c i ZATERDAG 19 JUNI- 1948 Literaire Kanttekeningen HL- - Chefarlne ,4 De 9 Muzen TEMPO Jitlsommar-Diner" „Restaurant Bolwerk" Madame la Mode Nu het Kennemer bataljon terugkeert.... HAARLEMS DAGBLAD „De Tien" (Deel I van een periodiek verschijnende uitgave creatief proza). (L. 3. Veen's Uitgevers Mij., Amsterdam) ET IS OP ZICHZELF een originele en loffelijke gedachte, proza van be perkter omvang dan een roman, dat anders jr. de weinig literaire maandbladen onder de ogen van te gering aantal lezers zou korden, in boekvorm bijeen te brengen. Voor een afzonderlijke uitgave van novel len of „kleine" romans bestaat in ons land nu eenmaal weinig belangstelling. De Ne derlander is geen novellen-lezer: de bij voorkeur binnenshuis levende burger, wiens levenstempo gematigd is, verdiept zich liever in de omvangrijke roman; en wellicht is ook de bewegelijkheid van zijn verbeeldingskracht niet groot genoeg, om van de geconcentreerde beslotenheid der novelle het volle kunstgenot te kunnen smaken. Zo bezien is een „periodiek verschijnende uitgave in boekvorm, gewijd aan het Ne derlandse creatieve proza" als hoedanig de Redactie het doel van haar eerste pu blicatie omschrijft een welkome poging, het lezerspubliek nader te brengen tot het in beknopt bestek verhalend proza. De samenstellers (Rein Blijstra, Antoon Coolen, Cola Debrot, Maurits Dekker, Albert Hel man, A. H. Nijhoff—Wind, Jeanne van Schaik—Willing, Simon Vestdijk, Theun de Vries en Johan van der Woude „tien" in getal dus) hebben met deze verzameling blijkens hun voorwoord nog een ander oogmerk: zij menen op deze wijze het „goede proza" te behoeden voor een over woekering door een „éénzijdige poëzie beoefening en de wassende overvloed van critieken en essays"; anders gezegd: zij willen aan het verhalend proza een kans te meer geven. Opzettelijk neem ik hun terminologie niet over: zij spreken van „creatief", van scheppend proza, als tegen stelling óók tot critiek en essay. Onze mo derne letterkunde kent echter voldoende proeven van deze beide laatstgenoemde literaire vormem orh de stelling, dat essay en critiek geen creatief proza zouden zijn, te logenstraffen. Afgezien daarvan moet men zich af vragen of de samenstelling van dit eerste deel van „De Tien" beantwoordt aan het doel, dat de redactie zich stelde. Vijf bij dragen vormen de inhoud van dit proza boek: een drietal novellen en twee frag menten uit (reeds verschenen) romans. Het is tegen deze beide laatste dat ik bij de hier gedane keuze ernstige be zwaren gevoel. En wel om twee redenen. Allereerst kan wat de lezer hier als frag ment wordt voorgelegd, in ongeschonden staat in het verband dus van de totale roman-compositie worden genoten. Waarom zou men het lezerspubliek de lite raire vinger toesteken als men het de volle hand kan reiken? Ernstiger nog telt dit bezwaar, zodra het romans betreft, waar aan men do^r hun structuur geen delen kan ontlenen zonder er, omdat zij uit hun compositorisch verband zijn genomen, li terair schade aan te doen. Eén der roman fragmenten is gelicht uit_ Cola Debrot's „Bewolkt Bestaan", een roman die ik on langs in deze rubriek besprak en als kunst weg niet ten volle kon waarderen van wege' de verwarde, soms zelfs rommelige compositie, waardoor de lezer zich onge meen moet inspannen, wil hij de alleszins belangrijke strekking volgen. Een afzon derlijke hoofdstuk, zoals in deze bundel is opgenomen, doet de" kwaliteiten van Debrot's roman in nog minder mate tot hun recht komen. Wel is de opneming van dit fragment kenschetsend voor de werk en schrijfwijze van deze auteur, voor zo ver de tekst afwijkt van de voltooide ro man. Zelfs bij een meester in de compo sitie als §imon Vestdijk doet zich het na deel van een fragmentarische publicatie gevoelen. Wel koos hij als bijdrage „De Jeugd van Gerard Criellaert", het aan- vangshoofdstuk van „De Vuuraanbidders" Frits Schuurman wordt 50 jaar Een bekende figuur in het Haagse mu ziekleven, Frits Schuurman, de