c
J
Marshall-plan nummer twee
Beleid van de Nederlandse gezant
in Zwitserland tijdens de oorlog
Nieuwe Uitgaven
Bonte verbeterde twee wereldrecords
h/t6 M 2
PANDA EN DE OPSTAND IN CANDONIA
Wereldnieuws
WOENSDAG 20 OCTOBER 1948
HAARLEMS DAGBLAD
2
IN DE WERELDPOLITIEK
Wat men ook van bepaalde züde kan
aanvoeren om de grootscheepse hulpactie
der Verenigde Staten, het zogenaamde
E.K.P. of Marshall-plan in een kwaad dag
licht te stellen, zeker kan men de Ameri
kaanse minister van Buitenlandse Zaken,
die deze poliliek-economische hulpverle
ning op lange termijn op touw zette, niet
verwijten dat hij de dingen op het psycho
logische moment niet met durf en fantasie
heeft aangepakt. Een politiek als die welke
in het Marshall-plan besloten ligt, lijkt in
niets op de kortzichtige, bekrompen wijze
waarop de na-oorlogse ordening na de
eerste wereldoorlog werd georganiseerd of
liever gedesorganiseerd, met alle desastreu
ze gevolgen van dien. Marshall heeft een
bewonderenswaardig overzicht gehad over
het complex van na-oorlogse problemen
en onmiddellijk de consequenties daarvan
aanvaard. Truman en hij hebben daarbij
dezelfde binnen- en buitenlandse tendenzen
moeten overwinnen die na 1918 de verhou
ding op het internationale toneel be-
invloedden en zij hebben daar moeite
genoeg mee gehad. Zij hebben misschien
nog meer last gehad van de Europese dan j
van de Amerikaanse vrees tot het voeren
van een politiek van grote stijl, maar uit
eindelijk is het hulpplan toch nog tamelijk
snel tot uitvoering gekomen, mede door de
evidente noodzaak tot spoedig handelen.
De fantasie en de durf hebben Marshall
sinds dit initiatief niet verlaten. Hij heeft
de reacties op zijn plan, zoals die in het
Oosten zijn samengevat in een campagne
van „koude oorlog", aanvaard en daarop
het verlengstuk van zijn eerste plan geba
seerd, een verlengstuk dat men gerust „het
tweede Marshall-plan" mag noemen, om
dat het eveneens een politiek op lange ter
mijn omvat die getuigt van groots begrip
voor de ontwikkeling in de internationale
verhoudingen, zoals die zich aandient voor
degene die verder wil zien dan zijn tijd
en zijn directe omgeving.
Het Marshall-plan nummer twee. Er is
nog geen duidelijk omschreven memoran
dum van de Amerikaanse regering ver
schenen dat de finesses van dit plan uiteen
zet en het is de vraag of dit ooit zal gebeu
ren, gezien de dramatische omstandigheid
dat het plan rekening moet houden met een
vijand, iets wat bij het eerste Marshall
plan nog niet zo zeker en niet zo duidelijk
was Maar Marshall gaat zijn weg en uit
talrijke uitlatingen, reisdoelen, politieke
démarches en zinspelingen van de Ameri
kaanse minister en zijn medewerkers valt
het tweede plan met ondubbelzinnige dui
delijkheid te constateren.
Voor v/ie met het oog op de komende
presidentsverkiezingen in de Verenigde
Staten mocht menen dat zulk een plan
balanceert op de wankele voorspellingen
van de uitslag dezer verkiezingen, zij het
voldoende te overwegen dat ten aanzien
van Marshalls intenties zowel Truman als
de republikeinse candidaat Dewey zeer
duidelijk hebben verklaard dezelfde ziens
wijzen te huldigen. Het is dus met recht
een politiek op lange termijn, reikende over
de drempel der verkiezingen heen en naar
alle waarschijnlijkheid onafhankelijk van
de uitslag.
Het tweede Marshall-plan is gericht op
de volkomen bevrijding van een eventuele
Russische aggressie, op een onschadelijk
maken van de doelstellingen der commu
nisten in het algemeen. Dit is hetzelfde
doel als dat van plan nummer één, maar
de middelen waarmede Marshall dit doel
wil bereiken, zijn niet louter economisch
meer, zoals voorheen. Het voornaamste
middel zal zijn: Een grootscheeps leen- en
pachtprogramma. dat economische en mili
taire hulp aan West-Europa bevat en ge
paard gaat met een Atlantisch bondgenoot
schap waarvan de Verenigde Staten, Cana
da. West-Europa, Scandinavië en het Mid
dellandse Zee-gebied deel uitmaken.
Bovendien omvat het plan een actie in het
Verre Oosten om de daar onder commu
nistische leiding gevoerde onrust-cam
pagnes de kop in te drukken, en een streven
dat gericht is op pile Engelse dominions
om deze ervan te overtuigen, dat deelge
nootschap met het Atlantische verband
hen zal kunnen beveiligen tegen het
communistische gevaar.
