c
i ZATERDAG 19 JUNI- 1948
Literaire Kanttekeningen
HL- -
Chefarlne ,4
De 9 Muzen
TEMPO
Jitlsommar-Diner"
„Restaurant Bolwerk"
Madame
la
Mode
Nu het Kennemer bataljon terugkeert....
HAARLEMS DAGBLAD
„De Tien" (Deel I van een periodiek verschijnende uitgave
creatief proza).
(L. 3. Veen's Uitgevers Mij., Amsterdam)
ET IS OP ZICHZELF een originele
en loffelijke gedachte, proza van be
perkter omvang dan een roman, dat anders
jr. de weinig literaire maandbladen onder
de ogen van te gering aantal lezers zou
korden, in boekvorm bijeen te brengen.
Voor een afzonderlijke uitgave van novel
len of „kleine" romans bestaat in ons land
nu eenmaal weinig belangstelling. De Ne
derlander is geen novellen-lezer: de bij
voorkeur binnenshuis levende burger,
wiens levenstempo gematigd is, verdiept
zich liever in de omvangrijke roman; en
wellicht is ook de bewegelijkheid van zijn
verbeeldingskracht niet groot genoeg, om
van de geconcentreerde beslotenheid der
novelle het volle kunstgenot te kunnen
smaken.
Zo bezien is een „periodiek verschijnende
uitgave in boekvorm, gewijd aan het Ne
derlandse creatieve proza" als hoedanig
de Redactie het doel van haar eerste pu
blicatie omschrijft een welkome poging,
het lezerspubliek nader te brengen tot het
in beknopt bestek verhalend proza. De
samenstellers (Rein Blijstra, Antoon Coolen,
Cola Debrot, Maurits Dekker, Albert Hel
man, A. H. Nijhoff—Wind, Jeanne van
Schaik—Willing, Simon Vestdijk, Theun
de Vries en Johan van der Woude „tien"
in getal dus) hebben met deze verzameling
blijkens hun voorwoord nog een ander
oogmerk: zij menen op deze wijze het
„goede proza" te behoeden voor een over
woekering door een „éénzijdige poëzie
beoefening en de wassende overvloed van
critieken en essays"; anders gezegd: zij
willen aan het verhalend proza een kans
te meer geven. Opzettelijk neem ik hun
terminologie niet over: zij spreken van
„creatief", van scheppend proza, als tegen
stelling óók tot critiek en essay. Onze mo
derne letterkunde kent echter voldoende
proeven van deze beide laatstgenoemde
literaire vormem orh de stelling, dat essay
en critiek geen creatief proza zouden
zijn, te logenstraffen.
Afgezien daarvan moet men zich af
vragen of de samenstelling van dit eerste
deel van „De Tien" beantwoordt aan het
doel, dat de redactie zich stelde. Vijf bij
dragen vormen de inhoud van dit proza
boek: een drietal novellen en twee frag
menten uit (reeds verschenen) romans.
Het is tegen deze beide laatste dat ik
bij de hier gedane keuze ernstige be
zwaren gevoel. En wel om twee redenen.
Allereerst kan wat de lezer hier als frag
ment wordt voorgelegd, in ongeschonden
staat in het verband dus van de totale
roman-compositie worden genoten.
Waarom zou men het lezerspubliek de lite
raire vinger toesteken als men het de volle
hand kan reiken? Ernstiger nog telt dit
bezwaar, zodra het romans betreft, waar
aan men do^r hun structuur geen delen
kan ontlenen zonder er, omdat zij uit hun
compositorisch verband zijn genomen, li
terair schade aan te doen. Eén der roman
fragmenten is gelicht uit_ Cola Debrot's
„Bewolkt Bestaan", een roman die ik on
langs in deze rubriek besprak en als kunst
weg niet ten volle kon waarderen van
wege' de verwarde, soms zelfs rommelige
compositie, waardoor de lezer zich onge
meen moet inspannen, wil hij de alleszins
belangrijke strekking volgen. Een afzon
derlijke hoofdstuk, zoals in deze bundel is
opgenomen, doet de" kwaliteiten van
Debrot's roman in nog minder mate tot
hun recht komen. Wel is de opneming van
dit fragment kenschetsend voor de werk
en schrijfwijze van deze auteur, voor zo
ver de tekst afwijkt van de voltooide ro
man. Zelfs bij een meester in de compo
sitie als §imon Vestdijk doet zich het na
deel van een fragmentarische publicatie
gevoelen. Wel koos hij als bijdrage „De
Jeugd van Gerard Criellaert", het aan-
vangshoofdstuk van „De Vuuraanbidders"
Frits Schuurman wordt 50 jaar
Een bekende figuur in het Haagse mu
ziekleven, Frits Schuurman, de eerste diri
gent van het Residentieorkest, zal deze
maand 50 jaar worden.
