Haarlems Dagblad Herstel der regering te Djokja en beleggen van vóór-conferentie Deskundigen zijn het eens over kleine grenscorrecties Ter vergelijking Sultan Hamid geeft de feiten over geheime B.F.O.-resolutie 63e Jaargang No. 1920Ï Bureaux: Grote Houtstr. 93, Tel. Adv. en Admin. 10724, 14825. Redactie 10600. Direct.-Hoofdrede 15054. Bijkantoor H.N., Soendaplein 37, Tel. 12230. Drukkerij Z.B. Spaarne 12, TeL 12713, 10132. Donderdag 24 Maart 1949 Verschijnt dagelijks behalve Zon- en Feestdagen. Abonnementsprijs per week 33 cent, per kwartaal 4,25. Franco per post 4,75. Postgiro 273107. Advert.tarieven op aanvraag bij de Administratie. Directeur-Hoofdredacteur: Robert Peereboom en <0pE£Ttitc 'trjaarlcmaetjc Courant (inno i6?6) Uitgave van de Stichting Voorlichting te Haarlem IN HET ONDERMAANSE is elke vol maaktheid een negatief begrip en de volmaaktste staatsinrichting is slechts deze, die de minste gebreken heeft. Zo heeft een geleerde, die Weber heette deze gedachte uitgedrukt in een werk dat hij Demokritos noemde. Het is een een voudige waarheid, maar ook nu ziet ge mensen, tot wie zij niet is doorgedrongen. Voor de oorlog hebben wij dat op zo grote schaal moeten ervaren in de eerste plaats bij het volk waartoe vroeger deze Weber had behoord dat het tot de oorlog leidde. Die heeft wel een aantal aanhangers van nationaal-socialisme en fascisme tot beter inzicht gebracht, maar anderen niet. In verschillende vormen doet de dictatuur zich nog steeds gelden en blijft aanhang vinden ook in landen, waar geestesvrijheid door het bewind wordt gewaarborgd. Het is altijd moeilijk geweest, eenvoudige gedachten ingang te doen vinden en dat des te meer, als zij kennelijk waarheid be vatten. Wat is indertijd de grote kans van het nationaal-socialisme en het fascisme geweest? De onwetendheid van zoveel men sen, die zich nooit werkelijk geïnteresseerd hadden voor zaken van staatkunde en politiek. Zij zagen dat de parlementaire democratie gebreken had. Welke dat waren begrepen zij weliswaar niet goed, zodat de meesten zich bepaalden tot onbeholpen cri- tiek op uiterlijke verschijnselen. Maar zij waren ontevreden. Toen legde men hen een program voor dat die gebreken scheen te ondervangen, dat onbewezen beweringen uitte die hun schoon in de oren klonken en dat zijn eigen feilen zorgvuldig verborg. Het is nooit moeilijk een program op .te stellen voor mensen die geen ervaring en geen kennis van zaken hebben. Bekend is het geval van de man, die niet ontevreden was, die vóór een verkiezing een half dozijn partijprogramma's doorlas en tot de vrien delijke slotsom kwam, dat ze hem alle aan vaardbaar leken. Hij vroeg zich alleen af op welke manier ze eigenlijk verwezenlijkt moesten worden. Met deze vraag betrad hij de weg die naar het inzicht leidt. Als het omverwerping van de bestaande staatsvorm geldt en geestesvrijheid en onpartijdige rechtspraak in het geding komen, dient men zich op deze grote levenswaarden te bezin nen. En bij al zijn critïek op hetgeen men in het eigen land ondervindt, dient men zich af te vragen: heeft dat andere stelsel dgtar in de verte in zijn werkelijkheid, in zijn toepassing dus, niet veel groter gebre ken? De volmaakte staatsvorm bestaat niet en kan niet bestaan, heeft de wijsgeer Bol land gezegd en dat is in wezen hetzelfde, wat Weber in zijn „Demokritos" in meer woorden heeft betoogd. Wie cle parlemen taire democratie aanhangt moet dat niet doen in de gedachte dat zij volmaakt zou zijn of dat zelfs ooit kan worden, al is hij overtuigd van de kans op verbetering. Hij moet haar trouw blijven omdat hij