Ex-politieke gevangenen hielden
hun jaarlijkse herdenkingsdag
De raadsverkiezing te Haarlem
LINDBERGH
REISBUREAU!
Het huis aan de baai
DINSDAG 10 MEI 1949
HAARLEMS DAGBLAD
Rede van de Commissaris der Koningin
Vandaag', 10 Mei 1949, zijn voor de vierde keer sedert de bevrijding ex-politïeke
gevangenen uit de bezettingstijd naar Haarlem getrokken om liun jaarlijkse herden-
ding op de Erebegraafplaats in Overveen te houden. Ze zijn weer gekomen in auto
bussen, in tremen, soms, als de afstand het toeliet, op de fiets, om een enkel ogenblik
te verwijlen bij de laatste rustplaats van zovele van hun kameraden, die het er in het
verzet minder goed afbrachten dan zij. Zij hebben daar weer geluisterd naar de
vaderlandse liederen, die in de oorlogsjaren weer rijke zin kregen en naar de diep
gaande rede van dr. J. E. baron de Vos van Steenwijk, waarin de betekenis van deze
traditie duidelijk werd gemaakt. En in de minuut stilte, die daarop volgde, hebben zij
in het ruisen van de zeewind wellicht de stemmen herkend van hen, met wie zij
tezamen streden.
Om half twaalf werd op de Grote Markt
appèl gehouden.
De deelnemers hadden zich provinciegewijs
opgesteld, waarbij vooral die afdelingen
van de Nederlandse Vereniging van Ex-
politieke Gevangenen opvielen die him eigen
vlag met de grijze strepen van de bekende
concentratiekamp-plunje hadden meege
voerd. Bordjes met de namen van bekende
plaatsen, waar Nederlanders wegens hun
daden of hun houding hadden gevangen
gezeten, als Amersfoort, Scheveningen,
Dachau, Buchenwalde, Sachsenhausen,
Neuengamme en van nog vele andere oor
den der verschrikking herinnerden aan de
tijd van willekeur en onzekerheid die achter
ons ligt.
Om kwart voor twaalf verwelkomde
burgemeester mr. P. O. F. M. Cremers de
deelnemers en deelneemsters met een toe
spraak waarin hij onder meer zei:
Men heeft zich wel eens afgevraagd hoe
het mogelijk was, dat de Duitsers zo gru
welijk konden optreden en men gaf dan
ten antwoord, dat zij uit de eerste wereld
oorlog niets geleerd hadden. Maar ook wij
hebben reden om ons af te vragen of wij
iets geleerd hebben van de oorlog en of wij
de beloften, toen jegens onze doden afge
legd, vergeten hebben. Toch, aldus spreker,
wanhoop ik niet aan de toekomst der we
reld, want overal vindt men mensen, die
de wereld willen verbeteren door bij zich
zelf te beginnen. Uw voorbeeld sterke hen
in hun strijd tegen het kwaad. Mogen zij
die u straks langs zien trekken, zich her
inneren waartoe de. besten onzer leefden
en stierven. Hun en uw lijden zullen dan
niet tevergeefs geweest zijn.
Na de rede speelde het orkest van de
Haarlemse politie het Wilhelmus.
Na de begroeting door de burgemeester
marcheerde de stoet door de Padvinders-
band en het muziekcorps van de Haarlemse
politie begeleid onder grote belangstelling
via de Zijlstraat, de Zijlweg en de Juliana-
laan naar het Stoopplein, waar militaire
vrachtwagens gereedstonden om de hon
derden deelnemers naar de gewijde plek in
het Hollandseduin te brengen. Velen hadden
bloemen meegenomen om op de graven te
leggen en in de stoet, waarin behalve de
Commissaris der Koningin ook wethouder
Geluk meeliep, werden tienduizend tul
pen in manden meegedragen, door twee
Haarlemse firma's voor de verfraaiing van
de Erebegraafplaats geschonken.
Om twee uur begon de plechtigheid op de
Erebegraafplaats.
De geestelijke inhoud van de
Tiende Mei.
Nadat het orkest van de Haarlemse po
litie koraalmuziek ten gehore had gebracht
en het Koninklijk Mannenkoor „Caecilia"
enige gewijde liederen had gezongen, sprak
de Commissaris der Koningin in Noordhol
land, dr. J. E. baron de Vos van Steenwijk,
de herdenkingsrede uit, waarin hij uiteen
zette hoe drie elementen bepalend zijn voor
de innerlijke waarde van deze jaarlijkse
plechtigheid. Baron de Vos van Steenwijk
zeide:
„Er is dan eerst de datum van deze Tien
de Mei. Er is thans in Nederland niemand
die de vraag zal stellen, waarom deze dag
werd gekozen. Ieder van ons weet nog
Afhalen distributiebescheiden
Woensdag 11 Mei is het in Haarlem (Vlees
hal) de beurt voor het afhalen van distribu- 3
tiebescheiden aan Br. en in Aerdenhout herdenken.
