r Litteraire Kanttekeeinj en Balans van het toneelseizoen 1948 Met verlanglijst voo i het komende HflmER Uit de schatten van het Frans Halsmuseum Zaterdag 2 Juli 1949 HAN VAN GREVELINGEN: „Stilte om, een paleis" (Intern. Uitg. Mij „Het Wereldvenster", A'dam); ANNIE ROMEIN VERSCHOOR: „Vaderland in de verte" (Em. Querido's Uitg. Mij., A'dam). NU VAN GREVELINGEN^ LAATSTE roman is verschenen kan er, dunkt mij, geen twijfel meer bestaan omtrent de plaats, die door deze auteur (pseud. voor Dr. C. W. J. Verhage) op den duur zou zijn ingenomen, indien de dood niet tussenbeide was gekomen: in de voorste rijen onzer prozaschrijvers. Kon men desnoods zijn eerste boek, „Het Onverbreekbaar Zegel", nog beschouwen als een (zeer geslaagde) „vingeroefening" in de compositie en liet misschien zijn tweede. „Spel zonder Inzet", nog enige onzekerheid omtrent de defini tieve ontwikkeling van dit onmiskenbaar talent, deze „Stilte om een Paleis" draagt alle kenmerken van een waarachtig kunstenaarschap. In deze overtuiging, die ik al eerder in deze rubriek uitsprak, werd ik nog gesterkt door een vergelijking met Mevrouw Romein-Verschoor's „Vaderland in de Verte", dat ik kort daarvoor las. Bei de boeken ontlenen hun stof aan het leven van grootse figuren uit het verleden: het eerstgenoemde dramatiseert een episode uit het leven van de trotse en speelse, de statige en gratievolle Keizerin aller Russen, Catharina II; het tweede koos Hugo de Groot, deze fiere en geniale rechtsgeleerde, grondlegger van het Volkenrecht, die zich offerde voor een hoog beginsel, tot centrale gestalte. Mevrouw Romein is een voortreffelijke historica, wier kennis en intelligentie ook erkend zal worden door hem, die haar levens- en geschiedsbeschouwing het Marxistische historisch materialisme niet kan delen. Evenals in haar bijdragen tot de „Erflaters der Beschaving" toont zij zich in dit boek een geleerde, die met warme toewijding een uit velerlei bronnen ver zameld materiaal weet te schiften en or denen tot een boeiend geheel. Inderdaad worden Hugo de Groot en zijn dappere, liefhebbende gemalin Maria van Reygers- bergh, als levende gestalten middenin het hart van tyun tijd geplaatst. Dat de schrijf ster ook in dit boek niet heeft kunnen (of willen) ontkomen aart haar speciale ver klaringswijze der geschiedenis, kan en mag litterair niet als een bezwaar worden aan gemerkt. Als ik haar werk als roman af wijs, doe ik dat op gronden die uitsluitend van kracht zijn voor het schriftuur als kunstwerk. „Vaderland in de Verte", hoe zeer ik het bewonder als geschiedkundige studie, waaraan alle mufheid en stof der studeerkamer vreemd bleef, ontbreekt het aan de ontroerende kracht van het schep pend vermogen. De dialogen steeds de zwakke zijde van de historische roman, blijven kunstgrepen, die worden aange wend om aan de historische stof, die de auteur wil mededelen, de onmiddellijkheid te verlenen van het gesproken woord. Zij missen de klank die spreekt van hart tot hart en verhouden zich daardoor tot het kunstwerk zoals een diorama zich verhoudt tot de werkelijkheid: het ontbreekt hun aan echtheid. Geen boek is juist krach tens zijn voortreffelijke geschiedkundige eigenschappen een duidelijker demon stratie van de tweeslachtigheid der „histo rische romanlitteratuur": een talentvol prozaschrijver kan met een beperkt ge schiedkundig materiaal een sterke roman schrijven; wetenschap-alleen, hoe geniaal beheerst, is daartoe niet bij machte. Mag dan „Vaderland in de Verte" als roman niet aanvaardbaar zijn, het blijft als historische studie een boeiend en knap werkstuk Hoe met een wellicht onvollediger