Haarlems Dagblad
f"
Rijtoer langs duizenden glunderende
Koninklijke bezoekers in Haarlems
gemeentelijk centrum ontvangen
Zwarlgalligen
gezichten Haarlemmers gaven geestdriftig
uiting aan kan liefde voor Oranje
64e Jaargang No. 19299 'f
Bureaux: Grote Houtstraat 93, Telefoon Adver
tenties en Administratie 10724, 14825. Redactie:
10600. Directeur-Hoofdredacteur: 15054. Bijkant.
Haarlem-Noord, Soendaplein 37, Telefoon 12230.
Drukkerij Z.B. Spaarne 12, Telefoon 12713, 10132.
Donderdag 21 Juli 1949
Uitgave van de Grafische Bedrijven Damiate
Verschijnt dagelijks behalve Zon- en Feestdagen.
Abonnementsprijs per week 33 cent per kwartaal
ƒ4,25. Franco per post f 4,75. Postgiro 273107.
Advert.tarieven op aanvraag bij de Administratie.
Hoofdredacteur: Robert Peereboom
cn <&prert)te tjaarlctmdjc Courant (2tnno 165-6)
Directie: P. W. Peereboom en Robert Peereboom
ONZE LITTERAIRE MEDEWERKER
Dinaux is onlangs onder de titel „Be
dreigde Kunst" te velde getrokken tegen de
zwartgallige roman- en dichtkunst en de
vaak even naargeestige toneelstukken van
onze tijd. Hij heeft dat in stevige termen
gedaan. „In roman, film en toneelkunst
komt een beklemmende gemoedsgesteldheid
tot uitdrukking, die de „wereld" uitbeeldt
alsof ze niet enkel een tranendal, maar één
modderpoel was, waarin men met een
zekere verbetenheid roert, om er alle on
verkwikkelijkheden van aan de oppervlakte
te brengen. Dit gebrek aan geloof in de
zich steeds vernieuwende krachten van het
leven, dit bitter voorbijzien aan alles wat
zelfs een tijd van beproeving niet heeft
kunnen aantasten, schijnt besmettelijk te-
zijn. Het is een ziekte, die proza en poëzie
in de wortel aanvreet. Het is een sluipend
gif, waaraan men de verderfelijke werking
niet ontneemt door er een „stelsel" van te
maken (zoals het „existentialisme"). En
wat. nog het bedreigendste is van al: het is
een verraad aan het wezen der kunst.
Deze gedachte verder ontwikkelend heeft
Dinaux, na de Franse ci-iticus Raymond
Las Vergnas geciteerd te hebben, die in
dezelfde geest de huidige dichtkunst en
litteratuur in zijn land te lijf -was gegaan,
een aantal voorbeelden genoemd en ver
klaard dat hij niet zal meedoen aan de
mode, die dergelijke schrijf producten
prijst. „Wanneer het de kunst aan de ziele-
adel ontbreekt, om zich boven de ontgoo
cheling en ontnuchtering van een inderdaad
beproefd tijdsbestek of een persoonlijke
bittere levenservaring le verheffen, doet zij
beter te zwijgen. Want zij verlaagt zich
zelf. Kunst geeft levensmoed, schenkt
verzoening met het onvolkomene, troost ons
in onze ontgoochelingen. Kunst sterkt en
veredelt. Maar zij gooit niet met modder".
