Haarlems Dagblad Twintig jaar tegen de ex generaal F. Christiansen geëist Internationaal comité richt zich tot de regeringen der Alliantie Europese vergadering is het meest urgent Zó was Zandvoort in 1939 Dr. Beel heeft opdracht nog niet teruggegeven Nederlandse bommenwerper in Schotland tegen een heuvel gevlogen en zo is Zandvoort nu Weerbericht J 63e Jaargang No. 18995 I Bureaux Grote Houtsti 93, Tel Adv en Admin I 10724 14825, Redactie 10600. DirecL-Hoofdred. I 15054 Bijkantoor H.N., Soendaplein 37, TeL 12230. I Drukkerij Z. B. Spaarne 12, Tel 12713. 10132 Directeur-Hoofdredacteur: Robert Peereboom Uitgave van de Stichting VoorlicMi Donderdag 22 Juli 1948 Verschijnt dagelijks behalve Zon- en Feestdagen. Abonnementsprijs per week 31 cent, per kwartaal 4,Franco per post 4,50. Postgiro 273107. Advert.tarieven op aanvraag by de Administratie. Haarlem Voor het Bijzonder Gerechtshof in Arnhem begon Woensdag het proces tegen de thans I 68-.iarige Friedrich Christian Christiansen, die in de bezettingsjaren bevelhebber van het Duitse leger in Nederland is geweest. Hem zijn slechts drie feiten ten laste gelegd: j het laten doodschieten van vijf Rotterdamse gijzelaars in Augustus 1942 als represaille voor een mislukte aanslag op een Duitse trein te Rotterdam; het laten fusilleren van tien ingezetenen van Haarlem in Februari 1943 ter vergelding van het doodschieten van een Duitse „Sanitater" en ten derde de vergeldingsmaatregelen tegen Putten in October 1944 nadat m de omgeving van het dorp een aanslag was gepleegd op een auto met Duitse militairen, ij De procureur-fiscaal eiste vanochtend tegen de beklaagde twintig jaar gevangenisstraf met aftrek van de tijd, sinds 15 Januari 1946 door deze in bewaring doorgebracht. Verdachte maakt Rauter voor leugenaar uit Over het doodschieten van de vijf gijze laars: mr. R. Baelde, Chr. Bennekers, mr. C. E. G. graaf van Limburg Stirum, W. Ruys en A. baron Schirnmelpenninck van der Oye, werd als eerste getuige Rauter gehoord. De president vroeg hem: „U was het niet eens met deze terechtstelling?" „Neen", antwoordde Rauter, „ik heb er Christiansen steeds op gewezen, dat eerst de daders moesten worden opgespoord. Ik heb zelfs medegedeeld, dat de S.D. de daders op het spoor was." Rauter verklaarde voorts, dat Christian sen aanvankelijk een lijst had opgesteld met namen van 25 personen», die gefusil leerd moesten worden. Later werd dit aan tal tot 5 gereduceerd. Rauter zeide, dat al- leen het O.K.W. („Oberkommando der kj Wehrmacht") en Christiansen verantwoor delijk zijn voor deze terechtstelling. „Ik was er tegen" zegt Rauter met stem verheffing. „Ik heb geprobeerd bij Seyss Inquart te interveniëren, maar deze kon zich tegen een bevel van de „Wehrmacht" niet verzetten Het doodschieten van gij zelaars druist tegen mijn gevoel in" riep Rauter uit. „Het is een bewijs van zwakte B2lJ der politie!" aa Christiansen antwoordde op de vraag, of 12 hij iets op deze verklaring had te zeggen, ontkennend. Schreïeder was de tweede getuige, die over het fusilleren van de vijf gijzelaars werd gehoord. Hij had met Van der Waals een onderzoek ingesteld naar de treinaan- e slag en kreeg het spoor van een der daders te pakken. Hij belde Rauter op en deelde mede, dat hij de daders op het spoor was, waarop Rauter hem vertelde, dat desalniet temin de executie zou worden voltrokken. „Befehl ist Befehl". 