geen succes
heeft
Toen enige tijd geleden door de regering
werd overwogen door distributie, invoe
ring van een overeenkomstig, systeem als
de 60-dagen kaarten of uitbreiding van
het verbod op bepaalde dagen te rijden,
de noodzakelijk geachte besparing van
.benzine te verkrijgen, hebben de in „Cen
traal Overleg" samenwerkende organisa
ties A.N.W.B., K.N.A.C., K.N.M.V.. E.V.O..
Vakgroep Goederenvervoer langs de Weg
en Vakgroep Personenvervoer langs de
Weg, zich tot de ministervan Verkeer en
Waterstaat en van Economische Zaken ge
wend om te protesteren tegen wederinvoe
ring van dergelijke maatregelen en daar
bij tevens voorgesteld te trachten een
vrijwillige besparing van het benzinever
bruik te verkrijgen.
De minister van Verkeer en Waterstaat
heeft thans „Centraal Overleg" doen we
ten, dat het voorstel der samenwerkende
organisaties in beginsel kon worden aan
vaard. De actie zal zich ook met kracht
móeten richten op een zuiniger gebruik
van banden en onderdelen.
Of in de toekomst geheel van dwingen
de maatregelen zal kunnen worden afge
zien, hangt af van het succes, dat de actie
binnen een door de minister gestelde ter
mijn zal hebben opgeleverd.
Het Nederlandse motorwegverkeer zal
het in eigen hand hebben de herinvoering
van door niemand gewenste distributie
maatregelen te voorkomen, aldus „Cen
traal Overleg". Ieder voor zich zal hebben
uit te jnaken of bepaalde ritten inderdaad
wel noodzakelijk en onder de huidige om
standigheden verantwoord zijn. Voor het
vrachtvervoer zat wellicht een nog verdere
rationalisatie mogelijk zijn. Voorts kan
ook in vele gevallen door technische maat
regelen een zuiniger gebruik van auto en
motor \yorden verkregen.
ChagallKandinsky tentoonstelling.
In het Stedelijk Museum te Amsterdam zijn
op het ogenblik werken van de,in 1889 in
Witebsk geboren Joodse schilder Marc Cha
gall en van de Russische schilder Wassilv
Kandinsky te zien.
ling maakten voor de verdediging van
Centraal-Italië, moesten de kunstwerken
yorden verwijderd. Italiaanse ambtenaven
mochten toen in dat gebied niet meer ko
men en dus zou dc „Kunstschutz" voor de
ontruiming zorgen. Op 4 Januari 1944
kwam een lange karavaan vrachtauto's te
Rome aan, die de waardevolle kunstwer
ken afleverde in het Palazzo Venezia. Het
werd een militaire plechtigheid met veel
tromgeroffel en klikkende hakken, maar
zonder inventaris of andere documenten.
De schilderijen vooral waren haastig én
slecht verpakt en sommige kisten waren
zelfs open.
Toen een der Italiaanse ambtenaren van
het ministerie van Onderwijs vroeg of dit
nu werkelijk alles was, wat te Montecas
sino was opgeborgen, kreeg hij een zo
Pruisisch antwoord, dat hij niet verder
durfde twijfelen aan de goede trouw der
asgenoten. Napels was reeds in geallieerde
handen en controle dus niet mogelijk.
Toen Rome een half jaar later werd be
vrijd, bleken juist verscheidene der meest
waardevolle stukken te ontbreken. De val-
sehermtroepen van Hermann Goring had
den aan de hand van de catalogus van het
Napolitaans museum de beste werken -uit
gezocht en aan Göring gestuurd bij wijze
van cadeautje.
In Maart 1945 verlieten de kunstwerken
Berlijn en kwamen zij. na een reis. die
voor sommige stukken noodlottig werd. ii
Oostenrijk aan, waar zij door de Ameri
kanen in een zoutgroeve bij Alt-Aussee
werden gevoelen. Enkele maanden latei-
kon prof. Castelfranco de ontvreemde
kunstwerken in het „Central Collecting
Point" te München (eenmaal het „Brnune
Haus") gaan zien en na de onvermijdelijke
bureaucratische vijven en zessen is de rijke
krijgsbuit thans in Italië teruggekeerd.