Wij hebben deze beschouwing van onze
medewerker met hartelijke en volledige in
stemming geplaatst. Wij hebben ons afge
vraagd of hetgeen Las Vergnas in zijn be
toog vaststelt: dat namelijk in Frankrijk
zowel bij de lezers als bij de critici dui
delijk een geprikkeldheid valt waar te
nemen over dit „défaitisme" in de kunst,
ook in cms land niet steeds merkbaarder
wordt. Het kan moeilijk anders zijn. Zulke
eenzijdigheid in een waarneming, die alleen
zwakheid, ontmoediging, ondeugd in de
mens waarneemt en zich met zekere voor
liefde verdiept in gevallen van ontaarding,
kan geen blijvende erkenning vinden. Zij
gaat als tijdsverschijnsel de ondergang te
gemoet. Want zij is onwaar. Met de Frans
man André Chamson, die zich in de Nou-
velles Littéraires onder de titel „De l'uni-
vers noir" eveneens tegen „de zwarte
roman" en verwante uitingen heeft ge
keerd geloof ik, dat men zich hieraan ont
worstelen zal. „Nog enige maanden of enige
jaren'', zegt Chamson, die zijn eigen titel
vervangt door iets dat nog triester beeld
een grauwe wereld, vervuld van
verveling, die door deze schrijvers wordt
geschapen die licht en donker, goed en
kwaad, dood en leven, materie en geest,
engel en beest niet meer tegenover elkaar
weten te plaatsen en in contrast te doen gel
den. Wat zouden wij van mensen en dingen
weten, als wij ze niet konden waarnemen
in de botsing van die tegenstellingen?
Hij wordt venijnig, deze Franse criticus,
als hij de zwartgallige kunst als een met
zichzelf ingenomen stelsel brandmerkt, als
een beproefd thema voor een opgewekt
kunstenaar, die het zelf best met het Leven
kan vinden. Hij bezigt bittere woordei).
Laten wij ons verheugen in de opstand
der critici, die blijkbaar is aangebroken.
Het tijdvak dat wij beleven heeft zware
beproevingen gebracht juist yoor de levens
moed van diegenen, wier gevoeligheid en
idealisme, wier besef van een roeping hen
geestelijk het kwetsbaarst van allen maakt.
En er zijn er zeker onder hen, wier mensen
liefde in mensenhaat dreigt te verkeren
omdat het hun te zwaar gevallen is. Hun
blik is vertroebeld, hun zwartgalligheid
dreigt anderen te besmetten, vaak jonge
mensen die geen andere wereld dan deze
hebben gekend. Dat is het gevaar. Ge kunt
er het soort mooipraterij met zelfbedrog
tegenover stellen, dat de lelijkheid en de
mislukkingen negeert omdat het ze liever
niet zien wil. Ook dat is onwaar. Daar
wordt hier ook niet voor gepleit. Er wordt
verzet aangetekend tegen een voorstelling
van het leven, die de zich eeuwig ver
jongende kracht' en moed, de mens ge
schonken, verloochent.
Hoe eindigt een mode? Doordat zij ver
velend wordt en daarbij vaak be
lachelijk. Ik zou mij de auteur kunnen
voorstellen die in deze tijd naar de pen
grijpt om de parodie, wellicht de satire, op
de cultus der naargeestigheid te scheppen.
Moge hij ten arbeid tijgen. Is hij een Frans
man, dan zal hij de verdorven moedelozen
wellicht ten tonele voeren. Is hij een Ne
derlander, dan zal de roman-satire allicht
beter kansen bieden. Hoe dan ook, laat de
leer-der-zwartgalligheid aan de kaak ge
steld worden, ten bate van de kunst, van
de geestelijke volksgezondheid, van de
waarheid. Het wordt tijd. R. P.
„Galeries Modernes" beboet
De tuchtrechter voor de prijzen te Am
sterdam heeft de „Galeries Modernes"
schuldig verklaard aan ongeoorloofde
prijsopdrijving en dit winkelbedrijf een
boete opgelegd van 52.550,Een groot
aantal in beslag genomen goederen ter
waarde van 20.000,werd verbeurd
verklaard.
VERDERE STIJGING
VAN TEMPERATUUR
Verwachting, medegedeeld door het
K.N.M.I, in De Bilt, geldig van Don
derdagavond tot Vrijdagavond, opge
maakt te 10 uur:
Gedurende de nacht: veel bewolking
maar overwegend droog weer en min
der lage temperaturen dan de afge
lopen nacht. Morgen overdag: gelei
delijk afnemende bewolking, droog
weer. Verdere stijging van tempera
tuur, vooral in het binnenland. Meest
zwakke wind.
22 Juli:
Zon op 4.46 uur, onder 20.46 uur
Maan op 0.45 uur. onder 18.44 uur
Hoogwatertijden:
Donderdag 21 Juli: 12.00 uur.
Vrijdag 22 Juli: 0.2913.07 uur.