Ziedaar een plan, dat in wezen de pilaren
opricht voor een gehele wereldordening,
wier verschijningsvormen gegroeid zijn uit
het negatieve, namelijk uit de bedreiging
van de economische en politiek-democra-
tische structuur van het Westen door de
sociale en politieke revolutionnairen uit
het Oosten. Marshall koestert de hoop, dat
uit deze ordening een Europese federatie
van niet-communistische landen te voor
schijn zal treden, waarmede Amerika in
de toekomst minder last en narigheid zal
beleven bij zijn pogingen om een stabiele
wereldeconomie en een evenwichtige wel
vaart te grondvesten.
Het lijkt er veel op, dat Marshall te dien
aanzien treedt :n de voetsporen van wijlen
president Roosevelt, die immers met ware
staatsmansblik de noodzakelijkheid ener
wereldwijde reorganisatie heeft voorzien.
Slechts Roosevelts overtuiging dat de kern
van de nieuwe wereld zou worden gevormd
door een eensgezind viermanschap der
grote mogendheden, heeft schipbreuk ge
leden en daarvoor in de plaats is de vredes
missie van Marshall getreden, die in feite
probeert de Sovjet-Unie er door onom
stotelijke feiten van te overtuigen dat zij
vruchteloos krachten verspilt en zich maar
liever moet neerleggen bij de onvermijde
lijkheid, onder recht en orde zonder rcvo-
lutionnaire plannen te leven tezamen met
de rest van de wereld. Of deze Marshall
missie zonder geweld zal kunnen door
dringen in het oerwoud van achterdocht
en duistere voornemens daar in het Oos
ten, valt niet te voorspellen, doch in ieder
geval lijkt deze nieuwe campagne de
enige manier om een eind te maken aan
de toestand van nauwbedwongen vijande
lijkheid, die tenslotte zou moeten leiden tot
een botsing. J. L.
De radio geeft Donderdag
HILVERSUM I, 301.5 M.
7, 8, 13, 18, 20 en 23 uur: Nieuws; 7.15 Gym
nastiek; 7.30 Orkest Ambrose: 7.50 Dagope
ning; 8.15 Platen; 8,45 Vioolconcert van
Mozart; 9.15 Morgenwijding; 9.30'Arbeidsvi
taminen; 10.30 Voor de vrouw; 10.35 Platen:
10.50 Voor kleuters; 11.00 Orgelconcert; 11.45
Voordracht; 12.00 Metropole-orkest; 12.30
Weerbericht; 12.33 In 't spionnetje; 12.38
Zigeunermuziek; 13.15 Platen; 13.20 Zuid-
Amerikaans orkest: 13.50 Operettemelodieën:
14.00 Voordracht; 14.20 Zang. cello en piano:
15.00 Voor zieken: 16.00 „Assortimento": 17.00
Kaleidoscoop: 17.20 Welk dier?; 17.30 Doe het
zelf; 17.35 Ensemble Johnny Meyer; 18.15
Sporlpraatje; 18.30 Voor de strijdkrachten:
19.00 „De ring van Rico"; 19.10 Avondschool:
1945 De R.V.D. antwoordt; 20.05 Echo van
de dag: 20.15 Pianoconcert van Prokofieff:
20.45 Vertellingen en woord en muziek: 21.45
„De liefde gaat langs zonderlinge wegen";
22.20 Orkest Sylvester; 22 45 Pijlers van
Neerlands Welvaart; 23.15 Zangfavorieten.
HILVERSUM n. 414.5 M., 218 M. en 1875 M.
7, 8, 13. 19. 20 en 23 uur: Nieuws; 7.15 Wer
ken %'an Albeniz; 7.45 Gebed: 8.15 Platen: 9.00
Voor de vrouw: 9.05 Operafragmenten: 9.35
Platen: 9.45 Schoolradio; 11.00 Sonate van
Bach. 10.15 Morgendienst; 10.45 Gewijde mu
ziek; 11.00 Ziekenbezoek; 11.40 Schoolradio:
12,00 Angelus; 12.03 Koor: 12,30 Weerbericht;
12.33 Platen; 12,55 Zonnewijzer; 13.25 Piano
sonate van Reger; 13.45 Hors d'Oeuvre; 14.00
Pinten: 14.40 Voor de vrouw: 15.00 Platen;
16.00 Bijbellezing; 1645 Concert voor saxo
foon en orkest; 17.00 Jeugdjournaal; 17.30
Puszta-klailken; 17.50 Jeugduitzending: 18.00
Piano; 18.15 Lezing; 18.30 Symphonie van
Stanitz; 18.50 Problemen voor piekeraars:
19.15 Leger des Heilskwartier; 19.30 Actueel
{;eluid: 19.45 Nederlandse organisten spe
en eigen werken; 20.15 Ster-avond; 20.45
Spraakwaterval: 21.30 Familiecompetiti
Spra;
22.00
BRILLEN voor^n
GR. HOUTSTR. NAASTLUXOR
Belgische Senaat debatteert
over konings-plebisciet
Zelden was de publieke belangstelling in
de Belgische Senaat zo overweldigend als
Dinsdagmiddag tijdens de debatten over
het Katholieke voorstel tot het houden van
een plebisciet over de terugkeer van koning
Leopold. De tribunes waren tot de nok toe
bezet, in de diplomatenloge was geen plaats
meer vrij. De eerste minister en minister
van Buitenlandse Zaken, Spaak, was spe
ciaal uit Parijs naar Brussel gekomen om
de debatten te kunnen bijwonen en alle
ministers van zijn kabinet waren aanwezig.
