Literaire kanttekeningen Italiaanse kunstschatten terug uit ballingschap in Duitsland Theo Mann-Bouwmeester en haar kunst Madame la ZATERDAG 20 DECEMBER 1947 3 B. RIJDES: Het Derdte Beeld (A. W. Bruna, Utrecht). Twee tegen een (A. A. M. Stols, 's-Gravenhage). Tï -.DES IS CLASSICUS, niet alleen bij •*-* wijze van beroep: hij leeft in de wereld van wijsheid en schoonheid der Griekse Oudheid en het is daaraan dat de symbo liek - die wel het opvallendste kenmerk uitmaakt van Rijdes' werk zin en wezen ontleent. Waar hij zijn innerlijk voorbeeld het getrouwst kan volgen, is zijn werk het sterkst: zijn vertelling Het'Derde Beeld" speelt ten tijde van Athene's bloei en de groten: Sokrates de wijsgeer. Pheidias de beeldhouwer. Rhodia de hetaere, denken, spreken en handelen in deze wereld der geïdealiseerde historie met een waardig heid niet alleen, maar ook met een na tuurlijkheid die de lezer doet geloven in de oprechtheid waarmee deze auteur het wijsgerig denken en het zuiver sclioon- heidsbeleven van zijn klassieke voorbeel den beleden en er in de bezonnen be slotenheid van een novelle van getuigen wil. „Het Derde Beeld" is een .harmonische novelle, zelfs een schone en zinvolle no velle: Pheidias neemt, met het aanvaarden van een weddenschap, die meer en. hoger is dari een kansspel, de bijna onuitvoerbare taak op zich, de ziel van een vrouw in steen te houwen, zichtbaar te maken dus. Het kan zijn, dat het Pheidias gaat om de ziel van Rhodia, de hetaere, de schoonste vrouw van Athene, maar tevens 'één, in Wier schone lichaam de ziel het klagelïjk- ste van alle bestaan leidt. Men zou de So era! isch-Pltatonische wijsbegeerte moe- -ten kennen om te begrijpen, hoe de schrij ver hier een problematiek van de hoogste orde tot onderwerp kiest van zijn vertel ling. „Ook een mens was een ziel. een vreemdeling uit helderder gewest, die het enig ware en goede had prijsgegeven voor de verlokking van de stoffelijke wereld". Deze gedachte van Sokrates kern van al zijn denken vormt het motief van deze vertelling: Pheidias, de. beeldhouwer, heeft beloofd, „de ziel af te beelden, haar voor eeuwig vast te leggen, zodat een ieder, die het bèelA zou aanschouwen, zijn ongeloof zou laten varen en heen zou gaan in grote verwondering". En als Pheidias dan zijn eerste beeld gereed heeft in de sc-hoonst-denkbare vormvolmaaktheid, is bet niet de ziel van een vrouw die hij in marmer heeft gehouwen, maar een lichaam. Het is het ogeuschoon van de ver- weliswaar in zijn „stralende, onbeklede pracht", maar toch niet meer' dan een lichaam. Het is het ogenschouw dat de ver leidelijke gestalte van de hetaere Rhodia flat Pheidias op dwaalsporen heeft gebracht. het beeld wordt vernietigd. Een tweede maal zet Pheidias zich aan de arbeid, een nieuw beeld ontstaat het belichaamt een ziel, maar één die Pheidias als kunste naar eraan toedicht: een droomziel een „dode ziel, een bedrog". En zo wordt liet beeld ten tweede mele vernietigd. Nog eens, in de onbedwingbare schrppings- drang, het onzichtbare tot tastbaarheid te doen worden, grijpt Pheidias naar hamer en beitel en vormt hij de gestalte van een vrouweziel. Rhodia's liefhebbende ziel, maar een ziel die nog geboeid is aan hetv aards-onvolkomene, onvrije, doordat ze de gebondenheid der aardse liefde niet heeft overwonnen. Sokrates, de wijsgeer, -is bet, die. het beeld voltooit door het te ver minken: met drie krachtige slagen, „wel berekend in zijn deskundige hand", ver brijzelt hij „de armen die de minnaar om vatten en de voet die tot hem ijlt". En zo geschonden ,pas, ontdaan van het laatste wat aan het aards-begrensde bindt, staat Pheidias' beeld daar in weergaloze Schoon heid. „Wat brak waren niet handen en voet, het waren de laatste ketenen die de vrouw aan de aarde bonden. In volle glans straalde hun de ziel tegemoet". Zo schoon ep zinvol ist Rijdes' kortge leden verschenen roman niet geworden, bij geen stukken na. „Twee tegen Een" is een