(Gemeente-kwekerij) aan H t<jt en met K. slechts waarde als deze een geestelijke
precies op welk uur, op welke minuut hij
het nieuws hoorde dat ons al wel vele
maanden als een dreigende mogelijkheid
boven het hoofd had gehangen, maar waar
van we de werkelijkheid toch eigenlijk nog
nimmer goed doordacht hadden: de Duit
sers zijn in de nacht, zonder ultimatum,
zonder oorlogsverklaring, Nederland bin
nengevallen en, er zijn zowaar Nederlan
ders die hen daarbij de behulpzame hand
lenen en hun vaderland verraden. Een
groep, waarvan wij het bestaan kenden,
maar tegenover wie wij te slap waren op
getreden.
Alles wat er in die volgende vijf jaren
gebeurd is heeft de herinnering aan die
Tiende Mei niet kunnen uitwissen. Ons
leven is er door in twee delen gesneden.
Aan ons leven vóór de oorlog denken we
terug als aan iets uit een heel lang ver
leden, met wat weemoed, met wat mede
lijden over onze bezorgdheid van toen over
kleine dingen des levens. Maar het ligt
achter ons, onherroepelijk afgesneden van
alles wat er na Tien Mei 1940 is gebeurd.
Waarom herdenken we op de 10e Mei?
Omdat toen het leven begonnen is ons vra
gen te stellen, waarop we het antwoord
niet konden verschuiven of verdoezelen: n.l.
Hoe staat ge tegenover wat ons land thans
wordt aangedaan, welk antwoord geeft ge
aan hen die nu dadelijk Uw hulp en be
scherming inroepen tegen de aanslag op
him have, op hun vrijheid, op hun leven.
Wie zijn Bijbel goed kent, vindt het ant
woord in de tekst van Jesaia: „Verbergt de
verdrevenen en meldt de omzwervenden
niet". Het is een van die talrijke bijbel
woorden die door de oorlog weer levende
inhoud voor ons hebben gekregen. Daarom
herdenken we op de 10e Mei.
Wie herdenken we?
Wie herdenken we op deze dag? vroeg
de Commissaris zich vervolgens af. De
eerste reactie was om zich te beschermen
tegen de gevolgen van de bezetting, om te
kruipen in een hoekje, waar de minste
slagen vielen. Maar toen de huichelachtige
verzekeringen van die eerste weken en
maanden plaats begonnen te maken voor
een steeds arroganter en bruter optreden
van de bezetter, toen werd geleidelijk aan
de geest weer vaardig over het volk van
Nederland. Eerst bij enkele geïsoleerde
strij dersnaturen, later georganiseerd, al dan
niet in contact met onze regering in bal
lingschap en bovenal aangevuurd door de
krachtige, onbezweken taal die onze Lands-
vorstin door de radio liet weerklinken. En
allengs begon een groot deel van ons volk
te beseffen hoe wijd het terrein was, waar
op men in het bezette Nederland de goede
zaak kon dienen.
Ieder naar eigen gaven of bekwaamheid,
waarbij helaas menigeen in zijn geestdrift
zijn krachten overschatte. Want het onder
grondse werk lag aanvankelijk in het ge
heel niet in onze volksaard. Een lange
periode van vrede had ons er slecht toe
voorbereid. We waren er vooral te argeloos
voor, te goed van vertrouwen, te weinig op
de hoogte met de begrippen contra-spion-
nage en aanbrengers. Gij allen, ex-politieke
gevangenen, hebt hiervoor leergeld betaald,
maar de hoogste prijs, die van Uw leven,
hebt ge niet behoeven te betalen. En nu
gevoelt gij de behoefte op deze dag hèn te
eren, die deze hoogste prijs wèl betaald
hebben en die daarbij vaak door een hel
van lijden moesten gaan, voordat hun zelfs
vergund werd met deze hoogste prijs hun.
vaderlandsliefde te bezegelen. Ik zeide
móesten gaan, maar het was vaak w i 1-
d e n gaan, omdat zij voor het alternatief
gesteld werden leven en vrijheid te behou
den, door als verraders van hun strijdmak
kers op te treden. Dat is het vooral wat
deze herdenking voor U tot een zo dierbare
plicht maakt, de overtuiging dat velen on
der ons hier niet meer zpuden staan als de
monden van hen, die hier begraven liggen,
niet zo heldhaftig gesloten waren gebleven.
In welke geest herdenken wij?
Deze Nederlanders herdenken wij van
daag en wij gevoelen, dat zij ons een vraag
stellen: wat hebt gij gedaan met de over
winning, wat hebt gij gemaakt van de vrij
heid, die wij mede voor U bevochten heb
ben?
En zo kom ik tot de derde vraag, minder
gemakkelijk te beantwoorden dan de beide
eersten: in welke geest moeten wij op
deze dag, op deze plaats, deze doden
Want een herdenking heeft
achtergrond heeft en een geestelijk perspec
tief biedt. Terugzien zonder tevens vooruit
te zien is onvruchtbaar.
Betekent dit nu dat wij allen bij deze
herdenking hetzelfde moeten denken, de
zelfde idealen moeten nastreven? Als dit
het geval was, dan zou er met de bevrij
ding weinig gewonnen zijn. Nu zijn er in
middels vier jaren voorbij gegaan, waarin
we „verder hebben moeten zien". Én velen
zijn teleurgesteld, zijn ontmoedigd, zijn ver
bitterd. Want er wordt wéér getwist, de
politieke partijen zitten elkaar in de haren,
we zien wéér veel onrecht geschieden, de
mens heeft de oude Adam niet afgelegd.