De debatten zullen vandaag de hele dag
voortduren.
Generaal de Lattre de Tassigny
voert besprekingen in Den Haag
De opperbevelhebber van de landstrijd
krachten der West-Europese Unie, gene
raal De Lattre de Tassigny, is hedenochtend
uit Parijs op Schiphol aangekomen.
Ter begroeting waren aanwezig generaal
mr. H. J. Kruis, chef van de Generale Staf,
en de Franse militaire attaché, kolonel H.
d'Aleyrac de Coulagne.
Generaal De Lattre de Tassigny is naar
Den Haag gegaan, waar hij besprekingen
zal voeren met de Britse luchtmaarschalk
Sir James Robb, opperbevelhebber van de
luchtstrijdkrachten der West-Europese
Unie en met generaal Kruis.
Hef Badhuis aan hef
Drilsmaplein
Met de herstelling wordt
thans weldra begonnen
11 Januari 1946 is het badhuis van het
Witte Kruis aan het Drilsmaplein, dat deel
uitmaakt van het woningcomplex der
Haarlemse Stichting tot Woningverbete
ring, onbruikbaar geworden. Dit kwam
doordat de centrale verwarming in de ont
zettend koude winter stuk gevroi-en is.
Aanvankelijk werd vermoed dat herstel
mogelijk was met een crediet van f 5000,
maar dit bleek onjuist. Later werd dan ook
aan de gemeenteraad een crediet van
f 17.000 voor herstel gevraagd.
Gedeputeerde Staten hebben thans het
desbetreffende raadsbesluit goedgekeurd.
Er kan nu verwacht worden dat weldra
met de herstelwerkzaamheden begonnen
zal worden.
De bewoners van het Amsterdamse kwar
tier, die door het sluiten van dit badhuis
sterk gedupeerd zijn, zien met verlangen
uit naar de heropening.
Van 25 October af gaan het Permanent
Anti-lawaai Comité en de Verkeerspolitie-
commissie actie voeren tegen het straatla-
waai in bebouwde centra. Deze actie zal
niet eerder eindigen dan nadat het verkeer
rustig is geworden en elk claxongeluid als
een dissonant wordt beschouwd.
Tweede rapport van de
Commissie-Cleveringa
De minister van Buitenlandse Zaken
heeft machtiging verleend tot openbaar
making van het tweede verslag, uitgebracht
door de Commissie-Cleveringa, welke in
Augustus 1946 is ingesteld met het doel een
onderzoek In te stellen naar de houding
van Nederlandse diplomaten en consulaire
ambtenaren tegenover personen, die tijdens
de bezetting uit Nederland naar hot on
zijdige en geallieerde buitenland zijn uit
geweken.
Het eerste rapport der commissie, dat in
December van het vorig jaar verscheen,
betrof de huidige ambassadeur te Brussel,
baron Van Harinxma thoe Slooten. Het
tweede verslag heeft betrekking op de
Nederlandse gezant in Zwitserland.
De commissie begint haar verslag met de
opmerking, dat hei gedrag van verschil
lende uitgewekenen te wensen heeft over
gelaten en soms schade heeft toegebracht
aan de Nederlandse naam in Zwitserland,
waardoor het niet onverklaarbaar is, dat
de bejegening van Zwitserse zijde er soms
ten ongunste door is beïnvloed.
Een getuige, zelf uitgewekene, was ge-
interneerd te Nyon, waar hij veel Neder
landers aantrof. „Allemaal jongelui", naar
hij zegt. Zij waren „over het algemeen
veeleisend, voor het geringste liepen ze naar
het gezantschap." „Ze maakten schulden,
leefden ver boven hun stand. Ze feestten
veel, gingen naar nachtclubs en stuurden
de rekeningen naar het consulaat. Velen
waren uit de band gesprongen."
Naast de verklaringen uit de kringen der
ambtenaren en vluchtelingen staat min of
meer afzonderlijk die van de getuige dr.
W. A. Visser 't Hooft, sinds 1938 secretaris
generaal van de Wereldraad der Kerken te
Genève. Hij was noch op enigerlei wijze
verbonden aan het gezantschap, noch ook
zelf uitgewekene, doch hij heeft zich veel
aan de vluchtelingen gelegen laten liggen.
De commissie beschouwt dr. Visser 't
Hooft als iemand, van wie men geen ver
klaringen behoeft te verwachten die door
kwade antipathieën of al te sterke sym
pathieën onwillekeurig gekleurd zijn.
De commissie komt dan eerst even terug
op de bejegening van uit Duitsland of het
door Duitsland bezette buitenland naar
Zwitserland overgebrachte vrijgelatenen.