ideeën-romarr, waarin de figuren symbolen zijn: Petrus Koekcbakker, bijgenaamd FauSt vanwege zijn demonische aanleg, be lichaamt het kwaad en is makelaar van beroep: Cruce, de notaris, vertegenwoor digt de- Christefijke deugd en zedeleer; Anderik, klassiek leraar, vertrouwd met Plato en in peinzen en doen meer door drongen van diens ,leer der deugden dan hij zich, in zijn menselijke eenvoud bewust is, de bescheiden teruggetrokkenheid van een peinzend en dromend leven, dat de realiteit verre is gebleven, maar diep ge noeg is doorgedrongen in de wijsgerige be spiegeling van zijn meester Plato, om veel van diens hoogste idealen: wijsheid, hand having van het eigenste Ik, zelfbeheersing en rechtvaardigheid als wezenlijke be standdelen in zich te hebben opgenomen als levensvoorwaarden. Wat hem belet op te streven tot die staat van hoogst-mense- lijke gelukzaligheid (harmonie) is het verre hlijven van Eros, van de liefde. En toch komt deze laat, maar niet te laat tot hem, door het demonisch levensspel van Faust, die gedreven door een bittere jeugdervaring en liefdesontgoocheling, een „geest wordt die steeds ontkent", als Goethe's Faust, het slechte wil en des ondanks het goede bewerkstelligt. De Christelijke Cruce wordt, gedreven door geldnood, tijdelijk door Faust op .de wegen der boosaardigheid geleid, maar het „goede" zegeviert, al blijft zijn figuur te mat om ons te doen geloven aan een waar achtige loutering die zijn ziel zuivert. Anderik vindt in de door Faust misbruikte en verraden Margaretha de ontmoeting met Eros, de Liefde, die hem in onbaat zuchtigheid dié staat van harmonische wijsheid doet bereiken, waarin men het hoofd voor altijd kan neerleggen. En Faust, die gefaald heeft in zijn duivels spel dei- verleiding met het kwade, verliezen wij uit het oog als hij. gevlucht naar zijn ge boortestad, waar de geliefde van zijn jeugd een tevreden huwelijk leeft, beqierken moet, dat hij ook daar een overbodig mens is geworden. Het' is in een volslagen nihilisme, dat we afscheid van hem nemen: vrij is hij; maar hij gelooft nu aan Goed noch Kwaad, .aan Vrouw noch Vriend, aan vreugde noch droefheid. Louterde hem een katharsis? Wij weten het niet, het ideeën- spel is uit, de figuren, te weinig gecon fronteerd met het werkelijk levefi, ver vluchtigen. Het kon ook niet anders: dit schrijfprocédé móét falen, de roman on bevredigend laten: de handelingen zijn te zeer aanloop tot de gesprekken en deze te vegl (interessant) gedachtenspel om een roman te bezielen met- de 'waarachtigheid van zelfstrijd en beproeving, die er alleen de aangrijpendheid aan verlenen kan welke overtuigt, boeit" en verrijkt. „De jongeren", zei Werumeus Buning mij eens, „worden niet meer „gemangeld". Een ge- dachten- en gesprekkenroman zweeft in het luchtledige zodra hij dit blïift: procédé, opzet van ideeën. Maar Rijdes' schrijf talent zal, mits beproefd, toch eens tot rijkheid komen: „Het Derde Beeld" doet daarin geloven. C. J. E. DINAUX. VERLOVINGSRINGEN Een kleine zaak met een grote keuz< GR. HOUTSTRAAT 49, TEL. 20049, HAARLEM Gala-avond in Brussel van de Lage Landen Ter gelegenheid van de bekrachtiging, van de Nederlands-Belgisch-Luxemburgse douane-overeenkomst en als blijk van dankbaarheid van het Nederlandse volk voor hetgeen België in de na-oorlogse periode voor Nederland deed, heeft de Ne derlandse regering Donderdagavond in de Koninklijke Muntschouwburg te Brussel een gala-vorstelling aangeboden van „Hoff manns Erziihlungen", opgevoerd door het gezelschap van de Nederlandse Opera uit Amsterdam. Niet mincler dan zeventien Nederlandse en Belgische ministers waren bij deze Voorstelling aanwezig. De zaal van de Muntschouwburg en de foyer waren voor deze gelegenheid ver sierd niet een weelde van bloemen, die door de Aalsmeerse kwekers ter beschik king waren gesteld, een bloemenschat, die onder de ziekenhuizen der Brusselse ag glomeratie zal worden verdeeld. In de koninklijke loge had koningin