HE"
K.
Madame
la
Mode
Veldslag oei
De zm
van Kerstmis
9
WOENSDAG 24 DECEMBER 1947
3
EEN KERST-BALLADE
DOOR JOS. LODEWIJKS
TIET KIND HEET JOHANNES en slaat
alleen op de wereld maar het trekt
zich daar weinig van aan. Het zou „De
Kleine Johannes" kunnen worden ge
noemd, maar er is geen enkele overeen
komst. Want deze Johannes is een boos
kind. Een kind om in een donkere kelder
gestopt te worden na een striemend pak
slaag en om er dan uit te komen met
een treiterende lach op zijn gezicht, dat
geen spoor van tranen vertoont. Het huilde
niet toen zijn moeder stierf, en deze hemel
tergende inbreuk op cle conventie werd
door oom en tante verklaard met: „Hij
begrijpt het nog niet; hij is nog te klein,
de armeMaar dit zeiden zij slechts,
omdat zij bang waren voor de waarheid,
die luidde: Dit is een ongevoelig, harteloos
kind.
Oom en tante namen hem vol hoop en
verwachting mee naar hun kraakheldere,
blinkende huisje in de nette straat, met
in hun hart reeds de noodlottige zekerheid,
dat zij een ongeluk door hun deur voer
den. Dagen lang verzwegen zij de werke
lijkheid voor zichzelf en voor elkaar, maar
tenslotte brak h\in vrees voor het uit
spreken der noodlottige conclusie, omdat
de werkelijkheid niet meer te verzwijgen
was. Johannes was een boos kind, dat in
verhouding tot zijn zeven jaren de volle
maat der menselijke boosheid bezat.. Hij
was volmaakt ongehoorzaam, volmaakt
ongewillig, ongedurig, onbeleefd, en alles
wat veel kinderen op die leeftijd gedeelte
lijk kunnen zijn.
Ooms vrees voor dat alles is omgeslagen
in permanente woede. Tantes hoop op „het
zal wel gaan" is veranderd in verbitterde
teleurstelling. En Johannes gaat door het
huisje, dat vriendelijke, blinkende huisje,
met de treiterende kwaadaardigheid waar
voor geen middel te brouwen is.
Johannes wordt gestraft zwaar en
meedogenloos, omdat oom en tante bij hem
niet de wroeging voelen, eigen vlees te
kastijden. Hij is hun vreemd en.hij is hun
vijandig. Zij hadden hem goed willen doen,
maar hij heeft het in een week van boos
heid bedorven. Nu is hij het valse dier,
clat in toom moet worden gehouden en
tegen zichzelf dient te worden beschermd,
om later ten minste geen al te groot mis
dadiger te worden. Opsluiten op zijn kleine
kamertje onder de dakpannen een
kraakzindelijk en helder kamertje is de
straf die het doelmatigst blijkt, omdat hij
dan tenminste stil en uit de weg is.
Oom en tante zien Kerstmis naderen met
spijtige visioenen van een devote gang naai
de kerk. het brave pleegkind tussen hen in
3— Johannes heeft die visioenen telkens
weer doen uiteenspatten met het beeld
van zijn koppig, stroef gezicht, dat de hand
van oom tot slaan verleidt en het hart
van tante verkilt. Het Kerstfeest en Johan
nes lijken hun bijna tegenstellingen. Tante
denkt op haar zedige, voorzichtige wijze
aan het Kerstfeest als aan liet tijdstip dei-
verplichte bekering tot de ingetogenheid,
die ten minste moet duren tot na Drieko
ningen. Wie zich niet naar deze plicht zou
voegen, spot met zijn zieleheil en is de
verdorvenheid zelve. Oom denkt met de
luchtigheid van een man aan het Kerst
feest als aan het tijdstip, waarop hij nu en
dan zijn vrouw de voorzichtige, half-ver-
borgen symptomen moet laten blijken van
het feit, dat hij aan bovenaardse dingen
denkt en, weliswaar met mannelijke ruw
heid, spijt heeft van de duizend kleine mis
dragingen. die hij het afgelopen jaar
pleegde. Zo zijn oom en tante tevreden,
ieder jaar, als het Kerstfeest komt en gaat.
