m
f
HET KRUIS IN DE DUINEN
L
Keur van kerstklanken in de aether
ssxt van corry vonk en H s r,r«8nchr
I
VRIJDAG 24 DECEMBER 1948
4
door ERIC P.
TOEN hij de deur van de taxi open
gooide, blies hem onmiddellijk een
snerpend koude wind in het gezicht. In zijn
haast om weer in de warmte te komen, gaf
hii de chauffeur een veel te grote fooi.
Vlug liep hij over de stoep naar de deur
en belde aan.
In het huis hing nu al een begrafenis
stemming. Dat had hij al gevreesd, toen
hij de stem van de verpleegster hoorde. Zij
had hem opgebeld om te zeggen, dat zijn
vader hem nog één keer wilde spreken.
Hij was altijd op zijn vader gesteld ge
weest, maar hij had zich al bijna twee keer
op zijn dood kunnen voorbereiden en deze
smart met zoveel uiterlijk vertoon
deed hem onplezierig aan. Iiij zag er iets
onechts in, haast iets gehuichelds.
Toen hij zijn vader zag, wist hij, dat de
verpleegster hem niet voor niets had op
gebeld. De bekende schrijver James Mo
rinter zou het niet lang meer maken. Mis
schien zou hij zelfs het einde van deze
Kerstavond 1948 niet meer beleven. Maar
zijn stem was nog opgewekt en sterk. „Ik
heb je nog een heleboel te vertellen", zei
hij. „Ga zitten".
Vernon sloot de deur zachtjes achter
zich. Ruim twee uur had hij nog met zijn
vader gesproken. Toen was het afgelo
pen geweest. Zij hadden voornamelijk over
zakelijke aangelegenheden gepraat en ook
nog een paar herinneringen opgehaald,
herinneringen uit de vele waardevolle
uren, die hij met hem had doorgebracht.
Tenslotte had zijn vader een paar papie
ren van een tafel naast zijn bed gepakt.
„Dit is mijn laatste opus", had hij glim
lachend gezegd. „Ik geloof dat de mensen
er iets aan zullen hebben. Wil je het voor
mij verkopen?"
Rustig liep Vernon de trap af en de hal
door. In de zitkamer brandde het droge
hout knetterend in de open haard. De ver
pleegster was boven bij zijn vader.
Hij ging voor de haard zitten en haalde
de papieren, waarop zijn vader het verhaal
had geschreven, voor de dag en begon te
lezen.
maandenlang op had verheugd, nu niet
door zou gaan.
De gedachte aan thuis maakte me ook
even stil. Weemoedig dacht ik aan de
warme open haard, waar ik met een goed
boek en een glas port voor had kunnen
zitten. Ik dacht aan de bus. die mij iedere
ochtend naar Fleet Street bracht, waar ik
werkte.
Zwijgend liepen we door tot wij bij een
vrachtauto kwamen. Tezamen met twee
officieren en vijf soldaten stapten wij er
in. De andere mannen keerden terug naai
de loopgraven, duidelijk teleurgesteld, dat
het pretje al weer afgelopen was.
In de auto probeerde een der officieren
in hortend Engels een gesprek met ons
aan te knopen, maar wij waren niet
spraakzaam. Wij reden zo wat een uur.
Toen wij eindelijk uit konden stappen,
waren wij volkomen verkleumd. We ston
den voor een groot gebouw, waarschijnlijk
een divisie-hoofdkwartier.
Ik zal de drie dagen, die ik daar heb
doorgebracht, nooit vergeten. Nadat wij
verhoord waren wij vertelden ze niets,
maar dat schenen ze ook niet te verwach
ten werden we naar de officiers-mess
gebracht. We voelden ons nog wat onwen
nig. Het is een vreemde gewaarwording als
men verwacht achter een hek met prikkel
draad te worden gezet, op eens in de be
trekkelijke luxe van een mess te staan. Er
zaten vrij veel Duitse officieren in de zaal
er klonk een geroezemoes van stemmen.
De officier, die bij ons was ik kende
zijn rang niet bracht ons naar een kleine
verhevenheid in de zaal. Eerst toen schenen
de Duitsers ons op te merken als twee
vreemde eenden in de bijt. „Onze" officier
vroeg om stilte. Ik was blij, dat ik mijn
Duits in de afgelopen jaren niet had ver
waarloosd, want nu kon ik ongeveer ver
staan wat hij zei. De al grijzende officier
hield een toespraak in een stijl, die ik niet
verwacht had, in een Duitse officiers-mess
te zullen vinden.