ge schiedkundige stof een indrukwekkende, krachtige roman kan worden gecompo- neerd, als het een ras-echt kunstenaar is, die het materiaal hanteert, heeft van Gre- velingen getoond met zijn „Stilte om een Paleis", dat zich beperkt tot één enkele episode uit het leven van Catharina II: de dood van haar geliefde gunsteling Generaal Lanskoy. Ik weet niet, of de schrijver de Gedenkschriften raadpleegde van de toen malige Franse gezant, de Graaf de Ségur. Ik vond daarin deze merkwaardige aan tekening, die wonderwel overeenstemt met de beslissende betekenis, die van Grevelin- gen toekende aan het heengaan van deze sterke en innemende mannelijke figuur uit het leven van de Grote Catharina. „Van alle uitverkorenen", schrijft de Ségur, „was Lanskoy wellicht de enige, die waarachtig- diepe gevoelens wekte in Catharina. Hij verdiende ze, vanwege zijn ernstige liefde, zijn trouw en zijn onbaatzuchtigheid; hij toch was het, die Catharina, ondanks ver schillen van rang en leeftijd, ervan wist te overtuigen, dat het niet de Keizerin was die hij liefhad, maar..,. Catharina." In diezelfde geest heeft van Grevelingen ach ter het masker van de machtige Czarina en de frivole heerseres een andere Catharina ontdekt, een in het diepst van haar hart eenzame vrouw, wier levensmoed het be gaf, toen zij verliezen moest, wat haar waarlijk lief was. Ook zij was één dier genen, wier tederste gevoelens verborgen bleven achter een „onverbreekbaar zegel" en wier leven „een spel zonder inzet" werd, toen het dierbaarste eraan ontviel. Aldus opgevat zijn van Grevelingen's drie romans trots kent, het „spel" van het leven verder te spelen, zonder „inzet". De historische roman mag bij het pu bliek maar matig geliefd zijn, van Greve lingen's „Stilte om een Paleis" zal door geen lezer uit handen worden gelegd zon der de overtuiging, dat hier dan toch his torie en roman verenigd werden tot een kunstwerk, dat alle bekoring heeft van een bewogen verleden cn alle ontroerende kracht van de hei-scheppende verbeelding. C. J. E. DINAUX Apen-muiterij op de „Kedoe" Aan boord van het oudste motorschip van de Rotterdamsche Lloyd, de „Kedoe", dat deze week uit Indonesië te Rotterdam terugkeerde, is in volle zee muiterij uit gebroken, waarbij niet minder dan zestien slachtoffers zijn gevallen Er bevonden zich namelijk 71 apen voor de diergaarde „Blij- dorp" aan boord, die onder elkaar slaande ruzie krege?). Toen eindelijk de orde was hersteld, bleken 16 apen ernstige bijtwon- den in de nek te hebben opgelopen. De slachtoffers werden in een in allerijl in gericht apenhospitaal opgenomen, maar de beste verpleging mocht niet baten! Allen hebben een zeemansgraf gevonden. Behalve deze gedunde apenkolonie heeft de „Kedoe" nog voor „Blijdorp" aange voerd een bantengstier en twee hertzwijn- tjes. ONTDEKTE KENMERK VAN HET WARE STUUR GEEN' OVERBODIGE GESCHEN KEN NAAR HET BUITENLAND Nog geregeld zenden Nederlanders ge- schenkpaketten naar familie en vrienden in het buitenland. Soms verstuurt men via het Rode Kruis, soms ook rechtstreeks. In sommige landen moeten op rechtstreekse zendingen invoerrechten door de ontvan gers worden voldaan. Soms zijn die rech ten vrij hoog, hoewel tot de zending beho rende goederen in ruime mate tegen be trekkelijk lage prijzen in het land zelve te krijgen zijn. Het is raadzaam dat men zich, alvorens ge schenkzendingen samen te stellen, over tuigt of goederen, die men geven wil, in het land van de begunstigde inderdaad schaars zijn. Hierdoor bespaart men zich zelf en de geadresseerde onnodige kosten. Zomin als men bijvoorbeeld naar Engeland textielgoederen of wijn naar