Dat gaat over hen heen als een zuiverend
fcad van lauw water, waaruit zij innig vol
daan o\^r eigen rechtschapenheid te voor
schijn komen om afkeurend neer te zien op
allen, die de Kerstboodschap niet verston
den. Inniger voldaan nog als blijkt, dat
zovelen haar niet verstonden, waardoor
hun eigen uitverkiezing nog duidelijker
•wordt.
Nu is er dat zwarte vlekje op de schone
■witte glans van het naderende hoogtij:
Johannes. Een boos kind, dat gekastijd
moet worden en dat de goede Kerstge
dachte ontluistert. Johannes zou in deze
donkere dagen voor Kerstmis aan het
haardvuur met gevouwen handjes moeten
luisteren naar cïc vermanende stem van
oom, die het verhaal der Geboorte vertelt
tot leringe en stichting. Hij zou moeten
vragen of hij als hij nu eens dood zou
gaan ook zo'n engeltje met zilveren
vleugeltjes zou worden, die om het stalle
tje van Bethlehem zweefden, al zingende.
Maar Johannes zit boven op zijn kamertje,
omdat hij geweigerd heeft de glazige
bloemkool te eten oom heeft ze zelf ook
laten staan, maar voor een kind geeft dat
geen pas en er wordt zelfs niet gezin
speeld op het experiment, dat slechts een
hemeltergende flater zou opleveren: aan
Johannes het Kerstverhaal vertellen!
L I ET BOZE KIND zit op zijn kamertje,
1 terwijl de zon in nevelen onder het
raamkozijn zakt en de slierten der scheme
ring om de tafel en de stoel sluipen. Jo
hannes rilt van de bloemkool en denkt
aan het koude, witte gezicht van zijn
moeder. Dat gezicht is bij hem, dag en
nacht, zoals het bij hem was op die dag,
dat hij met oom en tante uit de leegte van
het ouderlijk huis, vertrok naar de nette
straat.
Dit kind is zeven jaren lang op de
wereld en dat is te kort, om te weten
dat een dode niet terugkeert, ook al is het
je moeder. Hij is onverstandig en dom,
deze Johannes, omdat hij zich vastklemt
aan het beeld van dat witte gelaat en vast
vertrouwt, dat het levend zal worden en
bij hem terug zal komen met een glimlach
van liefde, als hij maar volhoudt met het
voor ogen te hebben en er naar te staren.
Toen zij dood was, lachte zij niet meer.
Johannes vond die aanblik verbazingwek
kend ongewoon. Het bleke gezicht, dat
hem altijd gezocht en gevonden had, ieder
moment van de dag, staarde naar de zolde
ring met bijna gesloten oogleden en deed
alsof hij niet bestond. Dat was voor Jo
hannes een gewaarwording om stokstijf te
staan van verwondering. Hij voelde geen
aandrang om er over te huilen eerder
om er ongelovig over te lachen, als over
een olijke grap. Toen hij door oom en tante
met zachte drang uit de kamer gevoerd
werd, meende hij nog altijd dat zijn moe
der hem met een plotselinge wending van
haar hoofd en een vrolijke lach uit de
bange droom zou helpen. Maar de knollen
de handen om zijn armen voerden te snel
weg oom en tante deden de verwachting
van deze verrassing teniet door hem zo
vlug weg te brengen, dat zijn moeder zeker
geen tijd meer had gehad om hem nog te
roepen. En nu leefde het kind nog immer
in de verwarring van het ongeloofelijke,
dat had moeten eindigen en niet geëindigd
was. Het beeld van zijn moeders gezicht,
juist op het punt om hem toe te lachen,
had zich als een witte vlek in zijn gedach
ten vastgezet en alles, wat er tussen hem
en dat beeld kwam, joeg hij automatisch
weg uit zijn gezichtskring. Wat kpn er
niet gebeuren als hij niet in spanning zou
blijven wachten op het moment, dat zijn
moeder het geduld van haar jongen niet
langer op de proef wilde stellen en een
einde zou maken aan haar grap, om als
maar omhoog te kijken en hem te negeren?
