De zon ging in Leeuwarden schijnen
Het huis aan de baai
Dinsdag 7 Juni 1949
HET GEVANGENISWEZEN
Het „Oude Blokhuis" te Leeuwarden, nu
als Bijzondere Strafgevangenis verbouwd,
was vroeger het tucht- en werkhuis. Het
werd in 1499 dus juist 450 jaar geleden
gebouwd. Er heerste toen in dat gewest
een verwoede strijd tussen „Schieringers"
en „Vetkopers". Keizer Maximilaan van
Oostenrijk gelastte de Hertog van Saksen
de Friezen te vuur en te zwaard tot onder
werping te brengen. Na die onderwerping
werden de Friezen gedwongen drie blokhui
zen te bouwen en wel in Leeuwarden, Har-
lingen en Staveren. Stadhouder Graaf Wille-
brord stelde over het blokhuis in Leeuwar
den een „maerschalck" aan. Er waren
bijgebouwen voor de kazernering van sol
daten, verder wachthuizen, stallen, maga
zijnen, enz. Onder de grond waren kerkers
waarin de opstandige Friese edelen werden
opgesloten. Bij de laatste verbouwing wer
den daarvan nog de funderingen gevonden.
In de 16e eeuw werd het blokhuis be
stemd tot tucht- en werkhuis. Een grote
brand vernielde in 1754 een deel van het
gebouw, maar in de archieven is aange
tekend, dat het gebouw in 1756 vernieuwd
was en dat nu de burgers van Friesland
weer gerust konden slapen, daar al het ge
spuis weer goed achter slot en grendel zat.
Het tucht- en werkhuis heeft in de loop
der eeuwen veel bijnamen gehad. Onder
andere „rasphuis", blijkbaar omdat ge
vangenen daar verfhout raspten. Ook
„spinhuis". John Howard, de Engelsman
die zich in de 18e eeuw interesseerde voor
het gevangeniswezen, bezocht Leeuwarden.
Hij vertelt dat hij daar spinnende vrouwen
en kinderen aantrof. Ook die naam is dus
historisch verklaard.
In 1870 werd het tucht- en werkhuis ver
bouwd tot Bijzondere Strafgevangenis.
Aanvankelijk kreeg Leeuwarden de mis
dadigers die in andere gevangenissen hun
vijf jaar celstraf hadden uitgezeten. Cel
psychose was in die tijd een vaak voor
komend verschijnsel. Er verliep soms veel
tijd tussen 't constateren daarvan en 't over
brengen van de gevangene naar Leeuwar
den om de man, die niet tegen de dodende
eenzaamheid van de cel bestand was, ovei
te brenggn naar de gemeenschap in
Leeuwarden. Sóms was dit zelfs noodlottig.
Om de zaken meer in de hand te hebben,
werd in 1890 bij de gevangenis te Leeuwar
den een cellulaire afdeling gebouwd. Nu
kon een gevangenisarts die celpsychose
constateerde een gevangene onmiddellijk
uit zijn kerkertje halen en in de gemeen
schappelijke afdeling overbrengen. Het
duurde intussen nog tot 1924 voor minister
Heemskerk de bekende mitigatie circulaire
uitvaardigde, waardoor het mogelijk werd
wat de voorgeschreven vijf jaar eenzame
opsluiting betreft, wat milder op te treden.
De leefregelen in de gevangenis waren
zeer streng in die tijd. De mensen
leefden geheel van de vrije maatschappij
afgezonderd. Als er bij toeval een courant
in een gevangenis verzeild raakte, bracht
dit een opschudding te weeg. In de vrije
uren mochten de gevangenen wel een boek
uit de gevangenis-bibliotheek lezen, maar
daarin waren alleen boeken die zo braaf en
degelijk waren, dat zij de mensen niet inte
resseerden.
Eerst na 1924 werden er reclasseerders
ook toegelaten tot de tot levenslang ver
oordeelden. Heel spaarzaam werd toen
ook begonnen met het houden van
enkele lezingen. Bovendien werd hier en
daar aangevangen met het geven van vak-
onderricht en cursussen. Ook werd in
enkele gevangenissen die zich daarvoor
leenden, gezorgd dat de mensen behoorlijk
werk kregen. Iets anders dan het geest
dodende zakjesplakken en erwten lezen.
Het ging langzaam aan de goede kant op,
maar nog wel heel langzaém. Even brak de
zon door de wolken. Maar lang duurde het
niet, want in 1940 kwamen de Duitsers en
keerden de middeleeuwse toestanden in de
gevangenis terug.
Totdat in 1945 de bevrijding kwam.
Ik stond even na de oorlog zo vertelde
de heer A. Jansen, directeur der Bijzondere
Strafgevangenis te Leeuwarden -r voor een
moeilijke opgaaf. Uit den Haag werd mij
gevraagd: „zie je kans binnen korte tijd de
capaciteit van de gevangenis van 200 tot
600 man op te voeren, want er moet plaats
komen voor een groot aantal politieke ge
vangenen die tot vijf of meer jaren veroor
deeld zijn?" Ik heb gezegd: „Ja, maar dan
moet ik de vrijheid krijgen verschillende
reorganisaties in te voeren, ik wil er geen
pakhuis van maken."
