L iteraire en er Madame la Ditmaal geen dwang bij de conversie C5iefariiie,4' vae ZATERDAG 17 APRIL 1948 HERMAN GORTER: Verzamelde Werken, Deel I: „MEI". (Van Dishoeck, Pussum/Querido, Amsterdam). TN GEEN VAN ZIJN LATERE dichtwer- ken heeft Gorter een volmaakter, zui verder en natuurlijker synthese bereikt vanzijn dichterlijke kwaliteiten dan in dit jeugdwerk: zijn zinne'nverrukkende, tot de hoogste graad van muzikaliteit ver voerde en uit de uiterste sensitiviteit ge boren Mei-zang, waarin heel het poëtisch vermogen van de „Tachtiger Beweging" wel zijn hoogtepunt vond en dat nu, als eerste van de acht delen „Verzamelde Werken" herverschenen is voor de jon geren als een onverwacht en ongedacht geschenk, dat hun de taal der dichters in haar schoonste rijkdom kan leren eren, en voor de oudere generatie als een weder ontmoeting met de dierbaarste, ongeschon- denste jeugd-herinneringen aan een tijd, waarin een „Mei" zó vol, zó smetteloos kon bloeien. Niet de geringste schade hebben de jaren aan deze dithyrambische zang, die uit de woorden de verborgenste kleur en geur streelt, kunnen toebrengen. Weer gaat de Mei „zoo mooi, zoo zacht was ze, een rozeblad geblazen door den warmen bosch- wind" door het Hollandse land, dat door de dichterlijke zinnen heen veredeld wordt tot een landschap van de ziel. En ze gaat, deze „Mei", alsof er sihds, haar ge boorte niet méér dan een halve eeuw was verstreken: even stralend en glanzend en ongerept, in de volheid van "haar schoon heid. Het kon ook niet Anders zijn: dit kind van de kuisheid der Maan-Moeder en de warme begeerte van de Zon-Vader, deze Mei werd geboren uit een van muziek ver vulde mijmering van herinneringen aan een dichter-jeugd, die Gorter's leven voorbestemde tot een nooit falend, nooit aflatend streven naar het hoogst-bereik- bare. Daarvan getuigde zijn werk, daarvan was zijn leven vol. Want al wat hij droomde, peinsde en deed kwam, hoe mis verstaan soms, voort uit die éne zijn nobele en grootse drang naar het abso lute, onvoorwaardelijke, zijn onaantast baar ideaal van leven en mens-zijn en schoonheid. Nooit heeft hij er een smet op geduld, geen stap is hij op zij getreden als het erop aankwam, het voor hem on aantastbare te behoeden voor de schending door het zichzelf-gewonnengevend en ver loochenend compromis. Zijn ontmoeting met Mei, „louter, niets dan lieflijkheid", bepaalde zijn levensgang en hoe gans en al hij ook in latere jaren temidden van de maatschappelijkè strijd zou staan zij, deze Mei, verliet hem niet meer, al had hij de vergankelijkheid van een eens genoten volmaakt geluk ook in de kortstondigheid van 't samenzijn met „zijn kleine Mei" beleden, in het mineur van de derde, de slotzang dezer jeugdlyriek, waarin de Wagneriaanse extase duidelijker hoorbaar is dan een weerklinken van Keats' en Shelley's romaAtische wellui dendheid. Met zijn Mei was hij, nadat zij, kind toen nog, was geland aan de zeezoom, ge gaan door zon-gezegende dagen van nog ongehavende kleurenpracht, door maan- verstilde, nevelige lentenachten, door een weelde van geurende bloesems, zo rijk, zo ongeschonden-teer en blij en verrukt van alle leven, alsof de eerste scheppings dag nog nauwelijks was verstreken. Nieuw- geschapen werd mét haar de wereld, en de dorpen en steden kregen de glans van haar lach. Op die „toverige tpcht" zag hij met haar die donkere vogel, dat zwart beest, en wist toen wel: daaraan gelijk komt elk ding en gaat elk ding en is schoon omdat het eenzaam is. maar toch droeg hij déze zekerheid in zich om, dat de zielsontmoeting met dit Mei- schoon duren zou, al moest hij haar, die het hem schonk, tenslotte een graf graven aan het zeestrand, op dezelfde, plaats Waar hij haar vond. Mei ging voorbij, maar in zijn heugenis bleef zij, bleef al dit schoon, „omdat het staan zou voor het licht, zijn leven lang". Zij, deze zinnenpracht, deze Mei, had gedongen maar de hoogste gunst; naar de wederliefde van Balder, de blinde godde lijke zanger van alle lichtmuziek: de Ziel. Sinds zij zijn stem gehoord