Nederlandse verliezen in Indonesië Middenstandscongres in Haarlem behandelt actuele vraagstukken Economische vooruitgang ZATERDAG II SEPTEMBER 1948 3 WILHELM BUSCH: „Max en Maurils" Aatjes). (Bruna's Ui tg. Mij, Utrecht). Vertaald door Bertus OOK DE ROEM heeft zijn seizoenen: hij komt en gaat en keert weer terug. Bij na was Wilhelm Busch, de „lachende filo soof", wiens jeugdwerk men eerst aan kin deren voorlegde omdat het zo simpel scheen, vergeten. En daarmee zou een kos telijke schat aan humor verloren zijn ge gaan. Want een humorist was hij, Wilhelm Busch, een humorist, die daarom zo onver valst en ongekunsteld was, omdat zijn humor voortkwam uit een pijnlijk besef van de onvolkomenheid, de kwetsbaarheid, van het menselijk leven. Eigenlijk was hij een melancholicus, of om in muziekter men te spreken afgestemd op de mineur tonen van de levensmelodie. En juist om dat hij zo aangelegd was, had hij de men sen dubbel lief, niet minder lief dan het landschap waar hij jeugd en rijpere jaren doorbracht: Wiedensahl, hel; idyllische dorpje, waar de eenden en ganzen nog op de straat liepen en men zich aan de pomp waste Wiedensahl, niet ver van de don kere dennenbossen, waarin Busch zo vaak de vrede van zijn hart vond, als de wer kelijkheid van het leven hem te ver afdreef van dé verlangens van zijn dichterlijk ge moed. Want hij mag dan iri knittelverzen gedicht hebben, hij was een dichter, zo niet met woorden dan toch met de tekenstift. Men weet niet, wat men meer bewonde ren moet: de op rijm gestelde schelmen streken van Max en Maurits, die onuitput telijk waren in het bedenken van listen, waarmee zij hun medemensen in verwar ring konden brengen, dan wel zijn tekenin gen, die voor het eerst in de „Fliegende Blatter" verschenen in 1859. Men begreep er toentertijd niet veel van. Alles wat de gemiddelde burger belangrijk toescheen, was hier lachwekkend voorgesteld: cari- caturaal. Het was het leven, gezien vanuit een andere gezichtshoek, een prentenboek van de onbelangrijkheid der ervaringen, die de mens zwaarwichtig pleegt te nemen een opvoedkundig prentenboek dus. Maar begrijpen begrijpen deed men hem in den beginne niet: nieuw was de soms satyrieke, soms groteske lijn van zijn tekenwerk, nieuw was 'het in die tijd ook, de mensen een lachspiegel voor te houden, zodat zij zich van hun kleinheid zouden kunnen vergewissen. Vergroot alle kwa jongensstreken van Max en Maurits, zet ze om in menselijke ondeugden, en ge ziet de wereld in haar eigenlijk trieste be nepenheid èn verwatenheid. Meer nog uit de platen dan uit de tekst (al zijn beide moeilijk te scheiden) leest men deze mil de spot met alle ijdelheïd der ij delheden, waarmee Busch zich wapende, om het beste van zichzelf te kunnen behoeden en zijn kinderlijkheid, zijn onbevangenheid, te kunnen behouden. Het is jammer, dat men in ons land niet veel anders kent van Wilhelm Busch dan diens „Max en Maurits", al mogen we blij zijn, de guitenstreken van dit schelmenpaar eindelijk te kunnen lezen in een vertaling van één, die, afgestemd op eenzelfde levens- toon, geest en (lichtvaardigheid in meer dan voldoende mate bezit 'om Wilhelm Busch ook in onze taal te doen lachen om de potsierlijkheid van 's mensen eigenwaan. Van Busch' hand is nog zoveel meer ver schenen, dat juist in een tijd als deze het herlezen tot een verademing doet wor den, omdat er met de ernst een spel bedre ven wordt, dat ons aan de betrekkelijkheid van de zogenaamd „gewichtige" dingen des levens herinnert. Ik denk aan zijn inder daad diepzinnig „Hernach" en vooral wel aan „Eduards Traum", waarin wijsgerige overpeinzingen vervlochten zijn met de psychologie van ons onderbewuste droom leven, en bijna ongemerkt ingelaste maat schappelijke beschouwingen ook na een eeuw nog veel te denken geven. Kinderlijke onschuld dat was hem het liefste. Hij bewonderde deze, naar zijn eigen getuigenis, aan