Elisabeth plaats genomen, die vergezeld was van de Nederlandse ambassadeur te Brussel, mr. B. Ph. baron van Harinxma thoe Slooten en diens echtgenote. Van Luxemburgse zijde waren aanwezig dc voorzitters van Kamer en Senaat, de gezant te Brussel en eerste minister Bech. De Nederlandse Opera, voor wie dit. de eerste vertoning buiten de grenzen van Nederland betekende, oogstte met de ver tolking van Hoffmanns Erzahlungen eén gróót succes. Er waren talrijke open doek jes en aan het einde mochten de opvoe- renden éen ware ovatie en een bloemen hulde in ontvangst nemen, waarin ook de leiding van het gezelschap met aan het hoofd de heer Cronhejm werd betrokken. Na afloop van deze voorstelling werd in de fraai met bloemen versierde salons van de Nederlandse ambassade een receptie 'gehouden. De 9 Muzen Doof. Tegen de Noorse schrijver Knut Hamsun, die thans achtentachtig jaar oud is cn eens de Nobelprijs voor litteratuur heeft gewonnen, is een proces begonnen wegens lidmaatschap van de Noorse nationaalsocia- listi$phe partij en verbreiding van Duitse inzichten. De staat eist vijfhonderdduizend kronen van hem. Dc volkomen dove Hamsun verklaarde bij zijn verhoor, dat de door hem geschreven artikelen slechts bedoeld waren om dc Noorse jeugd van dwaasheid terug te houden. Door zijn doofheid had hij geen contact met zijn omgeving. Hij gaf te kennen, aanzijn geweten zuiver was. St. Jan krijgt een grote beurt. Er is een aanvang gemaakt met de grote schoonmaak van het interieur der St. Janskcrk in Den Bosch. De laatste maal, dat dit geschiedde is meer dan 50 jaar geleden. Het gehele werk zal ongeveer vijf maanden in beslag nemen. Een Nederlands toneelcentrum? .Mau rice Kurtz, hoofd van de ton^ilafdeling der Unesco, zal dezer dagen een bezoek aan Amsterdam brengen, ten einde besprekingen te voeren over de oprichting van een Neder lands toneelcentrum alvorens het eerste internationale theater congres in het komen de voorjaar wordt gehouden. Dit congres, dat door theatermensen uit alle landen zal wor den bijgewoond, wil komen tot de instelling van een internationaal theater instituut, dat de internationale uitwisseling op toneelge bied vergemakkelijken zal. Kurtz heeft reeds soortgelijke besprekingen te Stockholm, Oslo en Kopenhagen gevoerd en gaat voor het zelfde doel naar Brussel. Duitse parachutisten stuurden ze naar hun heer en meester (Van onze F.omeinse correspondent) Nederland heeft de schatten der Weense musea kunnen zien en bovendien eigen museumbezit herwonnen. Thans is de beurt aan Italië: want hoe vreemd het moge klinken, ootf uit het land van de asgepoot hebben de Duitsers een rijke buit wegge sleept. En de manier waarop deze diefstal werd gepleegd, is wel zeer kenmerkend voor hei „Herrenvolk". Napels bezit, dank zij de opgravingen van Pomeji en Her- culanum, een archeologisch museum, dat voor velen als net eerste van -Italië wordt beschdliwd, Napels heeft ook een pinaco theek,' rijk aan meesterwerken van de al lerhoogste rang. Deze schatten werden in het begin van de oorlog verdeeld over drie afgelegen en als veilig beschouwde kloos ters in Zuid-Italië. Een dier kloosters was de vermaarde Benedictijner-abdij van Montecassino. Duitse roof. Toen de Duitsers Montecassino en de omringende bergen tot voornaamste stel- De huwelijksfoto's van de Engelse kroonprinses en de hertog van Edinburgh zijn tentoongesteld in Dorland-Hall, waar de prinses dezer dagen de grote verzameling opnamen kwam bekijken. Glimlachend bekijkt zij de foto van een vrolijk toneeltje, genomen tijdens het laatste vrijgezellenavondje van haar echtgenoot. Toneellierintiermgen en toneelportretten Mevrouw Mann-Bouwmeester is altijd de actrice geweest van de.alles verterende passie, die speelde met een temperament „en brulant les planches". Zij schitterde reeds als jonge toneelspeelster in de oude draken, die spel verlangden van het brede gebaar, het pathos en de laaiende/hart- stocht, maar veel meer nog in