c
J
Engels warenhuisconcern besloot tot
politieke zuivering van zijn bedrijven
Prot. Chr. Bond van Spoorwegpersoneel
houden in Haarlem vergadering
De nieuwe bonnen
Interpellatie over verbroken overleg
met de onderwijzersorganisaties
De noodzakelijkheid der reorganisatie
HE
Donderdag 2 Juni 1949
3
Van onze correspondent te Londen)
Het besluit van een particuliere firma
om haar bedrijf te zuiveren van commu
nisten en fascisten heeft in de pers en
parlement de nodige beroering gewekt,
niet uit sympathie voor deze vorm van
dictatuur, maar omdat door deze actie eên
politiek element is gebracht in het econo
mische leven. Velen vragen zich af of dit
verenigbaar is met het principe der demo
cratische vrijheid. De wijze, waarop in de
Verenigde Staten op dit gebied een voor
beeld werd gegeven, is hier over het alge
meen afgekeurd. Is het niet beter, vraagt
men in Engeland, zich te bepalen tot een
positieve bestrijding van extremistische
opvattingen? Bouwt men niet op drijfzand
indien methoden worden toegepast welke-
in wezen aan de totalitaire denkbeelden
zeil' zijn ontleend? Enkel wanneer de vei
ligheid van het land op het spel staat is
men algemeen bereid de klassieke Britse
verdraagzaamheid te laten varen.
De onderneming in kWestie is het wa
renhuisconcern John Lewis, dat zestig za
ken over heel Engeland bezit, alsmede een
aantal eigen fabrieken en zuivelbedrijven.
Er zijn twaalf duizend employé's, die ech
ter een bijzondere status hebben, omdat
zij behoren tot het door deze firma inge
voerde systeem van deelgenootschap in de
winst. De zestigarige eigenaar, de heer
Lewis, zoon van de oprichter, heeft toen
hij twintig jaar geleden de zaak van zijn
vader overnam, geheel nieuwe methoden
ingevoerd, welke hij als een uitnemend
geslaagd sociaal experiment beschouwt.
Teneinde het saamhorigheidsgevoel tussen
de bedrijfsgenoten te bevorderen, ontvan
gen deze in de vorm van jaarlijks te ver
strekken aandelen een dividend ter grootte
van zes procent van het salaris. Voorts
besteedt het bedrijf de grootste aandacht
aan de sociale zorg voor het personeel, dat
onder andere premievrij pensioen krijgt.
Verder bezit de firma eigen rustcentra,
weekeind- en vacantiehuizen. Een vroegere
universiteitsprofessor staat aan het hoofd
van de sociale afdeling. De eigenaar ver
vult de functie van voorzitter van de cen
trale directieraad, welke bestaat uit een
aantal bedrijfsdirecteuren. Vijf van de
twaalf leden van de raad worden door het
personeel uit zijn midden gekozen. Een
centrale raad van 100 leden, waarvan
tweederde bij geheime stemming door en
uit de bedrijfsgenoten wordt aangewezen,
komt maandelijks bijeen ter bespreking
van vraagstukken welke de firma betref
fen. Salarisschalen worden ook door het
eigen „parlement" bij meerderheid van
stemmen vastgesteld. Medezeggenschap op
deze schaal is ongetwijfeld uniek. De firma
acht het besluit tot politieke zuivering
alleszins verantwoord, omdat het gemeen
schappelijk door de deelgenoten is geno
men.
De bedenkingen in eigen kring waren
zeer ernstig, omdat nog niets bekend is
over de wijze, waarop het besluit zal wor
den toegepast, De tegenstanders meenden,
dat de hele idee der bedrijfsgemeenschap
thans in gevaar wordt gebracht omdat de
onderlinge verdachtmaking voortaan geen
grenzen zal kennen. Van de zijde der be
drijfsleiding verzekert men echter dat dit
overdreven is. Slechts zal worden inge
grepen wanneer er sprake is van duidelijke
politieke agitatie, welke de goede atmosfeer
waarin men pleegt te werken in gevaar
brengt.
De 9 Muzen
Film van de maand. Het bestuur van de
Nederlandse Filmclub heeft aan de Italiaanse
film „La caccia tragica" (De tragische jacht)
het praedicaat „Film van de maand" ver
leend.