Frits Hans Erich Schuurman werd 25
Juni 1898 te Nijmegen geboren. Zijn eerste
muziekonderricht ontving hij van Hendrik
Andriessen. Later ging hij naar het Am
sterdams Conservatorium, waar Sem
Dresden hem opleidde in compositie en
directie. In 1921 cum laude geslaagd voor
het eindexamen, studeerde hij te Parijs
verder onder leiding van Albert Roussel.
Voorts maakte hij reizen door Frankrijk,
Spanje, Portugal en Noord-Afrika.
Van 1926 tot 1931 was hij adjunct-direc
teur van de muziekschool van het Amster
dams- Conservatorium.
In 1931 volgde zijn benoeming tot di
rigent van de Haarlemse Orkest Vereni
ging en van de Koninklijke Liedertafel
„Zang en Vriendschap". In 1938 ging hij
naar 's-Gravenhage, waar hij, als opvolger
van Peter van Anrooy, dirigent van het
Residentieorkest werd.
Ook in het buitenland trad hij her
haaldelijk als dirigent op. Verder versche
nen verschillende composities van zijn
hand, o.a. liederen, werken voor orkest en
koor en muziek voor ballet.
De heer jSchuurman is gehuwd met de
violiste Maria Neuss.
De Franse regering benoemde hem tot
ridder in het Legioen van Eer.
Vier beroemde
genotsmiddelen tegen pijnen.
Wanneer zware hoofdpijn, hevige rheuma-
tische of andere pijnen U het leven moeilijk
maken, neem dan eens Chefarlne „4". Elk
tablet bevat 4 geneesmiddelen, die elk stuk
voor stuk in de hele wereld al beroemd zijn.
Het helpt ook dan, wanneer een ander mid
del geen baat brengt.
TEGEN PUNEN EN GRIEP - 20 TABLETTEN
Agenda voor Haarlem
ZATERDAG 19 JUNI
De Leeuwerik: Uitvoeringen door leerlin
gen van Cor Teves. 7 uur. Spaarne: „De
zwarte piraat", 2,30. 7,00 en 9.15 uur. Rem
brandt: „Monsieur Verdoux", 18 j„ 1.45. 6.45
en 9.15 uur Palace: „Nattigheid", alle leeft.,
2.00. 415. 7.00 cn 9.15 uur. Frans Hals: „Het
geheim van de biecht", 14 j. 2.30. 7.00 en 9.15
uur. Citv: „Tl Poverello". 14 j„ 2.00. 4.15, 6.45
en 9.15 uur.
ZONDAG 20 JUNI
Bioscopen. Middag- en avondvoorstellingen
MAANDAG 21 JUNI
Bioscopen. Middag- cn avond voorstellingen
(een in vele opzichten voortreffelijke ro
man uit de Tachtigjarige Oorlog). Maar
waar deze roman juist in zijn tweede en
derde deel zich in zijn volle kracht ont
plooit, omdat daar de aanvankelijk vage
figuren zich al scherper aftekenen, doet dit
inleidend onderdeel hoewel zeer lezens
waard de bijzondere kwaliteiten van
Vestdijk's „Vuuraanbidders" roman van
historische conflicten, waarin symbolisch
Vestdijk's eigen problematiek zich onper
soonlijk en daarom zinvoller dan in enig
ander werk van zijn hand onthult on
voldoende eer aan.
Niets dan waarderende woorden kunnen
worden gezegd over de drie novellen.
Jeanne van SchaikWilling's „Mijn wil
staat achter de deur" is, voor wie wèl leest,
een proeve van alle kenmerkende en lof
felijke eigenschappen, waarover deze
schrijfster beschikt: haar visueel talent,
haar diep-doordringend psycho-anajystisch
vermogen, haar gave tot ontmaskering van
de werkelijkheid door een fantastische
symboliek.
Suggestief-beklemmend is de novelle van
mevrouw A. H. NijhoffWind: „De
Vlucht", vol kinderangst, gebondenheid
van het kind aan de moeder, droomsym
boliek, neergeschreven in een zeer waak
zame soberheid, ondanks de nevelig-ver-
ijlende bedreiging van deze nachtelijke
vlucht vergeefse vlucht, waarvan een
ieder de diepere zin maar voor zichzelf
peilen moet.
Rest dan nog Theun de Vries' bijdrage,
de novelle „Foxherne", die ik tot het beste
reken, dat de schrijver van „Stiefmoeder
Aarde" publiceerde. De „couleur locale",
veer uitgaande boven wat gemeenlijk in
de zogenaamde streekromans geboden
wordt, wint hier zozeer aan diepte door
haar verbinding met het menselijke, dat
deze vertelling tot een eenheid is geworden
van beeld en gedachte, zin en uitdruk
kingsvorm, waarvoor men niet anders dan
bewondering kan hebben.