Dan zou zij zeker teleurgesteld en een
beetje boos denken, dat hij niet gesteld
was op haai- vrolijke aardigheden of
ze zou misschien voor altijd zo blijven sta
ren, bleek, stroef, stil. Dat mocht niet ge
beuren, sprak Johannes voortdurend tegen
zichzelf. Hij kon wachten. Hij zou geduld
hebben met haar. Niet met oom en tante,
die niets begrepen van het spelletje dat
moeder met hem speelde en hem op alle
mogelijke manieren andere dingen wilden
laten doen. Dat zijn moeder het op prijs
zou stellen, wanneer hij zo flink en zo
trouw zou blijken te zijn, daaraan twijfelde
de trotse Johannes geen ogenblik.
Het zou gauw Kerstmis zijn maar.
daarvóór moest het spel eindigen. Met
Kerstmis moest hij immers, zoals vorig
jaar, met moeder samen die onmogelijk
grote boom versieren en ..wij samen
met z'n tweeën alleen, hé jong?'' twee
dagen feestelijk in zijn beste pak rond
lopen, met moeder in ruisend zijde, die zo
prachtig het rode lamplicht weerspiegelde.
Het zou dit jaar wel wéér zo zijn - want
zijn moeder had al maanden geleden met
een olijke lach gezegd, dat „die boom van
Kerstmis eigenlijk het hele jaar door in
leven zou moeten blijven, dan konden we
nu al stilletjes aan beginnen met hem zijn
Kerstpakje aan te trekken." Dat was. toen
Johannes op zolder de grote doos met
schitterende bolletjes en blinkende pieken
had ontdekt, en gevraagd had of het gauw
Kerstmis zou zijn.
Oom en tante hadden hem nu een boom
beloofd, als hij zoet zou zijn en niet meer
van die driftbuien zou krijgen. Hij leefde
al dagen in doodsangst dat hij voor de
verleiding van die boom zou bezwijken
en moeders terugkomst zou vergeten. Stel
je voor dat hij voor die boom van oom
en tante zou zitten, en zijn moeder zou
binnenkomen en zeggen: „Johannes, vond
je het niet prettig genoeg om met mij
Kerstmis te vieren, dat je niet eventjes,
eventjes op me hebt kunnen wachten?"
Hij zou in de grond zinken van schaamte
als dat gebeurde.
P HET KAMERTJE is Het stil-aan ge
heel donker geworden. Johannes weet
niet meer, wat hij nog doen moet om
standvastig te blijven en deze duisternis
te trotseren. Als hij naar beneden gaat.
zullen ze weer met de grote verleiding van
die Kerstboom komen. Maar hier is de
leegte; de angst voor de eenzaamheid
Een modeplaatje op Kerst
mis in een Nederlandse
krant verschilt belangrijk
van een dergelijke illustra
tie in buitenlandse bladen.
Dat. komt omdat men in het
buitenland dikwijls een wit
te, koude Kerstmis heeft
waarbij een dame in bont
uitstekend op haar plaats
is; wij in Holland zien het
op Kerstmis vaker regenen
dan sneeuwen, en daarom is
een afbeelding, die doel
matige regenkleding in
beeld brengt, voor ons veel
beter in harmonie met het
Kerstwecr. Niemand zal
overigens willen beweren
dat regenkleding minder
charmant zou zijn dan lam,
sabel of chinchilla. De prac-
lische waterdichte mantel
met capuchon, die de hier
naast gekiekte jongedame
draagt, is in haar soort mo
dieus en bevallig. Een fikse
regenbui wordt er een waar
pleziertje door. Overigens
moge ons, als er dan geen
sneeuw voorradig is, al te
veel regen met de Kerstmis
bespaard blijven...»