had, zocht zij hem en nauwelijks tot hém genaderd, die blind kon zingen van zijn schoonheid, omdat hij met de ziel was uitgestegen boven de verrukking der zinnen, hoorde zij uit zijn mond, dat hij .alleen zichzelf kon toebehoren, alleen muziek kon zijn, beeldloos, stem van eigen goddelijke oor sprong een ziel die zichzelf zingt. Bal der weet, dat elk vorm-Worden, elke ver- werkelijlcing, een sterven is. Teruggetrok ken in zijn diepste Zelf kan hij eeuwig zijn. Hij was aan de «arde ontstegen en kon de tovertocht niet gaan met de in be geren bloeiende, in een droom van beko ring geurende Mei. Wat haar, na Balder's heengaan, nog vergund blijft, is het toe vertrouwen van haar schoonheid aan de Dichter, in wiens mijmerend-herinnerende verbeelding zij zal voortleven. In zijn kamer komt zij •binnen en „haar nabijzijn maakte als een tent over mij heen van vei ligheid en schemer". In zijn stem herkent zij Balder en hij zijn hoogst verlangen in de hare, totdat dit samenzijn met de ver gankelijke MeischoonheidT een einde nemen moet: zij sterft na de voltooiing van haar bloei als „een bloem van zomerrood, pa paver". En de Dichter delft haar, gezuiverd voor een leven lang dooi' haar geschenk, een graf aan het strand: .de golven komen weer en dalen weer met lachen of geschrei daar ligt bedolven mijne kleine Mei", i Gorter's Mei, herlevend in dit waardig eerste deel van een levenswei-k, dat on gedeerd zal blijven door de tijd, omdat het voortkomt uit het hart van een mens die de moed had, met z'ijn warme leven te staan veor de ongereptheid van zijn ideaal. C. J. E. DINAUX. Toneelherinneringen en toneelportretten Brailowsky naar Nederland. Na een af wezigheid van 10 jaren komt Alexander Brailowsky weer naar Nederland. Hij heeft gedurende deze jaren hoofdzakelijk jn Noord en Zuid-Amerika geconcerteerd. Hij speelt op 11 Mei in het Concertgebouw te Am- sterdam. Brucknermedaille. Op de Brucknerdag, welke op Zondag 18 April in 's Hertogenbosch wordt gehouden, zal aan een aantal personen, die zich verdienstelijk hebben gemaakt bij de propaganda voor of de uitvoering van het oeuvre van Anton Bruckner de Bruckner medaille worden toegekend. Voor deze on derscheiding, die het bestuur van de Neder landse Brucknervereniging reeds in 1946 ter gelegenheid van de 50ste sterfdag van de componist aan deze personen had willen uit reiken, komen in aanmerking Eduard van Beinum, Willem van Otterloo, Eduard Flipse, Carl Schuricht, Wouter Paap en Herman Rutters, en posthuum is zij verleend aan Evert Cornelis. Film over Markthallen. De cameraman Herman Wassenaar, die regelmatig films voor de Nederlandse Spoorwegen produceert, heeft thans opdracht gekregen van de ge- 'meente Amsterdam om een film te vervaar digen van het algehele marktwezen. Van deze film zal zowel een Nederlandse als een Engelse versie vervaardigd worden. Binnen enkele dagen zal men met de eerste opnemingen beginnen. loer^van „Een nieuwe lente, een nieuwe hoed", schijnt deze schone te denken, hoewel natuurlijk niet in het minst vast staat of haar my sterieuze glimlach opgewekt wordt door het prettige besef er zo aardig uit te zien dan wel door de verlok kende gedachte, dat een ditje of datje het geheel nog aardiger zou kunnen maken. Hetgeen overigens een misvatting zou zijn, want de stijl volle eenvoud, die hier in practijk is gebracht, vraagt niets meer. Van het ensemble dat onmiddellijk aller lei genoeglijke uitjes in gedachten brengt ligt het ac cent op de hoed. Van zachtrose Ba ku-stro met zwarte zij gedrapeerd is hij in voortreffe lijke harmonie met de zwarte japon... 