beseft, dat de dictatuur veel groter en ingrijpender gebreken heeft en de grondslagen van zijn bestaan zou aantasten. Zelfs een onderwor pen natuur, een gedwee mens, die bereid is zich in iedere vorm van overheersing te schikken, moet begrijpen dat er onder de genen, die hem het naast zijn, voorkomen wier verzei en dus: wier ondergang dat zou betekenen. Ge kunt u erover verwonderd hebben 'dat voor en tijdens de oorlog onder de Nazi's in binnen- en buitenland mensen voorkwamen, wier studie en ontwikkeling hen tegen zulk wanbegrip hadden moeten behoeden. Maar studie waarborgt in onze eeuw van sterk-doorgevoerde specialisatie geen algemene ontwikkeling. De meesten wisten van de zaken van fetaat en politiek weinig of niets. Zij mochten op het terrein van hun eigen beroep redelijk goede of zelfs bepaald bekwame krachten zijn ook dat laatste is voorgekomen, al bestond de meerderheid niet uit geslaagde mensen maar zij waren, zoals het in een rechts zitting wel eens is uitgedrukt: kinderen in de politiek. Ook kenden zij de talloze waar schuwingen der Historie niet; zij hadden daar nooit op doorgedacht sinds zij hun geschiedenis-lesjes op school uit het hoofd hadden geleerd. Er waren vóór de oorlog vakarbeiders, die door eigen belangstelling en onderzoek meer van de zaken van staat en de politiek begrepen dan sommige men sen met academische titels. Die vergelijking gaat ook nu in een aantal gevallen op, al is het in vele andersom. De aard van de studie heeft er natuurlijk haar in vloed op. Maar het valt niet te ontkennen dat in verscheidene beroepen specialisatie grote nadelen heeft opgeleverd voor de algeméne ontwikkeling van een aantal men sen, die wegens hun gaven de samenleving in meer opzichten zouden moeten steünen dan alleen op het eigen vakgebied. Daar ligt dus een tekort in en ook een gevaar, dat verergerd wordt doordat menig een voudig mens de eenzijdig-bekwame man, vanwege zijn reputatie in zi;n vak, gelooft als hij gaat redeneren over dingen, waar van hij weinig of niets begrijpt. Veelal misleidt hij daarbij ook zichzelf. Zo is het met menigeen gegaan die nu als ex-politiek delinquent moet pogen, zijn leven weer op te bouwen. En met anderen, die nog ge vangen zitten. Het is een kenmerkend verschijnsel van de ontwikkeling des tijds, waarin de kleine staat om zich te kunnen handhaven nog zoekt naar aansluiting bij andere staten in een groter, federaal geheel, dat niettemin zijn binnenlands zelfbestuur en zijn vrij heden zal waarborgen, dat sommigen zich aan een grote mogendheid hebben verslin gerd. Ik kan het niet anders noemen. Zij laten hun eigen kleine club, die het tijde lijk moeilijk heeft, in de steek en lopen als supporters over naar eèn grote, die sterk is en zelfs beweert, dat zij het wereldkam pioenschap zal winnen. Maar zij zullen daar niet in tel zijn, want die grote club zal hen alleen maar laten betalen. Betalen met. hun persoon. Afgezien van alle ideologieën, die Weinigen werkelijk bestudeerd hebben, doet zich dit verschijnsel gelden Het tekent een meer voorkomende menselijkq zwakheid. Als federale Unie in West-Europa bereikt wordt zal men dan ook menigeen zien te rugkeren op zijn weg. Want dan zal hij ook in zijn oude omgeving tot een groot en sterk geheel kunnen behoren. R. P. DUITSE KRIJGSGEVANGENEN Vijfduizend Duitse krijgsgevangenen zijn in de afgelopen drie dagen uit de Sovjet- Unie ïn de Oostelijke zóne van Duitsland aangekomen, aldus meldt het Oostduïtse persbureau, A.D.N. Volgens dit persbureau zal de repatri ëring „in de naaste toekomst in versneld tempo geschieden". NIEUWE CANADESE