DSERaVlT Litteraire Kaottekeolegein B In de Haarlemse duinen ontsproot een nieuwe loot aan de boom der sporten Ons volk is weinig geschoold in buitenlandse politiek" FOUT Dr. W. Mengelberg krijgt jaarlijks f10.000 van de N.V. Het Concertgebouw ZATERDAG 5 FEBRUARI 1949 3 ERIC KNIGHT: „3oe en Hessie" (Vertaling: Mevr. A. Greshoff- Brunt). (N.V. Em. Querido's Uitg. Mij, A'dam). JIJ I-IET LEZEN van dit boek over de i trouwe vriendschap tussen mens en hond heb ik herhaaldelijk moeten denken aan de schoonste bladzijden die destijds R. N, Roland Holst in zijn „Overpeinzingen van een Bramenzoeker" heeft geschreven ter nagedachtenis van zijn grote honden vriend. „Wanneer ik denk aan al de warmte die hij mij heeft toegedragen, aan de bonte vreugde die hij mij heeft gebracht, a8n de rust met al haar schone openbaringen, waaruit zijn nabijheid de te grote eenzaam heid verdreef; wanneer ik aan dit alles te rugdenk, dan begrijp ik, dat toen hij zacht gebed lag op een korenwan, uitgestrekt als op een grote schelp, en de gloed van zijn leven vloeide van hem af, dat ik toen zéér goed wist, dat hij mijn meerdere was ge weest, mijn meerdere althans in altijd hel dere oprechtheid, mijn meerdere ook in sterke zelf beslotenheid." Zo'n meerdere was Lessie, de collie, in haar majesteitelijke waardigheid, haar on wrikbare trouw, haar liefde voor naar kleine baas Joe, een arme mijnwerkerszoon, een schooljongen nog die zijn hart aan Lessie had verpand. Mensenziel en honden- ziel, belichaamd in zo ongelijksoortige ge stalten, verweven zich tot een verbond van innige gehechtheid, in vreugde en in leed. Want leed vanwege trouw kennen de hon den zowel als de mensen en het menselijke is vaak hondser dan wat des honds 'is. Ver driet om het gescheiden-zijn kennen zowel Joe als Lessie; want Lessie kan niet blij ven in het door werkloosheid verarmende mijnwerkersgezin. Ze is een toonbeeld van haar hondensoort, deze Lessie, een vol maakte collie, een prinses van schoonheid en voornaamheid, van. wat R. N. Roland Holst „sterke zelfbeslotenheid" noemde. En daarom is ze kostbaar in klinkende munt. Groot is de zelfstrijd, alvorens Joe's ouders ertoe besluiten, haar te verkopen aan de zonderlinge maar menselijke Hertog van R/udling. Steeds weer zegt de drang van haar instinct of de liefde van haar honden- hart haar, dat ze terugmoet; en ze ontsnapt, twee-,-driemaal, tot de afstand tussen Les sie en Joe zo groot wordt, dat er van geen wederzien meer sprake schijnt te zijn: de Hertog heeft haar van Yorkshire doen bren gen naar zijn buitengoed in het hoge Noor den van Schotland en honderden mijlen scheiden Lessie van Joe. Ze kwijnt en ver langt, maar sterk blijft ze in haar trouw. En zo doet ze dan, wat bijna onmogelijk is: ze ontkomt en vlucht, Zuidwaarts, steeds Zuidwaarts, honderden mijlen. Ze leert de mensen kennen in hun domme wreed heid en hen vrezen; ze wordt gekweld door honger en dorst; ze moet vechten tegen haar mede-honden, strijdt in een maal stroom met de dood maar ze géat,' ge dreven door de herinnering aan daar, waar het goed is, daar waar haar hart. is. Gewond en gekneusd ligt ze in koortsen, uitgeput door ontbering. Een enkele maal is ze tijde lijk welgeborgen in de nabijheid van goed- hartigen. Maar dan gaat ze weer, opgejaagd als een zwerver, gevangen als een dolle hond, gestenigd en beschoten, overmeesterd door de sneeuwstorm. Er is voor haar één kwade kans: dat zij zal vergeten, waaróm ze gaat en zoveel ontbering doorstaat, en dat ze doelloos zal gaan dwalen als een verlorene. „Maar", schrijft Knight, „hoop mag dan al sterven in een menselijk wezen, in een dier sterft ze niet. Zolang als het leeft, blijft het hopen en vertrouwen." En zo is het met Lessie: ze vindt haar weg. terug, over bergpassen en