En nu de conclusie: de „Tien" kan een
voortreffelijke bijdrage worden tot ons
verhalend proza, indien de Redactie zich
beperkt tot het verhaal, de novelle, voor
zover deze aan de strenge eisen van een
in eigen beslotenheid rustende vertelling
voldoet. Opneming van romanfragmenten
lijkt mij alleen dan verantwoord, indien
zij compositorisch een afgerond geheel
vormen. Anders wordt èn aan de kwali
teiten van de betrokken auteur èn aan
de leesbaarheid van „De Tien" tekort ge
daan. En daarvoor is dit initiatief te veel
waard. C. J. E. DINAUX.
Herziene „Beggar". De English Opera
Group, die de uitvoering van „The Beggar's
Opera" in de nieuwe toonzetting van Benja
min Britten zal vertolken, komt Donderdag
middag 24 Juni met een speciale Skymaster
op Schiphol aan.
De continentale première van deze her
schepping van John Gay's opera wordt Vrij
dag in de Stadsschouwburg te Amsterdam
ten tonele gevoerd. 26 Juni is er een voorstel
ling in Utrecht. 28 Juni herhaling in Am
sterdam, 29 Juni in Rotterdam or op 30 Juni
en 1 Juli in het Kurhaus te Sche%Teningen.
ROZENSTRAAT 13
ervoert
l"w meubelen cn
racbten naar
alle plaatsen
TEL 20020
f Adv.)
Duizend leerlingen namen aan
vaardiglieidsproeven deel
Meer dan duizend jongens en meisjes van
de zesde klassen van openbare en bijzondere
scholen in Haarlem namen Vrijdag deel aan
de vaardigheidsproeven in gymnastiek en
atahletiek, uitgeschreven door de afdeling
Haarlem van de Vereniging van leraren en
onderwijzers in de lichamelijke opvoeding in
Nederland.
De organisatoren treffen het vrijwel elk
jaar met het weer. zodat ook nu de athletiek-
proeven, die op het gemeentelijk sportterrein
aan de Kleverlaan werden afgenomen, onge
stoord konden afgewerkt worden.
Voor de gymnastiekproeven waren zalen in
verschillende stadsdelen aangewezen.
Bij mislukking mocht een oefening overge
daan worden. Gelukte de herhaling onder
gejuich van de klassegenoten, die met span
ning het resultaat hadden afgewacht dan
kon nog een voldoende worden genoteerd.
Van de acht onderdelen mocht er hoogstens
één onvoldoende zijn voor het behalen van
het vaardigheidsdiploma, dat onmiddellijk na
het middaggedeelte werd uitgereikt.
Dank zij de voorbereiding door de heren
C. G. Jonkergouw en A. P. Bosman en de lei
ding op de dag zelf van de heer N. F. P. Max
verliep het afnemen van de proeven vlot en
ordelijk. Ook een aantal klasse-onderwijzers
verleende medewerking.
Origineel Zweeds
Woensdag 23 3uni a.s.
TEL. 16840 (Zweeds Rest.) Haarlem
Reserveert Uw tafel
(Adv.)
Dit is het toppunt. Hier
tegen valt niet meer te
redeneren, zelfs niet met
de gewichtigste textiel-
nood-argumenten. Want
wat deze lange rok aan
gratie en charme ver
toont, weegt ruimschoots
op tegen die paar meter-
tjes sto/> die hij méér
vraagt. Dit feeëngewaad
vormde de sensatie der
Ascot-renbaan en was
als 't ware een glim
lachende reclamezuil
voor de new look".
Het ensemble bestaat
(oppervlakkig bezien,
zoals het betaamt) uit
een georgette japon met
organdi overjurk, of, zo
men wil, uit een organdi-
japon met georgette on
derjurk, de laatste ge
sierd met een bloemrijke
zoom. De strooien hoed i
met wijde kinband vormt
de punt op deze sier-
lijfce i.
Haarlem teil niet alleen zorgen voor een hartelijke
ontvangst, maar ook voor icerk voor zijn jonge mensen
Eindelijk is zekerheid verkregen over de
datum! Het Kennemer bataljon de groep
oorlogsvrijwilligers die voornamelijk af
komstig zijn uit Haarlem en de omgeving
gaat 21 Juni in Indië scheep op de „In-
drapoera", zodat de aankomst in ons land
omstreeks 12 Juli te verwachten is.
Voor de jonge mannen zelf een belang
rijke gebeurtenis. Niet minder voor hun
familieleden. Een blij wederzien na enige
jaren van scheiding. Helaas is er nu ook
schaduw; 26 van de 800 jonge mannen die
29 November 1945 met dit bataljon naar
Indië trokken om daar hun plicht voor het
vaderland te vervullen, zijn gesneuveld.