„Heren", zei hij, „ik heb u een enigszins
ongewoon verzoek te doen. Zoals u ziet
staan hier naast mij twee Engelse vliegers.
Het was ideaal weer toen wii die ochtend j Zij werden vanochtend door ons neerge-
opstegen in onze kleine Farman; we j schoten en landden behouden met hun pa-
moesten een korte verkenning maken bo- rachutes.
ven de Duitse stellingen. Dik ingepakt za- Nu hadden zii eigenlijk geïnterneerd
ten we in onze open zitplaatsen. Het vroor moeten worden. Doch, mijne heren, u weet
ren nu Italianen of Japanners, Zuid-Afri-
kaanders of Oostenrijkers.
Want al voeren we dan op het ogenblik
een oorlog, de gedachte aan „vrede op aar
de" leeft toch, geloof ik, wel in ons allen.
Al zijn we nu nog zulke harde kerels of
grimmige frontstrijders. Wij hopen, dat wij
zullen winnen en deze heren (hier wees hij
op ons) hopen, dat zij zullen winnen. Maar
heren, gaat het niet om iets anders? Ho
pen wij eigenlijk niet allemaal, dat Hij zal
winnen? Dat Zijn gedachten en Zijn wil de
overwinning zullen behalen op ons alle
maal?
Velen van ons zijn getrouwd en hebben
kinderen. Willen wii, ia, willen wij, dat
al deze kinderen een zelfde lot zullen on
dergaan, als zovelen van onze strijdmak
kers reeds hebben ondergaan?
Een verschrikkelijk lot, dat ook ons nog
steeds boven het hoofd hangt? Dat wil
len wij geen van allen. En daarom zullen
wij allen, Duitsers en Engelsen, Belgen en
Oostenrijkers, Fransen en Russen wie
dan ook deze oorlog zal winnen na af
loop mee moeten helpen de wereld weer
op te bouwen, op te bouwen tot een plaats,
waarin onze kinderen veilig en voorspoedig
zullen kunnen leven. In dankbaarheid hun
ouders gedenkend, die de gedachten, die
alom heersen in de tijd van het Kerstfeest,
ook daarna hebben laten spreken, het ge
hele jaar door. Omdat zij begrepen heb
ben, dat de Kerstgedachte niet iets is om
twee of drie dagen per jaar te verheerlij
ken, maar een blijvend iets, een rustpunt
voor ons allen en een steunpunt, waar wij
ons aan vast kunnen klampen.
De Kerstgedachte moet voor ons niet
alleen een gedachte betekenen, maar ook
en vooral een streven.
Ik zie enkelen onder u haast meewa
rig het.hoofd schudden, maar neen,
heren, ik ben geen redeloze idealist. Als ik
dat ooit geweest was. dan zou ik het in
deze drie jaren wel hebben afgeleerd. Zel
den hebben wij zo dicht bij de werkelijk
heid gestaan, bij de realiteit van leven en
dood en van menselijke verhoudingen.
En in deze drie jaar is mijn idealisme
gegroeid en gesterkt, niet tot een stadium
van verheerlijking van het goede, maar
tot iets hards en hecht£.
Ik zeg u het nogmaals: wat wij na deze
oorlog nodig zullen hebben, is samenwer
king. Samenwerking en een streven naar
verwezenlijking van de Kerstgedachte.
Begrijpen en samenwerken, liefhebben en
helpen.
En dan, mijne heren, zou ik u willen
verzoeken deze twee Britse officieren ge
durende het Kerstfeest als onze gasten te
beschouwen. Ik weet het. het zijn maar
twee officieren voor drie dagen. Maar
tracht u het te zien als een symbool, een
symbool van onze goede wil".
Toen hij ons naar een tafeltje voerde,
scheen hij vermoeid, erg vermoeid.
Davies en ik hebben hem zwijgend en
dankbaar de hand gedrukt.
Toen Ver non de deur achter zich sloot,
blies hem weer de ijskoude wind in het
gezicht. Op de hoek van de straat stond
een oude man in een verschoten en ver
sleten winterjas. Trappelend en stampend
trachtte hij zich warm te houden.
Naast hem lag het stapeltje kranten, dat
hij moest verkopen. Vernon kocht er een.
Hij bleef even staan om de koppen te le
zen. Kerstmis 1948.... Palestina, Duits
land, Rusland, communistische opstanden
in het Verre Oosten, oorlogsdreiging, Vei
ligheidsraad en veto-recht
Hij propte de krant in zijn zak en liep
door.
„Die Duitse officier zal nu wel niet meer
leven", peinsde hij.