Wie dat onder de bezetting voorspelde werd
onwillig aangehoord, men meende, dat men
elkaar na de bevrijding beter zou begrijpen,
dat het mensdom er gelouterd uit te voor
schijn zou komen, bereid om samen een
betere maatschappij op te bouwen op de
puinhopen van de oude. Het is goed dat
we dit gedacht hebben. Maar de gedachte
was naief, want de geschiedenis is daar,
om het ons anders te leren. We mogen het
op deze dag niet verzwijgen, het is een les
van alle tijden. De oorlog kweekt helden,
brengt wonderen van zelfopoffering, van
plichtsbetrachting voort, maar de oorlog
trekt velen naar beneden, maakt de ban
den van de moraal op allerlei gebied losser.
En dit kwaad eindigt niet met het „staakt
het vuren", deze boze geesten moeten op
nieuw getemd worden en dat vergt een
ander soort heldenmoed, een ander soort
opoffering. In dit kwaad ligt de bron van
onze teleurstelling, van onze ontgoocheling,
en niet in het feit dat we van mening ver
schillen over de wijze waarop de staat be
stuurd- moet worden en of we een vrije of
een gebonden economie moeten hebben in
Nederland. Dat deze verschillen bestaan en
tot uiting komen vormt het wezen van een
democratische staatsvorm, die we als de
exponent van onze herwonnen vrijheid be
schouwen. En dat de partijen in ons volk
gegrondvest zijn op een levensbeschouwing
en niet op de materiële belangengemeen
schappen, mogen we beschouwen als een
goede eigenschap van onze volksaard.
Daarom kunnen wij hier te samen staan
en eendrachtig onze doden herdenken en
daarnaast verschillen in onze opvattingen
over staat en maatschappij. Maar wij moe
ten beseffen, dat wij dit behoren te doen
met eerbiediging van ieders recht om
daarin met ons van mening te verschillen.
Wie dit recht aan een ander betwist sluit
zichzelf buiten onze gemeenschap en ver
liest er ook voor zichzelf de aanspraak op.
Wij hebben ons L a n d en onze Vorstin
lief, maar wij aanbidden niet de abstractie
van de Staat, die wij zelf hebben ge
vormd en zullen blijven vervormen, opdat
hij de belangen van zijn burgers het beste
moge dienen.
De schuld aan de doden.
En ten slotte nog dit: toen, na de bevrij
ding de chaplain van de Canadese troepen
de eerste dienst in onze Bavo-kerk hield,
herdacht ook hij de gevallenen en zeide:
er zijn zovelen die sneuvelden, dat wij, de
overlevenden „we want an excuse for li
ving", dat betekent: Wij die tot de levenden
behoren, wij moeten ook een prijs betalen
en die prijs kan alleen zijn, dat we een
krachtig front vormen tegen het zedelijk
bederf dat uit de oorlog overbleef, dat we,
ieder op zijn eigen terrein, trachten iets'
goeds te maken van het leven dat ons gena
diglijk gelaten werd, dat wij beseffen dit
verschuldigd te zijn aan de doden temidden
van wie wij thans staan, de doden die hun
leven gaven, opdat wij vrij zouden zijn;
niet alleen vrij, maar ook die vrijheid waar
dig.
Nadat een minuut stilte was betracht, het
hoofdbestuur van de Nederlandse Vereni
ging van Ex-politieke Gevangenen een
krans had gelegd en gezamenlijk het Wil
helmus was gezongen, werden de deel
nemers naai- het Gemeentelijk Concertge
bouw vervoerd, waar tijdens een gezellig
samenzijn vele cel- en kampherinneringen
werden opgehaald.
Vanavond is er in het Gemeentelijk Con
certgebouw een herdenkingsbijeenkomst.
SCHEEPVAART
Hecuba, CienfugosRotterdam pass. 9 Mei
Lizard. Jacob Cats, 9 Mei van Narvik naar
Antwerpen. Joost van den Vondel, 9 Mei te
Casablanca. Kota Inten, RotterdamJava
pass. 9 Mei Gibraltar. Nieuw Holand, 9 Mei
van Singapore naar Brisbane. Oranje, Am
sterdam—Batavia, 10 Mei te Port said.
Oranjefontein, 9 Mei van Port Elisabeth n.
East London. Poelau Laut, Amsterdam—Ba-
liltpapan 10 Mei te Belawan. Sibajalï, 8 Mei
van Suez, Rotterdam—Batavia. Soestdijk, 7
Mei van New York naar Jacksonville. Stad
Vlaardingen, 10 Mei van Emden naar Balti
more. Tawali, New YorkJava pass. 9 Mei
Aden. Volendam, Batavia—Rotterdam pass.
9 Mei Point de Galle. Waterman. Rotterdam
Batavia pass. 9 Mei Perim. Willem Ruys,
7 Mei van Port Said, Rotterdam—Batavia.
Renners passeren alleen
Zuidelijk deel van Haarlem
De deelnemers aan de Ronde van Neder
land, die Zondagmiddag tijdens de laatste
étappe Haarlem passeren, zullen door de
herstelwerken aan wegen, alleen in het Zui
delijk deel van de gemeente rijden. Zij
komen van de Herenweg uit Heemstede,
rijden over de Spanjaardslaan naar de Zui-
derhoutlaan, vervolgens Heemsteedse Dreef,
Cruquiusweg, Kruisweg naar Hoofddorp.
