c Li K teraire en De 9 Muzen Madame Nederlands exportpositie laatste maanden versterkt „Gestapo-vervalsing bracht in 1937 Rode Legerleiding op het schavot" ZATERDAG 24 JULI 1948 ami N. GOGOU: „Taras Boeljba" (vertaald door J. D. W. STEEN- HUISEN, ingeleid door THEUN DE VRIES, verlucht met hout gravures van NICO BULDER). („Onsterfelijken-Reeks", Uitg. Mij. Contact, Amsterdam). MEN KAN GOGOLJ's „Taras Boeljba' lezen als een historische roman, met I als achtergrond het vurig leven en woest strijden van de Kozakken voornamelijk dan van 'hen, die daar samenwoonden, in de onstuimige 15e eeuw, aan de andere zijde van de stroomversnelling van de Dnjepr, in hun militaire nederzetting „de Setsj", en naar hun woonplaats de Zapo- rozjtsi, de Zaporogers, geheten een strijden met zwaard en speer en schiet- wapens tégen het opdringende Poolse feo dalisme, dat horigheid betekent, en vóór J hun Russisch orthodox geloof, tégen Li- j tauers, Tartaren en Turken en vóór hun onafhankelijkheid. Op de voorgrond staat dan de onverschrokken Taras Boeljba als verpersoonlijking van de door bar oorlogs- I geweld en blinde doodsverachting geharde Kozakken-krijgsman, vol van geloofsijver en durf, sterk door zijn verlangen naar heldhaftigheid, listig in het toekennen van een hoger, zedelijk doel aan zijn drift tot heroïsme, waarin de Kozak de bevestiging van zijn bestaan, de zin van zijn leven en I een uitlaat vindt voor zijn emotionaliteit, 1 die, eenmaal opgezweept, opbruist met een wilde geestdrift. Met Taras trekken zijn i beide zoons Ostap en Andrij ten strijde, in een „kruistocht" tegen de Polen, ter ver- overing en vernietiging van de stad Doebno, die door barbaars wapengeweld en uit hongering ten val moet worden gebracht om de gehate „Polakken" onzachtzinnig te leren, dat het Kozakkenvolk ontembaar en bereid is, het leven te geven voor eer en geloof. Zo gelezen Is dit boek een indrukwek kend epos van de eeuwenoude onafhanke- lijkheidsdrang der Zaporogers, geschreven in een felle en bewegelijke realistische stijl een epos vol krijgsrumoer, een bonte mengeling van wrede oerkracht en trouwe kameraadschap, van onverbiddelijke hel- I denmoed en trots zelfbewustzijn. Met zijn rijke fantasie, die 'hem zomin voor een ambtenaarsloopbaan als voor een profes- «oraat in de geschiedenis geschikt deed zijn, maar hem voorbestemde te worden tot wat hij in zijn diepste wezen was: een schrijver, I wist hij met de uit oude kronieken ver zamelde stof, die zijn studenten nauwelijks wilden aanhoren, een roemrijk verleden te dramatiseren tot een levend heden, aldus het verstarrend Czarendespotisme voor- houdend, wat eens geweest was. Men kan uit dit boek ook de ziel lezen ▼an een volk, waarin dronken levensvreug de en koelbloedige doodsverachting, han delen en apathische gelatenheid, dichter naast elkander liggen en sneller kunnen omslaan in hun tegendeel dan bij enig West-Europese volk. Rusland heeft zijn „Taras", de daadmens; maar ook en in niet mindere mate kent 'het zijn „Oblo- mov", die aarts-luiaard, die tot geen daad kan komen Oblomov, romanfiguur van Gontscharov, waarmee deze zijn naam on sterfelijk maakte in de Russische littera tuur. Twee zielen in één volk, in één mens: I dat betekent tweespalt, zelfstrijd het betekent romantiek. Gogolj was een ro- I manticus, wiens problematiek, beïnvloed natuurlijk door volksaard en de sociaal- politieke structuur van zijn tijd, niet spe cifiek Russisch, maar van alle tijden is en vah alle landen, waarin het romantische levensgevoel tot woord of klank of kleur werd. En zo bezien is „Taras Boeljba" een romantisch boek, evenals Gogolj's meester lijke novelle „De Mantel". „Wij", schreef Toergenjev, „wij zijn allen voortgekomen uit Gogolj's Mantel", en hij doelde daarmee op de weemoed van de romantische mens, die tussen de tegenstellingen staat, hiér en daar niet thuis is en zich alleen met de humor, soms met de satire, het leven dra gelijk kan maken. Wie goed luistert, hoort hetzelfde motief, dezelfde levenstoon in dit epos der Zapa- rogers. Gogolj heeft in het dramatisch re laas van deze Kozakkenstrijd de geschie denis geweven van het persoonlijk lot van zijn drie hoofdpersonen: Taras en diens zoon Ostap: het symbool van