1 Christiansen beroept zich vervolgens op het bevel van het O.K.W. Hij ontkent energiek aangedrongen te hebben op hel doodschieten van twintig gijzelaars! De rijkscommissaris heeft er vijf van gemaakt Toen het bevel van het O.K.W. doorkwarr i| heeft hij tegen zijn adjudant gezegd: „Jetzt ist die Mordschweinerei im gange". Hij heeft persoonlijk honderdduizend gulden uitgeloofd voor de arrestatie van de dader. Tenslotte verklaart hij luid, dat Rauter gelogen heeft wanneer deze beweert, dat hij (Christiansen) direct aansprakelijk moet worden gesteld voor deze executie. Met bewogen stem herhaalt hij: „Es ist eine Unwahrheit, was Rauter'sagt". Hij zegt te hebben gesmeekt de executie niet te laten doorgaan. Plet O.K.W. en Seyss Inquart noemt hij als de verantwoordelijke instan ties. Hij heeft slechts de gijzelaars moeten laten arresteren en moeten laten fusilleren, maar hij heeft het nimmer vrijwillig ge daan en hij heeft ook nimmer het initiatief tot iets dergelijks genomen. Uitvoerig schetst Christiansen zijn positie als „Wehrmachts-befehlshaber". Hij heeft direct contact gezocht met generaal Win kelman. De verstandhouding met de Neder landse legerautoriteiten was volgens hem OlJ goed. „De verhouding tussen de Duitse legers en de Nederlandse bevolking was zelfs kameraadschappelijk" verklaart hij onder hilariteit van talrijke belangstellen den op de publieke tribune. Het initiatief om de Nederlandse krijgs gevangenen in 1940 in vrijheid te stellen ging van hem uit. Tien Haarlemmers doorgeschoten. Ten aanzien van het tweede punt der tenlastelegging, het doodschieten van tien Haarlemmers als vergelding voor een aanslag op een Duitse „Sanitater" op 30 Januari 1943 wordt Rauter weer als getuige gehoord. Het was zo zei hij onrustig in Haarlem, waar al meer aanslagen waren gepleegd. De weermacht achtte te Haarlem een alge mene preventieve maatregel nodig die de oproerige elementen zou intimi- teren. Hij schuift thans niet direct de schuld op Christiansen, doch verdedigt met klem het recht om représaillemaatregelen *te nemen. Hij beroept zich op gelijkluidende bepa lingen in het Britse en Amerikaanse strafrecht en vraagt opgewonden of het Hof zich wel realiseert in welke moei lijke positie een Duitse officier zich gedurende de oorlog bevond. De volgende getuige is de voormalige S. D.-chef Willy Lages. Met zachte, bijna onverstaanbare stem beantwoordt de vroe ger zo gevreesde Duitser de vragen van de president. Zijn mening is dat het dood schieten van 10 gijzelaars te Haarlem een aangelegenheid van de „Wehrmacht" is geweest. Overigens is hij bijna alles ver getenOok Christiansen herinnert zich van dit geval maar weinig. Hij heeft er iets van gehoord, maar hij is vrijwel overal buiten gelaten. Het bevel tot représaille maatregelen was afkomstig van het O.K.W. Rauter verklaarde dat het minimum aan tal executies voor deze aanslag op 10 be paald was in het desbetreffende bevel. Toen de president vroeg of <ij dat niet veel vond, antwoordde Rauter, dat het nu eenmaal een algemeen bevel was voor der gelijke aanslagen. Later zijn er geen aan slagen meer in Haarlem voorgevallen. Chrïsitansen merkte nog op, dat hem die algemene vergeldingsmaatregel niet bekend was. Wel had hij strenge vergeldingsmaat regelen voor de aanslag geëist. Putten. Als derde punt van de dagvaarding kwam e. tragedie van Putten aan de orde. Als eerste getuige verscheen de man, wiens naam onafscheidelijk met de Puttense ramp verbonden: Oberst Fullriede. Hij ver klaarde, dat hij de opdracht voor de repré saillemaatregelen met grote tegenzin en slechts ten dele had uitgevoerd. Von Wiih- lisch had het bevel gegeven, maar of hij of