Er is heel wat ge- en verbouwd. Vrijwel
het gehele werk is door gevangenen uitge
voerd. Dat betekende natuurlijk goedkoop
werk, maar het voornaamste was dat de
mensen aan de slag gingen om hun eigen
levensomstandigheden te verbeteren.
Vroeger sliepen vele gevangenen, die in
de gemeenschap waren opgenomen, in het
alcovengebouw, ieder werd opgesloten in
een uit ijzer bestaande kooi. Een gevange
nis in de gevangenisL Natuurlijk zijn die
kooien het eerst verevenen.
Op de slaapzalen stonden houten kribben.
Die maakten dat er te weinig ruimte over
bleef om de zaal ook behoorlijk te gebrui
ken om te eten. Het ruimteprobleem werd
Een cel verbouwd tot een kamertje dat aan een „thuis"
doet denken.
praaÉisch opgelost. De mannen slapen nu in
hangmatten, die overdag worden opgebor
gen. Er zijn nu tien van die zalen die die
nen om te slapen, te eten en te converseren.
De mijren zijn licht gesausd en alles is ge
daan om een gezellig en vriendelijk geheel
te verkrijgen.
Niet alle gedetineei'den slapen in deze
zalen. Ook de cellen in het cellenhuig,
zijn nog in gebruik. Dit gebouw zie
bovenstaande foto ziet er niet vrien
delijk uit, maar wie zo'n zware deur opent
staat verbaasd
over het tegen
woordige inte
rieur van zo'n cel.
Hier is inderdaad
een toverfee aan
de gang geweest!
Vroeger had de
bewoner alleen
een raam in de
lucht, waardoor
hij hoogstens een
stukje lucht kon
zien. Nu is er een
stuk aangebouwd,
zodat het een nor
maal raam ge
worden is. Alleen
de tralies aan de
buitenkant herin
neren er aan, dat
men in een ge
vangenis is. Het
tonnetje de
grootste ergernis
is weggewerkt
in een kast. De
muren zijn licht
gekleurd en bijna
alle bewoners
hebben him kamertje opgevrolijkt met planten en bloemen.
Zelfs een matje op de vloer ontbreekt niet. Foto's aan de
muur bewaren de herinnering aan de familieleden thuis.
Vele gevangenen prijzen zich gelukkig dat zij zo'n eigen
kamertje hebben, omdat het daar gemakkelijker is om in
de vrije uren aan eigen liefhebberijen te werken of te stu
deren dan op de zalen.
In de cellen mag op bepaalde uren van de dag gerookt
worden, evenals op de zalen. Elke week krijgt ieder een
pakje cigaretten, dat wil dus zeggen drie op een dag. Om
brandgevaar te voorkomen worden geen lucifers gegeven,
maar op geregelde tijden gaat een bewaker rond met een
aansteker.
Wij spraken met een jongeman die tot levenslang ver
oordeeld is. Een reent vaardig vonnis zal men zeggen, want
hij had een moord op zijn geweten. Opgewekt zat hij te
studeren toen wij hem overvielen. Van de directeur had ik
wat over zijn verleden gehoord. Hij heeft al vier jaar achter
de rug. Hier gedraagt hij zich uitstekend. Hij vertelde ons dat
hij de hele reorganisatie in Leeuwarden heeft meegemaakt.
Het is zo zei hij een verschü als tussen dag en nacht.
Wij leven hier nu als mensen, zijn in zeker opzicht zelfs zeer
gelukkig. Maar u begrijpt wel, dat het vreselijk is gepijnigd
te worden door de vraag: kom ik ooit nog in de vrijheid. U
komt uit de heerlijke vrijheid, wij leven hier in ons kleine
wereldje en doen niets dan verlangen. Maar ik als jonge man,
die zo'n verleden heb, weet, dat ik de eerste achttien jaar
nog niet mag uitkijken naar de dag der bevrijding. Toch
houdt de hoop nog eens vrij te zijn mij staande en spoort
mij aan om te werken cn te leren. Want als ik eens vrij kom
wil ik in staat zijn mijn eigen brood te'
verdienen.
Met een hartelijke handdruk zijn wij
behoef ik het te verzwijgen dat dit bezoek
mij sterk had aangegrepen gescheiden.
Ik naar de vrijheid, hij bleef in zijn cel, met
zijn berouw en hoop.
Het bezoek aan de gevangenen vroe
ger een marteling voor de gevangenen en
zijn familie is ook veel veranderd. Voor
het 'bezoek zijn kamertjes ingericht waar
men gescheiden door een tafel vertrou
welijk kan spreken, ook al is er steeds een
bewaker bij. Er is nu ingesteld dat enige
keren in het jaar met Kerstmis is men
daarmee begonnen en met Pasen is daar
mee voortgegaan, omdat de ervaring die
men daarmee opgedaan had, gunstig wös
een groep gevangenen enige uren onge
dwongen mag omgaan met familieleden.