„Jammer".
hard. maar de lucht was helder en het
zicht prachtig. Dat was wat wij nodig
hadden, want we kenden toen nog geen
ingewikkelde en vernuftige apparaten, die
goed zicht tegenwoordig tot een plezierige
bijkomstigheid maken. Vroeg in de ochtend
als het was, hadden nog maar weinig men
sen op het vliegi/eld ons vertrek gezien.
We hoopten voor twaalf uur terug te zijn
op de basis, want we wilden Kerstavond
1917 niet ongevierd voorbij laten gaan.
Ik had toen bijna twee jaar van vrijwel
ononderbroken oorlogsvliegen op mijn
naam staan. Soms had ik het gevoel gehad
of ik voor het laatst in de lucht was, als
het afweervuur van de grond iets te goed
werd gericht, of als de lucht om me heen
gevuld scheen met Duitse vliegtuigen.
Maar altijd was het weer goed afgelopen.
Toen we boven Niemandsland waren,
konden we de vijandelijke stellingen al
prachtig zien liggen. Donker staken de
talloze loopgraven af tegen de dikbe-
sneeuwde grond. De mannen van de lucht
afweer schenen ons, zo vroeg, nog niet
verwacht te hebben. Er werd niet gescho
ten. Ik legde het toestel iets op zijn rech
terzijde, want achter mij hing de waarne
mer over de linkerrand van zijn zitplaats.
Op zijn gemak kon hij de gehele situatie in
ogenschouw nemen. Er was geen spoor van
activiteit op de grond. Ik maakte een bocht
naar links en we vlogen enige kilometers
over de oneindige lange, donkere strepen
op de grond, waarvan wij wisten, dat het
loopgraven waren.
Nog steeds werd er niet geschoten. Over
moedig ging ik iets lager vlieger. Ik keek
achterom. Davies, de waarnemer, knikte
mij tevreden toe. Met zijn zwaargehand-
schoeide duim wees hij in de richting van
onze eigen linies. Wij konden terugkeren.
En juist op het moment, dat ik de Far
man weer in een linkerbocht wilde leg
gen, gebeurde het. Een of andere fanatieke
Duitser schoot zijn geweer op ons leeg. Ik
hoorde een paar kogels langs fluiten en
toen een klein tikje, voor mij in de motor.
Er leek niets gebeurd te zijn. We vlogen
rustig verder. Pas een minuut later rook
ik een verdachte benzine-lucht. Toen
schoot er een klein vlammetje uit de mo
tor en ik begreep, dat wij Kerstavond niet
in de eigen mess zouden vieren.
Met een zware slag hoorde ik de trouwe
Farman beneden me tegen de grond slaan.
Een kleine zestig meter onder me bungelde
Davies aan zijn parachute. Ik miste de be
trekkelijke beschutting van mijn kleine
hokje in de machine en het beetje warmte,
dat de motor mij verschafte. Een stekend
koude wind blies door mijn zware vlieg-
kleding.
Het leek wel een ontvangstcomité: on
geveer dertig Duitsers stonden in een kring
om mij heen, toen ik opstond en mijn pa
rachute losmaakte. Eén van hen, kennelijk
een officier, kwam op mij af. Op een plech
tige, officiële toon zei hij mij de handen
omhoog te steken, liet mij fouilleren en
verklaarde mij voor geïnterneerd.
Wij marcheerden naar de Duitse linies.
Iets later voegde ook Davies, met een even
uitgebreide bewaking, zich bij ons. Hij
keek somber, ik trachtte hem wat op te
monteren, maar hij bleef gedeprimeerd,
omdat zijn verlof naar huis, waar hij zich
welke dag wij vandaag beleven. Het is
Kerstdag. Op dit ogenblik zouden wij allen
graag thuis zijn, bij onze familie en in onze
eigen woonplaats, en dat is helaas onmo
gelijk. Doch dit is geen aanleiding om deze
beide officieren van onze tegenstanders
niet mee te laten delen in de Kerststem
ming, die onder ons heerst. Om hen te
tonen, dat bij alle Christenen op deze aarde
de Kerstgedachte bestaat, al zijn wij nu
Duitsers en zij Engelsen, en al zijn ande-
een beschermende dijk de kust bege
leidt. De huisjes liggen gedoken, ja zelfs
de kerktoren is een stompe punt, die niet
over de duinrand heenkijkt. De klok heeft
iets schels in haar gelui; haar stem blijft
hangen in de ruimte achter het duin. Maar
van de andere kant hoort men de zee,
voelt men haar adem. De meeuwen laten
zich over het duin blazen. Daar keren ze,
werpen zich tegen de wind in, schijnen
ogenblikken stil te staan, om dan zee
waarts te stormen.