'en met de draag ster Effecten- en Geldmarkt Poging om arrestant te bevrijden mislukte In Roermond zou voor de kantonrechter wegens een verkeersdelict zekere K. uit Weert terechtstaan. K., die eveneens ver dacht wordt deelgenomen te hebben aan een uitgebreide textiel-smokkelaffaire en daarom reeds enige tijd in het Huis van Bewaring te Utrecht is opgesloten, vertrok niet twee parketwachters per trein naar Roermond. Bij het verlaten van het station te Roer mond deed K. onverhoeds een poging om te ontsnappen. De bewakers, die onmiddel lijk de achtervolging wilden inzetten, wer den waarbij evgnwel door enige personen ge'hinderd, die kennelijk kornuiten van K. waren en van diens „uitstapje" naar Roer mond gebruik wilden maken om deze smokkelaar bij zijn ontsnappingspoging behulpzaam te zijn. De parketwachten maakten daarop gebruik van hun revolvers met het gevolg, dat een lid van het com plot, Van der V. uit Budel, ernstig gewond in het Laurentius-ziekenhuis te Roermond moest worden opgenomen. Een andere me deplichtige JT. uit Weert, kon worden ge arresteerd. K. werd door de gemeentepolitie op kor te afstand van het station, gegrepen. Hij is weer op transport gesteld naar Utrecht. MANUEL ROXAS OVERLEDEN. President Manuel Roxas van de Philip- pijnen is dezer dagen te Manilla overleden. De president hield des ochtends nog een rede voor 800 officieren van de Ameri kaanse luchtmacht, waarin hij zeide, dat de Philippijnen zijde aan zijde met de Amerikanen zouden vechten wanneer er oorlog zou komen. President-Roxas is 55 jaar geworden. Niet-officieel wordt bericht, dat hij aan «en hartaanval is overleden. Minister Lieftinck doet zijn woord gestand. De 33'/i pet. Nederland 1938, waarvan nog f 1.2 milliard uitstaat en waarop van 1 Maart af volgens de leningsvoorwaarden 3'j pet. rente wordt betaald, is per 1 Juni a.s. aflos baar gesteld. Ter conversie zijn twee nieu we leningen gecreëerd, doch deze conversie operatie verschilt met die van het vorige jaar, toen men gedwongen was deel te nemen in de, nieuwe lening, op straffe van vijf jaar blokkade op de pet, conversierekening. Uit de Kamerstukken van de laatste maan den was reeds gebleken, dat minister Lief tinck ditmaal' geen dwang bij de conyersie wilde toepassen.-De deelneming in de nieuwe leningen is dan ook geheel vrijwillig. De houder van aflosbaar gestelde 33tó pet. stukken 1938, die niet mee wil doen aan de conversie, krijgt zijn geld thuis, zij het onder aftrek van 3/ pet. aan het waarborgfonds, welke heffing bij elke verkoop van fondsen moet worden betaald. Dit is de enige veer die hij laten moet, al komt- het verlies daarvan bij grote beleggers nogal aan. Overigens kan de converteerder kiezen tussen een lang- en een kortlopende lening. De koi-tlopende draagt 3 rente, wordt uit gegeven -tegen pari en loopt tot 1962 of 1964 zonder tussentijdse aflossingen en zonder tussentijdse conversiemogelijkheden. De langlopende lening draagt 3'/i pet. rente, wordt uitgegeven tegen IOOVj p'ct en begint van 1959 af oplopend af te lossen. Vervroeg de aflossing kan in de eerste twintig jaren slechts geschiedên tegen 101 Voorzover de koi-tlopende stukken uit con versie voortkomen, kunnen zij dienen voor betaling der heffingen (tot 1953). De lang lopende obligaties genieten deze faciliteit niet, evenmin de uit vrije inschrijving ver kregen stukken. Daar het bedrag van de nieuwe leningen tezamen f 1500 millioen beloopt en de te con verteren lening f 1200 millioen groot is, is dus-mede een begin gemaakt met de con solidatie der vlottende schuld, een aangele genheid die reeds lang de aandacht van de minister had. Op 1 Januari bedroeg de vlot tende binnenlaiWse schuld niet minder dan f 12.776 millioen tegen een gevestigde bin- nerfïandse schuld van f7.099 millioen. Het is duidelijk dat in deze verhouding ten spoe digste verandering dient te komen. Marshal* zal ook in deze te hulp moeten komen, in zoverre dat de opbrengst van de uit Amerika ontvangen goederen en machines, die hier in het binnenland door de regering aan belang hebbenden worden verkocht, moet worden gebruikt tot delging van de binnenlandse staatsschuld! Op deze wijze zal de verhouding tussen geld en goederen verbq^eren. Ondanks de dreigende wolken, welke af en toe de politieke hemel verduisteren, blijft de beurs aan de prijshoudende kant, ook voor Indische fondsen. De emissie van Philips is thans achter de rug. Dit schijnt voor vele bedrijven het startsein te zijn om ook met een nieuwe