Haarlems Dagblad Leve Koningin Joliaea! Benesj Proclamatie der nieuwe Vorstin De plechtigheid Robert Schuman geeft het op, Lecourt weigert opdracht Dr. Benesj Vrijdag overleden 63e Jaargang No. 19032 Bureaux: Grote Houtstr. 93, Tel. Adv. en Admin. 10724, 14825, Redactie 10600. Direct.-Hoofdred. 15054. Bijkantoor H.N., Soendaplein 37, Tel. 12230 Drukkerij Z.B. Spaarne 12, Tel. 12713, 10132. Directeur-Hoofdredacteur: Robert Peereboom Zaterdag 4 September 1948 Verschijnt dagelijks behalve Zon- en Feestdagen. Abonnementsprijs per week 31 cent, per kwartaal 4,Franco per post 4,50. Postgiro 273107f Adverl.tarieven op aanvraag bij de Administratie. Uitgave van de Stichting Voorlichting te Haarlem Vrijdagavond zes uur is Eduard Benesj, ex-president van de republiek Tsjecho-Slowakije, zijn vriend Jan Masaryk, die minister van Buitenlandse Zaken was, in de dood gevolgd. In Februari, nu ruim een half jaar geleden, volbrachten de com munisten hun staatsgreep in Praag en werd Gottwald minister-president. Enkele dagen later pleegde Jan Masaryk, de zoon van de grote stichter der republiek Thomas Masa ryk, zelfmoord. Eduard Benesj, die in de laatste jaren gepoogd had West en Oost met elkaar te verzoenen maar die zelf een Wes ters democraat gebleven, was, had het op treden van de regering-Gottwald onder dwang der omstandigheden en ongetwijfeld met de bedoeling, burgeroorlog te voor komen, aanvaard. Hij bleef nog vijf maan den president, zich vergeefs verzettend tegen de dictatuur. Op 7 Juli van dit jaar trad hij af. Daarna heeft hij dus geen twee maanden meer geleefd. Na de communis tische staatsgreep in Februari zijn de beide voornaamste figuren der parlementaire democratie in Tsjecho-Slowakije dus wel spoedig van deez' aard verdwenen. Benesj, die op 28 Mei 1884 nabij Pilsen geboren werd en in Tsjecho-Slowakije en Frankrijk studeerde, werd als jonge man al de voornaamste medewerker van de oude Thomas Masaryk. Ik herinner mij hem als onvermoeid strijder voor de nieuwe repu bliek op de vredesconferentie van Versail les, in 1919. Hij was toen 35 jaar: een scherpzinnig en energiek man, de begaafde jongere vriend en trouwe steun van een grote figuur. Hij was slim en onvermoeid; hij toonde hardnekkige volharding bij die Britse en Amerikaanse ministèrs, wie de positie en de wensen van het volk met de moeilijk-uitspreekbare naam in het midden van Europa niet zo bijzonder duidelijk wa ren en die er aanvankelijk ook weinig be langstelling voor hadden. Het was niette min een volk met grote kwaliteiten, met veel arbeidskracht en intelligentie ge handicapt alleen door het feit, dat het in zijn bewogen historie zoveel onderdruk king had moeten verduren. Maar na de eerste wereldoorlog hadden Masaryk en Benesj, toen minister van Buitenlandse Za ken, lange tijd de wind mee en het land ontwikkelde zich goed en snel. Toen Masa ryk stierf werd Benesj in 1935 zijn opvol ger als president der republiek. Hij .vestig de zich in het Hradschin. Hij werd er reeds in 1938 uit verdreven, toen de Duitse aan- valswoede zich na de voltrokken Anschluss van Oostenrijk op Tsjecho-Slowakije had gericht, met de Sudeten-kwestie als voor wendsel en vervaarlijke, hysterisch-Hitle- riaanse scheldpartijen tegen de persoon van Benesj als propaganda. Te München gaf het Westen zijn bolwerk in Midden-Europa en daarmee ook zijn bondgenoot prijs. Mis schien was het niet zover gekomen als Thomas Masaryk nog geleefd had. Mis schien zou de machtige invloed van zijn persoonlijkheid het voorkomen hebben. Maar de historie zal dit Benesj niet kunnen verwijten, die deed wat hij kon en na zijn gedwongen aftocht naar het buitenland de kamp geenszins opgaf. Zo werd hij in 1940 te Londen gekozen tot president van de Tsjecho-Slowaakse regering-in-balling- schap. Dezer dagen zijn wij daaraan in dit land herinnerd, want op een foto van de staatshoofden-in-ballingschap te Londen, groepsgewijs verenigd met het Britse Ko ningspaar, komt