HE" K. Madame la Mode Veldslag oei De zm van Kerstmis 9 WOENSDAG 24 DECEMBER 1947 3 EEN KERST-BALLADE DOOR JOS. LODEWIJKS TIET KIND HEET JOHANNES en slaat alleen op de wereld maar het trekt zich daar weinig van aan. Het zou „De Kleine Johannes" kunnen worden ge noemd, maar er is geen enkele overeen komst. Want deze Johannes is een boos kind. Een kind om in een donkere kelder gestopt te worden na een striemend pak slaag en om er dan uit te komen met een treiterende lach op zijn gezicht, dat geen spoor van tranen vertoont. Het huilde niet toen zijn moeder stierf, en deze hemel tergende inbreuk op cle conventie werd door oom en tante verklaard met: „Hij begrijpt het nog niet; hij is nog te klein, de armeMaar dit zeiden zij slechts, omdat zij bang waren voor de waarheid, die luidde: Dit is een ongevoelig, harteloos kind. Oom en tante namen hem vol hoop en verwachting mee naar hun kraakheldere, blinkende huisje in de nette straat, met in hun hart reeds de noodlottige zekerheid, dat zij een ongeluk door hun deur voer den. Dagen lang verzwegen zij de werke lijkheid voor zichzelf en voor elkaar, maar tenslotte brak h\in vrees voor het uit spreken der noodlottige conclusie, omdat de werkelijkheid niet meer te verzwijgen was. Johannes was een boos kind, dat in verhouding tot zijn zeven jaren de volle maat der menselijke boosheid bezat.. Hij was volmaakt ongehoorzaam, volmaakt ongewillig, ongedurig, onbeleefd, en alles wat veel kinderen op die leeftijd gedeelte lijk kunnen zijn. Ooms vrees voor dat alles is omgeslagen in permanente woede. Tantes hoop op „het zal wel gaan" is veranderd in verbitterde teleurstelling. En Johannes gaat door het huisje, dat vriendelijke, blinkende huisje, met de treiterende kwaadaardigheid waar voor geen middel te brouwen is. Johannes wordt gestraft zwaar en meedogenloos, omdat oom en tante bij hem niet de wroeging voelen, eigen vlees te kastijden. Hij is hun vreemd en.hij is hun vijandig. Zij hadden hem goed willen doen, maar hij heeft het in een week van boos heid bedorven. Nu is hij het valse dier, clat in toom moet worden gehouden en tegen zichzelf dient te worden beschermd, om later ten minste geen al te groot mis dadiger te worden. Opsluiten op zijn kleine kamertje onder de dakpannen een kraakzindelijk en helder kamertje is de straf die het doelmatigst blijkt, omdat hij dan tenminste stil en uit de weg is. Oom en tante zien Kerstmis naderen met spijtige visioenen van een devote gang naai de kerk. het brave pleegkind tussen hen in 3— Johannes heeft die visioenen telkens weer doen uiteenspatten met het beeld van zijn koppig, stroef gezicht, dat de hand van oom tot slaan verleidt en het hart van tante verkilt. Het Kerstfeest en Johan nes lijken hun bijna tegenstellingen. Tante denkt op haar zedige, voorzichtige wijze aan het Kerstfeest als aan liet tijdstip dei- verplichte bekering tot de ingetogenheid, die ten minste moet duren tot na Drieko ningen. Wie zich niet naar deze plicht zou voegen, spot met zijn zieleheil en is de verdorvenheid zelve. Oom denkt met de luchtigheid van een man aan het Kerst feest als aan het tijdstip, waarop hij nu en dan zijn vrouw de voorzichtige, half-ver- borgen symptomen moet laten blijken van het feit, dat hij aan bovenaardse dingen denkt en, weliswaar met mannelijke ruw heid, spijt heeft van de duizend kleine mis dragingen. die hij het afgelopen jaar pleegde. Zo zijn oom en tante tevreden, ieder jaar, als het Kerstfeest komt en gaat. Dat gaat over hen heen als een zuiverend fcad van lauw water, waaruit zij innig vol daan o\^r eigen rechtschapenheid te voor schijn komen om afkeurend neer te zien op allen, die de Kerstboodschap niet verston den. Inniger voldaan nog als blijkt, dat zovelen haar niet verstonden, waardoor hun eigen uitverkiezing nog duidelijker •wordt. Nu is er dat zwarte vlekje op de schone ■witte glans van het naderende hoogtij: Johannes. Een boos