de schilderijen van Brouwer, Teniers, Frans Hals, toen hij in zijn jeugdjaren een reis maakte door de Zuidelijke Nederlanden, in de hoop, zijn bestemming te vinden. Want het gangbare dagelijkse beroep was een te smalle bed ding voor de vaak onstuimige stroom van zijn gemoed. En zeker koos hij de beste weg die hem, met zijn aanleg, overbleef, toen hij terugkeerde naar zijn stille dorp in de provincie Hannover, naar Wiedensahl, om er de vreugde en berusting te vinden in een olijk gesprek met de boeren, een stil verkeer met zijn boeken Schopenhauer en Shakespeare behoorden tot zijn lieve lingslectuur en eenzame wandelingen in de geurende naaldbossen, waar hij „de we reld" op een afstand kon zien en de ijdel- heid der ijdelheden aan de kaak leerde stellen, al was het maar in de verbeelding en kwasi-grappige berijming van de stre ken der beide galgenboefjes Max en Mau rits. Daarna kon hij des te onbevangener met de kinderen spelen en luisteren naar Nu de keuzebon is afgeschaft Vrijgegeven artikelen niet onbeperkt verkrijgbaar Het ministerie van Landbouw, Visserij en Voedselvoorziening deelt mede, dat nu de keuzebon voor gebak-artikelen is afge schaft bij velen de mening schijnt te heb ben postgevat, dat zij voortaan bij de bak kers elke gewenste hoeveelheid koekjes en gebak kunnen kopen. Dat is niet het ge val. De bakkers krijgen weliswaar grotere grondstoftoewïjzingen. maar deze zijn niet zo groot, dat zij aan elke vraag kunnen vol doen. Bovendien neemt de extra bevoor rading met grondstoffen van hét grote aan tal bakkei-s en banketbakkers nog enige weken in beslag, zodat zij geleidelijk aan over ruimere voorraden komen te 'beschik ken. Wie heeft boeken en spelen over voor invaliden? De afdeling Haarlem van de Algemene Nederlandse Invalidenbond die zich ten doel stelt de belangen der invaliden te beharti gen, ongeacht 'politiek of godsdienstige richting, heeft de beschikking gekregen over een ontspanningslokaal, dat gevestigd is in de Berkerodesteeg bij de Kortfe Veerstraat. Het lokaal zal op Vrijdag 17 September in gebruik worden genomen. Het is de bedoeling iedere Vrijdagavond bijeen te komen. De kunstschilder Gé Houbein heeft be langeloos de zaal versierd met enkele schil derijen en tekeningen. Er ontbreekt echter nog een en ander, zoals schaak- en dam spelen en ook wil het bestuur een biblio theek inrichten. Stadgenoten, die het streven van de Invalidenbond willen steunen, door spelen, boeken of een bedrag beschikbaar te stellen, worden verzocht zich in verbinding te stellen met de secretaris, de heer A. J. de Bruin, Hdmbrekersteeg 12 rood. het gezoem van de bijen, daarbij het zijne denkend. Er is in later tijd er maar één geweest, die in speelse humor-uit-melancholie zijn evenknie was en achter wiens potsierlijk- grillige invallen een zelfde levensernst schuil ging: Christiaan Morgenstern, mis verstaan vaak als Busch, omdat het velen moeilijk valt te begrijpen, dat de humor afgezien van de dik- en bierbuikige, die geen humor is voortkomt uit een wee moed om wat aan een leven, dat zo vol is van rijk en rijp verlangen, voorbijgaat. Wie daarvan weet, ligt Uilenspiegel na aan het hart. Aan hem, aan de „grappenmaker", kan men een tijdlang de last overdragen van de benardheid, die een ieder wel kent. Wat Wilhelm Busch, wat „Max en Maurits" kunnen leren, is iets van de lach van Rabe lais, voor wie „de wereld ook een schouw toneel" was, vanwege de bedroevende ernst, die men het best te lijf gaat door hem een tikje belachelijk te maken. Deze frisse, geestige vertaling van Ber tus Aafjes, deze aloude plaatjes, waarin het tintelt van vergoelijkende spot, zullen menigeen goed doen. Laat men er zijn vreugde om hebben, maar daarbij niet ver geten, dat achter deze knittelverzen, achter deze clowneske tekeningen, de levensernst steekt vai} een mens, die de weemoed en de deernis kende. Waarom houdt