Laagwatertijden:
Donderdag 21 Juli: 7.1219.50 uur.
Vrijdag 22 Juli: 8.2120.57 uur-
Duizenden Haarlemmers hebben gistermiddag langs een tien kilometer lange route
die magische formule doorgegeven: „Daar heb je ze:" „Ze", dat waren heel bepaald
twee mensen in een calèche die het midden vormde van een romantische stoet
van verscheidene rijtuigen, bestuurd door behendige jockeys in een uniform, waarvan
het rood van de jas even fel als de leren broek helder wit was.
„Ze", dat waren Koningin Juliana en Prins Bernhard, die niet moe werden te danken
voor de doorlopende huldebetuigingen van de Spaarnestedelingen langs de kant, van
de Grote Markt tot het Soendaplein, van de Marnixstraat tot het Lorentzplein, van
het Frederikspark tot het Nagtzaamplein, van de Amsterdamse buurt tot het Klok
huisplein.
„Ze", dat waren een lieve vrouw hoe vaak hebben we dat eenvoudige, alles tot
uitdrukking brengende woord in de afgelopen dagen niet gehoord: „Wat is ze toch
lief!" en een beminnelijke man, die de genegenheid van een ieder opwekte, omdat
hij steeds^wat dieper wilde doordringen tot de ziel van zijn volk dan men eigenlijk
bij zo'n altijd toch enigszins haastig en vluchtig bezoek zou verwachten.
„Ze", dat waren niet het Staatshoofd en de Prins der Nederlanden, het waren
ónze Juliana en ónze Bernhard, van wie wij wisten, dat zij dit bezoek niet beschouw
den als een te vervullen plicht, onderdeel van hun vorstelijke taak, doch als een
wezenlijke bijdrage tot een gezonde verhouding tussen het Oranjehuis en Nederland.
Om half vier de eerste en enige, zij het
geringe vertraging van de dag
werd van de Grote Markt vertrokken.
Voorop gingen een afdeling motorrijders
en de commandowagen van de politie,
onafgebroken in radio-telefonisch contact
met de wit-bevlagde jeep die een kwartier
tevoren de route had afgesloten voor krui
send verkeer, met de kraanwagen die voor
uitgestuurd was om eventueel gestrande
voertuigen te verwijderen en met twee
contröle-auto's.
Dan volgde een ruiter-escorte, en daar
achter het rijtuig van de Hoofdcommissaris
en ir. A. H. Ingen Housz, beiden commis
saris van de vennootschap, de drie adjunct
directeuren Jhr. mr. B. W. F. v. Riemsdijk,
Jhr. W. van Andringa de Kempenaer en
J. B. Gunning, alsmede de heer H. J. van
Vliet, controleur op de aanmaak van post
en andere rijkswaarden.
Begeleid door bovengenoemde heren
maakten de vorstelijke gasten met gevolg
een rondgang door enkele der meest inte
ressante afdelingen van het uitgebreide
fabriekscomplex. In ogenschouw werden
genomen niet alleen de aanmaak van bank
biljetten en postzegels doch eveneens de
vervaardiging van kleurendrukwerk
met zijn adjudant, in het daarop volgende
rijtuig waren de Commissaris der Koningin verschillende" grafische technieken,
en de Burgemeester gezeten en dan kwam 1 Aan het einde van de rondgang welke
de met vier paarden bespannen Koninklijke ongeveer een half uur in beslag nam, be-
calèche, voorafgegaan en gevolgd door twee reikte het hoge gezelschap via de histori-
jockeys en tenslotte kwamen de rijtuigen j sche binnenhof de lokaliteiten van de
van het gevolg, waarbij deze keer ook de j Stichting „Museum Enschedé". In de fraaie
eerste stalmeester van Hare Majesteit de ruimten alwaar in vitrines talloze voor
heer W. K. F. Bisschoff van Heemskerk werpen uit de rijke historie van het oude
aanwezig was. v bedrijf (anno 1703) waren uitgestald,
werden verversingen aangeboden.
