Feest in Nederlands
eerste gezin
7 Januari 19377Juli 1949
Ondanks bezwaren instemming
met statuut van Europese Raad
Woensdag 6 Juli 1949
De 9 Muzen
MORGEN ZAL HET twaalf-en-een-half jaar geleden zijn dat op een stralende winteo
dag een vorstelijk bruidspaar in de gouden koets door een jubelende en
feestelijk getooide residentie naar het stadhuis reed om in de echt te worden ver
bonden. Treffend waren de woorden van burgemeester De Monchy bij deze plech
tigheid: „Het is wel het grootste geluk dat ons mensen beschoren kan zijn, wanneer
een man en een vrouw elkander in oprechtheid verklaard hebben, dat het hun liefste
wens is, voortaan samen hun leven te leiden, schouder aan schouder te staan om
samen te dragen wat ieder aan zorgen en verdriet te torsen krijgt, maar ook om de
vreugde en de heerlijkheid van het leven samen te genieten."
En later, in de oude St. Jacobskerk, was het de voorganger bij de huwelijksinzege
ning, prof. Obbink, die de woorden sprak: „leder huis heeft zijn kruis en ook uw huis
zal zijn kruis wel krijgen. Of het kruis ons zwaar valt of licht, of wij er onder bezwijken
dan wel het met vreugde dragen hangt niet af van de zwaarte van het kruis maa'
van de kracht van degeen die het draagt."
verwachting, spoedig naar het vaderland
te kunnen terugkeren, werd na het mis
lukken van de Slag om Arnhem de bodem
ingeslagen. Het zou nog tot 4 Augustus
1945 duren voordat de leden van het Prin
selijk Gezin op het vliegveld Teuge weer
voet op vaderlandse bodem konden zetten.
En een paar maanden later keerde dit ge
zin terug' in het witte paleis in Soestdijk,
waar op 17 Februari 1947 prinses Marijke
werd geboren. En in September van het
jaar daarna waren opnieuw ieders gedach
ten bij onze Koninklijke Familie, toen een
moeder de tijd gekomen achtte, haar hoge
taak over te dragen aan haar dochter.
Ook morgen zal het Nederlandse volk
denken aan een gelukkig gezin dat op
Soestdijk een familiefeest viert. Een ant
woord op de vraag, wat dit gezin voor ons
betekent, vinden wij in de toespraak van
prof. Obbink tijdens de huwelijksinzege
ning, nu twaalf-en-een-half jaar ge
leden:
„Waar elk huis het nodig heeft te leven
onder open hemel, zal uw huis dat nodig
hebben in dubbele mate: uw hoge plaats
temidden van het Nederlandse volk, uw
meer dan gewone verantwoordelijkheid
tegenover elkander en tegenover ons va
derland en daarmede tegenover God stelt
U tot plicht met grote wijsheid te wandelen
in-uw persoonlijk en in uw openbaar leven.
Het Nederlandse volk wil hoog tegen u op
zien met eerbiedige liefde. Wij willen in u
beiden zien ons voorbeeld in trouw, in een
voud, in plichtsbetrachting en in Godsver
trouwen".
Landelijke organisaties zullen
defileren voor Koninklijk paar
l neiuwe
aven
I Wonderlijke nachten, door Godfried Bo-
mans. Met illustraties van Karei Thole. Uit
geverij A. W. Bruna Zoon, Utrecht. Ant-
September 1948: Koningin Juliana en Prins Bernhard na de eedsaflegging in de
Nieuwe Kerk te Amsterdam.
Leslie Cnarteris. Oorspronkelijke titel: The
Saint in Miami. Vertaald door J. W. Merc-
kens. Uitgeverij A. W. Bruna Zoon,
Utrecht, Antwerpen.
De N.V. Mateor. detectiveroman door
Havank. Derde druk. Uitgeverij A. W. Bruna
Zoon. Utrecht, Antwerpen.
Japan, bakermat van het Aziatische impe
rialisme, door prof. dr. H. N. ter Veen.
Uitgeverij J. A. Boom Zoon, Meppel.
