De zon ging in Leeuwarden schijnen Het huis aan de baai Dinsdag 7 Juni 1949 HET GEVANGENISWEZEN Het „Oude Blokhuis" te Leeuwarden, nu als Bijzondere Strafgevangenis verbouwd, was vroeger het tucht- en werkhuis. Het werd in 1499 dus juist 450 jaar geleden gebouwd. Er heerste toen in dat gewest een verwoede strijd tussen „Schieringers" en „Vetkopers". Keizer Maximilaan van Oostenrijk gelastte de Hertog van Saksen de Friezen te vuur en te zwaard tot onder werping te brengen. Na die onderwerping werden de Friezen gedwongen drie blokhui zen te bouwen en wel in Leeuwarden, Har- lingen en Staveren. Stadhouder Graaf Wille- brord stelde over het blokhuis in Leeuwar den een „maerschalck" aan. Er waren bijgebouwen voor de kazernering van sol daten, verder wachthuizen, stallen, maga zijnen, enz. Onder de grond waren kerkers waarin de opstandige Friese edelen werden opgesloten. Bij de laatste verbouwing wer den daarvan nog de funderingen gevonden. In de 16e eeuw werd het blokhuis be stemd tot tucht- en werkhuis. Een grote brand vernielde in 1754 een deel van het gebouw, maar in de archieven is aange tekend, dat het gebouw in 1756 vernieuwd was en dat nu de burgers van Friesland weer gerust konden slapen, daar al het ge spuis weer goed achter slot en grendel zat. Het tucht- en werkhuis heeft in de loop der eeuwen veel bijnamen gehad. Onder andere „rasphuis", blijkbaar omdat ge vangenen daar verfhout raspten. Ook „spinhuis". John Howard, de Engelsman die zich in de 18e eeuw interesseerde voor het gevangeniswezen, bezocht Leeuwarden. Hij vertelt dat hij daar spinnende vrouwen en kinderen aantrof. Ook die naam is dus historisch verklaard. In 1870 werd het tucht- en werkhuis ver bouwd tot Bijzondere Strafgevangenis. Aanvankelijk kreeg Leeuwarden de mis dadigers die in andere gevangenissen hun vijf jaar celstraf hadden uitgezeten. Cel psychose was in die tijd een vaak voor komend verschijnsel. Er verliep soms veel tijd tussen 't constateren daarvan en 't over brengen van de gevangene naar Leeuwar den om de man, die niet tegen de dodende eenzaamheid van de cel bestand was, ovei te brenggn naar de gemeenschap in Leeuwarden. Sóms was dit zelfs noodlottig. Om de zaken meer in de hand te hebben, werd in 1890 bij de gevangenis te Leeuwar den een cellulaire afdeling gebouwd. Nu kon een gevangenisarts die celpsychose constateerde een gevangene onmiddellijk uit zijn kerkertje halen en in de gemeen schappelijke afdeling overbrengen. Het duurde intussen nog tot 1924 voor minister Heemskerk de bekende mitigatie circulaire uitvaardigde, waardoor het mogelijk werd wat de voorgeschreven vijf jaar eenzame opsluiting betreft, wat milder op te treden. De leefregelen in de gevangenis waren zeer streng in die tijd. De mensen leefden geheel van de vrije maatschappij afgezonderd. Als er bij toeval een courant in een gevangenis verzeild raakte, bracht dit een opschudding te weeg. In de vrije uren mochten de gevangenen wel een boek uit de gevangenis-bibliotheek lezen, maar daarin waren alleen boeken die zo braaf en degelijk waren, dat zij de mensen niet inte resseerden. Eerst na 1924 werden er reclasseerders ook toegelaten tot de tot levenslang ver oordeelden. Heel spaarzaam werd toen ook begonnen met het houden van enkele lezingen. Bovendien werd hier en daar aangevangen met het geven van vak- onderricht en cursussen. Ook werd in enkele gevangenissen die zich daarvoor leenden, gezorgd dat de mensen behoorlijk werk kregen. Iets anders dan het geest dodende zakjesplakken en erwten lezen. Het ging langzaam aan de goede kant op, maar nog wel heel langzaém. Even brak de zon door de wolken. Maar lang duurde het niet, want in 1940 kwamen de Duitsers en keerden de middeleeuwse toestanden in de gevangenis terug. Totdat in 1945 de bevrijding kwam. Ik stond even na de oorlog zo vertelde de heer A. Jansen, directeur der Bijzondere Strafgevangenis te Leeuwarden -r voor een moeilijke opgaaf. Uit den Haag werd mij gevraagd: „zie je kans binnen korte tijd de capaciteit van de gevangenis van 200 tot 600 man op te voeren, want er moet plaats komen voor een groot aantal politieke ge vangenen die tot vijf of meer jaren veroor deeld zijn?" Ik heb gezegd: „Ja, maar dan moet ik de