Er werd in draf ongeveer tien kilo
meter per uur gereden en onderweg
slechts vier keer gestopt om gelegenheid
te geven voor aanbieding van bloemen, dat
gebeurde op het Kennemerplein, waar de
oudste inwoonster van het Gemeentelijk
Verzorgingshuis aan de Schótersingel, de
96-jarige mevrouw J. J. Dingboorn
Schulitz, bloemen aanbood, later in de Mar
nixstraat waar een blozende Thea Colin
temidden van een fleurig groepje de lands
vrouwe een bouquet overhandigde, op het
Lorentzplein, waar diacones Maatje van
Noppen, het hoofd van de Kinderafdeling
van het Diaconessenhuis, namens haar in
richting, de Mariastichting en het St. Elisa
beths Gasthuis prachtige Oranje-Nassau-
rozen mee gaf en tenslotte op het Nagt
zaamplein, waar de tienjarige, evenals de
haar omringende vriendinnetjes geheel in
het oranje gestoken Ria Marchant aan de
bloemenschat in het rijtuig een tuil zand
kleurige anjers toevoegde.
Hoogtepunten
Het oponthoud op het Nagtzaamplein
vormde met dat op het Lorentzplein, waar
dc invaliden en ouden van dagen een goed
plaatsje aan de Noordzijde en de opge
wekt Oranjeliederen zingende zusters en
broeders der ziekenhuizen wop het gazon
daartegenover een plaatsje hadden gekre
gen, het ontroerendste van de tocht.
Stamp- en stampvol was het op het Nagt
zaamplein, een uitbundige zee van oranje
jurken, oranjestrikken, oranjevlaggetjes en
oran j ebloemen.
Het waren de leerlingen van de tien
scholen in Haarlem-Oost, tezamen met een
kinderdeputatie van de Oranjevereniging
„Juliana". Hare Majesteit vond het „aller-
aardigst" en liet zich door de voorzitter, de
heer Van Dijk, een en ander over de orga
nisatie vertellen.
En waar de calèche ook stil hield, altijd
weer vond de vorstin een vriendelijk
v/oord, waaruit haar dankbaarheid duide
lijk bleek.
Publiek werkte mee
Zoals het publiek zijn tevredenheid over
de politie niet onder stoelen of banken stak,
zo hadden de dienaren van Hermandad
alleen maar lof voor de medewerking die
zij van de kijkers ondervonden.
Want voor een zo lange route had men
beslist manschappen tekort, ook al was de
Rijkspolitie onder meer met zeven boten
in het Spaarne voor de afzetting bij de
bruggen bijgesprongen en kreeg de
reserve-politie hier haar eerste practische
oefening.
Doch niemand ging buiten zijn boekje,
ook niet als er toevallig geen agent in de
buurt was en geen wanklank werd gehoord.
De talrijke EHBO-posten kregen niet
meer dan een kleine honderd lichte geval
len. als duizeligheid, flauwvallen en der
gelijke te behandelen.
Men stond ordelijk op de trottoirs, bij
voorkeur aan de rechterzijde, hoewel dé
bewoners van sommige straten de voor
keur aan een zit- of ligplaats in de ramen
gaven (een perceel in de Wilhelminastraat
zag „wit" van de tandheelkundigen, die daar
hun praktijk uitoefenen) en het was een
goede dag voor de fabrikanten van rol-
films, want de amateurfotografen vorm
den een belangrijk kwantum van de be
langstellenden.
Bij de Zijlstraat stonden de chauffeurs
van Hare Majesteit en keken toe hoe hun
collega's van 1 PKs het eraf brachten.
Bezoek aan
Joh. Enschedé en Zonen
Tegen half vijf arriveerde de stoet op het
Klokhuisplein waar het hoge gezelschap de
rijtuigen verliet voor een bezoek aan de
Grafische inrichting Joh. Enschedé en
Zonen. Over dit bezoek vernamen wij het
volgende:
„Bij haar aankomst aan het bedrijf werd
Hare Majesteit ontvangen door de beide
directeuren B. F. Enschedé en A. D. Huijs-
man.
Bij de ontvangst waren behalve de echt
genoten van bovengenoemden verder aan
wezig de heren mr. K. P. van der Mandele
Hare Majesteit toonde bijzondere belang
stelling voor de tentoongestelde grafische
producten waaronder postzegels uit ver
schillende landen en een keur van zeer
fraai verzorgde boeken.