eerste diri gent van het Residentieorkest, zal deze maand 50 jaar worden. Frits Hans Erich Schuurman werd 25 Juni 1898 te Nijmegen geboren. Zijn eerste muziekonderricht ontving hij van Hendrik Andriessen. Later ging hij naar het Am sterdams Conservatorium, waar Sem Dresden hem opleidde in compositie en directie. In 1921 cum laude geslaagd voor het eindexamen, studeerde hij te Parijs verder onder leiding van Albert Roussel. Voorts maakte hij reizen door Frankrijk, Spanje, Portugal en Noord-Afrika. Van 1926 tot 1931 was hij adjunct-direc teur van de muziekschool van het Amster dams- Conservatorium. In 1931 volgde zijn benoeming tot di rigent van de Haarlemse Orkest Vereni ging en van de Koninklijke Liedertafel „Zang en Vriendschap". In 1938 ging hij naar 's-Gravenhage, waar hij, als opvolger van Peter van Anrooy, dirigent van het Residentieorkest werd. Ook in het buitenland trad hij her haaldelijk als dirigent op. Verder versche nen verschillende composities van zijn hand, o.a. liederen, werken voor orkest en koor en muziek voor ballet. De heer jSchuurman is gehuwd met de violiste Maria Neuss. De Franse regering benoemde hem tot ridder in het Legioen van Eer. Vier beroemde genotsmiddelen tegen pijnen. Wanneer zware hoofdpijn, hevige rheuma- tische of andere pijnen U het leven moeilijk maken, neem dan eens Chefarlne „4". Elk tablet bevat 4 geneesmiddelen, die elk stuk voor stuk in de hele wereld al beroemd zijn. Het helpt ook dan, wanneer een ander mid del geen baat brengt. TEGEN PUNEN EN GRIEP - 20 TABLETTEN Agenda voor Haarlem ZATERDAG 19 JUNI De Leeuwerik: Uitvoeringen door leerlin gen van Cor Teves. 7 uur. Spaarne: „De zwarte piraat", 2,30. 7,00 en 9.15 uur. Rem brandt: „Monsieur Verdoux", 18 j„ 1.45. 6.45 en 9.15 uur Palace: „Nattigheid", alle leeft., 2.00. 415. 7.00 cn 9.15 uur. Frans Hals: „Het geheim van de biecht", 14 j. 2.30. 7.00 en 9.15 uur. Citv: „Tl Poverello". 14 j„ 2.00. 4.15, 6.45 en 9.15 uur. ZONDAG 20 JUNI Bioscopen. Middag- en avondvoorstellingen MAANDAG 21 JUNI Bioscopen. Middag- cn avond voorstellingen (een in vele opzichten voortreffelijke ro man uit de Tachtigjarige Oorlog). Maar waar deze roman juist in zijn tweede en derde deel zich in zijn volle kracht ont plooit, omdat daar de aanvankelijk vage figuren zich al scherper aftekenen, doet dit inleidend onderdeel hoewel zeer lezens waard de bijzondere kwaliteiten van Vestdijk's „Vuuraanbidders" roman van historische conflicten, waarin symbolisch Vestdijk's eigen problematiek zich onper soonlijk en daarom zinvoller dan in enig ander werk van zijn hand onthult on voldoende eer aan. Niets dan waarderende woorden kunnen worden gezegd over de drie novellen. Jeanne van SchaikWilling's „Mijn wil staat achter de deur" is, voor wie wèl leest, een proeve van alle kenmerkende en lof felijke eigenschappen, waarover deze schrijfster beschikt: haar visueel talent, haar diep-doordringend psycho-anajystisch vermogen, haar gave tot ontmaskering van de werkelijkheid door een fantastische symboliek. Suggestief-beklemmend is de novelle van mevrouw A. H. NijhoffWind: „De Vlucht", vol kinderangst, gebondenheid van het kind aan de moeder, droomsym boliek, neergeschreven in een zeer waak zame soberheid, ondanks de nevelig-ver- ijlende bedreiging van deze nachtelijke vlucht vergeefse vlucht, waarvan een ieder de diepere zin maar voor zichzelf peilen moet. Rest dan nog Theun de Vries' bijdrage, de novelle „Foxherne", die ik tot het beste reken, dat de schrijver van „Stiefmoeder Aarde" publiceerde. De „couleur locale", veer uitgaande boven wat gemeenlijk in de zogenaamde streekromans geboden wordt, wint hier zozeer aan diepte door haar verbinding met het menselijke, dat deze vertelling tot een eenheid is geworden van beeld en gedachte, zin en uitdruk kingsvorm, waarvoor men niet anders dan bewondering kan hebben. En nu de conclusie: de „Tien" kan een voortreffelijke bijdrage worden tot ons verhalend proza, indien de Redactie