Frankrijk stuurt, zomin behoeft men zout, lucifers, margarine en groentenconserven naar Hongarije of blikjes vis naar Noorwegen te zenden. In Maastricht zullen enkele nieuwe straten genoemd worden naar Amerikaanse militaire bevelhebbers, die een groot aandeel hebben gehad aan de bevrijding van de stad op 13 en 14 September 1944. Onder andere zullen straten genoemd worden naar de generaals Eisenhower, Simpson, Hodges en Hobbs. EEN DER SPREKERS op het in het be gin van dit jaar gehouden congres „Film en Jeugd" beantwoordde de vraag: „Waarom gaat de massa bij voorkeur naar sensatie- of zinnenprikkelende films?" door een vergelijking te maken met. de gewoonte der honden aan en in vuilnis bakken te snuffelen, omdat het, opper vlakkig gezien, uitstekende voedsel, dat de hond van zijn baas krijgt, die bestand delen die het dier juist nodig heeft, mist. En op deze verklaring aansluitende, moet het ons van het hart, dat nog steeds een te groot aantal producenten en regis seurs bij de vervaardiging van op behoor lijk artistiek niveau staande rolprenten te veel uit het oog verliest, dat films geen kunstwerken zijn .die uitsluitend door een select gezelschap van ontwikkelden geno ten worden, maar integendeel bestemd zijn voor een publiek, dat noch aan ruimte, noch aan tijd, noch aan plaats* en ook niet aan taal of landaard ;s gebonden. Wie dit steeds voor ogen houdt, zal van zelf tot de overtuiging ko men, dat bij de beoordeling van films niet zozeer de artistieke maatstaven bepalend voor de' waarde van een product behoren te zijn dan wel de algemeen menselijke. De filmproductie neigt de laatste jaren bedenkelijk naar een splitsing in twee „uitei-sten" aan de ene kant de „publiek films" met hun vaak ontstellende vergro ving der menselijke normen (hier wordt als regel bij voorkeur op onze negatieve eigenschappen gespeculeerd en op ons ge brek aan critisch vermogen) en daartegen over de „avahtgardefilms" (die overigens met de werkelijke voorhoede der film kunst dikwijls alleen dit gemeen hebben, dat ze evenzeer voor lege zalen worden vertoond) met hun probleemstellingen en psychologische kronkelwegen, die bij de toeschouwer een onopgelost probleem en een gevoel van malaise achter laten. Het is op zich zelf helemaal niet erg, dat er in een film eens behoorlijk met pistolen of revolvers gepaft wordt of dat er eens een flink robbertje wordt ge vochten, mits dat knallen en dat patsen niet vertoond wordt, omdat een scenario zonder lijken of ten minste - een paar blauw geslagen ogen geen scenario meer zou zijn. Doch men moet integendeel van de stelling uitgaan, dat, waar het publiek in brede lagen de oplossing van conflic ten en problemen het liefst op de primi tiefste werkwijzen tot stand gebracht ziet, het handgemeen of het scherpschieten als middel gebruikt moet worden om de aan dacht op bepaalde vraagstukken van ons bestaan te vestigen. Het is de onvergankelijke verdienste van de na-oorlogse Italiaanse filmkunst, dat zij de waarde van dit beginsel heeft onderkend en haar werkzaamheid op de toepassing daarvan heeft gebaseerd. Films als Rossellini's „Rome, open stad" en „Paisa",. Zampa's „In vrede leven" en „Een vrouw uit het volk", Blasetti's „Vier stappen in de wolken", konden door iedereen begrepen worden, omdat zij niet alleen aansloten bij het leven van alle dag, doch bovendien in een voor iedereen verstaanbare beeldentaal werden verteld. Doch dat hield niet in, dat deze regisseurs bleven staan op de koude en onvrucht bare grond van de realiteit alleen; Ros- sellini huldigde boven zijn oorlogskronie ken uit niet alleen de dapperheid van sommigen