vrijheid krijgen verschillende reorganisaties in te voeren, ik wil er geen pakhuis van maken." Er is heel wat ge- en verbouwd. Vrijwel het gehele werk is door gevangenen uitge voerd. Dat betekende natuurlijk goedkoop werk, maar het voornaamste was dat de mensen aan de slag gingen om hun eigen levensomstandigheden te verbeteren. Vroeger sliepen vele gevangenen, die in de gemeenschap waren opgenomen, in het alcovengebouw, ieder werd opgesloten in een uit ijzer bestaande kooi. Een gevange nis in de gevangenisL Natuurlijk zijn die kooien het eerst verevenen. Op de slaapzalen stonden houten kribben. Die maakten dat er te weinig ruimte over bleef om de zaal ook behoorlijk te gebrui ken om te eten. Het ruimteprobleem werd Een cel verbouwd tot een kamertje dat aan een „thuis" doet denken. praaÉisch opgelost. De mannen slapen nu in hangmatten, die overdag worden opgebor gen. Er zijn nu tien van die zalen die die nen om te slapen, te eten en te converseren. De mijren zijn licht gesausd en alles is ge daan om een gezellig en vriendelijk geheel te verkrijgen. Niet alle gedetineei'den slapen in deze zalen. Ook de cellen in het cellenhuig, zijn nog in gebruik. Dit gebouw zie bovenstaande foto ziet er niet vrien delijk uit, maar wie zo'n zware deur opent staat verbaasd over het tegen woordige inte rieur van zo'n cel. Hier is inderdaad een toverfee aan de gang geweest! Vroeger had de bewoner alleen een raam in de lucht, waardoor hij hoogstens een stukje lucht kon zien. Nu is er een stuk aangebouwd, zodat het een nor maal raam ge worden is. Alleen de tralies aan de buitenkant herin neren er aan, dat men in een ge vangenis is. Het tonnetje de grootste ergernis is weggewerkt in een kast. De muren zijn licht gekleurd en bijna alle bewoners hebben him kamertje opgevrolijkt met planten en bloemen. Zelfs een matje op de vloer ontbreekt niet. Foto's aan de muur bewaren de herinnering aan de familieleden thuis. Vele gevangenen prijzen zich gelukkig dat zij zo'n eigen kamertje hebben, omdat het daar gemakkelijker is om in de vrije uren aan eigen liefhebberijen te werken of te stu deren dan op de zalen. In de cellen mag op bepaalde uren van de dag gerookt worden, evenals op de zalen. Elke week krijgt ieder een pakje cigaretten, dat wil dus zeggen drie op een dag. Om brandgevaar te voorkomen worden geen lucifers gegeven, maar op geregelde tijden gaat een bewaker rond met een aansteker. Wij spraken met een jongeman die tot levenslang ver oordeeld is. Een reent vaardig vonnis zal men zeggen, want hij had een moord op zijn geweten. Opgewekt zat hij te studeren toen wij hem overvielen. Van de directeur had ik wat over zijn verleden gehoord. Hij heeft al vier jaar achter de rug. Hier gedraagt hij zich uitstekend. Hij vertelde ons dat hij de hele reorganisatie in Leeuwarden heeft meegemaakt. Het is zo zei hij een verschü als tussen dag en nacht. Wij leven hier nu als mensen, zijn in zeker opzicht zelfs zeer gelukkig. Maar u begrijpt wel, dat het vreselijk is gepijnigd te worden door de vraag: kom ik ooit nog in de vrijheid. U komt uit de heerlijke vrijheid, wij leven hier in ons kleine wereldje en doen niets dan verlangen. Maar ik als jonge man, die zo'n verleden heb, weet, dat ik de eerste achttien jaar nog niet mag uitkijken naar de dag der bevrijding. Toch houdt de hoop nog eens vrij te zijn mij staande en spoort mij aan om te werken cn te leren. Want als ik eens vrij kom wil ik in staat zijn mijn eigen brood te' verdienen. Met een hartelijke handdruk zijn wij behoef ik het te verzwijgen dat dit bezoek mij sterk had aangegrepen gescheiden. Ik naar de vrijheid, hij bleef in zijn cel, met zijn berouw en hoop. Het bezoek aan de gevangenen vroe ger een marteling voor de gevangenen en zijn familie is ook veel veranderd. Voor het 'bezoek zijn kamertjes ingericht waar men gescheiden door een tafel vertrou welijk kan spreken, ook al is er steeds een bewaker bij. Er is nu ingesteld dat enige keren in het jaar met Kerstmis is men daarmee begonnen en met Pasen is daar mee voortgegaan, omdat de ervaring die men daarmee opgedaan had, gunstig wös een groep gevangenen enige uren onge dwongen mag omgaan met familieleden. Meegebrachte versnaperingen mogen daar. genuttigd