Ook hier liep de „Atlantikwall". Juist
hier liep de witte muur dwars over de rug
van het duin. Aan de andere zijde, aan
het strand, daar had men het vlechtwerk
van voetangels en prikkeldraad, landmij
nen en hoogspanning tot een ondoordring
bare hindernis verdicht, de duinhelling
.Het leek wel een ontvangstcomité.
aan de zeekant rijk voorzien van mitrail
leurnesten en uitkijkposten en hier en daar
de donkere kubus van een bunker inge
graven. Maar ook de naar het land toege
keerde zijde van het duin was doorwoeld:
troepen-verblijven, water- en benzine
reservoirs, tankvallen, mijnenvelden. Het
dorp lag midden in de linie.
Eens, hoe lang is dat geleden, toen lag
op en aan de andere zijde van het duin de
badplaats: het Casino, het Kurhaus, Pa-
lacehotels, geweldige kasten met torens en
koepels, huizen, villa's hadden zich aan de
boulevard aaneengerijd. 's Zomers was het
strand bezaaid met strandstoelen en bad
koetsjes, een bonte menigte lag op het
mulle zand. speelde in de golven, van de
terrassen klonk muziek, ruiters galoppeer
den langs de vloedlijn, kinderen bouwden
kastelen en de ezeltjes trippelden gehoor
zaam door de luidruchtige vreugde. Toen
was het doodstil geworden, tot de mannen
met de luide stemmen en de zware laarzen
gekomen waren. Vreselijk de explosies,
vreselijk de afbraak, tot alles klaar was
en alles voorbij.
Alleen de zee bekommert zich nergens
om. Zij spoelt haar schelpen even goed
voor de voeten der baders als voor de
laarzen der soldaten; haar schuimranden
kronkelen door zandkastelen en door
Spaanse ruiters.
Nu is het spookbeeld voorbij, het strand
is eenzaam en vrij, de jeugd zont zich op
de bunkers en in de schietgaten zet zich
groen aan.
Er is hier nooit gevochten, er is niemand
gevallen en niemand ontketende de gru
welen. Het kruis niet ver van het dorp, in
een duinpan onder aan de helling, is geen
herinnering aan een veldslag of een ge
vallene, een gegijzelde of een slachtoffer
van de zee. Op de dwarsbalk staat in ruwe
tekens: 25 December 1945.
Dat was de Kerstnacht na de bevrijding.
Toen hadden ze door bemiddeling van de
dominee de weesjongen, die door de oorlog
uit het Oosten hier verzeild was geraakt,
bij zich uitgenodigd. Niemand verstond de
taal van de zesjarige, maar hij had grote,
bruine ogen.
Deze jongen nu, voor korte tijd aan zich
zelf overgelaten, vond niet ver van het
huis, waar men hem gebracht had, een
boompje, zonder wortel, omgehakt zo jong
als het v/as. Maar het mooie was, dat bijna
iedere tak een kaars droeg, witte, rode
en gele. Zo ging de jongen, toen het sche
merde, met het boompje in de richting
van het duin, tot het in een duinpan hele
maal windstil was. Daar boorde hij een
gat voor de stam, richtte het dennetje op,
en wachtte. Van de andere kant van het
duin ruiste het, het licht van een vuur
toren gleed langs de hemel, de sterren
kwamen op uit het duister. Nu was het
tijd, de kaarsen aan te steken. Toen werd
het warm en goed, zoals in Siedlce, daar
ginds in de grote kerk, als hij zich tegen
zijn moeder aandrong, die het licht van
alle kaarsen in haar ogen had.