het reper toire van Alexander Dumas en Victorien Sardou, de tijd van de grote vrouwenrol len, zoals Marguérithe Gauthier, Frou- Frou, Fedora en La Tosca. Maar zij was niet minder groot, toen. het toneel andere eisen stelde. In de stukken van Paul Bour- get, Henri Bataille, Paul Hervieu, die mo derner en fragieler spel verlangden dan de drama's van hun voorgangers.was mevrouw Mann ook onbetwist onze eerste actrice. En in de realistische stukken van Haupt- mann, Gorki en Sehönherr gaf zij een kunst, die kortweg volmaakt mag v^prden genoemd. Een feller levende -Hanna Scliall in Voerman Henschel zag ik nooit. En' toen ik in 1911 te Berlijn de voorstelling van Glaube und Heimat bijwoonde in het Lessing Theater van het gezelschap dat in die tijd beroemd was om zijn superieure opvoeringen onder Olto Brahm, trof het mij, hoe meeslepender en hartstochtelijker mevrouw Mann als Vrouw Roth in de overigens veel zwakkere voorstelling te Amsterdam was geweest dan de le actrice van dat zo. vermaarde D.ui^se gezelschap. Het spel van mevrouw Mann was lot het laatst van haas leven niet verouderd, om dat zij steeds met haar tijd meeging en in haar kunst altijd fris en jong bleef. Het enige zo zei ze mij eens wat zij ver langde, was een rol, waarin te s'pelen viel en waarin zij een vrouw van bloed en passie" tot trillend leven kon brengen. Ik heb een onvergetelijke herinnering bewaard aan haar spel in De Tsarin, een toneelspel van de Hongaar Melchior Len- gyel. Het stuk was middelmatig, maar wat mevrouw Mann gaf als Katharina van Rus land in haar voortdurende strijd tussen de Heerseres cn de Vrouw, dat was niet min der dan verbijsterend. Het was in waarheid 'Koninklijke kunst. Dadelijk haar opkomen met die elastische maar toch vorstelijke gang was reeds prach tig. Onmiddellijk stond de figuur voor ons: heerseres en ^rouw. Daarna het korte, ge biedende spreken, het telkens vluchtig zien naar de jonge, nieuw aangekomen officier een zeer goed gespeelde rol van de toen jeugdige Constant van Kerckhoven de langzame toenadering met tal van fijne nuances in haagspel, het even strelen van zijn hand en dan eindelijk haar algehele overgave in de grote liefdesscène, het werd een apotheose van toneelspelkunst. Zij liet als de Tsarin verre de toch zoo beroemde Hermine Körner-achter zich. die ik enige jaren later te München dezelfde rol heb zien spelen. In Hermine Körner zag ik al door de actrice, die toneelspeelde, o, vol maakt van techniek en raffinement, maar. het bleef komediespel. Bij mevrouw Mann- Bouwmeester zag ik enkel de vrouw en vergat ik, dat zij komedie speelde. Mevrouw Mann behoefde geen grote rol len om het publiek tot extatische bewonde ring te brengen. Ik herinner mij Rutherford en Zoon. een Engels toneelspel van Gilha Sowerly, waarin zij' een lichtelijk aange schoten fabrieksvrouw speelde, die het kantoor van Rutherford binnendrong en de fabrikant het geheim openbaarde van de verhouding van zijn dochter met de mees terknecht van de fabriek. Het was niet meer dan één korte scène, waarin zij optrad en het publiek had de grote en zo vereerde actrice in deze vrouw van hét volk een bijrol niet dadelijk herkend. Maar nau welijks was zij op, of zij had de zaal in haar macht door haar sterk, realistisch spel, dat trilde van leven. Ademloos volgde men dat weergaloos knappe spel en na de sortie van de actrice brak het publiek in een donderend applaus los, zó lang, dat het wel een minuut duurde, voordat men ver der kon spelen. Hét genie van een dei- Bouwmeesters was over het toneel gegaan. Tenslotte nog iets over mevrouw Mann als vrouw. Zij was door allen die met haar speelden, bemind als weinig anderen om haar persoonlijkheid. Vele jonge actrices uit haar tijd hebben mij bij herhaling ver zekerd hoe hartelijk en lief mevrouw Mann voor hen steeds was. Hoe bemind zij was bij hpar collega's, dat bleek wel op haar 40-jarige jubileum voorstelling te Amsterdam. Welk een warm te, welk een