kind, dat gekastijd moet worden en dat de goede Kerstge dachte ontluistert. Johannes zou in deze donkere dagen voor Kerstmis aan het haardvuur met gevouwen handjes moeten luisteren naar cïc vermanende stem van oom, die het verhaal der Geboorte vertelt tot leringe en stichting. Hij zou moeten vragen of hij als hij nu eens dood zou gaan ook zo'n engeltje met zilveren vleugeltjes zou worden, die om het stalle tje van Bethlehem zweefden, al zingende. Maar Johannes zit boven op zijn kamertje, omdat hij geweigerd heeft de glazige bloemkool te eten oom heeft ze zelf ook laten staan, maar voor een kind geeft dat geen pas en er wordt zelfs niet gezin speeld op het experiment, dat slechts een hemeltergende flater zou opleveren: aan Johannes het Kerstverhaal vertellen! L I ET BOZE KIND zit op zijn kamertje, 1 terwijl de zon in nevelen onder het raamkozijn zakt en de slierten der scheme ring om de tafel en de stoel sluipen. Jo hannes rilt van de bloemkool en denkt aan het koude, witte gezicht van zijn moeder. Dat gezicht is bij hem, dag en nacht, zoals het bij hem was op die dag, dat hij met oom en tante uit de leegte van het ouderlijk huis, vertrok naar de nette straat. Dit kind is zeven jaren lang op de wereld en dat is te kort, om te weten dat een dode niet terugkeert, ook al is het je moeder. Hij is onverstandig en dom, deze Johannes, omdat hij zich vastklemt aan het beeld van dat witte gelaat en vast vertrouwt, dat het levend zal worden en bij hem terug zal komen met een glimlach van liefde, als hij maar volhoudt met het voor ogen te hebben en er naar te staren. Toen zij dood was, lachte zij niet meer. Johannes vond die aanblik verbazingwek kend ongewoon. Het bleke gezicht, dat hem altijd gezocht en gevonden had, ieder moment van de dag, staarde naar de zolde ring met bijna gesloten oogleden en deed alsof hij niet bestond. Dat was voor Jo hannes een gewaarwording om stokstijf te staan van verwondering. Hij voelde geen aandrang om er over te huilen eerder om er ongelovig over te lachen, als over een olijke grap. Toen hij door oom en tante met zachte drang uit de kamer gevoerd werd, meende hij nog altijd dat zijn moe der hem met een plotselinge wending van haar hoofd en een vrolijke lach uit de bange droom zou helpen. Maar de knollen de handen om zijn armen voerden te snel weg oom en tante deden de verwachting van deze verrassing teniet door hem zo vlug weg te brengen, dat zijn moeder zeker geen tijd meer had gehad om hem nog te roepen. En nu leefde het kind nog immer in de verwarring van het ongeloofelijke, dat had moeten eindigen en niet geëindigd was. Het beeld van zijn moeders gezicht, juist op het punt om hem toe te lachen, had zich als een witte vlek in zijn gedach ten vastgezet en alles, wat er tussen hem en dat beeld kwam, joeg hij automatisch weg uit zijn gezichtskring. Wat kpn er niet gebeuren als hij niet in spanning zou blijven wachten op het moment, dat zijn moeder het geduld van haar jongen niet langer op de proef wilde stellen en een einde zou maken aan haar grap, om als maar omhoog te kijken en hem te negeren? Dan zou zij zeker teleurgesteld en een beetje boos denken, dat hij niet gesteld was op haai- vrolijke aardigheden of ze zou misschien voor altijd zo blijven sta ren, bleek, stroef, stil. Dat mocht niet ge beuren, sprak Johannes voortdurend tegen zichzelf. Hij kon wachten. Hij zou geduld hebben met haar. Niet met oom en tante, die niets begrepen van het spelletje dat moeder met hem speelde en hem op alle mogelijke manieren andere dingen wilden laten doen. Dat zijn moeder het op prijs zou stellen, wanneer hij zo flink en zo trouw zou blijken te zijn, daaraan twijfelde de trotse Johannes geen ogenblik. Het zou gauw Kerstmis zijn maar. daarvóór moest het spel eindigen. Met Kerstmis moest hij immers, zoals vorig jaar, met moeder samen die onmogelijk grote boom versieren en ..wij samen met z'n tweeën alleen, hé