L itteraire Kerken benaderen moderne wereld met taal van 200 jaar terug Dagorders aan de Strijdkrachten Chefarine 4 ZATERDAG 4 SEPTEMBER 1948 3 De dichter W. A. P. Smit, hoogleraar in Utrecht en, in deze functie, plaatsvervan ger in Leiden van Prof. P. N. van Eyck voor de duur van diens ziekte, heeft de Rege ringsopdracht tot het schrijven van een nationale hymne ter gelegenheid van het vijftigjarig regeringsjubileum der Koningin aangenomen en volbracht. Twee en veertig verzen zijn het geworden. Er is geen twijfel aan, of deze dichter lijke taak is zwaar geweest. Niet alleen dat Smit werken moest aan een gegeven, dat wellicht niet zo spontaan, als de aanleiding tot gedicht pleegt te ontstaan, in hem op kwam. De moeilijkheid lag veeleer bij de veelheid van historische herinneringen, die in deze lofzang opgenomen diende te wor den, wilde het gedicht inderdaad een nationale hymne worden. Maar er was meer: een dergelijk gelegenheidsgedicht van een zo algemene strekking ener- en een zo bijzondere zin anderzijds moest spreken in woorden en beelden, die voor een ieder toegankelijk zijn. Het moest een melodie hebben ondertoon, waarop elk vers, af gezien van maat en rijm, gaat die in het gehoor lag van de grootst mogelijke massa, van de breedste lagen van ons volk, zonder daarmee banaal te woi'den. Wat zou er anders van het nationaal karakter van zulk een hymne worden? Dat een gelegenheids-kunstwerk aan zulke eisen kan voldoen met behoud van alle kwaliteiten, die men aan een product der schoonheid moest stellen, alle andere kunstvormen, met name de beeldende kun sten, bewijzen het. En hoe begrensder de uitingsmogelijkheden, hoe groter bewijs van kunstenaarsschap wordt geleverd, als ondanks deze gebondenheid een gaaf en groots werk tot stand komt. In het algemeen heeft mén van de ge boorte van een gedicht een verkeerde voor stelling. Het is niet zo, dat het gemaakt wordt„ bedacht wordt. Het klinkt in de dichter, die getroffen is door een emotie, óp, woordloos soms in den beginne, zin gende als een melodie, vormend zich naar beelden, die de ontroering in hem oproe pen. En langzaamaan er kunnen weken, soms maanden of langer verlopen wordt dit alles in hem tot woord, tot zingende, beeldende taal, zoals een bloem ontbloeit uit haar knop. Dat daarbij vakmanschap te pas komt, spreekt wel van zelf. De dichter bespeelt het woord, de taal, zoals een violist zijn viool bespeelt of een smid zijn gloeiend ijzer bewerkt. Maar elk vioolspeler is nog geen violist en elk die in rijm en maat de taal gebruiken kan, is nog geen dichter. Het is goed, aan dit alles nog eens te her inneren, nu hier een dichtwerk ter sprake wordt gebracht, dat niet alleen onder de ogen komt van een select publiek, maar bedoeld is als een dichterlijke aanspraak tot allen. En goed is het ook, die uiterst eenvoudige woorden te herhalen, waarmee een groot schrijver en criticus als van Deyssel jaren her het wezen der dichtkunst voor een ieder begrijpelijk tot uitdrukking bracht, toen hij schreef: „Een gedicht moet mij aandoen, moet actief en duidelijk in mij indringen, als plotselinge bloemengeur in een reukloos vertrek, als kaarsevlam in duistere ruimte. Geenszins de neutrale gedichten, die wel aangenaam zijn om aan te zien, maar mij niet meer aandoen dan een wel gekleed en niet-misvormd voorbijganger op straat; maar alléén de gedichten, die geven of overeen komen met een staat van blanke en onbewogen verrukking, kunnen gezegd worden beter te zijn dan de meer bijzonder ontroerend of emotioneel te noemen gedichten." Niet dus de welgeklede, niet-misvormde voorbijganger, of, ontdaan van de beeld spraak: niet het vers-technisch volkomen gedicht, waaraan de