RESOLUTIE AANGENOMEN Onderzoek naar de toestand in Djokja opgedragen aan de UNO-commissie Lake Success, 24 Maart (Reuter en Uni ted Press). De Veiligheidsraad heeft heden na korte debatten een nieuwe reso lutie aanvaard met acht stemmen voor en drie onthouding. De resolutie werd inge diend door de Canadese afgevaardigde en vormt een combinatie van een deel der Januari-resolutie en de vorige Canadese resolutie, zodat zij eist: Herstel van de regering in Djokja en het houden van een voorbereidende conferentie tot vaststelling van tijdstip en voorwaarden der voorge stelde Ronde-Tafelconferentie in Den Haag. Deze voorbereidende conferentie zal wor den gehouden onder auspiciën van de UNO-commissie voor Indonesië. Frankrijk, Rusland en de Oekraine onthielden zich van stemming, de andere acht leden stem den voor. Tevens besloot de Veiligheids raad de UNO-commissie te belasten met een onderzoek naar de waarheid der be schuldigingen, die Palar in de vorige ver gadering uitte, en volgens welke de stad Djokja systematisch door de Nederlanders wordt uitgeplunderd. Dr. Van Royen had tevoren dit onderzoek verzocht. De tekst van het Canadese voorstel, dat werd ingediend, luidt als volgt: „Het is de bedoeling van de Veiligheids raad, dat de UNO-commissie in overeen stemming met de resolutie van de raad van 28 Januari en zonder te prejudiciëren op de rechten, aanspraken en standpunten van de partijen, behulpzaam zal moeten zijn bij het bereiken van overeenstemming tussen partijen inzake: 1. Uitvoering van de paragrafen een en twee van de resolutie in het bijzonder van de practische maatregelen hierin voorge schreven. 2. Vaststelling van de voorwaarden waaronder en het tijdstip waarop de voor gestelde conferentie in Den Haag zal wor den gehouden, zodat de onderhandelingen, waarover in de resolutie wordt gesproken, zo spoedig mogelijk gehouden zullen wor den. De raad is voorts van gevoelen, dat wanneer een dergelijke overeenstemming is bereikt het houden van een zodanige conferentie en deelneming hieraan door de UNO-commissie overeenkomstig de haar verleende bevoegdheden in overeen stemming zal zijn met de bedoelingen en objecten van de resolutie van 28 Januari. (De hierboven genoemde paragrafen een en twee van de Januari-resolutie behelsden een beroep op beide partijen tot het staken van de vijandelijkheden en medewerking tot oplossing van het conflict en de eis aan Nederland tot herstel van de republikeinse regering te Djokja). Nadat de Canadese afgevaardigde Mac- Naughton zijn resolutie had ingediend, kreeg de Nederlandse vertegenwoordiger dr., Van Royen het woord. Hij verklaarde niet te zullen reageren op het nieuwe Ca nadese voorstel en zeide spijt te gevoelen over het feit dat in de laatste zittingen van de raad een aantal sprekers het uiterste heeft gedaan om de atmosfeer te vertroe belen door het eindeloos herhalen van be schuldigingen. Iedere onpartijdige waar nemer zou zich hierbij hebben moeten af vragen: Wat is toch het doel van dergelijke debatten? Is het te verwonderen, dat zoals verschillende sprekers hebben geconsta teerd, het prestige van de raad snel daalt? De debatten over Indonesië samenvattend noemde dr. Van Royen als de zes voor naamste feiten: 1. Nederland heeft de raad medege deeld, dat het de resolutie zou uitvoeren voor zover dit overeen te brengen was met zijn verantwoordelijkheid. Nederland gai aan de republikeinse leiders vrijheid van beweging in geheel Indonesië met uitzon dering van Djokjakarta; 2. De republiek bleef in gebreke het staken van het vuren voor haar guerilla- troepen af te kondigen