Ten aanzien van de aankomst van een
groep gevangenen uit het concentratiekamp
te Bergen-Belsen in de tweede helft van
Januari 1945 constateert de commissie, dat
de gezant het weinige, dat er in de gegeven
omstandigheden kon worden gedaan, in
derdaad heeft verricht.
Minder goed zou het wat de gezant be
treft gesteld zijn met de bejegening van
een op 7 Februari 1945 onverwacht aan
gekomen transport van ongeveer 1200 uit
Theresiënstadt vrijgelaten gevangenen,
waaronder omstreeks 400 Nederlanders.
Getuigen hebben de gezant gebrek aan
belangstelling en onhartelijkheid verweten.
Het is de commissie gebleken, dat de pas
uit Theresiënstadt aangekomenen kans lie
pen, doorgezonden te worden naar Philip-
peville. De gezant heeft terstond pogingen
gedaan om te bewerken, dat zij in Zwitser
land konden blijven.
Loskopen van gevangenen.
De commissie ontving een klacht vol
gens welke de gezant geweigerd had mede
te werken aan het „loskopen" van Neder
landse gevangenen uit Duitse kampen. De
commissie acht deze klacht ongegrond. Op
10 Februari 1945 verzocht de gezant aan
de Nederlandse regering te Londen, voor
een garantie van een millioen Zwitserse
francs. Hij bepleitte deze zaak aldus: „De
som lijkt te klein om invloed op de oorlogs
voering te kunnen uitoefenen, terwijl grote
aantallen Nederlanders zouden kunnen wor
den gered."
De gezant heeft de regering echter niet
kunnen vermurwen. Op 13 Februari komt
er een telegram, waarin verklaard wordt:
„De Nederlandse regering kan en wil zich
met chantage niet inlaten hoe groot haar
sympathie voor betrokken Nederlanders
ook is. Handel met de vijand, kan zij, die
zulks aan ieder verboden heeft, zelf niet
bedrijven."
Ten aanzien van een klacht „dat de ge
zant wel kans zag, twee van zijn eigen kin
deren naar Zwitserland te laten komen" is
gebleken, dat deze overkomst niet door de
gezant maar door een Zwitserse politie
autoriteit is bewerkstelligd.
Een andere klacht betrof het feit, dat de
gezant bij een bezoek aan een kamp te
Adliswil „niet in staat bleek te zijn een
welkomstwoord uit te spreken." Gebleken
is, dat hem dit door een ernstige keelaan
doening inderdaad niet mogelijk is geweest.
Het is de commissie opgevallen, dat de
klacht over „niet spreken" niet op zich zelf
stöat.
Zij haalt aan hetgeen dr. Visser 't Hooft
in zijn allerminst onwelwillende karakter
schets van de gezant heeft gezegd:
„De gezant heeft niet altijd de juiste
psychologische aanpak ten opzichte van de
vluchtelingen gehad. Hij was er wel in ge
ïnteresseerd en hij heeft er ook wel tijd aan
gegeven, maar hij heeft er weinig van zijn
persoon aan gegeven." Dat hing volgens
getuige, die hiermee een persoonlijke in
druk weergaf, „hiermee samen, dat de heer
Bosch van Rosenthal iemand is, die het
verschrikkelijk vindt in het openbaar te
moeten optreden en die het in het bijzon
der afschuwelijk vindt een speech te moe
ten houden. Wanneer je als gezant naar een
kamp gaat, behoor je daar een behoorlijk
woord te spreken, en dat vond hij afschu
welijk." De getuige vermoedde, dat dit een
van de hoofdredenen was, waarom hii zo
weinig naar de kampen is geweest." Maar
het was niet, omdat hij zich niet voor de
mensen interesseerde."
Iets verder nog gaat de getuige generaal
Van Tricht. Deze zegt: „Hij had wel grote
belangstelling voor de zaak, maar niet voor
de mJnsen persoonlijk. Hij is weinig hulp
vaardig, zijn hart is er niet bij."
Diensten van derden.
Het is enige keren voorgekomen, dat uit
gewekenen in Zwitserland zich hebben be
ijverd werkzaamheden te ondernemen ten
behoeve van gevangen landgenoten in den
vreemde of in Zwitserland aanwezige ver
drevenen. De gezant is begonnen met enige
terughoudendheid aan de dag te leggen. De
commissie kan zich die wel verklaren.
Dat de betrokkenen een zekere teleur
stelling hebben geboekt, toen de gezant niet
onmiddellijk op hun plannen inging, is ver
klaarbaar, doch dit op zichzelf kan geen
reden zijn om de gezant te laken. Hiertoe
zou pas aanleiding bestaan, wanneer de
gezant op onredelijke wijze zijn medewer
king was blijven onthouden ten gevolge van
een louter negatieve en ook na de ver
krijging van behoorlijke gegevens afwijzen
de of al te lijdelijke houding.
Volgens dr. Visser 't Hooft verkeerde de
gezant in een moeilijke situatie. „Hij kreeg
weinig leiding van Londen uit."