Welke leden de nieuwe raad zal missen en welke
nieuwe gezichten er zuüen komen.
Op Woensdag 22 Juni gaan de Haarlemse
kiezers voor een nieuwe raad stemmen.
Heden zijn de candidatenlijsten ingele
verd. De namen die daarop staan, hebben
wij reeds in de loop der laatste weken ge
publiceerd.
Natuurlijk is niet te voorspellen hoe de
uitslag der stemming zal zijn. Toch is reeds
thans te constateren dat er in de raad, die
in September bijeen zal komen, heel wat
nieuwe gezichten zullen te zien zijn, omdat
aftredenden geen nieuwe candidatuur aan
vaard hebben-
Indien men eens veronderstelde dat
de fracties in de nieuwe raad hetzelfde
aantal zetels zouden behalen, zou dit de vol
gende wijzigingen tengevolge hebben:
Partij van de Arbeid. Thans 15 zetels.
De vijftien die de leidende groep van
de lijst vormen zijn: 1 D. J. A. Geluk,
2 E. F. Albrecht, 3 W. F. Happé, 4 mevrouw
mr. E. van Eck-Thiel, 5 G. Blokdijk, 6 J.
Prikkel, 7 J. J. Voogd, 8 J. van Boekhoven,
9 J. Willemse, 10 H. W. van der Giesen, 11
mej. mr. M. van Beek, 12 G. K. Jansen, 13
mevrouw T. Kerkhoff-Pet, 14 J. P. van
Eijsden en 15 M. J. Goedee.
Er keren dus van deze partij niet terug
de heren F. S. Noordhoff, M. Meyers, dr.
ir. F. Bakker Schut en F. H. W. Vliegen.
Katholieke Volkspartij. Thans 12 zetels.
Op de verkiesbare plaatsen staan: 1 Th. S.
J. Hooy, 2 A. J. M. Angenent, 3 mej. A. W.
M. Bolsius, 4 A. v. d. Veldt, 5 mr. A. F. -H.
Schreurs, 6 H. Loerakker, 7 J. A. Schip
pers, 8 J. M. F. van Velsen, 9 C. W. Straat
hof, 10 Th. A. J. M. van Eyk, 11 H. van
Turnhout, 12 F. Rnape.
Er keren niet terug: 'H. J. L. Klein Schip
horst, dr. J. G. Hoge, J. M. Nooy en A. A.
Peterse.
Anti-Revolutionnairen. Thans 3 zetels.
De aftredenden de heren W. C. Bakker, D.
J. A. 'Spek en L. Silvis zijn op de eerste drie
plaatsen gezet.
Christelijk Historische Unie. Thans 1
zetel. Als no. 1 is op de lijst gezet drs. A. J.
van Houwelingen.
De heer Chr. L. de Vries keert niet terug.
Voor Vrijheid en Democratie. Thans 2
zetels. Gesteld zijn: 1 mevrouw E. A. J.
Scheltema-Conradi, 2 Jac. Klerk.
De heer H. C. Kloet keert niet terug.
Lindbergh reizen -
- betere reizen
NAAR HET BUITENLAND
PER LUXE TOURINGCAR
België; Frankrijk; Zwitser
land; Denemarken; Tyrol.
Deviezen beschikbaar
Reisduur 4 tot 16 dagen.
Reissom f 115.tot f 475.
Ons Maandblad
„Lindbergh Post"
vertelt U meer.
Vraagt gratis proefnr.
H BINNENLAND
Drente en Overijsel; Zeeland
H en BelgiëZuid Limburg en
m België; dpórmooiNederland.
Reisduur 2 tot 6 dagen.
H Reissom f 35.tot f 135.
PINKSTERWEEKEND
ZOIÜ-LIMBURG
121/, dag f 50.— n
Uitstekende verzorging B
bij alle reizen.
pij HaarlemKI. Houtstraat 1,
§1 Telefoon 17229
1] Amsterdam: Damrak 41,
H Tel. 4571548956; Nassau-
i kade 152a, Tel.
Communisten. Thans 6 zetels. Op de eer
ste plaatsen staan: 1 mr. M. D. Proper, 2
P. H. Vooren, 3 mevrouw I-I. J. v. Omme
ren-Averink, 4 H. C. Hemievelt, 5 J. Wolff,
6 G. Mol.
Niet terug keren de heren M. H. Gre-
goire en J. van de Pas.
Er zullen dus in elk geval niet terug
keren: van de Partij van de Arbeid 4 leden,
van de Katholieke Volkspartij 4 leden, van
de Christelijk Historische Unie 1, van de
V.V.D. 1 en van de Communisten 2 leden.
Er komen dus in elk geval 12 nieuwe
gezichten. Op een aantal van 39 vrij veel.
Amateurtoneel
Burgerlijke stand van Haarlem
HAARLEM, 9 Mei 1949
ONDERTROUWD: 9 Mei, W. E. A. M.
Janssens en H. P. Francken.
BEVALLEN van een zoon: 6 Mei, J. B. de
Bruin—van Veen; 7 Mei, E. E. Brussé—Dau-
deij; H. J. van Waarde—Elferink; 8 Mei, M.