Bij het vertrek werden de vorstelijke
gasten vier bijna een meter hoge
speculaas-poppen aangeboden voor de
Prinsesjes. Deze poppen waren gegoten
in een antieke houten vorm ten voeten
uit de beeltenis van Lourens Janszoon
Coster vertonend.'
Het vertrek
Toen de Koningin en de Prins tenslotte
om half zes in hun "auto stapten om de
terugreis te beginnen, leek het wel of ieder
een van deze laatste kans gebruik wilde
maken om hen een daverende afscheids
groet te bezorgen. Langs de hele route
stonden de mensen opgepropt langs de trot
toirs en een boeggolf van uitbundig gejuich
vloeide voor de stoet uit. Dit werd het
geestdriftige hoogtepunt en men moet de
gereserveerdheid die de Haarlemmers van
nature eigen is, kennen om te beseffen hoe
groot de dankbaarheid voor het vorstelijk
bezoek was, die hier tot uiting werd ge
bracht.
Overal, op het Klokhuisplein, in de Dam
straat, langs het Spaarne, op de Turfmarkt,
de Kampervest, de Gasthuisvest en het
Plein had de politie werkelijk even moeite
om de afzetting te handhaven en te voor
komen dat de mensen de stoet nog achterop
kwamen.
Zo ging tussen een zee van vlaggetjes en
een storm van gejuich de stoet naar het
Zuiden. En toen op de Blauwe brug op de
gemeente-grens even gestopt werd om het
officiële afscheid te doen plaats hebben,
was het een stralende burgemeester Cre
mers die namens al zijn stedelingen de Ko
ningin bedankte en met een brede arm
zwaai de slot-ovatie inleidde, die het vor
stelijk paar nog lang in de oren moet heb
ben geklonken als een klinkend bewijs
hoezeer de Haarlemmers het op prijs heb
ben gesteld Koningin en Prins, al was het
maar voor korte tijd, in hun midden te
hebben gehad.
Afscheid in Uithoorn
De inwoners van Uithoorn, wie de eer
te beurt viel, de Koningin .bij haar bezoek
aan de provincie Noordholland als eersten
te begroeten, hebben ook Woensdagnamid
dag, toen het Koninklijk Paar omstreeks
zes uur bij de terugreis naar Soestdijk op
nieuw deze gemeente op de grens der pro-
Koninklijk Paar dankt
Haarlemse burgerij
Diep getroffen door geestdriftige
en hartelijke ontvangst"
De Burgemeester van Haarlem deelt aan
de ingezetenen mede, dat H.M. de Koningin
en Z.K.H. de Prins der Nederlanden hem
met nadruk de verzekering hebben gegeven,
diep getroffen te zijn door de geestdriftige
en hartelijke ontvangst van de zijde der
Haarlemse burgerij.
De Burgemeester acht zich gelukkig
hiervan mededeling te kunnen doen en hü
voegt daaraan toe de betuiging van zijn
bijzondere erkentelijkheid aan allen, die zo
krachtig hebben medegewerkt om Hare
Majesteit en Hoogstderzelver Gemaal een
waardige ontvangst te bereiden.
vincie passeerde, van hun enthousiasme
blijk gegeven.
Bij de Prinses Irenebrug, waarvan de
opritten van een fraaie beplanting voor
zien en met vele vlaggen getooid waren,
hielden de auto's stil. De Commisaris der
Koningin in de provincie Noordholland, dr.
Het bezoek is ten einde. Woensdagavond
kwart voor zes verliet het Koninklijk Paar
Haarlem. Aan de grens der gemeente, op
de Blauwe Brug, nam burgemeester
Cremers afscheid van de hoge gasten.
J. E. baron de Vos van Steenwijk en de
burgemeester van Uithoorn, de heer C. M.