zich beperkt tot het verhaal, de novelle, voor zover deze aan de strenge eisen van een in eigen beslotenheid rustende vertelling voldoet. Opneming van romanfragmenten lijkt mij alleen dan verantwoord, indien zij compositorisch een afgerond geheel vormen. Anders wordt èn aan de kwali teiten van de betrokken auteur èn aan de leesbaarheid van „De Tien" tekort ge daan. En daarvoor is dit initiatief te veel waard. C. J. E. DINAUX. Herziene „Beggar". De English Opera Group, die de uitvoering van „The Beggar's Opera" in de nieuwe toonzetting van Benja min Britten zal vertolken, komt Donderdag middag 24 Juni met een speciale Skymaster op Schiphol aan. De continentale première van deze her schepping van John Gay's opera wordt Vrij dag in de Stadsschouwburg te Amsterdam ten tonele gevoerd. 26 Juni is er een voorstel ling in Utrecht. 28 Juni herhaling in Am sterdam, 29 Juni in Rotterdam or op 30 Juni en 1 Juli in het Kurhaus te Sche%Teningen. ROZENSTRAAT 13 ervoert l"w meubelen cn racbten naar alle plaatsen TEL 20020 f Adv.) Duizend leerlingen namen aan vaardiglieidsproeven deel Meer dan duizend jongens en meisjes van de zesde klassen van openbare en bijzondere scholen in Haarlem namen Vrijdag deel aan de vaardigheidsproeven in gymnastiek en atahletiek, uitgeschreven door de afdeling Haarlem van de Vereniging van leraren en onderwijzers in de lichamelijke opvoeding in Nederland. De organisatoren treffen het vrijwel elk jaar met het weer. zodat ook nu de athletiek- proeven, die op het gemeentelijk sportterrein aan de Kleverlaan werden afgenomen, onge stoord konden afgewerkt worden. Voor de gymnastiekproeven waren zalen in verschillende stadsdelen aangewezen. Bij mislukking mocht een oefening overge daan worden. Gelukte de herhaling onder gejuich van de klassegenoten, die met span ning het resultaat hadden afgewacht dan kon nog een voldoende worden genoteerd. Van de acht onderdelen mocht er hoogstens één onvoldoende zijn voor het behalen van het vaardigheidsdiploma, dat onmiddellijk na het middaggedeelte werd uitgereikt. Dank zij de voorbereiding door de heren C. G. Jonkergouw en A. P. Bosman en de lei ding op de dag zelf van de heer N. F. P. Max verliep het afnemen van de proeven vlot en ordelijk. Ook een aantal klasse-onderwijzers verleende medewerking. Origineel Zweeds Woensdag 23 3uni a.s. TEL. 16840 (Zweeds Rest.) Haarlem Reserveert Uw tafel (Adv.) Dit is het toppunt. Hier tegen valt niet meer te redeneren, zelfs niet met de gewichtigste textiel- nood-argumenten. Want wat deze lange rok aan gratie en charme ver toont, weegt ruimschoots op tegen die paar meter- tjes sto/> die hij méér vraagt. Dit feeëngewaad vormde de sensatie der Ascot-renbaan en was als 't ware een glim lachende reclamezuil voor de new look". Het ensemble bestaat (oppervlakkig bezien, zoals het betaamt) uit een georgette japon met organdi overjurk, of, zo men wil, uit een organdi- japon met georgette on derjurk, de laatste ge sierd met een bloemrijke zoom. De strooien hoed i met wijde kinband vormt de punt op deze sier- lijfce i. Haarlem teil niet alleen zorgen voor een hartelijke ontvangst, maar ook voor icerk voor zijn jonge mensen Eindelijk is zekerheid verkregen over de datum! Het Kennemer bataljon de groep oorlogsvrijwilligers die voornamelijk af komstig zijn uit Haarlem en de omgeving gaat 21 Juni in Indië scheep op de „In- drapoera", zodat de aankomst in ons land omstreeks 12 Juli te verwachten is. Voor de jonge mannen zelf een belang rijke gebeurtenis. Niet minder voor hun familieleden. Een blij wederzien na enige jaren van scheiding. Helaas is er nu ook schaduw; 26 van de 800 jonge mannen die 29 November 1945 met dit bataljon naar Indië trokken om daar hun plicht voor het vaderland te vervullen, zijn gesneuveld. Voor de familieleden van deze slachtoffers zijn zware dagen in het zicht, want terwijl zij, die er gespaard bleven met opgewekt heid begroet zullen worden, voelen zij het gemis weer dubbel! Gedurende