waarachtige vriendschap klonk er uit de woorden van mevrouw Holtrop Van Gelder, die namens het Amsterdamse gezelschap haar toesprak. „Wij glimmen van plezier, nu wij het feest der feesten vieren. Wij weten, dat uw weg niet altijd op rozen ging, maar gij hebt nooit bij de pakken neergezeten. Als wij in het Noorden zitten, 's morgens heel vroeg, op een donker station, wie klaagt er dan nooit? Mevrouw Mann. Als wij heel laat thuis komen, wie klaagt er dan nooit? Me vrouw Mann. Wie dut er nooit in de trein? Mevrouw Mann. Zij is een voorbeeld van werkkracht en energie!" Zou mevrouw MannBouwmeester zon der die eigenschappen ooit de meest gevier de actrice van Nederland zijn geworden? Want wie meent, dat alleen talent voldoen de, is om de eerste actricè te worden, die beseft niet. welk een werkkracht en energie er nodig zijn om tot zo grote hoogte te stijgen. J.*B. SCHUIL. De centimeters van de Dam Er zijn nog veel certificaten te koop Reeds ^nige weken staat het huisje op de Grote Markt waar de Haarlemmers hun certificaat van aankoop van grond van het Damlerrein kunnen halen. Er werden daar al veel cm2. verkocht, maar nog lang niet genoeg! Nog niet iedere Haarlemmer heeft zijn eigen plekje grond, al wordt de aankoop van dit eigen plekje door velen heel ernstig opgevat. Wat zegt u van het kleine jongetje dat aan kwam hollen, dwars door het drukke verkeer, en ademloos verrukt voor zijn twee kwartjes een héél stuk grond ver langde? Of van de twee allerliefste oude dame tjes. die hun zorgvuldig gespaarde kope ren centen en halve centen kwamen om zetten in vierkante centimeters? Of van de' zeer secure heer, die zijn certificaat na aankoop aan alle kanten bekeek en het helemaal niet aardig vond er niet uit op te kunnen maken welke cm2. Dam hij nu precies de-zijne mocht noemen. Maar hij was tevreden met het antwoord der verkoopsters: ..In ieder geval woont u recht tegenover de Koningin". Komt Kaarlemmers, volgt deze goéde voorbeelden, iedere dag van 104 uur staan de ijverige verkoopsters in het huisje op de Grote Markt voor u klaar. Allen tezamen bouwen wij de oorlogs monumenten en zorgen financieel voor de nagelaten betrekkingen van de oorlogs slachtoffers. Dat is ere-plicht! Over Muziek Zuinigheid met benzine en banden is geboden Dwingende maatregelen als vrijwillige actie geen succes heeft Toen enige tijd geleden door de regering werd overwogen door distributie, invoe ring van een overeenkomstig, systeem als de 60-dagen kaarten of uitbreiding van het verbod op bepaalde dagen te rijden, de noodzakelijk geachte besparing van .benzine te verkrijgen, hebben de in „Cen traal Overleg" samenwerkende organisa ties A.N.W.B., K.N.A.C., K.N.M.V.. E.V.O.. Vakgroep Goederenvervoer langs de Weg en Vakgroep Personenvervoer langs de Weg, zich tot de ministervan Verkeer en Waterstaat en van Economische Zaken ge wend om te protesteren tegen wederinvoe ring van dergelijke maatregelen en daar bij tevens voorgesteld te trachten een vrijwillige besparing van het benzinever bruik te verkrijgen. De minister van Verkeer en Waterstaat heeft thans „Centraal Overleg" doen we ten, dat het voorstel der samenwerkende organisaties in beginsel kon worden aan vaard. De actie zal zich ook met kracht móeten richten op een zuiniger gebruik van banden en onderdelen. Of in de toekomst geheel van dwingen de maatregelen zal kunnen worden afge zien, hangt af van het succes, dat de actie binnen een door de minister gestelde ter mijn zal hebben opgeleverd. Het Nederlandse motorwegverkeer zal het in eigen hand hebben de herinvoering van door niemand gewenste distributie maatregelen te voorkomen, aldus „Cen traal Overleg". Ieder voor zich zal hebben uit te jnaken of bepaalde ritten inderdaad wel noodzakelijk en onder de huidige om standigheden verantwoord zijn. Voor het vrachtvervoer zat wellicht een nog verdere rationalisatie mogelijk zijn. Voorts kan ook in vele gevallen door technische maat regelen een zuiniger