Laat mij maar zwerven, door Fernand van
den Oever. Illustraties van Anton Pieck.
Uitgeverij G. F. Callonbach N.V.. Nijkerk.
De zegen, roman door Rein Brouwer. Uit
geverij G. F. Callenbach N.V., Nijkerk.
Geen angst voor de baring, practisch-psy-
chologische wenken voor aanstaande moe
ders. door dr A. J. M. Lamers. Uitgeverij Van
Gorkum Camp. N.V., Assen.
Hoe kan ik zelf kippen houden?, door B.
van Asperen Vervennc. Derde druk. Uit
geversmij. W. de Haan N V.. Utrecht.
Onder vier ogen. gesprekken met jonge
ren door Johan A Sellenraad. Uitgeverij „In
den toren". Naaien.
Finse geste. Het pronkjuweel van het
Finse kunstbezit komt op de tentoonstelling
„uit de schatkamers der middeleeuwen" in
het Rijksmuseum.
Bemiddeling van de Nederlandse bij de
Finse regering heeft tot resultaat gehad dat
bij hoge uitzondering enige panelen van
het Sint Barbara altaar een werk van Meister
Franke, uit Helsinki voor de grote expositie
te Amsterdam werden afgestaan.
Deze kunstwerken, waarvan de waarde op
een millioen gulden wordt geschat, hebben
nimmer tevoren voor enige expositie in Fin
land zelf of daarbuiten het museum verlaten.
Met deze geste wil het land van Manner-
heim zijn dankbaarheid tonen voor de kunst
tentoonstelling, die Nederland twee jaar
leden het Finse volk deed genieten.
TWEEDE KAMER
Mej. Klompé (in maidenspeech):
„Men stelle liefde boven recht"
(Van onze parlementaire redacteur)
Het behoort tot de goede parlementaire
gebruiken om, wanneer, een afgevaardigde
voor het eerst sinds zijn benoeming een
rede houdt, daaraan bijzondere aandacht
te wijden. Jammer genoeg handelde een
deel der leden gisteren minder hoffelijk,
door de onderlinge kout nog wat voort te
zetten, toen mei. Klompé (KVP) haar
maidenspeech hield bij de behandeling van
het wetsontwerp ter goedkeuring van het
Statuut van de Raad van Europa. Het bleef
zodoende aanvankelijk nogal roezemoezig,
hetgeen de spreekster enigszins onzeker
scheen te maken. Later werd het echter
rustiger en toen kwam zij ook beter op
dreef en voelde zich weer op haar gemak.
Wanneer zij de techniek van haar voor
dracht nog wat weet te verbeteren, zal zij
in dat opzicht menig ander Kamerlid tot
voorbeeld kunnen strekken. Dit was reeds
in zoverre het geval, dat zij afwijkend
van de slechte gewoonte der meeste afge
vaardigden niet voorlas, maar voordroeg.
De inhoud van mej. Klompé's rede ge
tuigde van gezond begrip en kennis van
zaken met betrekking tot de te bereiken
Europese samenwerking. Zij waarschuwde
er tegen onmiddellijk reeds te hoge ver
wachtingen te koesteren. Men gaat iets
nieuws beginnen en dus zal er wel enige
tijd nodig zijn voor men voldoende inge
steld is op de nieuwe vonnen. Dat nieuwe
bestaat hierin dat de Raadgevende Verga
dering niet zal bestaan uit delegaties, die
namens hun landen elk één stem uitbren
gen. dat de leden dier delegaties regerings
vertegenwoordigers zullen zijn, maar dat
door middel van dit college werkelijk over
leg tussen volken zal gepleegd kunnen
worden en dat de leden het naar gelang
nen worden, los van de vraag uit welk land
van gelijke gezindheid met elkaar eens kun-
zij komen. De Raadgevende Vergadering
heeft in 't huidige statuut nog slechts zeer
beperkte bevoegdheden. Het zal dan ook no
dig zijn er naar te streven dat zij worde
tot een waarlijk Europees Parlement. Nodig
is daarom tevens, zo betoogde spreekster,
dat de volken zelf hiervoor rijp worden ge
maakt en gaan beseffen dat Europese sa
menwerking ook inhoudt de bereidheid,
offers te brengen. Boven recht moet liefde
gesteld worden, zeide mej. Klompé, die de
nadruk legde op de Christelijke gedachte
als 'grondslag voor de Europese samen
werking.