zijner landgenoten, maar waar schuwde veel meer nog tegen de ontwrich ting der geesten en zinnen door het geweld teweeg gebracht, Zampa zong de lof van de vrede, Blasetti hield een pleidooi voor naasten liefde en verdraagzaamheid. Kenmerkend voor deze Italiaanse school is, dat hoewel haar werken overal ter we reld gemakkelijk aanspreken, zij toch duidelijk de signatuur van het Apenijnse schiereiland blijven dragen. Voor ons, Hollanders, zal dat „typisch Italiaanse", goeddeels steken in de buitengewoon luid ruchtige conversatie die het beeld pleegt geschreven vanuit één motief: de trotse begeleiden, in wezen zijn de behandelde ongenaakbaarheid, die zich zo sterk pant sert uit kwetsbaarheid. En zoals deze Ca tharina, is de stijl en de compositie van deze roman, streng, vol zelftucht, verstrakt tot uiterste soberheid, die aan het gaafste werk van sommige 19de-eeuwse auteurs van Flaubert, de Maupassant herinnert. Woord voor woord is hier getoetst aan een strenge zelfcritiek, die elk vertoon van ge voelswarmte onverbiddelijk afwijst en daardoor juist de spanning wekt tussen verborgen tragiek en uiterlijke onbewogen heid. „Toen Lanskoy stierf, hield het Russische volk de adem in": aldus luidt de inzet tot het tweede hoofdstuk. Deze zin had ge schreven kunnen worden door een Rus sisch aut'eur bijna is het een Tolstoiaan- se zin, waarin vrijwel niets wordt uitge sproken, maar die alles suggereert: de smart in een vrouwenhart om het verlies; de onzekerheid van een volle dat zich de knoet herinnert, ook al wordt het door een „verlicht despoot" geregeerd; de versla genheid in de hofkringen; de dreigende machteloosheid van een groot heerseres. Om een tweede voorbeeld te noemen van deze tot het uiterste gedisciplineerde ro mankunst: kan men een beklemmender eenzaamheid mee-beleven dan die van een Keizerin aller Russen, welke het zomer verblijf na het sterven van haar geliefde inderhaast verlaat om vergetelheid te zoe ken in Petersburg en na een tocht door duister en regen haar winterpaleizen ge sloten vindt? Hier breekt een vrouwen leven af, al houdt een Czarina de teugels van het bewind in handen. Deze vrouw, die met. een zo mannelijke moed de tragiek van haar leven bedwingt, is meer dan een his torische Catharina II: zij is de mens, die de vraagstukken niet uitsluitend doch toch Te Sutlon Coldfield in Engeland wordt een enorme antennemast opgericht welke het mogelijk zal maken dat ook de „Midlands" de televisie-uitzendingen uit het Londense Alexandra Palace ontvangen. Werklieden zijn hier op 120 meter boven de grond bezig een nieuw verlengstuk, te bevestigen aan de mast die een totale hoogte van 210 meter zal krijgen. mmm. Een stukje massa-regie uit „De tragische jacht". wel in hoofdzaak Italiaans te achten, om dat de moeilijkheden van de na-oorlogse tijd zich in verhevigde en verscherpte vorm bezuiden de Alpen doen gelden. Een nieuw voorbeeld wordt ons in deze dagen geleverd door „De tragische jacht" van de tot nu toe niet zeer bekende Guiseppe de Santis, een man die de bra- vour en de massa-regie zoals hij die wellicht van de grote Russen heeft afge keken niet schuwt. Daardoor ook heeft zijn film een geagiteerd rhythme gekre gen, dat uitstekend past bij het onderwerp, dat hij behandelde: het probleem van de talloze aan hun lot overgelaten gedemobi liseerde soldaten, die, al naar gelang hun karaktereigenschappen en een portie dood gewoon geluk bepaalden, of landbouw coöperaties vormden of zich verenigden in bandietenbenden, die hun fortuinlijker landgenoten het leven zuur maken. In „De tragische jacht" wordt ons getoond, hoe gewetenloze grondbezitters