De Kerstengel komt met zijn goede gaven aan een gesloten poort
snoert hem de keel toe. Moeder maakt het
werkelijk al te erg. Zo lang moet ze hem
niet plagenDat is eigenlijk ook heel
ongewoon dat is niet normaal. Ze zal
hém toch niet vergeten zijn? Of zouden
oom en tante zijn moeder hebben wijs ge
maakt, dat hij liever bij hen blijft? Dat zou
toch.Johannes zakt ineen in een over
weldigende vrees, in een onzekerheid die
hem doet huilen van wanhoop. Hij zinkt
op zijn knieën en duwt zijn hoofd in de
dekens van zijn bed. Tussen de schokkende
snikken vallen zijn woordjes van radeloos
heid als rauwe klanken: „Kerstmis
moedertje oom en tante wil ik niet
moet je niet zo lang wegblijven ge
loof dat je me zelf vergeet niets leuk,
hóór je wel Kerstmis alleen met jou
en die boom je zei toch dat ik wacht
al zo lang kijk niet omhoog
De laatste uithaal van wild verdriet is
het enige, wat oom nog opvangt als hij
zachtjes de deur van het donkere kamer
tje opendoet. Hij steekt het licht op, tilt de
jongen op het bed en kijkt hem aandach
tig aan.
Het verwrongen gezicht met de rood
geschreide ogen en de piekende haren daar
boven breekt zijn wereld af. Zijn wereld,
waarin hij de grote wijze man was, de
zelfvoldane heerser over de omstandighe
den, de nuchtere bestuurder van de din
gen aller dagen. Zijn wereld valt in puin
rondom hem, en wat er overblijft is de
schrikbarende naaktheid van zijn eigen
arme ik. te schriel, te onbenullig om aan
te zien. Dit boze kind, dat hij met wellust
geofferd heeft op een ruw en onbehouwen
altaar van gewoonte en duffe levensregels,
klaagt hem aan met een traan en een vuile
wang zwijgend. Hij weet geen pleidooi.
Hij is afgrijselijk geschrokken van die
dagvaarding en weet geen raad. Hij weet
slechts dat er voor hem maar op één
manier nog een Kerstmis kan zijn: Dit
boze kind dragen aan een warm hart naai
de Kribbe, om het Goede Kind te vragen,
hem het durend begrip en de blijvende
helderheid van geest te schenken, die
nodig zijn voor het herstel van het schrik
kelijke kwaad, dat hij in onverstand
bedreef.
Johannes slaapt in zijn armen en droomt
van zijn moeder. Die armen zullen hem
blijven dragen tot hij weet, dat die droom
geen vervulling meer kan brengen. Want
die armen zijn nü aan het Kerstkind gewijd.
In Engeland viert men Kerstmis,
St. Nicolaas en Carnaval tegelijk
(Van onze correspondent te Londen)
I_1 ET klinkt oneerbiedig, maar tegen de
11 nadering van Kerstfeest worden alle i
Engelsen een beetje gek. Kerstmis is hier
vooral een wereldlijk feest, waarvan dé
kerkdiensten met hun innige sfeer de zin
volle achtergrond vormen. Het lijkt of de
gereserveerde en ingetogen Engelsen in de
periode van de zonnewende hun flegma
hebben afgelegd. Voor één keer vieren zij
de teugels. Wie op Kerstavond door de
straten van Londen dwaalt ziet er tonelen
van spontane uitbundigheid. Alle strak
heid en plechtstatigheid zijn weggevaagd.
Reeds in September kan men de eerste
tekenen van de Kerstkoorts ontdekken.
Dan verschijnen er in de winkels reeds
de vaak prachtig uitgevoerde grote
Kerstkaarten, die vrienden en familie
elkaar over en weer plegen te sturen als
blijk van genegenheid. In elk gezin wor
den de ontvangen kaarten op een in het
oog lopende plaats naast elkaar gezet.
Alle afwezigen nemen door hun papieren
vertegenwoordigers zodoende deel aan de
gemeenschappelijke Kerstviering.
Kooprazernij.