Zij vond het bezwaarlijk dat de Kamer
het statuut heeft goed te keuren zonder
invloed op de samenstelling te hebben
kunnen uitoefenen en merkte op, dat in de
toekomst het Nederlandse parlement zelf,
zonder dat daarbij nog overleg met de
regering nodig zou zijn, over de samen
stelling van onze afvaardiging moet be
slissen. Ook mr. Oud (WD) was deze
zienswijze toegedaan. Hij opperde het
denkbeeld om mettertijd de benoeming
van de afgevaardigden naar de Raadgeven
de Vergadering in een gemeenschappelijke
bijeenkomst van de beide Kamers te doen
geschieden. „Dit denkbeeld is wel aardig",
zei mr. Van der Goes van Naters
(Arbeid), „maar er zijn praktische be
zwaren aan verbonden". Deze afgevaardig
de vond trouwens, dat men over het
vraagstuk van de methode van samen
stelling der delegatie (voor het ver
volg wel te verstaan) beter na de bijeen
komst in Straatsburg eens kon spreken.
Blijkbaar wenste hij er naar te streven, op
j dit punt eventueel eenzelfde stelsel te doen
toepassen als men elders zou blijken voor
te staan. Hel belangrijkste punt in het sta
tuut vond hij, dat de leden in de Raad
gevende Vergadering individueel hun stem
2ullen kunnen uitbrengen, het zwakste dat
als regel voor resoluties eenstemmigheid
is voorgeschreven. Wil men het werkelijk
tot een supra-nationaal orgaan brengen,
dan is het onontbeerlijk het statuut zodanig
te wijzigen, dat meerderheidsbeslissingen
mogelijk zullen worden.
Andere voorstanders van het wetsont
werp waren de heer Schmal (CH) (die
weinig woorden gewenst vond nu de Raad
van Europa nog met een kraamkamer te
vergelijken is). Dr. Bruins S 1 o t en de
heer Wel ter (NKP). De Anti-Revolu-
tïonnaire woordvoerder zei onder andere,
dat op een volkenrechtelijke stronk een
staatsrechtelijk takje is geënt. Verder was
hij van mening, dat hoewel de Raadgeven
de Vergadering nog in de windselen ligt.
zij meteen zo effectief mogelijk aan de
ketting wordt gelegd. Dit vond hij erg ver
standig, daar men zijns inziens niet al te
hard vooruit moet lopen. Toch wenste hij
wel dat de ketting een loopketting zal zijn.
Wat het statuut betreft, dit is zo zeide
hij op het ogenblik een wolkje als
's mans hand, maar hij hoopte tevens dat
het de inleiding zal zijn tot een ruisende
regen.
Eén tegenstander liet zich horen, te weten
de heer Wagenaar (Comm.). De Europese
samenwerking was tegen Rusland gericht
en er wordt in het statuut van vrede ge
sproken, maar in werkelijkheid gaat het
alleen, zo beweerde deze spreker, om de
handhaving van de bestaande maatschap-
pijvormen.
Hedenmiddag zal minister Stikker ant
woorden.
Weekstaat Nederlandse Bank
vertoont grote verschuivingen
Op de verkorte balans van de Neder
landse Bank kunnen enige vrij grote ver
schuivingen worden waargenomen. Zo is
het totaal der vorderingen op het buiten
land met ruim 35,000.000 opgelopen tot
406.993.367, daarnaast zijn gestegen de
vorderingen in guldens op vreemde circu
latiebanken met 3.000.000 tot 263.193.107
en de diverse rekeningen aan de debetzijde
van de balans met 5.000.000 opge
lopen tot 128.216.780. Daartegenover dient
er echter op te worden gewezen, dat de
vrije saldo's van vreemde circulatiebanken
en soortgelijke instellingen met 23.000.000
zijn aangegroeid tot 414.930.321, terwijl de
andere vrije saldo's een toeneming vertonen
van 15.000.000 tot ƒ404.432.004. de post
crediteuren in vreemde geldsoort met bijna
2.000.000 is opgelopen tot 64.347.567 en
diverse rekeningen aan de creditzijde van
de balans met bijna 2.000.000 zijn ver
meerderd tot 140.211.289. Het tegoed van
de schatkist bij de Bank is met ruim
69.000.000 geslonken tot 112.051.052,
daartegenover zijn de saldo's van banken
met 23.000.000 gestegen tot 82.918.004.