Brief bleef liggen
een brief te hebben geschreven aan de ge
zant, waarin deze werd medegedeeld, dat
enige leden van het Nederlandse Rode Kruis
hem opdracht hadden gegeven voorbereid
selen te treffen voorbeen hulpexpeditie tot
het terugbrengen na de oorlog van Neder
landse gevangenen uit Oost-Europa. Toen
de getuige in Januari 1944 in Zwitserland
aankwam, bleek dat deze brief nog steeds
onbehandeld bij de gezant berustte.
De gezant heeft de ontvangst van de
brief toegegeven en ook, dat hij hem zon
der er iets aan te doen heeft bewaard, in
afwachting van de komst van de steller er
van, die hem volkomen onbekend was en
van wiens bestaan en gezindheid hij te enen
male onkundig was. Deze lijdelijke houding
heeft hij verdedigd met een beroep op de
bezwaren der briefwisseling met Engeland
en voorts daarmee, dat, indien hij de rege
ring op de hoogte had gesteld van de 'vage
plannen van een onbekende, deze zich er
toch niet zonder meer mee ingelaten zou
hebben.
Dat de eerste beweegreden zwaar heeft
gewogen, acht de commissie weinig aan
nemelijk. Zij blijft zich afvragen, waarom
de gezant geen pogingen heeft ondernomen
nadere gegevens uit Nederland te verkrij
gen. Doch zelfs als men wil aannemen, dal
de gezant hier een nalatigheid heeft be
gaan, is dit nog niet meer dan een inciden
tele te midden van een wereld van andere
gebeurtenissen, waarvan het begrijpelijk is,
dat zij toen veel meer zijn aandacht heb
ben getrokken.
De commissie verklaart voorts, dat de
bezwaren tegen dr. J. M. R. A. Kijzer.
hoofd van de afdeling vluchtelingenzorg op
het gezantschap, veel groter zijn dan die
tegen de gezant. De commissie kan zich
niet aan de indruk onttrekken, dat de heer
Kijzer in zijn bejegening der uitgewekenen
niet steeds even gelukkig is geweest.
Over het feit, dat de gezant slechts en
kele malen de kampen heeft bezocht, waar
in Nederlanders waren ondergebracht, zegt
de commissie, „dat zij zijn algehele lijde
lijkheid niet voldoende verdedigd acht."
Conclusie
Zij komt tenslotte tot de conclusie, „dat
zijn geaardheid de gezant bij zijn onver
wachte en abnormale taak waarschijnlijk
wel eens dwars heeft gezeten. In de zaken
van de heer Kijzer had hij, wetende van een
tekortkoming, zich waarschijnlijk meer
moeten laten gelden: en met betrekking tot
het consulaat te Genève had hij wellicht
wat ondernemender kunnen zijn. Doch hier
staat tegenover dat men de indruk krijgt,
dat over het geheel de omstandigheden der
uitgewekenen, hun toestand in aanmerking
genomen en de moeilijkheden waarmee
men voortdurend te kampen had, alleszins
bevredigend mogen worden genoemd. Ge
lijk hij hiervoor de opperste verantwoor
delijkheid droeg, zo komt de gezant hier
voor ook in de eerste plaats waardering
toe, te meer waar hij hard gewerkt heeft
aan een ongewone taak, waarvoor hij noch
van nature noch door zijn opleiding en
loopbaan bijzonder geschikt was en waar
voor hij zich onverwacht geplaatst zag.
Men behoeft slechts weinig te lezen in de
dossiers om te begrijpen wat dit heeft wil
len zeggen en hierdoor te beseffen, dat de
critiek hier aanzienlijk gemakkelijker moet
worden geacht dan de kunst".
Ten aanzien van de heer Kijzer zegt de
commissie, dat administratief en zakelijk
reden bestaat voor grote lof, doch er staat
een geestelijk tekort tegenover, dat onbe
haaglijk aandoet.
De minister van Buitenlandse Zaken kan
zich geheel met de conclusie van het rap
port verenigen. Hij is van oordeel, dat het
door mr. J. J. B. Bosch Ridder van Rosen
thal gedurende de oorlog gevoerde beleid
Volksconcert der H.O.V.
Twee werken van lange adem vulden
het programma, dat onder leiding van Ma-
rinus Adam en met medewerking van de
Heemsteedse pianist Fred Luyken werd
uitgevoerd; het waren het 2e Klaviercon
cert (Bes gr. t.) van Brahms en de 7e
Symphonie van Beethoven.
Het werk van Brahms geldt als een der
moeilijkste en voor de solist waarbarstig
concerten van het répertoire; wie het aan
durft moet heel wat in de mars hebben en
door ervaring rijp voor het podium zijn.