A. Koot, begaven zich naar de auto van het
Koninklijk Paar teneinde afscheid te
nemen. Terwijl de Koningin en de Prins
zich enige ogenblikken met de Commissaris
en de burgemeester onderhielden, werd de
auto omringd door honderden met oranje
getooide schoolkinderen, die geestdriftig
met vlaggen zwaaiden en door de overige
inwoners van Uithoorn, die spontaan het
volkslied aanhieven. Het was voor allen een
onvergetelijk ogenblik en de Koningin en
de Prins dankten met een vriendelijke
groet voor dat huldebetoon. Daarna ver
volgden de Hoge Gasten hun reis naar
Soestdijk.
Het woord is aan..
Thackeray:
Dc twee aantrekkelijkste eigen
schappen van een schrijver zijn,
nieuwe dingen vertrouwd te ma
ken en vertrouwde dingen nieuw.
Willem Beukelszoon
(Te Biervliet in Zeeuws Vlaan
deren zal men een standbeeld
oprichten voor Willem Beukels
zoon, die daar in de veertiende
eeuw het haringkaken uitvond
Eerste beste haringkaker,
Wondere historiemaker,
Willem Beukelszoon, welaan,
Zal men het zowaar presteren,
Met een standbeeld jou te eren,
Jou, reeds lang tot stof vergaan?
Ik, veel jaren al volwassen,
Weet haast niets van d' eerste klassen
Die ik als scholier bezocht:
Uiteraard wel uitgezonderd,
Dat men in 't jaar zestienhonderd
Bij Nieuwpoort een slag bevocht.
Maar ik ben nog iets geleerder,
'k Weet van ruim twee eeuwen eerder,
(Dat weet iedereen gewoon)
Dat jij met het haringkaken
Toen geschiednis wist te maken,
Brave Willem Beukelszoon.
Wat jij uitvond bij je leven,
Is altijd in zwang gebleven,
Eeuwen lang al, onverlet;
Wie zou 't niet als juist beschouwen
Dat je nu, in steen gehouwen
Op een voetstuk wordt gezet.
Ach, we zijn niet zo erg beeldrig,
Beelden vindt men hier zo weeldrig,
Maar jij krijgt nu toch je loon;
Had jij 't middel niet geweten,
Nooit had men 't zo zout gegeten,
Hulde, Willem Beukelszoon.
P. GASUS.
Langs dichte rijen enthousiaste Haarlemmers reden Koningin en Prins gistermiddag
van de ambtswoning van de commissaris der Koningin naar het Stadhuis, waar zij
door het gemeentebestuur ontvangen zouden worden. Het was een kleine, maar niet
temin spectaculaire stoet: voorop drie politiemotoren, dan leden van de beredenpolitie
en de politiemobilofoonwagen. Vervolgens de rijtuigen: in het eerste, naar oude
gewoonte, de hoofdcommissaris van politie J. Fontijne, in het tweede de commissaris
der Koningin dr. J. E. baron de Vos van Steenwijk, in het derde leden van het gevolg
van het Koninklijk paar, en daarachter een sierlijke, zwarte calèche met Koningin
Juliana en Prins Bernhard. De calèche werd getrokken door vier prachtige paarden;
koetsiers en palfreniers waren uitgedost in rood met witte, met goud bestikte tenue.
Achter het Koninklijke rijtuig reden nog enige ruiters in hetzelfde felkleurige uniform.
Toen de stoet om half drie uit de nauwe Koningstraat de in de zon badende Grote
Markt opreed, steeg een uitbundig gejuich op uit duizenden kelen, een hartelijke
ovatie voor het Koninklijk paar, die de verknochtheid van de Haarlemmers en ons
volk aan het Oranjehuis eens te meer onderstreepte. De vijftienhonderd schoolkin
deren, die voor het Stadhuis stonden opgesteld, zwaaiden met hun vlaggetjes, overal
hingen mensen uit de ramen en sommigen hadden een plaatsje op de daken gezocht
om al hetgeen op de Markt gebeuren ging in één overzicht te kunnen aanschouwen.
Voor het stadhuis stond een deputatie
van de Haarlemse afdeling van de Konin
klijke Nederlandse Bond van Oud-Onder
officieren met haar groene vaandel aange
treden en ook de officieren van het Haar
lemse garnizoen hadden zich hier opge
steld.