het verblijf in Indië is het bataljon verminderd tot 500 man. Dit komt ook door de afvloeiing we gens verwondingen, afkeuringen, gebleken ongeschiktheid, enzovoort. Van de 500 Kennemers die terugkeren zijn er 201 uit Haarlem afkomstig. Haarlem maakt zich op om de jonge man nen, die in Indië hun plicht jegens het vaderland vervullen, een goede ontvangst te bereiden. Maar om daarin te slagen moet er veel gedaan worden. Niet alleen door de dames cn heren die in de Demobilisatieraad en verschillende daarbij betrokken comités zitten, maar door een groot deel van de gehele burgerij. Ieder moet doordrongen zijn van de noodzakelijkheid en ook de billijkheid dat de jonge mensen die naar Insulinde trokken om daar, met de inzet van hun persoon en leven, op te komen voor de belangen van ons vaderland, weer volledig kans krijgen om zich een plaats te veroveren in onze samenleving. Zij gingen voor ons naar Indië en daarom hebben allen die hier achterbleven de plicht om de gedemobiliseerden inderdaad met „open armen" te ontvangen! De Haarlemse Demobilisatieraad, die on der voorzitterschap staat van burgemeester mr. P. O. F. M. Cremers, heeft vier be langrijke commissies, die onder leiding staan van de volgende heren als voorzit ters: Ontvangst: P. J. Kapteijn; Werkgele genheid: A. P. M. van Riel (directeur van het Gewestelijk Arbeidsbureau); Wethou der A. J. M. Angenent: Huisvesting en wethouder mr. S. C. v. d. Wall: Sociale Zaken. Er is al veel voorbereidend werk verricht, waarvan in de komende dagen wel meer zal blijken. Reeds nu kunnen wij iets mededelen over de Werkgelegenheid. Werk voor de gedemobili- seerden De Kennemers die nu komen zijn niet de eerste gedemobiliseerden. In de afge lopen maanden kwamen er reeds 150 uit Haarlem. Het is gelukt die op een enkele uitzondering (zogenaamde moeilijke geval len) na weer in het arbeidsproces op te nemen. Met de ruim 200 Haarlemmers die nu komen zal het ongetwijfeld meer moei lijkheden bezorgen. Allereerst omdat er nu in eens zo'n grote groep komt. Maar dat is het niet alleen. Uit de onderzoekingen is gebleken dat de jonge mannen, die nu in aantocht zijn, in het algemeen nog geen bestemming hadden toen zij Haarlem ver lieten. Er zijn er namelijk heel weinig onder die aanspraak kunnen maken op herplaatsing bij hun vroegere werkgever. Onverklaarbaar is dit trouwens niet zo vertelde ons de heer Van Riel, de directeur van het Gewestelijk Arbeidsbureau. Er waren veel jongens van 18, 19 en 20 jaar onder die vijf oorlogsjaren achter de rug hadden, die voor de meeste jongelui niet veel hebben betekend - voor een vakoplei ding. Het overgrote deel dezer gedemobili seerden moet zich dus nog een plaats in het arbeidsproces veroveren. Een deel is van zins zijn studie voort te zetten. Zo nodig zal de staat daarbij de helpende hand bieden. Spiegeltje, Spiegeltje aan de wand Wie betaalt het meeste geld voor net gebruikt meubilair in het land? Dat Jrehoeft U mij niet te vragen, dat kunt U dagelijks zien op Hoole zijn vracht- wagen. Want die betaalt de beste ^prij zen voor alle voorkomende huishoude lijke artikelen, o.a. kleden, lopers, ta pijten, hele of gedeeltelijke inboedels, naaimachines. Taxatie geheel vrijblij vend. Spreek met de firma en het komt in orde. (Eigen vervoer zonder reclame). Beleefd aanbevelend Firma M.C. Hoole en A. v. Gooi RIJKSSTRAATWEG 250 HAARLEM-N. U belt 22787 of zendt briefkaart en wij DE SITUATIE DIE GESCHAPEN is door het bevriezen van de opbrengst der Amerikaanse films in Engeland heeft niet nagelaten het onderwerp van intensief hoofdbreken door de Amerikaanse film magnaten te zijn. In feite waren er twee mogelijkheden om deze voor de Amerika nen zo belangrijke rolprentmarkt niet ver loren te doen gaan. De eerste mogelijkheid was een invasie van Amerikaanse filmmensen in Engeland, het vestigen van een Hollywood-filiaal ilttet alle gevolgen van dien, de tweede was een samenwerking tussen Engelse en Ameri kaanse producenten met het doel films te maken die zowel voor het Engelse als, het Amerikaanse publiek aantrekkelijk zouden zijn. De heren Selznick en Goldwyn, die aan de Amerikaanse kant van de overeenkomst staan, hebben de laatste gekozen en Selznick leverde daarbij het interessante v commentaar: „Ik ben er j-i.