Dat het tegoed van de schatkist een
flinke aderlating heeft ondergaan, kan wel
licht verband houden met het feit, dat per
1 Juli een vrij aanzienlijk bedrag aan
schatkistpapier kwam te vervallen, het
geen, naar men veronderstelt, niet geheel
is vernieuwd, waarmede dan tevens de stij
ging van de saldo's van banken in Neder
land met bovengenoemde 23.000.000 kan
worden verklaard, en het Rijk voorts de
nodige betalingen heeft moeten bewerk
stelligen.
De uitzetting van de bankbiljettencircu-
latie met ƒ45.000.000 tot ƒ3.015.921.065 zal
hierdoor wellicht te voorschijn zijn geroe
pen. Het particuliere bedrijfsleven stelde
na de ultimo geen bijzondere eisen meer,
hetgeen wel hieruit blijkt, dat de voor
schotten in rekening courant met 3.500.000
zijn achteruitgegaan tot 146.310.799.
Te Naardcn overleed op 74-jarige leeftijd
mgr. dr. ir. F. A. Brandt, legionair bisschop
voor Nederland cn België der Vrije Katho
lieke Kerk
Ex-burgemeester van Groningen
voor de politieke kantonrechter
Voor de kantonrechter voor tribunaal
zaken te Groningen had zich te verant
woorden de 51-jarige landbouwer en ex-
burgemeester van de stad Groningen P. T.
De verdachte was tijdens de bezetting lid
van de N.S.B., van de „Germaanse S.S.",
van de „Volksdienst" en van tal van or
ganisaties, welke zich op nationaal socia
listisch terrein bewogen Talrijk waren
ook de functies welke deze verdachte tij
dens de glorietijd van het Nazidom ver
vulde. Zo was hij onder meer naast „bur
gemeester", gemachtigde van de leider
voor landbouw en visserij, voorzitter van
de kring van burgemeesters en gemach
tigde voor de reorganisatie van de land
stand.
Ter zitting bleek dat T. op alle mogelijke
manieren had getracht persoonlijke voor
delen uit zijn lidmaatschap en diverse
functies te trekken. Zo werden hem in de
strenge winter 1944-1945 ruim 140 eenhe
den extra brandstof verstrekt.
Hij was er van beschuldigd de zoge
naamde „gijzelaarslijsten" te hebben sa
mengesteld en voorts van het feit, dat hij
actief had meegewerkt Groningse mannen
naar Duitsland te zenden of hen voor de
O.T.-werkzaamheden te noteren.
De kantonrechter zal op 19 Juli advies
wijzen.
Strijd tegen de tuberculose
In het jaarverslag over 1948 van de
Haarlemse Vereniging tot Bestrijding der
Tuberculose wordt opgemerkt, dat ondanks
alle verbeteringen in de hulpmiddelen bij
de bestrijding de tuberculose nog steeds 'n
ziekte is, die haar talrijke slachtoffers on
der alle lagen der bevolking vindt. De
strijd hiertegen mag ook geen ogenblik
verslappen; de ernstigste consequenties
voor de volksgezondheid zouden verwacht
moeten worden. Dit klemt des te
meer, daar de cijfers over het afgelopen
jaar wel is waar een sterke daling aan
geven van het aantal gevallen van tuber
culose als doodsoorzaak, maar slechts een
geringe teruggang van het aantal nieuw
vastgestelde infecties.