men van de humor? Waarschijnlijk wel, omdat de waarheid on doorgrondelijk is en het wijsheid betekent, zich daarvan bewust te zijn. Ik wens deze bewerking van Bertus Aafjes een goede reis door onze boekenwereld. Want een man, die wist te schrijven: „Das Gute, die- ser Satz steht fest, ist stets das Böse, das man laszt", is een wijs en een mild man, naar wie men niet zonder vrucht luistert. C. J. E. DINAUX. Oude kerk te Delft in verval Grafmonument van Tromp is ernstig beschadigd De Oude Kerk te Delft, een gothisch monument uit de Middeleeuwen, verkeert op het ogenblik in ernstig verval. In deze kerk bevinden zich de graven van Tromp, Piet Hein en Anthonie van Leeu wenhoek. Ook de beroemde schilder Jan Vermeer ligt in dit bedehuis begraven, hoewel men niet weet waar zijn graf pre cies bevindt. De stenen van de kerk zijn aan het ver weren en de muren worden bros. In het wapen van Tromp is een barst gekomen. Door het inwateren is de muur gebarsten en gaan trekken, waardoor ook het mar mer is gescheurd en het grafmonument ernstig beschadigd. Het graf van Anthonie van Leeuwenhoek verkeert eveneens in vervallen toestand en is aan bezoekers nauwelijks toonbaar. De kerkvoogdij, die provisorische her stellingen wil laten verrichten, heeft reeds in het najaar van 1946 een bedrag van ongeveer 500.000 subsidie bij Gedepu teerde Staten van Zuidholland aange vraagd. Wil deze restauratie, waarvan de kosten op enkele millioenen worden be groot, tot stand komen, dan zal ook het rijk moeten bijdragen. Geldlioeveelheid in Nederland ruim 7900 millioen gulden Volgens een publicatie van het Centraal Bureau voor de Statistiek bedroeg de totale hoeveelheid chartaal geld in Nederland eind Juni 3172 millioen gulden, tegen 2946 mil lioen per eind Juni 1947. De totale hoe veelheid giraal geld liep in dezelfde perio de op van 4004 tot 4734 millioen gulden, zodat de totale geldhoeveelheid van eind Juni 1947 tot eind Juni 1948 is gestegen van 6950 tot 7906 millioen gulden. Het totale geblokkeerde tegoed bedroeg eind Juni 4273 millioen gulden vergeleken met 5818 millioen eind December 1947. Het Indisch Instituut op de Jaarbeurs De expositie van het Indisch Instituut (afdeling Tropische Producten) op de Jaar beurs beoogt een blik te geven op de hui dige situatie van industrie en nijverheid in Indonesië, op hetgeen zich na de oorlogs periode zover hersteld heeft, dat het be drijf hervat kon worden en op hetgeen nieuw tot stand gekomen is. Er is in deze expositie geen volledigheid bereikt. Er wordt slechts een aantal voor beelden gegeven, welke merendeels afhan kelijk moesten zijn van het materiaal, dat tot dit doel uit Indië werd ontvangen. Ver schillende bedrijven zijn dan ook niet ver tegenwoordigd. Het doel van deze beperkte expositie is, te tonen, dat er naast de volksnijverheid een aantal bedrijven op Westerse grond slag bestaat. Reeds jaren vóór de oorlog waren verscheidene daarvan in Indië ge vestigd; de metaal- en machine-industrie was daarvan de oudste. Mechanische weve rijen hadden een plaats veroverd naast de van ouds bekende handweverijen. Als men ziet, dat thans autobanden, garens, verf, inkt, papier, glaswerk, radiotoestellen, gloei lampen en nog een reeks andere artikelen in Indië gefabriceerd worden, dan mag daaruit wel blijken, dat er voor een aantal industrieën, ook voor dezulke, waartoe de producten van het land niet de directe grondstof leveren, een bestaansmogelijk heid aanwezig is. In tweeërlei opzicht zal dit voor de za kenman hier te lande van belang kunnen zijn: ten eerste met betrekking tot de mo gelijkheden van leverantie van hulpstof fen, machinerieën en dergelijke en ten tweede om zijn belangstelling te wekken voor de mogelijkheid van vestiging van een eigen bedrijf in het Overzeese Gebied. Met grote activiteit is het herstel van industrie- en nijverheidsbedrijven aange vat. De oorlogsschade, aan