emissie in zee te gaan. Het regende deze week nieuwe uitgiften, welke veelal tot kleine bedragen beperkt blijven, doch die toch symptomatisch zijn. Behalve'het geld, dat nodig is voor herstel en na-oorlogse in vesteringen, vraagt ook de rekening Voorra- dên een veel grotèr bedrijfskapitaal. Meer er meer werkt de waardevermindering van het geld bij de bedrijven door. Nu er nog hoge winsten worden gemaakt, wordt het bezwaar van hoge aandelenkapitalen nog niet gevoeld, dóch er zal ook weer een tijd van verzadi ging en deflatie komen. Wanneer men de thans verschijnende jaarverslagen nauwkeu rig leest, moet men wel tot de conclusie Te Nijmegen wordt op 23 April de twee de landdag van de Unie van Vrouwelijke Vrijwilligers gehouden. Mevrouw J. van NispenVan Wely, vice presidente van het hoofdbestuur en presidente van de afdeling Haarlem, zal spreken over „UVV-werk in de stad". komen dat vele bedrijven hun hoogtepunt reeds weer hebben gehad en in zoverre steekt er in de veelvuldige kapitaalsuitbrei dingen thans wel een gevaar. Donderdag werden voor het eerst de in vesteringscertificaten, voortkomend uit ge blokkeerd geld, "ter beurze verhandeld. De koers stelde zich op 99% pet. Ook de koers n 3 pet Grootboekinschrijvingen is van pet tot boven 99 pet gestegen. Op 7 September 1937 dus 2% jaar voordat de vijanden van haar ras ons land binnen vielen is mevrouw de Boer-Van Rijk gestorven, maar zij leeft nog voort in de herinnering van alle Nederlanders, die hetj toneel van vóór de oorlog hebben" ge kend en lief hebben gehad. Esther de Boer-van Rijk is één der eerste krachten geweest van de Nederlandse Toneelvereniging. Ja, ik kan mij de Toneel vereniging zelfs bijna niet denken zonder haar. Zij paste geheel in dat ensemble, dat zijn kracht allereex-st zocht en ook vond in de realistische kunst. Weinige toneelkunstenaars zijn na Louis Bouwmeester in brede kringen van het eigenlijke volk zo populair geweest als mevrouw de Boer-van Rijk. Haar naam op hét programnfa was vooral in het laatst van haar leven reeds voldoende om een schouwburg te doen vol lopen. Wanneer ik hiervoor een verklaring zoek, dan meen ik die te vinden in het volkseigene van haar kunst. Haar kunst sprak onmiddellijk aan en was het grote publiek het meest verwant, omdat zij zo zuiver Hollands was. Het is zowel voor mevrouw de Boer-van Rijk als voor ons een geluk geweest, dat zij midden in de bloeitijd van het realisme heeft gestaan, want in dit realisme kon zij haar on geëvenaard" talent het best tot ont plooiing brengen. In de realistische toneel speelkunst heeft nooit iemand in ons land mevrouw de Boer overtroffen. Van haar kunst mogen wij zeggen dat zij in het genre volmaakt was. En de Nederlanders, die voor het overgrote deel,realistisch van aan leg zijn, konden deze kunst ook het meest waarderen. Figuren als Kniertje in Op Hoop van Zegen, Esther in Ghetto, Eva Bonheur, Engel in Het 7de Gebod, de Meid, zij werden dank zij mevrouw de Boer als beroemde schilderijen „nationaal bezit", al was dit bezit dan ook helaas ver gankelijk. Men hoorde dikwijls zeggen dat het genre van mevrouw de Boer beperkt was. Ten dele was dit waar. Rollen als de deftige mevrouw Kolberg in Het hoogste Recht van Ina Boudier-Bakker lagen haar niet. Zij speelde het liefst vrouwen uit het volk en eenvoudige burgervrouwtjes, maar in dat genre was haar spel zoals ik* reeds schreef volmaakt. En welk een ver scheidenheid was er in dat genre! Denken wij aan de hartelijke, eerlijke, onderwor pen Kniertje uit Op Hoop van Zegen naast de vinnige, hebzuchtige Engel uit Het ze vende Gebod, de gruwelijk-scherpe, wrede „meid" uit het stuk van Heijermans naast de zachte grootmoeder in Bloeimaand, de egoïstische, innig burgerlijke, maar au fond zielige Eva Bonheur naast de lieve, gemoedelijke oude werkster in „De Medail les van een Oude Vrouw", de haaiebaaiïge, scherpe Esther uit Ghetto naast de aan doenlijk tere vrouw Hilse in De Wevers, dan moeten wij zeggen dat zij allen geheel verschillend waren doch in uitbeelding gelijkelijk