-i stellig van overtuigd dat p 1 I f-p in Engeland enige van de i. 11111 I grootste successen van de toekomst door dit plan tot stand zullen komen, zonder dat er ook maar enige concessies zullen behoeven te worden gedaan aan de artisticiteit die de producten van deze vooraanstaande En gelse filmmakers steeds gekenmerkt heb ben". Deze opmerking opent een wereld van belangwekkende speculaties. Maar wij wil- r len daar niet aan beginnen zonder eerst te wijzen op de bescheidenheid die uit Selznicks woorden spreekt wanneer hij het heeft over de inderdaad grote artisticiteit van de Engelse producten en het feit dat hij ruiterlijk voor zijn mening uitkomt dat „succes" en grote artistieke waarde in de regel althans niet samengaan. De vrees dat, hoezeer deze samenwer king tussen Amerika en Engeland (in dit geval vertegenwoordigd door Sir Alexan der Korda) ook gezond kan zijn voor de materiële positie van de industrie, de ar tistieke waarde wel eens in het gedrang zou kunnen komen, is zeker niet ongegrond. Zulks is het best toe te lichten aan de hand van een voorbeeld. Het eerste resul taat van de besprekingen is dat Korda en Goldwyn in Augustus zullen beginnen met de verfilming van baronesse d'Orczy's boek „De rode Pimpernel" (no. 3 al). De film zal worden geschreven, geproduceerd en geregisseerd door de befaamde „Archers", Michael Powell en Emeric Pressburger. De hoofdrol, Sir Percy Blakeney, zal worden vervuld dpor David Niven. Voor de vrou welijke hoofdrol van Marguerite Blakeney zal een Franse actrice worden gezocht. Ziedaar een film die du£* Engelsen en Amerikanen gelijkelijk zal moeten bekoren, zonder dat afbreuk wordt gedaan aan de artisticiteit van de Engelse industrie. Wat het eerste betreft hoeft men waarschijnlijk geen angst te koesteren. Powell. Pressbur ger en Niven hebben al meer getoond dat zij gedrieën een vlot en perfect team kun nen vormen. (Men herinnert zich „Een zaak van leven en dood"). Maar wat het tweede punt betreft is men meteen al minder overtuigd. Al moet deze eerste Anglo-Amerikaanse spruit nog gebo ren worden. Goed, de mogelijkheid bestaat dat P. P. met een sublieme en volkomen nieuwe bewerking van dit romantisch ge geven komen. Dat zij in staat zullen zijn dit erg aardige maar volstrekt onbelang rijke verhaaltje een kleur, humor en origi naliteit te geven, die't uit zichzelf niet kan opbrengen. Zij hebben dat al eens gedaan met „I know where I'm going" hoewel dat verhaal door zijn volkomen pretentieloos heid meer ruimte gaf voor zo'n experiment. Voorshands kan men gevoegelijk aanne men, dat die Rode Pimpernel alleen van de vorigen zal verschillen door een nog grotere amusantheid en een nog grotere geraffineerdheid plus een dosis van de be kende „P P-trekjes". Kan men vrezen dat het een alleraardigste „show-boat" zonder diepgang wordt. De eerste van een serie films, die op twee ongelijke benen loopt Een beetje knullig onderwerp dat appelleert aan de gemoedelijke oppervlak kigheid van de doorsnee bioscoopbezoeker gehuld in een kleed bestikt met pareltjes van Engelse humor. De eerste van een serie die haast in dalende lijn moet gaan, omdat die humor zijn inspiratie niet alleen vindt in een brede stroom van dollars, hoe ver kwikkend die ook mag zijn. Wü vrezen met enige vreze. W. L. B. Anderen moeten geschoold worden voor een vak. Op de rijkswerkplaats (waar on derwijs wordt gegeven in de metaalvakken, alsook in timmeren en metselen) kunnen er onmiddellijk veertig geplaatst worden. Op de rijkswerkplaats in Amsterdam is ook nog plaats voor schilders. Daarnaast zal op de bedrijven een be roep gedaan worden om jonge mensen op te nemen om tot vakarbeider te worden