Tweede dirigent. Met ingang van 1 Sep
tember 1949 is als opvolger van Jan Out
benoemd tot tweede dirigent van het Resi
dentie Orkest de heer Jan Koetsier.-
Een particuliere taxi-onderneming te Eindhoven heeft haar wagens van een Philips
mobilofoon voorzien, waardoor de chauffeurs in staat zijn voortdurend contact 'te
onderhouden met de taxicentrale. Een chauffeur in gespreek met de centrale. Links
voor het stuur het bedieningsschakelbordje. De luidspreker voor ontvangst is
onzichtbaar ingebouwd.
Van 5 tot en met 18 Juni zijn de volgende
bonnen geldig:
VOEDINGSMIDDELENKAARTEN 905
161 Vlees (A, B. D): 100 gram vlees.
162 Vlees (A, B): 300 gram vlees.
163 Vlees (D): 100 gram vlees.
164 Algemeen (A. B, D): 250 gram rijst.
165 Algemeen (A, B, D): 250 gram boter
of margarine of vet.
166 Algemeen (A, B): 250 gram boter
of margarine of vet.
167 Algemeen (A, B.): 200 gram kaas
of 250 gram korstloze kaas.
172 Algemeen (B): 500 gx-am boter of
margarine of vet.
174 Algemeen (D): 125 gram boter of
margarine of vet.
175 Algemeen (D): 100 gram kaas of
125 gram korstloze kaas.
TABAKSKAARTEN 903
85, 86 tabak (QA): 2 rantsoenen siga
retten of ketftabak.
87 tabak (QC): 2 rantsoenen siga
retten of kerftabak.
(De letters achter de bonnummers geven de
kaarten aan, waarop de betreffende bonnen
voorkomen).
Bonkaarten ZA, ZB, ZC, ZD, ZE, MD,.
MF, MH 907 (bijzondere arbeid, aanstaande
moeders en zieken).
Geldig zijn de bonnen gemerkt met de
letter P.
De niet-aangewezen bonnen 144, 149, 150,
151, 153, 156, 157, 158 en 159 kunnen wor
den vernietigd.
Interessant programma van
eerste H.O.V.-zomercancert
De reeks Zomer-concerten van de H.O.V.
begint op Vrijdag 3 Juni met een concert
waaraan een drietal solisten zal meewer
ken, n.l. de zangeres Jiswalda van Itter-
sum, de pianist Willy Meeuwisse en de
saxofonist Kees Wisse. Kees Hartvelt diri
geert dit concert.
Op het programma staan de volgende
Werken: van Debussy de Rhapsodie voor
saxofoon en orkest, met als solist Kees
Wisse, die na de pauze de saxofoonpartïj
zal spelen in „Scaramouche', het bekende
pianowerk van Darius Milhaud, bewerkt
voor saxofoon en orkest. Voorts speelt
Woensdag is të Haarlem de een en veer
tigste algemene vergadering begonnen van
de Protestants Christelijke Bond van
Spoor-, Tram- en andere vervoersperso-
neel. Des morgens kwamen de afgevaar
digden in de Grote Kerk bijeen, waar dr.
K. van der Loos, prédikant der Nederlands
Hervormde Gemeente van Haarlem-Noord
een bidstond leidde. Hij sprak naar aanlei
ding van Psalm 67 vers 3: „Opdat men ook
op de aarde Uw weg kenne".
In het Concertgebouw werd de vergade
ring geopend met het zingen van Gezang
47, de verzen 1 en 3 en gebed. De bonds
voorzitter, de heer A. Meines uit
Utrecht, deelde in zijn openingsrede mee,
dat het aantal leden de achtduizend is ge
passeerd. Na de bevrijding werd met vier
duizend leden het bondswerk voortgezet.
Spreker betoogde, dat de beginselen der
Christelijke vakbeweging de meest juiste
zijn, welke 't arbeidende volk de verlossing
kunnen brengen in een ontredderde wereld.
De heer Meines herinnerde er aan, dat na
veel zorgen en moeite de landelijke loon
regeling van het wegverkeer tot stand is
gekomen. Het heeft het hoofdbestuur ge
griefd, dat de rijksbemiddelaars de over
eenkomst van werkgevers en werknemers
niet hebben willen goedkeuren. Daarmee
gaat de hoge waarde van de gezamenlijke
arbeid toch min of meer verloren. Door het
besluit van de rijksbemiddelaars is het
proces van de totstandkoming van de loon
regeling gerekt, zeer zeker tot schade van
de werknemers en uiteindelijk ook van de
bedrijven. Op zichzelf is het reeds van
grote waarde, dat de loonregeling een lan
delijk karakter draagt. Er is nu een uni
formiteit. De basis is gelegd en in de op
eenvolgende tijden zal het de taaie zijn,
voort te bouwen op deze grondslagen.