en de noodregering op Sumatra verwierp in feite de gehele resolutie. Geen woord van kritiek is geuit op deze nalatigheid van de republiek: 3. Nederland deed het voorstel tot het houden Van een Ronde-Tafelconferentie waarover weinig is gesproken en dan nog uitsluitend in critische Zin; 4. Canada stelde voor een preliminaire conferentie te houden. Dit voorstel werd door China ondersteund en door Nederland aanvaard; 5. De republiek heeft aanvankelijk dit voorstel verworpen; 6. Daarna aanvaardde de republiek de preliminaire conferentie onder de nieuwe voorwaarden dat het binnen veertien dager, zou leiden tot herstel van de republikeinse regering in Djokja. Dr. Van Royen weerlegde hierna enige verkeerde voorstellingen van zaken, gedaan door de vertegenwoordigers van India en Egypte naar aanleiding van zijn woorden. Dr. Van Royen richtte zich daarna tegen de bewering van Palar dat de Nederlan ders thans doende zouden zijn Djokja te verwoesten. Hij noemde dit „complete onzin" en zeide, dat het ook hem nuttig leek dat de UNO-commissie deze beschul diging zou verifiëren, vooral nu de com missie toevallig een bezoek bracht aan Djokja juist op de dag dat de beschuldiging werd geuit. Dr. Van Royen had niets meei toe te voegen aan zijn vorige verklaring met betrekking tot Palars uitleggingen van het nieuwe hoofdstuk van de Nederlandse grondwet. De vertegenwoordiger van India had aa dr. Van Royen gevraagd om een ondubbel zinnig antwoord op de vraag of Nederland een preliminaire conferentie aanvaardt. Di Van Royen verklaarde zich bereid dit ar.i woord te geven: Nederland en de republiek zullen onder auspiciën van de UNO-com missie bespreken of er wegen en middele gevonden kunnen worden om te bereiken. 1. Het staken van alle militaire opera ties en guerillagevechten; 2. Tegemoetkoming aan de bezwaren welke voor de republikeinse leiders bestaan tegen het deelnemen aan een Ronde-Tafel conferentie. En wel op deze wijze, dat het herstel van de vrede en de handhaving van rust en órde, waarover in de resolutie van 8 Januari wordt gesproken, niet in gevaar zullen worden gebracht. Dr. Van Royen besloot met de hoop uit te spreken dat de republikeinse leiders op een zodanige conferentie bewijzen zouden geven van dezelfde verzoenende geest als waarvan de Nederlanders bereid zijn blijk te geven. Heden buitengewone ministerraad (Van onze parlementaire redacteur) Naar mij ter ore komt vindt er heden een buitengewone ministerraad plaats naar aanleiding van de door de Veiligheidsraad aangenomen Canadese resolutie inzake het Indonesische vraagstuk. Heb ik het wel, dan zit men in kabinets kringen nog al in zijn maag met de in deze resolutie voorkomende twee eisen met be trekking tot ten eerste, terugkeer van de Republikeinse leiders naar Djokja, en ten tweede, erkenning van de positie van de UNO-commissie voor Indonesië. Het schijnt dat voorshands het kabinet er wel erg tegen op ziet hieraan toe te geven. Ik wijs er nog op dat de minister van Buitenlandse Zaken zich reeds in Engeland bevindt om daar scheep te gaan naar Amerika voor de ondertekening van het Atlantisch pact, zodat hij deze vergadering van de raad van ministers niet kan bij wonen. Intussen zouden er ook bij hem op het ogenblik vrij ernstige bezwaren bestaan om aan de zo-even weergegeven verlangens te voldoen. Uit het door dr. Van Royen, onze woord voerder in de Veiligheidsraad, gesprokene blijkt duidelijk dat deze, die onder de ge geven omstandigheden nu eenmaal niet anders kon handelen, en zonder instructie moest antwoorden op de hem door de ver tegenwoordiger van India