Men kon er in dit crisisjaar met zijn
algemene schaarste niet te vroeg op uit
trekken om iets voor het feest te bemach
tigen. In de warenhuizen was er de laatste
weken geen doorkomen meer aan. De za
ken worden als het ware uitgekamd door
een kooplustige massa, die reeds onmid
dellijk na de vorige Kerstmis het een en
ander heeft op zij gelegd voor de Kerst-
pot. Want niet alleen, dat men elkaar
tracteejt op allerlei buitenissige lekker
nijen, vooral Zuidvruchten en zoetigheden
uit het Oosten, met Kerstmis geeft men
elkaar vaak de duurste geschenken.
De Engelsen maken weinig werk van
verjaardagen. Het grote cadeau wordt be
waard voor Kerstmis. De ontbijttafel op
Kerstochtend is dan overdekt met pakjes.
Artikelen van grotere afmetingen worden
aan de voet van de Kerstboom neergelegd.
Zo wordt de stralende sfeer van het Kerst
feest nog versterkt door de innige warmte
der onderlinge affectie. Sinterklaas kennen
we hier niet, maar wel Santa Claus dat
is het Kerstmannetje himself. Hij behoeft
zich niet zo te bukken als onze goede Sint,
want in plaats dat we onze schoenen bij
de schoorsteen zetten, hangen we de
Kerstkousen aan de schoorsteenmantel of
aan de rand van ons bed.
De dagen, die aan het Kerstfeest voor
afgaan. zijn vervuld van de grootst denk
bare drukte. Er worden veldslagen gele
verd om de traditionele kalkoen te be
machtigen of anders een vette gans. De
huismoeders sloven zich uit om hun Kerst
pudding met de heerlijkste ingrediënten
op tijd klaar te krijgen.
Voor de kleinere beurzen zijn er de
confectie-Kerstpuddingen die kant en
klaar bereid zijn en slechts in kokend wa
ter behoeven te worden gedompeld voor ze
op tafel komen. En temidden van al deze
welsmakende en welriekende materiële
voorbereiding, klinken, zodra de avonden
gevallen zijn, de wonderschone Kerstliede
ren door stad en land. De nuchtere wer
kelijkheid wijkt een wijle voor de poëzie
van de hoge. welluidende kinderstemmen.
Gedragen, ernstige liederen wisselen elkaar
af iyet vrolijke melodieën, vol levensblij
heid.
Alles voor de kinderen.
Kerstfeest is vooral een kinderfeest.
Steevast worden de kleinen onthaald op
een gang naar de schouwburg, waar pan
tomimes worden opgevoerd, meestal een
sprookje met zang en dans. Acteurs van
naam vervullen de rollen. Het is geen
zwijgend spel, zoals de Nederlandse be
tekenis van het woord zou doen denken.
Verkleedpartijen zijn thuis in de Kerst
week aan de orde van dc dag en jong en
oud rennen door dc kamers en gangen bij
het opwindende umoordcnaars"-spei.
Kerstmis wordt een feest van het licht
genoemd. In Bethlehems kribbe schitterde
het Licht der Wereld. De kaarsjes, die in
de kerstboom fonkelen, zijn er het zinne
beeld van.
Daar is uit 's werelds duistre wolken,
Een Licht der lichten opgegaan!
Licht en schaduw behoren bij elkaar.
Het licht wordt het sterkst waargenomen
als het tegenover het duister wordt gesteld.
Een bliksemstraal is op een zonnedag haast
niet te zien. maar als zij langs een nacht
hemel schiet, trilt in ons het ontzag. Het
starrenheir staat ook overdag aan het
firmament, maar dan zien wij het niet door
het licht dat ons omgeeft. Dalen wij even
wel af in een schacht, dan gaan, hoe dieper
wij komen, de sterren schitteren. Weder
kerig tekent het duister zich ook sterk af
tegen een achtergrond van licht. Eerst dan
wordt het intens. Zitten wij aan een ge
dekte tafel in een kamer met indirecte ver
lichting, dan is het gehele kleed wit, ook
onder de randen van borden en schalen.
Ontsteken wij een lamp die een fel licht
op de tafel werpt, dan komen cle slag
schaduwen, lijkt het witte kleed onder de
genoemde randen zelfs bijna zwart.