af en compleet. Het was diep menselijk en vooral ook volkomen Hol lands. Het was dat diep menselijke en zuiver Hollandse in haar spel, dat mij Seeds zo sterk getroffen heeft. Wij waren er zeker van en het werd ook in de opvoeringen in andere landen bewezen dat geen buienlandse actrice haar in één van deze rollen nabij zou kunnen komen, omdat die nooit dat ras-eigene zou weten te bena deren. Mevrouw de Boer kon groot zijn, ook in een heel kleine rol. Ik herinner mij van haar een rol, waarin zij misschien niet langer dan 10 minuten „op" was en maar een enkel woord sprak en toch een indruk op mij maakte, die voor altijd onuitwisbaar zal blijven. Ik bedoel die van de oude vrouw Hilse in Hauptmann's „De Wevers". Heel de avond was het toneel vol geweest van rumoerig stemmengeluid on drukke actie. In deze „symphonie van de honger" was ons drie bedrijven lang de ellende van het proletariaat op de meest rauwe wijze vertoond. Toen opeens stond daar in die wereld van opstandigheid het kleine Over Muziek Donizetti figuurtje van mevrouw de -Boer als het zachte, blinde en dove vrouwtje van Hilse, de oude, gelovige werkman, die aan zijn weefgetouw blijft, ook als de schoten, der soldaten buiten klinken. Zij weet niet, wat ir buiten voorvalt, ziet en hoort niet het umoer om haar heen. voelt alleen intuïtief, dat er iets vreselijks iji haar huis gebeurt. Zoals mevrouw de Boer dat toneel speelde was het van een ontroerende innigheid, zo wonderlijk teerf zo aanbiddelijk, dat men .alles, zelfs het grootse spel van Louis Bouwmeester als de oude Hilse er door vergat. Het was een mensenziel, die daar geheel voor ons open lag en dat allerhoogste in de kuijst bereikte zij met de zuiverste en schijnbaar eenvoudigste middelen. Was het ook niet door diezelfde innige, dïep-menselijke kunst, dat zij ontroerde, wanneer zij als Kniertje in Op Hoop van Zegerj aan het slot wezeploos daar neerzat met het pannetje in haar handen. Het leek dan bijna vgeen spel meer; wij beleefden de grootste smart als werkelijkheid. Op deze momenten was mevrouw de Boer mij het liefst. Maar grote tegen stelling wie kon op het toneel zo fel haten als zij? Dezelfde ogen, die ons tot schreiens toe konden ontroeren door hun innige warmte en vrouwelijke zachtheid, stootten op een andpr ogenblik af door koude onverschilligheid, felle wangunst of priemende haat. En haar stem klonk dan rauw, snijdend, giftig en fel. Naast vrouwen van aanbiddelijke zacht heid heeft zij figuren gegeven van bijna onmenselijke hardheid en wreedheid, zodat menzoals professor J. L. Walch eens heeft geschreven bijna onuitwisbare antipathie tegen haar zou'krijgen. ,Jn De Meid" zei eens mevrouw Van der Horst, die jaren lang in dit stuk met haar samen had gespeeld „haatte ik mevrouw de Boer met innige haat". J. B, SCHUIL Generaal Foulkes komt naar ons land De Canadese generaal Foulkes zal op Zondag 2 Mei, vergezeld van zijn echtge note in Hoek van Holland aankomen. Op 3 Mei gaat de generaal naar Wage- ningen, waar hem. de oorkonde en bijbe horende gouden medaille zouden worden uitgereikt van he£ erebux-gersch3p, dat deze stad hem heeft aangeboden. Op 4 Mei zal generaal Foulkes aanwezig zijn in de Ridderzaal in Den Haag tijdens de officiële herdenking, die daar ieder jaar wordt gehouden en op 5 Mei staat de plechtigheid op het Canadese kerkhof op de Holterberg op het programma. Diezelfde dag reist de generaal naar Zutpheix, waar hij de gerepareerde „Deventerbrug" zal herdopen in „Canadese brug". Het ligt in het voornemen van gene- raal Foulkes om gedurende zijn verblijf in ons land enige autotochten te maken langs de wegen, die de bevrijdingslegers in ons land gegaan zijn. Er staat daarbij ook een bezoek aan de Noordelijke provincies op het programma. De generaal zal dan via de Afsluitdijk naar de residentie terug keren. Vermoedelijk zal generaal Foulkes een week in ons land verblijven. Hij hoopt ook een kort bezoek aan België te brengen. Krachtig pijnstillend middel verovert wereldmarkt De vier werkzame bestanddelen van