diepere, mysterieuze drang, welke erin tot schoonheid gezuiverd en verstrakt, ontbreekt, behoort tot de vers-kunst. Waarachtig beleden en schoon tot uitdrukking gebrachte ontroering is voorwaarde tot elke poëzie. Al deze overwegingen geven aanleiding, Smit's gelegenheidsgedicht te toetsen aan daartoe geëigende maatstaven, aan de eisen vooral, die mogen worden gesteld aan een gedicht, dat tot gevoel, begrip en ver beelding van een volk moet spreken. Bou- tens, groot dichter, vers-technicus bij uit nemendheid, bezield met een zo gaaf dich terschap, dat gebondenheid aan een opge legd onderwerp voor hem geen beletsel kon zijn, het schoonste te zeggen, wat er in hem leefde Boutens bewees ter gelegenheid van het huwelijk der Prinses, dat óók een opgedi'agen vers groeien kan tot zuiverste dichtkunst. Maar of hij een nationale hymne dichtte, die door een ieder begrepen en meebeleefd kan worden, betwijfel ik. Smit's Lofzang mag, in weerwil van een zeer vaardige vers-techniek, deze uitzon derlijke dichterlijke eigenschappen missen, hij spreekt tot een ieder, al deed de ver staanbaarheid van zijn vers zeker schade aan de schoonheidswaarde ervan. Zij zijn niet velen, die glashelderste eenvoud kun nen paren aan zuiverste schoonheid! Maar in een lagere graad van volmaaktheid dan is het Smit toch gelukt zich te hoeden voor een vals feestpathos. Ondanks de be grijpelijkheid ontbreekt de diepere zin allerminst; ondanks de feestelijke zwier niet de met een fijnzinnig gehoor beluis terde melodie van een hart, dat meent wat het zegt. Et komen in deze Lofzang, naast matte en zelfs conventionele, zulke rijke en oorspronkelijke strofen voor, dat men niet anders kan zeggen, dan dat Smit zich, bin nen de grenzen van de gegeven mogelijk heden, met talent van zijn moeilijke taak heeft gekweten. Ik denk bij voorbeeld aan een couplet als dit, waarin het feestgedruis doordringt tot stille boerenhoeven en sym bolisch uitdrukking vindt in een hogere verrukking: in de bloemenpracht van het land. „En dahlia's", klinkt het daar, Agenda voor Haarlem ZATERDAG 4 SEPTEMBER Stadsschouwburg: „Waar is mijn dochter?" 8 uur. Palace: „Op stap naar RIO", alle leeft., 2, 4,15, 7 en 9.15 uur. Luxor: „De kampioen melkboer", alle leeft., 2, 4.15, 7 en 9.15 uur. City: „Miranda", 18 j., 2. 7 en 9.15 uur. „De kleine prinses", alle leeft., 10.30 en 4.15 uur. Spaarne: „De ontembare hengst", 14 j., 2.30. 7 en 9.15 uur. Frans Hals: .Drie handige jon gens", alle leeft., 2.30, 7 en 9.15 uur. Rem brandt: „Een onvergankelijke melodie", alle leeft.. 2, 4.15, 7 en 9.15 uur. Krelagehuis: Bloemententoonstelling tot en met Maandag 1122 uur. ZONDAG 5 SEPTEMBER Stadsschouwburg: „Waar is mijn dochter?", 8 uur. Bioscopen: Middag- en avondvoor stellingen. MAANDAG 6 SEPTEMBER Gem. Concertgebouw: Kilima-Hawaiïans, 8 uur. Schotersingel: Dansgroep uit Orange 5 en 8 uur. Bioscopen: Middag- en avond voorstellingen. DINSDAG 7 SEPTEMBER Bioscopen. Middag- en avondvoorstellingen. Een nationale hymne „en dahlia's, zwaar als pioenen kleuren de bontheid van de bloemenhof met gloed van troplsóher seizoenen: hun vlammend rood maakt zelfs de rozen dof." Ik kan helaas maar een enkel 'couplet citei-en. En wat de gekozen beelden betreft: harmonisch en zuiver uitgewerkt het was een rijke vondst, de wederwaardig heden van een vorstelijk'leven, in smarten vreugde, terug te roepen voor onze ver- beeldingi voor zover ze dan gemeen goed zijn, door een vlucht van zwermende meeu- ven over de Haagse vijver. Zon-gezegend of dreigend-grijs strijken ze op en neer, die meeuwen der herinnering, roepen ze een levensloop, zo bewogen in de laatste acht jaren, in onze gedachtenis op. Want een vorst, een vorstin, leeft nu