langs stoffige landwegen,' over warrige heide en door be dreigende mensensteden. Van dit honden- en mensenleven vertelt Eric Knight in die grootst mogelijke een voud, die het kenmerk is van het waarach tige, het zuiver-menselijke. Hij vertelt er gevoelig van zonder sentimenteel te wor den (met uitzondering van het al te vol maakte „happy ending"), ernstig zonder zwaar-op-de-hand, geestig zonder grappig te zijn. Met een onfeilbare tastzin voor nuances en voor evenwichtigheid weeft hij beide dooreen: mensen- en hemden-gevoel, zonder de hond te vermenselijken. En zo doet hij ons door de hond de mens ver staan en omgekeerd. Het is soms, of Knight bij het schrijven de Buff on voor ogen stond, Voor kinderen die nog en wel een bladzijde, waarop de hond de mens tot voorbeeld wordt gesteld en waar deze zin te lezen staat: „Zonder door de ge dachte kennis te bezitten gelijk de mens, heeft de hond alle warmte van het gevoel. Meer dan de mens kent hij de trouw, de standvastigheid in genegenheid". Onder de vele hondenverhalen is er maar één dat mij met uitzondering van R. N. Roland Hoist's „Overpeinzingen van een Bramenzoeker" in gelijke mate getrof fen heeft als Knight's „Lessie en Joe": een. vertelling van Leonid Andrejew: „Koussa- kah", die Russisch-melancholisch wel droe vig eindigt, maar afgestemd is op dezelfde deernis en dezelfde liefde, die mens en hond verbindt. Eric Knight heeft zijn boek opgedragen aan een vriend, „een man, die honden be grijpt" en dus zeker R, N. Roland Holst verstaan zou hebben, waar hij, in Knight's geest, schrijft: „Gij roept om wonderen, zie hier één der vele kleine wonderen die u omgeven, en die gij te achteloos voorbij gaat. Want dit toch is een wonder, groter dan de ontmoeting van twee zielen die el- kaars noden en deugden na kunnen wegen tot diep in het eigen hart", het wonder van hechte vriendschap tussen mens en hond. Geeft, zou ik willen besluiten, dit zuivere en ontroerende boek waar ge kunt: geeft het uw kind of uw vader, het zal zijn werk doen, het werk van warme toewijding, van waardigheid en offervaardigheid en van beloonde trouw, deugden van het hart die onze tijd zozeer nodig heeft. C. J. E. DINAUX. Luchtbrug voor auto's van Londen naar Parijs In afwachting van de Kanaal-tuimel waarvoor de plannen nog altijd sluimeren in diverse Franse en Engelse parlemen taire dossiers zal op 4 April tussen Le Fouquet (Frankrijk) en Folkestone (En geland) een'brug worden ingewijd. Een brug, waarvoor geen kubieke meter beton of staal behoefde te worden aangevoerd om de simpele reden dat het enig materiaal er van uit Bristol-vliegtuigen bestaat. Na het geslaagde Berlijnse experiment zal er thans een tweede Europese luchtbrug wor den opgericht. Het initiatief werd genomen door een Engelse maatschappij Silver City Air ways die zich voorstelt haar Bristols vooral aan automobilisten ter beschikking te stellen. Dank zij de nieuwe brug zal een autorit van Parijs naar Londen niet meer tijd vereisen dan een willekeurige reis op het vasteland over een gelijke afstand. Nauwelijks 20 minuten na het ogenblik dat men in Frankrijk, achter het stuur zittend, is opgestegen, wordt men namelijk in Engeland weer op de vaste grond ge zet. De douaneformaliteiten zullen tot het hoog nodige beperkt worden zodat de maatschappij meent dat het mogelijk zal zijn de afstand tussen een Parijse ontbijt tafel en een Londense lunch in één mor gen per auto af te leggen. De eerste proeven voor de luchtbrug zijn vorige zomer genomen en ze bleken aan de hoogste verwachtingen te voldoen. Niettemin kan het eerste jaar nog maar een beperkt aantal vliegtuigen worden ingezet en zal de dienst slechts van April tot October worden onderhouden. Ge middeld worden per Bristol twee auto's vervoerd en de prijs