Meegebrachte versnaperingen mogen daar.
genuttigd worden. Verder mag hij zijn kleine
jongen of meisje, waarvan hij zoveel
houdt en die hij zo erg mist, op zijn knie
nemen, net als vroeger thuis.
Wij plaatsten boven dit artikel als kop:
,De zon ging in Leeuwarden schijnen."
Schreven wij te veel?
In een volgend artikel over het werken
in de gevangenis. C. J. van T.
DE „DRENTE" MET AUTOBUSSEN EN
BOEKEN NAAR INDONESIë.
Na zijn eerste verblijf te Rotterdam is
het nieuwe ss „Drente" van de Koninklijke
Rotterdamse Lloyd naar Indonesië ver
trokken met drie grote autobussen en 5000
kilo boeken en tijdschriften voor het Rode
Kruis aan boord. Bij de passagiers bevindt
zich de heer C. H. W. van der Ven, op
richter en voorzitter van het „Indisch
Jeugdcentrum".
Nauwelijks was de „Drente" van de
Lloydkade vertrokken of haar plaats werd
reeds ingenomen door de „Japara", die na
meer dan twee jaar onafgebroken zwer
ven in de verschillende buitenlijnen einde
lijk de thuishaven heeft opgezocht.
RCH vierde de promotie
Met een feestavond in het Concertge
bouw heeft de voetbalclub RCH de terug
keer naar de eerste klas gevierd. De bijeen
komst begon met een „algemene vergade
ring", waarin besloten werd de heer Paul
Nachtegeller te benoemen tot lid van ver
dienste. De voorzitter, de heer Jac. de
Geus, die het voorstel toelichtte, herinner
de er aan, dat Nachtegeller in 1922-'23
linksbinnen was van het elftal, dat kam
pioen van Nederland werd. Later heeft hij
belangrijk werk verricht als penningmees
ter en als lid van de elftal-commissie. Na
de pauze heeft de voorzitter het besluit aan
Nachtegeller meegedeeld en hem hulde
gebracht voor zijn werk.
De supportersvereniging van RCH
maakte van de gelegenheid gebruik de
voetballers van het eerste elftal te huldi
gen en bood ieder een horloge aan. Na
mens de leden voerde de ere-voorzitter, de
heer S. Hazevoet het woord, die de spelers
een foto overhandigde. De dames der spe
lers ontvingen van de Supportersvereni
ging een aandenken aan het behalen van
het fraaie succes.
De bezoekers hebben genoten van een
aardig programma, dat Anova Variété
revue onder de titel „Cocktailklanken"
verzorgde. Cees de Lange was een vlot
conferencier, Nick Godart bracht vrolijke
accordeonklanken, Truus Koopmans zong
aardige liedjes, Andre Trebonna bracht
negerliederen ten gehore, Gita en Ellis
voerden dansen uit, de Wama's brachten
vrolijkheid, de Stanlies verzorgden een
nummer accrobatiek en Piëtro Nakaro liet
het publiek zien, hoe men het toneel in een
bloementuin kan veranderen, hoe vissen
gevangen worden en dieren te voorschijn
gehaald worden.
feest.
Een bal besloot het goed
De cellen-afdeling in de Bijzondere Strafgevangenis,
in 1890 gebouwd.
Oud-strijders herdachten
gevallenen op Grebbeberg
Het achtste regiment infanterie 1940
heeft in de Meidagen van 1940 fel gestre
den. Ruim 230 mannen verloren het leven.
Op Tweede Pinksterdag waren oud-strij
ders van het voormalige regiment bijeen
gekomen voor een eenvoudige herdenking.
Onder de talrijke autoriteiten bevonden
zich generaal b.d. H. G. Winkelman en de
burgemeester van Rhenen. Vele nabestaan
den, oorlogsinvaliden en oud-strijders ston
den rond de groeven geschaard. Er werd
gesproken door de voorzitter van de ver
eniging 8 R. I., mr. B. Coops, door de leger-
predikant van 8 R. I. ds. J. G. Groenewegen
en door aalmoezenier W. Joosten. Twee
oorlogsinvaliden legden een krans aan de
voet van het monument van 8 R. I.
De aflevering van brandstoffen
De Vakgroep Détailhandel in Brand
stoffen deelt mede:
De brandstoffen-détailhandel is overtuigd
van het grote belang, dat ieder gezin bij
het aanbreken van het stookseizoen óver
een redelijk gedeelte van zijn rantsoen zal
kunnen beschikken en is dan pok bereid
hieraan ten volle mede te werken. De vak
groep wijst er evenwel op, dat dit doel
alleen kan worden bereikt, wanneer het
publiek de brandstoffen in de zomermaan
den accepteert op het tijdstip, dat de han
del kan leveren. Wanneer de gezinnen in
grote getale pas in de late zomermaanden
levering zouden verlangen, dan wordt het
voor de handel een onmogelijke taak om
ieder tijdig van brandstoffen te voorzien.