H. DijkhoffReiber; T. ChristiaansVer
steeg; G. PolsKeur; P. Zomervan Mook;
K. J. van Maaren—de Graaff; F. Smit—
Lijklema; 9 Mei, P. W. WijngaardeGeurts;
T. G. T. DuijnLoerakker.
BEVALLEN van een dochter: 6 Mei, H.
A. KomenJötten; 7 Mei, P. E. G. Suyk
-Redeker: H. SpoorValk; J. D. Docter—de
Jong Cleijndert; P. Hoogerwerf—van der
Hulst; A. M. BarnhoornRoosenhart; 8 Mei,
S. C. Haaiman—Witteveen; A. R. A. Scher-
penhuijsen—Blad; 9 Mei, A. Compier—
Oosterveer.
OVERLEDEN: 8 Mei, D. J. Romijn, 42 j.,
Olycanstraat; C. V. M. Schaut, 4 m„ de Ge-
nestetstraat.
„Gezworen Kameraden''
Er zou eigenlijk, niet alleen naar de letter
maar vooral naar de geest, een deugdelijk
onderscheid gemaakt moeten worden tussen
toneelverenigingen met donateurs en met
kunstlievende leden. „Thalia" behoorde in
dat geval wel volledig tot de eerste catego
rie. Er is titanenwerk dat echter niemand
vraagt voor nodig om hier veredeling in
het répertoire te brengen. Pa's bij een daar
toe ondernomen poging kan een critische
bespreking wellicht vruchtbaar zijn. De
mededeling in het programmablad, dat men
een serie stukken met sterke spelkwalitei-
ten gereed heeft liggen, geeft voedsel aan
de verwachting, dat men althans in het
aanstaande jubileumseizoen naar meer zal
streven dan naar met de kunst tegenstrijdig
amusement, voor zover amateurs daar de
macht toe bezitten. Men moet er natuurlijk
wei rekening mee houden, dat voor katho
lieken de keuze uit de dramatische littera
tuur door voorschriften van hogerhand be
perkt is.
Op de drie eerste avonden van deze week
wordt in de schouwburg een „vrij naar het
Amerikaans bewerkte" klucht met span
nende verwikkelingen onder de titel „Ge
zworen Kameraden" vertoond, waarvoor
E. J. M. Terlingen de schamele eer van het
tweede geestelijk vaderschap opeist. Dit
verre, van ook maar enigszins plausibel ge
maakte stuk behandelt de nonchalant ver
zonnen avonturen van twee vreemdsoortige
heren, waarvan men mag veronderstellen
dat hét voortvluchtige boeven zijn, die hun
intrek nemen in een door de doodgewaande
eigenaar sinds jaren verlaten landhuis,
waar inmiddels reeds een gelegenheids
bandiet opereert. Misschien bezit het kwa
liteiten, die door de opvoering onder de wel
heel slappe leiding van de heer Joh. Rho-
dens niet aan het licht werden gebracht,
doch er bestaat voldoende aanleiding om
dat ernstig in twijfel te trekken.
Van het elftal medewerkenden aan deze
reeks voorstellingen, in de eerste waarvan
de toeschouwers niettemin een hartelijk
behagen schepten, waren Martin Langeveld
als de rechter zonder mensenkennis en Ad
Timmers als de detective nog de besten, al
zorgden de hoofdpersonen, Vaal Smit en
Jan Hoogland, soms wel verdienstelijk voor
wat sensationeel plezier.
DAVID KONING.
Verkeersregeling op het punt
Zijlstraat—Nassaulaan
Uit lezerskringen bereikten ons de vol
gende opmerkingen over het verkeer op
het kruispunt ZijlstraatGedempte Oude
Gracht'N assaulaan
„Telkenmale hebben op dit kruispunt
verkeersongelukken plaats. Het zicht is er
slecht, het verkeer dikwijls druk, en
slechts op spitsuren (om twaalf en om
vijf uur) is er een verkeersagent aanwezig.
Mijns inziens is de verkeersregeling door
de politie op deze plaats onvoldoende, en
zou hier gedurende meer uren per dag een
verkeersagent moeten worden geplaatst.
Zou het verder niet mogelijk zijn het par
keren op het gedeelte van de Zijlstraat
van Zijlbrug tot het bewuste kruispunt
geheel of voor langer dan een half uur
te verbieden? Het komt dikwijls voor, dat
op dit traject ochtenden of middagen ach
tereen auto's geparkeerd staan, ofschoon
op Gedempte Oude Gracht en Nassaulaan
genoeg ruimte voor parkeren te vinden is".
De Haarlemse politie gaf ons hierop het
volgende commentaar: Inderdaad betreft
het hier een gevaarlijk kruispunt, doch
het zou een misvatting zijn te veronder
stellen dat hier meer ongelukken gebeuren
dan waar ook in de stad. Wat het plaatsen
van een verkeersagent op dit punt betreft:
ook de verkeerspolitie heeft met gebrek
aan personeel te kampen. Vrijwel steeds
staat er echter een gewoon agent van
politie op post, die onmiddellijk kan in
grijpen wanneer dat nodig mocht zijn.