Burgemeester mr. P. O. F. M. Cremers,
in statie-uniform gekleed, wachtte met zijn
echtgenote en zijn dochtertje de hoge gas
ten op. En nadat Koningin en Prins uit
hun calèche waren gestapt, bood Adrienne
Cremers Hare Majesteit een prachtige bou
quet witte en rode anjers aan, getooid met
linten in dezelfde kleuren: die van onze
stad. De Koningin was gekleed in een
smaakvolle japon van blauwe, met wit ge
nopte zijde, en droeg een hoed van witte
kant en veren.
Met de burgemeester en de commissa
ris der Koningin betraden toen de Konin
klijke gasten het bordes, waarboven een
wijnrood baldakijn was uitgespreid. En de
Koninklijke standaard werd langzaam op
het stadhuis in top gehesen, toen de vijf
tienhonderd schoolkinderen onder leiding
van de heer L. J. van Mechelen en gesteund
door de trotse harmonie „Crescendo", het
Wilhelmus inzetten. Na het volkslied aller
Wilhelmus inzetten. Na het volkslied zon
gen de kinderen het Koninklijk Paar
hun blijde welkomstlied toe, dat de diri
gent voor deze gelegenheid had gecompo
neerd. Glimlachend luisterden Koningin en
Prins toe, en wuifden na afloop ten dank
voor deze hartelijke zanghulde. Waarop de
kinderen zich niet langer konden houden
en jubelend en juichend met hun vlagge
tjes zwaaiden, totdat de hoge gasten de
V/uiyend ert glimlachend danken Koningin en Prins voor het uitbundige
vreugdebetoon der Haarlemmers.
Oude Hal van het stadhuis, waar de kope
ren kaarsenkronen een stemmig licht ver
spreidden, waren binnengegaan.
In het Stadhuis
Nadat mr. Cremers in de hal de wethou
ders Geluk, Angenent, Schreurs en Noord-
hoff en de gemeente-secretaris, mr. Th. A.
Wesstra aan de Koningin en de Prins had
voorgesteld, begaf het gezelschap zich naar
de oude raadszaal, waar de Koningin bij
zonaere belangstelling voor het gobelin
„De verovering van Damiate" toonde.
Hier hield de burgemeester de volgende
rede:
„Majesteit,
Uwe Majesteit heeft de burgers van
Haarlem tot uitbundige vreugde gebracht
door, vergezeld van de Prins der Neder
landen, een bezoek te brengen aan onze
stad, waar men zich bewust is van een
meer dan zeven eeuwen oude stadshistorie,
doch er ook prat op gaat, dat Haarlem een
moderne woon- en werkstad is met meer
dan 160.000 zielen; waar men Thierponts
„Inneming van Damiate" in de Oude
Raadszaal hangt, doch niet minder trots is
op het Kennemer Bataljon; waar ieder weet
hoe de sfeer van De Hout in Hildebrands
tijd was en niemand treurde toen de ge
moderniseerde Dreef dezer dagen, het leek
wel Uwer Majesteit ter ere, gereed kwam.
Hoewel het gisteren de „dag der provin
cie" was, konden vele Haarlemmers hun
ongeduld om Uwe Majesteit toe te juichen
niet bedwingen. Een grote volksmenigte en
vele bestuurders van verenigingen hebben
Uwe Majesteit reeds bij haar gang naar
de zetel van het Provinciaal Bestuur hulde
betuigd en laat in de avond is Uwe Majes
teit een serenade gebracht. En nu, op de
„dag der Gemeente" is bij de bevolking
van Haarlem en dus ook bij de hier aan
wezige vertegenwoordigers dier bevolking,
de feestvreugde ten top gestegen.
Uwe Majesteit heeft de wens te kennen
gegeven, de bestuurders van Haarlem te
ontmoeten. Namens de Gemeenteraad geef
ik uiting aan onze diepgevoelde erkente
lijkheid voor de eer, ons aangedaan.
Ik zal dan nu raadsleden aan Uwe
Majesteit voorstellen verschillend van poli
tieke kleur en opvatting, maar allen vol
bloed Nederlanders, waarachtige demo
craten, wakers voor de belangen dezer
stad en, naar Uw Koninklijk voorbeeld,
werkers voor de gemeenschap.