De handel zou uiteraard niets liever
doen, dan aan zijn afnemers uitsluitend de
door hen gewenste soorten leveren. De
handel moet zich echter bij de aflevering
aanpassen aan de soorten, waarmede hij
zelf kan worden bevoorraad. Men ziet zich
daarom genoodzaakt mede te delen dat op
bon 06 naast anthraciet ook Esskolen en
eierkolen worden afgeleverd.
De aandacht wordt er nogmaals op ge
vestigd, dat bon 06 van de brandstofffen-
kaart TA 806 uiterlijk Vrijdag 10 Juni bij
de brandstoffenleverancier moet zijn in
geleverd.
De geldigheidsduur van deze bon zal niet
worden verlengd.
Dr. Beel (ambteloos) terug
Zaterdagmiddag landde op Schiphol de
KLM-Constellation „Holland" met aan
boord de afgetreden Hoge Vertegenwoor
diger van de Kroon, dr. L. J. M. Beel.
„Toekomstplannen", zei dr. Beel, „heb ik
niet. Ik ga eerst met vacantie." Te zijner
begroeting waren op het vliegveld onder
andere aanwezig de ministers Dr. Drees, dr.
Schokking, mr. Van Maarseveen en mr.
Van Schaick, alsmede prof. Romme.
Vrouw door de bliksem gedood
Zaterdagmiddag is te Liessel bij Deurne
de 28-jarige echtgenote van de landbouwer
Van Loon door de bliksem getroffen. Zij
was onmiddellijk dood. In de boerderij van
de familie Van Lieshout richtte de bliksem
een ravage aan alsof een bom de woning
getroffen had. Een der dochters geraakte
bewusteloos, een paard werd gedood.
Zwerver verdacht
van brandstichting
In de nacht van Zaterdag op Zondag
werd de brandweer te Blij ham, gemeente
Wedde, gealarmeerd voor een brand in de
schuur van de landbouwer Koning.
De brandweer was reeds enige tijd aan
het blussen, toen in de nabijheid van de
schuur een man werd aangetroffen. Hij
had sneden over beide polsen en een mes
steek in de hals. In zijn nabijheid werden
een mes met bloedvlekken en een zwart
masker gevonden. Hij bleek te zijn de 63-
jarige zwerver J. W. de B. Hij ontkende
iets met de brand uitstaande te hebben en
beweerde, dat de wonden door twee onbe
kende mannen waren toegebracht. De
politie vermoedt echter dat £)e B. de land
bouwer Koning, die alleen woont, door
brand te stichten uit zijn huis heeft willen
lokken, om ongestoord zijn slag te kunnen
slaan. De B. heeft in totaal reeds ongeveer
26 jaar gevangenisstraf achter de rug en
was thans een half jaar op vrije voeten.
Het is niet onmogelijk, dat nu ook een mis
lukte overval op de Boerenleenbank te
Bellingwolde, welke in de nacht van Vrij
dag op Zaterdag werd gepleegd, tot klaar
heid wordt gebracht. De dader vluchtte
met achterlating van een colbertjasje. De
B. werd bij de brand in de schuur te
Wedde zonder jasje aangetroffen.
De B. is overgebracht naar de maré-
chausséekazerne in Bellingwolde. Zijn
toestand is niet ernstig.
„Nachtrepetitie"
Lichtzinnig sluitstuk
van mooi seizoen
De zomerzotheden hebben weer hun in
trede in de daarop aangewezen schouwbur
gen van ons land gedaan. Zelden helaas
haalt men de edelste paarden van stal om
voor de wagens van plezier te spannen.
Dat men echter heel goed het probleemloze
amusement kan dienen zonder de kunst
hoegenaamd te verwaarlozen bewijst Co-
media deze maand in het gezellige Leidse-
plein-theater te Amsterdam waar Molnars
brillante comedie „Nachtrepetitie" in de
enigszins getemperde bewerking van P. G.
Wodehouse avond aan avond met uitbun
dige zwier over het voetlicht komt. Een
vrolijk sluitstuk van een mooi seizoen.
Dit van geest sprankelende blijspel, ge
raffineerd van vorm en pikant van inhoud,
is in vroeger jaren onder verschillende ti
tels hier al meer dan eens met succes ver
toond. Speciaal de voorstelling onder Edu-
ard Verkade, met Nel Stants in de vrouwe
lijke hoofdrol, moet bijzonder aardig zijn
geweest dank zij de aristocratische inslag,
die de joyeuze fantasie wonderwel deed
herinneren aan het lichtzinnige weefsel van
de tijd, waarin men van het leven als van
caviaar en champagne genoot. Johan de
Meester heeft terwille van het hedendaags
publiek, dat een sterk vergrootglas behoeft
om deze korte periode van feestelijke zor
geloosheid nog te kunnen inzien, op be
heerste overdrijving der groteske elemen
ten aangestuurd. Men mag betwijfelen of
dit nodig was, het kluchtige verzinsel werd
er ook voor fijnproevers nauwelijks minder
genietbaar door.