Voor de familieleden van deze slachtoffers
zijn zware dagen in het zicht, want terwijl
zij, die er gespaard bleven met opgewekt
heid begroet zullen worden, voelen zij het
gemis weer dubbel! Gedurende het verblijf
in Indië is het bataljon verminderd tot 500
man. Dit komt ook door de afvloeiing we
gens verwondingen, afkeuringen, gebleken
ongeschiktheid, enzovoort.
Van de 500 Kennemers die terugkeren
zijn er 201 uit Haarlem afkomstig.
Haarlem maakt zich op om de jonge man
nen, die in Indië hun plicht jegens het
vaderland vervullen, een goede ontvangst
te bereiden.
Maar om daarin te slagen moet er veel
gedaan worden. Niet alleen door de dames
cn heren die in de Demobilisatieraad en
verschillende daarbij betrokken comités
zitten, maar door een groot deel van de
gehele burgerij. Ieder moet doordrongen
zijn van de noodzakelijkheid en ook de
billijkheid dat de jonge mensen die naar
Insulinde trokken om daar, met de inzet
van hun persoon en leven, op te komen
voor de belangen van ons vaderland, weer
volledig kans krijgen om zich een plaats
te veroveren in onze samenleving. Zij
gingen voor ons naar Indië en daarom
hebben allen die hier achterbleven de
plicht om de gedemobiliseerden inderdaad
met „open armen" te ontvangen!
De Haarlemse Demobilisatieraad, die on
der voorzitterschap staat van burgemeester
mr. P. O. F. M. Cremers, heeft vier be
langrijke commissies, die onder leiding
staan van de volgende heren als voorzit
ters: Ontvangst: P. J. Kapteijn; Werkgele
genheid: A. P. M. van Riel (directeur van
het Gewestelijk Arbeidsbureau); Wethou
der A. J. M. Angenent: Huisvesting en
wethouder mr. S. C. v. d. Wall: Sociale
Zaken. Er is al veel voorbereidend werk
verricht, waarvan in de komende dagen
wel meer zal blijken.
Reeds nu kunnen wij iets mededelen
over de Werkgelegenheid.
Werk voor de gedemobili-
seerden
De Kennemers die nu komen zijn niet
de eerste gedemobiliseerden. In de afge
lopen maanden kwamen er reeds 150 uit
Haarlem. Het is gelukt die op een enkele
uitzondering (zogenaamde moeilijke geval
len) na weer in het arbeidsproces op te
nemen. Met de ruim 200 Haarlemmers die
nu komen zal het ongetwijfeld meer moei
lijkheden bezorgen. Allereerst omdat er nu
in eens zo'n grote groep komt. Maar dat is
het niet alleen. Uit de onderzoekingen is
gebleken dat de jonge mannen, die nu in
aantocht zijn, in het algemeen nog geen
bestemming hadden toen zij Haarlem ver
lieten. Er zijn er namelijk heel weinig
onder die aanspraak kunnen maken op
herplaatsing bij hun vroegere werkgever.
Onverklaarbaar is dit trouwens niet zo
vertelde ons de heer Van Riel, de directeur
van het Gewestelijk Arbeidsbureau. Er
waren veel jongens van 18, 19 en 20 jaar
onder die vijf oorlogsjaren achter de rug
hadden, die voor de meeste jongelui niet
veel hebben betekend - voor een vakoplei
ding. Het overgrote deel dezer gedemobili
seerden moet zich dus nog een plaats in
het arbeidsproces veroveren. Een deel is
van zins zijn studie voort te zetten. Zo
nodig zal de staat daarbij de helpende hand
bieden.
Spiegeltje, Spiegeltje
aan de wand
Wie betaalt het meeste geld voor net
gebruikt meubilair in het land? Dat
Jrehoeft U mij niet te vragen, dat kunt
U dagelijks zien op Hoole zijn vracht-
wagen. Want die betaalt de beste ^prij
zen voor alle voorkomende huishoude
lijke artikelen, o.a. kleden, lopers, ta
pijten, hele of gedeeltelijke inboedels,
naaimachines. Taxatie geheel vrijblij
vend.
Spreek met de firma en het komt in
orde. (Eigen vervoer zonder reclame).
Beleefd aanbevelend
Firma M.C. Hoole en A. v. Gooi
RIJKSSTRAATWEG 250 HAARLEM-N.
U belt 22787 of zendt briefkaart en wij
DE SITUATIE DIE GESCHAPEN is
door het bevriezen van de opbrengst
der Amerikaanse films in Engeland heeft
niet nagelaten het onderwerp van intensief
hoofdbreken door de Amerikaanse film
magnaten te zijn. In feite waren er twee
mogelijkheden om deze voor de Amerika
nen zo belangrijke rolprentmarkt niet ver
loren te doen gaan.