de verschillen de bedrijven toegebracht, wordt op 600.000.000 geraamd. Begin 1948 werkten de belangrijkste tak ken van het bedrijf weer op 30 tot 60 pet. van hun voor-oorlogse capaciteit; enkele waren reeds daarop teruggekeerd of had den die zelfs overschreden. Het is een heterogene collectie, welke deze expositie vormt, doch zij is het bekij ken waard, omdat zij duidt op een belang rijke ontwikkeling in Indonesië, Over Muziek Wal een ijshockeyspeler zoal nodig kan hebben laat de aanvoerder van de Engelse ploeg Wembley Monarchs" zien, nu hij voor een oefenparlijlje de Wembley Empire Pool binnen komt, waar het seizoen vandaag wordt geopend. De regering maakt bekend, dat tot haar leedwezen in de afgelopen week de navol gende verliezen zijn gerapporteerd: Koninklijke Landmacht: sergeant-majoor instructeur H. Bruyn, uit Rotterdam, ge sneuveld 4 September 1948. Soldaat B. Renzenbrink, uit Hilversum, overleden door oorlogsverwonding 4 Sep tember 1948. Soldaat P. Verboom, uit Haastrecht, ge sneuveld 3 September 1948. Het Koninklijk Nederlands-Indische leger en de Koninklijke Marine hebben in de periode van de afgelopen week geen ver liezen gerapporteerd. Overheidsbemoeiing met het bedrijfsleven en het prijs- en rantsoeneringsbeleid De nieuwe gouverneur van Curacao, Ir. L. A. Peters, heeft in het kamp Sufficant op Curagao onderscheiden met het Vliegerkruis voor zijn onverschrokken optreden boven Ypenburg C. van Ocslerhoui de res. 2e It. vlieger van Riemsdijk werd onderscheiden met hel Vtiegerskruis voor zijn onverschrokken optreden boven Ypenburg op 10 Mei 19-10. Ir. Peters speldt luitenant van Riemsdijk, die thans verkeersvlieger bij het West- indisch bedrijf der K.L.M. is, de onderscheiding op de borst. - in Duitsland heeft voor ons land tweeërlei gevolg De reconstructie van West-Europa houdt nog steeds de aandacht gespannen. Men kan niet zeggen dat de beurzen er van dag tot dag door worden beïnvloed, maar het is dui delijk dat de weerslag van de besprekingen en beslissingen inzake de Marshallhulp ten slotte op de beurs niet kan uitblijven. Wat Nederland betreft, is het voorlopig bedrag voor de eerste zes maanden van het Herstel programma (AprilSeptember) op 243 mil lioen dollar vastgesteld, waarvan tot en met Augustus 67 millioen werd toegewezen voor aankoopmachtigingen. Blijkens de weekstaat der Nederlandse Bank per 30 Augustus was hiervan tot een bedrag van 66 millioen gul den gebruik gemaakt, zodat het proces wel in een traag tempo verloopt; Intussen zou als bekend een nieuwe bij drage tot het herstel van de Nederlandse handel worden geleverd doordat België be reid was van zijn Marshall-toewijzing ad 250 millioen dollar, 200 millioen dollar aan de Europese debiteurstaten door te geven, teneinde deze in staat te stellen ook de han del met België uit te breiden. Volgens de laatste berichten staat dit echter nog aller minst vast, daar België zelf over de helft van dit bedrag de beschikking wil houden, ook omdat het bevreesd is voor een al te ruime investeringspolitiek in Nederland, waarvan het zelf schade zou kunnen leiden, terwijl ook het overleg inzake de Beneluxverhou dingen niet zo vlot schijnt te lopen als men dat in België wel wenst. Een en ander is er oorzaak van geweest dat de Nederlandse Bank f 27 millioen goud heeft moeten belenen Van te meer belang zou het daarom zijn ah de Wereldbank, gelijk gemeld wordt, bereid zou zijn een lening van 80 millioen dollar aan Nederland en van 15 millioen dollar aan Indië te verstrekken, tegen een rente van 2' welke eerst in 1952 ingaat en met eer aflossingstermijn van 35 jaar voor Nederland en van 25 jaar voor Indië. Beide leninger zouden moeten worden gebruikt voor do- aankoop van productiemiddelen, waaraar men vooral in Indië dringend behoefte heeft Nieuw perspectief opent ook de tot stand gekomen handelsovereenkomst tussen Neder land en