Toen kreeg hij honger en ging even ge-
GEEN FEEST van de jaarkring is zo rijk
gezegend met toepasselijke liederen
als het Kerstfeest. Dat is al begonnen met
de eerste Kerstnacht waarvan Lucas in
zijn Evangelie verhaalt. Het waren he
melse heirscharen die het eerste Kerstlied
zongen. De motieven van dit lied der
engelen Ere aan God in Vrede op aarde
zijn in de loop der tijden door de Chris
ten volken oneindig gevarieerd. Het thema
bleek onuitputtelijk; elk ras, elke cultuur-
groep, elke tijd gaf het de wending die
hun het best paste, omgaf het met motie
ven naar eigen aard, stijl en begrip; maar
de grondtoon bleef. Althans op de uitzon
deringen na, waar de bijkomstigheden het
hoofdthema volkomen overwoekerden. En
toch bleef er dan meestal nog de stem
ming, die soms meer nog dan alle verstan
delijke redenering en diepzinnige contem
platie, het specifieke karakter van de
Kerstmuziek bepaalt. Het Kerstfeest heeft
een milde, een kinderlijk blije sfeer, en die
willen we zo graag in het Kerstlied als
gekristalliseerd zien. Het goede Kerstlied
is „volkslied" bij uitnemendheid; dat wil
zeggen, dat alle individuele ontboezemin
gen, alle ongemene muzikale wendingen
er schade aan zouden doen en er dus uit
geweerd dienen te blijven. Het is wars van
bravour en virtuositeit en wint aan waarde
naar gelang het eenvoudiger, inniger
bevattelijker is. Laat het kinderlijk, laat
het naïef zijn; de grondtoon „Ere aan God
en Vrede op aarde", geeft het vleugels met
wijde wiekslag. Schoonheid is een zeld
zame parel, en die ligt er vaak in verbor
gen voor wie zich diep genoeg bukken wil.
Weet de doorsnee Nederlander hoe
enorm veel fraaie Kerstliederen wij be
zitten; dat wij op dit punt met elk kuituur-
land kunnen wedijveren en het desnoods
van allen kunnen winnen? Men zou het
niet zeggen dat dit tot velen is doorgedron
gen, als men ieder jaar weer, met voorbij
gaan van onze heerlijkste Kerstzangen, het
luidloos en zeker terug, als hij geko
men was.
Toen de visser naar het raam ging, zag
hij beneden aan de duinrand een schijnsel.
Een zacht geel schijnsel. De visser had
ogen als een valk en had nog geen slok
gedronken. Toch kneep hij zijn ogen wat
dicht: het schijnsel bleef. Het stond boven
de tankval, midden in het mijnenveld. Dat
was nog niet van mijnen gezuiverd. Ieder
een wist dat. De gevaarlijke zóne was
duidelijk aangegeven, draden waren ge
spannen en borden gezet, die met grote
letters waarschuwden.
Het dorp was in een oogwenk gealar
meerd.
De oude mensen, de vrouwen en de
kinderen raapten alles bij elkaar, om in
de kelders te gaan.
Toen ging het van huis tot huis; de
brandweerman had het van het duin af
gezien, dat in de tankval een Kerstboom
brandde.
Ze vloekten, ze lachten, ze geloofden het
niet, ze waren bang, maar anders dan toen.
Dan stonden ze boven op het duin, aan
de rand van het afgezette gebied, dicht
opeen. En niemand waagde te roepen of
te raden. Ze zeiden gebeden en huiverden,
ze huilden en wachtten. Alle lichten van
hun dorp hadden ze gedoofd en alle ge
vaar waren ze vergeten.
Toen ze zo neerkeken in de duinpan,
waar de kaarsen brandden zonder te flik
keren, toen was het verlichte stuk van de
gebarsten „Wall" die er over heen liep,
als de muur van een stal. De sterren ston
den er ook boven, en de zee daarbuiten
ruiste het Gloria.
De dominee zei zacht de gebeden voor de
stervenden.
De kaarsen doofden. Het werd donker
in de tankval en er omheen. Het dorp
wachtte.
Maar de sterren schitterden, en de zee
ruiste, en het bleef stil.
Toen allen in hun huizen teruggekeerd
waren, was ook het Poolse jongetje weer
bij zijn gastheer. Niemand had hem gemist.
Alleen de bakker kon er maar niet over
heen, dat ze nu zelfs Kerstbomen stalen,
in deze door en door verdorven tijd.
Later, bij de zuivering van de tankval
en de er om heen liggende mijnenvelden,
vond men het denneboompje, vergaan en
broos, maar het bewijs van een wonder,
dat waard was, een kruis op te richten
met de datum van die gedenkwaardige
Kerstnacht. h. St.
OOK DIT JAAR zullen de radio-luiste
raars tijdens de Kerstdagen van een
keur van Kerstprogramma's kunnen ge
nieten. Wij laten aan de chronologische
opsomming van wat de beide Nederlandse
zenders bieden, een oriënterend overzicht
voorafgaan, waarin ook enkele hoogte-
met kamerorkest, (Hilversum II) in „De geboorte van de
LU±,TUl.dT„bUltenlandSe programmas blaaskwhitet en'carillon (8.15), het vraag- Heer", van de veel omstreden hedendaagse
vermeld worden.