Spreker merkte op, dat er een grote on
zekerheid bij tal van spoormensen heerst.
Deze onzekerheid bestaat niet zo zeer in
het gevaar van aantasten van de rechten,
welke na vele jaren van strijd als sociaal
bezit zijn verkregen, als wel in het zich be
zorgd maken om een steeds doortrekken van
reorganisatie van het bedrijf. Velen zien in
dit steeds meer reorganiseren een belem
mering om straks uiteindelijk toch niet die
plaats in te nemen, waarop men zo vurig
had gehoopt. Vooral de ouderen denken
nog altijd met schrik terug aan vroegere
tijden, toen ook de gang van het bedrijf
meebracht, dat velen ontslagen of op
wachtgeld gesteld werden, terwijl vele
jongeren nog altijd vrezen, nooit tot het
vaste personeel gerekend te kunnen wor
den. Er zijn nog andere vragen, welke het
spoorwegpersoneel bezig houden. Doen de
Nederlandse Spoorwegen wel voldoende,
om de concurrentie met het wegverkeer het
hoofd te bieden? Is de altijd maar weer
nieuwe reorganisatie wel in het belang van
het bedrijf? Brede groepen maken zich on
gerust over de gevolgen van de straks door
gevoerde electrificatie en mechanisatie.
Spreker zeide, dat zich thans in het spoor
wegbedrijf een proces ontwikkelt, dat voor
de toekomst van verstrekkende gevolgen
zal zijn. Een van de belangrijkste vraag
stukken vormt de personeelspolitiek. Dit
staat natuurlijk niet los van de ontwikke
ling van het bedrijf en de mogelijkheden,
welke het bedrijf geboden zullen worden.
Van de grootste betekenis zal zijn, welke
plaats het spoorwegbedrijf zal innemen in
het volksleven. Naar sprekers mening zal
dit bedrijf rekening dienen te houden met
de ontwikkeling van het wegverkeer, dat
nog steeds zal toenemen. Daardoor is het
niet buiten gesloten, dat de baten van het
spoorwegbedrijf steeds blijven verminde
ren. Spreker besloot met. te zeggen, dat de
arbeidende klas in de komende tijd meer
dan voorheen zelf mee moet beslissen over
haar taak. Het zal er grotendeels van af
hangen welke rol de arbeidende klas zelf
vervult.
Bij de bespreking van het beleid van het
hoofdbestuur werden vragen gesteld over
het werken op de nationale feestdag. Ver
zocht werd het daar heen te leiden, dat liet
personeel in de toekomst vrijaf heeft. De
voorzitter zette uiteen welke houding
het hoofdbestuur heeft aangenomen. De
regering had laten weten, dat het door de
Willv Meeuwisse het Concertino voor piano tijdsomstandigheden gewenst is de bearij-
beiden te Utrecht en L. Silvis te Haarlem
werden herkozen.
Namens hei Christelijk Nationaal Vak
verbond sprak de heer G. Wernsen de
vergadering toe. Hij zeide, dat de bond een
belangrijke plaats in het verbond inneemt,
omdat hij meewerkt aan het verkeer, dat
voor ons van belang is.
De volgende algemene vergadering zal in
Eindhoven worden gehouden.
De vergadering besloot in de toekomst
een toogdag te houden inplaats van een
algemene vergadering van twee dagen.
Des avonds is het vijf-en-dertigjarig' be
staan van de afdeling Haarlem van de Pro
testants Christelijke Bond van Spoor-,
tram- en ander vervoerspersoneel gevierd.
Vele afgevaardigden woonden de bijeen
komst in het Concertgebouw bij. De bonds
voorzitter, de heer H. Meines, heeft de af
deling Haarlem gelukgewenst tijdens een
redevoering. Deze avond verleenden mede
werking het Symphonie-ensemble „Or
pheus", onder leiding van de heer H. Th.'