Het navertellen van de inhoud staat ge
lijk met het opdissen van een select menu
zonder zout en specerij. Deze hors
d'oeuvre van romantische liefde en het
leven tussen de schermen van een operette,
luchtig samenvloeisel van spel en werke
lijkheid, ontleent haar verkwikkende smaak
vooral aan de enkele geheimen van de
keuken onthullende bereidingswijze en de
afwisseling van de ingrediënten, die niet
meer voedingswaarde bezitten dan schuim
en gelatine. Men krijgt daarbij een vloed
van mousserende dialogen, met na de
pauze als pièce de résistance een parodie
op het salontoneel van Sardou tot lach
wekkend besluit. De gehele handeling vol
trekt zich binnen een etmaal in een grafe
lijk lustslot aan de Rivièra.
Han Bentz van den Berg zette met zijn
droge uitbeelding van de zich spotziek van
zijn geestelijk overwicht bewuste tekst
schrijver Sandor Turai een geduchte schre
de voorwaarts op zijn weg van ontwikke
ling tot een komisch karakterspeler van de
eerste rang. De door de regie gewilde half
zachte caricatuur van zijn collaborateur
Mansky, die men in de gedrukte versie van
het stuk nergens zodanig zal aantreffen,
verschafte John Soer eindelijk de gelegen
heid zijn heel persoonlijke talenten eens
flink in den brede uit te strijken. Hoewel
zijn (voorgeschreven?) opvatting van de
getergde en vernederde acteur, wiens naam
ijdelheid zou moeten luiden, slechts gedeel
telijk evenwijdig liep met de bedoelingen
van de schrijver, waarop zijn rol zich ba
seert, gaf Henk Rigters van deze verwaten
kwast zo'n gek portret, dat men het toch
niet zou willen ruilen voor een meer ter
zake dienend ernstiger model. Een aardige
typering van een nu eens niet-Engelse
butler door Ton Lutz, een kinderlijk-ner
veuze secretaris van Jos Liesting en een
jonge minnaar van Jef de Groot, die er net
niet helemaal bij kon, maakten de manne
lijke bezetting vol.
De enige vrouwenrol was toebedeeld aan
Edy de Boer, die genoeg aan schoonheid
grenzende chic en charme bezit om haar
tekort aan technische bekwaamheden, nodig'
voor het weergeven van zo'n internationaal
gevierde diva als in dit geval, een eindweègs
te bemantelen. Zij kan zeker in dergelijke
mondaine stukken, zodra haar spraak iets
lichter plooibaar is geworden en haar al
lure nog meer op slag veroverend, tot een
figuur van aparte betekenis groeien.
Deze critiek is geschreven met de rechter
hand zonder dat de linker daar het fijne
van wist. Anders zouden enige aanmer
kingen met meer nadruk hebben doorge
klonken, vooral met betrekking tot de vaak
slordige dictie, de .doorgaans lompe li
chaamshoudingen, het sfeerloze décor en
de te grove charge in het algemeen. Bij zo
veel vrolijkheid, als deze voorstelling mee
bracht, wegen de bezwaren trouwens be
trekkelijk gering. DAVID KONING.
Elfjarige jongen verdronken
in de Industriehaven
Zaterdagmiddag is de elfjarige jongen
P. v. R., wonend in de Harmenjansstraat,
in de Industriehaven verdronken. De jon
gen was met enige vriendjes in de Ir. Lely-
straat aan het spelen, toen hij uitgleed en
in het water viel. Een elfjarig vriendje
sprong hem direct na en wist de drenkeling
tot aan de kade te brengen. Hier was de
redder echter zo vermoeid, dat hij v. R.
moest loslaten.
De inmiddels gewaarschuwde politie
heeft het slachtoffer daarna met een dreg
uit het water gehaald. Men heeft geruime
tijd getracht met behulp van een zuurstof
apparaat de levensgeesten op te wekken,
doch het mocht niet meer baten.
Muziekconcours voor
PTT-Harmonieën en Fanfares
Het Nederlands Verbond van P.T.T.
Sport-, Ontwikkelings- en Ontspannings
verenigingen schreef dit jaar een tweedaags
concours uit voor de harmonie- en fanfare
korpsen die bij deze organisatie aangeslo
ten zijn. Op tweede Paasdag was het te
Arnhem te doen (de Haarlemse P.T.T. -
Fanfare nam daar met groot succes aan
deel) en op tweede Pinksterdag werd de
Haarlemse Concertzaal het toneel van de
wedstrijd. De Haarlemse P.T.T.-Fanfare
fungeerde als gastvrouwe en had de dag
keurig voorbereid.
Omstreeks 11 uur had in de foyer van
het Concertgebouw de officiële ontvangst
plaats van autoriteiten, jury, dirigenten en
dagelijkse besturen van P.T.T.-muziekver-
enigingen. Hier was onder meer aanwezig
de directeur-generaal der P.T.T. de heer
Neher, die een sympathieke toespraak hield
en blijk gaf van bijzondere waardering voor
het streven van het Verbond, door ook het
hele concours bij te wonen.