natuurdrang; Andrij: de representant van de geest. Hij is niet een volbloed krijger, deze Andrij; hij is een dromer, kent de extatische be wondering, de verering, en is van jongsaf vervuld van een ideaal, van een liefdes verlangen dat verbonden is aan een Poolse schone. En als dan het leger der Zaporogers voor Doebno ligt, waar zijn geliefde blijkt te wonen, loopt hij over, verraadt hij zijn volk, verloochent hij ouders en broer met andere woorden: hij verkiest de geest boven de natuur, de liefde boven oer- natuurlijke krijg'ersdrang en is bereid tot zelfvernietiging in de hoogste erotische extase. Hij is een Tristan en de Poolse edel- vrouwe een Isolde; en samen zingen zij de eeuwige mythe van het ontstaan der wereld, zoals deze te horen is in de vier chromatisch stijgende tonen, waarmee Wagner's „Tris tan" inzet: het gis-a-ais-b-motief van liefde en dood, van verlangen naar de volmaakt heid'van het Nirwana. Nu, Andrij vindt de dood; hij valt, dodelijk getroffen door een geweerschot, dat afgevuurd wordt door de wrekende hand van zijn vader; hij sterft, niet met de naam van zijn vaderland, noch met die van zijn ouders op de lippen hij sterft de liefdesdoodTristan en Isolde. En de Natuur, Taras dus en diens zoon Ostap, zij behalen de overwinning op de Geest? Is de tweespalt daarmee ten einde gestreden? Geenszins. Ostap vindt als krijgs gevangene de marteldood op het schavot en Taras op de brandstapel. Zo gaat de Natuur ten gronde aan eigen drang. Dat is de diepere zin van „Taras Boeljba", geeft het een ereplaats in deze „Onsterfelijken- Reeks". En op die grond kan ik het met Theun de Vries niet eens zijn, waar hij-in zijn overigens voortreffelijke inleiding schrijft: „Gogolj is nergens anders denk baar dan in Rusland, in de eerste 'helft der 19e eeuw". De waarde der vertaling is niet te be palen. Het komt mij voor, dat Steenhuisen niet rechtstreeks uit het Russisch vertaalde en een bewerking van een bewerking blijft een hachelijke onderneming. Maar sfeer en toon zijn behouden gebleven en uit waar- déring daarvoor is men bereid, een aantal oneffenheden in taal en stijl over het hoofd te zien. Ze zijn bijzaak in een vertaling, die zulke knap-gestyleerde bladzijden bevat als bijv. pag. 127/128. Gogolj blijft ook in een andere taal Gogolj: de romanticus, die vanuit een benard leven vluchtte in de historie, in het verleden, om daar heul te vinden voor de eigen zelfstrijd, die zijn bedreiging en toch ook zijn verlangen was, in de zin van het gis-a-ais-b-motief van „Tristan", het mét Wagner onsterfelijk ge worden motief van alle romantiek. Velen, zou men, met een variant op Toer- genjev's uitspraak, kunnen zeggen, komen niet alleen uit Gogolj's Mantel, maar ook uit „Taras Boeljba" voort. En het is aller minst het onwaardigste deel der wereld letterkunde. C. J. E. DINAUX. J Gezelschap Boubcr terug. Na een Niwin- tournée van 3 maanden is het toneelgezel schap Herman Bouber uit Batavia op Schip' hol gearriveerd. Over hun ervaringen in de tropen warer alle leden van het gezelschap zeer te spre> ken. Vooral „De zaak A. D", was bij de mi litairen zeer ingeslagen. Gratis Ervoer. Op 6 Augustus wordt in het Mauritshuis te Den Haag een expositie geopend van schilderijen en prenten afkom stig uit het bezit van de Engelse koning. Deze kustverzameling wordt binnenkort naar Nederland gebracht. De K.L.M. heeft zich be reid verklaard gratis acht ladingen voor haar rekening te nemen, de rest komt met het oorlogsschip „Heemskerk", door bemid deling van de Nederlandse marine. Ignace Ncumark 60 jaar. De dirigent Ignace Neumark, die 27 Juli zijn. zestigste verjaardag hoopt te vieren, werd te Block in Polen geboren, Zijn eerste muziekonder wijs kreeg hij te Warschau. Daarna studeer de hij aan het conservatorium te Leipzig. Tot 1914 dirigeerde hij in verschillende Duitse schouwburgen en tot 1921 leidde hij met Schneevoigt de philharmonische concer ten te Oslo. In 1922 werd hij tweede dirigent voor de Scheveningse Kurhausconcerten. Welkom vreemdelino; De politie in de hoofdstad heeft vijf jongemannen gearresteerd, die zich heb ben schuldig gemaakt aan het stelen van koffers uit auto's van vreemdelingen. De politie heeft geconstateerd dat de jongens niet alleen