opgeleid. Uit de overheidskas wordt aan de leerlingen in die tijd een toeslag op het loon betaald. Verschillende bedrijven heb ben zich reeds bereid verklaard in deze te willen medewerken. Er blijkt veel liefhebberij te zijn voor een opleiding tot motor-monteur. Daarom wordt in het bijzonder medewerking ge vraagd van garagehouders om daarvoor plaatsen beschikbaar te stellen. Er is ook een vrij grote groep onder de gedemobiliseerden die geen lust heeft nog een vak te leren, of daartoe niet geschikt is. Voor deze jonge mensen, die toch ook in de toekomst aan het werk moeten gaan, wordt de hulp ingeroepen van allen die personeel in dienst hebben. Hier en daar is wel een gaatje te vinden om nog iemand aan voor hem passend werk te helpen. De vertegenwoordigers van werkgevers en werknemersorganisaties, die in de De mobilisatieraad zitting hebben, woonden ons gesprek met de heer Van Riel bij. Ook zij dringen er bij de werkgevers op aan deze volle medewerking te verlenen. Een der werkgevers zei: „De jonge mensen brachten voor ons een offer toen ze naar Indië gingen, nu moeten wij er niet tegenop zien een offer voor hen te brengen om ze de weg te openen naar een plaats in de maatschappij, waarop zij aanspraak mogen maken". De heer Van Riel verzocht werkgevers die een plaats kunnen vrijmaken, daarvan opgave te doen aan het Gewestelijk Ar beidsbureau. Het is zo veel van betekenis dat ae onzekerheid voor vele jonge mannen wordt weggenomen. De stemming van de gedemobiliseerden is. zo wordt door de mensen die uit Indië komen verzekerd, goed. Er bestaan geen overdreven ver wachtingen en allen zien in, dat zij zullen moeten aanpalftten. moeten werken, om zich een bestaan te veroveren! De ontvangst De Demobilisatieraad zal voor èen har telijke ontvangst zorgen. Vermoedelijk zal hel gehele bataljon (dus niet alleen <le Haarlemmers) op Zaterdag 24 Juli d6 ge hele dag en avond de gast van Haarlem zijn. Het programma staat nog niet vast, maar het is wel de bedoeling dat er een officiële ontvangst ten Stadhuize zal plaats hebben, gecombineerd met een mars door de stad. Er wordt ook een plechtige bijeen komst gehouden om de gesneuvelden te gedenken, 's Avonds zal een gezellige bijeenkomst de dag besluiten. De avond te voren hebben kerkdiensten plaats, waar schijnlijk in de Grote Kerk en in de Cathe- draal aan de Leidsevaart. Zomercoiieert der H.O.V. De jeugdige pianist Theo Bruins, die op het H.O.V.-concert van Vrijdagavond het pianoconcert in bes kl. t. van Tschaikowsky kwam spelen, imponeerde op de meest na tuurlijke wijze. Hij speelt verbazend knap piano; ontwikkelt een geweldige kracht, wat een lenig reageren niet uitsluit; hij laat met vurig temperament de pathetische stuwingen der "muziek opzwaaien en blijft bij dat alles volmaakt beheerst. Men krijgt geen ogenblik de indruk dat het spel van die 18-jarige knaap niet door zijn eigen impulsen zou zijn gevoed. De oerkracht der muziek, die de primitieve instincten bij hem wakker roept, sleept hem mee en hij gaat er in op en wordt als vertolker zelf een deel van die oerkracht. Er is geen aar zeling in dit spel, het werkt als een natuur lijk phenomeen en men geeft er zich direct bij gewonnen: het overtuigt. Uit deze jonge kunstenaar kan zeker iets heel bijzonders groeien, wanneer dit sterke en gezonde talent door het leven zal zijn verdiept en verinnigd. Het uiterlijke bra- vour van Tschaikowsky gaf hem nu de gunstigste kansen: na normale ontwikke ling zal hij goede kansen te over hebben. Theo Bruins: een naam om te onthouden! Als hij weer eens op ons podium verschijnt moge de zaal, evenals nu, te klein zijn. Na het ovationeel succes van zijn optreden kan het niet uitblijven, dat Haarlem hem gauw weer eens te horen krijgt. De avond, die onder leiding stond van Kees Hartvelt, werd geopend met de Sere- nata Notturna in D voor Strijkkwartet, strijkorkest en pauken van Mozart, en werd besloten met de Italiaanse symphonie van Mendelssohn, die de aangekondigde