zich van zo'n kongsi bedienen om zich meester te ma ken van het vee en de machines van een coöperatie .Daarbij bedenke men, dat deze landbouwers met gevaar voor eigen leven de velden van mijnen zuiverden en bouw rijp maakten. Nu kan men gemakkelijk critiek oefenen op de simplistische wijze, waarop deze strijd na vele onwaarschijnlijk- en toe valligheden tot een goed einde wordt ge bracht, doch dan ziet men over het hoofd, dat door deze rolprent de chaotische en a-sociale toestanden in het huidige Italië onverbloemd aan de kaak werden gesteld en de kommer en nood, waaraan de Ita liaanse oudstrijders zijn overgeleverd, ook in hun psychologische uitwerking, voor treffelijk werden weergegeven. Daarbij wist De Santis eenzijdige over drijving te vermijden: hij verheelt de elementen .zwartehandel" en „profiteurs", die maar al te gaarne de vlag van de ge demobiliseerde soldaat voeren, niet. En hij zou geen man van het zonnige Zui den zijn, indien ook bij hem niet een en kele scène in het groteske overslaat. Dit neemt echter niet weg, aat „De tra gische jacht" met haar rake typeringen, haar sociale inslag: werk voor iedereen in een geordende samenleving, en haar di- wijls gedurfde beeldwisselingen de on derscheiding „Film van de maand" dubbel en dwars heeft verdiend. J. H. B. voor rei ntverbetering. Geeft frisheid en ge zondheid aan Uw huid en maakt U knapper. Acht van de twaalf beroepstoneelgezel schappen na de vacantie zullen het er nog maar tien zijn hebben tezamen met enkele cabaret-ensembles en operette- groepen een totaal van ongeveer honderd vijfentwintig opvoeringen in de Haarlemse schouwburg gegeven gedurende het afge lopen seizoen, waaronder niet begrepen de voorstellingen voor de vereniging Geloof en Wetenschap en die voor houders van het zogenaamde personeelsabonnement. Het leeuwendeel daarvan werd uiteraard ver zorgd door de eerste bespeler Comedia, over welke verrichtingen reeds in extenso verslag is uitgebracht. Het meeste nieuws zagen wij van de Haagse Comedie onder directie van Cces Laseur met die prachtige acteur Paul Steenbergen in de gelederen. Alleen de laatste t\Vee premières, te weten „Zeg aan Margaret. onder regie van Cruys Voor- bergh en de monumentale trilogie „Rouw past Electra" van O'Neill bleven ons nog onthouden. Laatstgenoemd werk redde het artistieke prestige van dit gezelschap, dat met de Hamlet-vertoning onder Verkade geen overweldigende indruk maakte en voor het overige in hoofdzaak het lichte amusement heeft gediend. Met belangstel ling zien wij uit naar de verrichtingen van M.vra Ward en Johan Valk in dit milieu. Eerstgenoemde zal, naar verluidt, de rol van Anna Boleyn in het laatste stuk van Maxwell Anderson gaan spelen. De samen stelling van het komende répertoire wordt gekenmerkt door goede voornemens. Drie nieuwe stukken slechts bracht het Amsterdams Toneelgezelschap naar de Spaarnestad, waaronder slechts één van de vier Nederlandse aanwinsten, in een overigens geenszins belangwekkend sei zoen. „Koning Lear" van Shakespeare met Albert van Dalsum in de ongelooflijk veeleisende titelrol diende hier om de eer van het gezelschap hoog te houden. De meeste indruk liet Louis Saalborn achter met zijn prachtige creatie van professor Linden in een probleemstük van Priestley. Op de verlanglijst staat eigenlijk alleen „De ring en de kelim" van Luisa Treves, waarin j onze stadgenote Elise Hoomans een be langrijke rol vervult en waarmee Johan Fiolet vrij gelukkig debuteerde als regis seur. Van het komende is nog maar zeer weinig bekend. Dit is niet de plaats om critiek uit te oefenen op de vaste bespeler van de