CHEFARINE „4" zijn in de hele wereld al be roemd, In Amerika - het land van overvloed - werden de voornaamste bestanddelen zelfs al schaars. Eén ervan - Chefarox - zorgt dat, al is de werking zéér krachtig, zelfs een gevoelige maag niet van streek raakt TEGEN PIJNEN EN GRIEP 20 TABLETTEN l I 0.75 (Adv.) De grote betekenis van Claude Autant Lara's laatste filmische triomf ligt niet in de eerste plaats bij de aanzienlijke techni sche kwaliteiten van Le diable au corps", noch in het onvergelijkelijke spel van Micheline Presle en Gérard Philippe, doch bovenal in de zeldzaam zuivere weergeving van Raymond Radiguets gelijknamige roman. Deze jonge, in 1923 op 20-jarige leeftijd overleden Franse schrijver, heeft in zijn eerste boek, waarvan de verfilming het Nederlandse publiek thans wordt aangebo den, de wereld een weergaloos document voor de kennis van de ontredderde jeugd ten tij de van de eerste wereldooi-log gege ven. Hij onderscheidde zich daarbij door zijn niets en niemand spa rende nuchterheid, waar door vooral de kleinbur gerlijke moraal in het hemd kwam te staan en een eenvoud van stijlmiddelen die klassiek genoemd kan worden. Deze eigenschappen "nu komen door Claude Autant Lara als regisseur, door Micheline Presle en Gérard Philippe als hoofdrolvertolkers op het witte doek vol ledig tot hun recht. Dit wil juist niet zeggen dat Radiguets verhaal op de voet gevolgd is. Dan zou het verfilmde litteratuur en gepn film zijn ge worden. Er zijn scènes ingevoegd die in de oorspronkelijke tekst niet voorkomen; er zijn er ook weggelaten. Zo kan men constateren dat de scenario schrijvers dieper op détails zijn ingegaan dan de schepper van de roman deed. Dat wij in de film vaker worden meegenomen op uitstapjes der gelieven, naar ambulance, bar, school en kerk waar de auteur de nadruk legde op de algemene tegenstelling tussen persoonlijk- en wereldleed. De film heeft juist deze bijzonderheden nodig om de generale lijn duidelijk te maken. Hierdoor wordt bereikt dat de geest van dit tijdsbeeld in termen van licht en scha duw ongeschonden tot ons kwam, dat de atmosfeer, het rhythme en de diepte van deze roman volledig bewaard bleven en dat wij geen ogenblik het gevoel krijgen met „litteratuur" te doen te hebben. Wij na de tweede wereldoorlog weten maar al te goed hoe eeuwig-waar en eeuwig-wrang deze geschiedenis van Mar- the, de jonge vrouw van een gemobiliseer de soldaat, en Francois, de romantische, onrijpe H.B.S.-er, die elkaar in een roes menen lief te hebben, is. Menen lief te hebben, want de verhou ding tussen het jonge paar, waarvan de vrouw enkele jaren ouder is dan de acht tienjarige scholier, berust in feite slechts op zucht naar avontuur, vlucht uit de werkelijkheid en lust tot physieke bevre diging. Het meisje onttrekt zich, terwijl Frankrijk uit duizend wonden bloedt, aan haar een voudige verpleegstersplicht, de jongen wil zelfs het woord- „oorlog" niet horen. Men versta ons overigens wel: het is niet deze mentaliteit die in zichzelf te veroor delen is, doch wel dat mensen ljun indivi- duële begeerten en verlangens ten bate van de in nood. verkerende collectiviteit niet weten te beheersen en uit te schakelen. Voor Marthe en Francois als zovele duizen den anderen betekeneix vier jai-en oorlog een even lange grote vacantie, waarin in het conflict tassen liefde en plicht, in het antagonisme tussen individu en gemeen schap de gemakkelijkste weg wordt ge kozen. Er is van bepaalde zijde in Frankrijk, Eelgië en ook in ons land kabaal gemaakt over „Le diable au corps". Deze protesten richtten zich minder tegen de weergeving dan wel tegen de algemene strekking van de film. De bezorgde Nederlandse filmkeurings commissie heeft zich trouwens beperkt tot het couperen van enkele meters, die niets toe of af doen aan de wezenlijke inhoud van het werk. Het wegknippen veroorzaakt overigens ook geen al te grote aesthetische schade en heeft ons slechts verwonderd doen afvragen waarom zoveel op zinnen prikkelend effect berekende showfilms wèl de toets der