per overtocht door de lucht zal die per veerboot nauwelijks overschrijden. Parijse „Ome Jan" heeft het druk (Van onze correspondent te Parijs) De Parijse bank van lening, die hier niet als „Ome Jan" maar als „Mijn Tante" een bepaalde populariteit geniet, heeft haar jaarstaat over 1948 bekend gemaakt. Uit de aard der artikelen, die „Mijn Tante" ter beschikking werden gesteld, blijkt dat zij haar clientèle thans in stijgende mate uit de eertijds „gezeten" klasse recruteert (een verschijnsel dat overigens na elke oorlog of revolutie waar valt te nemen). In de vorige eeuw beleenden gesjochten studenten en aan lager wal geraakte ar- tisten hun horloges, stoelen, tafels, bedden en matrassen (in 1890 bezat „Mijn Tante" 100.000 van die exemplaren). Thans ko men de klanten met familiesieraden en diamanten aandragen en het aantal ma trassen is bijvoorbeeld tot 200 geslonken. Over het jaar 1948 betaalde de bank 1 milliard 200 millioen francs aan belenin gen uit, welk bedrag door de stad Parijs werd voorgeschoten en over 1949 denkt men 3 milliard (oftewel drie millioen gul den) nodig te hebben om aan alle aan vragen te voldoen. Een flink deel van deze gelden wordt aan automobieleigenaren uitbetaald. Wan neer men een wagen bij de bank brengt toucheert men 25 pet, van de waarde als onderpand. De auto wordt dan netjes on derhouden en elk moment dat de eigenaar er over wil beschikken, kan hij, tegen te rugbetaling van het bedrag, zijn bezit weer komen ophalen. Aangezien garagekosten in Parijs hoog zijn opgelopen, maken vele automobilisten van de diensten van „Mijn Tante", vooral 's winters, gaarne gebruik. Op het ogenblik kost het daarom grote moeite een vrije plek in de garage van de bank van lening te vinden, hoewel deze op stalling van tweeduizend wagens is be rekend. MINISTER STIKKER: Niet het recht geeft in de eerste plaats de doorslag, maar hetgeen verschillende volken als hun belang beschouwen In de stille duingebieden tussen de Brou werskolk, de Zanderij vaart, de Blinkert en het Visserspad, doen al tientallen jaren vele groepen jongens hün indianen- spelen. Een dezer groepen kwam er al spelende toe om zich in lopen, springen en speerwerpen te gaan oefenen. Ge zoudt de lantraanplaatjes van Jan P. Strijbos, die een dier Winnetou's was, moeten zien om te begrijpen hoe romantisch deze pioniers der athletiek in de natuur speelden en oefenden. In dit groepje, dat later sterk onder de geestelijke invloed van de onver getelijke kunstenaar van Zuid-Schalkwijk: Co Donker, stond, werd ten slotte de grond slag gelegd voor de latere H.A.V. Haarlem, die tot aan zijn dood in Hil van der Mey een groot activator vond. Bekwame gym nastiekleraren als Van 't Lam, Admiraal, Verwers, Van der Putte, Korver en Rinkel hebben deze athletiek in de natuur als win- tertraining voor de wedstrijdathleten ge leid. Deels door het feit dat daar in die duinen de grondslag voor de twaalf Club-Kam pioenschappen van Nederland, die Haarlem won werd gelegd en niet minder dank zij een intensieve propaganda door sportpae- dagogische artikelen en sportrijmen in „De Athletiekwereld", het ICNAU-orgaan, door lezingen in het hele land en uitnodigingen om dit eens persoonlijk mee te maken is in de laatste tien jaren deze vorm van conditie-training door talloze atletiek verenigingen in vele plaatsen nagevolgd. De vreugde brengende, gezonde en de ge hele mens verfrissende oefeningen in het lopen, dribbelen, hellingen op- en afstor men, hoog-, vèr- en diep-springen; de sen saties van een snelle bosloop tussen bomen en struiken, de gymnastiek-oefeningen, de talloze vormen van hordenloop en werp spel maken deze wintertraining der athle- ten tot een aparte tak van sport, die tot een volwaardige vorm van lichamelijke oefe ning in de open