Het Consultatiebureau der Noordhol
landse Vereniging tot Bestrijding der Tu
berculose werd in 1948 bezocht door 5409
(5210) inwoners van de gemeente Haar
lem. Hiervan kwamen 2614 (2539) voor de
eerste maal. Van deze personen leden 237
(332) aan actieve tuberculose. Positief
sputum hadden 67 (78) personen.
Door tussenkomst van het Consultatie
bureau werden uitgezonden:
naar Brederodeduin (dagverblijf) 78 (80)
naar een ziekenhuis83 (71)
naar een sanatorium 100 (99)
Op 1 Januari 1948 hadden 1654 (1594)
gezinnen huisbezoek. In de loop van het
jaar kwamen hierbij 283 (321) gezinnen.
Afgevoerd werden 300 (261) gezinnen,
zodat derhalve op 31 December 1948 1637
(1654) gezinnen huisbezoek hadden. In 487
(455) dezer gezinnen kwamen één of meer
lijders aan longtuberculosc voor. Het aan
tal door de huisbezoeksters afgelegde be
zoeken bedroeg 10858 (11268).
De woningtoestand in de gezinnen waar
op 31 December 1948 huisbezoek werd
verricht was goed in 863 (876) gezinnen,
voldoende in 646 (653), onvoldoende in
111 (109) en slecht in 17 (16) gezinnen.
De vereniging werd gesteund door leden,
wier aantal toenam, door de afdeling Haar
lem van de Algemene Nederlandse Bond
van Postdiiivenliefhebbers en de voetbal
club E.D.O. De verpleegprijs voor Brede
rodeduin werd verhoogd. In September is
het besluit genomen het eerste deel van
de verbouwings- en uitbreidingsplannen
van Brederodeduin te laten uitvoeren.
Daar zijn thans meer bedden en ook kon
de huisvesting voor het personeel verbe
terd worden.
Fleurige manifestatie
voor het paleis Soestdijk
ER ZIJN SINDSDIEN VELE JAREN
voorbijgegaan, jaren waarin de be
klemming van toenemende internationale
spanningen geen domper vermocht te zet
ten op de vreugde over de geboorte van de
prinsesjes Beatrix en Irene, Beatrix-de Ge
lukbrengende, Irene-Vrede. Aan de jaren
van beproeving, die daarop volgden, is een
herinnering overbodig. Zij hadden ondanks
alle rampspoed, toch een lichtzijde; de band
tussen volk en Oranje werd nog hechter.
Velen hebben in die donkere dagen uit de
woorden van bemoediging die van overzee
kwamen, kracht geput om de beproevingen
van oorlog en bezetting te weerstaan.
Prinses Juliana had in Canada, na
enkele maanden gelogeerd te hebben bij
de graaf en gravin van Athlone, met haar
dochtertjes een woning betrokken in
September 1936: Verloofd.
Geschenk voor Koninklijk Gezin
van 'sGraveland en Ankeveen
De inwoners van 's Graveland en Anke
veen voelen zich op bijzondere wijze ver
bonden met het Koninklijk Gezin, omdat
deze dorpen destijds van zeer nabij getuige
waren van de vorstelijke verloving, die van
„Sperwershof" in 's Graveland uit bekend
werd. Derhalve werd tot Hare Majesteit het
verzoek gericht of men ter gelegenheid van
het koperen huwelijksfeest een geschenk
mocht aanbielen. Dit. cadeau, een fauteuil,
waarop onder meer de wapens der beide
gemeenten zijn aangebracht, is vanochtend
door de particuliere secretaris van H. M.
de Koningin, mr. J. C. baron Baud, in ont
vangst genomen.
7 Januari 1937Huwelijksinzegening in do St. Jacobskerk te Den Haag.
Koningin JulianaPrins Bernhard en de Prinsesjes na de inhuldiging.