Om 1 uur ving de wedstrijd aan. Tien
verenigingen namen er aan deel. Als jury
lid fungeerden J. H. Caro, uit Middelburg,
M. Ogier, uit Den Bosch en ondergetekende.
In de 2e afdeling Fanfare speelde eerst
Hengelo en maakte door een zuivere stem
ming en goede fanfareklank, ondanks enig
teveel aan kracht, met beide te spelen num
mers een uitnemende indruk en verwierf
een le prijs met 146 2/3 p., alsmede de
extra-prijs voor het hoogste aantal punten
in de afdeling, plus die voor stemming en
die voor techniek. Arnhem moest het er bij
afleggen: 2e prijs met 123 p.'
In de 2e afdeling Harmonie struikelde
Hilversum vooral over het stijlbegrip van
het verplichte werk; met 117 p. 2e prijs.
Breda was fortuinlijker; het leverde voor
deze sectie een heel mooie prestatie. Met
136 2/3 p. een le prijs, alsmede de extra
prijs voor het hoogste aantal punten in de
afdeling, die voor stemming en die voor
techniek, bestaande uit een plaquette, be
schikbaar gesteld door de directie van
Haarlems Dagblad.
In de le afdeling Harmonie' was de
ouverture van Ad. Adam „La poupée de
Nuremberg" het verplichte werk. Van de
vier concurrenten bleef Alkmaar de minst
gelukkige (2e prijs, 124 1/3 p.) Dordrecht
toonde betere kwaliteiten van samenspel,
maar had pech met de stemming; le prijs
met 137 p. Nijmegen was met de toonzui-
verheid gelukkiger en bracht het met
141 1/3 p. tot een hoge eerste prijs. Maar
Eindhoven werd dank zij een goede
prestatie met een belangwekkend vrij num
mer de hoogste in de afdeling, met 143
punten. Ook de prijzen voor stemming en
techniek vielen aan deze vereniging ten.
deel.
Leiden en Rotterdam speelden in de af
deling Uitmuntendheid Harmonie; de
ouverture „Morgenrood" van Alph. Dreis-
sen was verplicht werk. Leiden speelde het
stuk bevredigend, maar had met het vrije
werk, de Egmont-ouverture van Beethoven
wel wat hoog gegrepen. Toch kwam men
nog aan een eerste prijs (128 p.). Rotter
dam had nu en dan wel met de stemming
te kampen, maar leverde overigens
brillante uitvoeringen van „Morgenrood"
en „La Bohémienne", le prijs, 148 p., extra
prijzen voor het hoogste aantal punten van
de concoursdag, van de afdeling en van
techniek in de afdeling. De extra-prijs voor
stemming moest bij loting toegekend wor
den, wegens het behalen vap, gelijk aantal
punten.
De heer J. van. Delden, lid van het Lan
delijk Bestuur en voorzitter van de Haar
lemse .Postfanfare, was de welbespraakte
tolk, om allen die door medewerking en
belangstelling tot het welslagen van de
wedstrijd hadden bijgedragen, dank te zeg
gen.
Tot slot had er een muzikale wandeling
door het centrum van de stad plaats, waar
aan alle tien de korpsen met hun kleine
staf van tamboers, hoornblazers en pijpers
deelnamen. Het eindpunt was de Boter
markt, waar nog gezamenlijk, onder leiding
van de heer A. Nieman, dirigent van het
Haarlemse korps, een paar nummers wer
den gespeeld. Daar werd tevens bekend ge
maakt, dat aan Nijmegen de lauwerkrans
kon worden toegekend die door de Cantine-
commissie P.T.T.-„Baljuw" uitgeloofd was
voor het korps dat de beste indruk zou
maken op deze muzikale wandeltocht. Er
was voor deze slotfaze van het concours
begrijpelijk veel belangstelling vanwege
het Haarlemse publiek.
Dank zij de uitstekende organisatie is
het een mooie dag geworden voor de ver
enigde P.T.T.-blaas-orkesten en vóór het
Ned. Verbond, van P.T.T.-verenigingen.
JOS. DE KLERK.
Agemda voor Haarlem
DINSDAG 7 JUNI
Frans Hals: „Hoe lozen wij die S.A. man",
alle leeft., 2.30, 7.00 en 9.15 uur. Rembrandt:
„Mijnheer de gouvernante", alle leeft., 2.00,.
4.15, 7.00 en 9.15 uur. Palace: „Ik weet van
niets", 14 j„ 2.00, 4.15. 7.00 en 9.15 u. Luxor:
„De roemrijke daden van Danny", 18 j.. 4.15,
7.00 en 9.75 uur. City: „Pygmalion", alle leeft,,
2.15, 4.30, 7.00 en 9.15 uur. Spaarne: „Roy
Rogers", alle leeft,, 2.30, 7.00 en 9.15 uur.
WOENSDAG 8 JUNI
Bioscopen: Middag- en avondvoorstellingen.
FEUILLETON
door ANDREW MACKENZIE
vertaald uit het Engels.