lucht is uitgegroeid. Ruim een kwart-eeuw geleden is de H.A. V. Haarlem als eerste, atletiekvereniging in het land met indoor- en outdoortraining begonnen. Elke athletiek vereniging van enige betekenis in het land volgt thans haar voorbeeld na. De H.A.V. bood ook in de laatste jaren aan diverse nationale kampioenen op het gebied van andere sporten (o.a. boksen, kano-sport) de gelegenheid om hun con ditie door dit thans tot een kunstige metho diek ontwikkeld trainingssysteem te verbe teren. Jan Stender, de befaamde zwemcoach der Robben leerde bij de H.A.V. de koste lijke waarden van de bos- en duintraining kennen en past deze dankbaar en met suc ces voor zijn zwem-kampioenen toe. De navolging wordt steeds groter. Thans ziet'men in onze duinen dan ook naast een geweldige troep H.A.V.-ers, ook drommen athleten van „Gita", athleten van „Holland", wielrenners van „De Kam pioen" en zo nu en dan handbalsters van Concordia en andere sportlieden trainen. Ook de Olympische athleten van 1948 hebben in de duinen de grondslag voor hun conditie, gelegd. De sportechnische waarde ervan is dan ook groot. De coach kan hier de kunst van het trainen volledig beoefenen. De sportpaedagoog, de man dus die niet alleen naar kortstondige wedstrijd-toppres taties kijkt, vindt hier een niet minder ideaal werkterrein. Het „Zwarte Woud" met zijn harde en rulle paden, bochten en rechte stukken, steile hellingen, afgegraven duinen en on verwachte natuurlijke hindernissen is een Iedere Zondagmorgen komen leden van de H.A.V. Haarlemin de duinen van Overveen bijeen voor een gezonde training. lustoord voor de ontwikkeling van gezon de, robuste sportjongens en njgisjes. Daarbij komen als sportieve factor dan nog de weerstanden van ons ldimstat, de altijd andere weersgesteldheid, die tot strijd tegen wind en storm, sneeuw en regenvla gen, dwingen en bij zonnig, vrieshelder weer met gladde wegen en betonharde duinvlakten de spieren en gewrichten, het uithoudingsvermogen en de durf, de be hendigheid en vaardigheid extra, op de proef stellen. Het is daar altijd mooi tussen de dennen en de berken, in de bemoste duinvalleien en op de hoge toppen, die door de opko mende zon menigmaal sprookjesachtig ver licht worden. Opkomende zon? zult u vra gen. Zo is het van November tot Februari. Als duizenden jongeren nog te bed lig gen dan vullen de athleten hun longen reeds met de ozonrijke zuivere zeelucht en klinken hun kwinkslagen ergens in dat stille duingebied. Gekleed in het sobere trainingspak der athleten of de veelkleurige jumpers der dames en meisjes wordt door die sportjeugd volop genoten van de natuur en de moder ne wetenschap der lichamelijke opvoeding. Er wordt sport gepleegd'van de beste kwa liteit. Er wordt hier ook een kostelijk brok geestelijke, morele en lichamelijke hygiëne aan de jeugd geschonken. De duinen tussen Brouwerskolk en Blin kert hebben een nieuwe loot aan de rijke boom der sporten doen ontwikkelen. Nederland zal over tien jaar tienduizen den trainende jongens en meisjes in bos en hei, langs duin en strand zien oefenen en trainen in de natuur. Haarlem was daarvan dan de bakermat, JAN HUT. (Van onze parlementaire redacteur) Minister Stikker toonde, toen hij zijn op papier gestelde rede ter verdediging van zijn beleid voordroeg, dat hij een man is, die aan nuchtere redenering voorkeur geeft. Dit bleek vooral uit de nuttige lessen, welke hij via 's lands vergaderzaal aan het op het gebied van de buitenlandse politiek weinig geschoolde Nederlandse volk gaf. Terecht voerde hij als verklaring voor die ongeschooldheid aan, dat wij zo lang ge zworen hadden bij een politiek van „als wij maar met rust gelaten worden". Een beetje hooghartig haddon wij uit een zijloge onze blik geworpen op de arena van de inter