worden. Verder mag hij zijn kleine jongen of meisje, waarvan hij zoveel houdt en die hij zo erg mist, op zijn knie nemen, net als vroeger thuis. Wij plaatsten boven dit artikel als kop: ,De zon ging in Leeuwarden schijnen." Schreven wij te veel? In een volgend artikel over het werken in de gevangenis. C. J. van T. DE „DRENTE" MET AUTOBUSSEN EN BOEKEN NAAR INDONESIë. Na zijn eerste verblijf te Rotterdam is het nieuwe ss „Drente" van de Koninklijke Rotterdamse Lloyd naar Indonesië ver trokken met drie grote autobussen en 5000 kilo boeken en tijdschriften voor het Rode Kruis aan boord. Bij de passagiers bevindt zich de heer C. H. W. van der Ven, op richter en voorzitter van het „Indisch Jeugdcentrum". Nauwelijks was de „Drente" van de Lloydkade vertrokken of haar plaats werd reeds ingenomen door de „Japara", die na meer dan twee jaar onafgebroken zwer ven in de verschillende buitenlijnen einde lijk de thuishaven heeft opgezocht. RCH vierde de promotie Met een feestavond in het Concertge bouw heeft de voetbalclub RCH de terug keer naar de eerste klas gevierd. De bijeen komst begon met een „algemene vergade ring", waarin besloten werd de heer Paul Nachtegeller te benoemen tot lid van ver dienste. De voorzitter, de heer Jac. de Geus, die het voorstel toelichtte, herinner de er aan, dat Nachtegeller in 1922-'23 linksbinnen was van het elftal, dat kam pioen van Nederland werd. Later heeft hij belangrijk werk verricht als penningmees ter en als lid van de elftal-commissie. Na de pauze heeft de voorzitter het besluit aan Nachtegeller meegedeeld en hem hulde gebracht voor zijn werk. De supportersvereniging van RCH maakte van de gelegenheid gebruik de voetballers van het eerste elftal te huldi gen en bood ieder een horloge aan. Na mens de leden voerde de ere-voorzitter, de heer S. Hazevoet het woord, die de spelers een foto overhandigde. De dames der spe lers ontvingen van de Supportersvereni ging een aandenken aan het behalen van het fraaie succes. De bezoekers hebben genoten van een aardig programma, dat Anova Variété revue onder de titel „Cocktailklanken" verzorgde. Cees de Lange was een vlot conferencier, Nick Godart bracht vrolijke accordeonklanken, Truus Koopmans zong aardige liedjes, Andre Trebonna bracht negerliederen ten gehore, Gita en Ellis voerden dansen uit, de Wama's brachten vrolijkheid, de Stanlies verzorgden een nummer accrobatiek en Piëtro Nakaro liet het publiek zien, hoe men het toneel in een bloementuin kan veranderen, hoe vissen gevangen worden en dieren te voorschijn gehaald worden. feest. Een bal besloot het goed De cellen-afdeling in de Bijzondere Strafgevangenis, in 1890 gebouwd. Oud-strijders herdachten gevallenen op Grebbeberg Het achtste regiment infanterie 1940 heeft in de Meidagen van 1940 fel gestre den. Ruim 230 mannen verloren het leven. Op Tweede Pinksterdag waren oud-strij ders van het voormalige regiment bijeen gekomen voor een eenvoudige herdenking. Onder de talrijke autoriteiten bevonden zich generaal b.d. H. G. Winkelman en de burgemeester van Rhenen. Vele nabestaan den, oorlogsinvaliden en oud-strijders ston den rond de groeven geschaard. Er werd gesproken door de voorzitter van de ver eniging 8 R. I., mr. B. Coops, door de leger- predikant van 8 R. I. ds. J. G. Groenewegen en door aalmoezenier W. Joosten. Twee oorlogsinvaliden legden een krans aan de voet van het monument van 8 R. I. De aflevering van brandstoffen De Vakgroep Détailhandel in Brand stoffen deelt mede: De brandstoffen-détailhandel is overtuigd van het grote belang, dat ieder gezin bij het aanbreken van het stookseizoen óver een redelijk gedeelte van zijn rantsoen zal kunnen beschikken en is dan pok bereid hieraan ten volle mede te werken. De vak groep wijst er evenwel op, dat dit doel alleen kan worden bereikt, wanneer het publiek de brandstoffen in de zomermaan den accepteert op het tijdstip, dat de han del kan leveren. Wanneer de gezinnen in grote getale pas in de late zomermaanden levering zouden verlangen, dan wordt het voor de handel een onmogelijke taak om ieder tijdig van brandstoffen te voorzien. De handel zou uiteraard niets liever doen, dan aan zijn afnemers uitsluitend de door hen gewenste soorten leveren. De handel