Lindenborn, het solo-mannenkwartet „Or
pheus", dirigent Nico de Zwager en het
Volksdans-centrum Haarlem onder leiding
van de heer H. F. van de Wateren met be
geleiding van de heer H. Steenkist.
TWEEDE KAMER
Motie-Roosjen, om de onderwijzerssalarissen gelijk
tijdig en evenredig met die der ambtenaren te ver
beteren, aangenomen.
In de Woensdagmiddag gehouden verga
dering der Tweede Kamer heeft de heer
Goedhart (Arbeid) verlof gevraagd tot
de regering vragen te mogen richten om
trent de plannen, welke bij haar bestaan
ten aanzien van de repatriëring en de
demobilisatie van troepen in Indonesië, de
uitzending van aflossingscontingenten en
het onderzoek naar de gedragingen der
troepen in Indonesië. In een volgende ver
gadering zal over deze interpellatie-aan
vraag worden beslist.
Vervolgens kwam aan de orde de inter
pellatie van de heer Roos jen (A.R.)
met betrekking tot het verbreken van het
overleg over de onderwijzerssalarissen. Aan
het slot van zijn betoog vroeg de heer
Roosjen: Heeft de minister kennis genomen
van het communiqué van het bestuur der
Algemene Nederlandse Onderwijzers Fe-
deratie, waarin wordt medegedeeld, dat
het voorstel door de A.N.O.F. op verzoek
van de regering bij de commissie-Wesse-
lings ingediend en geheel ontworpen vol
gens de algemene richtlijnen, die bij de
technische herziening van het bezoldigings
besluit burgerlijke rijksambtenaren zijn
toegepast, door de regering niet als reëel
wordt beschouwd en door haar niet voor
discussie vatbaar wordt geacht en dat de
regering geen nut ziet in verder overleg
met de organisaties en de herziening dei-
salarissen zelf ter hand zal nemen zonder
gebruik te maken van medewerking der
organisaties? Voorts vroeg de heer Roosjen
of de minister bereid is de Kamer in te
lichten over het verloop der onderhande
lingen in de commissie-Wesselings, gevoerd
na zijn verklaring op 15 December in de
Tweede Kamer, dat hij bereid was tot reëel
overleg, waarbij de „partijen" zich over en
v/eer openstellen voor eikaars argumenten?
Om welke redenen werd het overleg met
de desbetreffende organisaties door de
regering verbroken? Het eindigen van dit
overleg heeft grote teleurstelling en ont
stemming gewekt.
De minister van Onderwijs, Kunsten en
Wetenschappen, prof. R u 11 e n, beant
woordde de eerste vraag bevestigend. Het
voorstel der A.N.O.F. was zijns inziens niet
reëel en daarom niet voor discussie vat
baar. Het was niet ontworpen volgens de
algemene richtlijnen. De vermeende achter
stelling der onderwijzers berust zijns in
ziens op een misverstand. Na uitvoerig te
zijn ingegaan op het verloop der onder
handelingen zeide de minister, dat als de
wens tot redelijk overleg wordt kenbaar
gemaakt, de regering dit niet zal afwijzen.
Maar men zal goed doen zich te bezinnen
op een aanvaardbaar punt van uitgang.
De heer Roosjen vroeg hierna of niet
te licht met het georganiseerd overleg is
omgesprongen. Het onbevredigende vond
hij, dat de organisaties „op de mat blijven
staan". Het verheugde hem, dat de minister
niet afwijzend staat tegenover een her
opening van het overleg. Tenslotte diende
hij een mede door C.H.- en V.V.D.-leden
ondertekende motie in, waarin de Kamer,
gehoord de verklaring dat de regering
bereid is het overleg te hervatten en ge
hoord de overtuiging der regering, dat de
maatregelen, welke wijziging brengen in de
financiële positie van de ambtenaren ge-,
lijktijdig en evenredig voor de onderwij
zers behoren te gelden, de regering verzoekt
er naar te streven, dat de regèling van deze
gelijktijdigheid en evenredigheid bij de
„ontknikking" der onderwijzerssalarissen
tot uitdrukking wordt gebracht.
De heer Peters (K.V.P.) betoogde, dat
het zeer ernstig te betwijfelen is of het
gepleegde overleg reëel is geweest. Zijns
inziens is rustige bezinning op het vraag
stuk der onderwijzerssalarissen noodzake
lijk. De regering make er geen prestige
kwestie van.