De kracht der tegenstellingen!
Is er nu wel reden om Kerstfeest te
vieren? zo wordt algemeen gevraagd.
De mensheid is het leed van de oorlog nog
niet vergeten; overal worden de naweeën
gevoeld, hier en daar zelfs sterk, alsof
de oorlog pas gister werd uitgestreden.
Niettegenstaande dit, is het of wij in de
verte al weer de donder van nieuw oorlogs
geweld horen. Het is gelukkig! nog
slechts verbeelding, maar dat die angst er
is, zegt veel.
In de oorlogsjaren hebben velen honger
geleden. Na de vrede hoopten wij op een
milddadige overvloed, maar die bleef uit. In
de zwaarst getroffen landen waart het
spook van de honger opnieuw rond
Neen in een stemming van feest te
vieren, is de mensheid niet. Doch het kan
ook zonder dat. Sterker: wie waarlijk in
het hart v3h het kerstgebeuren door
dringt, stelt op die uitbundigheid geen
prijs, mijdt haar zelfs.
Toen in Bethlehem „het Kindekc in doe
ken gevonden werd" was er ook geen feest.
Het uitverkoren volk zuchtte onder de
knoet van de Romeinse overheerser. Al
leen de engelen zongen in Efrata's velden
door hemellicht omstraald, maar dat was
om aan God eer te brengen, omdat het tijd
stip der Verlossing was aangebroken. Maar
onmiddellijk kwamen de tegenstellingen,
de strijd van het Licht tegen de duisternis.
Maar ook van de duisternis tegen het Licht.
Koning Herodus zocht het Kindeke, hem
getekend als de Verlosser Israels, te doden.
En zo is het gebleven. Na Kerstmis
zou in Jezus leven ook de Goede Vrijdag
komen, de dag van het Offer, toen
Hij zijn leven liet aan het kruis in Gol
gotha. Die dag zegevierde een ogenblik
schijnbaar de duisternis over het Licht.
Maar God-lof, „Geen graf hield Davids
zoon bekneld, Hij .overwon, die sterke
held", zodat na 3 dagen de heerlijke Paas-
morgen aanlichtte, het feest van de Op
standing, de Herrijzenis. Tenslotte de
Hemelvaart, die de zekerheid geeft, dat het
Kindeke van Bethlehem nu als Gods Zoon
aan de rechterhand des Vaders zit.
Die zekerheid geeft kracht, schenkt
troost. Hoe moeilijker de omstandigheden
zijn waaronder wij Kerstmis vieren, hoe
meer wij gesterkt worden door de rijkdom
die ons geschonken is. Zij die in de Al
macht Gods geloven, staan ook wel om
geven door raadselen en problemen, maar
zij weten dat zij en dc gehele wereld geen
speelbal zijn in de handen van het Nood
lot, maar dat alles geschiedt naar Zijn wil.
Dat alles naar een vast doel geleid wordt,
de cindelijke triomf van het Licht over de
duisternis. De komst van het kind in de
kribbe was het begin van de nederdaling
van het nieuwe Jeruzalem, het eeuwig rijk
des vredes.
In de Bijbel wordt aangekondigd, dat de
strijd tussen de duisternis en het Licht
steeds scherper en feller zal worden. Zo
ooit dan ervaren wij dat in deze dagen.
Maar Kerstmis geeft ons bemoediging. De
machten der duisternis zullen niet over
winnen. ook al zullen de verdrukking en
het leed toenemen.
Na de zwarte nacht zal eenmaal de mor
gen aanlichten van de eeuwige dag, waarop
geen nacht meer zal volgen.
Dat is de troost van Kerstmis! van T.
Kerst-bezigheden
Wat doe je met de Kerstdagen?" vroeg
iemand aan anderen.
„Ik rust uit," zei dc Kerstman.
„Ik ga me verloven," zei het meisje.
„Ik moet uren koken," zuchtte dc huis
vrouw.
,.Ik maak een revolutie", zei de Zuid-
Amerikaan.