moet zich echter bij de aflevering aanpassen aan de soorten, waarmede hij zelf kan worden bevoorraad. Men ziet zich daarom genoodzaakt mede te delen dat op bon 06 naast anthraciet ook Esskolen en eierkolen worden afgeleverd. De aandacht wordt er nogmaals op ge vestigd, dat bon 06 van de brandstofffen- kaart TA 806 uiterlijk Vrijdag 10 Juni bij de brandstoffenleverancier moet zijn in geleverd. De geldigheidsduur van deze bon zal niet worden verlengd. Dr. Beel (ambteloos) terug Zaterdagmiddag landde op Schiphol de KLM-Constellation „Holland" met aan boord de afgetreden Hoge Vertegenwoor diger van de Kroon, dr. L. J. M. Beel. „Toekomstplannen", zei dr. Beel, „heb ik niet. Ik ga eerst met vacantie." Te zijner begroeting waren op het vliegveld onder andere aanwezig de ministers Dr. Drees, dr. Schokking, mr. Van Maarseveen en mr. Van Schaick, alsmede prof. Romme. Vrouw door de bliksem gedood Zaterdagmiddag is te Liessel bij Deurne de 28-jarige echtgenote van de landbouwer Van Loon door de bliksem getroffen. Zij was onmiddellijk dood. In de boerderij van de familie Van Lieshout richtte de bliksem een ravage aan alsof een bom de woning getroffen had. Een der dochters geraakte bewusteloos, een paard werd gedood. Zwerver verdacht van brandstichting In de nacht van Zaterdag op Zondag werd de brandweer te Blij ham, gemeente Wedde, gealarmeerd voor een brand in de schuur van de landbouwer Koning. De brandweer was reeds enige tijd aan het blussen, toen in de nabijheid van de schuur een man werd aangetroffen. Hij had sneden over beide polsen en een mes steek in de hals. In zijn nabijheid werden een mes met bloedvlekken en een zwart masker gevonden. Hij bleek te zijn de 63- jarige zwerver J. W. de B. Hij ontkende iets met de brand uitstaande te hebben en beweerde, dat de wonden door twee onbe kende mannen waren toegebracht. De politie vermoedt echter dat £)e B. de land bouwer Koning, die alleen woont, door brand te stichten uit zijn huis heeft willen lokken, om ongestoord zijn slag te kunnen slaan. De B. heeft in totaal reeds ongeveer 26 jaar gevangenisstraf achter de rug en was thans een half jaar op vrije voeten. Het is niet onmogelijk, dat nu ook een mis lukte overval op de Boerenleenbank te Bellingwolde, welke in de nacht van Vrij dag op Zaterdag werd gepleegd, tot klaar heid wordt gebracht. De dader vluchtte met achterlating van een colbertjasje. De B. werd bij de brand in de schuur te Wedde zonder jasje aangetroffen. De B. is overgebracht naar de maré- chausséekazerne in Bellingwolde. Zijn toestand is niet ernstig. „Nachtrepetitie" Lichtzinnig sluitstuk van mooi seizoen De zomerzotheden hebben weer hun in trede in de daarop aangewezen schouwbur gen van ons land gedaan. Zelden helaas haalt men de edelste paarden van stal om voor de wagens van plezier te spannen. Dat men echter heel goed het probleemloze amusement kan dienen zonder de kunst hoegenaamd te verwaarlozen bewijst Co- media deze maand in het gezellige Leidse- plein-theater te Amsterdam waar Molnars brillante comedie „Nachtrepetitie" in de enigszins getemperde bewerking van P. G. Wodehouse avond aan avond met uitbun dige zwier over het voetlicht komt. Een vrolijk sluitstuk van een mooi seizoen. Dit van geest sprankelende blijspel, ge raffineerd van vorm en pikant van inhoud, is in vroeger jaren onder verschillende ti tels hier al meer dan eens met succes ver toond. Speciaal de voorstelling onder Edu- ard Verkade, met Nel Stants in de vrouwe lijke hoofdrol, moet bijzonder aardig zijn geweest dank zij de aristocratische inslag, die de joyeuze fantasie wonderwel deed herinneren aan het lichtzinnige weefsel van de tijd, waarin men van het leven als van caviaar en champagne genoot. Johan de Meester heeft terwille van het hedendaags publiek, dat een sterk vergrootglas behoeft om deze korte periode van feestelijke zor geloosheid nog te kunnen inzien, op be heerste overdrijving der groteske elemen ten aangestuurd. Men mag betwijfelen of dit nodig was, het kluchtige verzinsel werd er ook voor fijnproevers nauwelijks minder genietbaar door. Het navertellen van de inhoud staat ge lijk met het opdissen van een select menu zonder zout en specerij. Deze hors d'oeuvre van romantische liefde