De eerste mogelijkheid was een invasie
van Amerikaanse filmmensen in Engeland,
het vestigen van een Hollywood-filiaal ilttet
alle gevolgen van dien, de tweede was een
samenwerking tussen Engelse en Ameri
kaanse producenten met het doel films te
maken die zowel voor het Engelse als, het
Amerikaanse publiek aantrekkelijk zouden
zijn.
De heren Selznick en Goldwyn, die aan
de Amerikaanse kant van de overeenkomst
staan, hebben de laatste gekozen en
Selznick leverde daarbij het interessante
v commentaar: „Ik ben er
j-i.-i stellig van overtuigd dat
p 1 I f-p in Engeland enige van de
i. 11111 I grootste successen van de
toekomst door dit plan tot
stand zullen komen, zonder dat er ook
maar enige concessies zullen behoeven te
worden gedaan aan de artisticiteit die de
producten van deze vooraanstaande En
gelse filmmakers steeds gekenmerkt heb
ben".
Deze opmerking opent een wereld van
belangwekkende speculaties. Maar wij wil-
r
len daar niet aan beginnen zonder eerst te
wijzen op de bescheidenheid die uit
Selznicks woorden spreekt wanneer hij het
heeft over de inderdaad grote artisticiteit
van de Engelse producten en het feit dat
hij ruiterlijk voor zijn mening uitkomt dat
„succes" en grote artistieke waarde in de
regel althans niet samengaan.
De vrees dat, hoezeer deze samenwer
king tussen Amerika en Engeland (in dit
geval vertegenwoordigd door Sir Alexan
der Korda) ook gezond kan zijn voor de
materiële positie van de industrie, de ar
tistieke waarde wel eens in het gedrang
zou kunnen komen, is zeker niet ongegrond.
Zulks is het best toe te lichten aan de
hand van een voorbeeld. Het eerste resul
taat van de besprekingen is dat Korda en
Goldwyn in Augustus zullen beginnen met
de verfilming van baronesse d'Orczy's boek
„De rode Pimpernel" (no. 3 al). De film
zal worden geschreven, geproduceerd en
geregisseerd door de befaamde „Archers",
Michael Powell en Emeric Pressburger. De
hoofdrol, Sir Percy Blakeney, zal worden
vervuld dpor David Niven. Voor de vrou
welijke hoofdrol van Marguerite Blakeney
zal een Franse actrice worden gezocht.
Ziedaar een film die du£* Engelsen en
Amerikanen gelijkelijk zal moeten bekoren,
zonder dat afbreuk wordt gedaan aan de
artisticiteit van de Engelse industrie. Wat
het eerste betreft hoeft men waarschijnlijk
geen angst te koesteren. Powell. Pressbur
ger en Niven hebben al meer getoond dat
zij gedrieën een vlot en perfect team kun
nen vormen. (Men herinnert zich „Een
zaak van leven en dood").
Maar wat het tweede punt betreft is men
meteen al minder overtuigd. Al moet deze
eerste Anglo-Amerikaanse spruit nog gebo
ren worden. Goed, de mogelijkheid bestaat
dat P. P. met een sublieme en volkomen
nieuwe bewerking van dit romantisch ge
geven komen. Dat zij in staat zullen zijn
dit erg aardige maar volstrekt onbelang
rijke verhaaltje een kleur, humor en origi
naliteit te geven, die't uit zichzelf niet kan
opbrengen. Zij hebben dat al eens gedaan
met „I know where I'm going" hoewel dat
verhaal door zijn volkomen pretentieloos
heid meer ruimte gaf voor zo'n experiment.
Voorshands kan men gevoegelijk aanne
men, dat die Rode Pimpernel alleen van
de vorigen zal verschillen door een nog
grotere amusantheid en een nog grotere
geraffineerdheid plus een dosis van de be
kende „P P-trekjes". Kan men vrezen
dat het een alleraardigste „show-boat"
zonder diepgang wordt. De eerste van een
serie films, die op twee ongelijke benen
loopt Een beetje knullig onderwerp dat
appelleert aan de gemoedelijke oppervlak
kigheid van de doorsnee bioscoopbezoeker
gehuld in een kleed bestikt met pareltjes
van Engelse humor. De eerste van een serie
die haast in dalende lijn moet gaan, omdat
die humor zijn inspiratie niet alleen vindt
in een brede stroom van dollars, hoe ver
kwikkend die ook mag zijn.
Wü vrezen met enige vreze.
W. L. B.
Anderen moeten geschoold worden voor
een vak. Op de rijkswerkplaats (waar on
derwijs wordt gegeven in de metaalvakken,
alsook in timmeren en metselen) kunnen
er onmiddellijk veertig geplaatst worden.