gestelde vraag, of Nederland bereid is een preliminaire conferentie te aanvaarden, eniger mate een slag om de arm neemt. Met name denk ik aan zijn verklaring dat Nederland en de republiek onder de auspiciën van de Com missie voor de UNO zullen bespreken of er wegen en middelen zijn te vinden om te bereiken: tegemoetkoming aan de bezwaren welke voor de republikeinse leiders bestaan tegen deelneming aan een Ronde-Tafel conferentie, en wel op dusdanige wijze dat het herstel van de vrede en handhaving van de rust en orde, waarover de resolutie van 28 Januari spreekt, niet in gevaar zullen worden gebracht. Een bizonder importartikel uit Duitsland is het puin uit de ruïnes van Keulen dat naar Holland verscheept wordt waar het nog dienst doet bij de aanleg en ophoging van de IJselmeerpolders. Dat dit artikel in de zwaar gehavende Rijnstad nog ruim schoots voorhanden is, bewijst deze foto. Op de achtergrond de beroemde Domkerk. Nederland zou een gebied bij Geilenkirchen met enkele kolenmijnen krijgen Wetsontwerp ingediend PARIJS, 23 Maart (Reuter). Deskun digen van Engeland, de Verenigde Staten, Frankrijk en de Beneluxlanden zijn het heden eens geworden over de overdracht van 58 vierkante mijlen Duits gebied aau Nederland. België, Luxemburg en Frank rijk. Het gebied waarop Nederland rechten heeft doen gelden ligt ten Noorden van Aken en omvat onder andere de streek rondom Geilenkirchen met enkele kolen mijnen. De bevolking telt ongeveer 7000 zielen. Overeenstemming over deze „kleine cor recties" werd bereikt na weken van lang durige besprekingen, die ten doel hadden de belangen van de 12.000 tot 16.000 Duit sers. die bij deze correcties betrokken zijn, zo goed mogelijk te behartigen. Zij zullen, indien zij dit wensen, de betrokken gebie den verlaten met hun roerende goederen. De aanbevelingen van de deskundigen zullen naar de regeringen der zes landen worden gezonden ter goedkeuring. In de loop van deze week zal over de bespre kingen een officieel communiqué worden verstrekt. De overeenstemming heeft alleen betrek king op de „kleine aanspraken" door Duits- lands Westerburen. Grotere aanspraken zullen later behandeld worden. Tijdens de besprekingen is er een voortdurende strijd geweest tussen Nederland, België en Luxemburg en Engeland en de Verenigde Staten. De Britse en Amerikaanse deskundigen verzetten zich tegen elke grenswijziging op grond van het feit, dat dit de Duitse publieke opinie zou verbitteren, zonder dat daarbij Nederland. België en Luxemburg enig voordeel zouden hebben. De Franse afgevaardigde, die zich min der sterk verzette tegen grenswijzigingen, was tegen elke annexatie waarbij bevol king en steden betrokken waren. Het gebied dat België wenst omvat in hoofdzaak de districten Rotgen en Muetse- nich met een gezamenlijke bevolking van 4500 zielen. Het voornaamste doel van deze correctie is te voorkomen, dat de Belgische spoorlijnen zeven keer de Duitse grens passeren. Alle correcties zullen eventueel opgeno men worden in het toekomstige vredes verdrag met Duitsland. Wettelijke voorzieningen Bij de Tweede Kamer is ingediend het wetsontwerp „bevoegdheid lot het treffen van voorzieningen in verhand met de ver wezenlijking van bepaalde correcties in de Nederlands-Duitse grens". Het lijkt de regering onder de bestaan de omstandigheden de aangewezen weg, zo wordt in de Memorie van Toelichting ge zegd, dat de Kroon, althans voor een be perkte periode, bevoegd wordt verklaard, de Raad van State gehoord, kracht van wet hebbende voorzieningen tè treffen, welke een voorlopig karakter hebben. Hierin voorziet het