Vervuld van dankbaarheid en vreugde
voor de aanwezigheid, van Uwe Majesteit
in ons midden, roepen wij uit: Leve de
Koningin!"
Vervolgens stelde mr. Cremers de leden
van de gemeenteraad, op, zoals uit zijn
woorden reeds was gebleken, de Commu
nisten na, in de v< '"orde van hun
anciënniteit aan de dsvrouwe voor,
onder vermelding van hun beroep en hun
politieke partij.
Koningin en Prins onderhielden zich
nog enige tijd met de burgemeester, wet
houders en de fractievoorzitters, waarbij de
landsvrouwe in het bijzonder op de woning
bouw in Haarlem inging.
Daarna begaf men zich weer naar de
hal, waar de volgende personen werden
voorgesteld:
Een dochtertje van Haarlems burgemeester,
Adrienne Cremers, bood Hare Majesteit
bloemen aan bij haar aankomst voor het
stadhuis ie Haarlem.
D. Andréa, gemeente-ontvanger, oudste
hoofdambtenaar dei' gemeente; P. H. Borg-
houts, oud-voorzitter van Volksherstel; H.
J. Bouman, voorzitter van de afdeling
Haarlem en Omstreken van de Koninklijke
Nederlandse Bond van^Oud-Onder-officie-
ren; A. Cramwinckel, voorzitter van het
plaatselijk comité „Steun Wettig Gezag";
J. A. Dal, voorzitter van het Koninklijk
Mannenkoor „Caecilia"; P. A. Dijkema,
vice-voorzitter van de Vereniging „Haer-
lem"; J. Fontijne, Hoofdcommissaris van
Politie; mr. F. J. Gerritsen, kantonrechter;
mej. B. E. Harmens, vice-voorzitster van
de UW; J. J. Jurrïssen, directeur van de
NZHVM; F. J. Kaan, oud-Hofkamerdie
naar; J. J. A. Kuilman, RK Deken van
Haarlem; H. W. Lenderink, garnizoens
commandant; N. C. J. Lignian, vice-voor
zitter van de Haarlemse Bestuurdersbond;
ir. G. L. Ludolph, directeur Middelbare
Technische School: mr. W. M. Paardekoo-
per Overman, officier van justitie; mr. Th.
F. Raedt, kantonrechter; L. Salie, vice-
voorzitter van de Christelijke Besturen
bond; ds. J. W. Siertsema, voorzitter van
het Interkerkelijk overleg; dr. C. Spoelder,
rector van het Gymnasium, oudste hoofd
van de gemeentelijke scholen voor Gym
nasiaal en Middelbaar Onderwijs; J. W. A.
Stout, commandant van de school Kader
troepen en de school v. Reserve Officieren
der Infanterie; J. C. Tadema. directeur van
de N.V. De Erven Bohn, uitgever; E. H.
Tenckinck, voorzitter van het Haarlems
comité voor nationale feesten: mr. A. M.
baron Van Tuyll van Serooskcrken, presi
dent van de arrondissements-rechtbank en
dr. H. Wamsteker, chirurg, vooraanstaan
de persoonlijkheid in de verzetsbeweging.
Als intermezzo zong „Caecilia" Valerius'
„Bede voor het vaderland", door de diri
gent Hoogerwerf voor mannenkoor be
werkt.
De Koningin kwam zeer onder de indruk
van de uitstekende vertolking, die nog meer
relief kreeg door de historische omgeving
en liet de heer Hoogerwerf aan zich voor
stellen om hem van haar grote waardering
te doen blijken.
De heer Dijkema bood namens de ver
eniging „Haerlem" de vorstin een koste
lijke reproductie van het charter van
1245 in een -koker van rood leer,
en de heer J. C. Tadema namens de
Erven F. Bohn een speciale uitgave van de
„Camera Obscura" aan. Beide geschenken
werden door de Koningin, die zich, evenals
de Prins, met de voorgestelde personen ge
durende kortere of langere tijd onderhield,
zeer op prijs gesteld. Om half vier was de
bijeenkomst ten stadhuize geëindigd en be
gon de grote rijtoer.