jong?'' twee dagen feestelijk in zijn beste pak rond lopen, met moeder in ruisend zijde, die zo prachtig het rode lamplicht weerspiegelde. Het zou dit jaar wel wéér zo zijn - want zijn moeder had al maanden geleden met een olijke lach gezegd, dat „die boom van Kerstmis eigenlijk het hele jaar door in leven zou moeten blijven, dan konden we nu al stilletjes aan beginnen met hem zijn Kerstpakje aan te trekken." Dat was. toen Johannes op zolder de grote doos met schitterende bolletjes en blinkende pieken had ontdekt, en gevraagd had of het gauw Kerstmis zou zijn. Oom en tante hadden hem nu een boom beloofd, als hij zoet zou zijn en niet meer van die driftbuien zou krijgen. Hij leefde al dagen in doodsangst dat hij voor de verleiding van die boom zou bezwijken en moeders terugkomst zou vergeten. Stel je voor dat hij voor die boom van oom en tante zou zitten, en zijn moeder zou binnenkomen en zeggen: „Johannes, vond je het niet prettig genoeg om met mij Kerstmis te vieren, dat je niet eventjes, eventjes op me hebt kunnen wachten?" Hij zou in de grond zinken van schaamte als dat gebeurde. P HET KAMERTJE is Het stil-aan ge heel donker geworden. Johannes weet niet meer, wat hij nog doen moet om standvastig te blijven en deze duisternis te trotseren. Als hij naar beneden gaat. zullen ze weer met de grote verleiding van die Kerstboom komen. Maar hier is de leegte; de angst voor de eenzaamheid Een modeplaatje op Kerst mis in een Nederlandse krant verschilt belangrijk van een dergelijke illustra tie in buitenlandse bladen. Dat. komt omdat men in het buitenland dikwijls een wit te, koude Kerstmis heeft waarbij een dame in bont uitstekend op haar plaats is; wij in Holland zien het op Kerstmis vaker regenen dan sneeuwen, en daarom is een afbeelding, die doel matige regenkleding in beeld brengt, voor ons veel beter in harmonie met het Kerstwecr. Niemand zal overigens willen beweren dat regenkleding minder charmant zou zijn dan lam, sabel of chinchilla. De prac- lische waterdichte mantel met capuchon, die de hier naast gekiekte jongedame draagt, is in haar soort mo dieus en bevallig. Een fikse regenbui wordt er een waar pleziertje door. Overigens moge ons, als er dan geen sneeuw voorradig is, al te veel regen met de Kerstmis bespaard blijven...» De Kerstengel komt met zijn goede gaven aan een gesloten poort snoert hem de keel toe. Moeder maakt het werkelijk al te erg. Zo lang moet ze hem niet plagenDat is eigenlijk ook heel ongewoon dat is niet normaal. Ze zal hém toch niet vergeten zijn? Of zouden oom en tante zijn moeder hebben wijs ge maakt, dat hij liever bij hen blijft? Dat zou toch.Johannes zakt ineen in een over weldigende vrees, in een onzekerheid die hem doet huilen van wanhoop. Hij zinkt op zijn knieën en duwt zijn hoofd in de dekens van zijn bed. Tussen de schokkende snikken vallen zijn woordjes van radeloos heid als rauwe klanken: „Kerstmis moedertje oom en tante wil ik niet moet je niet zo lang wegblijven ge loof dat je me zelf vergeet niets leuk, hóór je wel Kerstmis alleen met jou en die boom je zei toch dat ik wacht al zo lang kijk niet omhoog De laatste uithaal van wild verdriet is het enige, wat oom nog opvangt als hij zachtjes de deur van het donkere kamer tje opendoet. Hij steekt het licht op, tilt de jongen op het bed en kijkt hem aandach tig aan. Het verwrongen gezicht met de rood geschreide ogen en de piekende haren daar boven breekt zijn wereld af. Zijn wereld, waarin hij de grote wijze man was, de zelfvoldane heerser over de omstandighe den, de nuchtere bestuurder van de din gen aller dagen. Zijn wereld valt in puin rondom hem, en wat er overblijft is de schrikbarende naaktheid van zijn eigen arme ik. te schriel, te onbenullig om aan te zien. Dit boze kind, dat hij met wellust geofferd heeft op een ruw en onbehouwen altaar van gewoonte en duffe levensregels, klaagt hem aan met een traan en een vuile wang