en het leven tussen de schermen van een operette, luchtig samenvloeisel van spel en werke lijkheid, ontleent haar verkwikkende smaak vooral aan de enkele geheimen van de keuken onthullende bereidingswijze en de afwisseling van de ingrediënten, die niet meer voedingswaarde bezitten dan schuim en gelatine. Men krijgt daarbij een vloed van mousserende dialogen, met na de pauze als pièce de résistance een parodie op het salontoneel van Sardou tot lach wekkend besluit. De gehele handeling vol trekt zich binnen een etmaal in een grafe lijk lustslot aan de Rivièra. Han Bentz van den Berg zette met zijn droge uitbeelding van de zich spotziek van zijn geestelijk overwicht bewuste tekst schrijver Sandor Turai een geduchte schre de voorwaarts op zijn weg van ontwikke ling tot een komisch karakterspeler van de eerste rang. De door de regie gewilde half zachte caricatuur van zijn collaborateur Mansky, die men in de gedrukte versie van het stuk nergens zodanig zal aantreffen, verschafte John Soer eindelijk de gelegen heid zijn heel persoonlijke talenten eens flink in den brede uit te strijken. Hoewel zijn (voorgeschreven?) opvatting van de getergde en vernederde acteur, wiens naam ijdelheid zou moeten luiden, slechts gedeel telijk evenwijdig liep met de bedoelingen van de schrijver, waarop zijn rol zich ba seert, gaf Henk Rigters van deze verwaten kwast zo'n gek portret, dat men het toch niet zou willen ruilen voor een meer ter zake dienend ernstiger model. Een aardige typering van een nu eens niet-Engelse butler door Ton Lutz, een kinderlijk-ner veuze secretaris van Jos Liesting en een jonge minnaar van Jef de Groot, die er net niet helemaal bij kon, maakten de manne lijke bezetting vol. De enige vrouwenrol was toebedeeld aan Edy de Boer, die genoeg aan schoonheid grenzende chic en charme bezit om haar tekort aan technische bekwaamheden, nodig' voor het weergeven van zo'n internationaal gevierde diva als in dit geval, een eindweègs te bemantelen. Zij kan zeker in dergelijke mondaine stukken, zodra haar spraak iets lichter plooibaar is geworden en haar al lure nog meer op slag veroverend, tot een figuur van aparte betekenis groeien. Deze critiek is geschreven met de rechter hand zonder dat de linker daar het fijne van wist. Anders zouden enige aanmer kingen met meer nadruk hebben doorge klonken, vooral met betrekking tot de vaak slordige dictie, de .doorgaans lompe li chaamshoudingen, het sfeerloze décor en de te grove charge in het algemeen. Bij zo veel vrolijkheid, als deze voorstelling mee bracht, wegen de bezwaren trouwens be trekkelijk gering. DAVID KONING. Elfjarige jongen verdronken in de Industriehaven Zaterdagmiddag is de elfjarige jongen P. v. R., wonend in de Harmenjansstraat, in de Industriehaven verdronken. De jon gen was met enige vriendjes in de Ir. Lely- straat aan het spelen, toen hij uitgleed en in het water viel. Een elfjarig vriendje sprong hem direct na en wist de drenkeling tot aan de kade te brengen. Hier was de redder echter zo vermoeid, dat hij v. R. moest loslaten. De inmiddels gewaarschuwde politie heeft het slachtoffer daarna met een dreg uit het water gehaald. Men heeft geruime tijd getracht met behulp van een zuurstof apparaat de levensgeesten op te wekken, doch het mocht niet meer baten. Muziekconcours voor PTT-Harmonieën en Fanfares Het Nederlands Verbond van P.T.T. Sport-, Ontwikkelings- en Ontspannings verenigingen schreef dit jaar een tweedaags concours uit voor de harmonie- en fanfare korpsen die bij deze organisatie aangeslo ten zijn. Op tweede Paasdag was het te Arnhem te doen (de Haarlemse P.T.T. - Fanfare nam daar met groot succes aan deel) en op tweede Pinksterdag werd de Haarlemse Concertzaal het toneel van de wedstrijd. De Haarlemse P.T.T.-Fanfare fungeerde als gastvrouwe en had de dag keurig voorbereid. Omstreeks 11 uur had in de foyer van het Concertgebouw de officiële ontvangst plaats van autoriteiten, jury, dirigenten en dagelijkse besturen van P.T.T.