Vierde van Bruckner verving. In verband met het programma en met het karakter van een Zomerconcert was die ruil lang niet slecht. Mijns inziens had men voor het stuk van Mozart ook wat anders mogen geven, iets wat beter de nabijheid van Tschaikowsky verdraagt dan deze delicate Notturna. Wat de symphonie van Mendelssohn be treft, deze werd vlot en goeddeels in góed klankevenwicht vertolkt. JOS. DE KLERK Heemstede sluit een geldlening Aangezien geen rijksvoop>Qhriften wor den verstrekt voor het bouwen van de tien woningen aan de Vijfherenstraat en de drie en vijftig woningen ten Westen van de Raadhuisstraat te Heemstede, stellen B. en W. de gemeenteraad voor een geldlening aan te gaan van 795.000 met de Rijksver zekeringsbank te Amsterdam tegen een rente van 3 pet. voor de eerste tien jaar en daarna van 3'£ pet., om de kosten van de bouw te dekken. Partij van de Arbeid A.s. Maandagavond belegt de Partij van Arbeid een openbare vergadering in het bijzonder voor winkeliers, kleine nering doenden en zelfstandige ambachtslieden in restaurant Brinkmann. Grote Markt, waar de heer W. F. Happé zal spreken over „Middenstandsproblemen". Hierna wordt gelegenheid gegeven tot gedachtemvisse- ling. Over Muziek DE TAAL DER MUZIEK Nu ik weet dat er met concoursen niet te spotten valt zou ik kunnen besluiten de zaak opnieuw te bekijken en dan in alle ernst. Maar dat heeft weinig zin, want het geval is juist algemeen in volle ernst door vele mensen beschouwd en dat was onder andere de reden, dat ik nu eens een ander praatje wou maken. Maar ik vergeet dan I dat zoiets in ons land niet gemakkelijk welkom is. Ernst is ernst cn grapjes zijn I grapjes niet waar; hoe durf ik nu toch een en ander door elkaar te spelen? Af en toe meen ik dat een luchtige ironie op zijn plaats kan zijn, maar ik werd er altijd weer aan herinnerd dat men ernstig moet zijn, niet overdrijven mag, enz. Maar ons vak dwingt tot zoveel ernstige concentratie, dat een losjes-geuite spotternij een soort van afwisseling kan zijn, die reden van be staan heeft wanneer er geen mens of naam mee wordt geraakt. Ik zou nu gaan twijfelen aan mijn ernst en evenzeer aan mijn ironie. Maar ik ver lang er niet naar, deze begrippen altijd en in alle opzichten te scheiden. Een mu sicus moet erkennen dat gevoelens en ver beeldingen, mitsgaders gedachten, in on derlinge. moeilijk tc onderscheiden ver houdingen staan; alles vloeit nu eenmaal 'in ons vak en dat vindt allicht zijn weer klank in iedere uiting. Me dunkt, dit is nu toch ernstig; hierbij zou een ernstig man het lachen kunnen verleren, en dit zou dan toch juist weer jammer zijn. Welaan, laat mij opmerken dat het stuk van de heer Hanekroot voor velen zeer zeker een ge ruststellende aanvulling was van hetgeen ik schreef. Op het dagenlange, zeer interessante muziekfeest der „International Society for Contemporary music" werd niet openlijk om prijzen gestreden, maar in de hoofden der .toehoorders zal genoeg geworsteld zijn met meningen, met opwellingen van aller lei aard. Hocvclen zullen er geluisterd hebben in volkomen onbevangenheid? Hoe- velen zullen er in volle vrijheid hebben gewaardeerd of afgewezen? Niemand zal dit ooit kunnen weten of schatten: maar zeker is het dat het tot de geest van onze tijd behoort om. afgewend van alltf inner lijke romantiek, aan oordelen en registra ties te doen. Maar ook deze toestand zal wel te verdedigen zijn. En de geest van de tijd is immers zeer belangrijk! Ik las in de „Conversationsbüchcr" van Beethoven: „Aan de geest van zijn tijd niet toegeven, anders is het met de oorspronkelijkheid uit!" Maar Beethoven was als rechtgeaard musicus een ingewikkeld man en men kan zo'n uitspraak uitleggen zoals men maar wil. Is dit nu een spotternij op de doelstel lingen van de „International Society"? In 't geheel niet! Aan de ondernemende sec ties dezer vereniging moet men het dan ken. te kunnen kennis maken met muziek van allerlei persoonlijkheden, met allerlei