onderhavige wets ontwerp. Verder wordt in de Memorie van Toe lichting verklaard: Met grond kan warden verwacht, dat zeer binnenkort door ver tegenwoordigers van de Verenigde Staten, Engeland, Frankrijk, België, Luxemburg en Nederland in Parijs ec protocol zal worden ondertekend, waarbij zal worden vastgelegd, dat tussen die mogendheden overeenstemming is bereikt ten aanzien van enige correcties in de Westelijke grens van Duitsland. Voor wat de Nederlands- Duitse grens betreft, zal die overeenstem ming betrekking hebben op een aantal grenscorrecties van overwegend technisch karakter. In het algemeen zullen de hier- bedoelde correcties van zeer beperkte strekking en omvang zijn. Om voor de hand liggende redenen van monetaire en andere aard kunnen op dit ogenblik geen nadere gegevens worden openbaar gemaakt nopens de gebieden, welke eventueel aan Ne derland zullen worden toegevoegd, noch omtrent het tijdstip, waarop die toevoeging zal plaats vinden. Wel kan de verwachting worden Uitgesproken, dat deze toevoeging binnen afzienbare tijd zal' worden verwezenlijkt. Met het oog hierop beraadt de regering zich inmiddels over de legislatieve en ad ministratieve voorzieningen, die m ver band met de toevoeging van bedoelde ge bieden zullen moeten worden getroffen. Deze voorzieningen zullen daar de de finitieve status dier gebieden pas bij de finale regeling met Duitsland zal kunnen worden vastgesteld een voorlopig ka rakter dragen. Republikeins verzetscentrum bij Djokja opgeruimd BATAVIA. 24 Maart (Aneta) In een officieel militair overzicht wordt gezegd, dat 85 leden van gewapende groepen zijn gedood bij zuiveringsacties ten Zuidoosten van Magelang, waar benden de bevolking terroriseerden. Ten Westen van Djokja werden gewapende groepen aangegrepen en werd het bendewezen zware verliezen aan manschappen en wapens toegebracht. Een centrum van verzet ten Zuidoosten van Djokja werd opgeruimd. In het gebied van Solo, Klaten en Bojolali leden rondzwer vende, gewapendfe troepen aanzienlijke verliezen aan personen en wapens. In het overige deel van Midden-Java blijft de toe stand zich gunstig ontwikkelen en wordt de intensieve patrouillegang ter bescherming van de bevolking voortgezet. Het overzicht maakt ten aanzien van West-Java melding van een aanhoudend gunstige ontwikkeling, hoewel het in Ban tam nog op enkele plaatsen onrustig is. Ten Zuiden en Zuidwesten van Soekaboemi en in de omgeving van Soemedang en Koenin- g'an werden militaire posten en voertuigen beschoten. Nederlandse troepen hebben een poging van enkele gewapende groepen om zich ten Zuidoosten van Bandoeng te con centreren verijdeld. De benden leden be langrijke verliezen aan manschappen en wapens. De Nederlandse troepen zijn voorts opgetreden tegen rondzwervende rovers benden in het overige gebied van West- Java. In het Zuid-Westelijke deel van Oost- Java, in het bijzonder in de omgeving van Kediri, begint de situatie op te klaren, aldus zegt het overzicht ten aanzien van Oost-Java. Een centrum van hardnekkig verzet werd opgeruimd, terwijl losse ben den achtervolgd werden. Een sterke, ge wapende groep werd hierbij geneutrali seerd en 70 man werden gevangen genomen. In het regentschap Malang hebben rond zwervende benden onrust veroorzaakt door het vermoorden van kampongbesturen en politie. Hiertegen werd door de Nederland se troepen krachtig opgetreden. Ten Zuiden van Malang in de omgeving van Kepandjen werd een bende van 50 man geneutrali seerd. In de Oosthoek traden Nederlandse troepen op tegen in enkele stx-eken rond zwervende benden. Betreffende Sumatra zegt