gebruik van auto en motor \yorden verkregen. ChagallKandinsky tentoonstelling. In het Stedelijk Museum te Amsterdam zijn op het ogenblik werken van de,in 1889 in Witebsk geboren Joodse schilder Marc Cha gall en van de Russische schilder Wassilv Kandinsky te zien. ling maakten voor de verdediging van Centraal-Italië, moesten de kunstwerken yorden verwijderd. Italiaanse ambtenaven mochten toen in dat gebied niet meer ko men en dus zou dc „Kunstschutz" voor de ontruiming zorgen. Op 4 Januari 1944 kwam een lange karavaan vrachtauto's te Rome aan, die de waardevolle kunstwer ken afleverde in het Palazzo Venezia. Het werd een militaire plechtigheid met veel tromgeroffel en klikkende hakken, maar zonder inventaris of andere documenten. De schilderijen vooral waren haastig én slecht verpakt en sommige kisten waren zelfs open. Toen een der Italiaanse ambtenaren van het ministerie van Onderwijs vroeg of dit nu werkelijk alles was, wat te Montecas sino was opgeborgen, kreeg hij een zo Pruisisch antwoord, dat hij niet verder durfde twijfelen aan de goede trouw der asgenoten. Napels was reeds in geallieerde handen en controle dus niet mogelijk. Toen Rome een half jaar later werd be vrijd, bleken juist verscheidene der meest waardevolle stukken te ontbreken. De val- sehermtroepen van Hermann Goring had den aan de hand van de catalogus van het Napolitaans museum de beste werken -uit gezocht en aan Göring gestuurd bij wijze van cadeautje. In Maart 1945 verlieten de kunstwerken Berlijn en kwamen zij. na een reis. die voor sommige stukken noodlottig werd. ii Oostenrijk aan, waar zij door de Ameri kanen in een zoutgroeve bij Alt-Aussee werden gevoelen. Enkele maanden latei- kon prof. Castelfranco de ontvreemde kunstwerken in het „Central Collecting Point" te München (eenmaal het „Brnune Haus") gaan zien en na de onvermijdelijke bureaucratische vijven en zessen is de rijke krijgsbuit thans in Italië teruggekeerd. Schitterende expositie. Te Rome, in een mbseum zó smaakvol en bekoorlijk, dat men niet weet wat meer te bewonderen* de meesterwerken of de zalen, waarin zij prijken, worden ze'than; tentoongesteld. De zalen' zijn die der Far- nesina, het lustverblijf aan gene ziide van de Tiberstroom. dot Agostino Chigi, de „grootkoopman der Christenheid" zich in het eerste decennium, der zestiende eeuw liet bouwen door Baldassarre Peruzzi en met fresco's deed sieren door Rafaël. Pierin del Vago en Sodoma, teneinde er zijn kunstzinnige vrienden, waaronder Paus Leo X. waardig te kunnen ontvangen. En daar zien we ze terug met diepe ontroering. de heerlijke meesterwerken uit het muséum van Napels, de dromerige iq zijn archaische statigheid zo waarlijk goddelijke bronzen- Apollo uit het „Huis van de citerspelende Apollo" te Pomoeji en de niet minder verheven dansende nimf uit de Papyrusvilla van Herculanum. We zien er de fijn bewerkte gouden sieraden uit Pompeji. Herculanum en Ruvd (vier vijfde der gouden voorwerpen uit het mu seum was door Göring geroofd). En de goudlokkige „Danae", meesterwerk van Titiaan. En wederom van Titiaan een portret van zijn dqchter Lavinia. Voorts het meest vermaarde werk van. Parmigia- nino, het portret van de door Benvenuto Cellini beminde courtisane Antea En hoeveel meer wereldberoemde doeken! Do Parabool der Blinden van Breughel de Oude, een Aanbidding door de drie Ko ningen van Josse *van Cleef, de onvolpre zen Madonna met de Sluier van Sebastino del Piombo, zijn beste werk. Helaas hebben enkele stukken geleden.' Breughels Parabool der Blinden was reeds lang in een zorgwekkende toestand: het aantal plaatsen, waar de verf loslaat, is veel groter dan vroeger. De „Madonna met Heiligen" van Pal ma de Oude ver toont niet alleen kale plekken, maar het paneel is geheel krom getrokken. Een der vermaarde bronzen Antilopen van Hercu lanum, misschien de mooiste bronzen, uit de Oudheid tot ons gekomen, brak twee poten. De „Rustende Mercurius", een an der antiek