Het is een concert voor de upper ten onder
de pianisten. Dat Fred Luyken er mee
dorst te debuteren is een bewijs voor zijn
moed en zijn zelfvertrouwen; het was wel
licht een lang gekoesterde droom om met
dit kapitale concert op slag en stoot het
grote podium te veroveren. En dergelijke
jeugddromen welk kunstenaar heeft ze
niet gekoesterd? kunnen een sterke sti
mulans zijn tot doelbewust werken. Maar
als de droom staat werkelijkheid te wor
den is in de meeste gevallen bezinning een
heilzame rem, die er toe leidt van het
hoge waagstuk af te zien en maar normaal
met een toeschietelijker opgave te debu
teren. Fred Luyken echter heeft doorgezet,
onversaagd de gevaren trotserend. Met alle
respect voor zoveel zelfvertrouwen en met
alle waardering voor wat er goed was in
zijn vertolking en vooral voor de beloften
die zij inhield, mogen wij toch niet ver
zwijgen, dat hij onder de maat bleef. Met
wat minder overmoedigheid had dit niet
zo hoeven te wezen, want wij zijn er van
overtuigd dat deze pianist, die wij kennen
als een vaardig en vlot k\mermuziek-
speler, met een concert van bescheidener
eisen een brillant debuut had kunnen ma
ken. Men geve hem de kans voor de schit
terende revanche die wij hem van harte
gunnen.
Adam en het orkest waren uitnemend
op dreef bij de verklanking van de Zeven
de; zjj had de spanning van een noviteit
waaraan zorgvuldig gewerkt, geslepen en
gepolijst is en waarvan men de innerlijke
werking als een levend wonder ondergaat.
JOS. DE KLERK.
De Meesters van Delft, doo:
Jan H. Oosterloo. (Uitg. A
J. G. Strengholt A'dam).
Ter inleiding behandelt de schrijver enig!
meesters der zestiende eeuw als Rochw
Delff, de Vlieger, Hans van Ach e.n. om da:
te komen tot de Delftse zeventiende eeuwer
die reeds grote naam verwierven: de dri!
van Mierevelts, van Ravesteijn, Moreelw
Vervolgens nadert hij via kunstenaars al
Adriaan van der Venne, Moreelse, Paulu
Potter en vele andere waaronder ook d'Hon
decoeter, de grootste meesters uit het gou
den tijdperk onzer vaderlandse kunst. Hi
beschrijft de kunst en de persoonlijkhede:
van Rembrandt's leerling Carel Faberitiuj
Pieter de Hoogh, Jan Steen en Johanne
Vermeer. Niet alleen kunsthistorisch bezie:
is het boek van belang, maar het is ook ge
schreven in onderhoudende trant en ver
smaadt de humor niet. Vaak onbekende ci
taten en talrijke met zorg uitgevoerde repro
ducties zorgen voor de afwisseling. Blijkbaa
met weemoed bespreekt de schrijver de o;
het roemrijk tijdperk volgende inzinking
maar met volkomen gerechtvaardigde troü
besluit hij in zijn laatste hoofdstuk: „Het al
lerhoogste wat in het picturale mogelijk ii
werd hier (Delft) bereikt en de onvolprezec
scheppingen van de geniale grootmeester
hebben de naam van Delft over de wereld
zeeën gebracht".
Om dat te bewijzen schreef Oosterloo zij:
boek en hij deed het met enthousiasme.
Menige pagina wordt besteed aan het genie
van Delft's roem: Johannes Vermeer.
Merkwaardig is de conclusie over dien?
persoonlijkheid: „Vermeer was, dunkt ons
iemand met een ingetogen karakter, vooral
geen „Bohémien". Het beroemde doek „He:
melkmeisje" wordt ontleed en de lezer word:
met enkele rake aanduidingen in de sfeer
van het werk gebracht. Men kan het som;
wel niet eens zijn met de schrijver maar zijt
analyse is toch steeds interessant. Ook zijr
naspeuring betreffende het Straatje, dat voo:
Vermeer's schilderij van die naam heeft ge
diend, is de aandacht waard.
Eén opmerking echter, die ik niet verzwij.
gen kan: Wat hebben v/e te maken met dt
uitvoerige behandeling van een recente ver-
valsingsaffaire, die alleen maar thuis hoor
in een eventuele chronique scandaleuse de:
schilderkunst?
HERMAN MOERKERK.
ZWEMMEN
In het Sportfondsenbad-West te Amster
dam heeft de negentien jarige Bob Bonte
Dinsdagavond twee wereldrecords verbe
terd. op de 400 en de 500 meter schoolslag,
zodat voor de eerste maal in de zwemgeschie
denis een Nederlander op de wereldrecord-
lijst voor komt.
De getuige Polak Daniëls heeft verklaard
de 8e November 1942 van Nederland uit tegenover Nederlandse uitgewekenen
algemene zin waardering verdient-
FINS-NEDERLANDSE BETREKKINGEN.
Ter gelegenheid van de oprichting der
Fins-Nederlandse vereniging tot bevorde
ring van culturele betrekkingen heeft de
Nederlandse gezant te Helsinki aan de
weduwe van de Finse hoogleraar Mikkola,
op wiens initiatief de vereniging is opge
richt, het officierskruis van de Orde van
Oranje-Nassau uitgereikt.