commissie-critiek kunnen doorstaan en deze beelden, die de uiterste liefdesbeleving van twee mensen inleiden, niet. De luidruchtige moralisten die „Le diable au corps" afwijzen, menen in de film een goèd-praten, wellicht zelfs een verheerlij king van een immorele levenshouding te zien. Niets is minder waar. Deze historie eindigt in een ware catastrofe. Marthe sterft bij de geboorte van het kind van Francois, die nooit als de vader erkend zal worden en voorlopig eenzaam achter blijft. Hafr echtgenoot heeft bij al zijn naïveteit wel door dat hij zijn mooie vrouw niet alleen heeft bezeten. Betere illustratie van de gangbare moraal dat het kwaad zichzelf behoort te straffen kan men toch al niet verlangen. Gérard Philippe ontving voor zijn creatie op het festival 'te Brussel de grote prijs voor de beste mannelijke hoofdrol en het kan ons slechts spijten dat aan zijn tegen speelster niet een analoge onderscheiding werd verleend, want men kon zich geen harmonischer tweetal voorstellen. De in tense wijze waarop beiden zich in hun rol len hebben ingeleefd mag uniek in de ge schiedenis van de filmkunst worden ge noemd. De regisseur Claude Autant Lara beves tigde zijn reputatie als voortreffelijk weer gever van decadente tijdperken en heeft een groot aandeel gehad in het behalen van de pry's van. de internationale film- critiek die „Le diable au corps" alleszins verdiend bekroonde. J. H. B. Frangois Gérard Philippe tracht te behouden wat verloren dreigt te gaan. Op 8 April was het honderd jaar geleden dat de Italiaanse opera-componist Doni zetti stierf. Hij was in 1798 in Bergamo geboren. Toen hij twintig jaar was had hij al een paar opera's geschreven. In die tijd was Rossini de vermaardste opera-compo nist: de jonge Donizetti werkte naar het brillante voorbeeld van de meester. Men zegt gemakkelijk van de componisten in die tijd dat ze alles naar de smaak van het publiek maakten, maar het was niet zo gek als het lijkt: de componisten hadden namelijk ais rechtgeaarde Italianen geen andere smaak dan de liefhebbers van het theater en ze vonden elkaar daarom (meestal met enthousiaste hartelijkheid, soms met teleurstelling) altijd in de dra matiek. Rossini, die geniaal was en de an deren die grote talenten waren, sublimeer den in hun muziek de hartstochtelijke ge voelens der Italianen; zo was het na de Renaissance van zelf gegaan en het is te hopen dat het zo blijven zal. De vader van Donizetti wilde zijn zoon «aan de balie zien, maar de jongen heeft naar het heet alleen even geaarzeld tussen de architectuur en de muziek. Erg moeilijk zal 't wel niet geweest zijn; toen hij zeventien jaar was ging hij naar Bo logna om daar volwaardige studies als mu sicus te maken. Gedurende drie jaren werkte hij daar buitengewoon voorspoedig en zijn bijzondere aanleg voor toneelmu ziek liet zich duidelijk gelden. Toen hij weer thuis kwam maakte vader bezwarerf tegen het leven in de theater-muziek, want hij kon er slechts een onzeker maatschap pelijk bestaan in zien. De jonge Gaetano ging vrijwillig maar balorig in de solda tendienst en vond in zijn vrije tijd gele genheid om te componeren. Toen hij met zijn regiment'in Venetië lag, schreef hij „Enrico conté di Borgogna". Het stuk werd opgevoerd en had. succes. Toen hij daarna met „II Falegname" nog meer succes had, werd hij van de dienst vrijgesteld om alle gelegenheid te hebben opera's te compone ren. Tussen 1820 en 1830 schreef hij voor de schouwburgen van Mantua, Napels, Rome, Milaan, Venetië, Genua en Palermo een zeer groot aantal wei-ken. Ik heb nooit gehoord of gelezen dat vader Donizetti nu voortaan tevreden was, maar in ieder ge val leefde de jonge musicus door 't-com poneren, al was 't bescheiden en niet zon der zorgen. Hij had nu de muzikale vol doening, maar leefde ook in een artistiek gevaar. Want nu kwam het er op aan voort durend nieuwe theaterstukken af te leve- dikwijls in zeer korte tijd; het is duidelijk dat er veel oppervlakkig routine werk bij zou zijn. In het geheel heeft Donizetti meer dan yier-en-zestig