het. overzicht, dat in het gehele gebied de intensieve pa trouillegang voortgezet wordt. Benden leden gevoelige verliezen aan personen en materiaal. In toenemende mate steunt de bevolking de troepen bij het opsporen van benden en opslagplaatsen van springstoffen. Het woord is aan Boileau Hoeveel ijdele lauweren de oor log ook belooft: men kan een held zijn zonder de aarde te ver woesten. Amerikaans diplomaat moet Polen verlaten Brits vice-consul in Praag uitgewezen Volgens een officieel communiqué is de Amerikaanse diplomaat Chester Opal, hoofd van de Amerikaanse inlichtingen dienst te Warschau, door de plaatselijke overheid verzocht het Poolse grondgebied te verlaten. Te Washington is officieel medegedeeld, dat de Amerikaanse attaché te Warschau Chester Opal naar een andere post zal worden overgeplaatst. Het Poolse ministerie van buitenlandse zaken had de terugroeping van Opal ver zocht naar aanleiding van een door de Amerikaanse voorlichtingsdienst uitgege ven bulletin. In het bulletin werd Polen een „Sovjet-satelliet*' genoemd. Een lid van het Britse Permit-Office in Praag, kapitein Philip Wildash, kreeg gis teren aanzegging Tsjechoslowakije te ver laten, daar hij anders wegens complotteren tegen de staat gevangen genomen zou wor den. Wildash werd zes uur door de politie vastgehouden en kreeg te horen dat hij in hechtenis genomen zou worden indien hij niet binnen vier en twintig uur het land verlaten had. Kapitein Wildash die de rang van vice- consul heeft, was samen met zijn Franse en Amerikaanse collega's belast met de dienst voor de militaire verloven van de drie bezetttingszónes in Duitsland. De maatregel tegen de Britse vice-con sul houdt, naar men zegt, verband met de aanhouding van een Tsjechoslowaakse bur ger, Dietrich, die bediende is bij het Per mit-Office. Men veronderstelt, dat hij door de Tsjechoslowaakse overheid ervan ver dacht wordt deel uit te maken van een illegale organisatie en dat tegen kapitein Wildash verdenking bestaat, dat hij van de diensten van Dietrich gebruik heeft ge maakt. De 19-jarige Nadia Minarikova, de se cretaresse van kapitein Wildash, is gisteren toen zij zich naar haar werk begaf, gear resteerd. Met betrekking tot de publicaties over de resolutie der Bijeenkomst Federaal Overleg heeft de voorzitter der B.F.O., Sultan Hamid II. het volgende verklaard: „Nu blijkbaar alle „welingelichte zegs lieden", alle „in nauw contact met de BFO staande kringen" en alle „vooraanstaande leden van de B.F.O.", die zich daartoe ge roepen hebben gevoeld, bet hunne hebben gezegd over de veelbesproken resolutie der B.F.O. van 3 Maart, wordt het tijd, te trachten om de stofwolken die de kamp vechters omhullen, te doorbreken met een verklaring van mij als voorzitter der B.F. O. Ik ben hiertoe genoopt en ik betreur zulks ten zeerste omdat evenbedoelde voorlichters meer hebben gezegd, dan zij konden verantwoorden. Het zint mij niet, op deze plaats waarheid en verdichtsel in de tot heden gepubliceerde berichten nopens de resolutie te scheiden. Ik beoog niet anders, dan het beeld tot de normale afmetingen terug te brengen. Op 3 Maart werd door de B.F.O. een zeer geheime resolutie aanvaard, waarvan een verdraaide inhoud binnen zeer korte tijd wereldkundig werd. Hiermede werd een reeds eerder opgedane ervaring beves tigd. In de volgende vergadering werd beslo ten, voorshands aan de resolutie geen uit voering te geven en haar derhalve ook niet aan de bij de resolutie betrokken instan ties aan te bieden, aangezien slechts over de hoofdbeginselen, doch niet over de uit werking daarvan, overeenstemming