eerste schouwburg des lands, al moet gezegd worden dat daar ruimschoots aanleiding toe bestaat. Enkele reprises van „De comedie van het geluk" met Charlotte Kohier trokken veel toeschouwers. De Rotterdammers hebben een vrucht baar seizoen achter de rug, waarvan hier alleen helaas de minst geslaagde en zeker de minst belangrijke resultaten te zien werden gegeven. Het is een raadsel waar om met name „Jeanne van Lorraine" met Rie Gilhuys en „Christopher Blake" met de jeugdige Jan Velzeboer of het sterke speel stuk "Montserrat" van de Algerijn Robles niet voor het Haarlems voetlicht kwamen en een paar onbenullige blijspelen wel. Aan het wegblijven van het buitenlandse succes „Edward mijn zoon" heeft men bitter wei nig gemist. Helemaal duidelijk is de bevoorrechte positie van het Nederlands Volkstoneel nog steeds niet geworden, al bezit men thaps in de grote karakterspeler Johan Elsensohn een formidabele trekpleister. Zijn vertol king van Pancras Duif in „Schakels" van Heijermans behoorde tot de onvergetelijke hoogtepunten van het seizoen. Het dapper tegen de verdrukking in worstelende en semble van Herman Bouber. dat het nog steéds zonder steun en zonder een eigen huis moet stellen, bracht elders dan in Haarlem met de opvoering van het merk waardige „Neem weg onze harten van steen" door Sean O'Casey tenminste een daad van culturele betekenis. Waarom, ge achte besturen van uitkoopverenigingen, nodigt u deze groep toch niet eens uit voor de verzorging van uw avonden? p N Nadat we de vorige week de eerste perio de van Heemskerks werkzaamheid in diens St. Lucas-diptiek vertegenwoordigd zagen, vraagt nu een kapitaal altaarstuk uit de tweede periode onze aandacht. Ook in deze phase van zijn scheppen toont onze meester zich uiterst ontvankelijk voor het grote voorbeeld, in casu de alles beheersende vormencanon der Italiaanse Renaissance kunst, die lange tijd de alleenzaligmakende bron zou blijven voor de West-Europese kunstenaarschap. Heemskerks Scorel-achtige manier van schilderen maakte ook in deze Verkondiging plaats voor de eclectische vertolking van een onderwerp, waaraan wij dank zij de primitieven de meest hooggestemde herinneringen bewaren (Van Eyck, Rogier van der Weyden e.a.). En als wij dit eclec ticisme ontleden, dan beluisteren wij de na galm van kunstwerken door Verrocchio, Botticelli, Michelangelo, Raphael e.a.^ de machtige buit aan indrukken gedurende de Italiaanse studiereis opgedaan, is hier op geschoten tot een weelderige groei van uit heemse vormen, die sterk worden beheerst door het geestelijk klimaat van het land waar zij werden „overgeplant". Een eerste blik op deze altaarluiken overtuigt ons aan stonds van d^behaalde winst: de voort schrijdende oerwinning op de ruimte, een factor van onberekenbaar belang in de ont wikkeling der Noord-Nederlandse schilder kunst. Maar bij Heemskerk gaat deze ruimte winst gepaard met het verlies van de inti miteit en de intensiteit van het wijdingvo! gebeuren, zoals wij dit meebeleven in de werken der meergenoemde 15e-eeuwse meesters. In plaats van de ingetogen houding tussen deze overmatig grote enge- icrri npc HprAn mp»t mouc ma— r- Maerten van Heemskerk (geboren te Heemskerk in 149S. gestorven te Haarlem in 1574). Zijpanelen van een drieluik met voorstelling van de Aankondiging aan Maria. (Geschilderd in 1546, elk luik: 2.50 x 1.22*/, vi.). „Dienstmaagd des Heren", met pieus ma nuaal, nederig neergeknield in de besloten- ervangen door de „Kindermoord van Beth- len-figuur (met „bijbehorende" deur lehem", in 1591 doqr Cornelis Cornelisz. rechts) t.o.v. de totale ruimte-werking. In van Haarlem