•Uit de schatten van het Frans Halsmuseum Kern van het P.E.N.ontstond voor vijftig jaar in Bioemendaal Seizoendrukte in de Bollenstreek Frankrijk wordt weer het eerste toeristen-land van Europa Nederlandse verliezen in Indonesië SCHOOLBOEKEN H. DE VRIES Zaterdag 6 Augustus 1949 Van lokomobiel tot modelcentrale De bewoners van het Bloemendaalse park „Duin en Daal" zullen in 1899 wel niet vermoed hebben, dat de eenvoudige lokomobiel met dynamo die hun villa's van het destijds nieuwste snufje: electriciteit voorzag, de kern zou gaan vormen van een bedrijf, dat vrijwel geheel Noordholland van electrische energie zou voorzien. Het nieuwe verlichtingsmiddel sloeg dermate in, dat nog in Augustus van hetzelfde jaar de lokomobiel werd vervangen door twee stoomturbines met twee gelijkstroom dynamo's van 66 kw., geleverd en geëxploiteerd door de „Maatschappij tot Exploitatie van de Laval-stoomturbine", later herdoopt in Eerste Nederlandse Electriciteits Maat schappij. De vroegere garenfabriek van de familie Bispinck aan de Korte Kleverlaan werd het onderdak van de centrale. Later zou het gebouw lange jaren het Provinciaal Elec- triciteitsbedrijf van Noordholland tot hoofdkantoor dienen. Reeds een jaar later ging de E.N.E.M. over tot het stichten van een tweede, grotere centrale aan het Noordzeekanaal te IJmuiden die niet alleen dé'gemeente Vel- sen, maar ook Zandvoort bediende. Boven dien werd deze centrale door een koppel leiding verbonden met die te Bioemendaal, zodat de beide stations elkander konden ondersteunen en de machinecapaciteit dus minder groot behoefde te zijn met het oog op de wisselende belasting in zomer en winter. Men ziet: in principe golden dezelfde overwegingen, die in deze tijd tot de ver binding van de grote Nederlandse stroom- opwekkingsbednjven hebben geleid, ook reeds in het begin van deze eeuw! Het bedrijf werd toen met de gemoede lijkheid die dagen eigen, gevoerd. Storin gen in de stroomlevering kwamen veel vuldig voor en Zondags werd er overdag in het geheel geen energie geproduceerd orn het personeel van de machinekamer de Zondagsrust te doen genieten. Uit financiële en economische motieven werden de centrales in Bioemendaal en IJmuiden in 1904 van de E.N.E.M. losge maakt en van dat jaar af tot 1917 toen de provincie de electriciteitsvoorziening zelf ter hand ging nemen geëxploiteerd door de K.E.M. (Kennemer Electriciteits Maat schappij). In die eerste jaren hebben deze pioniers ondernemingen niet bijster gefloreerd. Tot 1906 breidde het debiet zich niet of weinig uit. Vooruitziende blik In 1905 evenwel deed de metaaldraadlamp haar intrede op electrisch verlichtingsge- bied. Het jaarverslag over 1905 vermeldt, daarmee getuigende van een vooruitziende blik van de toenmalige directie, hierom trent dat: „deze zuinig brandende lampen, welke meer en meer worden toegepast, een tijdelijke daling in de af te leveren kilo watts veroorzaakten, doch dat verwacht kan worden, dat een meer algemeen ge bruik van electrisch licht deze daling in een stijging zal doen overgaan". Bij liet klimmende debiet werd het cen trale vermogen weldra te klein en er moest worden uitgezien naar nieuwe energie bronnen. Reeds toen streefde men naar concentratie van de productie, om zodoende economisch te kunnen opwekken. In 1910 trachtte men dan ook een stroomleveringscontract met de gemeente I-Iaarlem af te sluiten, doch dit mislukte door de exorbitante prijzen, die Haarlem vroeg en die nog hoger waren dan de eigen, toch al kostbare opwekkosten