grote belangstelling hadden voor de inhoud van de koffers, maar bovendien de koffers uit elkaar haal den, vermoedelijk in de hoop in een gehei me bergplaats geld of sieraden te vinden. Tot welke enormiteiten het teruggrijpen der mode ontwerpers op het verleden leiden kan, toont bijgaande joto van een wandeltoilet, dat meer de indruk van een grap dan can een serieus bedoeld model maakt. Toch werd het op een I.ondense modeshow gelanceerd als een „prijzig en charmant" gevat, dat waarachtig nog aftrek vond. Het malle zit niet in de herinnering aan de oude tijd -■ want die oude tijd was ook wat de mode >■- betreft nog ze gek niet - maar in het half-moderne, dat deze kleding jxiist dat komische accent verleent dat er in het verleden aan ontbrak. De statigheid en kies5? v"'' de distinctie van de antieke modellen die thans in ver- f v schillende détails weer op de modemarkt terugkeren, L s worden vaak in de nieuwe versies vervangen door een soort persiflage, een paro- dische namaak, die lach wekkend werkt. Tenslotte moet voor de mode tpch ook gelden, dat zij eerbied toont voor dat- gene, wat zij uit de his torie leent. Anders moet, zij zich maar liever inspan nen iets geheel nieuws en karakteristieks te brengen, tlat geen antieke mode- kunst, nodig heeft om enige indruk te maken. Effecten- en Geldmarkt HULMAN 4790.— STUDEBAKER 6690.— M. Gatsonides BANDVOORTSELA AN 131 - HEEMSTEDE TELEFOON 27645 (Adv.) Een kinderklucht Chris Hoflands kïndertoneelgezelschap brengt een nieuwe kinderklucht naar een gegeven van Marten Toonder, bewerkt door Chris Hofland. De naam is: Ollie B. Bommel en Tom Poes als Kikkers. Er ko men verschillende andere figuren ten to nele als de burgemeester van Rommeldam, commissaris Bullebas, brigadier Snuf en niet te vergeten Wammes Waggel. Wie er in een kikker veranderd wordt, wordt niet verklapt. Wel is te zeggen dat Tom Poes en heer Bommel weer heel wat avonturen beleven. De première in Haarlem vindt plaats a.s. Dinsdagmiddag m liet Gcm. Concertge bouw. Ondanks de spanning inzake het conflict om Berlijn, is er van een paniekstemming op de beurzen geen sprake. Weliswaar heeft Wallstreet deze week een paar maal lagere koersen gezonden, maar de volgen de dag was er weer een herstel. In Am sterdam is het algemeen koersgemiddelde voor de aandelenmarkt van 183.14 begin Mei tot circa 173 gedaald, ook al geen schrikbarende daling. Natuurlijk speelt hier de omstandig heid, dat er noch in New York, noch in Amsterdam z,g. prolongatieposten lopen, een grote rol, omdat men met eigen geld gekochte stukken minder gemakkelijk met verlies verkoopt en de kat uit de boom blijft kijken. Wat Amsterdam betreft, komt daar bij dat over 1947 in het algemeen hogere dividenden zijn of worden uitge keerd, op basis waarvan het rendement tot .4.5 en 6 pet. gestegen is, en voorts, al is dan de devaluatievrees vooreerst verdwe nen, is de devaluatiegedachte bij velen nog altijd een reden om zijn aandelen niet weg te doen. Wij hebben de vorige week doen zien hoe uiterst moeilijk het is zich thans over die devaluatiemogelijkheden een juist oor deel te vormen. Aan de ene kant is er de clausule in de voorwaarden van het Marshallplan, volgens welke de benefici anten gehouden zijn hun monetaire positie dermate te consolideren, dat het valuta- disagio in het buitenland verdwijnt, aan de andere kant komt de directeur van het Monetaire Fonds verklaren dat hij geen geforceerde devaluatie wenst, waarmee natuurlijk niet gezegd is dat een algemene herziening der valutakoersen in het raam van een nieuwe internationale overeen komst uitgesloten is. De valuta-notering in het buitenland is normaliter een kwestie van crediet, maar thans spelen ook de maatregelen tot be perking van het betalingsverkeer een rol,, zodat bijvoorbeeld uit de notering van guldens op de vrije markt in België niet een appreciatie van de credietwaardigheid van Nederland is af te lezen. Eerst als tussen de diverse landen weer een vrij ruilverkeer is tot stand gekomen en ook het internationaal geldverkeer normaal kan functioneren, zal er tussen de valuta der landen een natuurlijke verhouding kunnen ontstaan, waai'bij dan de credietwaardig heid, zoals het behoort, een der voornaam ste steunpunten