nationale staatkunde. Nu zagen wij er on-s zelf plotseling middenin geplaatst. Wij dienden wat meer begrip te hebben voor het feit, dat helaas in deze wereld nog lang niet alleen of in de eerste plaats het recht, gelijk het zijn moet, de boven toon heeft, maar dat dikwerf veel meer datgene, wat verschillende volken voor hun belangen aanzien, de doorslag geeft. Natuurlijk betekent dit niet, aldus de minister, dat wij, wanneer de Veiligheids raad zijn bevoegdheid verre te buiten gaat, daarvoor zouden moeten buigen. Maar wij hebben er ons wel rekenschap van te geven, hoe bijvoorbeeld landen, welke van mening zijn, dat alles moet worden gedaan om botsingen tussen het Westen en het Oosten te voorkomen, niets willen weten van handelingen, welke die botsingen eventueel zouden kunnen bevorderen, evenmin als volkeren, die boven alles ver weer tegen communistische gevaren op de voorgrond plaatsen, gaarne iets zien ge beuren wat een daarop gericht beleid zou kunnen doorkruisen. In elk geval achtte de bewindsman het volkomen verkeerd voor een land als het onze om nu maar zijn toe vlucht tot een isolementspolitiek te nemen en de Verenigde Volken gegriefd en mok kend te verlaten, want dat gedoogt ons be lang niet. Omtrent de te vormen Europese raad gevende vergadering zeide hij, dat nog niet beslóten is, hoe zij precies zal moeten wor den samengesteld en evenmin hoe het daar met stemmen zal moeten gaan, maar wel dat men in Londen reeds heeft uitgemaakt, dat de Raad van Europese Ministers zich eventueel door een veto zal kunnen ver zetten tegen het door diq vergadering aan snijden van kwesties, welke die ministers daar niet behandeld wensen te zien en dat bij voorbaat reeds defensievraagstukken taboe voor bespreking in dat lichaam zullen zijn. Bij de replieken diende mr. Van der Goes van Naters (Arbeid) een motie in ten einde de Kamer zich te doen uitspreken voor de nodige volksinvloed in het Europees parle ment. Minister Stikker, die veel bleek te voelen voor een spoedige totstandkoming van een Atlantische Unie, stipte nog aan, waarom men zijns inziens de West-Europese Unie niet als bedenkelijke blokvorming kan be schouwen. Schaatsen rijden Loting voor het Europese kampioenschap Donderdag en Vrijdag hebben de vier vertegenwoordigers van Nederland bij de Europese kampioenschappen zoveel moge lijk rust gehouden. Op beide dagen hebben zij een zeer korte periode op het ijs gestaan teneinde de spieren los te houden, maar van training en het op tijd rijden van ronden was geen sprake meer. De lichamelijke conditie van Broekman, Van der Voort, Huiskens en Langedijk is voortreffelijk. Broekman heeft weinig of geen hinder meer van zijn valpartij op Woensdagmor gen. Ook de dijbeenblessure van Langedijk is geheel genezen, al moet op de lange af standen nog blijken of hij er geen hinder van zal ondervinden. Vrijdagavond laat is in het restaurant van de IJsclub Davos de loting gehouden van de 500 m en de 5000 m, welke respec tievelijk Zaterdagmorgen en -middag wor den gereden. Een'en dertig rijders nemen deel van negen verschillende landen. De coach van de Nederlandse Ploeg, dr. ir. A. F. van der Scheer, lootte voor onze land genoten en over het algemeen mocht deze loting niet ongunstig worden genoemd. Het resultaat voor de Nederlanders was. 500 meter elfde rit: Langedijk tegen Werth (Oostenrijk): vijftiende rit: Merenyi (Hon garije) tegen Huiskes; zeven en twintigste rit: Broekman tegen Marshall (Groot Brit- tannië)een en dertigste rit: Van der Voort rijdt alleen. 