Schitterende expositie.
Te Rome, in een mbseum zó smaakvol
en bekoorlijk, dat men niet weet wat meer
te bewonderen* de meesterwerken of de
zalen, waarin zij prijken, worden ze'than;
tentoongesteld. De zalen' zijn die der Far-
nesina, het lustverblijf aan gene ziide van
de Tiberstroom. dot Agostino Chigi, de
„grootkoopman der Christenheid" zich in
het eerste decennium, der zestiende eeuw
liet bouwen door Baldassarre Peruzzi en
met fresco's deed sieren door Rafaël. Pierin
del Vago en Sodoma, teneinde er zijn
kunstzinnige vrienden, waaronder Paus
Leo X. waardig te kunnen ontvangen.
En daar zien we ze terug met diepe
ontroering. de heerlijke meesterwerken
uit het muséum van Napels, de dromerige
iq zijn archaische statigheid zo waarlijk
goddelijke bronzen- Apollo uit het „Huis
van de citerspelende Apollo" te Pomoeji
en de niet minder verheven dansende nimf
uit de Papyrusvilla van Herculanum. We
zien er de fijn bewerkte gouden sieraden
uit Pompeji. Herculanum en Ruvd (vier
vijfde der gouden voorwerpen uit het mu
seum was door Göring geroofd). En de
goudlokkige „Danae", meesterwerk van
Titiaan. En wederom van Titiaan een
portret van zijn dqchter Lavinia. Voorts
het meest vermaarde werk van. Parmigia-
nino, het portret van de door Benvenuto
Cellini beminde courtisane Antea En
hoeveel meer wereldberoemde doeken! Do
Parabool der Blinden van Breughel de
Oude, een Aanbidding door de drie Ko
ningen van Josse *van Cleef, de onvolpre
zen Madonna met de Sluier van Sebastino
del Piombo, zijn beste werk.
Helaas hebben enkele stukken geleden.'
Breughels Parabool der Blinden was reeds
lang in een zorgwekkende toestand: het
aantal plaatsen, waar de verf loslaat, is
veel groter dan vroeger. De „Madonna
met Heiligen" van Pal ma de Oude ver
toont niet alleen kale plekken, maar het
paneel is geheel krom getrokken. Een der
vermaarde bronzen Antilopen van Hercu
lanum, misschien de mooiste bronzen, uit
de Oudheid tot ons gekomen, brak twee
poten. De „Rustende Mercurius", een an
der antiek brons, waarvan men de afbeel
ding in elk boek over Grieks-Romeinse
kunst zal vinden, kwam zonder hoofd te
rug. De kop. in kleine scherfjes geredu
ceerd, kan misschien worden hersteld; de
stukken zijn aanwezig en restaureren is
een kunst, die de Italianen verstaan. Al
met al zijn de verliezen, hoe pijnlijk ook,
niet bijzonder groot en Italië's kunstmin
naars juichen over de terugkeer van zo
veel verloren gewaand .bezit.
De spiiker op de kop
De Russische vertegenwoordiger bij de
organisatie der Verenigde Volken, Andrei
Grömyko, heeft in een exclusief interview
met United Press te kennen gegeven, dat
net Russische volk, hoewel het in verband
met de Amerikaanse politiek totnutoe te
leurgesteld is in de UNO, er toch nog steeds
van overtuigd is dat dit lichaam een doel
treffend instrument kan worden in de strijd
voor het behoud van internationale vrede
en veiligheid.
Gromyko was van oordeel, dat de toe
komst van de UNO afhangt van de bereid
heid der grote mogendheden tot samenwer
king.