hij voor nevens Kaaingin Wilhelmina, de Koning van Noorwegen, de Koning van Joego-Slavië en andere vorste lijke personen. In 1946 werd Benesj opnieuw de presi dent der Tsjecho-Slowaken. De eerste maal had hij drie jaar in het Hradschin gezeteld, de tweede maal zou het nog korter zijn. Er schijnt nooit zegen te hebben gerust op het streven van dit volk om zich vrij te maken. Evenmin als op dat der Polen. En ik heb al zovelen, die kort voor de staatsgreep in Praag vertoefden en de gelegenheid had den om de Tsjechen waar te nemen en hun uitingen aan hun eigen ervaringen te toet sen, horen verzekeren dat er eigenlijk een gelaten stemming van afwachten heerste. Geen geest van verzet. Alleen bij de stu denten kwam die tot uiting. Zij hadden in hun jonge schooltijd de periode van gees tesvrijheid gekend en er intellectueel op doorgeleefd. Maar zij alleen waren niet sterk genoeg als ruggegraat van een volk. Toen het leger zijn generaal volgde, die de zijde der communisten koos, bleek dat dan ook. Benesj is dood. Het moet Tsjechen en Slowaken het besef geven dat weer een grote vriend, die onvermoeid voor hen is opgekomen en in jarenlange ballingschap voor hen gewerkt heeft, hun is ontvallen. Het zal -de ontmoediging in het volk ver groten. Zijn toestand is niet hoopvol. Sinds Gottwald, blijkbaar tegen zijn zin, president der republiek is geworden als opvolger van Benesj, ligt de macht bij de nieuwe minis ter-president Zapotocky^en andere fana tieke volgelingen van Moskou en is men er blijkbaar nog kwader aan toe. Natuurlijk is er wel een verzetsbeweging ontstaan en worden al clandestiene blaadjes verspreid. Men kent dat vanouds in dit land. Men heeft er nog heel wat meer ervaring mee dan wij in onze vijf jaar onder Seyss- Inquart en Rauter. Een nieuwe jonge Masa ryk en een nieutve jonge Benesj zijn zeker alweer in actie. Zij zullen niet precies de zelfde taal spreken. Zij zullen allicht stre ven naar een verenigd democratisch Euro pa, naar een federale Unie van Europa, waarin ook hun land tenslotte zal worden opgenomen. En waarom zouden zij geen gelijk krijgen? Waarom zou ook voor hun volk tenslotte de tijd niet komen? Een man heeft de fakkel moeten neerleg gen. Een andere neemt hem op. Het leven van Eduard Benesj is niet vergeefs geweest. r. p. Weerbericht WEINIG WIND. Verwachting, medegedeeld door het K.N.M.I. in De Bilt, geldig van Zater dagavond tot Zondagavond: In de nacht weinig wind. Hier en daar nevel of mist, overdag wisselend be wolkt met op enkele plaatsen buien. In het binnenland op vele plaatsen, voornamelijk 's morgens flinke perio den van zonneschijn. Zwakke tot matige wind tussen Noord en Oost. Weinig verandering in temperatuur. 5 September: Zon op 5.57 uur onder 19.19 uur Maan op 8.27 uur. onder 20.18 uur 6 September: Zon op 5.59 uur, onder 19.17 uur Maan op 9.56 uur, onder 20.32 uur i Wij, Juliana, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. AAN LAND- EN RIJKSGENOTEN, Nu ik heden het koningschap heb aan vaard wil ik enige woorden tot u richten. Allereerst een ^oord van grote dankbaar heid. Van mijn vroegste jeugd af hebt gij mij omgeven met uw genegenheid. Uit alle delen van het rijk, uit alle kringen der maatschappij, van oud en jong, ontving ik steeds ontroerende blijken van gehechtheid. Nu ik gereed sta mijn nieuwe taak te aanvaarden, gevoel ik sterk hoe grote steun die genegenheid voor mij is. Na een regering van vijftig jaren, 'legt mijn moeder haar taak neer. Haar rege ringsperiode, eerst staande in het teken van vreedzame vooruitgang op bijna ieder gebied, omvatte twee wereldoorlogen met een zware, economische crisis daartussen. Op een leeftijd, dat de meeste mensen aan rust gaan denken, is Koningin Wilhelmina de bezielende leidster geweest in de strijd tegen meedogenloze vijanden, die met grote overmacht ons land en Indonesië hadden overweldigd. Overeenkomstig haar eigen wens gaat zij thans als Prinses Wilhelmina der Ne