De Kerstnacht wordt vanavond op Hil
versum I om 23.15 met het oratorium „In
terra pax" van de Zwitserse componist
Bij de BBC troffen we aan: Paul Robe- ken uit (19.45, 342 m) en Zwitserland
son (14.40, 342 m); de Kerstreunie „Good (540 m) en Italië (367 m) hebben om 21.15
gesprek met Henriëtte Roland Holst ter Franse componist Olivier Messiaen. Het
gelegenheid van haar 79ste verjaardag Kerstspel „In die dagen" van Dorothy
(12.00) en voor wie op deze dag de Sayers, die vooral bekend werd door haar
humor niet schuwt het „Kaarsje, klokje, detective-verhalen, wordt om 20.45 via
Hoornconcert no. 2 in Es, Mozart; 11.50
Kinderkoor; 12.15 Amusements-orkest;
12.55 Zonnewijzer; 13.25 Kamermuziek;
13.55 Rotterdams Philharmonisch Orkest
onder Ed. Flipse; 15.10 Reger-Bruckner-
cyclus; 15.55 Voor de jeugd; 16.25 Vespers;
17.00 „Kerstfeest met het kind"; 18.00 Kerst
wijdingsdienst; 18.30 Kerstliederen; 18.45
Fantasie op twee Waalse Kerstliederen.
Jongen; 19.00 Kamerkoor; 19.45 Orgelmu
ziek; 20.05 Gewone man; 20.12 Koor; 20.20
Lichtbaken; 20.50 „L'enfance du Christ",
oratorium van Berlioz; 22.15 Kerstvertel
ling; 22.35 Kerstliederen; 22.45 Gebed; 23.15
Amusementsorkest.
Kerstnachtdienst uit Zwolle volgt.
Op de andere zender kan men na de
Zondag
Kerstklokken de Pontificale nachtmis uit old nejghbours (15.00, 342 m), die de hoor- de beroemde pianist Edwin Fischer te gast.
.Ia AK/lïi „ar, Haocunllf nftrpn - x
Zaterdag
de Abdij van Heeswijk horen.
Op de Eerste Kerstdag belooft het „com-
munity-singing" programma van
ders zal brengen naar Kerstvieringen in
alle delen van Europa en het Britse ge
menebest en besloten wordt met een toe-
tionale en internationale Kerstliederen k van de Engelse koning, en het Hilversum I. 301 M. 8, 13, 18, 20 en 23
,n camonntprkinü mPt (Ie OniTOe- .-/,/, ut:.n r iro t n -rr4
samenwerking met de omroe-
pen van België, Frankrijk, Engeland en
Scandinavië (Hilversum I 17.15) iets bij-
zonder te worden. In deze uitzending
wordt een speciale Kerstboodschap uit
gesproken door Trygve Lie, de secretaris
generaal der Verenigde Volken.
Liefhebbers van het oratorium zullen
„Mickey-Mouse"-programma (19.00, 1500 uur: Nieuws; 8.15 Kerstklokken; 8.17 Kerst
composities; 9.00 Kerstgedichten; 9.20 Bar
carole; 9.45 Geestelijk leven; 10.00 Kerst-
Op de Tweede Kerstdag kan men de verhaal: 10.30 Kerkdienst uit Den Haag,
prachtige „Ceremony of Carols" voor drie voorganger dr. A. Trouw; 11.45 Tussen
zangstemmen met harpbegeleiding beluis- Kerk en Wereld; 12.00 Kerstklokken: 12.01
teren (Hilversum I, 12.40) en om half drie Vraaggesprek met Henriëtte Roland Holst;
speelt op dezelfde zender het Radio-phil- la 'S Btafmuziekkorns Amsterdamse poli
met genoegen vernemen, dat de Mer te harmonisch orkest de tweede symphonie
lande veel te weinig gehoorde „Enfance van Sibelius, een werk, dat men maar zel-
in c. Beethoven; 14.50 „Bezinning"; 15.00
du Christ" van Berlioz Zondagavond om den op de Nederlandse concertprogram- Verzoekprogramma; 15.30 Kerstmis 1948:
20.50 door Hilversum II wordt uitgezon- ma's aantreft. Om 19.00 (nog steeds Hil- stemmen uit de P. v. d. A.: 16.00 Radio
den. Op dezelfde zender is er 's middags versum I) kan men een Nederlandse kerk- Philharmonisch Orkest onder A. v. Raalte,
een interessant symphonieconcert, tijdens dienst meemaken, zoals die in Canada Symphonie in d, Franck; 16.45 Corry Vonk,
de pauze waarvan een opvoering wordt wordt gehouden. T 3 T™™TaTr.