eenmaal niet enkel een persoonlijk, maar óók een open baar leven, waarin we delen, in dit her denkingsgedicht. Niemand heeft er de ge dragen onsterfelijkheid van een Wilhelmus van mogen verwachten. Maar het blijft ge dragen door de dichterlijke expressie van een menselijk-meelevend hart, dat weet van beproeving en vertrouwen in bevrij- ding-dóór-beproeving, die aan geen men selijk leven voorbijgaan en ten deel vallen, ook niet aan een koninklijk. Daaraan heeft Smit uitdrukking gegeven en daarmee werd zijn lofzang een nationale hymne, duurzamer dan feestverlichting en erepoort en feestgejoel. Men moet de regering dankbaar zijn, dat zij ook een dichter heeft laten meespreken! Moge men zich daarop bezinnen. C. J. E. DINAUX. Het statie-gewaad van de nieuwe Koningin Hare Majesteit Koningin Juliana zal on der dezelfde kroningsmantel, waarin haar moeder in 1898 werd ingehuldigd, en die thans enigszins aan.de eisen van de mo derne smaak is aangepast, een saffier-blauw gewaad dragen. Het model is van hand- geweven zijde en heeft een lange sleep. Over de japon draagt de Koningin van de rechterschouder naar de linkerheup het goud-oranje, blauw gestreepte lint van de Militaire Willems-orde. Een breed collier van diamanten en ro bijnen zal om de hals worden gedragen en daarvan afhangend een schitterend pen dant van dezelfde edelstenen. De linkerarm zal door een armband van robijnen en dia manten worden gesierd. Waar Koningin Wilhelmina in 1898 een hoog diadeem droeg, zal Koningin Juliana het haar gedekt hebben met een edelstenen kapje. Vier kleine diamanten sterren om ringen het kapje, dat bekroond is met een soortgelijke veel grotere ster. Er tussen zijn robijnen en paarlen gegroepeerd. Deze tooi rust met een randje van paarlen op het hoofd. Het staatsiegewaad van Koningin Juliana is evenals twee andere japonnen ontworpen en persoonlijk uitgevoerd door de heer Erwin Doïder, een jeugdige Zwitser, die reeds geruime tijd door zijn smaak en stijl is oplfevallen. Prinses Beatrix en Prinses Irene zullen op 6 September blauwe tulen jurkjes dra gen, Prinses Margriet en Prinses Marijke (de laatste twee zullen niet in de kerk aan wezig zijn) hebben hetzelfde model in het rose. In het haar dragen de prinsesjes bloemenkransj es. De assemblée van de Wereldraad dei- Kerken besprak gisteren het rapport der tweede sectie, betreffende „het getuigenis der Kerk in Gods heilsplan". Daarin wordt gezegd: „De huidige wereldsituatie is wan kel tengevolge van twee wereld-oorlogen. De stemming van vele mensen grenst aan wanhoop of blinde onverschilligheid. Millioenen mensen in Azië en Afrika, met nieuwe hoop bezield, zijn vastbesloten thans van de gelegenheid gebruik te maken 't lot in eigen handen te nemen. Het mens dom schijnt nog steeds bezeten te zijn door een fanatisme om zichzelf te vernietigen. Nu ziet het mensdom een verdeelde, aarze lende en al te dikwijls een toegevende kerk. Contact verloren. Het is een kerk, die voor een groot deel het contact heeft verloren met de harde werkelijkheid van het moderne leven en nog immer probeert deze moderne wereld met een taal en op een wijze te benaderen, die wellicht 200 jaar geleden op hun plaats zijn geweest. Hel is een kerk die niet bij machte is gebleken een oplossing te vinden voor de harde werkelijkheid, waarin de mens zich bevindt, doordat zij faalde enig invloedrijk woord te doen horen over de oorlog. Het, is een kerk, die er door velen van wordt beschuldigt zich achter de be langen te hebben geschaard van maat schappij en staat, een kerk die ervan ver dacht wordt de buitenlandse politiek en de imperialistische oogmerken der landen te hebben gesteund. Maar wat van deze be schuldigingen ook waar