César Franck
HET WAS IN NOVEMBER 125 jaar ge
leden dat César Franck te Luik gebo
ren werd. Slechts enkele tientallen van
zijn tijdgenoten begrepen zijn betekenis;
eerst na zijn dood werd de erkenning van
zijn genialiteit algemeen. Sedert zijn jon
gensjaren leefde Franck in Parijs, waar hij
als een timide vreemdeling was binnen
gekomen. Hij is er tot zijn dood gebleven
en heeft er zich altijd thuis gevoeld. Tijdens
de oorlog van 1870 schreef l;ij zelfs een
patriottische hymne aan de hoofdstad van
Frankrijk: „Paris, reine des cités". Overi
gens was hij een eenzaam mens. dat wel
aan het Franse leven, maar niet aan de
Pa rij se wereld deelnam. Zijn karakter had
veel met dat der Noord-Fransen gemeen,
maar zijn wezen was vreemd aan de tijde
lijkheid van de moaische, mondaine wereld.
Hij heeft zich pooit beklaagd dat hij mis
kend zou wezen; hij dacht namelijk meer
met liefde aan de muziek dan aan zichzelf.
Hij is dan ook nooit beklagenswaardig ge
weest", integendeel hij was benijdenswaar
dig. want de tegenspoeden in dc muziek
wereld nam hij voor wat ze waren en ze
konden niet knagen aan dit sterke hart.
Men beweert dikwijls dat hij getroost werd
door dc aanhankelijkheid van zijn be
gaafde leerlingen, maar ik geloof dat hij
geen troost behoefde en zich slechts met
hen verheugde in het onverstoorbaar geluk
der muziek. Hij was geen philosoof in de
zin van bespiegelend intellectualisme; hij
was geen afgetrokken egoïst die veilig ge
borgen in een studeerkamer zich wijzer
voelt dan actieve burgers. hij was een
muzikaal wijsgeer in de edelste zin van
liet woord. Dit wil zeggen dat hij een altijd
hevig bewogen sentiment van.de helder
ziendheid, van zijn genie uit tot een orde
lijke gestalte kon vormen. Hij heeft nooit
getheoretiseewd over de wereld, over het
leven, over de inhoud van de kunst, maar
wel dagelijks over de praktijk van het
componeren. Hij was een godsdienstig
man. maar hij zelf fieeft nooit een woord
gezegd over de religieusiteit van de mu
ziek Hij had niets van een slordig-levende
'Bohémien, maar hij was romantischer van
aard dan beroemde musici zijner dagen.
De jonge graaf Vincent d'Indy, man van
bijzondere geestescultuur, eerde in Franck
ie superioriteit van het genie, maar ook
He superioriteit van het karakter en van
bet geestelijk evenwicht. Toen d'Indy oud
was sprak hij nog met vurige bewondering
wer de innerlijke beschaafdheid van
Franck en met dankbaarheid over de ver
gassingen van zijn levenswijsheid Neen,
Franck was niet te beklagen, wel degenen
die hem miskenden.
Noord-Frankrijk en België zijn altiid
een. muziekgebied op zichzelf geweest. De
oude. befaamde zogenaamde Nederlandse
scholen wortelden er in; later kwamen
Beethoven. Franck, Roussel en anderen er
uit voort. Het zou te wensen zijn dat
iemand een speciale studie maakte over de
geschiedenis van het muzikaal karakter
dezer streken, waarin zoveel wederwaar
digheden van de muziekgeschiedenis ziin
voorgevallen. Zulk een studie zou echter
zonder beschouwingen over de Bourgon
dische beschaving, over godsdienstkwesties,
over oorlogen, over volksverschuivingen,
niet volledig kunnen zijn. Wanneer dit
alles en nog meer onderzocht en
gewogen moet worden, zou er veel kans
zijn dat de muze vferdrukt zou worden:
en zii zou juist als spiegel der ziel moeten
«rkend w<?rden. Maar over dit alles be
kommeren wij ons niet in laatste instantie.
Wij hunkeren naar de schoonheid, wii zjin
gelukkig wanneer wij door een karakter
worden getroffen: en zo beken ik dat het
karakter van Franck's muziek mij boven
mate sympathiek is.