zwijgend. Hij weet geen pleidooi. Hij is afgrijselijk geschrokken van die dagvaarding en weet geen raad. Hij weet slechts dat er voor hem maar op één manier nog een Kerstmis kan zijn: Dit boze kind dragen aan een warm hart naai de Kribbe, om het Goede Kind te vragen, hem het durend begrip en de blijvende helderheid van geest te schenken, die nodig zijn voor het herstel van het schrik kelijke kwaad, dat hij in onverstand bedreef. Johannes slaapt in zijn armen en droomt van zijn moeder. Die armen zullen hem blijven dragen tot hij weet, dat die droom geen vervulling meer kan brengen. Want die armen zijn nü aan het Kerstkind gewijd. In Engeland viert men Kerstmis, St. Nicolaas en Carnaval tegelijk (Van onze correspondent te Londen) I_1 ET klinkt oneerbiedig, maar tegen de 11 nadering van Kerstfeest worden alle i Engelsen een beetje gek. Kerstmis is hier vooral een wereldlijk feest, waarvan dé kerkdiensten met hun innige sfeer de zin volle achtergrond vormen. Het lijkt of de gereserveerde en ingetogen Engelsen in de periode van de zonnewende hun flegma hebben afgelegd. Voor één keer vieren zij de teugels. Wie op Kerstavond door de straten van Londen dwaalt ziet er tonelen van spontane uitbundigheid. Alle strak heid en plechtstatigheid zijn weggevaagd. Reeds in September kan men de eerste tekenen van de Kerstkoorts ontdekken. Dan verschijnen er in de winkels reeds de vaak prachtig uitgevoerde grote Kerstkaarten, die vrienden en familie elkaar over en weer plegen te sturen als blijk van genegenheid. In elk gezin wor den de ontvangen kaarten op een in het oog lopende plaats naast elkaar gezet. Alle afwezigen nemen door hun papieren vertegenwoordigers zodoende deel aan de gemeenschappelijke Kerstviering. Kooprazernij. Men kon er in dit crisisjaar met zijn algemene schaarste niet te vroeg op uit trekken om iets voor het feest te bemach tigen. In de warenhuizen was er de laatste weken geen doorkomen meer aan. De za ken worden als het ware uitgekamd door een kooplustige massa, die reeds onmid dellijk na de vorige Kerstmis het een en ander heeft op zij gelegd voor de Kerst- pot. Want niet alleen, dat men elkaar tracteejt op allerlei buitenissige lekker nijen, vooral Zuidvruchten en zoetigheden uit het Oosten, met Kerstmis geeft men elkaar vaak de duurste geschenken. De Engelsen maken weinig werk van verjaardagen. Het grote cadeau wordt be waard voor Kerstmis. De ontbijttafel op Kerstochtend is dan overdekt met pakjes. Artikelen van grotere afmetingen worden aan de voet van de Kerstboom neergelegd. Zo wordt de stralende sfeer van het Kerst feest nog versterkt door de innige warmte der onderlinge affectie. Sinterklaas kennen we hier niet, maar wel Santa Claus dat is het Kerstmannetje himself. Hij behoeft zich niet zo te bukken als onze goede Sint, want in plaats dat we onze schoenen bij de schoorsteen zetten, hangen we de Kerstkousen aan de schoorsteenmantel of aan de rand van ons bed. De dagen, die aan het Kerstfeest voor afgaan. zijn vervuld van de grootst denk bare drukte. Er worden veldslagen gele verd om de traditionele kalkoen te be machtigen of anders een vette gans. De huismoeders sloven zich uit om hun Kerst pudding met de heerlijkste ingrediënten op tijd klaar te krijgen. Voor de kleinere beurzen zijn er de confectie-Kerstpuddingen die kant en klaar bereid zijn en slechts in kokend wa ter behoeven te worden gedompeld voor ze op tafel komen. En temidden van al deze welsmakende en welriekende materiële voorbereiding, klinken, zodra de avonden gevallen zijn, de wonderschone Kerstliede ren door stad en land. De nuchtere wer kelijkheid wijkt een wijle voor de poëzie van de hoge. welluidende kinderstemmen. Gedragen, ernstige liederen wisselen elkaar af iyet vrolijke melodieën, vol levensblij heid. Alles voor de kinderen. Kerstfeest is vooral een kinderfeest. Steevast worden de kleinen onthaald op een gang naar de schouwburg, waar pan