geschilderd. In deze samen- heid van de binnenkamer, beweegt zich bijzonder fraai geschilderde bloemen- stelling zag Karei van Mander het opge- hier een vrouwefiguur met meer „wereld- j^ns om het hoofd van de engel, herken- steld in de „Suydt-camer in 't Prince Hof" se allure vrijer in een weidse loggia. De nen we de aandacht van de Hollander en waar het volgens deze biograaf „van velen handen dreigen te gaan acteren, het «leed diens bewondering en eerbied voor een der- ghesien en seer ghepresen" werd. Ook de ghesien en seer ghepresen" werd. Ook de gelijk detail. Wellicht vermag ons dit door huidige opstelling in het museum vertoont zijn schoonheid méér te boeien dan de weer de door Van Mander beschreven for matie. Desgevraagd opent de suppoost de luiken voor de belangstellende bezoeker De hier afgebeelde luiken behoorden tot Een wereld vol beweging gaat dan open met het altaar der drapeniers in de St. Bavo in chronologische volgorde: de Aanbidding Zwaar is de gang van de engel, die zich aan alhier. Het vermoedelijk gebeeldhouwde der Herders, de Aanbidding der Koningen ons voordoet als de welgebouwde en ietwat middenstuk werd door brand verwoest en en de Kindermoord. Op het luik der 3 Ko- _i ningen ontwaren we de schilder zelf, aan wie de bezoeker, op zijn verzoek, door de zelfde suppoost gaarne zal worden voor gesteld. is gedrapeerd tot een „waterval" van breed uitgolvende plooien. Het symbool van de H. Geest, in de annunciaties der Italianen drukke regie van heel dit Italianiserend to- toegevoegd in de pure vorm van een blanke neel accolade, vinden wij hier terug als een wel doorvoede duif, gespeend van alle mystiek. Het Vrije Toneel van Oor Ruys heeft over toeloop niet te klagen en kan dan ook met drie of vier premières per seizoen volstaan. Nell Koppen, de ontdekking van het sei zoen 1947—1948, verstevigde haar repu tatie in het komische emplooi. Anny de Lange staat weldra voor de moeilijke taak om Myra Ward te vervangen. Ruys was in één woord Ruys Dat zegt de kenners ge noeg, „De Komedianten" tenslotte brachten geen stukken waarbij men in een overzicht als dit behoeft stil te staan. Johan Kaart blijft nu eenmaal zijn krachten verslinge ren aan een genre waarvoor men geen dure schouwburgen hoeft te bouwen. Dat is toch wel erg jammer. Resumerende kunnen wij terugzien op een druktoneelseizoen met enkele opmer- een druk toneelseizoen, waarin de meêste aandacht werd geschonken aan de opper vlakkige vermakelijkheid. In het alge meen stonden de voorstellingen op een peil dat de toets der critiek kon weerstaan. De belangstelling van het publiek was niet onbevredigend. Het is verheugend dat er voor de abon nementen ten behoeve van het personeel van grote bedrijven zoveel animo bestaat, dat misschien een derde serie van vijf op voeringen noodzakelijk wordt. Ook van de pas weer geopende mogelijkheid tot reduc tie voor studerenden maakt men druk ge bruik. Er zijn reeds meer dan honderd aanvragen binnen en dit aantal zal in de herfst stellig nog stijgen. Sommige toneel liefhebbers uiten wel eens klachten over het betrekkelijk geringe aantal „vrije" voorstellingen in Haarlem, doch te hunner informatie diene dat er op de abonne mentsavonden altijd een zeker kwantum goede plaatsen tegen normale prijzen voor gegadigden beschikbaar is. DAVID KONING plompe zuster van de gracieuze engelen, aan Botticelli's fantasie ontvloden. De voortschrijdende verovering op de ruimte garandeert intussen nog geen volstrekte harmonie tussen de compositie-onderdelen onderling, zoals o.m. blijkt uit de wanver- Er worden op Zaterdagmiddag te 2.30 en 2.45 uur rondleidingen