Christiansen het bevel had ondertekend, wist Fullriede niet meer. Persoonlijk con tact met Christiansen had hij nimmer ge had. Rauter nam hierna de gelegenheid te baat om zijn verantwoordelijkheid voor hetgeen in Putten gebeurd is, zover mogelijk van zich af te schuiven. De „Wehrmacht" zou in deze volstrekt zelfstandig hebben ge handeld. Wel had hij zich bemoeid met het lot van de gevangen genomen Puttenaren. Hij wilde, dat zij in Duitsland bij de Neder landse grens zouden worden tewerkgesteld. Maar de „Wehrmacht", in casu Von Wüh- lisch vond dit een te geringe straf en sprak zich uit voor Neuengamme, dat overigens volgens Rauter een „mild" kamp zou zijn. De procureur-fiscaal: „Zo mild, dat van de 400 mensen er 300 niet terugkeerden!" Volgens Rauter was de. tragische afloop van het drama van Putten volkomen aan Von Wiihlisch te wijten, hetgeen echter in tegenspraak is met de inhoud van een rap port, dat Rauter eens aan Himmler zond en waarin hij Von Wiihlisch afschilderde als een „zachtaardige lafaard" en een „Sa- lonmensch", die te pas en te onpas met het landoorlogsreglement kwam aandragen. Rauter zeide nog, dat hij, toen hij hoorde dat Putten met de grond gelijk zou worden gemaakt, heeft voorgesteld slechts tien of twintig huizen te verbranden. Rauter ontkende tenslotte zo heftig iets met hetgeen in Putten gebeurd is te maken te hebben, dat de procureur-fiscaal hem toevoegde: „u staat hier niet als verdachte." Hierna werden schriftelijke verklai'ingen van wijlen Von Wiihlisch voorgelezen, Daarin staat, dat Christiansen na ontvangst van het bericht over de aanslag bij Putten had gezegd: „Das ganze Nest soil ange- stochen werden und die Manner gegen die wand gestellt". Hij zou echter de volgende dag kalmer over de zaak hebben gesproken. Christiansen bevestigde de verklaring van Von Wiihlisch aangaande deze actie, die zijn instemming had, maar van het be vel zelf herinnert hij zich vrijwel niets meer al zeide hij er van overtuigd te zijn, „dat de procedure een normaal verloop heeft gehad." „Ik wist niets van concentratie kampen." Breedvoerig weidde Christiansen uit over de totstandkoming van het fatale bevel. Hij zeide, niets van concentratiekampen Duitsland te weten, niets van Neuengamme en niets van het verdere lot van de Putte> naren. Hij ontkent iedere verantwoorde lijkheid voor Putten. „Wat bent u toch voor een officier?" vraagt hierna de raadsheer prof. dr. Van Eek, „wanneer u zelfs de belangrijkste be richten of bevelen niet kent of daar buiten gehouden wordt". „Daarop kan ik geen antwoord geven", zegt Christiansen. „Het zwaartepunt lag bij de staf", ver klaart Rauter op een vraag van de presi dent, hoe of het mogelijk is, dat Christian sen buiten alle belangrijke zaken kon wor. den gehouden. Voordat de zitting tot de volgende dag verdaagd wordt, legt een lid van de illegale Wimgroep, die door het „Kriegsgericht" ter dood veroordeeld was, een verklaring af. Hij zegt dat hij en 48 andere leden van deze groep het aan Christiansen te danken zou den hebben, dat zij niet zijn gefusilleerd. Requisitoir De zaak Christiansen werd hedenmorgen voortgezet met het verhoor van Fullriede en nogmaals Christiansen, die het zeer be treurde, dat er geen van zijn naaste mede werkers aanwezig was om, zoals hij zeide, „klaarheid te brengen in de Puttense af faire". Hierna begon mr. G. Fikkert, de procu reur-fiscaal zijn requisitoir, waarin hij uit voerig de juridische en militaire bevoegd heden van generaal Christiansen als „Ober- befehlshaber der