Bizonië, waarbij het gaat om een totaal handelsverkeer van ruim 400 millioen dollar. Het economisch herstel van West Duitsland, dat men in de V. S. terecht ee< voorwaarde acht van het welslagen van d' Marshallhulp, is niet in de laatste plaats voo' ons land van betekenis, omdat Duitslan' voor de oorlog ca. 20 van onze export af nam en omgekeerd tal van Nederlandse industrieën voor de vernieuwing van hun productiemiddelen van Duitsland afhankelijk zijn. Het feit, dat het economisch leven in West- Duitsland zich na de recente geldsanering, krachtig herstelt, verdient daarom wel de aandacht Dit redres valt te meer op, omdat West-Duitsland van de toegezegde Marshall hulp ad 76 millioen dollar voor het eerste jaar, nog niets heeft ontvangen. Niettemin is de productie de laatste twee maanden met 20 gestegen en bedraagt ze thans weer 60 van die in 1937. Behalve met Nederland heeft Bizonië thans handelsverdragen met België. Italië, Hongarije, Zwitserland, Zwe den en Tsjecho-Slowakije. De Ruhr-produc- tie beloopt thans reeds 80 van de 1937- basis en de koopkracht van de nieuwe Mark is zodanig, dat productie-premies konden vervallen en dat de zwarte handel aanmerke lijk is ingekrompen, omdat het normale aan bod van goederen en producten aanmerkelijk is toegenomen. Terwjjl de bevolking in de Sovjet-zóne het met niet meer dan 1300 a 1400 calorieën per dag moet doen, ontvangt men in Bizonië thans nagenoeg 2000, hetgeen uiteraard de arbeidsproductiviteit in belang rijke mate stimuleert. Aan de ene kant opent deze op zich zelf hoogst verblijdende gang van zaken voor de omliggende landen het uitzicht op een ver levendiging van het handelsverkeer, aan de andere kant zal er rekening mee moeten worden gehouden, dat langzamerhand voor meer dan een bedrijf in Nederland de con currentie van Duitsland weer scherpere vor men zal aannemen, vooral nu hier en daal de vraag reeds begint af te nemen, gelijk mr. Milïus in zijn tamelijk sombere openings rede op de Jaarbeurs heeft opgemerkt. Zijn pleidooi voor een vrijere economie, meer armslag voor de particuliere bedrijven, ver mindering van de excessieve belastingdruk, versobering van het overheidsapparaat en een duidelijke voorlichting over de maat regelen inzake de economische Unie met België en Luxemburg zullen daarom de leiders van onze nationale bedrijven uit het hart zijn gegrepen. Op het congres van de „Koninklijke Ne derlandse Middenstandsbond", dat op Woensdag 15 September in Haarlem zal worden gehouden, zullen twee prae-advie- zen, respectievelijk van mr. W. F. Lichte - nauer over „Overheid en Bedrijfsleven" en van drs. H. L. Jansen over ..Prijs- en rant- ioeneringsbcleid", behandeld worden. In zijn prae-advies „Overheid en Be drijfsleven" ontwikkelt mr. Lichtenauer een achttal stellingen. Hij gaat er van uit, j dat „de tegenwoordige bemoeiing van de overheid met het bedrijfsleven het uitvloei sel is van de reactie welke in de 19de eeuw op materieel en geestelijk gebied is opge komen tegen de toenmalige vorm van het liberalisme". Het liberalisme, in de zin van de 19de eeuw, werd naar zijn opvatting naast een economische school ook een ge- 'loofsbelijdenïs. „Het bedrijfsleven heeft ten aanzien van de bemoeiing van de .over heid geen duidelijke houding aangenomen en veelal opportunistische motieven doen overwegen bij het bepalen van zijn hou ding, zowel met betrekking tot het aan vragen van bemoeiingen van de overheid als bij de beoordeling van de gevolgen daarvan". Mr. Lichtenauer komt in zijn advies tot de conclusie, dat de wereld al- Mij. „Nederland" bestelt eerr vrachtschip De directie van de Stoomvaartmaat schappij „Nederland" heeft aan de Caledon Shipbuilding and Engineers Company te Dundee opdracht gegeven voor de bouw van een vrachtschip, dat een lengte zal hebben van 150 meter en een breedte van ongeveer 22 meter. Het schip zal worden uitgerust met een