-muziekver- enigingen. Hier was onder meer aanwezig de directeur-generaal der P.T.T. de heer Neher, die een sympathieke toespraak hield en blijk gaf van bijzondere waardering voor het streven van het Verbond, door ook het hele concours bij te wonen. Om 1 uur ving de wedstrijd aan. Tien verenigingen namen er aan deel. Als jury lid fungeerden J. H. Caro, uit Middelburg, M. Ogier, uit Den Bosch en ondergetekende. In de 2e afdeling Fanfare speelde eerst Hengelo en maakte door een zuivere stem ming en goede fanfareklank, ondanks enig teveel aan kracht, met beide te spelen num mers een uitnemende indruk en verwierf een le prijs met 146 2/3 p., alsmede de extra-prijs voor het hoogste aantal punten in de afdeling, plus die voor stemming en die voor techniek. Arnhem moest het er bij afleggen: 2e prijs met 123 p.' In de 2e afdeling Harmonie struikelde Hilversum vooral over het stijlbegrip van het verplichte werk; met 117 p. 2e prijs. Breda was fortuinlijker; het leverde voor deze sectie een heel mooie prestatie. Met 136 2/3 p. een le prijs, alsmede de extra prijs voor het hoogste aantal punten in de afdeling, die voor stemming en die voor techniek, bestaande uit een plaquette, be schikbaar gesteld door de directie van Haarlems Dagblad. In de le afdeling Harmonie' was de ouverture van Ad. Adam „La poupée de Nuremberg" het verplichte werk. Van de vier concurrenten bleef Alkmaar de minst gelukkige (2e prijs, 124 1/3 p.) Dordrecht toonde betere kwaliteiten van samenspel, maar had pech met de stemming; le prijs met 137 p. Nijmegen was met de toonzui- verheid gelukkiger en bracht het met 141 1/3 p. tot een hoge eerste prijs. Maar Eindhoven werd dank zij een goede prestatie met een belangwekkend vrij num mer de hoogste in de afdeling, met 143 punten. Ook de prijzen voor stemming en techniek vielen aan deze vereniging ten. deel. Leiden en Rotterdam speelden in de af deling Uitmuntendheid Harmonie; de ouverture „Morgenrood" van Alph. Dreis- sen was verplicht werk. Leiden speelde het stuk bevredigend, maar had met het vrije werk, de Egmont-ouverture van Beethoven wel wat hoog gegrepen. Toch kwam men nog aan een eerste prijs (128 p.). Rotter dam had nu en dan wel met de stemming te kampen, maar leverde overigens brillante uitvoeringen van „Morgenrood" en „La Bohémienne", le prijs, 148 p., extra prijzen voor het hoogste aantal punten van de concoursdag, van de afdeling en van techniek in de afdeling. De extra-prijs voor stemming moest bij loting toegekend wor den, wegens het behalen vap, gelijk aantal punten. De heer J. van. Delden, lid van het Lan delijk Bestuur en voorzitter van de Haar lemse .Postfanfare, was de welbespraakte tolk, om allen die door medewerking en belangstelling tot het welslagen van de wedstrijd hadden bijgedragen, dank te zeg gen. Tot slot had er een muzikale wandeling door het centrum van de stad plaats, waar aan alle tien de korpsen met hun kleine staf van tamboers, hoornblazers en pijpers deelnamen. Het eindpunt was de Boter markt, waar nog gezamenlijk, onder leiding van de heer A. Nieman, dirigent van het Haarlemse korps, een paar nummers wer den gespeeld. Daar werd tevens bekend ge maakt, dat aan Nijmegen de lauwerkrans kon worden toegekend die door de Cantine- commissie P.T.T.-„Baljuw" uitgeloofd was voor het korps dat de beste indruk zou maken op deze muzikale wandeltocht. Er was voor deze slotfaze van het concours begrijpelijk veel belangstelling vanwege het Haarlemse publiek. Dank zij de uitstekende organisatie is het een mooie dag geworden voor de ver enigde P.T.T.-blaas-orkesten en vóór het Ned. Verbond, van P.T.T.-verenigingen. JOS. DE KLERK. Agemda voor Haarlem DINSDAG 7 JUNI Frans Hals: „Hoe lozen wij die S.A. man", alle leeft., 2.30, 7.00 en 9.15 uur. Rembrandt: „Mijnheer de gouvernante", alle leeft., 2.00,. 4.15, 7.00 en 9.15 uur. Palace: „Ik weet van niets", 14 j„ 2.00, 4.15. 7.00 en 9.15 u. Luxor: „De roemrijke daden van Danny", 18 j.. 4.15, 7.00 en 9.75 uur. City: „Pygmalion", alle leeft,, 2.15, 4.30, 7.00 en 9.15 uur. Spaarne: „Roy Rogers", alle leeft,, 2.30, 7.00 en 9.15 uur. WOENSDAG 8 JUNI Bioscopen: Middag- en avondvoorstellingen. FEUILLETON door ANDREW MACKENZIE vertaald uit het Engels. 