of onwaar mag zijn, de kerk is nog steeds de kerk van God, die zowel het lijden en de triomph van het leven heeft gekend. Het is een kerk, die millioenen trouwe aanhangers de kracht heeft geschonken om te leven in de glorie van Christus en die, in deze assem blée, voor de eerste maal de evangelisatie aansnijdt als de gemeenschappelijke taak aller kerken. Het is een kerk, die zich haar grote mogelijkheden en verantwoordelijk heden voor het mensdom bewust wordt. Anti-semitisme. Tevens kwam aan de orde het commissie rapport over de houding van de christenen tegenover de Joden. Het rapport eindigt met de volgende aan bevelingen aan de aangesloten kerken: De aangesloten kerken moeten trachten het universele van Gods boodschap te ver vullen door het Joodse volk op te nemen in het evangelisatiewerk. Zij moeten hun leden aanmoedigen broederlijk contact en begrip te zoeken met hun Joodse naburen, en medewerking te verlenen bij de bestrij ding van misverstand en vooroordeel. Bij het missiewerk onder -de Joden moet zorg vuldig worden vermeden elke onwaardige druk of pressie. De kerken moeten aan dacht besteden aan het opleiden van pre dikanten die het evangelie aan het Joodse volk kunnen uitdragen. Het comité roept alle kerken op het anti semitisme te veroordelen ongeacht zijn oorsprong, aangezien het volkomen onver enigbaar is met het Christelijk geloof. Het anti-semitisme is tegen God en de mens". Vlootschouw op Buiten-IJ voor de Koningin Prins Karei van België te gast op het Paleis Gisteren heeft de -Nederlandse oorlogs-, koopvaardij-, vissers- en watertouristen- vloot op het Buiten-IJ op waardige wijze met een grote vlootschouw hulde aan de Koningin, gebracht. De bijna vier kilometer lange rij, die door de 1800 schepen werd gevormd, bood een feestelijke aanblik, met haar vrolijke pavoisering. Om kwart over drie voer de Piet Hein met de Koninklijke standaard in top de schouwplaats binnen. H. M. de Ko ningin stond op het voordek naast Prinses Juliana, Prins Bernhard en de oudste drie prinsesjes. De Karei Doorman liet 35 sa luutschoten over het water daveren en het feestgeluid werd overgenomen door de duizenden toeschouwers die ovatie op ovatie lieten volgen. Bijna drie uur duurde de zegetocht en gedurende het laatste deel van de vaart werd ieder geluid overstemd door het geloei van de scheepsfluiten. 's Avonds maakte de Koninklijke fami- liet een rondvaart door de Amsterdamse grachten in de „Koningin Juliana". Tegen middernacht maakte Prins Bernhard ver gezeld van hoofdcommissaris Kaasjager en burgemeester d'Ailly een „kroegjool" op de Amsterdamse studentensociëteit mee. Koningin Wilhelmina op het achterdek van de Piet Hein, tijdens het schutten in de Oranjesluizen. Ook vond gisteravond de gondelvaart door de Amsterdamse grachten plaats, een onvergetelijk schouwspel van boten, bloe men en licht. s Middags trok de optocht van industrie, handel en verkeer veel bekijks in de Am sterdamse straten. Op de Dam werd een krans gelegd aan de voet van het Nationaal Monument. Prins Karei op bezoek. Om twaalf uur precies gistermiddag reed de wagen van Prins Karei, prins-regent van België de Dam op, waar een erewacht was opgesteld van de Jagers. Prins Karei werd buiten het paleis ontvangen door Z. K. H. Prins Bernhard. Nadat de Konink lijke militaire kapel de Brabangonne ge speeld had, begaven de beide prinsen zich in het paleis, waar prins Karei met de Ne derlandse koninklijke familie het déjeuner gebruikte. Tijdens dit déjeuner overhan digde hij het geschenk van het Belgische volk aan H. M. de Koningin. Om twee uur vertrok Prins Karei weer naar Brussel. H.M. Koningin Wilhelmina heeft de vol gende dagorder gericht tot de strijdkrachten