turbine-installatie en een snelheid kunnen halen van ruim 16 mijl, Het aantal brutoregister tonnen is onge veer 7500. Met de kiellegging zal in Januari 1950 worden begonnen. Het schip zal waar schijnlijk in Maart van het daarop volgen de jaar worden afgeleverd. Deze vier meisjes, piloten van het Engelse vliegerscorps voor de Vrouwelijke Jeugd, brenger haar vacanlle door in een kamp op het vliegveld Elstree, waar zij elke dag ongeveer een uw de lucht in gaan om ervaring op te doen voor hun brevet. Bacillendrager besmette bokking De geneeskundige hoofdinspecteur van de Volksgezondheid deelt mede. dat in enige gemeenten in het Noorden des lands in de afgelopen week gevallen vastgesteld zijn van parathyphus, veroorzaakt door gebruik van gestoomde bokking. De bok king was behandeld door iemand, die ba cillendrager bleek te zijn- Het troepentransportschip „Johan van Oldenbarneveldt" zal wegens motorstoring later vertrekken dan aanvankelijk was be paald, Personeel van het 402de bataljon infanterie zal in de uitzending van het strijd krachten-programma van hedenavond om 18.30 uur nadere aanwijzingen betreffende de terugkeer van inschepenigsverlof krijgen. De wet tot aanvulling van renten krach tens de Invaliditeitswet zal met ingang van October in werking treden, evenals de Kinderbijslagwet voor invalidlteits-, ouder- doms- en wezenrentetrekkers. lerminst scherp verdeeld is in bewuste voor- en tegenstanders van het ingrijpen der overheid in economische aangelegen heden. Veeleer is er naar zijn mening een beangstigend aantal opportunisten, die gaarne vruchten plukken, doch niet afke rig zijn van de hulp van Vadertje Staat in geval van misoogst. „In de practijk van onze samenleving zal het bedrijfsleven moeten helpen streven naar een compro mis tussen zijn natuurlijke belangen en het sterke streven naar vérgaande bemoeiing van de overheid, een compromis, dat de krachten van het vrije initiatief gelegen heid zal laten haar zegenrijke medewer king te doen gevoelen, doch mede aan de gemeenschap, handelend door haar over heid, de mogelijkheid zal bieden het tegen wicht te vormen, dat onmiskenbaar sterke maatschappelijke groepen eisen tegen de door haar aanwezig geachte nadelen van al te onbelemmerde werking van het par ticulier initiatief". Mr. Lichtenauer zegt, dat het bereiken van het doel mede zal afhangen van de zedelijke krachten, welke het bedrijfsleven zal vermogen te ontwikkelen. In zijn vierde stelling zegt de prae-adviseur dan ook. dat bij het compromis „meer dan op de for mules van de wetgeving moet worden ge bouwd op de eigen morele kracht, gegrond op zelfvertrouwen en een gevoel van eigen waarde". „Betere organisatie en hogere ontwikke ling moeten de wapenen zijn van het be drijfsleven en in het bijzonder van de mid denstand, welke in deze tegenstelling een belangrijke plaats inneemt. De gezamen lijke inspanning van overheid en bedrijfs leven moet onder meer worden gericht op principiële herziening van het stelsel van belastingheffing van ondernemingen". Prijs- en rantsoeneringsbeleid. In zijn prae-advies „Prijs- en rantsoene ringsbeleid" worden door drs. H. L. Jansen de volgende stellingen ontwikkeld: „Het overheidsingrijpen op het gebied van de prijzen was noodzakelijk om voort gezette inflatie te voorkomen, de export positie van ons land gunstig te houden en schade-aan 's lands economie door sociale onrust te voorkomen. Het prijzenbeleid moest door het uniforme karakter van zijn maatregelen en controle sterk in botsing komen met het aan individuele behoeften aangepaste en daardoor sterk gedifferen tieerde bedrijfsleven van ambacht en dé- tailhandel. Tot opheffing van prijsvoorschriften voor alle niet-onontbeerlijke goederen en diensten, daaronder begrepen de meer luxe uitvoering van onontbeerlijke goederen, dient zo snel mogelijk te worden overge gaan. Een algemene prijsstijging is