De heer Gortzak (C.P.N.) vond de
ongerustheid der onderwijzers begrijpelijk.
Hun salariëring is meer dan een vraagstuk
der onderwijzers alleen, de hele samen
leving heeft ermee te maken. Ook mevrouw
Fortanie rd e W i t V.V.D.noemde
het overleg niet reëel in de zin als door de
Kamer in December was bedoeld. De re
gering geve niet toe aan de vrees, welke
in bepaalde kringen bestaat, dat de onder
wijzers, als ze delen in de „ontknikking",
in een te gunstige positie komen. De heer
Van Sleen (Arbeid) vond eveneens, dat
er geen sprake van reëel overleg is ge
weest. Het is afgebroken op het moment,
dat het eigenlijk pas kon beginnen.
De heer Til an us (C.H.) zeide, dat de
regering moet beseffen, dat het salaris-
vraagstuk voor de onderwijzers uiterst
klemmend is. Er moet aantrekkingskracht
van de salarissen uitgaan.
De minister antwoordde nog, dat de
regering niet anders kon handelen dan zij
deed en dat zij niet van plan is een pres-
tige-kwestie van deze zaak te maken. Het
ligt niet in de bedoeling het in 1947 ver
kregen herstel aan te tasten of de onder
wijzers in een uitzonderingspositie ie plaat
sen. De ongelijkheid van de salai-issen van
de onderwijzers en ambtenaren is niet ont
staan door een of andere maatregel, maar
door een dertig jaar geleden genomen be
slissing. De regering verstaat onder reëel
overleg iets anders dan het mededelen van
het standpunt van de ene partij aan de
andere, dat deze dan maar heeft te aan
vaarden. De billijkheid verbiedt zijns in
ziens aan de onderwijzerssalarissen een
algemene „ontknikking" toe te dienen. De
consequenties van de motie achtte hij on
zeker, doch hij liet de beslissing aan de
Kamer over.
De motie-Roosjen werd hierna zonder
hoofdelijke stemming aangenomen.
Na de mededeling, dat de Kamer niet zal
worden bijeengeroepen vóór 23 Juni, sloot
de voorzitter de vergadering.
Graaf Flemming van Rosenborg
in Tegelen
Tegelen heeft gisteren de voormalige
Deense prins Flemming en zijn echtgenote,
een Kopenhaagse koopmansdochter binnen
zijn poorten gehad, zonder het tijdig te be
seffen. Het jonge paar dat op de huwelijks
reis is, gebruikte gisteren de lunch in hötel
„Het witte huis". Eén der andere gasten,
die pas in Denemarken was geweest, kwa
men de hoge bezoekers wel bekend voor,
doch hij kon niet op de naam komen. Pas
toen zij weg waren, viel het hem in dat zij
Graaf Flemming van Rosenborg en zijn
vrouw waren.
HET GEVANGENISWEZEN
ET GEVANGENISWEZEN in
Nederland wordt ingrijpend
gereorganiseerd. Een deel der plan
nen is reeds uitgevoerd, maar nog
veel staat voor de naaste toekomst
op het programma.
Om de lezer in te leiden tot de
kem is het noodzakelijk al is het
slechts kort een blik in het ver
leden te slaan. Wij geven hierbij
het woord aan dr. J. v. d. Grient,
inspecteur van het gevangeniswe
zen voor de sociale verzorging:
In vroeger eeuwen werd de mis
dadiger alleen gestraft uit een
vergeldingsoogpunt. Hij had zich
misdragen tegenover de maatschap
pij, dus was het volkomen redelijk
dat daar een zekere hoeveelheid
leed tegenover kwam te staan.
Om de persoon van de misdadi
ger bekommerde men zich in vroe
ger eeuwen niet. Vandaar dat er
zelfs een proces werd gevoerd
tegen een.varken, omdat dat
dier een kind van een boer had
aangevallen.
Pas in latere jaren ging men
enige belangstelling tonen jegens
de misdadiger als mens. In Enge
land werd daartoe de stoot gegeven
door John Howard en toen die eens
een reis door Nederland maakte,
ontmoette hij in een trekschuit die
naar Groningen voer, personen die
hij voor zijn denkbeelden won, om
die ook in Nederland ingang te
Deze foto geeft een suggestief beeld
van de gevangenissfeer.