55)
Maar van een weg, die ons uit dit labyrinth
van gewelven zou leiden, was geen spoor
te bekennen.
HOOFDSTUK XXII.
Judith kfeeg een inzinking en begon
te huilen. De spanning was te groot voor
het arme kind. De hoop op uitkomst had
haar opgehouden, maar nu we niet anders
dan de eindeloze duisternis van de kelder
gewelven voor ons zagen, terwijl de my
sterieuze figuur nog ergens in het vertrek,
dat we zo juist hadden verlaten, aanwezig
moest zijn, was het hopeloze van onze
situatie te veel voor haar en kon ze zich
niet langer goed houden.
Terwijl ze met haar hoofdje op mijn
schouder uitsnikte, streelde ik haar haar
en fluisterde wat troostende woorden. Als
het niet om haar was geweest, had ik me
zelf misschien ook niet zo groot kunnen
houden. Maar de gedachte, dat ik nu ver
antwoordelijk voor haar was, maakte me
vastbesloten niets ongedaan te laten, zo
lang er nog een kans bestond.
We hadden beide een razende honger.
Als we niet binnenkort wat te eten zouden
krijgen, zou onze energie zó verminderen,
dat we niet langer pogingen in het werk
zouden kunnen stellen om een uitweg te
vinden. 1
Lieveling, er rest ons nog één moge
lijkheid, zei ik.
Judith hield op met snikken en hief
haar betraande gezichtje naar me op.
Ik ben bereid elk risico te nemen,
als we in hemelsnaam maar hier vandaan
komen, zei ze.
De afperser zat op een verborgen
plaats in de betimmerde kamer, omdat hij
verwachtte, dat Fellowes terug zou keren,
legde ik uit. Op dit moment zal hij waar
schijnlijk weggegaan zijn. Als we in dat
vertrek enige tijd zullen hebben om een
onderzoek in te stellen, ontdekken we
misschien de geheime doorgang, die naar
het Huis aan de Baai moet leiden.
Het is erg riskant, zei Judith aarze
lend.
Maar het betekent een kans. Als we
hier blijven, zijn we ten dode opgeschre
ven.
Judith stak haar hand in de mijne.
Als je werkelijk denkt dat er een
kans is, dan ga ik met je mee, verklaarde
ze.
We vonden de weg terug door de dood
stille gewelven. Ik was voorbereid op de
mogelijkheid, dat de afperser zou komen
kijken naar wat er verder van Fellowes
geworden was, en daarom bleef ik telkens
stilstaan om scherp te luisteren. Maar ik
hoorde geen enkel geluid, behalve het
voortdurende gedruppel van water langs
de wanden.
We lieten de geheime deur in de muur
open staan, omdat we ons in geval van
nood daardoor snel zouden kunnen terug
trekken. Enige ogenblikken later keken
we weer door het getraliede venster in het
vertrek, waar Fellowes onder handen was
genomen. Hier was niets veranderd, de
papieren lagen nog precies zo verspreid
over de vloer, terwijl de stoel, die Fellowes
omvergeworpen had in zijn vlucht, in
precies dezelfde positie was blijven liggen.
Ik staarde aandachtig naar de ene hoek
van het vertrek, waar ik een klein rook-
pluimpje had gezien, nadat het noodlottige
schot was gelost, maar het was op deze
afstand niet mogelijk, een opening in de
muur te ontdekken.
Houd je taai, liefste, erger dan dit
kan niets meer zijn, fluisterde ik.
Judith drukte mijn hand vol vertrou
wen, Ik draaide de grote ouderwetse sleu
tel om, welke in het slot van de zware,
massieve deur stak, en trad het vertrek
binnen'.
Instinctief bleef ik even staan wachten,
of de metalen stem zou beginnen te spre
ken, maar er gebeurde niets van dien aard
Hoewel ik me bewust was, dat we geen
minuut te verliezen hadden, kon ik toch
de verleiding om de schrijfmachine even
te proberen, niet weerstaan. Ik behoefde
slechts enkele woorden te tikken om er
zeker van te zijn, dat dit de machine was,
waarop de driegbrieven aan de gechan
teerde mensen werden geschreven.
Een van de middelste laden van het
schrijfbureau bevatte enige boeken met
stijve kaften. Ik keek haastig de blad
zijden door. Hier stonden alle détails van
de chantage-procedure in een zorgvuldig
handschrift zwart op wit neergeschreven.
Aan ieder slachtoffer was een afzonder
lijke pagina gewijd. Verrassend groot was
het aantal vrouwen. De bedragen, die be
taald werden, war/en soms ontstellend
hoog.
Judith was bezig de brieven door te
kijken, die met touw in bundeltjes gebon
den waren en nu op de grond verspreid
lagen. Opeens slaakte ze een uitroep:
Maar deze brieven moeten door Ar
thur's moeder geschreven zijn!