brons, waarvan men de afbeel ding in elk boek over Grieks-Romeinse kunst zal vinden, kwam zonder hoofd te rug. De kop. in kleine scherfjes geredu ceerd, kan misschien worden hersteld; de stukken zijn aanwezig en restaureren is een kunst, die de Italianen verstaan. Al met al zijn de verliezen, hoe pijnlijk ook, niet bijzonder groot en Italië's kunstmin naars juichen over de terugkeer van zo veel verloren gewaand .bezit. De spiiker op de kop De Russische vertegenwoordiger bij de organisatie der Verenigde Volken, Andrei Grömyko, heeft in een exclusief interview met United Press te kennen gegeven, dat net Russische volk, hoewel het in verband met de Amerikaanse politiek totnutoe te leurgesteld is in de UNO, er toch nog steeds van overtuigd is dat dit lichaam een doel treffend instrument kan worden in de strijd voor het behoud van internationale vrede en veiligheid. Gromyko was van oordeel, dat de toe komst van de UNO afhangt van de bereid heid der grote mogendheden tot samenwer king. César Franck HET WAS IN NOVEMBER 125 jaar ge leden dat César Franck te Luik gebo ren werd. Slechts enkele tientallen van zijn tijdgenoten begrepen zijn betekenis; eerst na zijn dood werd de erkenning van zijn genialiteit algemeen. Sedert zijn jon gensjaren leefde Franck in Parijs, waar hij als een timide vreemdeling was binnen gekomen. Hij is er tot zijn dood gebleven en heeft er zich altijd thuis gevoeld. Tijdens de oorlog van 1870 schreef l;ij zelfs een patriottische hymne aan de hoofdstad van Frankrijk: „Paris, reine des cités". Overi gens was hij een eenzaam mens. dat wel aan het Franse leven, maar niet aan de Pa rij se wereld deelnam. Zijn karakter had veel met dat der Noord-Fransen gemeen, maar zijn wezen was vreemd aan de tijde lijkheid van de moaische, mondaine wereld. Hij heeft zich pooit beklaagd dat hij mis kend zou wezen; hij dacht namelijk meer met liefde aan de muziek dan aan zichzelf. Hij is dan ook nooit beklagenswaardig ge weest", integendeel hij was benijdenswaar dig. want de tegenspoeden in dc muziek wereld nam hij voor wat ze waren en ze konden niet knagen aan dit sterke hart. Men beweert dikwijls dat hij getroost werd door dc aanhankelijkheid van zijn be gaafde leerlingen, maar ik geloof dat hij geen troost behoefde en zich slechts met hen verheugde in het onverstoorbaar geluk der muziek. Hij was geen philosoof in de zin van bespiegelend intellectualisme; hij was geen afgetrokken egoïst die veilig ge borgen in een studeerkamer zich wijzer voelt dan actieve burgers. hij was een muzikaal wijsgeer in de edelste zin van liet woord. Dit wil zeggen dat hij een altijd hevig bewogen sentiment van.de helder ziendheid, van zijn genie uit tot een orde lijke gestalte kon vormen. Hij heeft nooit getheoretiseewd over de wereld, over het leven, over de inhoud van de kunst, maar wel dagelijks over de praktijk van het componeren. Hij was een godsdienstig man. maar hij zelf fieeft nooit een woord gezegd over de religieusiteit van de mu ziek Hij had niets van een slordig-levende 'Bohémien, maar hij was romantischer van aard dan beroemde musici zijner dagen. De jonge graaf Vincent d'Indy, man van bijzondere geestescultuur, eerde in Franck ie superioriteit van het genie, maar ook He superioriteit van het karakter en van bet geestelijk evenwicht. Toen d'Indy oud was sprak hij nog met vurige bewondering wer de innerlijke beschaafdheid van Franck en met dankbaarheid over de ver gassingen van zijn levenswijsheid Neen, Franck was niet te beklagen, wel degenen die hem miskenden. Noord-Frankrijk en België zijn altiid een. muziekgebied op zichzelf geweest. De oude. befaamde zogenaamde Nederlandse scholen wortelden er in; later kwamen Beethoven. Franck, Roussel en anderen er uit voort. Het zou te wensen zijn dat iemand een speciale studie maakte over de geschiedenis van het muzikaal karakter dezer streken, waarin zoveel wederwaar digheden van de muziekgeschiedenis ziin voorgevallen. Zulk een