voor de valuta zal zijn. Prof. Röpke heeft nog altijd gelijk als hij zegt dat internationale overeenkomsten geen baat brengen, zolang elk land voor zich geen orde op zaken stelt, dat wil zeg gen, zorgt voor een sluitende begroting en een evenwichtige betalingsbalans. Dit zijn, kort gezegd, de twee pilaren, waarop de valuta moet steunen en in dit opzicht zijn de West-Europese landen thans nog lang niet waar ze moeten zijn, zodat ze afhan kelijk blijven van Amerikaanse steun en Amerikaans crediet. Nederland zal de ca. 350 millioen, welke het voor het derde kwartaal als Marshall-hulp krijgt, moeten gebruiken tot versterking van zijn export positie, waarvan de maand Mei gelukkig een lichte aanwijzing geeft. Deze steeg tot een recordcijfer van 223 millioen tegen 203 millioen in April, terwijl de invoer terugging, als gevolg waarvan de import ditmaal voor circa 57 pet. döor de export gedekt was tegen <50.6 pet. in April en 36.7 pet. in Januari. We zijn dus zonder twijfel op de goede weg'. In het Voorlopig verslag van de Tweede Kamer over de Geldzuivering is terecht op het belangrijk accres der belastingont vangsten gewezen. Het is nu maar de vraag hoe dit accrès wordt gebruikt. Uit de onlangs door de regei'ing gepubliceerde cijfers van de staatsschuld is gebleken, dat de hogere en bizondere belastingen tot dusver nog door budgetaire tekorten zijn verteerd. Zo komen we er natuurlijk niet, maar raken we steeds verder van huis. Vermoedelijk zullen de Amerikaanse Marshall-experts, die naar hier gekomen zijn om onze finan ciën te bestuderen, daarop wel de aandacht vestigen en kan ook hier het spreekwoord gelden, dat vreemde ogen dwingen. Orde op zaken. Orde en rust. Deze voor waarden gelden niet slechts voor Neder land, maar ook voor Indië, zoals Eugène R. Black, directeur van de Wereldbank dezer dagen nog eens heeft geaccentueerd. Zeker, Amerika wil ook Indië in de cre- dietgeving betrekken, maar. eerst orde en rust en voorlopig liefst de garantie van de Nederlandse regering, waarvan gehoopt moet worden dat zij straks in haar niéuwe formatie die garantie op deugdelijke gron den zal kunnen geven. Maar dan moet er wel iets veranderen. Het natuurreservaat in de duinen Onderhandelingen vlotten slechts langzaam Enige tijd geleden deden wij medede lingen over plannen om in de nabijheid van Haarlem een natuurreservaat te vesti gen. De bedoeling is daarvoor het complex duinen aan te kopen dat ligt tussen de Zeeweg te Bloemendaal en de gemeente Velsen. Het initiatief daartoe is in handen van de afdeling natuurbescherming van het departement van Onderwijs. Geldelijke steun zou daarbij verwacht worden van de provincie Noordholland en enkele belang hebbende gemeenten. Wij vernemen thans dat de onderhande lingen om tot deze aankoop te komen slechts langzaam vlotten, zodat verwacht moet worden dat het nog wet enige tijd zal duren voor een beslissing valt. Er moet evenwel goede kans bestaan dat de aankoop tot stand zal komen. ZUIDDUITS BLAD DOET ONTHULLINGEN (Van onze correspondent in Duitsland) De documenten, die bij de voorbereiding van de processen tegen Duitse oorlogsmis dadigers te voorschijn komen, onthullen van tijd tot tijd interessante bijzonderheden uit het leven van Duitsers, die tot de pro minenten van het Hitler-régime behoor den. Zo hebben wij onlangs vernomen, dat Roland Freisler, de beruchte president van het volksgerechtshof, voor hij de lugubere rol van groot-inquisiteur van het Derde Rijk speelde, lid was van de communisti sche partij. Tijdens de eerste wereldoorlog was hij in Russischegevangenschap ge raakt en in 1918 werd hii belast met de vorming van communistische speciale rechtbanken, die afrekenden met de tegen standers der bolsjewistische revolutie. Over het duister verleden van Freisler werd in de nazi-tijd angstvallig gezwegen. Een even onbekende bijzonderheid be helst de mededeling, dat Alfred Rosenberg, de filosoof van het nationaal-socialisme, gedurende de eerste wereldoorlog dienst deed als spionnage-agent van de tsaristische geheime politie. Rosenberg eindigde in October 1946 te Neurenberg zijn leven aan de galg. De kroon spant evenwel het sensationele verhaal over Reinhard Heydrich, de chef der Duitse Gestapo, dat