Een aangelegenheid die in het brand
punt der belangstelling staat is de
reorganisatie van het gevangeniswezen
in ons land. Om daarover de lezers vol
ledig te kunnen inlichten, kreeg een
onzer redacteuren van de Minister van
Justitie toestemming verschillende ge
vangenissen te bezoeken, waaronder de
Bijzondere Strafgevangenis te Leeuwar
den. Alle denkbare medewerking werd
gegeven. Vanwege het Departement
waren daarbij enige hoge ambtenaren
aanwezig om, ter aanvulling van het
geen de directeur en zijn staf vertelden,
inlichtingen te geven. Maar onze redac
teur kon zich ongestoord met de gede
tineerden onderhouden. Dit begunstigde
het krijgen van een persoonlijk en ob
jectief oordeel in belangrijke mate.
groot genoeg waren, ook al werd het aantal
veroordeelden in één cel nu beperkt tot
drie, hoogstens vier. Dit kwam omdat een
zeer groot aantal politieke delinquenten
moest worden opgenomen.
De eigenaardige toestand was dus ont
staan, dat zonder beslissing van de wet
gever de cellulaire opsluiting (tijdelijk)
buiten werking gesteld was. Dr. Kempe
verwachtte toen (het was 1 April 1948) dat
die toestand nog vele jaren zou duren.
Geen plaatsgebrek meer
in gevangenissen
Wij verwonderden ons in de gevange
nis te Haarlem en ook in die te Leeuwar
den te horen, dat er nu in het algemeen
weer voldoende ruimte is om de gevange
nen weer elk een cel te geven.
Mr. J. E. Erdrnan, plaatsvervangend
hoofd van het Gevangeniswezen, deelde
u." dï..tiji l182.3 'dateert vang.nispersoneel, stemmen op om het lot In
te verbeteren maar er I" HamPen de laatste jaren is uitgebreid.
- 7. ei Zo is er onder andere in Veenhuizen een
de oprichting vim het Genootschap tot der gevangenen
zedelijke verbetering van gevangenen, konden toen geen gelden voor dit doel be-
Onder Koning Willem I werd toegestaan schikbaar gesteld worden,
dat reclasseerders de gevangenen bezoch
ten.
Er werd toen een actie gevoerd om in de
gevangenissen het cellulaire stelsel in te Toen is in 1940 de oorlog gekomen. De
voeren. Algemeen werd verwacht dat Duitsers stopten vele Nederlanders in de
verblijf in een cel een gunstige uitwerking gevangenis die vroeger die gebouwen nau- richtingen tezamen nnwvwr n nnn
zou hebben omdat de gevangenen dan niet welnU-s aan de hnitoni-ant O.-*-?,r»r> ingen tezamen ongeveer 11.000 ge
vangenen. Enkele inrichtingen zijn zelfs
"ig bezet.
Wel is er nog steeds plaatsgebrek in de
Huizen van Bewaring, daar de mensen wier
zaak nog berecht moet worden, moeten
eenzaamheid gauwer tot inkeer znu komen. De regering stelde een Staatscommissie 'tan dl
In 1845 werd de eerste cellulaire ge- in nm ie n™.™ yan de betrokken rechtbank.
vangenis aan de Weteringschans te Am-
nieuw gesticht gekomen. Bovendien werden
in Limburg drie kampen gebouwd voor
Zo kon hef nipt lannerl Sedelineerden die de mijnen werken,
KOn net met langer. Ook is het aantal politieke delinquenten in
sterke mate afgenomen.
Van plaatsgebrek voor veroordeelden is
1 geen sprake meer. Er zijn nu in alle in-
zou hebben omdat de gevangenen dan niet welijks aan de buitenkant gezien hadden,
meer met elkaar in aanraking zouden Zij ervoeren nu aan de lijve wat het is in nrêt°vönedi2"h^Vcf
komen voorheen zat „rijp en groen" bij een cel te zitten. Na de bevrijding ging er
elkaar waardoor besmetting in moreel als het ware een schreeuw door ons land:
opzicht voorkomen zou worden. Bovendien er moet wat gebeuren, zo kan het niet /aak
verwachtte men dat de misdadiger in de langer!
gauwer tot inkeer zou komen.