derlanden in ons midden haar welverdien de rust genieten. Wij kunnen haar nooit genoeg danken voor wat zij deed. LANDGENOTEN, Hoewel de tijd, waarin Ik de regering aanvaard, vol is van moeilijkheden en dreigende verwikkelingen, is er toch reden tot vreugde, omdat ons land, ondanks ver woesting en verarming, innerlijk sterk ge noeg bleek om zich met behulp van onze bondgenoten spoedig te herstellen. Deze vreugde is echter vermengd met diepe weemoed om allen, die zijn heen gegaan en warm medegevoel met hen, die achterbleven, of wier have en goed ver nietigd werd. Het leed aan ons volk in oorlog en be zetting aangedaan, zullen wij niet licht vergeten. Begrijpelijk en gerechtvaardigd zijn de daaruit ook tegen bepaalde Neder landers voortspruitende gevoelens. Wij moeten er ons echter rekenschap van ge ven, dat ook zij te eniger tijd weer in onze gemeenschap moeten worden opgenomen. VOLKEN VAk INDONESIë, Tot u heeft mijn moeder in donkere da gen lichtende woorden gesproken, die voor u en Nederland een groots werkplan ont vouwden, opdat gij en Nederland in vrij willig samengaan een gelijkwaardige en eervolle plaats zouden innemen in de rij der volkeren. Ik vertrouw dat onder mijn regering de nieuwe verhouding een harmo nische vorm zal vinden, welke aansluit bij wat leeft en groeit in uw mekkai. VOLKEN VAN SURINAME EN DE ANTILLEN, Vrijheid, gelijkheid en zelfstandigheid zullen in het nieuwe Koninkrijk uw onver vreemdbaar aandeel zijn. In het vertrouwen dat ik zal mogen rekenen op Uw aller steun op welke trap der ambtelijke ladder en in welke maatschappelijke werkkring gij ook arbeidt en met de bede, dat God Mij moge sterken, aanvaard Ik de regering. GELAST EN BEVELE, dat deze proclamatie in de Staatscourant en in het Staatsblad zal worden opgenomen en ter plaatse, waar zulks gebruikelijk is, aangeplakt zal worden. Amsterdam, 4 September 1948. JULIANA. (De proclamatie was mede ondertekend door alle ministers). Vanochtend om 11.30 uur namen in de Mozes en Aaronzaal van het paleis Koningin Wilhelmina, Prinses Juliana en Prins Bern- hard plaats aan een lange tafel, om in het bijzijn van vele autoriteiten de troonswis seling te doen plaats hebben. Nadat dr. Tellegen de acte van abdicatie had voorgelezen, tekende Koningin Wilhelmina en daarmee kwam het einde aan een lang en zegenrijk bewind. Na haar tekenden Koningin Juliana en Prins Bernhard en daarna alle overige gasten. Terstond na het klinken van de laatste slag van twaalf uur ging de balcondeur open en trad allereerst Koningin Juliana, dan Prinses Wilhelmina en Prins Bernhard naar buiten. Onder doodse stilte sprak Prinses Wilhel mina de volgende rede uit: „Ik stel er prijs op u zelf mede te delen, dat ik zo juist mijn troonsafstand heb ge tekend, ten behoeve van mijn dochter, Ko ningin Juliana. Ik dank u allen voor het vertrouwen, dat gij mij vijftig jaren lang gegeven hebt. Ik dank u voor de toegenegenheid en de warmte, waarmede gij mij steeds hebt om ringd. Met vertrouwen zie ik uw toekomst tege moet onder de zorgende leiding van mijn innig geliefd kind. God zij met u en de Koningin. Ik acht mij gelukkig met u allen te kun nen uitroepen: „Leve onze Koningin!" Donderend schalden na deze laatste uit roep van de Koningin de hoera's over de Dam en daarna zette de geweldige menigte spontaan het Wilhelmus in. Toen sprak Koningin Juliana haar eer ste rede uit als regerend Vorstin tot haar volk: „Ik dank u. lieve moeder, dat gij mij op deze wijze hebt ingeleid. Ik voel het als een groot leed, dat we uw wijsheid en uw ervaring en bovenal u zelf voortaan zullen moeten missen als onze Koningin. Hoe moeilijk het ook zal zijn hieraan te moeten wennen, ik weet dat allen u van harte hun beste wensen meegeven voor deze levensperiode, waarin ge als Prinses Wilhelmina onder ons zult verkeren. Maar wij kunnen één ding voor u doen: 'de ideeën, waarvoor gij pal hebt gestaan, blijven nastreven en verwerkelijken. Ik doe in het bijzonder