bleek te bestaan. Wel is tijdens een bespreking tussen de leiders der delegaties en de lei ding der B.F.O. met de Hoge Vertegen woordiger van de Kroon aan laatstge noemde door mij mededeling gedaan van de hoofdpunten der resolutie. De hiervoren bedoelde, door de B.F.O. met' algemene stemmen aanvaarde hoofd beginselen zijn: De B.F.O. stemt in met een terugkeer der republikeinse regering naar Djokja en naaste omgeving, de B.F.O. aanvaardt de bijstand van de UNO-com missie ter Ronde-Tafelconferentie. Deze resolutie werd door de B.F.O. aan vaard, vermits de republikeinse leiders, in hun bespreking met de contactcommissie der B.F.O. op Bangka, de verzekering heb ben-gegeven en zulks is eveneens in de resolutie vastgelegd dat de republi keinse regering zou deelnemen en mede werken aan de Ronde-Tafelconferentie en na haar terugkeer in Djokja een order zou uitvaardigen tot het staken van alle vijan delijkheden. De republikeinse leiders heb ben zich hiertoe verplicht op voorwaarde, dat aan de door hen gestelde eisen zou worden voldaan, namelijk ten eerste de terugkeer naar Djokja en ten tweede dat de besprekingèh op de Rondc.-Tafclconfe- rentie niet zullen afdoen aan de positie der UNO-commissie zoals deze is geregeld in de resolutie van de Veiligheidsraad van 28 Januari. Ik verwacht, dat met de publicatie van vorengaand résumé van de wezenlijke fei ten, klaarheid zal 'zijn gebracht in de rondom deze resolutie door ontijdige en deels onjuiste uitlatingen verwekte ver warring. Tenslotte spreek ik de hoop uit, dat hiermede de discussie definitief zal zijn beëindigd". Aldus Sultan Hamid. Taft wil verlaging van de Marshall-hulp Robert Taft de leider van de republikein nen in de Amerikaanse Senaat, heeft mede gedeeld, dat hij een voorstel zal doen om het bedrag voor het tweede jaar van het plan-Marshall te verminderen met een milliard dollars, wanneer het desbetref fende voorstel bij de Senaat in behande ling komt. Engelancf betaalt ons 850.000 Pond Sterling Voor gebruik van Nederlandse schepen tijdens de oorlog De Britse minister van verkeer, mr. Al fred Barnes, is Woensdagavond in Neder land aangekomen. Op uitnodiging van de Nederlandse re gering zal de Britse minister een viertal dagen in ons land doorbrengen. Vrijdag zal hij een overeenkomst tussen beide regeringen ondertekenen over de financiële afwikkeling van vorderingen, voortvloeien de uit het gedurende de oorlogstijd ver huren van een groot gedeelte der Neder landse koopvaardijvloot aan de Britse regering. De Engelse minister zal aan de Neder landse minister van Verkeer en Waterstaat een cheque overhandigen van 850,000 pond Sterling, het bedrag dat overblijft na af trek van de Engelse vordering. De Neder landse vordering bedraagt 1.6 millioen Pond Sterling, de Engelse vordering 763.000 Pond Sterling. Op grond van andere over eenkomsten heeft Engeland reeds 12 mil lioen Pond Sterling betaald. MIJNRAMP IN JOEGOSLAVIë. Volgens te Rome uit Triest ontvangen berichten zijn in een kolenmijn bij Albona in Joegoslavië achttien mijnwerkers om het leven gekomen toen een deel van een mijn gang instortte. AANHOUDEND FRAAI WEER. Verwachting, medegedeeld door het K.N.M.I. te De Bilt, geldig van Don derdagavond tot Vrijdagavond: Droog weer met weinig bewolking. Zwakke tot matige Oostelijke wind. Tamelijk koude nacht met plaatselijk nachtvorst. Morgen overdag zonnig en zacht weer. 25 Maart: Zon op Maan op GCCCCOOOOOOC<»OOOOOCCCCCOlXOOC»XCOCiCOCOOOOOOOIX*XOOOaOOOl 3 uur, onder 19.01 uur 3 uur, onder 14.21 uur

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1949 | | pagina 1