met de kleine De Laval-turbines. Toen begon evenwel de combinatie Stork-Twentse Bank zich voor de K.E.M. te interesseren daarvoor had de Labou- chêre Oyens en Co's Bank de meerderheid der aandelen in handen en haar krach tige steun is het te danken, dat reeds in 1911 besloten werd de centrale te IJmui den te verbouwen en belangrijk uit te breiden. Die van Bioemendaal werd stil gelegd. Tegelijk werden krachtige pogingen ondernomen om tot uitbreiding van het afzetgebied te komen. In 1912 besloot de gemeente Allernaar tot aansluiting op het net van de K.E.M. en daarmee begon ook voor de K.E.M. bij Alkmaar de victorie, want vele andere gemeenten vroegen nu ook een aansluiting. Provincie moest steunen Aan de grote vraag naar aansluiting op het electrisch net kon echter niet worden voldaan zonder financiële steun van de provincie en van dat ogenblik dateert dan ook de meer directe bemoeiing van de pro- vinciale overheid met de electrificatie. In 1917 werd de K.E.M. geheel door de provincie overgenomen en werd tot stich ting besloten van het Provinciaal Electri- citeitsbedrijf van Noordholland, algemeen bekend als het P.E.N. In die na-oorlogse jaren is de electrifi catie van het platteland tot stand gekomen, waarvoor de centrale-capaciteit overigens al spoedig te klein bleek te zijn. Daarom werd een belangengemeenschap met de stedelijke bedrijven van Amsterdam en Haarlem aangegaan, de P.E.G.E.M. (Pro vinciale en Gemeentelijke Electriciteits Maatschappij). De P.E.G.E.M. levert de electrische energie tegen kostprijs aan ieder der drie participanten. Natuurlijk werd zodoende ook een grotere bedrijfs zekerheid verkregen, zowel in Amsterdam en Haarlem, als in de provincie. Het merkwaardige feit doet zich intus sen voor. dat de verhoudingen in de P.E.G.E.M. net zijn omgekeerd: moesten de rijks- cn provinciehoofdstad aanvanke lijk bijspringen om het net van het P.E.N. op spanning te houden, tegenwoordig moet de centrale in Velsen nu en dan de twee grote steden van het gewest aan „kracht voer" helpen. Inmiddels is een halve eeuw verstreken en de 300 kilowatt, die eens dienden om Bioemendaal, Velsen en Zandvoort van stroom te voorzien, zijn uitgegroeid tot een goede 150.000 kW, die een hele provin cie - met uilzondering van twee sleden - in staat stellen „alles electrisch te doen", zoals men het ideaal van het P.E.N. ip vier woorden zou kunnen omschrijven. De lengte van het hoogspanning-kabel net. groeide van tien tot 1500 kilometer: een afstand van Velsen tot Helsinki, Napels en Madrid. De 3500 klanten uit de tijd van de K.E.M. werden er zo'n 128.500 (alleen voor ver lichting en huishoudelijke doeleinden) in 1948. De grootste grootverbruiker - de Hoog ovens - overtrof hun verbruik op zijn eentje al verre: in 1947 werden ruim 138.000.000 kWh's geleverd aan 't machtige bedrijf aan het Noordzeekanaal tegen on geveer 112.000.000 kWh's aan de zo even genoemde kleinverbruikers. Natuurlijk döet het P.E.N. alles om zijn klanten ertoe te brengen zoveel mogelijk van zijn product te gebruiken: vandaar dat rond 25.000 Noordhollanders bijna 20 van het aantal aangeslotenen - electrisch koken en ruim .6.000 cliënten profijt trek ken van een heetwaterreservoir. Het P.E.N. heeft voor de hele provincie een njkscöncessie. dat wil zeggen dat het bedrijf gerechtigd is alle inwoners direct stroom te leveren, zonder tussenkomst van distributiebedrijven. De door de verzor- gingsbedrijven van Haarlem en Amsterdam bediende gebieden vormen dus twee en claves in