een beroep op de jeugd, om te trachten zulk een toekomst voor ons allen te vormen, dat daarin de hoogste waarden in ere worden gehouden, waarvoor zo velen van de besten hun leven hebben gegeven. Voorts doe ik voor me zelf een beroep op uw aller vertrouwen, datzelfde vertrou wen, waarmee gij mij in de vijf maanden, waarin ik als regentes voor mijn moeder waarnam, tegemoet gekomen zijt. Tezamen gaan wij moedig voorwaarts. „Leve het vaderland". Ook na haar rede gaf de ontroerde me nigte een daverende ovatie en weer klonk het oude Wilhelmus, nu begeleid door het muziekcorps van de L. S. K. Op Maandag aanstaande, de dag der inhuldiging van Koningin luliana, zal de courant niet verschijnen. Ook onze bureaux zijn dan de gehele dag gesloten. H.M. tekent wetsontwerpen der Grondwetsherziening H. M. Koningin Wilhelmina heeft gister avond de vier wetsontwerpen tot Grond wetsherziening getekend. (Voor het verslag der Eerste Kamer-debat ten hieromtrent zie men pagina 2). Dr. Beel naar Indonesië Bij Koninklijk Besluit is met ingang van 7 September benoemd tot gedelegeerde van het opperbestuur in Indonesië dr. L. J. M. Beel, oud-minister-president. Op verzoek van de regering zal dr. Beel zich reeds op 9 September naar Indonesië begeven. Of schoon het besluit daaromtrent geen nadere aanduiding bevat, ligt het naar wij ver nemen in de bedoeling, dat deze benoeming slechts van beperkte tijdsduur zal zijn. Franse crisis verlengd André Marie weer ontboden „voor overleg" Robert Schuman, die met instemming van de Franse assemblée de taak op zich had genomen een nieuwe regering te vor men, heeft president Vincent Auriol mee gedeeld, dat hij niet is geslaagd. Hü heeft zijn opdracht teruggegeven. Schuman verklaarde tegenover de pers: .,Ik ben niet in staat een regering te vor men, die de taken op zich kan nemen, door de publieke veiligheid geëist. Hoewel de Nationale Vergadering mij haar vertrou wen heeft geschonken, zie ik mij toch ge noopt het mandaat terug te geven. De nodige solidariteit ontbreekt." Schumans falen is toe te schrijven aan de moeilijkheid een minister van binnen landse zaken te vinden. Hij heeft de voor waarden, gesteld door de „democratische en socialistische unie" (een kleine groe pering van Gaullistische geaardheid), die haar vertegenwoordiger Francois Mitte- rand voor een post beschikbaar had willen stellen, van de hand gewezen. Deze voorwaarden zouden hierin be staan hebben, dat er in October departe mentale verkiezingen worden gehouden. Bij deze verkiezingen, evenals bij verkie zingen voor het parlement, menen de Gaul listen een overwinning te'kunnen behalen. Robert Lecourt. lid van de MRP. die minister van Justitie was in het kabinet van André Marie, heeft een verzoek van president Auriol een regering te vormen, van de hand gewezen. Naar Reuter meldt zou Ariol thans een radicaal, waarschijnlijk Marie, ontbieden voor overleg. In verschillende streken van Frankrijk wordt de stakingsbeweging voortgezet. Vandaag was de staking volledig in de mijnbekkens van Carmaux en Albi. In Zuidwest Frankrijk, namelijk te Castres, zijn al de arbeiders van het bouwbedrijf in staking gegaan. In het nummer van de Humanité, het orgaan van de Franse communistische partij, is vandaag een manifest van de Franse communistische partij afgedrukt, dat de gehele achterpagina van de krant beslaat. In het manifest wordt gezegd, dat „Frankrijk een regering moet hebben. De willekeurige eliminatie van de communis tische ministers, die zes maanden geleden op bevel van de Amerikaanse imperialis ten werd verordend, is de oorsprong van de onbestendigheid van de regering en het toenemen van de moeilijkheden op ieder terrein", aldus het manifest. „Daar de Franse communistische partij", zo besluit het manifest, „een einde wil ma ken aan een toestand, die het belang van de natie schaadt, en die veel te lang ge duurd heeft, verklaart de communistische partij, dat zij bereid is de op haar rusten