5000 meter elfde rit: Pajor (Hongarije) tegen Huiskes; dertiende rit: Strepel (Oos tenrijk) tegen Van der Voort; zeventiende rit: Catterio (Italië) tegen Langedijk: vijf en twintigste rit: Janemar (Zweden) tegen Broekman. Natuurlijk gruwt de bewindsman van godsdienstvervolgingen, hetgeen niet weg nam, dat hij niet veel scheen te zien in een motie als de heer Serrarens had voorgesteld en dat hij prof. Gerbrandy er op moest wijzen, dat wanneer men wegens dergelijke aangelegenheden actief zou willen ingrij pen, men licht de souvereiniteit van een land zou gaan aantasten, iets waarvan juist de Anti-Revolutionnaire afgevaardigde in ander opzicht bleek te gruwen. Vérmeid zij nog, dat de minister van Bui tenlandse Zaken met warmte hulde bracht aan de ijver en toewijding van zijn staf, die oyer het algemeen veel te karig bezoldigd wordt, zodat hij daarin gaarne nog verdere verbeteringen wil aanbrengen, al heeft hij natuurlijk de beperkte mogelijkheden met uit het oog te verliezen. Prettig deed ook zijn verklaring, dat hij al het zijne wil doen om het contact met de Kamer en de betref fende commissie over het buitenlands be leid te bevorderen. Dinsdag zal minister Stikker nog dupliceren. Zonder hoofdelijke stemming ging een wijzigingswet je van de regeling afwikke- ling^B zuivering er door evenals het wets- onty^p, dat de mogelijkheid opent om in gemeenten boven de 20.000 kiezers een andere verdeling der kieskringen te maken. Voetbal K. van der Meer zal Engeland Schotland niet leiden De Schotse Voetbalbond heeft het voor stel van de Engelse bond, om de Nederlan der K. L. van der Meer als scheidsrechter aan te wijzen voor de wedstrijd Engeland- Schotland in het Wembley Stadion, ver worpen. De Schotten stellen voor de Ierse bond of de bond van Wales te verzoeken een scheidsrechter aan te wijzen. Programma voor Zondag blijft gehandhaafd Het hoofdconsulaat van de KNVB deelt het volgende mede: Gezien het buitenge woon fraaie weer en de gunstige tempera tuur overdag, zal het programma van de KNVB van Zondag in zijn geheel worden gehandhaafd. In eerste instantie worden de speelvelden door de consuls gekeurd, ter wijl de uiteindelijke beslissing bij de be treffende scheidsrechters ligt. Alle, door de KNVB voor Za t e r d a g vastgestelde wedstrijden zullen daaren tegen géén doorgang vinden. De afdelingJiaarlem van de KNVB heeft hetzelfde besluit genomen. Vanmiddag gaan de wedstrijden niet door en de be slissing voor Zondag wordt overgelaten aan de consuls en scheidsrechters. Wedstrijden voor Zondag Daar het niet zeker is, dal het volledige programma afgewerkt wordt, zullen wij geen voetbaloverzicht geven, doch her inneren aan enkele belangrijke wedstrijden in Haarlem. EDO ontvangt in het Noorder Sportpark de kampioensploeg VSV. TYBB kan kampioen worden, als op eigen terrein minstens één punt veroverd wordt tegen RKVVA en in Heemstede zal een felle strijd gevoerd worden tussen HBC en Hillinen in de derde klas A van district 2. Beide -elftallen komen nog in aanmer king voor degradatiewedstrijden. Korfbal Zondag geen korfbal en hockey De besturen van de Koninklijke Neder landse Korfbalbond, van de Haarlemse Korfbalbond en van de Koninklijke Neder landse Hockeybond hebben de voor Zaterdag en Zondag vastgestelde wedstrij den afgelast. Voor de korf bal wedstrijden in Overijssel is echter een uitzondering ge maakt. OVER MUZIEK Dezer dagen las ik in een weekblad het volgende bericht. „De Weensche componist Heinrich Tschuppik heeft het manuscript van een „Preludium voor Orkest" gevonden dat waarschijnlijk van Bruckner is. De parti tuur is ter wetenschappelijke bestudering voorgelegd aan prof. Leopold Nowack; mocht deze het werk voor authentiek ver klaren dan zal de Weense Philharmonie weldra de wereldpremière geven". Dit bericht moet natuurlijk voorstellen de mededeling te zijn van een zeer ernstige aangelegenheid, waarbij een paar eveneens ernstige mannen uiterst fatsoenlijk en ge wetens-nauw een stuk nalatenschap van een groot man onder 't