Wehrmacht" in Neder land schetste. Hij was hier de onderge schikte van Hitier, wiens bevelen hij ont ving door middel van het „Oberkommando Wehrmacht" en was ter beschikking gesteld van rijkscommissaris Seyss Inquart. Ten aanzien van het eerste punt van de ten laste legging merkte mr. Fikkert op, dat in het algemeen de terechtstelling van gij zelaars niet strijdig is met het oorlogsrecht, al is hij persoonlijk van mening, dat het nemen van gijzelaars nog niet direct het doden van gijzelaars behoeft te impliceren. Het systeem echter, om gijzelaars, die niets met een aanslag of sabotagedaad te maken hebben te fusilleren teneinde de bevolking schrik aan te jagen is „made in Germany". Naar het oordeel van de procureur fiscaal is inzonderheid 't terechtstellen van de vijf gijzelaars in Goirle bepaald strijdig met tiet oorlogsrecht. Het is een représaille daad, die slechts dan gerechtvaardigd zou zijn, wanneer de dader of daders van een aanslag niet kunnen worden gevonden en door het uitblijven van verdere maatrege len de veiligheid van de bezetter in groot gevaar zal worden gebracht. Volgens de procureur-fiscaal is aan deze voorwaarden bij het fusilleren van de vijf gijzelaars te Goirle allerminst voldaan. Christiansen is daarom schuldig, omdat hij als militair be velhebber verantwoordelijk is voor het doen neerschieten van deze gijzelaars zon der af te wachten of de daders van de spoorwegaanslag, die Schreieder reeds op het spoor was, gearresteerd zouden worden. Ondanks de interventie van Rauter en Schreieder weigerde Christiansen elke op schorting van de executie. Een beroep op overmacht kan ook niet als serieus worden aanvaard. Ook ten aan zien van het tweede punt in de ten laste legging achtte de procureur-fiscaal Chris tiansen sehPldig aan overtreding van het oorlogsrecht. Over een politie-onderzoek naar de dader wordt niet gesproken. In tegendeel, Christiansen drong er bij de rijks commissaris op aan om twee dagen na de aanslag te Haarlem de tien gijzelaars in de Bloemendaalse duinen te laten fusilleren. Er waren geen représaillemaatregelen als uiterste middel toegepast. Ten aanzien van de Puttense affaire, verwijst mr. Fikkert naar de verklaringen van Von Wiihlisch en Christiansen zelf, dat het vitale bevel voor de verwoesting van Putten door Chris tiansen een vaststaand feit is. Christiansen wist van de actie Putten af en heeft deze sancties gegeven. Hij moet van de depor tatie van de mannen naar Duitsland afge weten hebben. Waren er voor Fullriede veel verzachtende omstandigheden in aan merking te nemen, ten aanzien van Chris tiansen kan hiervan niet worden gesproken. Slechts één verzachtende omstandigheid n.l. het feit, dat Fullriede slechts een klein gedeelte van de opdracht heeft uitgevoerd, kan worden aangevoerd, maar dat is waar lijk niet aan Christiansen te danken. De procureur merkte voorts op, dat de Duitse politie ongetwijfeld in het algemeen de meeste schuld heeft aan het terreur- régime in Nederland, Christiansen speelde een secondaire rol. Christiansen was echter geen nul in politieke zaken. Hij voorzag zich steeds door middel van spionnen van inlichtingen, was z.g. boerenslim, maar geenszins opgewassen tegen de sluwe Seyss Inquart. „Ik geloof ook niet", aldus mr. Fikkert, „dat hij van misdadige inborst in de gewone zin van het woord is. Hij meen de: „het doel, n.l. het-grote „Derde Rijk", heiligt alle middelen". Hoe dit alles nu overigens ook zij, de procureur-fiscaal meende in ieder geval, dat aan onze on schuldige doden zowel