hiervan niet meer te verwachten en, voor zover zij incidenteel optreedt, voor de kosten van levensonderhoud niet van belang. Daaren tegen zal de opheffing de tendenz tot hand having van de maximumprijzen als gel dende prijzen ten gunste van prijsdaling doorbreken. De rantsoenering van goederen door kruist en vervormt de normale „vraag- opbouw", gebaseerd op de actuele verde ling der inkomens. De noodzaak van rantsoenering is afge nomen met het breder worden van de goe derenstroom en het toenemen van de keuze mogelijkheid voor de consument. De be perktheid van het inkomen bepaalt daarom weder in overwegende mate de grens van de koopmogelijkheden. Slechts voor enkele onontbeerlijke goe deren, waarvan de voorziening nog niet normaal is gewaarborgd, is handhaving van de rantsoenering nodig, voor alle ove rige goederen kan zij worden opgeheven In verschillende gevallen zal de opheffing van de rantsoenering teruggang in het ver bruik van het gerantsoeneerde artikel be tekenen. Opheffing van prijs- en rantsoenerings maatregelen zal herstel van een zekere vrijheid en dus van concurrentie mede brengen. De middenstand zal zich terdege op het herstel van deze concurrentie heb ben voor te bereiden". j STRAWINSKY Er is om Strawinsky altijd veel rumoer geweest. Er waren in de luisterende en schrijvende kampen altijd felle voorstanders en felle tegenstanders. Men zou hem kun nen uittekenen, krachtig vooruitstappend, begeleid door nieuwsgierige mensen, die met elkaar twisten over de kunst. Wij we ten niet of de componist, die nu sinds jaren in Amerika woont, weer nieuwe stijlen zal loslaten, of hij nog enige malen zijn taal zal wijzigen. Hij zal 't zelf ook niet weten, want de echte muziek komt niet voort uit plannen. Men kan achteraf het gegevene, het verleden indelen in stijlperioden, men kan daar critische bepalingen over maken, men kan echter niets vaststellen over een componist, die nog loeft en nog werkt. Van Strawinsky weet men nu, dat hij aanvan kelijk brillante orkestmuziek schreef (L'oiseau de feu) onder de bezielende in vloed van Rimsky Korsakoff, dat hii ver der ging, leefde en componeerde in de rijke sfeer van het Russische ballet, (Pe- trouchka) en dat hij (1910) een on-over- zienlijk hoogtepunt van orkestkunst be reikte in „Le sacre du printemps". Het was meen ik in 1913 dat Pierre Monteux in Parijs dit werk voor het eerst uitvoerde. Men hoorde toen het klinkende beeld van schijnbaar totaal losgelaten muzikale ele menten, harmonieën zonder tonaal ver band en rhythmen zonder maat. Het woord revolutie was niet van de lucht. Was de geniale dirigent misschien de enige, die aan den lijve ondervond, dat dit werk geen heidense bende was maar een vlammende constructie? Na Monteux hebben andere dirigenten over geheel de wereld hun krachten er op beproefd, hebben andere orkesten hun moderne virtuositeit in «deze geweldenaars-muziek laten gelden; zy hebben ondervonden dat de „Sacre" geen nonsens was, maar een kracht- Een woeste kracht, die wel met alle conventie en zelfs met alle traditie spotte, maar uit de natuur der muziek te verklaren was. Er is geen tweede „Sacre du Printemps" en ook Strawinsky zou geen tweede kunnen com poneren. Het is de Eroïca van Strawinsky en men heeft het stuk te aanvaarden of niet. Voor hen die tijdens de eerste roem van dit werk wilden vaststellen, dat deze mu ziek nu beslist de stijl van Strawinsky was, werd het lastig toen de componist met an dere muziek voor de dag kwam. Vooral jonge componisten_ en aesthetici, die nu bewezen achtten dat de muziek „vrij" was, zaten met de handen in het haar toen de meester zijn stijl vereenvoudigde, dat wil zeggen, dat hij voor nieuwe werken een ander organisme aanwendde. Wat is dat? zo vroeg men zich af. Hij bevrijdt de muziek van de traditie, hij brengt nieuwe harmonieën, nieuwe rhythmen, nieuwe melodieën en nu schijnt hij zich op