55) Maar van een weg, die ons uit dit labyrinth van gewelven zou leiden, was geen spoor te bekennen. HOOFDSTUK XXII. Judith kfeeg een inzinking en begon te huilen. De spanning was te groot voor het arme kind. De hoop op uitkomst had haar opgehouden, maar nu we niet anders dan de eindeloze duisternis van de kelder gewelven voor ons zagen, terwijl de my sterieuze figuur nog ergens in het vertrek, dat we zo juist hadden verlaten, aanwezig moest zijn, was het hopeloze van onze situatie te veel voor haar en kon ze zich niet langer goed houden. Terwijl ze met haar hoofdje op mijn schouder uitsnikte, streelde ik haar haar en fluisterde wat troostende woorden. Als het niet om haar was geweest, had ik me zelf misschien ook niet zo groot kunnen houden. Maar de gedachte, dat ik nu ver antwoordelijk voor haar was, maakte me vastbesloten niets ongedaan te laten, zo lang er nog een kans bestond. We hadden beide een razende honger. Als we niet binnenkort wat te eten zouden krijgen, zou onze energie zó verminderen, dat we niet langer pogingen in het werk zouden kunnen stellen om een uitweg te vinden. 1 Lieveling, er rest ons nog één moge lijkheid, zei ik. Judith hield op met snikken en hief haar betraande gezichtje naar me op. Ik ben bereid elk risico te nemen, als we in hemelsnaam maar hier vandaan komen, zei ze. De afperser zat op een verborgen plaats in de betimmerde kamer, omdat hij verwachtte, dat Fellowes terug zou keren, legde ik uit. Op dit moment zal hij waar schijnlijk weggegaan zijn. Als we in dat vertrek enige tijd zullen hebben om een onderzoek in te stellen, ontdekken we misschien de geheime doorgang, die naar het Huis aan de Baai moet leiden. Het is erg riskant, zei Judith aarze lend. Maar het betekent een kans. Als we hier blijven, zijn we ten dode opgeschre ven. Judith stak haar hand in de mijne. Als je werkelijk denkt dat er een kans is, dan ga ik met je mee, verklaarde ze. We vonden de weg terug door de dood stille gewelven. Ik was voorbereid op de mogelijkheid, dat de afperser zou komen kijken naar wat er verder van Fellowes geworden was, en daarom bleef ik telkens stilstaan om scherp te luisteren. Maar ik hoorde geen enkel geluid, behalve het voortdurende gedruppel van water langs de wanden. We lieten de geheime deur in de muur open staan, omdat we ons in geval van nood daardoor snel zouden kunnen terug trekken. Enige ogenblikken later keken we weer door het getraliede venster in het vertrek, waar Fellowes onder handen was genomen. Hier was niets veranderd, de papieren lagen nog precies zo verspreid over de vloer, terwijl de stoel, die Fellowes omvergeworpen had in zijn vlucht, in precies dezelfde positie was blijven liggen. Ik staarde aandachtig naar de ene hoek van het vertrek, waar ik een klein rook- pluimpje had gezien, nadat het noodlottige schot was gelost, maar het was op deze afstand niet mogelijk, een opening in de muur te ontdekken. Houd je taai, liefste, erger dan dit kan niets meer zijn, fluisterde ik. Judith drukte mijn hand vol vertrou wen, Ik draaide de grote ouderwetse sleu tel om, welke in het slot van de zware, massieve deur stak, en trad het vertrek binnen'. Instinctief bleef ik even staan wachten, of de metalen stem zou beginnen te spre ken, maar er gebeurde niets van dien aard Hoewel ik me bewust was, dat we geen minuut te verliezen hadden, kon ik toch de verleiding om de schrijfmachine even te proberen, niet weerstaan. Ik behoefde slechts enkele woorden te tikken om er zeker van te zijn, dat dit de machine was, waarop de driegbrieven aan de gechan teerde mensen werden geschreven. Een van de middelste laden van het schrijfbureau bevatte enige boeken met stijve kaften. Ik keek haastig de blad zijden door. Hier stonden alle détails van de chantage-procedure in een zorgvuldig handschrift zwart op wit neergeschreven. Aan ieder slachtoffer was een afzonder lijke pagina gewijd. Verrassend groot was het aantal vrouwen. De bedragen, die be taald werden, war/en soms ontstellend hoog. Judith was bezig de brieven door te kijken, die met touw in bundeltjes gebon den waren en nu op de grond verspreid lagen. Opeens slaakte ze een uitroep: Maar deze brieven moeten door Ar thur's moeder geschreven zijn! Ik keek snel de brieven, die ze mij over handigde, door. Het adres aan het hoofd van het briefpapier was Mount Street, het woonhuis van de gravin in de stad, maar het papier begon geel te worden. De datum was zes-en-twintig jaar geleden! Het wa ren