als aan de toekomst van de nog in de kinderschoenen staande rechtspraak omtrent oorlogsmisdrijven de verplichting geldt het vergeldingsele ment in de opgelegde straf niet te verwaar lozen. De procureur-fiscaal kwalificeerde Chris tiansen als een grootmeester in het ontwij ken van rechtstreekse antwoorden, in het zich niet herinneren van bepaalde feiten en in het verwijzen naar hetzij de advie zen van zijn staf, hetzij naar door hem van hogerhand ontvangen bevelen. Het mag dan zijn, dat volgens Rauter verdachte voor zijn kameraden en onder geschikten een zeer goed mens is geweest, uit het geheel der gegevens komt een beeld naar voren van een „Wehrmachtsbefehls- haber" die, voortgekomen uit de nationaal- socialistische gelederen, een ogendienaar was van Gqring en Hitier, meer als par- tijvriendje en generaal honoris causa dan als bekwaam militair deskundige, die in een machtspositie is geplaatst, van waaruit hij, in stede van op grond van eigen kennis en inzicht een menswaardig bezettings regiem te onderhouden en zich tegen ex cessen te verzetten, niets in het belang van het Nederlandse volk heeft onderno men en aan het systeem van vergelding en terreur heeft medegewerkt, zich dek kend naar onderen op de adviezen van zijn staf en overigens eenvoudig varend op het kompas van de hem van bovenaf verstrekte bevelen. De procureur-fiscaal acht de ten laste gelegde feiten wettig en overtui gend bewezen en vorderde een ge vangenisstraf voor de tijd van twintig jaar met aftrek van de tijd, door ver dachte sinds 15 Januari 1946 in bewa ring doorgebracht. INITIATIEF VOOR EUROPA'S EENHEID Duncan Sandys, voorzitter van het uit voerend orgaan van het Internationale Co mité der Bewegingen voor de Eenheid van Europa dat het congres van Europa in Den Haag heeft georganiseerd heeft aan minister Van Boetzelaer een schrijven gezonden van de volgende inhoud: „Het Internationale comité der Bewegin gen voor de Eenheid van Europa heeft met voldoening vernomen, dat het voorstel tot instelling van een Europese Assemblée is besproken tijdens de conferentie van de ministers van Buitenlandse Zaken in Den Haag en dat deze kwestie nader zal worden overwogen door hun respectieve regerin gen. Over drie belangrijke vragen van beleid dienen beslissingen te worden genomen. Ten eerste: welke bevoegdheden zullen worden toegekend aan de Assemblée. Ten tweede: de samenstelling van de Assem blée en de wijze, waarop haar leden zullen worden aangewezen. Ten derde: De vraag De radicaal André Marie Frans kabinetsformateur Poging tot vorming van rechtse regering De Franse president, Vincent Auriol, heeft André Marie, minister van Justitie in de afgetreden regering van Robert Schu- man, radicaal, verzocht een nieuw kabinet te vormen. Marie heeft de opdracht aan vaard. In welingelichte kringen te Parijs ver wacht men dat André Marie, wiens radi cale groep de kleinste is van de partijen der zogenaamde derde macht, zal trachten een kgbinet te vormen, dat rechtser is dan het vorige en ministers uit de socialistische, radicale, gematigde en rechtse partijen zal bevatten, alsmede uit de M.R.P. Marie is sinds Januari 1947 achtereen volgens in vier kabinetten minister van Justitie geweest. Hij heeft in beide wereld oorlogen het Oorlogskruis gekregen. Van 1943 tot 1945 heeft hij wegens verzets activiteit in het concentratiekamp Buchen- wald gezeten. Hij deed zijn intrede in het parlement in 1928 en is sedertdien steeds herkozen. Toen Marie in November j.l. werd ver zocht een regering te vormen weigerde