Op de rijkswerkplaats in Amsterdam is ook
nog plaats voor schilders.
Daarnaast zal op de bedrijven een be
roep gedaan worden om jonge mensen op
te nemen om tot vakarbeider te worden
opgeleid. Uit de overheidskas wordt aan
de leerlingen in die tijd een toeslag op het
loon betaald. Verschillende bedrijven heb
ben zich reeds bereid verklaard in deze te
willen medewerken.
Er blijkt veel liefhebberij te zijn voor
een opleiding tot motor-monteur. Daarom
wordt in het bijzonder medewerking ge
vraagd van garagehouders om daarvoor
plaatsen beschikbaar te stellen.
Er is ook een vrij grote groep onder de
gedemobiliseerden die geen lust heeft nog
een vak te leren, of daartoe niet geschikt is.
Voor deze jonge mensen, die toch ook in de
toekomst aan het werk moeten gaan,
wordt de hulp ingeroepen van allen die
personeel in dienst hebben. Hier en daar is
wel een gaatje te vinden om nog iemand
aan voor hem passend werk te helpen.
De vertegenwoordigers van werkgevers
en werknemersorganisaties, die in de De
mobilisatieraad zitting hebben, woonden
ons gesprek met de heer Van Riel bij. Ook
zij dringen er bij de werkgevers op aan
deze volle medewerking te verlenen. Een
der werkgevers zei: „De jonge mensen
brachten voor ons een offer toen ze naar
Indië gingen, nu moeten wij er niet tegenop
zien een offer voor hen te brengen om ze
de weg te openen naar een plaats in de
maatschappij, waarop zij aanspraak mogen
maken".
De heer Van Riel verzocht werkgevers
die een plaats kunnen vrijmaken, daarvan
opgave te doen aan het Gewestelijk Ar
beidsbureau. Het is zo veel van betekenis
dat ae onzekerheid voor vele jonge mannen
wordt weggenomen. De stemming van de
gedemobiliseerden is. zo wordt door de
mensen die uit Indië komen verzekerd,
goed. Er bestaan geen overdreven ver
wachtingen en allen zien in, dat zij zullen
moeten aanpalftten. moeten werken, om
zich een bestaan te veroveren!
De ontvangst
De Demobilisatieraad zal voor èen har
telijke ontvangst zorgen. Vermoedelijk zal
hel gehele bataljon (dus niet alleen <le
Haarlemmers) op Zaterdag 24 Juli d6 ge
hele dag en avond de gast van Haarlem
zijn. Het programma staat nog niet vast,
maar het is wel de bedoeling dat er een
officiële ontvangst ten Stadhuize zal plaats
hebben, gecombineerd met een mars door
de stad. Er wordt ook een plechtige bijeen
komst gehouden om de gesneuvelden te
gedenken, 's Avonds zal een gezellige
bijeenkomst de dag besluiten. De avond
te voren hebben kerkdiensten plaats, waar
schijnlijk in de Grote Kerk en in de Cathe-
draal aan de Leidsevaart.
Zomercoiieert der H.O.V.
De jeugdige pianist Theo Bruins, die op
het H.O.V.-concert van Vrijdagavond het
pianoconcert in bes kl. t. van Tschaikowsky
kwam spelen, imponeerde op de meest na
tuurlijke wijze. Hij speelt verbazend knap
piano; ontwikkelt een geweldige kracht,
wat een lenig reageren niet uitsluit; hij
laat met vurig temperament de pathetische
stuwingen der "muziek opzwaaien en blijft
bij dat alles volmaakt beheerst. Men krijgt
geen ogenblik de indruk dat het spel van
die 18-jarige knaap niet door zijn eigen
impulsen zou zijn gevoed. De oerkracht
der muziek, die de primitieve instincten bij
hem wakker roept, sleept hem mee en hij
gaat er in op en wordt als vertolker zelf
een deel van die oerkracht. Er is geen aar
zeling in dit spel, het werkt als een natuur
lijk phenomeen en men geeft er zich direct
bij gewonnen: het overtuigt.
Uit deze jonge kunstenaar kan zeker iets
heel bijzonders groeien, wanneer dit sterke
en gezonde talent door het leven zal zijn
verdiept en verinnigd. Het uiterlijke bra-
vour van Tschaikowsky gaf hem nu de
gunstigste kansen: na normale ontwikke
ling zal hij goede kansen te over hebben.
Theo Bruins: een naam om te onthouden!
Als hij weer eens op ons podium verschijnt
moge de zaal, evenals nu, te klein zijn. Na
het ovationeel succes van zijn optreden
kan het niet uitblijven, dat Haarlem hem
gauw weer eens te horen krijgt.