Bij het al of niet uitvaardigen van een
parkeerverbod in een winkelstraat spelen
ook de belangen der winkeliers een rol.
Het is de politie bovendien gebleken, dat
het verkeer in het bedoelde gedeelte van
de Zijlstraat van de daar geparkeerde
auto's niet zoveel hinder ondervindt, dat
dit een parkeerverbod noodzakelijk zou
maken.
Nieuw kabinet voor de
Nederlandse Antillen
De-gouverneur der Nederlandse Antillen j
heeft tot leden van het kabinet benoemd de1
heren:
R. J. Beaujon Jr., Openbare Werken,'
Watervoorziening, Landbouw, Veeteelt en>
Visserij; dr. M. F. da Costa Gomez, Justitiejfc
en zaken van algemene aard; C. A. Eman,
Sociale Zaken; E. M. Newton, Economische!/
Zaken, Haven- en Loodsdienst, Radiotele-,
grafie en Telefonie en Luchtvaart; en E. A.p
Romer, Onderwijs, Volksontwikkeling en,
Openbare Gezondheidsdienst. jT
De benoeming van de heer W.'R. Plantzjl
tot lid van het kabinet gaat op 11 Mei in, ft
daar hij thans optreedt als voorzitter derjte
Staten. pi
k<
Notaris te Paramaribo
aangehouden bi
Tekort van meer danT;
een millioen gulden
De procureur-generaal te Paramaribor
heeft bevel gegeven tot voorlopige aanhou-P1
ding van de notaris J. de M. en diens klerk f1'
A. K. wegens onregelmatigheden op het?£
notariskantoor, welke hebben geleid tot het|v
faillissement van de notaris. Er is een tekortF
geconstateerd van meer dan een millioenp'
gulden. De aangehoudenen waren beidenA,
lid van de Staten van Suriname. Notaris
De M. heeft de vorige maand na zijn fail-Jh
lissement ontslag genomen als Statenlid, in
I
WEEKABONNEMENTEN
dienen uiterlijk op Woensdag te worden
betaald, daar de bezorgers op Donder
dag moeten afrekenen.
DE ADMINISTRATIE
Kunstschilder A. de Boer
De Zandvoortse kunstschilder A. de Boer
vierde deze maand zijn zilveren jubileum
als zodanig. Uit de burgerij is een comité
gevormd om ter ere van dit feit een expo
sitie van zijn werken voor te bereiden, die
zo mogelijk in één der kamers van het
raadhuis zal worden gehouden en geopend
zal worden bij de aanvang van de Zand
voortse winkelweek op 23 Mei.
Burgemeester Van Fenema heeft het ere
voorzitterschap van dit comité aanvaard,
dat in alphabetische volgorde als volgt
werd samengesteld: Jac. Bonset, A. de
Brouwer, C. A. Groos, C. Kuyper, P. v. d.
Mije, G. E. A. Swildens, Sischa Terdy, dr.
G. 3". Tichelaar, A. J. v. d. Waals, M. Weber
en T. Zanen.
Plannen voor een gemeente
museum
Het ligt in de bedoeling om na deze expo
sitie het comité te laten voortbestaan om
in samenwerking met het comité „Ouden
van dagen" zo spoedig mogelijk te komen
tot verwezenlijking van de plannen voor de
inrichting en oprichting van een gemeente
museum of oudheidkundige kamer, waar
voor bij vele inwoners van Zandvoort zeer
veel belangstelling bestaat.
Bloemendaal
Wereldfederalisten bijeen
„De wereldfederalisten willen een fede
ratie van alle staten, opdat zij kunnen
leven", aldus de heer Honing in zijn rede
tijdens de bijeenkomst van W.F.B., gehou-;
den in het Jeugdhuis te Bloemendaal.
Voor de oorlog bestond er eer internatio
nale samenwerking op sportgebied, maar
tot een internationale staatkundige samen
werking is het nooit gekomen. Wij willen
de vrede organiseren; de leus moet niet
luiden „Exporteer of sterf", maar „Orga
niseer of sterf". Spreker wees op het feit,
dat we worden geraadpleegd voor samen
stelling van een gemeenteraad of lands
bestuur, maar niet voor een wereldregering,
die regeert voor en over de wereld als ge
heel. Daarom moet iedereen actief deel
nemen aan de wereldvolksstemming van
het volgend jaar.
De tweede spreker, de heer P. Kremers,'
algemeen voorzitter van de W.F.B. hield
een betoog voor wereldregering en de we
reldvolksstemming van 1950. „We willen
een eind maken aan de waanzinnige oorlog,
waarvan we er twee in één generatie
hebben meegemaakt, terwijl we nu in de
voorbereidingen van de derde zitten", zei
de heer Kremers.
Het is geen utopie, dat de staten hun
souvereiniteit gedeeltelijk kunnen afstaan.
In Zwitserland leven Fransen, Duitsers en
Italianen broederlijk tezamen in één sta
tenbond; de staten van de U.S.A. hebben
hun souvereiniteit opgegeven en zich onder
één federale regering gesteld. Dit is ook
mogelijk voor de gehele wereld.
De bijeenkomst werd geopend door zang
van het zangkoor. „Da Pacem" en toegelicht
met drie films over het werk van de UNO,
waarvan er één, „One world or none" (Eén
wereld of geen wereld), een documentaire
was over de verschrikkelijke uitwerking
van de atoombom.