oog neemt. Maar ik kan 't zo mooi niet vinden; ik vind het belachelijk. Een zeker componist ontdekt ergens een manuscript, blijkbaar de parti tuur van een ouverture voor orkest. Nu zou men verwachten dat de man. na aan dachtige lezing van het werk, eens ging praten met een dirigent. Ik stel mij voor dat de dirigent het stuk mooi vindt en daarom besluit het uit te voeren. Het is ook mogelijk dat de dirigent de ouverture niet van betekenis acht en dus niet denkt over studie en uitvoering. Nemen wij aan dat de ontdekker zelf het werk zeer mooi vindt, dan zal hij bij andere dirigenten aankloppen, want als hij werkelijk enthou siast is over de muziek, zal hij niet rusten eer het stuk klinkend tot zijn recht komt. Ik lees niet in het bericht, dat zich een dergelijk proces heeft afgespeeld. De kwes tie was blijkbaar alleen, of het stuk door Bruckner was gecomponeerd. Als dit zo is zal het worden uitgevoerd, en wel zo gauw mogelijk; en als 't niet zo is.wordt het dan niet uitgevoerd? Gesteld dat het een jeugdwerk van de grote symphonicus is, dat het weinig te betekenen heeft, is het dan de moeite waard om uit te voeren? En als 't een mooi werk is, gecomponeerd door Piet Jansen, wordt het dan niet uit- geyóörd? Wat is dit voor een ontdekker, deze heer Tschuppik, die zich wel bekom mert om de naam, maar niet om de schoon heid? Kunnen de Weense dirigenten en de componist Tschuppik niet met elkaar uit maken, of - een stuk de moeite waard is om te studeren en uit te voeren? Blijkbaar bestaat deze kwestie niet voor hen; zij willen alleen maar weten of het werk van Bruckner is, dan zijn zij gedekt! Mooi of niet mooi, daar hebben zij niet mee te maken. Wat doet deze ontdekker, die nota bene zelf componist is? Hij laat het manuscript voorleggen aan professor Leopold Nowack en die moet nu, geleerd en wel, uitmaken of het al of niet van Bruckner is. Het wordt zoals 't heet, „wetenschappelijk bestu deerd". Deze enorme bezigheid zal zich uitstrekken over vergelijkende studies, bïo- graphische onderzoekingen, misschien wel autogvaphische en inkt-analyses. Enfin, het zal zeer gewichtig zijn. En stelt u zich nu voor dat Bruckner uitgeschakeld wordt en dat het werk door Piet Jansen (weet ik veel) blijkt geschreven te zijn! Weg alle betekenis: al zou 't nog zo de moeite waard zijn, het zou alleen uitgevoerd worden als 't van Bruckner was, mooi of niet mooi. Het is belachelijk, maar het is ook treu rig. Men moet zich verwonderen over een componist-ontdekker, die op een dergelijke wijze te werk gaat en over een professor, die geen onderscheid weet te maken. Want deze geleerde moet wel bereid zijn om te onderzoeken of hij de componist kan ont dekken, maar de hoofdzaak. de bepaling der werkelijke muzikale waarde moet hij aan de musici overlaten. De voornaam ste vraag is: hoe is de muziek; een andere vraag is wie is de maker Is Piet Jansen de componist van een mooi stuk, dan: hulde aan Piet Jansen wegens zijn werk. Is de muziek mooi en blijkt 't stuk van Bruckner te zijn, dan zal het bijdragen tot de oude roem van de symphonicus. De composities danken hun roem niet aan de componisten, maar de componisten danken hun roem aan de composities. De uitvoerende musici strijden voor de muzi kale schoonheid en zij verdienen daarvoor gehuldigd te worden. En als zij zich bij geval vergissen is het niet aan prof. Leopold Nowack om dit uit te maken. Het is zeer goed mogelijk dat wij nooit meer iets horen over bovengenoemd ma nuscript. Dan was 't dus niet van Bruckner. Maar als 't nu eens een heel mooi stuk was? HENDRIK ANDRIESSEN. Amsterdamse raad verlaagt het subsidie met dit bedrag Jorwerd wenst geen toren a la Pisa. Provinciale Staten van Friesland hebben een groot bedrag beschikbaar gesteld voor de restauratie van kerk