tomimes worden opgevoerd, meestal een sprookje met zang en dans. Acteurs van naam vervullen de rollen. Het is geen zwijgend spel, zoals de Nederlandse be tekenis van het woord zou doen denken. Verkleedpartijen zijn thuis in de Kerst week aan de orde van dc dag en jong en oud rennen door dc kamers en gangen bij het opwindende umoordcnaars"-spei. Kerstmis wordt een feest van het licht genoemd. In Bethlehems kribbe schitterde het Licht der Wereld. De kaarsjes, die in de kerstboom fonkelen, zijn er het zinne beeld van. Daar is uit 's werelds duistre wolken, Een Licht der lichten opgegaan! Licht en schaduw behoren bij elkaar. Het licht wordt het sterkst waargenomen als het tegenover het duister wordt gesteld. Een bliksemstraal is op een zonnedag haast niet te zien. maar als zij langs een nacht hemel schiet, trilt in ons het ontzag. Het starrenheir staat ook overdag aan het firmament, maar dan zien wij het niet door het licht dat ons omgeeft. Dalen wij even wel af in een schacht, dan gaan, hoe dieper wij komen, de sterren schitteren. Weder kerig tekent het duister zich ook sterk af tegen een achtergrond van licht. Eerst dan wordt het intens. Zitten wij aan een ge dekte tafel in een kamer met indirecte ver lichting, dan is het gehele kleed wit, ook onder de randen van borden en schalen. Ontsteken wij een lamp die een fel licht op de tafel werpt, dan komen cle slag schaduwen, lijkt het witte kleed onder de genoemde randen zelfs bijna zwart. De kracht der tegenstellingen! Is er nu wel reden om Kerstfeest te vieren? zo wordt algemeen gevraagd. De mensheid is het leed van de oorlog nog niet vergeten; overal worden de naweeën gevoeld, hier en daar zelfs sterk, alsof de oorlog pas gister werd uitgestreden. Niettegenstaande dit, is het of wij in de verte al weer de donder van nieuw oorlogs geweld horen. Het is gelukkig! nog slechts verbeelding, maar dat die angst er is, zegt veel. In de oorlogsjaren hebben velen honger geleden. Na de vrede hoopten wij op een milddadige overvloed, maar die bleef uit. In de zwaarst getroffen landen waart het spook van de honger opnieuw rond Neen in een stemming van feest te vieren, is de mensheid niet. Doch het kan ook zonder dat. Sterker: wie waarlijk in het hart v3h het kerstgebeuren door dringt, stelt op die uitbundigheid geen prijs, mijdt haar zelfs. Toen in Bethlehem „het Kindekc in doe ken gevonden werd" was er ook geen feest. Het uitverkoren volk zuchtte onder de knoet van de Romeinse overheerser. Al leen de engelen zongen in Efrata's velden door hemellicht omstraald, maar dat was om aan God eer te brengen, omdat het tijd stip der Verlossing was aangebroken. Maar onmiddellijk kwamen de tegenstellingen, de strijd van het Licht tegen de duisternis. Maar ook van de duisternis tegen het Licht. Koning Herodus zocht het Kindeke, hem getekend als de Verlosser Israels, te doden. En zo is het gebleven. Na Kerstmis zou in Jezus leven ook de Goede Vrijdag komen, de dag van het Offer, toen Hij zijn leven liet aan het kruis in Gol gotha. Die dag zegevierde een ogenblik schijnbaar de duisternis over het Licht. Maar God-lof, „Geen graf hield Davids zoon bekneld, Hij .overwon, die sterke held", zodat na 3 dagen de heerlijke Paas- morgen aanlichtte, het feest van de Op standing, de Herrijzenis. Tenslotte de Hemelvaart, die de zekerheid geeft, dat het Kindeke van Bethlehem nu als Gods Zoon aan de rechterhand des Vaders zit. Die zekerheid geeft kracht, schenkt troost. Hoe moeilijker de omstandigheden zijn waaronder wij Kerstmis vieren, hoe meer wij gesterkt worden door de rijkdom die ons geschonken is. Zij die in de Al macht Gods geloven, staan ook wel om geven door raadselen en problemen, maar zij weten dat zij en dc gehele wereld geen speelbal zijn in de handen van het Nood lot, maar dat alles geschiedt naar Zijn wil. Dat alles naar een vast doel geleid wordt, de cindelijke triomf van het Licht over de