ter zee, te land en in de lucht: „Bij het neerleggen van mijn regeering wensch ik een persoonlijk woord van afscheid, te richten tot u, strijdkrachten ter zee, te land en in de lucht. Gedurende de lange jaren mijner regeering heb ik steeds staat op u kunnen maken. In den strijd, dien gij schouder aan schouder met onze bondgenooten en ik denk boven dien aan onze visschers en koopvaarders hebt gestreden voor de bevrijding van ons vaderland en van Indonesië, hebben plichtsbetrachting en opofferingsgezindheid ti gekenmerkt. Tnans terwijl de opbouw van vlootleger en luchtmacht nog lang niet fs^voltooid, wordt een zware taak verricht door onze strijdkrachten in Indonesië voor het herstellen en behouden van orde en rust. Ook deze taak is vol ont beringen en eischt voortdurend offers, doch ook hier geeft gij alles wat van u gevraagd wordt. Ik heb mij steeds één met u geweten. Uw verrichtingen hebben mij trotsch op u doen zijn. Weest verzekerd, dat uw lotgevallen mijn belangstelling zullen blijven behouden. Ik vertrouw dat gij onder de regeering van Koningin Juliana het Vaderland even trouw zult dienen, als tijdens mijn bewind. Moge Gods zegen steeds met u zijn. WILHELMINA." H.M. Koningin Juliana heeft de volgende dagorder gericht tot de strijdkrachten van het Koninkrijk: „Strijdkrachten van hel Koninkrijk, waar Ier wereld gij u ook moogt bevinden. Gedurende de regering mijner moeder hebt gij het vaderland steeds gediend op een wijze harer waardig. Vredelievend van aard, hebt gil getoond, dat gij verbeten kunt strijden voor vrijheid en gerechtigheid. Indien dit nodig is, zelfs tegen een overmachtigen vijand. Wat ik van mijn echtgenoot, die als bevel hebber der Nederlandse strijdkrachten u aan voerde bij de bevrijding van ons land, en nu als inspecteur-generaal in nauwe aanraking met. u is, steeds over u hoorde, heeft mij met trots vervuld. Nog altijd worden van u, strijdkrachten in Indonesië, grote offers 'gevraagd. Na de moeilijke jaren van oorlog en bezetting zijt gij thans voor geruimen tijd ver van huis en gezin. Te meer waardering heb ik daarom voor uw toewijding, zelfbeheersing en plichtsbetrachting bij het vervullen van uw taak. Bij het aanvaarden van het Koninklijk gezag spreek ik de verwachting uit, dat alle strijd krachten in de toekomst, evenals in het ver leden, eensgezind en toegewijd hun beste krachten zullen geven voor de belangen van het Rijk. Ik reken op uw trouw. JULIANA." De dagorder van H.M. Koningin Wilhelmina is even voor twaalf uur hedenmorgen voor het front der troepen voorgelezen. Vervolgens is in aansluiting aaarop, na twaalf uur voorlezing gegeven van de dagorder van H.M. Koningin Juliana. In Indonesië geschiedt de voorlezing van de dagorders te 19,00 uur pl. tijd. De Nieuwe Kerk open De Nieuwe Kerk in de volle pracht der versiering van de inhuldiging zal Maandag 6 September des namiddags om vier uur voor het publiek ter bezichtiging open ge steld worden. Ook de regalia, de rijkskroon, de rijksappel, het rijkszwaard en de scepter zullen te zien zijn. De kerk is open Maandag van 1620 uur. Dinsdag van 10 tot 20 uur en Woens dag van 1020 uur. Een collecte voor de Militaire Fondsen Het Comité der Gezamenlijke Militaire Fondsen verzoekt ons de volgende oproeping te plaatsen, Aan de Burgerij van Haarlem, De gezamenlijke Militaire Fondsen in de lande houden van 1 tot 14 September een collecte. Voor Haarlem is deze vastgesteld op Woensdag, 8 September. Als lid der Districts-Commissie van het Fonds 1815 voor Oud-Militairen en hun na gelaten betrekkingen wil ik deze collecte gaarne met een enkel woord aanbevelen. Wat toch is het geval: De Staat geeft aan de Oud-Militairen, in dien ze verminkt, of