Wij. Nederlanders zijn onderzoekers,
verificateurs en docenten, maar waar ziin
de bepalende termen die de muziek kun
nen verklaren? Pijnigen wij ons maar
liever niet óver deze oude en onoDlosbare"
kwestie die mij telkens komt storen wan
neer ik slechts een praatje met u maken
wil over mijn vak.. Ik weersta de verlei
ding om u als gezelschap od te eisen voor
een wandeling in cje zuidelijke Ardennen
en u daarbij een indrukwekkend natuur
beeld als vergelijking met een deel van
Franck's karakter voor ogen te stellen. Ik
durf evenmin aan te dringen in de Pariise
Notre-Dame te verwijlen om tot hetzelfde
doel te komen. Hoe ontoereikend en hoe
onzeker ook is dit alles! De verleiding is
er en wij zouden ons vastklampen aan dé
begrenzing van «het opgeroepen beeld.
Melancholiek en altijd hartstochtelijk,
ruig en toch vol tederheid spreekt de poëzie
van Franck's muziek. Maar deze bepalin
gen kan ik hier wel op een rijtje schrijven
in Werkelijkheid is het ongrijpbare
object een eenheid, een muzikale eenheid,
die ik niet met woorden kan schilderen.
Wie de aanrakingspunten - van Debussy
met Franck wil kennen bestudere het
strijkkwartet van dc eerstgenoemde
meester, wie het verschil tussen beide ar-
tisten wil weten, leze het strijkkwartet
van Franck. Maar slechts zij die deze wer
ken niet tegen elkaar willen uitspelen, zijn
dit onderzoek waard.
HENDRIK ANDRIESSEN.
Dit ensemble moet men
in werkelijkheid zien,
om eens temeer tot de
overtuiging te komen
dat de kleren de man en
zeker de vrouw maken.
Een witte blouse, fijn
tjes opengewerkt met
kleine motiefjes langs
kraag en mouwtjes
een hei-gele rok met
zwarte decoraties: en
dan nog een beetje zon
erop en een frisse glim
lach er boven, om het
geheel aesthetisch te
vervolmaken.
Ds. C. iVI. Briët overleden
In de ouderdom van 66 jaar is onver
wacht overleden ds. C. M. Briët. emeritus
predikant van de Nederlands Hervormde
Gemeente van Heemstede cn voorzitter
van het bestuur van liet Diaconessenhuis.
Met leedwezen zal dit bericht in Her
vormde kringen vernomen worden. Rustig
verrichtte hij bijna twintig jaar zijn pas
torale arbeid en genoot het vertrouwen
van velen in Heemstede. Bescheiden ging
hij zij weg in zijn gemeente, die in de loop
der jaren bijzonder uitgebreid is.
Ds. Briët deed op 1 November 1906 zijn
intrede in Hall. In 1911 vertrok hij naar
Doetinchem en in 1920 naar Enschedé,
waar hij tot 1927 bleef. In de dienst van
27 April 1947 hield ds. Briët een afscheids-
predicatie naar aanleiding van 2 Corinthè 5
verzen 17 tot 21. Na zijn emeritaat bleef
de predikant voorzitter van het Diacones
senhuis.
Het was de wens, dat het stoffelijk over
schot in alle stilte ter aarde werd besteld.
Agenda voor Haarlem
ZATERDAG 20 DECEMBER
Stadsschouwburg-: Volksvoorstelling „Can
dida". 8 uur. Luxor ..George verovert de
Vloot" alle leeft.. 2.30. 7 00 en 9.15 uur. Citv:
..Jane Evre" 14 i.. 2.15. 4 30 7 00 en 9.15 uur.
en,3rnc om eeld' 14 i 2 30 7 00
er 9)5 ui" ~-nns Hals Walvis in zicht".
Rembrandt- Make a wish" 'alle leeft., 2.0,
4.15, 7.00 en 9.15 uur Palace: ..Kermisklan
ten", alle leeft., 2.00, 4.15, 7.00 en 9.15 uur.
ZONDAG 21 DECEMBER
Stadsschouwburg: „Naar het u lijkt", 3
uur. Bioscopen: Middag- en avondvoorstel
lingen.
MAANDAG 22 DECEMBER
Bioscopen: Middag- en avondvoorstellingen.