-I„ het avondprogramma durven „e zou- TBFSSfc
der enig zelfverwijt naar „Een slaperig krachten; 19.00 Jonge Flierefluiters; 19.30
half uurtje met Chiel de Boer tussen tien Kerstboodschap van de Vrijz. Christ, jeugd
het oudste litur
gegeven van „De Ster"
gische Kerstspel.
Ongetwijfeld zullen velen onder de be
koring komen van Shakespeare's Kerst- en half elf te verwijzen.
spel „Een winteravondsprookje", dat des
tot geestverwanten in het buitenland: 19.45
Op de hoek van de straal stond
een oude man
tMozart krijgt de volle maat met de eer- Regeringsuitzending; 20.06 Metropole
avonds om 20.35 over Hilversum I gaat. ste acte van „Cosi fan tutte" (Hilversum orkest; 20.35 Winteravondsprookje; 21.50
Dezelfde zender stuurt die dag nog een II. 14.15) en ..De bruiloft van Figaro" Promenade-orkest: 22.35Kadiosnel door
reeks programma's de lucht in. die de (compleet) via Parijs 121 20, 432 m) HUveraum II 415 24^.0 I8™5 in - 9 30
moeite van het thuisblijven waard zijn. Het orgel van Haarlems Oude Bavo 13 0Q 30 20 00.'23.00 uur: Nieuws- 7 30
Wij stippen aan: „Midden in de winter- zal eveneens de aether doen trillen. Kerstzangdienst: 8.30 Morgenwijding: 9.45
nacht", Kerstcompositie uit te voeren door Alphons Gaalman bespeelt het om 18.50 Kwartet in Bes, Haydn; 9.55 Hoogmis; 11.30
Hilversum I, 301 m. 8.00, 13.00, 17.50,
20.00, 23.00 uur: Nieuws; 8.16 Variaties op
een thema van Bridge, Britten; 8.40 Inter
mezzo; 9.15 Community-singing; 10.00
Kerstnacht 1945, A. Defresne; 10.30 Kerk
dienst; 11.45 Orgelvoordracht; 12.00 Strijk
orkest; 12.30 Zondagclub; 12.40 Ceremony
of Carols, Britten; 13.15 Kerstklokken; 13.30
„Even afrekenen"; 13.40 Licht orkest; 14.05
Boekbespreking; 14.30 Radio Philharmo
nisch Orkest; Ouverture In de Herfst,
Grieg;Symphonie no. 2 in D, Sibelius; 15.30
Film; 15.45 Verzoekprogramma; 16.30 Sport
17.00 Kinderkoor; 17.20 Ida Presti, guitaar;
17.30 Ome Keesje; 18.00 Strijdkrachten;
19.00 Contact met Canada; 20.05 Reportage;
20.15 Walsen; 20.45 Hersengymnastiek:
21.15 Oude filmmuziek; 22.00 Cabaret: 22.30
Elsa Cavelti, zang en Pierre Palla, piano;
23.15 Dansorkest; 23.45 Ivor Moreton en
Dave Kay, piano.
Hilversum II, 415, 245 en 1875 m. 8.
9.30, 13, 19.30 en 23 uur: Nieuws; 8.25 Hoog
mis; 10.00 Doopsgezinde Kerkdienst. 11.30
Kerstliederen; 12.15 Apologie; 12.40 Boe-
renkapel; 13.25 Lichte muziek; 13.50 Piano
recital door Hans Osieck: 14.15 Cosi fan
tuffe van Mozart; 15.50 Platen; 16.10 Sport;
16.25 Vespers: 17.00 Geref. Kerkdienst;
18.30 Bach-Cantate; 18.50 Orgel van de St.
Bavo te Haarlem; 19.45 Lichte muziek;
20.05 Gewone man; 20.12 Amusements-
orkest; 20.45 „In die dagen", Kerstspel;,
21.45 Verzoekconcert; 22.37 Actualiteiten en
Avondgebed; 23.15 Engelse Kerstmuziek. I
eeuwige Oostenrijkse „Stille Nacht", het
Duitse ..O Tannenbaum" het theatrale
Franse „Minuit Chrétiens" (door zijn com
ponist A. Ch. Adam „La Marseillaise reli-
gieuse" genoemd) ten gehore krijgt. Toch
is er een kentering ten goede merkbaar.
De nieuwste liedboeken voor het gezin en
voor de jeugdbeweging werken uitstekend
mee in die richting, zodat men kan hopen
dat een volgend geslacht van Nederlan
ders zijn eigen mooie Kerstlied zal kunnen
en hoog zal houden.