aan hun weduwen of wezen, indien de kostwinner gesneuveld is, een pensioen. Doch hiermede is lang niet in alle behoeften voorzien. Vijf particuliere Fondsen trachten door aanvullende hulp deze mensen te steunen, bijv.: Indien de oud-militair met ziekte te kam pen heeft; Indien hij steun nodig heeft bij herscho ling, Indien hij bedrijfskapitaal nodig heeft om een zaak te beginnen. Indien zijn kinderen aanleg voor studie hebben, doch de geldmiddelen niet toerei kend zijn. Indien er overbruggingssteun nodig is, als de officiële steun te lang op zich laat wachten. Voor hen, die „alles" gaven voor het Va derland, wordt door deze Fondsen „iets" ge daan, er wordt een ereschuld betaald. De medewerkende Fondsen zijn: Fonds 1815 voor Oud-Militairen en nage laten betrekkingen. Kon. Nat. Ver. tot steun aan miliciens „STAMIL". Ereschuld en Dankbaarheid. Karei Doormanfonds. Prins Bernhard Stichting. P. O. F. M. CREMERS. Ds. A. Nijhuis, kapt.-veldprediker is na een verblijf van 2 jaar in Ned.-Indië in het vaderland teruggekeerd. Hij heeft zich met terwoon gevestigd te Heemstede en stelt zich beroepbaar in de Geref. kerken. Bekroningen op „de Kennemer gaarde" De bekroningen van de bloemententoon stelling „De Kennemer gaarde" in het Kre lagehuis luiden als volgt: Ere-pryzen. Medaille gemeente Haarlem: Collectieve inzending Tuinaanlag, ingezonden door Bloe misten Patroonsver. Haarlem en Omstreken te Haarlem; Gouden medaille van N.V. He ringa Wuthrich, Haarlem: aan collectieve inzending bindwerk, Bloemist-Winkeliers verenging Haarlem en Omstreken, Haarlem; Plaquette van Haarlems Dagblad: collectieve inzending afgesneden dahlia's, Nederlandse Dahlia-Vereniging, Amsterdam; Kunstvoor werp van Van Empelen Van Dijk, Aerden- hout: decoratieve groep bloeiende- en niet- bloeiende planten, J. Pool Zonen, Haarlem. Gouden medaille: inzending tuinaanleg, inz. Bloemisten Patroonsver. Haarlem en Om streken; inzending Bindwerk, Bloemist-Win keliersvereniging Haarlem en Omstreken; inzending afgesneden dahlia's. Nederlandse Dahlia Vereniging; decoratieve groep bloeiende- en niet-bloeiende planten, S. Pool Zonen; decoratieve groep bloeiende- en niet-bloeiende planten, alsmede afgesneden bloemen, Coöp. Tuinb. Ver. „Eigen Tuin"; decoratieve groep afgesneden dahlia's en waterpartij. Fa. J. P. Bakker C. Geerlings, Heemstede, decoratieve groep afgesneden bloemen van bol- en knolgewassen alsmede van eenjarige en vaste planten, C. G. van Tubergen; inzending cactussen en andere succulenten, inz. Ned. Ver. van Liefhebbers van Cactussen en vetplanten, afdeling Haar lem; decoratieve groep bloeiende- en niet- bloeiende kasplanten, inz. Gemeente Plant soenen; decor, groep afgesn. Amerik. anjelie ren, N.V. Anjer Kwekerij 't Clooster, v.h. Erens. Heemstede; decor, groep bindwerk, inz. Tuinlieden Ver. „Aerdenhout en Omstr.". Kleine gouden medaille: groep bloemen en groenten, Volkstuinen „Ons Buiten". Haar lem; groep afgesneden dahlia's, gladiolen en zinnia's, Volkstuinver. „Zonder Werken Niets", te Haarlem; groep afgesneden chry santen, Firma C. M. v. d. Zaal Mzn., De Kwa- kel (N.H.); groep orchideeën, inz. E. H. Tenhaeff, „Orchidophillia", te Aerdenhout; groep afgesneden rozen, anjers en gerbera's, inz. Kwekerijk Bentveld, mejuffr. Posthuma, Aerdenhout; groep bloeiende- en niet- bloeiende kasplanten, Firma Van Empelen Van Dijk, Aerdenhout. Verguld-zilveren medaille: tuinaanleg, Tuinbouw Studieclub, Haarlem. Zilveren medaille: vaas afgesneden gla diolen. K. Velthuys Wilbrink, Hillegom. Nu 4 beroemde middelen beschikbaar tegen pijnen Wanneer een zware hoofdpijn, hevige zenuw- of andere pijnen niet te verdrijven zijn, neem dan eens Chefarine „4". Elk tablet bevat