hij om gezondheidsredenen. Hij is een in Buchenwald opgedane longaandoening nog steeds niet te boven. De kabinetsformateur is een vurig voor stander van het plan-Marshall. Tijdens een rede te Rouaan in April van dit jaar be schuldigde hij de communisten ervan, dat zij aanstuurden op een burgeroorlog. Zandvoort in Juli. Dat i. die als bijenkorven worden een beeld van drukte en bedrijvigheid, i zwermd door een wriemelende massa. i hotels en restaurants i zeestrand dat de altijd weerkerende vrolijke tonelen van bad- en zwemvteugde geeft. HotelsRestaurants Inderdaad, want deze foto werd genomen op 1 Juli 1939, In het midden de strandweg met links het Oranje-Hotel, de watertoren en Multiru rechts het Groot Badhuis. wie deze vertegenwoordigende vez'gadering zal bijeenroepen. Een comité onder voorzitterschap van de heer Ramadier heeft de eerste twee vra gen reeds in studie genomen en zijn aan bevelingen zullen op de kortst mogelijke termijn aan de regeringen worden aange boden. De vraag, wie de assemblée zal moeten bijeenroepen, is grondig besproken door Tiet Internationale Comité der Be wegingen voor de Eenheid van Europa tijdens zijn zitting te Parijs op 18 en 19 Juli j.l. Er zijn drie mogelijke instanties, die de verantwoordelijkheid op zich kunnen "hemen, namelijk de Europese regeringen, de Europese parlementen en de onafhanke lijke organisaties, die streven naar eenheid van Europa. Het Internationale Comité der Bewegingen voor de Eenheid van Europa zou gaarne zien, dat de regeringen of de parlementen de verantwoordelijkheid zouden dragen voor het bijeenroepen der assemblée. Mochten zij echter niet geneigd zijn daartoe over te gaan, dan is dit comité, bereid het initiatief te nemen. De vraag, wat de meest geschikte plaats voor de bijeenkomst van een Assemblée zou zijn en de organisatorische problemen, die met haar benoeming verband houden, worden reeds nu naarstig bestudeerd. Gezien de urgentie van deze zaak en het belang van duidelijke afbakening der ver antwoordelijkheid, zou het Internationale Comité der Bewegingen voor de Eenheid van Europa u willen verzoeken een kleine deputatie uit zijn midden te willen ontvan gen teneinde deze aangelegenheid te be spreken. Een gelijkluidend schrijven wordt door mij verzonden aan de ministers van buiten landse zaken van Groot-Brittannië, Frank rijk, België en Luxemburg. (was getekend) Duncan Sandys, voorzitter van de executieve van het Internationale Comité voor de Eenheid van Europa. Staking in Frankrijk uitgesteld Nadat de Franse vakverenigingen beslo ten hadden de staking van regeringsperso- neel uit te stellen totdat er een nieuwe regering was waarmee men kon onderhan delen, keerden de ambtenaren van de rege- ringsbureaux in de provincie en de meeste ministeries Woensdag weer naar hun werk terug. De ambtenaren van het ministerie van Financiën, waar de staking begon, bleven echter weg. Ex-N.S.B.-politieman veroordeeld De Bijzondere Raad van Cassatie behan delde Woensdag de zaak tegen P. J. Span nenburg uit Velsen, die door het Bijzondere Gerechtshof te Amsterdam tot 15 jaar met aftrek was veroordeeld, omdat hij als NSB- politiebeambte deel had genomen aan arrestaties en razzia's. De procurehr-fiscaal achtte alle ten laste gelegde feiten bewezen en de opgelegde straf juist. De Bijzondere Raad veroor deelde S. tot 15 jaai' met aftrek van preven tieve hechtenis. Het woord is aan Z a k e n w c 1 d Het is altijd goed de waarheid te spreken. Men behoeft dan niet te onthouden wat men zegt. (Van onze