hartstochtelijke, openhartige brieven, vol met uitlatingen van een vrouw, die een man waanzinnig lief had en haar liefde in woorden tot uitdrukking wilde brengen, wanneer de man in kwestie dóór omstan digheden van haar weg was. Toen ze deze brieven schreef, was ze echter al ge trouwd. Ik had de man, aan wie deze brieven gericht waren, gekend. Hij was een voor aanstaand politicus, die tijdens een jacht partij door een ongeluk de dood vónd, even vóór de aanvang van de tweede we reldoorlog, Ik was niet van plan de brie ven met veel aandacht te lezen, maar één zinsnede trok mijn aandacht, terwijl ik de stapel doorkeek: „Ik zal onder het een of ander voor wendsel naar mijn zuster moeten gaan. Ik zou het niet kunnen verdragen ons kind te krijgen, terwijl hij om me heen is en mij hulde betuigt voor het ter wereld brengen van een zoon als het tenminste een zoon zal zijn". ik onderdrukte de uitroep, die me on- lUekeurig ontsnapte, maar Judith merk te de veranderde uitdrukking van mijn gezicht, op en zei verschrikt: Is er iets niet in orde? Nee, niets, verzekerde ik haar. Maar ik besefte heel goed, wat deze brief kon betekenen. Arthur Carfrew was de zoon, over wie het in deze brief ging. Zou hij thans de chanteur kunnen zijn, die het ge heim van zijn geboorte gebruikte om zijn moeder geld af te persen? Hij had de brief op de oorspronkelijke bergplaats natuur lijk gemakkelijk kunnen bemachtigen. Er bleef dus over te bewijzen, dat hij ook de leider van deze gecompliceerde bende was. Ik stopte de brief in mijn zak, vast besloten deze aan Brannigan te laten zien, als we ooit levend hier vandaan kwamen. Judith sloeg me angstig gade. Ik wist, dat ze iets vérmoedde, maar ik wilde haer toch geen aanwijzingen geven over mijn nieuwste ideeën in deze affaire. En nu aan de slag, zei ik. Ik .begin bij het ene eind van de muur en jij bij het andere. We behoeven de muur, waar de deur in zit, niet te onderzoeken. De andere drie zullen we beurtelings bekij ken. We betastten ieder plekje van de eiken houten betimmering, drukten op uitsprin gende ornamenten, trokken eraan en drongen, doch alles zonder resultaat. Na een uur voelde ik me uitgeput. Judith was met groot enthousiasme begonnen, maar ze was verzwakt door wat ze meegemaakt had en ook zij zou het spoedig o'p moeten geven Op een ogenblik dacht ik, dat ik succes had. Terwijl ik aan het taeten was. moest ik op een geheime veer gedrukt hebben, want een klein luikje sprong met een slag open, waarbij mijn neus geraakt werd. Met een kreet van pijn bracht ik mijn handen aan mijn gezicht. Judith riep echter vol vreugde uit: O liefste, kijk daar eens! Voedsel! Ik knipperde de tranen uit mjjn. ogen. Inderdaad was in het open luik een soorfcl buffet je zichtbaar met een grote schaal vol biscuits, enige flessen Bourgogne en twee glazen. Judith knabbelde al op een biscuit je. Ze zijn heerlijk vers. Hier, neem er ook een. En laten we niet praten/voordat we alles opgegeten hebben. Ik schonk twee glazen wijn in. Zwijgend dronken we elkaar toe. Toen d« schaal leeg was, scheen Judith nieuwe krachten gekregen te hebben. Haar ogen straalden met nieuwe moed. En nu gaan we het verder proberen, zei ze. Denk je, dat er een mogelijkheid is, dat ze ons in het Huis aan de Baai zou den horen, als we hard met onze vuisten op de muren slaan? Ik kan de lengte van de doorgang niet precies schatten, antwoordde ik. Maar het is in ieder geval de moeite waard om het te proberen. We sloegen een stoel uit elkaar en pakten ieder een stoelpoot. Even was er opnieuw angst in Judith's ogen te lezen. Wat moeten we doen, als door ons lawaai de aandacht van die vreselijke man op onze aanwezigheid hier gevestigd wordt? vroeg ze. Hij zit misschien wel ergens in deze gewelven op de loér. We moeten het riskeren, antwoordde ik met een zelfvertrouwen, dat meer schijn dan werkelijkheid was. Klaar? Ga dan je gang, zo hard als je kunt. Judith en ik sloegen met de stoelpoten !egen de wanden met alle kracht die in ons was. Onder andere omstandigheden zou ik het betreurd hebben, dat we het fraaie houtwerk zo moesten toetakelen, maar op dit ogenblik had ik er geen aan dacht voor. (Wordt viwvolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1949 | | pagina 6