vier wereldberoemde geneesmiddelen. Eén ervan - Chefarox - zorgt dat zelfs de ge voeligste maag tóch niet van streek raakt. TEGEN PUNEN EN GRIEP 20 TABLETTEN I 0.75 (Adv.) Bullitt ziet in Europa's eenheid een bescherming van Amerika William C. Bullitt, de vroegere Ameri kaanse ambassadeur in de Sovj el-Unie en Frankrijk, heeft aangedrongen op onmid dellijke militaire hulp aan West-Europa en China, in een artikel „Hoe we de oorlog wonnen en de vrede verloren" in het blad „Life". Bullitt noemt de vrede „een onpret tige wapenstilstand, die slechts zo lang za' duren als de Sovjet-regering dat wenst" De politiek van Roosevelt, Truman en Marshall critiserend schrijft hij: „We staan tegenover een worsteling, niet om veilig heid, maar om het leven te behouden. Als de president de toekomst van de Verenig de Staten wil beschermen, laat hij dan de militaire, economische en politieke eenheid van Europa en een West-Europees verde digingsplan bevorderen. Niet alleen gete- kend doof de staten van het vasteland van Europa, maar ook door Groot-Brittannic en de Verenigde Staten". Over Muziek HET ZWAARTEPUNT Het woord zwaartepunt klinkt niet aan genaam; de bedoeling in het woord gelegd is beter dan de letterlijke betekenis. Wan neer iemand opmerkt dat het zwaartepunt van een compositie ligt in de finale dan bedoelt hij dat de muziek in het laatste deel het belangrijkste is. Wanneer men zeer in 't algemeen spreekt over het zwaar tepunt der muziek als kunst, dan bedoelt men meestal aan te duiden wat de hoofd zaak is in de muziek. Dit zijn een paar overwegingen over woorden cn begrippen, die op zich zelf weer allerlei vragen op roepen. Ik kan mij echter niet begeven op het 'gebied der significa en ga dus in 't besef van enige slordigheid verder op het terrein der muziek. De aanleiding tot deze opmerkingen over zwaartepunt en hoofdzaak lag in een over weging over de betekenis van het impres sionisme in de muziek. Iedere muzieklief hebber kent dit woord tenminste 'bij name; velen weten wat het practisch betekent en denken hierbij direct aan Debussy, de Franse meester, die de voornaamste im pressionistische muziek heeft gecompo neerd. 't Woord „impressionisme" is eigen lijk nooit als principiële leuze door com ponisten gebruikt; het is geleidelijk in ge bruik gekomen omdat bijvoorbeeld som mige schildei-ende muziek van Debussy aanleiding gaf tot vergelijking met dat be langrijke genre der Franse schilderkunst waarin de werking van het licht cn de schijnbaar toevallige compositie de be schouwer de indruk gaven dat zekere fun damentele wetten der schilderkunst hier moesten wijken voor een meer onafhanke lijke weergave van het effect van het ge geven. Geen der schilders, noch een dezer musici echter heeft ooit „vaagheid" of „onduidelijkheid" verdedigd. De schilders hebben altijd in het licht en in de verbeel ding geloofd, de musici altijd in de klank en in de fantasie. Hun overeenstemming bestond in de opvatting dat de werkelijk heid van licht en klank, van verbeelding en fantasie niet behoorden te worden ge steriliseerd in traditionele vormen van voorstelling en constructie. De impressio nisten, zowel musici als schilders, hebben nooit iets negatiefs voorgestaan, zij hebben niet knoeierig geschilderd en gecompo neerd, integendeel, zij hebben het licht en de klank ruimte en vrijheid gegeven; enfin zij hebben mooie schilderijen en mooie muziek gemaakt en hiermee kon de zaak dus afgedaan zijn. Maar nu alleen over muziek spreken de is de zaak hiermee werkelijk afge daan? Wanneer ik de „Préludes" van De bussy vergelijk met het strijkkwartet van deze meester, dan moet ik opmerken, dat het Quartet onvoorwaardelijk hoger staat dan de Préludes. Men