werd de eerste cellulaire ge- in om te rapporteren over de reorganisatie WtbSSS
sterdam opgen.ht. Later volgden er mee£ ^TiTS
onder andere de koepelgevangen.ssen ,n ,s de inleiding geweest van het ingrijpende strafgevangenissen t SL™ was hel
IJSVERWACHTING:
in alle C. Jamin-filialen te Haarlem
en Heemstede en aan de C. Jamin-
carriers
HEERLIJK IJSKOUD IJS
VANILLE DUBBELDIK 10 CENT
CHOC. DUBBELDIK 15 CENT
M. Nijhoffs Pinksterspel
„Des Heilands Tuin"
Plet Hervormd Kerkblad voor deze week
bevat een artikel van mr. J. H. Ekering,
waarin deze zijn teleurstelling onder woor
den brengt over het gemis aan wezenlijk
contact tussen kunst en religie. De schrij
ver dringt in gloeiende termen aan op her
stel van deze breuk en noemt de dichter
M. Nijhoff, wiens nieuwe lekenspel „Des
Heilands Tuin" gisteren voor het eerst in
het door schijnwerpers verlichte koor van
de Grote Kerk te Haarlem werd uitgevoerd,
een der voornaamste pioniers in dienst van
dit streven naar wederzijdse bevruchting.
Een courant is niet de plaats om een derge
lijk ideaal in discussie te nemen, te minder
omdat er aangaande het bestek geen vaste
regels zijn te stellen.
Dit Pinksterspel, gegoten in een door
gaans onmiddellijk tot het gevoel sprekende
dichtvorm, mag men natuurlijk opvatten
als een beeldend getuigenis van een heilige
zekerheid, dat dieper dingen los werkt
als deze variatie op de eigen woorden van
de schrijver geoorloofd is dan een preek
ooit kan opbrengen. Dat hebben althans de
anonieme medewerkers gedaan, die erin
slaagden onder de zorgvuldige en door ern
stig begrip gedragen leiding van Wim
Paauw in tekst, gebaar en houding een
wijding en een dramatisch evenwicht te
leggen waartoe lekenspelers slechts hoogst
zelden bij machte zijn.
De handeling voltrekt zich in een huis
te Jeruzalem, rond en voor de tafel waar
aan de discipelen het Laatste Avondmaal
gebruikten en nu de uitstorting verwachten
van de Geest, die hen zal inspireren tót
het verkondigen en te boek stellen van wat
zij hoorden en zagen. Naar mijn mening
heeft Nijhoff hiermede zijn reeds enkele
keren te dezer stede vertoonde Kerstspel
als kunstwerk overtroffen. Immers de ge
hele bouw. zowel in de grote lijnen als in
onderdelen, bestaat bij de gratie der ver
eniging van zelfwerkzaamheid en Godde
lijke tegemoetkoming, gesymboliseerd door
het opstijgen van het gebed en het neer
dalen van de bezieling, tevens door de
komst van de heidense profetessen uit de
vier windstreken en net uitzwermen van
de evangelisten. Thans behoefde de dichter
ook geen twee naast elkaar geplaatste to
nelen meer voor de handreiking tussen
hemel en aarde. Hij had zelfs ter illustratie
van dit proces ontvangen en uitstralen
met één mens kunnen volstaan.
Haarlem, Arnhem en Breda.
plan dat nu wordt uitgevoerd.
De heilzame uitwerking die men van de In begin 1948 hadden wij" ëen onderhoud Slluw? réVunT11/"61|8 'nrichtin?en Mn
en orkest van Honegger en zal de sopraan
Jiswalda van Ittersum een uitvoering
geven van Les Prières van Caplet en Drie
Liederen van Marcel Delannoy. Als omlijs
ting zullen nog de volgende orkestwerken
worden uitgevoerd: Ouvertui-e Carnaval
Romain van Berlioz. Prélude a l'apris-midi
d'un faune van Debussy en tenslotte
Chabrier's Espana Rhapsodie.
ven niet stil te leggen. Daarom was het
vreemd, dat aan het overheidspersoneel
wel een gedeeltelijk vrije dag is gegeven.
Hiertegen is stelling genomen. In geen ge
val mag liet voorkomen, dat de viering
van de nationale feestdag een „aanfluiting"
genoemd wordt.