in het museum gehouden. H. P. BAARD. VOORKOMEN BETER DAN GENEZEN! Zelfs de best georganiseerde actie voor veilig verkeer kan niet voorkomen.dat er nog dagelijks vele ongevallen voor komen. Ue.i (can U o-a£ ov&i&omin! Met een ongevallenpolis in Uw bezit voorkomt U geen ongeval, maar het kan dan niet voorkomen, dat er finan ciële zorgen uit voortkomen. Een ongevallenpolis van de N.V. Nieuwe HAV Bank te Schiedam geeft U die zekerheid Vraag» nog HEDEN inlichtingen f De surséance van de Holland-Nautic Bewindvoerders verwachten mogelijkheden van een re organisatie Ter voldoening aan de bepalingen van de wet is weer een driemaands rapport door de bewindvoerders in de surséance van betaling van de N.V. Machinefabriek en Scheepswerf „Holland-Nautic" te Haarlem aan de Haarlemse Rechtbank overgelegd. Daaruit blijkt dat het bedrijf onvol doende bezet is met orders, wat tengevolge had dat de algemene kosten (inclusief af schrijving) niet worden gedekt. Een be langrijke stijging van orders is op korte termijn niet te verwachten. Het accoun tantsrapport met balans en winst- en ver- Hesrekening per 31 December 1948 toont evenwel aan dat de uitkomsten over de laatste 4 maanden van dat jaar belangrijk beter zijn dan over de eerste 8 maanden. In de laatste 4 maanden is het verlies, de afschrijving buiten beschouwing gelaten, slechts gering te noemen. Verder wordt in dit accountantsrapport opgemerkt dat de bezetting van zo'n bedrijf ongeveer verdubbeld zal moeten worden om het in een winstpositie te kunnen brengen. De bewindvoerders constateren dat dit rapport hun inzicht bevestigt. Zij merken tevens op, dat voortzetting van het be drijf gewettigd is omdat omstreeks No vember 1949 de eindbeslissing te verwach ten is door de Raad van Rechtsherstel in een gevoerde procédure. De verwachting bestaat dat deze uitspraak gunstige moge lijkheden zal bieden voor een reorganisatie van het bedrijf. Akten van overlijden van vermisten Op 3 Juni is in werking getreden de wet van 2 Juni 1949 houdende voorzie ningen betreffende het opmaken van akten van overriden van vermisten. Onder „vermiste" wordt in dit verband verstaan: „ieder, die op enig tijdstip tussen 9 Mei 1940 en 1 Juni 1945 in Nederland woonplaats heeft gehad, doch wiens be staan sedert laatstgenoemde datum niet meer is gebleken, terwijl er goede gronden bestaan om aan te nemen, dat hij is over leden". Op grond van de bepalingen van deze wet, zal het dus mogelijk zijn, nu nog ak ten van overlijden in de laatste woonplaats van bovenbedoelde personen op te maken, hetgeen namens de minister van Justitie, door de daartoe ingestelde „Commissie tot het doen van aangifte van overlijden van vermisten", op schriftelijke aangifte kan geschieden. Inlichtingen worden aan belanghebben den aan loket C (aangifte van overlijden) op het bureau van de burgerlijke stand te Haarlem verstrekt, waartoe het aanbeve ling verdient, dat de op een zodanig over lijden betrekking hebbende stukken wor den meegenomen. Agenda voor Haarlem ZATERDAG 'l »ULI Luxor: „Het dreigende water". 13 jaar*. 2.00, 4.15, 7.00 en 9.15 uur. City: ..Hillegard", 14 j., 2.15, 4.30, 7.00 en 9.15 uur. Spaarne: „Sioux- City-Sue"; 14 j., 2.30, 7.00 en 9 15 uur (Zondag 2.00, 4.15, 7.00 en 9.15 uuri. Frans Hals: „De laatste étappe". 18 j.. 2.30. 7.00 en 9.15 uur (Zondag 2, 4.35, 7.00 en 9.15 uur.'. Rembrandt: „Bataljon der dapperen". 18 j-, 2.00, 4.15, 7.00 en 9.15 uur. HEEMSTEDE: Circus Mikkenie, 8 uur. ZONDAG 3 JULI Bioscopen: Middag- en avondvoorstellingen. HEEMSTEDE: Circus Mikkenie, 8 uur.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1949 | | pagina 5