37. Na zijn ontsnapping slenterde Panda ver
drietig door de straten. Hij was ten einde raad
en wist niet, wat hij beginnen moest. De pte-
sident kon hii maar niet te pakken krijgen en
na wat er gebeurd was, moest hij dubbel uit-
te vo^e"' Die zou natuurlijk niets j ben, toen hij plotseling gewaar werd, dat er iets in snelle vaart naderde. Panda bedacht zich
03 15 Franse ongedaan laten om hem weer in zijn macht tebijzonders aan de hand was. De mensen om j geen ogenblik, maar sprong, vlak voor de auto,
1 krijgen en wanneer hij de president niet bij-1 hem heen, begonnen opgewonden te schreeu-met opgeheven hand, midden op de rijweg.
niet opnieuw in handen van Ia
tijds kon waarschuwen, zou bovendien de op-1 wen en hoera te roepen en te wuiven Panda
stand uitbreken en talloze mensen zouden in drong zich door de menigte heen, tot hij vlak
het ongeluk gestort worden. Panda liep zich vooraan stond en tegelijkertijd zag hij in de
suf te peinzen, en hij dacht er juist over om verte een grote auto naderen. Voorop wap-
opnieuw naar 't paleis van de president te gaan porde de vlag van Candonia. „Leve de presi-
te zien of hij ditmaal meer geluk zou heb-1 dent!" hoorde Panda roepen, terwijl de auto
Vader Bonte wenst zijn zoon, die zo juist
twee wereldrecords gekraakt heeft, geluk.
Reeds tijdens de training onder leiding van
de heer Armbrust was gebleken, dat Bonte
zonder zich noemenswaardig in te spannen
op deze afstanden in de buurt van de wereld
records kwam, welke respectievelijk op naam
stonden van de Duitse zwemmer Arthur
Heinz, respectievelijk met 5 min. 43.8 sec.,
gemaakt op 10 Februari 1938 te Kopenhagen
en 7 min. 13 sec. gemaakt te Solingen Ohligs
op 7 Mei 1939.
Met de heer J. de Vries als voorzitter-
kamprechter en de heer E. van Es als starter
vertrok Bonte zeer snel en voor 100 meter
werd genoteerd 1 min. 15.2 sec. en voor 200
meter 2 min. 42.1 sec. Op weg naar de 400
en' de 500 meter bleef hij op de klassieke af
stand van 200 meter slechts ongeveer éen
seconde boven het Nederlands record, dat
hij onlangs te Hilversum op zijn naam bracht.
Sinfonica
muziek.
22.45 Overdenking,
Een Tenniswonder
Dean Borotra
De Franse tennisser Jean Borotra, nu 50
jaar oud, heeft opnieuw het enkelspel ge
wonnen in het Brftse kampioenschap tennis
op overdekte banen. Sinds 1938 was dit
kampioenschap niet verspeeld. Borotra,
houder van de titel die hij als veertigjarige
voor het laatst gewonnen had, toonde zich
als vijftigjarige nog even aggressief. Hij
sloeg in de finale de jonge Britse Davis
Cup-speler G. L. Paish met de overtuigende
cijfers 6-3, 6-3, 6-2 en overtrof zijn tegen
stander in veelzijdigheid van strokes, maar
in de tweede set zoals Engelse bladen
getuigen ook in snelheid. De Observer
zegt dat Borotra nog altijd „tenvolle be
wapend" is.
Eenmaal op volle gang zijnde won de
Franse speler, met mrs. Walter spelend
tegen Jones en miss O'Connell, ook het
mixed doubles-kampioenschap in „straight
sets". De score was 6-3, 9-7.
Sport In 't kort
SAMENSTELLING NATIONALE JÉUGD-
PLOEG. De nationale jeugdploeg, die bij het
vier-kringen tournooi dames, dat op 23 Oc
tober te Rotterdam gehouden zal worden en
waaraan zullen deelnemen de damesploegen
van Amsterdam, 't Gooi, Utrecht en Rotter
dam. een wedstrijd zal spelen tegen een Rot
terdams zevental is als volgt samengesteld:
Doel: v. Doorenmaalen (Haarlem): achter:
Bijlsma (Haarlem), Vis (GZC), Geurtsen
(HPC): vóór: De Gans (Neptunus, Amers
foort), Wever (GZC). Geutjes (Neptunus).
Reserves zijn: W. Beijderwelle (GZC) en
Fr. Paanakker (Haarlem).
KAMPIOENSCHAP GROOT BILJART
VRIJ SPEL. De Hagenaar C. van Vliet zal
niet uitkomen in het tournooi om het kam
pioenschap van Nederland groot biljart vrij
spel, dat op 21, 22, 23 en 24 October in Den
Haag gehouden wordt. Van Vliet, die de
laatste tijd weer last heeft van een breuk,
wordt vervangen door Wevers uit Enschedé.
JOE LOUIS KOMT DEFINITIEF TERUG.
Joe Louis heeft verklaard, dat zijn besluit
thans vast staat en dat hij van plan is zijn
titel als zwaargewicht kampioen te verdedi
gen. Dit zal in Juni van het volgend jaar ge
beuren. in een openlucht-wedstrijd. Wanneer
hij een goede indruk krijgt van de wedstrijd
Szzard Charles—Joe Baksi op 18 December,
zal hij tegen de winnaar uitkomen. Anders
zou hij misschien Lee Savold, die nogal suc
ces heeft met zijn „comeback" tot tegen
stander kiezen.