Wij hebben op het gebied van het Kerst
lied oude brieven en het is verblijdend
dat een lied als
Nu zijt wellekome,
dat, in lezingen uit de 16e en 17e eeuw tot
ons gekomen, de laatste jaren weer zeer
veel gezongen wordt; want dit is in zijn
oorspronkelijke vorm (uit de 11e eeuw)
ongetwijfeld het oudst nawijsbare in de
volkstaal. Trouwens het „Kyrie eleys"
(Heer, ontferm U), waarmede ieder cou
plet besluit, wijst op hoge ouderdom. Dit
stempelt het tot een zogenaamde „Leyse".
Deze soort geestelijke liederen ontstonden
uit een kerkelijk „Kyrie eleison", waarvan
de vele noten die op één lettergreep voor
kwamen toegepast werden op een tussen-
geschoven tekst. Zo ontstond bijvoorbeeld
de leyse:
Kyrie, God is ghecomen
in 't aertryc tonser vromen,
des sullen wi tallen tiden verbliden.
Eleyson.
Van dit merkwaardige begin naar liede
ren die doorspekt werden met Latijnse
teksten was maar een stap. Wij kennen er
verschillende. Onder de weinige van dit
soort die wij nog kunnen waarderen, be
horen het ook in Duitsland en in Engeland
bekende
In duld jubilo
Singt ende wettel vro.
Blijkbaar was zo'n lied een omwerking
uit een totaal Latijns gezang. Dit is ook
het geval met liederen die een refrein in
het Latijn hebben. Een fraai specimen van
dit soort bezitten wij in het 15e eeuwse.
"WWt, CVrn*rl!t5('V4/Cv»nttw^ai A«tn
En niet minder mooi is:
„Het was een maged uutverkoren.
Daar Jezus af woude zijn geboren".
Met als refrein bij ieder couplet:
„Dies ben ik vro
Benedicamus Domine".
Toen het Kerstlied zich eindelijk eman
cipeerde van de Latijnse cantiek en
hymne, kon de volksverbeelding er volop
haar eigen cachet aan geven. En dan wer
den het soms tafreeltjes, te vergelijken
met die onzer primitieve schilders, die zo
graag het bijbelse verhaal naar eigen, be
kende omgeving transponeerden.
Een kostelijk stukje van deze soort is
het vrij bekende:
Mtvua. dU-ZwAl iwwtt tbetfx.ULc*n ya>
ftt/utfWvvuiiwxWz vtot-nfc. SöntltiAjeUiieuJ/,
vn.it bwi. övrv Lm dlnu/c^Ct tb— ium..
De rederijkerij heeft de spontane arge
loosheid van het Kerstlied geen goed ge
daan en de mythologische mode van de
Bai-oktijd was een niet minder ernstige
bedreiging voor de geest van het geeste
lijke volkslied. Maar zij bracht het pasto
rale element, dat soms in een van vreemde
mythologie gezuiverde vorm, tot menig
juweeltje van vroom, stemmig en pictu
raal beeldend Kerstlied zou gedijen.
Laat ik slechts wijzen op de meest be
kende:
„Allerzoetste nacht
wanneer dat is geboren
„Laat ons gaan om te bezoeken"
„Komt, verwondert U hier mensen".
Deze liederen hebben prachtige, vloeien
de melodieën, waarin de Kerststemming
zich bijzonder mild openbaart. Verder is
er het schilderachtige en niet minder me-
lodieuse
„Herders, Hij is geboren''.
een lied dat ieder land ons kan benijden,
evenals het simpel eenvoudige en toch zo
warmhartige
Zilt e-e^w hot (riva*.
XveX tA/nA -luftciat fut wemt m kiitvtvu.lAuu/1
Na,, yv*. ■wtv, rwt\a,. na, tit* cit W Ctusx..
4,
De productie van Kerstliederen ging na
de 17e eeuw onverminderd door, doch
schaars, heel schaars werden meer en meer
de dichters en componisten die voldoende
uit hun eenzelvigheid konden treden om de
zuivere gemeenschapstoon te treffen. Maar
uit de rijke nalatenschap van onze voor
ouders is alles te putten wat wij wensen
kunnen. Wij konden hier slechts op een be
knopte keuze de aandacht vestigen. Kerst
mis is een vertrouwelijk intiem feest
Waarom zouden wii het dan ook niet op
de vertrouwelijkste wijze met liederen in
eigen taal en eigen atmosfeer, bezingen?
Temeer daar er overvloed is.
JOS. DE KLERK.