enkele dagen ge leden in een Zuidduits blad werd gepubli ceerd. Begin 1937 richtte Heydrich zich tot Admiraal Canaris, het hoofd van de Duitse contra-spionnage, met het verzoek hem alle brieven en met de hand geschreven acten, betrekking hebbende op de samen werking tussen de vroegere Duitse Rijks- weer en het Russische leger, ter beschik king te stellen. Hij stelde vooral belang in schriftstukken van Toeshatsjewski, Hom- merstein, Von Seeckt en andere generaals. Canaris, die toen reeds tegen Hitier en zijn partij complotteerde en geen gelegenheid verzuimde om de plannen der geheime staatspolitie te dwarsbomen, weigerde, Eveneens wees hij het van de hand uit zijn staf medewerkers aan te wjizen, die in staat waren elk gewenst handschrift na te bootsen. Tegelijkertijd gaf hij zijn stafchef, generaal Oster, opdracht uit te vorsen wat Heydrich in het schild voerde, doch het enige, dat deze te weten kon komen was, dat sedert enige tijd onder leiding van een professor in de grafologie vier gedeser teerde of gevangen genomen leden der Russische Gepeoe in het hoofdkwartier der Gestapo in strengste isolatie en onder bewaking bezig waren met geheimzinnig werk. Pas later ervoer hij, dat Hydrich er toch in was geslaagd uit de archieven van de Rijksweer alle bescheiden over de Duits-Russische militaire samenwerking in handen te krijgen. Regering heeft het volle vertrouwen in Dr. Huender Minister antwoordt op brief van Surinamers De federatie van verenigingen van Suri namers buiten Suriname, de vereniging „Ons Suriname" en de stichting „Voor Suriname", hebben onlangs een brief ge richt tot de ministerraad naar aanleiding van de benoeming van Dr W. Huender tot gouverneur van Suriname. Deze benoeming, zo werd medegedeeld, had de ongerustheid gewekt van adres santen en wel naar aanleiding van klach ten over het beleid van dr Huender te Ber lijn. De minister van Overzeese Gebiedsdelen heeft namens de ministerraad op dit adres geantwoord, dat inderdaad in het publiek klachten zijn geuit over het beleid van dr Huender als hoofd der missie te Berlijn. Daarover zijn rapporten uitgebracht aan de minister van Buitenlandse Zaken. Uiteraard lenen deze rapporten zich niet voor publicatie, omdat zij gewagen van internationale aspecten en handelen over het doen en laten van diverse andere per sonen dan het hoofd der missie. Uit het feit dat dr Huender aan de Kroon is voorgedragen voor de vervulling van een zo belangrijk openbaar ambt als dat van gouverneur van Suriname, blijkt overtui gend, dat de ministerraad niet alleen het volle vertrouwen heeft in zijn kundigheden en zijn persoon, doch tevens in het beleid, hetwelk door hem als hoofd der Neder landse Militaire Missie te Berlijn is ge voerd. De minister van Buitenlandse Zaken ontbeert node de diensten van dr Huender. Het is dan ook de bedoeling, dat dr Huender na zijn ambtsvervulling als gou verneur van Suriname naar de buiten landse dienst terugkeert. T entoonstelliiig „Groningen 1948" Van 25 Augustus tot en met 9 September zal in Groningen een grote tentoonstelling worden gehouden, waarvoor de stad een harer mooiste sport- en wandelparken af stond. Het zal een expositie zijn op het gebied van Landbouw, Handel, Nijverheid en Verkeer. De provincie Groningen is een agrarische provincie. De landbouw, met name de akkerbouw staat er op hoog peil en heeft de voorwaarden geschapen voor een bloeiende landbouwindustrie. De ge lijknamige hoofdstad, die ook belangrijke industrieën bezit (confectie- en tricotage- fabrieken enz,) is het handels- en culturele centrum van het gewest. Zij is de Universi teitsstad van het Noorden(sinds 1614). Cen trum is de stad ook in die zin, dat alle belangrijke land- en waterwegen er samen komen. De tentoonstelling draagt niet uitsluitend een commercieel karakter. Er is een ruime plaats ingeruimd voor stands uit het be drijfsleven, maar daarnaast ook voor stands die willen demonstreren wat Groningen betekent in de rij harer zusterprovincies en aldus een beeld geven van haar economi sche en maatschappelijke structuur. Het tentoonstellingsterrein beslaat een óppervlakte van ruim 19 h.a. De vorm van de hoofdingang is geïnspireerd op de letter A, waaraan men op alle wegen de