FEUILLETON
door ANDREW MACKENZIE,
vertaald uit het Engels.
33)
Ik bevond me in een kleine gang, waar
twee deuren op uitkwamen. De ene gaf
toegang tot een magazijn, waar pakken
en dozen netjes opgestapeld lagen, en de
andere gaf toegang tot een keukentje, waar
een tafel gedekt stond voor het avondeten.
De theepot bleek warm aan te voelen.
Degene, die in de keuken geweest was,
was klaarblijkelijk even weggeslipt, het
geen ook de niet gegrendelde deur ver
klaarde. Aan het eind van het gangetje
bevond zich een smalle trap, die blijk
baar door de bedienden werd gebruikt. Ik
klom de trap op en kwam in de hal, waar
licht brandde. Ik sloop op mijn tenen door
enkele kamers, die hierop uitkwamen en
die luxueus gemeubileerd waren. Belang
rijke klanten werden .kennelijk hier ont
vangen. Aan de achterkant was een grote
kamer met stalen kantoorkasten, schrijf
machines en allerlei andere typische kan
toormeubelen.
Van de straatlantaarns viel enig licht
naar binnen in de kamers, maar ik was
toch dankbaar, dat ik mijn zaklantaarn
bii me had Veel tijd had ik niet nodig
orr. deze kamers gelijkvloers le bekijken,
aangezien ik wel begreep, dat geheime
zaken, die dit huis eventueel te verber
gen had, zeker niet op dergelijke voor de
hand liggende plaatsen opgeborgen zou
den zjjn.
Ikwaagde het niet de grote trap op
te gaan, waarop een dikke loper lag, maar
keerde terug naar het bediendensouter
rain. Ik hoorde een deur met een slag
dichtslaan, gevolgd door het aanzetten
van een schetterende radio, en begreep,
dat één uitweg voor me afgesloten was.
Ik begaf me toen toch weer naar boven
en liep voorzichtig de trap met de dikke
loper op. Op het portaal keek ik voor
zichtig om me heen. Er brandde één enkel
electrisch lampje. Aan beide einden van
het portaal waren glazen deuren. Uit één
kamer kwam het geluid van een schrijf
machine. Zoals ik gedacht had, bevond zich
de knop van het electrisch licht bij de
trap. Ik draaide het licht uit en sloop een
seconde later een van de kamers binnen.
Ik had niet lang nodig om te ontdekken,
dat het de kamer van kolonel Simpkins
moest zijn. Aan een kapstok in een hoek
hing een militaire regenjas en verder een
groen hoedje, zoals hij altijd droeg.
Er lag een kostbaar dik tapijt in deze
kamer en naast een fraai gebeeldhouwde
schoorsteenmantel stond een geweldig
schrijfbureau met een glazen plaat er op.
Enige gemakkelijke stoelen gaven de ka
mer iets gezelligs. De muur, die tegenover
het raam lag, werd in beslag genomen door
een geweldige kantoorkast voor kaart
systemen. Toen ilt ontdekte dat de kast
niet op slot was, trok ik enige laden open
en zag dat deze rijen kaarten bevatten
met namen en gegevens van huishoudelijk
personeel Tussen deze kast en de schoor
steen bevond zich in de hoek een vierkan
te stalen brandkast van het modernste
type. In momenten van gevaar heb ik
altijd snel kunnen werken. Ik had niet
meer dan een twintig seconden nodig om
de kamer vlug door te kijken; Ik begreep,
dat de laden van het bureau van de kolonel
een grondig onderzoek wel waard zouden
zijn, maar ik durfde daar niet aan te be
ginnen, voordat ik er achter was gekomen,
wat zich in de aangrenzende kamer af
speelde. Een houten deur vormde de ver
binding tussen beide kamers. Ik kon een
vaag getik horen van een schrijfmachine.
Doodvoorzichtig, zodat het leek alsof er
minuten verstreken, voordat ik eindelijk
het handvat van de deur geheel omge
draaid had, opende ik de deur op een heel
klein kiertje en gluurde de kamer binnen.
Judith zat aan een schrijfmachine met haar
rug naar mij toe. Ze was als een razende
aan het tikken, alsof ze grote haast ha(^
om klaar te komen. Ieder ogenblik keek
ze naar de klok aan de muur, die aangaf,
dat het inmiddels kwart over acht was.
Tenslotte haalde ze met een zucht van
verlichting hét vel papier, waarop ze had
zitten typen, uit de machine, keek het
snel even door en overhandigde dit aan
iemand, die ik niet kon zien, met de op
merking:
Gelukkig, eindelijk klaar!
Ik opende de deur net wijd genoeg om
de ruimte tussen het bureautje van het
meisje en het raam te kunnen waarnemen.
Fellowes stond daar bij het raam met een
bundel papieren in zijn hand.
Het was de eerste keer. dat ik deze man
goed kon opnemen. In hef helderverli elite
vertrek leek hij meer dan ooit op een
roofvogel- Hij droeg een donker pak van
ouderwetse snit en een hoge boord. Als
hij er niet zo sinister uitgezien had, zou
men hem kunnen houden voor een advo
caat uit de Victoriaanse tijd.