studie zou echter zonder beschouwingen over de Bourgon dische beschaving, over godsdienstkwesties, over oorlogen, over volksverschuivingen, niet volledig kunnen zijn. Wanneer dit alles en nog meer onderzocht en gewogen moet worden, zou er veel kans zijn dat de muze vferdrukt zou worden: en zii zou juist als spiegel der ziel moeten «rkend w<?rden. Maar over dit alles be kommeren wij ons niet in laatste instantie. Wij hunkeren naar de schoonheid, wii zjin gelukkig wanneer wij door een karakter worden getroffen: en zo beken ik dat het karakter van Franck's muziek mij boven mate sympathiek is. Wij. Nederlanders zijn onderzoekers, verificateurs en docenten, maar waar ziin de bepalende termen die de muziek kun nen verklaren? Pijnigen wij ons maar liever niet óver deze oude en onoDlosbare" kwestie die mij telkens komt storen wan neer ik slechts een praatje met u maken wil over mijn vak.. Ik weersta de verlei ding om u als gezelschap od te eisen voor een wandeling in cje zuidelijke Ardennen en u daarbij een indrukwekkend natuur beeld als vergelijking met een deel van Franck's karakter voor ogen te stellen. Ik durf evenmin aan te dringen in de Pariise Notre-Dame te verwijlen om tot hetzelfde doel te komen. Hoe ontoereikend en hoe onzeker ook is dit alles! De verleiding is er en wij zouden ons vastklampen aan dé begrenzing van «het opgeroepen beeld. Melancholiek en altijd hartstochtelijk, ruig en toch vol tederheid spreekt de poëzie van Franck's muziek. Maar deze bepalin gen kan ik hier wel op een rijtje schrijven in Werkelijkheid is het ongrijpbare object een eenheid, een muzikale eenheid, die ik niet met woorden kan schilderen. Wie de aanrakingspunten - van Debussy met Franck wil kennen bestudere het strijkkwartet van dc eerstgenoemde meester, wie het verschil tussen beide ar- tisten wil weten, leze het strijkkwartet van Franck. Maar slechts zij die deze wer ken niet tegen elkaar willen uitspelen, zijn dit onderzoek waard. HENDRIK ANDRIESSEN. Dit ensemble moet men in werkelijkheid zien, om eens temeer tot de overtuiging te komen dat de kleren de man en zeker de vrouw maken. Een witte blouse, fijn tjes opengewerkt met kleine motiefjes langs kraag en mouwtjes een hei-gele rok met zwarte decoraties: en dan nog een beetje zon erop en een frisse glim lach er boven, om het geheel aesthetisch te vervolmaken. Ds. C. iVI. Briët overleden In de ouderdom van 66 jaar is onver wacht overleden ds. C. M. Briët. emeritus predikant van de Nederlands Hervormde Gemeente van Heemstede cn voorzitter van het bestuur van liet Diaconessenhuis. Met leedwezen zal dit bericht in Her vormde kringen vernomen worden. Rustig verrichtte hij bijna twintig jaar zijn pas torale arbeid en genoot het vertrouwen van velen in Heemstede. Bescheiden ging hij zij weg in zijn gemeente, die in de loop der jaren bijzonder uitgebreid is. Ds. Briët deed op 1 November 1906 zijn intrede in Hall. In 1911 vertrok hij naar Doetinchem en in 1920 naar Enschedé, waar hij tot 1927 bleef. In de dienst van 27 April 1947 hield ds. Briët een afscheids- predicatie naar aanleiding van 2 Corinthè 5 verzen 17 tot 21. Na zijn emeritaat bleef de predikant voorzitter van het Diacones senhuis. Het was de wens, dat het stoffelijk over schot in alle stilte ter aarde werd besteld. Agenda voor Haarlem ZATERDAG 20 DECEMBER Stadsschouwburg-: Volksvoorstelling „Can dida". 8 uur. Luxor ..George verovert de Vloot" alle leeft.. 2.30. 7 00 en 9.15 uur. Citv: ..Jane Evre" 14 i.. 2.15. 4 30 7 00 en 9.15 uur. en,3rnc om eeld' 14 i 2 30 7 00 er 9)5 ui" ~-nns Hals Walvis in zicht". Rembrandt- Make a wish" 'alle leeft., 2.0, 4.15, 7.00 en 9.15 uur Palace: ..Kermisklan ten", alle leeft., 2.00, 4.15, 7.00 en 9.15 uur. ZONDAG 21 DECEMBER Stadsschouwburg: „Naar het u lijkt", 3 uur. Bioscopen: Middag- en avondvoorstel lingen. MAANDAG 22 DECEMBER Bioscopen: Middag- en avondvoorstellingen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1947 | | pagina 5