opera's van allerlei aard geschreven; slechts een klein gedeelte zou de scherpe tanden van de tijd weerstaan. Tot 1830 waren zijn opera's conventio neel, van 't jaar 1831 af komt zijn persoon lijke kracht tot uiting; te beginnen met de opera „Anna Bolena" die in' Milaan met succes werd opgevoerd. De muzikale vor men der aria's, duetten, enz. werden niet gewijzigd maar de muzikale taal in har monie en rhythme vertoonde persoonlijke nuancen die voor het verwende publiek in Milaan boeiend waren. Zijn volgende werk „1* Elisire d'amore" werd opk in de Italiaanse opera te.Parijs gunstig ontvan gen en sinds dien heeft Parijs altijd be langstelling voor de componist getoond. Deze laatstgenoemde opera schreef Doni zetti in veertien dagen! Het is eigenaardig dat de snelst geschreven werken niet de slechtste waren. In 1833 schi-eef hij vier - nieuwe opera's, alle niet alleen met char- 1 mante en elegant gevonden melodieën, maar ook zorgvuldig samengesteld en nauwkeurig geïnstrumenteerd. Het laatste van deze vier was „Lucrezia Borgia"; dit stuk werd .te Milaan nogal koel bejegend, in Parijs echter had het veel succes. De tekstdichter had zijn libretto samengesteld uit 't werk van Victor Hugo. De dichter Hugo maakte bezwaar tegen de overname, op grond van het eigendomsrecht. Hij werd officieel in gelijk gesteld. Sindsdien werd 't werk met grote veranderingen in tijd, plaats en costumes opgevoerd: het werd eigenlijk een ander stuk, Lucretia heette voortaan Rinegata en de gebeurtenis speel de bij de Turken. Maar later kwam Victor Hugo tot andere gedachten of in ieder ge val lot een andere waardering en toen werd de opera weer in zijn oorspronkelijke vorm en inhoud teruggebracht en opgevoerd. In 1835 schreef Donizetti zijn meester werk: „Lucia di Lammermoor". In Napels ging de première, maar het grootste suc ces had het werk in Milaan en later in Parijs. Als men de muziek leest van het eerste jagerskoor, van het duo bij de fon tein, het septuor, dan bewondert men dit frisse, levendige karakter en men vindt het jammer dat men dit alleen maar leest. De Hollanders die alles weten, alles be grijpen en alles wat Italiaanse opera is nauwelijks of niet au sérieux nemen, vin den dit eenvoudig ijdele oppervlakkigheid. Een zeer goed werk is ook „La Favorite" dat in 1840 te Parijs opgevoerd werd; reeds de inleiding tot deze opera bevat ten opzichte van de harmonische gedachte merkwaardige dingen. Het stuk bleef negen en twintig jahr op het répertoire in Frank rijk. De beroemde „Don Pasquale"kwam in 1843 te Parijs tot opvoering; het is curieus dat men tijdens de repetities onder musici voorspelde dat het werk zeker val len zou. Het bleek van de eerste uitvoering af dat het stuk zeer grote indruk maakte. Intussen had' men ook in Wenen de componist leren waarderen; hij reisde er heen en werd er met de titel hofcomponist |en keizerlijk kapelmeester gehuldigd. Do nizetti was geestelijk op zijn hoogtepunt in deze jaren; lichamelijk echter verzwakte hij. Een zenuw-ziekte ondermijnde zijn krachten; hij kende echter geen rust en componeerde nog enige jaren. In de win ter van 1845'46 openbaarden zich teke nen van krankzinnigheid; hij werd enige tijd te Ivry verpleegd. Tenslotte werd hij naar zijn geboorteplaats overgebracht, en stierf aldaar. Men verhaalt dat het gebeier der klokken bij zijn begrafenis samenklonk met het kanongebulder ter gelegenheid vaix de overwinning van Goïto, in de Italiaans- Oostenrijkse oorlog. HENDRIK ANDRIESSEN. PLEZIER STEEDS DUURDER In België is de verkeersbelasting voor personenauto's, voor plezierreizen inge richte autobussen en touringcars verhoogd. Een bijkomende belasting is ingesteld te nlaste van winnaars van voetbalpools op het netto-winstbedrag." Tevens heeft de minister een ontwerp ingediend ter verhoging van de weeldebe lasting van 7,5 procent tot 10 proem* bij verkoop aan de consument, van KJ pro cent tot 12 procent by verkoop door de fabrikant of bij import.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1948 | | pagina 5