de verantwoordelijkheid op zich te nemen in een regering op democratische grond slag". De communistische partij verzoekt de lezers van de Humanité „deze pagina over al aan té plakken en afdrukken ervan te verspreiden". Laatste symbool der Tsjecho- slowaakse vrijheid en eenheid Vrijdagavond om zes uur plaatselijke tijd is Eduard Benesj, de voormalige president van de Tsjechoslowaakse republiek, in zijn villa te Sezimovo Usti overleden. Hij was reeds drie dagen bewusteloos en is zonder doodsstrijd ontslapen. Zijn echtgenote en andere familieleden waren aan zijn sterf bed. De tegenwoordige president, Klement Gottwald, heeft het kabinet in een speciale zitting bijeen geroepen dadelijk nadat het doodsbericht hem bereikt had en heeft de overledene in een korte rede herdacht. Het Tsjechoslowaakse volk is in diepe rouw over het heengaan van deze laatste ver tegenwoordiger der democratische gedach te en de laatste figuur die de zo zwaar be vochten vrijheid van de republiek symboli seerde. Zijn hele leven heeft dr. Benesj ge wijd aan de verwezenlijking van de Tsje choslowaakse eenheid in een vrije demo cratische samenleving, een eenheid die door de Duitse aggressie tijdelijk werd onder mijnd en een vrijheid, die thans door de communistische overheersing is;teniet ge daan. Dr. Benesj is gestorven na een bit tere ontgoocheling, die nog te zwaarder voor hem was door het verlies van zijn vriend Jan Masaryk, slachtoffer van het drijven der communisten om de macht te veroveren en alles terzijde te schuiven dat niet paste in het schema van hun heers zucht. Ook de vertegenwoordigster van president Truman bij de inhuldiging van Koningin Juliana s op Schiphol gearriveerd. Zij is Mevrouw Eleonore Wilson McAdoo, dochter van de voormalige president van de V. S. Abdicatie-acte van de Koningin Heden, den vierden September 1948 des voormiddags te elf en een half ure op het Koninklijk paleis te Amsterdam heb ik, Wilhelmina, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz., enz., in tegenwoordigheid van mijn geliefde dochter en schoonzoon, bijeengeroepen: de voorzitters van de beide Kamers der Staten-Generaal, De Koninklijke Familie inspecteerde gisteren aan boord van de Piet Hein de Vlootschouw op het Buitcn-lJ, die met de honderden deelnemende, vrolijk gepavoiseerde vaartuigen, een imposante aanblik opleverde. de ministers, den vice-president van den Raad van State, de leiders en leden van deputaties uit Indonesië, Suriname en de Nederlandsche Antillen, den Commissaris der Koningin in de pro vincie Noord-Holland, den burgemeester van Amsterdam, den directeur van het kabinet der Ko ningin, om in hun tegenwoordigheid in een plech tige verklaring uitvoering te geven aan het door mij op den twaalfden Mei j.l. aan land- en rijksgenooten medegedeelde voor nemen mijn lartgdurige regeering te eindi gen en afstand van de Kroon te doen ten behoeve van mijn dochter. Ik verklaar dat ik na langdurig en rijp beraad, buiten iemands invloed, geheel vrijwillig van dit oogeiiblik af, onherroe pelijk afstand doe van mijn Koninklijk gezag en waardigheid in het Koninkrijk en van al de rechten daaraan verbonden, deze overdragende aan mijn geliefde dochter en troonopvolgster Juliana, Prinses der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz., enz., om door haar en haar wettige opvolgers bezeten te worden, overeenkom stig de bepalingen der Grondwet van het Koninkrijk. Ik beveel dat deze mijn verklaring met mijn handteekening bekrachtigd en van het grootzegel van het Koninkrijk voorzien, nadat dezelve door mijn dochter en schoon zoon, alsmede door alle autoriteiten thans bij mij vergaderd, onderteekend zal zijn, in het kabinet der Koningin zal worden be waard en dat authentieke afschriften zul len verzonden worden aan de beide Kamers der Staten-Generaal, aan den Hoogen Raad der Nederlanden en aan de Staten der provincies.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1948 | | pagina 1