De periodiek aftredende hoofdbestuurs
leden de heren M. Hoekstra, K. IJszenga,
eenzame opsluiting verwachtte, is uitgeble- met dr. G. Th. Kempe, de directeur van het
Ve?' Criminologisch Instituut te Utrecht over het zo veel' moeel'iik'verblHMi
In de Amsterdamse gevangenis zaten in werk dezer Staatscommissie. Daaruit bleek, J J
1939 63 recidivisten. dat de Duitsers in de oorlogsjaren uit louter
Dit was de tijd van sleutels en tralies, practische overwegingen een einde ge-
Het gehele gevangeniswezen in ons land maakt hebben aan de cellulaire opsluiting tine v
was zo dood als een pol. Een bewaarder in onze gevangenissen. Zij hadden meer ge- - -
voeren: elke ge
vangene een cel voor de nacht, maar
- in gemeenschap op
de dag. Dus waar het kan in gemeenschap
werken, luchten, ontspanning genieten en
lessen volgen. Helaas is het, door de inrich-
an verschillende gevangenissen i:
was een prima ambtenaar als hij er slechts
vangenen dan er cellen waren en daarom voeren
voor zorgde dat geen gevangene kon ont- werden er 3. 4 of zelfs nog wel meer in één
snappen. cel gestopt. Na de bevrijding is de toestand
Er gingen, ook in de kringen van het ge- bestendigd, omdat onze gevangenissen niet
land nog niet mogelijk dit overal volledig in
voeren.
Daarover meer in een volgend artikel.
C. J. van T,
Portret van de dichter M. Nijhoff (over
genomen uit het bij de Mansarde Pers
verschenen boek Wandelaar in de werke
lijkheid" door Theun de Vries).
In letterkundige kronieken pleegt men
Nijl^u'f als een betoveraar van gewone
woorden te kenschetsen. Soms vindt hij
een even simpel als overrompelend beeld,
zoals: ..Voegt al uw dromen tot één kerk!"
Zijn schijnbare primitiviteit berust even
wel op een zeldzaam en vaak bewust toe
gepast raffinement. Al staat de vertolking
van dit werk op een niet slechts verras
send, doch zelfs verheugend hoog peil, lang
niet altijd wordt de in eenvoud wonder
baarlijke schoonheid der taal voldoende
helder gemaakt en door Innerlijke span
ning gedragen. Zo mist men bijvoorbeeld
in het tweede tafereel, waarin de discipe
len hun zwakheden belijden, het mede-
spreken van het geweten. Men hoort alleen
maar wóórden, evenals in de aanhef van
het visionnaire fragment over de kerk
bouw. waar ook de accenten verkeerd lig
gen. Wim Paauw heeft met deze groep van
grotendeels onervaren krachten stellig een
pittoreske levendigheid bereikt, welke ech
ter in het "zevende tafereel te bewegelijk
aandoet om het gespannen ongeduld te
suggereren. Overigens draagt deze bijeen
komst inderdaad het karakter van een re
volutiesfeer, van een samenzwering ten
dienste van een heilige zaak. Speciale 'hulde
verdienen de sterke indruk van waarach
tige bezetenheid achterlatende spelers, die
Petrus en Johannes voorstellen. Ook het
moeilijke maar essentiële gesprek
tussen Marcus en Lucas beantwoordt aan
de eisen.
Aanvankelijk verschaffen de Sibyllen wel
enige moeite om in hun extase te doen ge
loven, doch allengs vormen zij een zuiver
op de innerlijke ontroering afgestemd koor.
De mooiste ogenblikken dankt men aan
de vertolkster van de Maria-rol, een aan
doenlijke illustratie der moederverering
van de schrijver. Haar hemelse glimlach
tijdens haar verwelkoming, haar driemaal
herhaald „Prijst God!" en haar voordracht
van de sublieme tekstregel „Wij gaan voor
zien in 't onvoorziene" zal men niet licht
vergeten, zomin als het schikken der veel
kleurige bloemen op de tafel.
Mede dank zij de muzikale steun van
het Oosterkerkkoor onder leiding van de
organist Egbert Vos spreekt het geheel een
hartverheffende taal, waaraan men stellig
artistieke waarde mag toekennen.
Men kan niet anders dan de Hervormde
Jeugdraad dankbaar zijn voor het genomen
initiatief. Het is overigens de vraag of de
machtige St. Bavo, waar ieder stemgeluid
drievoudig weergalmt, wel de ideale plaats
vormt voor dit in enkele figuren gecon
centreerde religieuze spel. De belangstelling^
voor deze eerste uitvoering was verheugend
groot. DAVID KONING»