parlementaire redacteur) Uit de tot dusverre bekende feiten valt op te maken: le. dat dr. Beel ernstige moeilijkheden op zijn formatie-pad ontmoet heeft; 2e. dat niettemin gisterenavond nog geen definitieve teruggave van zijn op dracht heeft plaats gehad. De moeilijkheden schijnen hierin te be staan, dat men tot dusverre er zoveel prijs op stelde, vaste waarborgen te krijgen voor een 2/3 meerderheid voor de grond wetsherziening en voor eventueel daarna aan te nemen wetgevende maatregelen ten opzichte van Indonesië, dat men meen de daarop ook de V.V.D. en C.H.U. in het Kabinet te moeten opnemen. Deze ziens wijze scheen trouwens ook te worden aan gehangen door de meerderheid der K.V.P.- fractie, die kenbaar gemaakt zou hebben, voorshands aan een vier-partijen-kabinet de voorkeur te blijven geven. De P. v. d. A. kon van haar kant aan zulk een kabinet niet meedoen wegens het wantrouwen dat volgens haar een samen gaan in een kabinet met de V.V.D. en C.H.U. zou veroorzaken, vooral tengevolge van de scherpe oppositionele houding, tot dusver door deze twee partijen aangeno men. Toen schijnt dr. Beel nog geprobeerd te hebben een andere oplossing te zoeken. Er zou een kabinet komen, dat extra parlementair was. In die zin dat de frac ties zelf niet hun goedkeuring zouden be hoeven te hechten aan een programma en evenmin aan de bezetting van de porte feuilles. Maar tegelijkertijd zouden in zulk een ploeg toch wel figuren uit de vier par tijen moeten plaats nemen, terwijl dan op een punt een dergelijk ministerie tevoren wel van de parlementaire steun verzekerd zou moeten worden van de vier partijen, le weten voor het geven van de steun aan de voorstellen die 2/3 meerderheid be hoeven. Tenslotte, nieuwe merkwaardige figuur, zou men afspreken, dat dit kabinet een be perkte levensduur zou hebben, namelijk alleen totdat de regelingen ten aanzien van Indonesië voor elkaar zouden zijn. Van de zijde der P. v. d. A. heeft men ten slotte laten weten, voor een dergelijk knut selwerk, dat geen enkele deugdelijke waar borg voor gezonde samenwerking zou op leveren, en bovendien zowel in Indonesië als hier te lande slechts groot wantrouwen zou veroorzaken, niets te voelen. Met deze boodschap in zijn zak kon dr. Beel uiteindelijk aan de Regentes de toe stand schetsen. Later heeft de Regentes toen nog de Tweede-Kamervoorzitter mr. Van Schaik ontvangen. Deze bracht van ochtend een bezoek aan dr. Beel, vermoe delijk om hem nader in te lichten over wat tussen de Regentes en hem, mr. Van Schaik, besproken is, en daarop heeft dr. Beel zich wederom naar Soestdijk begeven. Tenslotte teken ik nog aan, dat tot nu toe niet is nagegaan of, indien K.V.P. en P. v. d. A. eens samen over het ontwerp programma zouden gaan overleggen, deze beide partijen het alsnog wel eens zouden kunnen worden! Alle leden der bemanning om het leven gekomen Een B 25 Mitchell bommenwerper van de Marine Luchtvaartdienst is Woensdagmor en op de Oostkust van Schotland tegen een heuvel gevlogen en verongelukt. De gehele bemanning, bestaande uit zes personen, ii daarbij om het leven gekomen. Het onge luk, dat vermoedelijk te wijten is aan slecht zicht bij het naderen van de kust, gebeur de enkele kilometers ten Noorden van het vliegveld Vordoun. Het toestel was Woens dagmorgen van het vliegveld Valkenburg bh Leiden vertrokken met bestemming Los siemouth om onderdelen over te brengen, bestemd voor het vliegkampschip „Karei Doorman", dat zich in de Schotse wateren bevindt. Het Russische lokaas voor de West-Berlijners