auto herkent, die uit Groningen afkomstig is. Als centrum van ontspanning wordt een marktplein gebouwd met cabaret, bioscoop en Groninger koekhuis. Een curiositeit is de portier van het cabaret. Hij is n.l. 2.45 m lang. weegt 395 pond en draagt schoenen maat 62. Prins Bernhard zal de tentoonstelling bezoeken en deelnemen aan het concours- hippique op 28 Augustus. In Februari 1937 werd toen te Moskou een politiek complot ontdekt. Maarschalk Toeshatsjewski en een reeks hoge bevel hebbers van het Russische leger werden gearresteerd. Na een monsterproces, waar in de beklaagden zich ten dele zelf be schuldigden, werd bijna de gehele Russi sche staf „geliquideerd". Wil men de ont hullingen van het Zuidduitse blad geloven, dan is dit bloedbad het resultaat geweest van een duivels plan, dat door Hitier zelf werd uitgedacht en door Heydrich is uit gevoerd. Heydrich zou er zich later in een gesprek met Canaris op hebben beroemd, de gehele leiding van het Rode leger aan de beul te hebben overgeleverd. Naar het voorbeeld van de originele brieven zou een omvangrijke correspon dentie tussen de groep Toeshatsjewski onder leiding van de Duitse Rijksweer zijn vervaardigd en deze belastende documen ten zouden via Tsjechoslowakije in de han den van de Gepeoe zjjn gespeeld. Op deze wijze zou het Russische leger van zijn lei ding en voor aanzienlijke tijd van zijn stootkracht zijn beroofd. Jeschow, de chef van de Gepeoe, die het onderzoek tegen de Russische legerleiding voerde, werd enige tijd na Toeshatsjewski's executie eveneens ter dood gebracht. Heydrich werd in 1942 het slachtoffer van een aanslag. Canaris en Oster zijn begin April 1945 in het con centratiekamp Flossenburg vermoord. Chefarine,4 TEGEN PIJNEN EN GRIEP 2C TABLETTEN I 0 75 (Adv.) Tuchtraad voor journalisten geïnstalleerd Mr. M. Rooy, voorzitter van de Federatie van Nederlandse Journalisten heeft gisteren te Amsterdam de Raad van Tucht van deze federatie geïnstalleerd. Mr. Rooy begroette eerst de vertegen woordiger van de minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen, mr. H. J. Schölvinck, hoofd van de afdeling Kabinet en Algemene Zaken en de vertegenwoordi ger van de minister van Justitie, mr. B. H. Kazemier, ï'aadadviseur in algemene dienst, voorts de voorzitter en de leden van de Raad van Tucht en ten slotte enige gasten uit de universitaire wereld en de organi saties waarmee de federatie ïn goede ver standhouding samenwerkt. In zijn installatierede herinnerde de fede ratievoorzitter er aan, dat reeds vóór de oorlog plannen bestonden tot instelling van een tuchtrechtspraak voor journalisten. Bij de heroprichting van de Nederlandse Journalistenkring in 1946 stonden mr. Rooy drie doeleinden voor ogen: verzekering van de sociale positie der journalisten; instel ling van een tuchtrechtcollege en de tot standkoming van een journalistieke oplei ding. Het eerste doel zal binnenkort met het valt kracht worden van de collectieve ar beidsovereenkomst bereikt zijn. Het laatste is voor de R.K. journalisten reeds werke lijkheid, voor de overigen zal deze opleiding ook spoedig tot uitvoering komen. De pogingen om tot het tweede doel te geraken zijn nu met succes bekroond. Dit tuchtrechtcollege levert naar buiten het bewijs, dat de Nederlandse journalisten hun positie in de maatschappij zien als een die nende functie. Het bestaan van de tuchtraad op zich zal reeds een preventieve werking uitoefenen. Mr. Rooy hoopte dat zelden een beroep op de Raad van Tucht zal worden gedaan, „hoewel" aldus spreker „er verschijn selen zijn, die er op wijzen, dat het col lege niet werkloos zal blijven". Mr. Rooy besloot met als zijn verwachting uit te spreken, dat eerlang een wetsontwerp, het gehele Perswezen regelende, de Sta ten- generaal zal worden aangeboden. De voorzitter van de Raad van Tucht, prof. mr. J. A. van Hamel, verklaarde dat de Raad een zeer kiese en verantwoorde lijke opdracht heeft gekregen. Kies, omdat het leven van de Pers rust op de individuele karakters van de journalisten. Daarom mag voor hen geen ambtenarenrecht gelden en hun geen eng keurslijf worden aangelegd. De essentie van het drukpers wezen is vrije verantwoordelijkheid en verantwoordelijke vrijheid, verantwoordelijk