Ik keek snel de brieven, die ze mij over
handigde, door. Het adres aan het hoofd
van het briefpapier was Mount Street, het
woonhuis van de gravin in de stad, maar
het papier begon geel te worden. De datum
was zes-en-twintig jaar geleden! Het wa
ren hartstochtelijke, openhartige brieven,
vol met uitlatingen van een vrouw, die
een man waanzinnig lief had en haar liefde
in woorden tot uitdrukking wilde brengen,
wanneer de man in kwestie dóór omstan
digheden van haar weg was. Toen ze deze
brieven schreef, was ze echter al ge
trouwd.
Ik had de man, aan wie deze brieven
gericht waren, gekend. Hij was een voor
aanstaand politicus, die tijdens een jacht
partij door een ongeluk de dood vónd,
even vóór de aanvang van de tweede we
reldoorlog, Ik was niet van plan de brie
ven met veel aandacht te lezen, maar één
zinsnede trok mijn aandacht, terwijl ik de
stapel doorkeek:
„Ik zal onder het een of ander voor
wendsel naar mijn zuster moeten gaan.
Ik zou het niet kunnen verdragen ons
kind te krijgen, terwijl hij om me
heen is en mij hulde betuigt voor het
ter wereld brengen van een zoon
als het tenminste een zoon zal zijn".
ik onderdrukte de uitroep, die me on-
lUekeurig ontsnapte, maar Judith merk
te de veranderde uitdrukking van mijn
gezicht, op en zei verschrikt:
Is er iets niet in orde?
Nee, niets, verzekerde ik haar. Maar
ik besefte heel goed, wat deze brief kon
betekenen. Arthur Carfrew was de zoon,
over wie het in deze brief ging. Zou hij
thans de chanteur kunnen zijn, die het ge
heim van zijn geboorte gebruikte om zijn
moeder geld af te persen? Hij had de brief
op de oorspronkelijke bergplaats natuur
lijk gemakkelijk kunnen bemachtigen. Er
bleef dus over te bewijzen, dat hij ook de
leider van deze gecompliceerde bende was.
Ik stopte de brief in mijn zak, vast
besloten deze aan Brannigan te laten zien,
als we ooit levend hier vandaan kwamen.
Judith sloeg me angstig gade. Ik wist, dat
ze iets vérmoedde, maar ik wilde haer
toch geen aanwijzingen geven over mijn
nieuwste ideeën in deze affaire.
En nu aan de slag, zei ik. Ik .begin
bij het ene eind van de muur en jij bij
het andere. We behoeven de muur, waar
de deur in zit, niet te onderzoeken. De
andere drie zullen we beurtelings bekij
ken.
We betastten ieder plekje van de eiken
houten betimmering, drukten op uitsprin
gende ornamenten, trokken eraan en
drongen, doch alles zonder resultaat. Na
een uur voelde ik me uitgeput. Judith was
met groot enthousiasme begonnen, maar
ze was verzwakt door wat ze meegemaakt
had en ook zij zou het spoedig o'p moeten
geven Op een ogenblik dacht ik, dat ik
succes had. Terwijl ik aan het taeten was.
moest ik op een geheime veer gedrukt
hebben, want een klein luikje sprong met
een slag open, waarbij mijn neus geraakt
werd. Met een kreet van pijn bracht ik
mijn handen aan mijn gezicht. Judith riep
echter vol vreugde uit:
O liefste, kijk daar eens! Voedsel!
Ik knipperde de tranen uit mjjn. ogen.
Inderdaad was in het open luik een soorfcl
buffet je zichtbaar met een grote schaal
vol biscuits, enige flessen Bourgogne en
twee glazen.
Judith knabbelde al op een biscuit je.
Ze zijn heerlijk vers. Hier, neem er
ook een. En laten we niet praten/voordat
we alles opgegeten hebben.
Ik schonk twee glazen wijn in. Zwijgend
dronken we elkaar toe. Toen d« schaal
leeg was, scheen Judith nieuwe krachten
gekregen te hebben. Haar ogen straalden
met nieuwe moed.
En nu gaan we het verder proberen,
zei ze. Denk je, dat er een mogelijkheid
is, dat ze ons in het Huis aan de Baai zou
den horen, als we hard met onze vuisten
op de muren slaan?
Ik kan de lengte van de doorgang niet
precies schatten, antwoordde ik. Maar het
is in ieder geval de moeite waard om het
te proberen.
We sloegen een stoel uit elkaar en
pakten ieder een stoelpoot. Even was er
opnieuw angst in Judith's ogen te lezen.
Wat moeten we doen, als door ons
lawaai de aandacht van die vreselijke
man op onze aanwezigheid hier gevestigd
wordt? vroeg ze. Hij zit misschien wel
ergens in deze gewelven op de loér.
We moeten het riskeren, antwoordde
ik met een zelfvertrouwen, dat meer schijn
dan werkelijkheid was. Klaar? Ga dan je
gang, zo hard als je kunt.
Judith en ik sloegen met de stoelpoten
!egen de wanden met alle kracht die in
ons was. Onder andere omstandigheden
zou ik het betreurd hebben, dat we het
fraaie houtwerk zo moesten toetakelen,
maar op dit ogenblik had ik er geen aan
dacht voor.
(Wordt viwvolgd).