De avond, die onder leiding stond van
Kees Hartvelt, werd geopend met de Sere-
nata Notturna in D voor Strijkkwartet,
strijkorkest en pauken van Mozart, en
werd besloten met de Italiaanse symphonie
van Mendelssohn, die de aangekondigde
Vierde van Bruckner verving. In verband
met het programma en met het karakter
van een Zomerconcert was die ruil lang
niet slecht. Mijns inziens had men voor het
stuk van Mozart ook wat anders mogen
geven, iets wat beter de nabijheid van
Tschaikowsky verdraagt dan deze delicate
Notturna.
Wat de symphonie van Mendelssohn be
treft, deze werd vlot en goeddeels in góed
klankevenwicht vertolkt.
JOS. DE KLERK
Heemstede sluit een geldlening
Aangezien geen rijksvoop>Qhriften wor
den verstrekt voor het bouwen van de tien
woningen aan de Vijfherenstraat en de drie
en vijftig woningen ten Westen van de
Raadhuisstraat te Heemstede, stellen B. en
W. de gemeenteraad voor een geldlening
aan te gaan van 795.000 met de Rijksver
zekeringsbank te Amsterdam tegen een
rente van 3 pet. voor de eerste tien jaar en
daarna van 3'£ pet., om de kosten van de
bouw te dekken.
Partij van de Arbeid
A.s. Maandagavond belegt de Partij van
Arbeid een openbare vergadering in het
bijzonder voor winkeliers, kleine nering
doenden en zelfstandige ambachtslieden in
restaurant Brinkmann. Grote Markt, waar
de heer W. F. Happé zal spreken over
„Middenstandsproblemen". Hierna wordt
gelegenheid gegeven tot gedachtemvisse-
ling.
Over Muziek
DE TAAL DER MUZIEK
Nu ik weet dat er met concoursen niet
te spotten valt zou ik kunnen besluiten de
zaak opnieuw te bekijken en dan in alle
ernst. Maar dat heeft weinig zin, want het
geval is juist algemeen in volle ernst door
vele mensen beschouwd en dat was onder
andere de reden, dat ik nu eens een ander
praatje wou maken. Maar ik vergeet dan
I dat zoiets in ons land niet gemakkelijk
welkom is. Ernst is ernst cn grapjes zijn
I grapjes niet waar; hoe durf ik nu toch een
en ander door elkaar te spelen? Af en toe
meen ik dat een luchtige ironie op zijn
plaats kan zijn, maar ik werd er altijd weer
aan herinnerd dat men ernstig moet zijn,
niet overdrijven mag, enz. Maar ons vak
dwingt tot zoveel ernstige concentratie,
dat een losjes-geuite spotternij een soort
van afwisseling kan zijn, die reden van be
staan heeft wanneer er geen mens of naam
mee wordt geraakt.
Ik zou nu gaan twijfelen aan mijn ernst
en evenzeer aan mijn ironie. Maar ik ver
lang er niet naar, deze begrippen altijd
en in alle opzichten te scheiden. Een mu
sicus moet erkennen dat gevoelens en ver
beeldingen, mitsgaders gedachten, in on
derlinge. moeilijk tc onderscheiden ver
houdingen staan; alles vloeit nu eenmaal
'in ons vak en dat vindt allicht zijn weer
klank in iedere uiting. Me dunkt, dit is nu
toch ernstig; hierbij zou een ernstig man
het lachen kunnen verleren, en dit zou dan
toch juist weer jammer zijn. Welaan, laat
mij opmerken dat het stuk van de heer
Hanekroot voor velen zeer zeker een ge
ruststellende aanvulling was van hetgeen
ik schreef.
Op het dagenlange, zeer interessante
muziekfeest der „International Society for
Contemporary music" werd niet openlijk
om prijzen gestreden, maar in de hoofden
der .toehoorders zal genoeg geworsteld zijn
met meningen, met opwellingen van aller
lei aard. Hocvclen zullen er geluisterd
hebben in volkomen onbevangenheid? Hoe-
velen zullen er in volle vrijheid hebben
gewaardeerd of afgewezen? Niemand zal
dit ooit kunnen weten of schatten: maar
zeker is het dat het tot de geest van onze
tijd behoort om. afgewend van alltf inner
lijke romantiek, aan oordelen en registra
ties te doen. Maar ook deze toestand zal
wel te verdedigen zijn. En de geest van de
tijd is immers zeer belangrijk! Ik las in de
„Conversationsbüchcr" van Beethoven:
„Aan de geest van zijn tijd niet toegeven,
anders is het met de oorspronkelijkheid
uit!" Maar Beethoven was als rechtgeaard
musicus een ingewikkeld man en men kan
zo'n uitspraak uitleggen zoals men maar
wil. Is dit nu een spotternij op de doelstel
lingen van de „International Society"? In
't geheel niet! Aan de ondernemende sec
ties dezer vereniging moet men het dan
ken. te kunnen kennis maken met muziek
van allerlei persoonlijkheden, met allerlei
originaliteiten. Men is bovendien bij de
manifestaties der society zeker van voor
treffelijke uitvoeringen, ZQdat men zijn
vertrouwen kan geven aan het geluid dat
men hoort. Dit is inzake moderne muziek
een zeer belangrijk punt. Voor de meeste
oren zijn de samenklank en de melodie
vorming van nieuwe muziek moeilijk te
verwerken; het komt er daarom zeer op
aan dat men aan de getrouwheid der weer
gave niet behoeft te twijfelen.