Agenda voor
WOENSDAG 6 JULI
Luxor: „Het dreigende water", 18 j„ 2.00,
4.15, 7.00 en 9.15 uur. City: „Hildegard", 14 j„
2,15, 4.30, 7.00 en 9.15 uur. Spaame: „Sioux-
City-Sue", 14 j„ 2.30, 7.00 en 9.15 uur. Frans
Hals: „De laatste étappe", 18 j„ 2.30, 7.00 en
9.15 uur. Rembrandt: „Bataljon der dappe
ren", 18 j„ 2.00, 4.715, 7.00 en 9.15 uur. Palace:
„Titanenstrijd". 14 j„ 2.00, 4.15, 7.00 en 9.15 u.
HEEMSTEDE: Circus Mikkenie, 8 uur.
DONDERDAG 7 JULI
Grote Kerk: Orgelconcert. 3 uur. Brink-
mann. Grote Markt: Expeditiekantoor Enwo,
filmavond, 8 uur.
Toen Prinses Juliana en Prins Bernhard nog in de kinderschoenen stonden.
Nadat Vrijdagmiddag te Den Haag het
nationale huldeblijk aan Koningin Juliana
en Prins Bernhard zal zijn aangeboden, zal
onder leiding van een landelijk comité
op Zaterdag een tweetal défilés in de tuin
van het Koninklijk paleis te Soestdijk wor
den gehouden.
De défilés bestaan uit een défilé voor vol
wassenen op Zaterdagochtend half elf en
een défilé voor de jeugd 's middags om drie
uur. Er nemen deputaties van landelijke
organisaties aan deel. In bonte afwisseling
zullen de onderdelen van het leger, brand
weer, P.T.T., Nederlandse Spoorwegen (van
wegwerker tot hoofdstationschef) in be
roepskleding defileren. Ook de Gerefor
meerde vrouwenverenigingen in vijftig a
zestig verschillende klederdrachten uit het
gehele land, evenzo de vissersbevolking, het
reddingswezen, de hengelaars, professoren
der universiteiten, zowel als de vendel-
zwaaiers, de kynologen met hun Hollandse
rassen, de Alkmaarse kaasdragers, de bur
gerluchtvaart, landelijke ruiters, binnen
schippers en studentencorporaties en nog
tientallen andere organisaties zorgen voor
eer. grote verscheidenheid van kleder
drachten.
Zelfs het Nederlandse voetbalelftal in
oranjetrui neemt aan het défilé deel. De
tachtig groepen worden met koffie en
broodjes in de paleistuin ontvangen, waar
de Koninklijke Militaire Kapel, de Mari
nierskapel en de Baarnse Muziekvereniging
Crescendo concerteren. Onderwijl brengen
sportvliegers hoog in de lucht hun groot.
Aan het défilé van de georganiseerde
jeugd op Zaterdagmiddag nemen 35 lande
lijke organisaties deel met eveneens circa
1500 vertegenwoordigers van padvinderij,
A. J. C., jeugdvoetballers, gymnasten en
dergelijke.
De N.P.V.-band uit Enschedé, de pad-
vindstersband uit Haarlem, de Apeldoornse
Muziekvereniging „Prins Hendrik" en de
mee te voeren vlaggen en vaandels zullen de
fleur van het geheel verhogen. Er zullen
enkele demonstraties worden gegeven en de
vertegenwoordigers van de jeugd zullen
door spijkers met koppen voor de toekomst
te slaan, een houten reuzenmedaille later
aan het Koninklijk paar aan te bieden
van een toepasselijk randschrift voorzien.
Misschien heeft menigeen zich slechts
luttele jaren later deze woorden, die in alle
huiskamers hebben weerklonken, her
innerd. In de dagen van het pasbegonnën
jaar 1937 werden zij overstemd door klan
ken van vreugde over het geluk dat Prinses
Juliana ten deel gevallen was. Die oprechte
blijdschap had het Nederlandse volk reeds
getoond op die tweede Dinsdag in Sep
tember 1936, toen als een volkomen ver
rassing in extra radioberichten en kranten
bulletins de verloving van Prinses Juliana
met Prins Bernhard van Lippe Biesterfeld
bekend werd gemaakt. In stad en dorp
gingen de vlaggen uit, in kantoren en
fabrieken liet men het werk in de steek.
Zelden heeft men zo uitbundig feest ge
vierd als op die dag.