Naar Fritz Selbmann, vice-voorzitter van de economische commissie van de Sovjet- zóne, Woensdagavond heeft bekend ge- i maakt, zullen de Berlijners van de Weste- lijke sectoren na 1 Augustus hun volledige rantsoenen in de Sovjet-sector van de stad j kunnen krijgen. De door de Sovjets gesteunde politieke partijen te Berlijn hebben in een open brief de Duitse gemeentelijke autoriteiten aan gespoord onmiddellijk maatregelen te nemen opdat het door de Sovjet-Unie aan de Westelijke sectoren aangeboden voedsel voor de bevolking beschikbaar gesteld wordt. Volgens AFP heeft maarschalk Sokolofski bevel gegeven electrische stroom uit de Russische sector ter beschikking te stellen van de AEG-fabrieken in de Britse sector. Het bevel van maarschalk Sokolofski betekent de inwilliging van een desbetref fend verzoek van de bedrijfsraad van de i AEG. In deze raad hebben de communisten de leiding. De maatschappij voorziet de Westelijke sectoren van Berlijn niet van electriciteit, doch verricht reparaties aan electrische uitrustingen. Brits parlement op reces Het Britse parlement zal-30 Juli op reces ;aan. De kamers zullen op 13 September weer bijeenkomen en de nieuwe zittings periode zal op 14 September beginnen. yp-- Dit is Zandvoort op I Julimaar dan in het jaar 1948. Kale duinen, met een enkel nood- restaurant. Er is heel wat veranderd, er is heel wat verdwenen. Maar uit de vele zandvlakten rijzen reeds weer de steigerpalen rond groeiende huizenmuren, er uordt weer gebouwd, er een nieuw Zandvoort in aantocht. Terstond na het bekend worden van het ongeluk stegen Britse vliegtuigen uit Los siemouth en Leuchars op om het veronge lukte vliegtuig op te sporen, dat echter reeds door een boer was gevonden op een heuvelhelling, 5 km ten Noorden van het dorp Auchenblae bij Stonehaven. Bij het ongeluk kwamen om het leven de officier-vlieger tweede klasse D. H. Gentis uit 's-Gravenhage;de officier-zeewaarnemer tweede klasse F. Grimmon uit Amsterdam, de sergeant-vlieger J. van TJonkelaar uit Heemstede: de sergeant-vliegtuigtelegrafist H. A. Bolleurs uit Dordrecht, de sergeant- vliegtuigtelegrafist C. L. Swens uit 's Gra- venhage en de korporaal-vliegtuigmaker M. N. A. Brouwer uit Amsterdam. De slachtoffers zullen met Hr. Ms. „Van Kinsbergen" naar Den Helder worden over gebracht. Het Nederlandse oorlogsschip'is naar Aberdeen gedirigeerd. Eeii commissie, bestaande uit de officier vlieger eerste klas G. F. Rijnders, de offi cier-vlieger eerste klas G. F. Venema en de luitenant ter zee tweede klas A. van Sorge, zal zich naar Schotland begeven om een onderzoek in te stellen naar de oorzaak van de ramp met de Mitchell-bommenwerper. Tsjechoslowakije en Roemenië sluiten verdrag Te Boekarest is door Tsjechoslowakije en Roemenië een verdrag van vriendschap en wederzijdse bijstand getekend, dat twintig Jaar zal gelden. Dit is het 21ste verdrag van dergelijke strekking, dat in de Balkanlanden is ge sloten. IETS WARMER. Verwachting, medegedeeld door het K.N.M.I. in De Bilt, geldig van Donder dagavond tot Vrijdagavond: Voor de kustgebieden: Overwegend droog weer. Matige wind tussen West en Zuid-West, Morgen overdag tamelijk zonnig weer met iets hogere tempe raturen. Voor het binnenland: Vrij heldere en koele nacht. Morgen overdag: wisse lende bewolking, bijna overal droog weer. Zwakke tot matige wind tussen West en Zuid. Iets warmer. 23 Juli: Zon op 4.48 uur, onder 20.44 uur Maan op 22 18 uur, onder 6.49 uur

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1948 | | pagina 1