ook, wegens de grote invloed van de drukpers op alle lagen van de bevolking. Prof. Van Hamel hoopte met mr. Rooy dat het werk van de Raad schaars zal zijn en dat door zijn aanwezigheid de journa listen zich twee maal rekenschap zullen geven van hun verantwoordelijkheid. Politieke delinquent liad vluchtpoging voorbereid Uit het nadere onderzoek, dat is ingesteld terzake de ontvluchting van een der poli tieke delinquenten uit het kamp te Laren is gebleken, dat het slachtoffer de 43- jarige slager H. C. van der H. uit Den Haag reeds eerder pogingen heeft gedaan tot ontvluchting en daarom in de afdeling af zonderingsbarakken was opgesloten. Toen Donderdagmiddag een groep delin quenten gereed stond om te gaan werken, heeft de man kans gezien over de eerste omrastering heen te komen en zich een tijd lang schuil te houden in een slaapbarak. Later is hij op een nog niet opgehelderde wijze over de tweede omrastering heenge- komen, waarna hij trachtte, op zijn buik liggend, door het wegknippen van de dra den der laatste versperring uit het kamp te komen. Dit werd opgemerkt door een wacht op de toren aan de achterzijde van het kamp, die terstond een waarschuwingsschot loste om de tweede wacht op de andere toren te alarmeren. Deze sommeerde Van der H terug te keren. De man gaf daaraan geen gevolg. De wacht loste daarop een tweede schot, dat de vluchteling trof. Van der H. moet op slag dood zijn geweest. Bij zijn stoffelijk overschot heeft men een actetas gevonden, waarin zich een pyjama en toiletbenodigdheden bevonden. Daaruit heeft men opgemaakt, dat hij de vlucht had voorbereid. In een kamer van een hotel aan de Sta- i tionsweg in Den Haag is de 44-jarige ma troos P. de R. uit Amsterdam om het low- gekomen. Vermoedelijk door dat hij in bed I gerookt heeft is het beddegoea gaan smeu len. De R. is in de rook gestikt. I Over Muziek DE GEDACHTE Zonder bewogenheid van sentiment kan geen muzikaal kunstwerk ontstaan, en elke keer dat het werk klinkt, zal deze be wogenheid meeklinken en zal de muziek liefhebber de aandoening herkennen en mee-beleven. Overigens is deze bewogen heid in het algemeen moeilijk of in het geheel niet te omschrijven. Dit wil echter niet zeggen dat wij aan vaagheid zijn overgeleverd en de muziek slechts kunnen bepalen naar de technische vormen waar in zij gegoten wordt. Ik sluit thans alle vocale muziek uit en wil mij op het ogen blik slechts met enkele verschijnselen der instrumentale bezig houden. Al degenen die spelen, strijken of blazen, en niet min der zij voor wie het luisteren naar de instrumentale kunst een levensbehoefte is, zijn geboeid door het curieuse, klinkende leven, dat, van de eerste tot de laatste noten, mee-trilt en dat men een klanken- of tonenspel zou kunnen noemen. Wat ge beurt er toch in die tijd? Wat is de samen hang dezer geluiden en wat bepaalt de duur van het kunstwerk? Is er entge toe valligheid in het tempo of is er een macht die hier de zekerheid bepaalt? Wie naar een volwaardige compositie luistert stelt deze vragen niet en kent slechts dankbare bewondering. De tijd van luisteren is niet de tijd van analyse; op andere ogenblikken kan de geest tot bespiegeling overgaan en men moet bij de nauwkeurigste naspeurin gen hopen dat de vrijheid van het luisteren niet geschaad wordt. Zó sterk echter is het enthousiasme in het werkelijke kunst werk (ook in het stilste en zachtste) dat het ons beheerst en wij niet behoeven te besluiten uit voorzichtigheid alle over weging en onderzoek achterwege te laten. Het komt er slechts op aan te weten dat bij het genieten van muzikale schoonheid luisteren en opnemen een volledige waarde zijn, die geen verificatie behoeft. Wij onder zoeken uit interesse maar wij luisteren uit liefde, of hoe u het noemen wilt. Kan ik dan zo beschouwd wel zeggen dat er een muzikale gedachte is die tot ons spreekt? Is de gedachte niet een mede deling tot het verstand, onafhankelijk van gevoelscontact? Als het kunstwerk niet zonder bewogenheid kan ontstaan, kan het dan een bepaalde gedachte bevatten? Er zijn bij de instrumentale muziek werken van drieërlei soort te onderschei den: de werken .welke de ontwikkeling vertonen van een of meer melodieën, an dere, die uit het genot van