\„Ik heb vacantic", zei het kind.
„Ik ga dc gebraden haan uithangenzei
de kalkoen.
De Kerstman heeft het druk en kan het
alleen niet meer af. Hij heeft zich, in deze
tijd van schaarste aan mannelijke werk
krachten, verzekerd van de hulp van
enkele helpsters die met haar charme dc
waarde der goede gaven verhogen. - In
Haarlem zijn ze nog niet gesignaleerd.
Kerstboodschap van Truman
aan Amerikaanse strijdkrachten
De tekst van de Kerstboodschap welke
president Truman heeft gezonden aan alle
Amerikaanse strijdkrachten in Amerika en
in het buitenland, luidde:
„In deze Kersttijd zend ik mijn harte
lijkste groeten aan alle mannen en vrou
wen bij de Amerikaanse strijdkrachten.
Zowel in vrede als in oorlog zijn uw land
genoten trots op u en dankbaar voor uw
trouwe diensten te land, ter zee en in de
lucht. Uw standvastige toewijding aan de
taak om vrede en vrijheid anti het mens
dom te verzekeren, is een aansporing voor
ons allen. Dat u, waar u zich ook bevindt,
een prettige iderstfeest moge hebben en
dat de geest van deze feestdagen u bij mo
gen blijven voor het gehele volgende jaar."
De Engelsman is een gewoontemens, die
alles- op gezette tijden en volgens vaste
regels pleegt te doen.
Met Kerstmis worden in dit puriteinse
land de bloemetjes buiten gezet. De mistle
toe laat natuurlijk niet na een „provo
cerende" werking uit te oefenen.
Ja, Engeland viert Kerstmis, St. Nico
laas en Carnaval tegelijk. Hoe zorgvol de
tijden ook zijn mogen, dit feest van glans
kan men de bewoners van dit mistige
eiland niet ontnemen. De Engelsen zijn
gewend alles op hun manier te doen. Zij
zouden doodongelukkig" zijn, wanneer ze
ook in de wijze van hun Kerstviering niet
nfweken van de overige we
reld. Maar op hun beurt proberen de zelf
standige Schotten hun gevoel van eigen
waarde te bewaren. Hun feestvreugde
barst pus een week later los, met Nieuw
jaar! Van de legendarische Schotse zuinig
heid, dm overigens zeer in twijfel dient te
worden getrokken, valt dan zeker niets te
bespeuren!
Agenda voor Haarlem
WOENSDAG 24 DECEMBER
Gem. Concertgebouw: Kinderkoor onder
leiding van Jan Booda, 8 uur. City: „Kis Kar
sou", 14 j„ 2.15, 4.30, 7.00 en 9.15 uur. Spaarne:
„South of the border", alle leeft., 2.30. 7.00 en.
9.15 uur. Frans Hals: ..Mijn onbekende echt
genoot". 14 j.. 2.30. 7.00 c» 9.15 uur (Kerst
dagen) 2.00. 4.30. 7.00 en 9.15 uur. Rembrandt:
„Two girls and a sailor", alle leeft., 1.45,
4.15, 6.45 en 9 15 uur. Talacc: ..Weg naar
Singapore", alte leeft 2.00, 4 15. 7.00 en
9.15 uur. Luxor: „George verovert de vloot
?.00, 4.15, 7.00 en 9.15 uur.
DONDERDAG 25 DECEMBER
Stadsschouwburg: „Blijde dagen", 8 uur.
Bioscopen: M'ddag- en avond^'wiellingen.
VR"»»4G 2fi DECEMBER
Stadsschouwburg: ..Blijde dagen". 2.00 en
8.00 uur. Gem. Concertgebouw: Weihnachts-
oratorium, 2.30 uur. „De Ramblers", 8 uur.
Bioscopen: Middag- en avondvoorstellingen.
ZATERDAG 27 DECEMBER
Stadsschouwburg: „Sneeuwwitje en dc ze
ven dwergen", 2.30 uur. Cabaret Giel d«
Boer, 8 uur. Bioscopen: Middag- en avond*
voorstellingen.