originaliteiten. Men is bovendien bij de manifestaties der society zeker van voor treffelijke uitvoeringen, ZQdat men zijn vertrouwen kan geven aan het geluid dat men hoort. Dit is inzake moderne muziek een zeer belangrijk punt. Voor de meeste oren zijn de samenklank en de melodie vorming van nieuwe muziek moeilijk te verwerken; het komt er daarom zeer op aan dat men aan de getrouwheid der weer gave niet behoeft te twijfelen. De muziek is een taal met inhoud en vorm; haar grammatica mag voor de vak mensen blijven, maar de taal heeft een magische aantrekkingskracht op iedereen, die muzikaal is. Dc taal der muziek is echter niet in verschillenae'Europese talen verdeeld. Bij alle volks-onderscheidingen behoudt zij toch haar algemeen taai-eigen, haar idioom van nature. Naar dit onver klaarbare en toch eeuwig-duidelijke geheim wordt iedereen onweerstaanbaar aange trokken. En zo luistert de muziekliefheb ber naar deze indrukwekkende twee-een heid: de algemene taal der muziek en daarin dc aller-persoonlijkste uitspraken der componisten. Beurtelings (om zo te zeggen) spitst men zijn oreh op het een en op het andef, dikwijls poogt men vaak onbewust beide tegelijkertijd op te ne men. De vernieuwingen in de taal der mu ziek zijn ontdekkingen in het natuurgebied der muziek. Maar als men een componist een ontdekkingsreiziger mag noemen, dan moet men bij zijn levensbestemming niet alleen het natuurgebied van zijn vak, maar zeer zeker ook het onpeilbare rijk der* poëzie rekenen. Hij gebruikt de taal voor .de inhoud en wendt geen inhoud aan om de taal te. gebruiken. Ik neem het woord poëzie hier als korte term voor de onbe schrijfbare rijkdom aan aandoeningen en verbeeldingen, die aan de musicus moeten eigen zijn. Het is geen specifieke intellec tualiteit, die ik als waarborg voor deze poëzie oproep, het is de kracht en de diepte 'der rtiuzikaliteit zelve, die in hart en hoofd het wezen van dc componist bezielt. Dit wezen heeft geen verplichtingen aan de tijd, maar wel altijd aan de verhouding van taal cn inhoud. Zuiverheid van stijl is de juiste verhouding, is de1 eer der presen tatie. De waarde wordt door duurzaamheid bewezen, en wordt niet bepaald door taal vernieuwing, niet door doelstelling, niet door richtingen. Organische moderniteit is goed, modernisme is verkeerd. En wat de hoorder betreft: behoefte aan nieuwe me dedelingen is goed, maar waarde-bepaling op grond van taalverandering is verkeerd. Deze mening is niet conservatief of conservatorium-achtig, misschien zelfs mo derner dan gangbare opvattingen. Iedere dag van de componist is vrij, als een dag van de natuur: een dag zo oud als de we reld en toch telkens een nieuwe dag; en bij 't componeren is de kalender geen noodzakelijke handleiding. Als men veel nieuwe muziek bestudeert bemerkt men, dat er geen eenheid in de taalvorming bestaat. Dit is geen gebrek, madr een natuurlijke bestemming en dit verschijnsel is alleen maar lastig voor hen die er op uit zijn, een artistieke auto strada te leggen in het gebied van de kunst. Voor de componist bestaat zijrt eigen laboratorium en overigens zijn tuin der schoonheid. Hij kan ze geen van beide missen, maar, gasten ontvangt hij alleen in de open tuin, behalve als het regent. Zon der enige tegenspraak wordt de natuur binnenshuis op andere wijze geëerd dan buiten, maar de natuur is er altijd en dus ook de natuur van de componist. En dan is er nog veel en veel meer. maar wie heeft de moed en de beheersing dit alles te ken nen als verstandelijk bezit? De musicus be hoort de eerste bewonderaar en niet de kenner van het geheim te zijn. Men kan ploegen wat men wil, maar men moet God's watertje over God's akkertje laten lopen. HENDRIK ANDRIESSEN DISTRIBUTIENIEUWS Maandag beslaat er gelegenheid tot het af halen van distributiebescheiden tc: Haarlem: Sta tot en met Ste Zandvonrl: restant C, r. Jl. Heemstede: restant T en U.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1948 | | pagina 5