klankfantasie ontstaan en ten derde de composities die in hoofdzaak een gevoelsstemming weer geven. Absoluut „zuivere" vertegenwoor digers van een dezer soorten zijn er waar schijnlijk in het geheel niet: de werken der eerste soort bestaan niet zonder klank verbeelding, de composities der tweedei soort bevatten allicht iels van een melo disch gegeven en ten 'slotte is het element der gevoelsaandoening bij alle wer kelijke kunstwerken aanwezig. Voor de eerste soort noem ik als voor beeld een kwartet van Beethoven of een Préludium en Fuga van Bach, voor de tweede een Prélude van Debussy, voor de derde een pianostuk van Schumann. Er zijn natuurlijk andere voorbeelden te geven: voor de eerstgenoemde muziek: het strijkkwartet van Ravel, voor de tweede een adagio van Beethoven, voor de derde een Sarabande van Bach. Talloze modellen zijn er aan te wijzen, maar altijd zullen wij de algemeenheid der muziek ontmoeten, dat wil zeggen: in ieder soort ontdekken wij ook weer alle soorten en wie de schei ding forceert, maakt een grove muzikale en aeslhetische fout. De muzikale gedachte is niet het melo dische portret van iets wat buiten de mu ziek bestaat; het is een inval die melodisch, rhythmisch en harmonisch een eenheid is en zich door de beperktheid van omvang en duur doet kennen. Voor een inval is geen voorschrift te maken, geen reglement, zelfs geen toonsysteem; de inval is supe rieur en het is, artistiek beschouwd, prin cipieel verkeerd er lang en breed over te praten. De kenschetsing der muzikale „ge dachte" zonder het klinkende voorbeeld is machteloos: wij kunnen slechts door algemene bepalingen iets van de muzikale gedachtengang benaderen. Als technische term voor de gedachte gebruikt men veelal het woord „motief". Dit is niet slecht ge vonden als men op zoek is naar een for mule voor een zo onstoffelijke en ontast bare zaak. Inderdaad is de muzikale ge dachte de beweegreden van het stuk. Deze beweegreden kan evenzeer in een paar tonen als in een melodie van meer maten, bestaan. Er is geen sprake van dat de echtheid en de deugdelijkheid van een motief of beweegreden gebonden is aan een bepaald aantal maten, maar het is wel zeker, dat de wijze van voortgang in melodisch, harmonisch en rhythmisch op zicht de betekenis van de inval nader mee deelt. In deze wijze van voortgaan of ontwik keling spreekt de componist zijn onderhoud met de muziek uit. Uit deze ontwikkeling blijkt de mate van evenwicht tussen zijn muzikaliteit en het natuurverschijnsel der muziek, uit deze wijze van voortgaan klinkt het leven van het genie, want deze ont wikkeling bevat de poëzie der muziek in de ruimste, in de diepste zin. Zij die door dit verschijnsel wezenlijk-muzikaal ge boeid zijn, concentreren meer en meer hun aandacht, dat wil zeggen: brengen zich zelf tot stilte eh luisteren met hart en ziel. Men leest af en toe poëtische ontboe zemingen over muziek, die wel de be wondering van de schrijver weergeven, maar niets zeggen over de muziek, omdat zij te veel zeggen of wat anders zeggen. Iemand die de muzikale gedachtengang opneemt van Bach, Chopin en Bela Bar- tok zal van geluk vervuld zijn, omdat hij diep in zijn bemind element geleefd heeft; het bracht hem niet tot poëzie, maar hij was in de poczie. De eerste dor drie, gevaarlijk verdeelde soorten is voornamer dan de andere. Zij wordt niet geformeerd door idealen, zij is het gesprek van de componist met de Muziek en ook de componist die het meest „belast en beladen" is spreekt zich het edelst uit waar bij de verheven logica der muzikale elementen met evenveel liefde als zekerheid hanteert. De muzikale gedach te is nooit een product van 't verstand, zij is evenmin een gebaar ter oproeping van vreemde schoonheden, zij is de belicha ming van de gevoels-aandacht van de musicus. HENDRIK ANDRTESSEN. „Herwonnen Levenskracht" Morgen, Zondag, zal er in Haarlem, Overveen en Vogelenzang een collecte of speldjesdag worden gehouden ter bestrij ding der tuberculose. Voor deze jaarlijkse speldjesdag "van „Herwonnen Levenskracht", de verenging Arbeidersbeweging, komt het besluui van het comité een beroep doen op de mild dadigheid van al de inwoners.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1948 | | pagina 5