Na 300 meter was de tijd 4 min. 11 sec. Reedi
was het duidelijk, dat zijn recordpoging op
de 400 meter zou gelukken. Onder luide aan
moedigingen legde Bonte de laatste vier ba
nen af. Terwijl de tijdopnemers, die voor de
400 meter waren aangewezen, hun chrono
meters controleerden, begon Bonte aan de
laatste 100 meter, teneinde in éen ruk beide
wereldrecords te verbeteren. Daarin slaagdi
hij op schitterende wijze. De officiële tijd op
de 400 meter werd 5 min. 40,2 sec.
Het wereldrecord van Heinz was dus me',
niet minder dan 3.6 sec. verbeterd. Ook kwair
Bonte in het bezit van het Europees record
en van het Nederlands record, dat Hermar5
Smitshuyzen op zijn naam had staan met
min. 52.3 sec., daterend van 28 Februari 19
Voor de 500 meter noteerden de tijdopne
mers 7 min. 10.2 sec., 7 min. 10.6 sec. en 1
min. 10.8 sec., zodat het record op 7 min. 10.6
sec. kwam te staan, een verbetering van dr
tijd van Heinz met 2.4 sec. Op deze afstand
werd Bonte eveneens Europees recordhouder
en het Nederlands record verwisselde weder
om van houder, want van de tijd van Herman
Smitshuyzen van 7 min. 21.4 sec. op dezelfde
dag als diens 400 meter record gemaakt, bleel
niet veel meer over.
Bonte zal binnenkort trachten het Neder
lands record op de 200 meter scherper te
stellen. Evenals gisteravond zal hij alleen
over de baan gaan.
Schaken
HAARLEMS SCHAAKGEZELSCHAP
WON DE „DE TELLO-BEKER
Dinsdagavond is een zeer belangrijke wed
strijd gespeeld in de strijd om het clubkam
pioenschap van Haarlem en wel de ontmoe
ting H.S.G.Haarlem. Beslist moest worden
welke club dit jaar de „de Tello-beker" zou
veroveren. Voor de S.C. Haarlem was hel
voldoende om gelijk te spelen.
In het begin ging het vrijwel gelijk op,
doch vrij spoedig verkreeg het H.S.G. een
voorsprong en behield deze. Het einde kwam
met 18%—11%, zodat het H.S.G. ook dit jaar
de „De Tello-beker" in zijn bezit heeft.
De heer W. J. Saeijs reikte na afloop d«
beker uit aan de voorzitter van het H.S.G,,
de heer H. D. v. d. Ouw, waarna de heef
Jac. Haan namens de S. C. Haarlem zijn ge
lukwensen aanbood.
Vasten voor de vrede. Een Franse onder
wijzer, Charles Martin, vast nu al zes
dagen in een huis in de buurt van hel
Palais de Chaillot, „terwille van de
wereldvrede". Hij deelde Reuter mede,
dat hij met vasten begonnen is om de
aandacht van de UNO te vestigen op de
noodzakelijkheid van het scheppen van
een echte vrede. Martin bereidt een op
roep tot vrede voor uit naam van Chris
tus. Socrates en Ghandi. Hij zegt, da!
hij zich best voelt, na zes dagen alleen
op water te hebben geleefd.
Rust in vrede. Alle graven op kerkhoven
te Praag met Duitse grafschriften zul
len geconfïskeerd worden, indien de op
schriften niet vóór het einde van het
jaar verwijderd zijn, zo heeft- de
districtsafdeling van het „Nationale
comité" aangekondigd.
Foto's. De marine van de Verenigde Staten
heeft foto's vrijgegeven die door automa
tische camera's zijn genomen, welke in
raketten waren geïnstalleerd. De raket
ten verhieven zich tot 112.000 meter
boven de aarde. De foto's laten het groot
ste gedeelte van de aarde zien dat ooit
in één keer is opgenomen, n.l. ongeveer
800.000 vlerkante kilometer van het
Westelijke deel der V.S. en van Noord-
Mexico.
De rollen omgekeerd. Een haastige motor
rijder overreed gisteren een voetganger
in de straten van Frankfort. De motor
rijder stopte en keerde om, teneinde het
slachtoffer naar een ziekenhuis te bren
gen. Het slachtoffer was echter snel van
de schrik bekomen, ging de motorrijder
tegemoet, sloeg hem bewusteloos en reed
hem met zijn eigen motor naar het
ziekenhuis. (U.P.)
Paradijs. Tagliche Rundschau, het in het
Duits verschijnende orgaan van het
Russische leger, maakt triomfantelijk
bekend dat de beste Oosterse cigaretten
niet langer gerantsoeneerd zijn in de
Oostelijke sector van Berlijn. Dit „goede
nieuws" gaat vergezeld van de aankon
diging dat ook het „sterke bier" thans
vrijelijk te koop is. De cigaretten kosten
80 pfennig per stuk en het bier 5.20
mark per liter. Dat betekent dat een
Duitse arbeider met een weekloon van
50 mark, drie pakjes cigaretten per week
kan roken of negen flessen bier kan
drinken als hij het tenminste zonder
eten en zonder huis kan stellen. (Ui*.)