duisternis. De komst van het kind in de kribbe was het begin van de nederdaling van het nieuwe Jeruzalem, het eeuwig rijk des vredes. In de Bijbel wordt aangekondigd, dat de strijd tussen de duisternis en het Licht steeds scherper en feller zal worden. Zo ooit dan ervaren wij dat in deze dagen. Maar Kerstmis geeft ons bemoediging. De machten der duisternis zullen niet over winnen. ook al zullen de verdrukking en het leed toenemen. Na de zwarte nacht zal eenmaal de mor gen aanlichten van de eeuwige dag, waarop geen nacht meer zal volgen. Dat is de troost van Kerstmis! van T. Kerst-bezigheden Wat doe je met de Kerstdagen?" vroeg iemand aan anderen. „Ik rust uit," zei dc Kerstman. „Ik ga me verloven," zei het meisje. „Ik moet uren koken," zuchtte dc huis vrouw. ,.Ik maak een revolutie", zei de Zuid- Amerikaan. \„Ik heb vacantic", zei het kind. „Ik ga dc gebraden haan uithangenzei de kalkoen. De Kerstman heeft het druk en kan het alleen niet meer af. Hij heeft zich, in deze tijd van schaarste aan mannelijke werk krachten, verzekerd van de hulp van enkele helpsters die met haar charme dc waarde der goede gaven verhogen. - In Haarlem zijn ze nog niet gesignaleerd. Kerstboodschap van Truman aan Amerikaanse strijdkrachten De tekst van de Kerstboodschap welke president Truman heeft gezonden aan alle Amerikaanse strijdkrachten in Amerika en in het buitenland, luidde: „In deze Kersttijd zend ik mijn harte lijkste groeten aan alle mannen en vrou wen bij de Amerikaanse strijdkrachten. Zowel in vrede als in oorlog zijn uw land genoten trots op u en dankbaar voor uw trouwe diensten te land, ter zee en in de lucht. Uw standvastige toewijding aan de taak om vrede en vrijheid anti het mens dom te verzekeren, is een aansporing voor ons allen. Dat u, waar u zich ook bevindt, een prettige iderstfeest moge hebben en dat de geest van deze feestdagen u bij mo gen blijven voor het gehele volgende jaar." De Engelsman is een gewoontemens, die alles- op gezette tijden en volgens vaste regels pleegt te doen. Met Kerstmis worden in dit puriteinse land de bloemetjes buiten gezet. De mistle toe laat natuurlijk niet na een „provo cerende" werking uit te oefenen. Ja, Engeland viert Kerstmis, St. Nico laas en Carnaval tegelijk. Hoe zorgvol de tijden ook zijn mogen, dit feest van glans kan men de bewoners van dit mistige eiland niet ontnemen. De Engelsen zijn gewend alles op hun manier te doen. Zij zouden doodongelukkig" zijn, wanneer ze ook in de wijze van hun Kerstviering niet nfweken van de overige we reld. Maar op hun beurt proberen de zelf standige Schotten hun gevoel van eigen waarde te bewaren. Hun feestvreugde barst pus een week later los, met Nieuw jaar! Van de legendarische Schotse zuinig heid, dm overigens zeer in twijfel dient te worden getrokken, valt dan zeker niets te bespeuren! Agenda voor Haarlem WOENSDAG 24 DECEMBER Gem. Concertgebouw: Kinderkoor onder leiding van Jan Booda, 8 uur. City: „Kis Kar sou", 14 j„ 2.15, 4.30, 7.00 en 9.15 uur. Spaarne: „South of the border", alle leeft., 2.30. 7.00 en. 9.15 uur. Frans Hals: ..Mijn onbekende echt genoot". 14 j.. 2.30. 7.00 c» 9.15 uur (Kerst dagen) 2.00. 4.30. 7.00 en 9.15 uur. Rembrandt: „Two girls and a sailor", alle leeft., 1.45, 4.15, 6.45 en 9 15 uur. Talacc: ..Weg naar Singapore", alte leeft 2.00, 4 15. 7.00 en 9.15 uur. Luxor: „George verovert de vloot ?.00, 4.15, 7.00 en 9.15 uur. DONDERDAG 25 DECEMBER Stadsschouwburg: „Blijde dagen", 8 uur. Bioscopen: M'ddag- en avond^'wiellingen. VR"»»4G 2fi DECEMBER Stadsschouwburg: ..Blijde dagen". 2.00 en 8.00 uur. Gem. Concertgebouw: Weihnachts- oratorium, 2.30 uur. „De Ramblers", 8 uur. Bioscopen: Middag- en avondvoorstellingen. ZATERDAG 27 DECEMBER Stadsschouwburg: „Sneeuwwitje en dc ze ven dwergen", 2.30 uur. Cabaret Giel d« Boer, 8 uur. Bioscopen: Middag- en avond* voorstellingen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1947 | | pagina 5