Handel te bezinnen? Is hij uitgesproken, vermoeid of verlamd? Ik herinner mij nog, dat de componist zijn Pianoconcert speelde in het Concertgebouw te Amsterdam. Het was een teleurstelling voor hen, die meen den dat na de orkaan van de „Sacre" nieuwe stormen zouden losbreken. Nu hoorde men een statisch werk, waarin men de tonale basis van a mineur kon herken nen, waarin het rhythme was gemetriseerd, waarin de melodie zich op deze vastheid voort bewoog. Dit was meende men een teruggang. Nochtans had het stuk, evenzeer als de „Sacre", een eigen aard. De componist had ook bij de conceptie van dit werk geluisterd naar de natuurtaal der muziek; hij had zich niet afgevraagd of hij wel modern genoeg zou zijn. 1-Iijnvas een vrij man, schreef een piano-concert en niemand kan ontkennen dat dit stuk een zeer zelfstandig werk is. Er waren overigens muziekliefhebbers genoeg, die dit stuk toch ook „dissonerend" vonden en het dus veroordeelden. Ook zij hadden on gelijk en begrepen de natuurlijke vrijheid der muziek evenmin als de actualistische modernen. Strawinsky werd een Sphinx; men moest zijn meesterschap erkennen, maar bleef voortaan voor een geheimzinnigheid staan. Dat deden de tijdgenoten van Beethoven ook; men kon geen peil op hem trekken. Hij werd afgezworen door de conservatie ven, hij werd irritant, voor de modernen. De eersten veroordeelden hem omdat hij niet aan oude eisen, de laatsten omdat hij niet aan de nieuwe eisen beantwoordde. De componist echter beantwoordt aan zich zelf en doorploegt de akkers der techniek. Een der grootste verrassingen bij de la tere Strawinsky was zijn Symphonie des Psaumes, de symphonie der psalmen. Hij schreef dit werk in 1930 voor het 50-jarig bestaan van het „Boston Symphony Or chestra". Welk een afstand en verschil, vergeleken met de „Sacre du Printemps". Naast de zuiver-muzikale zaak deed zich nu ook nog een psychologische kwestie voor: schrijft de componist der heidense Sacre du Printemps nu een psalmen-sym- phonie, die hij aan de glorie van God wijdt? Dit staat aan' 't begin van de partituur vermeld. Hoe nuttig zou het zijn als men niet de naam van de componist kende, als men onbevangen voor het nieuwe ver schijnsel werd geplaatst. Zelden staat men vrij tegenover het kunstwerk. Deze symphonie is driedelig en de vol gende teksten worden door het koor ge zongen: de verzen 13 en 14 uit de 28ste Psalm in het le deel; de verzen 2, 3 en 4 uit de 39ste Psalm in het 2e deel; de psalm Laudate Dominum in het laatste deel. De componist wil de hogere stemmen bij voor keur door kinderen bezet zien; voor zo ver ik weet zijn tot nu toe de sopraan- en alt partijen door vrouwen gezongen. Streng en statisch klinkt de muziek op in een rhythme, dat metrisch beteugeld is, maar van de eerste maat af vol vitaliteit leeft. De harmonie in het eerste deel is een chromatische ontwikkeling van de phrygische tonaliteit. De zetting der koren feitelijk eenvoudig, maar heeft een machtige werking. Hoeveel risico werd hier genomen door een componist die be wezen heeft, in alle registers met alle tim bres uitbundig en in onnoemelijke diffe renties te kunnen werken. Hier is de rijk dom geconcentreerd. Een zeer edele ver eniging van sentiment en muzikaal denken is de fuga van het tweede deel. Wie ver wonderd en stil gebleven was bij het eerste deel wordt getroffen door het prachtig- muzikale gesprek der houtblazers, waarmee deze fuga begint Deze dubbel-fugatische muziek leidt in enthousiaste ontwikkeling naar het Laudate Dominum in de finale, waarin de statische kracht van het eerste deel met grotere hartstochtelijkheid her kenbaar is. Het is niet mogelijk hier nog op andere latere werken van de componist in te gaan; wilde slechts enkele woorden wijden aan het verschijnsel van Strawinsky's ver assingen. HENDRIK ANDRIESSEN. A

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1948 | | pagina 5