en toren-der Ned. Herv. Gemeente te Jorwerd in Friesland. Deze toren is volgens deskundigen de fraaiste dorpsioren in Romaanse stijl Bij de behandeling van de begroting voor 1949 in de gemeenteraad van Amster dam is bezwaar gemaakt tegen het subsidie aan de N.V. Het Concertgebouw, omdat gebleken is dat dr. W. Mengelberg jaar lijks een bedrag van 10.000 van deze in stelling ontvangt. Mevrouw Heyermans (Onafhankelijk) diende een motie in, beogende de raad te do.en uitspreken, dat het subsidie aan het Concertgebouw gegeven wordt „om het muziekleven te stimuleren en niet om mede onderstand te verlenen aan een collabora teur". In de motie worden B. en W. uitgenodigd de waarborgen te verkrijgen, dat het ge meentesubsidie alleen gebruikt zal worden voor het doel, waarvoor het bestemd is. De wethouder van Onderwijs, mr. A. de Roos, verklaarde dat B. en W. direct, na de bevrijding op instigatie van Militair Gezag aan het bestuur van het Concertgebouw Stanley moet Engeland uit Een ambtenaar van de Poolse ambassade te Londen heeft gisteren medegedeeld, dat een ambtenaar van het Britse ministerie van Binnenlandse Zaken Donderdag j.l. een bezoek heeft gebracht aan het Poolse con sulaat, teneinde de consulaire autoriteiten mede te delen, dat de Britse minister van Binnenlandse Zaken, James Chuter Ede, heeft besloten dat Sydney Stanley.de hoofd getuige in het onderzoek, dat kortgeleden werd ingesteld n,aar beweerde corruptie in regeringskringen, Engeland moet verlaten. Volgens de ambtenaar van de Poolse am bassade deelde de vertegenwoordiger van hebben medegedeeld, dat aan dr. W. Mengelberg geen salaris mocht worden uitbetaald, opdat niet ten onrechte ver mogensbestanddelen van het Concertge bouw aan die van dr. Mengelberg zouden worden toegevoegd. Gebleken is nadien, dat het bestuur van het Concertgebouw zich tegenover dr. W. Mengelberg con tractueel verbonden had tot uitbetaling van dit „pensioen" als hij niet als dirigent zou optreden. Juridisch is de plicht tot uitbe- ling vastgesteld. Vandaar dat deze post op de begroting in de rekening van het Con certgebouw voorkomt. B. en W. noch de raad hebben de bevoegdheid die post te schrappen. In een geheime zitting welke bijna an derhalf uur duurde, beraadslaagde de raad over de motie van mevrouw Heyermans. Na heropening van de vergadering deelde de voorzitter mede, dat de heer Le Cavelier (V.V.D.) de volgende motie had ingediend: „De raad. bekend met het feit, dat een commissie in ingesteld om het al gemeen beleid van de N V. het Con certgebouw te onderzoeken, overwe gende, dat dit rapport nog niet is uit gebracht en een kennisneming hiervan eerst het gewenste inzicht in de zaken van de N.V. Het Concertgebouw kan verschaffen, ontstemd over het feit, te zijner kennis gekomen, dat aan dr. Willem Mengelberg een uitkering van 10.000 per jaar wordt gedaan, be sluit niet over te gaan het definitieve subsidie voor het seizoen 1948-1949 vast te stellen, doch teneinde de uit betaling van lonen niet in gevaar te brengen zolang dit rapport nog niet door de raad zal zijn behandeld, een voorschot op het voorgestelde subsidie te verstrekken, verminderd met 10.000". Van elk der fracties verklaarde het Britse ministerie van Binnenlandse j woordvoerder deze motie te ondersteunen Zaken de Poolse consulaire autoriteiten j Nadat mevrouw Heyermans haar motie i -. - ^ede, dat Stanley m 1899 te Oswiecim, in i had ingetrokken, nam de raad zonder Friesland. In de loop der aren is de toren verzakt en naar het Westen gaan overhellen. Opper-Silezie, is geboren en dat hij in 1913 j hoofdelijke stemming de motie-Le Cavelier Als. gevolg hiervan zipi de torenmuren gescheurd. jnaar Engeland is gekomen. aan.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1949 | | pagina 5