M'n beste juffrouw Judith, u over
treft zichzelf.
Voor een man, die nog geen zestig was,
had Fellowes een wonderlijk oude stem.
De woorden schenen gesproken te worden
door een nauwelijks geopende mond.
Ik had een afspraak in de stad, maar
ik neem aan, dat degene, met wie ik af
gesproken had, nu wel weggegaan is.
Dat is heel jammer. Maar ik ben er
van overtuigd, dat u typen geen onaan
gename bezigheid vindt.
Hoe bedoelt u dat? vroeg Judith.
Maar lieve meisje, als je er op staat
iedere schrijfmachine, die in het gebouw
aanwezig is, te proberen, zoals men mij
verteld heeft, dat je onlangs hebt gedaan,
dan heb ik daarvoor maar één verklaring,
namelijk dat je veel van je werk houdt
en daarom uit wilt vinden, wat de beste
machine is.
U ontgaat ook_ niets, lachte Judith,
maar ik meende 'n zweem van nervositeit
in haar stem te horen. Wait bent u verder
nog met betrekking tot mijn persoontje te
weten gekomen?
O, diverse dingen. Eén er van is, dat
je, terwijl je jezelf alleen in het gebouw
waande, mijn papieren hebt doorzocht.
Wat zocht je daarbij, jongedame?
Ikik begrijp niet wat u bedoelt,
stamelde het meisje.
Werkelijk niet? Wees dan vooral niet
verbaasd, als je dezer dagen wederom een
minder aangename ervaring op zult doen
Een nog onaangenamere ervaring dan on
langs.
De dreiging in de stem van de man was
nu onmiskenbaar.
U gaat werkelijk te verl Ik zal wat
u me hier vertelt aan mijn oom rappor-
teren.
Het meisje was van haar stoel opge
staan en stond nu vlak voor de lange man.
Deze lachte op een weinig prettige wijze.
Uiteraard zou ik ontkennen, dat ik
ooit iets van deze aard gezegd heb. Maar
hoe dan ook, ik raad je aan niets te zeg
gen. De politie stelt een onderzoek in op
het terrein van het Huis aan de Baai en de
kans is groot, dat ze zullen willen weten,
wat je die nacht buitenshuis uitgevoerd
hebt!
Zelfs van de plaats, waar ik stond, kon
ik zien, hoe deze opmerking het meisje
van haar stuk bracht.
Weet u iets? Was u daar aanwezig?
vroeg ze en haar stem klonk als in doods
angst.
M'n beste kind, hoe kun je van mij
verwachten, dat ik zo iets toe zou geven.
Natuurlijk was ilt daar niet aanwezig.
Maar desalniettemin Weet ik een en ander.
Judith deed een hoes over haar schrijf
machine.
Ik kan nu niet langer hier blijven,
zei ze en haar stem klonk vastberaden. Ik
zal een briefje achterlaten voor mijn oom.
Hij komt moi'genochtend vroeg hier. Goe
denavond.
Nadat ill de voordeur dicht had horen
slaan, bleef ik alleen met mijn gedachten
achter. Fellowes was gaan zitten aan het
bureau, waaraan Judith had gezeten, en
zat met z'n hoofd in z'n handen. Na een
poosje begon hij te telefoneren. Ik kon
niet precies volgen, wat hij zei, omdat hij
heel zachtjes sprak, maar ik meende iets
op te vangen van „het is alles veilig hier".
Na verloop van een minuut of vijftien
hoorde ik een taxi aan komen rammelen in
de straat. Nogmaals viel de voordeur met
een bons dicht. Daarna gebeurde er enige
tijd niets, terwijl Fellowes met zijn hoofd
in zijn handen bleef zitten. Toen ik op het
punt stond öm tot mezelf te zeggen, dat de
taxi waarschijnlijk bezoek had gebracht
voor degene, die beneden in het souterrain
woonde, hoorde ik opeens het geluid van
een stok op de vloer en een ogenblik later
zag ik Edith Simpkins de kamer binnen-
strompeïen.
Fellowes sprong op en deed me nu meer
nog dan te voren denken aan een roof
vogel. Hij installeerde de vrouw in een
stoel en uit de muurkast nam hij een fles
cognac en een glas. Nadat Edith Simpkins
hiervan wat had gedronken, kwam er een
vaag kleurtje op haar wangen.
Lieve Charles, je bent zo goed voor
me mompelde ze.
Dit was de eerste keer, dat ik zijn voor
naam hoorde. Hij was niet in het minst het
type man, tot wie vrouwen een woord van
liefde of vertedering zouden spreken, maar
in het hart van deze magere ongetrouwde
vrouw scheen hij toch enig gevoel op te
wekken.
Je weet, hoe vreselijk ik het vind jou
te zien lijden, Edith, zei Fellowes. Als ik
maar uit dit afschuwelijke mistige land
weg kon komen, waar we gedurende die
ellendige oorlog moesten blijven rondhan
gen. Wat een oplossing zou dat betekenen!
Edith Simpkins sloeg haar sombere ogen
naar hem op.
Maar dat zaJ nu niet lang meer du
ren, Charles. Nog enige weken en al onze
problemen zullen opgelost zijn. En vertel
me nü eens, wat je te weten bent gekomen,
iWordt vervolgd)..