weet dat deze piano stukken mogen gelden als de beste voor beelden van impressionistische muziek. Hun verdienste is de betoverende werking der harmonieën, naar de aard van het in strument gerealiseerd. Zij hebben dus een positieve schoonheid, maar wat hen alle ontbreekt is de volledig-zelffetandige mu zikale gedachte. Deze Préludes hebben wel eigenschappen der muzikaliteit, maar zij hebben niet het volledig organisme der muziek. De muzikaliteit is er met poëzie in aangewend, maar de eigenlijké inwendige poëzie der muziek is er niet in. De poëzie der muziek is van niets buiten de muzika liteit afhankelijk, zij behoeft voor haar vitaliteit niets buiten zichzelf. Deze eigen kracht nu toont het strijk kwartet van ^Debussy helder en duidelijk. Wanneer de eerste maat klinkt horen wij wat muzikale poëzie is. In volmaakt even wicht spreken hier melodie, rhythme en harmonie; hier is de muzikale gedachte hoorbaar met al dè hartstochtelijkheid waarmee de componist zijn innerlijk ge sprek met de muziek heeft gevoerd. En het gehele werk is de ontwikkeling van deze gedachte. Niets blijft ér te wensen bij deze muzikale schoonheid; wij zijn in het leven der muziek en hoewel wij niet tot de bron van dit leven kunnen doordringen, wij nemen de dynamische kracht op en profiteren er van. Van zwaartepunt gesproken: het ligt bij Debussy niet in zijn impressionistische kant. Van hoofdzaak gesproken; een g"-- niale gedachte in een zuive- muzikale vorm. En hierom eer en bev, ider ik Debussy's strijkkwartet. HENDRIK ANDRIESSEN. Volksconcert van Koninklijk Mannenkoor „Caecilia" Ter gelegenheid van het gouden rege ringsjubileum van H.M. Koningin Wilhel mina gaf het Koninklijk Mannenkoor Cae cilia, onder leiding van Nico Hoogerwerf, een volksconcert in de Grote Kerk. De belangstelling hiervoor was zeer groot. Het gebruikelijke „Wilhelmus" van het koor werd ditmaal voorafgegaan door een gelegenheidscompositie van de dirigent op woorden van Jac. Lagas, en gevolgd door het „Domine salvam fac" van Giesen. Ver der hoorde men een „Regina caeli" van J. Schnabel, dat mij nog niet geheel uit de verf leek, en „Vesperhymne" van Hugo Kaun, dat zeer verdienstelijk klonk. De kwaliteit van het koor werd echter over tuigender gedemonstreerd met „Ej, hory, hory" van Kricka; het slot, waar de bassen mochten domineren, was bijzonder effect vol. Doch aan samenzang werd deze avond het beste gegeven met „Avondlied" van Jac. Bonset; hierin werd een klare, even wichtige klank bereikt, die nauwelijks ge stoord werd door de acoustische eigen schappen van het gebouw. „Vouw wij dingsvol uw handen" van Hoogerwerf kon hierna geen climax meer brengen. De altzangeres Willy Koops-van Richle- ren zong, begeleid op het orgel door Egbert Vos, een aantal nummers, die over 't alge meen de kwaliteit van haar fraai geluid weinig gelegenheid gaven tot juiste waar dering Met het „Pïeta, Signore", de mooie aria. die heel waarschijnlijk niet van Stra- della is, hoewel deze steeds als de compo nist genoemd wordt, kreeg de stem enige draagkracht Doch gelukkig kon de zange rs haar aandeel van het programma zeer -unstif besluiten met Psalm 138 van Ho- negger waarin we haar geluid en haar zanek'-nst volop konden bewonderen. Egbert Vos speelde als solist composities van Sweelinok. Hurlebusch. Bach, Reger en Bonset. Met Praeludium en Fuga in F van Reger maakte de organist een zeer goede beurt. Het was jammer dat dit stuk niet aan het slot van het programma ge plaatst was; dan hadden we met het stoer gezongen „Wilhelmus", waarmee het con cert eindigde, een verheven besluit van deze avond kunnen horen. JOS. DE KLERK

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1948 | | pagina 5