Duizenden Hagenaars hebben die middag
onvergetelijke ogenblikken beleefd toen
voor het paleis Noordeinde een grijze twee-
zitter stopte. Een vriendelijk lachende jon
geman, een witte anjer in het knoopsgat
stapte uit, reikte zijn verloofde de hand
en geleidde haar naar de ingang van het
paleis, waar de Koningin haar kinderen
omhelsde. De mensenmassa brak los in een
uitbundige jubel, en menigeen viel het
moeilijk zijn ontroering te verbergen.
De volgende dag luisterden tienduizen
den naar de radio, toen de Koningin, Prin-
«es Juliana en Prins Bernhard spraken.
„Ik kan u niet zeggen hoe dankbaar ik
ben, dat deze verloving er een is, die
uitsluitend berust op beiderzijdse ge
negenheid, de beste waarborg voor een
gelukkige toekomst. Het is mij een vol
doening hieraan te kunnen toevoegen,
dat ik de keus mijner dochter van
harte toejuich en een alleszins verstan
dige acht, gezien de goede eigenschap
pen die mijn aanstaande schoonzoon
bezit."
Na deze woorden van de Koningin sprak
de Prinses:
„Ik ben heel gelukkig, nadat wij elkan
der in de loop van dit jaar in alle stilte
heel goed hebben leren kennen. Het eerst
ontmoetten wij elkaar in de wintersport,
daarna herhaalde malen hier in het land,
tenslotte onlangs in de bergen. Geleidelijk
aan zijn wij het samen eens geworden en
wel zéér eens."
En de Prinses besloot: „Thans zal
Bernhard tot u spreken."
Tot aller verrassing sprak de Prins in
het Nederlands. Hij dankte voor de harte
lijke ontvangst en de vele gelukwensen:
„Ik wil trachten mij zo spoedig mogelijk
met mijn toekomstige vaderland vertrouwd
te maken. Én ik hoop dat men mij rustig
de tijd zal willen laten om mij hier in
allerlei belangen in te werken."
Ottawa. Door de radio dankte zij het
Canadese volk voor zijn gastvrijheid.
„Maar er is één ding dat ik u zou willen,
vragen, geef mij niet uw medelijden, maar
geef ons, wat wij meer dan iets anders
behoeven. Volk van Canada en van de
Verenigde Staten van Amerika, geef ons
uw sterkende liefde!"
Het gezin werd opgenomen in de Cana
dese gemeenschap, die haar grote genegen
heid voor de vorstelijke bannelingen duide
lijk liet blijken. Prins Bernhard ontbrak
meestentijds in dit gezin, omdat hij in Lon
den de Landsmoeder in haar zeer moeilijke
taak bijstond. De dagen van weerzien
waren dagen van grote vreugde, waarin
het gehele Canadese volk deelde.
Ook buiten Canada won de Prinses bij
haar bezoek aan president Roosevelt, bij
haar erepromoties aan de universiteiten
van Holland in Michigan, van Boston en
Princeton aller harte en versterkte zij
de banden tussen Oranje en de nakomelin
gen der Nederlandse pioniers. En toen
bekend werd dat Koningin Wilhelmina in
de zomer van 1942 voor het eerst na twee
jaren van scheiding haar dochter en klein
dochters na een niet ongevaarlijke reis per
vliegtuig in Ottawa bezocht, werden van
alle zijden sympathiebetuigingen ontvan
gen in allerlei vorm. Maar bovenal bleek,
die grote genegenheid bij de geboorte van'
prinses Margriet op 19 Januari 1943, toen
de Canadezen zelfs de Nederlandse vlag
op hun parlementsgebouw hesen. De mar
griet werd het symbool der herinnering
aan hen die vielen en een herkenningsteken
der Nederlanders, voor wie het huis van
het Prinselijk Gezin altijd openstond.
Het verloop van de oorlog was wissel
vallig en bracht soms teleurstelling, maar
geen ogenblik hebben de Prinses en de
Prins getwijfeld aan de zege van hen, die
streden voor recht en vrijheid. Die zege
scheen soms zo nabij, dat de Prinses in
September 1944 naar Engeland vloog. De