De muziek is een taal met inhoud en
vorm; haar grammatica mag voor de vak
mensen blijven, maar de taal heeft een
magische aantrekkingskracht op iedereen,
die muzikaal is. Dc taal der muziek is
echter niet in verschillenae'Europese talen
verdeeld. Bij alle volks-onderscheidingen
behoudt zij toch haar algemeen taai-eigen,
haar idioom van nature. Naar dit onver
klaarbare en toch eeuwig-duidelijke geheim
wordt iedereen onweerstaanbaar aange
trokken. En zo luistert de muziekliefheb
ber naar deze indrukwekkende twee-een
heid: de algemene taal der muziek en
daarin dc aller-persoonlijkste uitspraken
der componisten. Beurtelings (om zo te
zeggen) spitst men zijn oreh op het een en
op het andef, dikwijls poogt men vaak
onbewust beide tegelijkertijd op te ne
men. De vernieuwingen in de taal der mu
ziek zijn ontdekkingen in het natuurgebied
der muziek. Maar als men een componist
een ontdekkingsreiziger mag noemen, dan
moet men bij zijn levensbestemming niet
alleen het natuurgebied van zijn vak, maar
zeer zeker ook het onpeilbare rijk der*
poëzie rekenen. Hij gebruikt de taal voor
.de inhoud en wendt geen inhoud aan om
de taal te. gebruiken. Ik neem het woord
poëzie hier als korte term voor de onbe
schrijfbare rijkdom aan aandoeningen en
verbeeldingen, die aan de musicus moeten
eigen zijn. Het is geen specifieke intellec
tualiteit, die ik als waarborg voor deze
poëzie oproep, het is de kracht en de diepte
'der rtiuzikaliteit zelve, die in hart en hoofd
het wezen van dc componist bezielt.
Dit wezen heeft geen verplichtingen aan
de tijd, maar wel altijd aan de verhouding
van taal cn inhoud. Zuiverheid van stijl is
de juiste verhouding, is de1 eer der presen
tatie. De waarde wordt door duurzaamheid
bewezen, en wordt niet bepaald door taal
vernieuwing, niet door doelstelling, niet
door richtingen. Organische moderniteit is
goed, modernisme is verkeerd. En wat de
hoorder betreft: behoefte aan nieuwe me
dedelingen is goed, maar waarde-bepaling
op grond van taalverandering is verkeerd.
Deze mening is niet conservatief of
conservatorium-achtig, misschien zelfs mo
derner dan gangbare opvattingen. Iedere
dag van de componist is vrij, als een dag
van de natuur: een dag zo oud als de we
reld en toch telkens een nieuwe dag; en
bij 't componeren is de kalender geen
noodzakelijke handleiding.
Als men veel nieuwe muziek bestudeert
bemerkt men, dat er geen eenheid in de
taalvorming bestaat. Dit is geen gebrek,
madr een natuurlijke bestemming en dit
verschijnsel is alleen maar lastig voor hen
die er op uit zijn, een artistieke auto
strada te leggen in het gebied van de
kunst. Voor de componist bestaat zijrt eigen
laboratorium en overigens zijn tuin der
schoonheid. Hij kan ze geen van beide
missen, maar, gasten ontvangt hij alleen in
de open tuin, behalve als het regent. Zon
der enige tegenspraak wordt de natuur
binnenshuis op andere wijze geëerd dan
buiten, maar de natuur is er altijd en dus
ook de natuur van de componist. En dan
is er nog veel en veel meer. maar wie heeft
de moed en de beheersing dit alles te ken
nen als verstandelijk bezit? De musicus be
hoort de eerste bewonderaar en niet de
kenner van het geheim te zijn. Men kan
ploegen wat men wil, maar men moet
God's watertje over God's akkertje laten
lopen.
HENDRIK ANDRIESSEN
DISTRIBUTIENIEUWS
Maandag beslaat er gelegenheid tot het af
halen van distributiebescheiden tc:
Haarlem: Sta tot en met Ste
Zandvonrl: restant C, r. Jl.
Heemstede: restant T en U.