het provinciale net. Tenslotte zijn er nog zes gemeenten - Allernaar, Bergen, Egmond aan Zee, den Helder, Hilversum en Naarden - aan wie het P.E.N. nog engros levert in afwachting van een rege ling, die de rechtstreekse levering door het P.E.N. - welk recht de Hoge Raad erkend heeft - aan de inwoners van deze gemeen ten mogelijk maakt. Leverplichtmet mate Het P.E.N. heeft volgens de concessie leverplicht, maar gelukkig voor de be drijfsleiding is deze clausule aan een paar, met de rentabiliteit van de aan te sluiten percelen rekening houdende beperkingen gebonden. Want het P.E.N. wil graag iedereen tot klant en is die clientèle graag van dienst, maar het lijkt wel een beetje bedenkelijk, wanneer iemand stroom ver langt voor een perceel waarvan de aan sluitkosten maar liefst veertien mille be dragen Zo iemand kan het dan beter een ruwe olie-motor cadeau doen met de woorden: „Maak zelf je electra maar!" Intussen laat het bedrijf zijn dure klan ten toch niet helemaal in het donker zit ten of in de kou staan. Men heeft nage gaan hoeveel onrendabele percelen er zijn: ruim 1500. De aansluitkosten variëren van 475.tot de reeds genoemde veertien mille. Men heeft nu een plan opgesteld, waarbij aan de Staten machtiging is ge vraagd hen te helpen voor wie het onren dabele gedeelte van de aansluiting 1500 zal bedragen.- Deze mensen zullen in 1949 en 1950 hun electra krijgen. In 1951 zullen dan degenen voor wie de grens op twee duizend gulden ligt aan de beurt komen. Het P.E.N. kan dit doen, .omdat het be drijf economisch kerngezond is. Alle win sten komen aan het P.E.N. zelf ten goede en kunnen dus besteed worden aan de uit bouw en de vernieuwing van de outillage. Een van de belangrijkste projecten daar van is natuurlijk de uitbreiding van de, in 1931 in gebruik genomen centrale te Vel sen. Aanvankelijk uitgerust met twee tur bines, die tezamen een vermogen van maximaal 60.000' kW opleveren, is het krachtstation daarna vergroot tot 150.000 kW. Op de begroting voor 1948 is als eer ste termijn een bedrag van tien millioen MODERN BABYLON Een foto uit 1899 van de antieke De Laval-turbines in de eerste electrische centrale te Bioemendaal. uitgetrokken om het opgestelde vermogen in de centrale tot 200 MW te kunnen uit breiden. Dal is hard nodig, want op de huidige apparatuur wordt eigenlijk roofbouw ge pleegd, juist omdat men ook andere cen trales - Nederland is door de laatste oor log met zijn electrische uitrusting danig achterop geraakt - te hulp moet komen. Beperkingen noodzakelijk Dit zal ook met zich brengen, dat de verbruikers zich in liet komende najaar cn in de winter weer verscheidene beper kingen zullen moeten getroosten. Er zal een grote reclamecampagne wor den gevoerd om stroomvcrspilling tegen te gaan en met de bedrijven zal overleg wor den gepleegd om tot een spreiding der ar beidstijden te komen. In de afgelopen winter was het immers zo, dat de bedrijven en de huishoudingen op dezelfde tijd begonnen, zodat dan voor de centrale een maximale belasting - de zogenaamde spits in de curve van het energieverbruik - ontstaat. De laatste ar beidsuren van de dag vielen xian ook weer samen met hethuishoudelijke verbruik. De Samenwerkende Electriciteit Productie bedrijven (dat zijn de grote centrales in den lande) hebben de regering om invoe ring van een wintertijd verzocht om al thans het samenvallen van duisternis en arbeidstijd te vermijden. De regering heeft dit voorstel echter afgewezen, zodat men thans door onderling overleg tot een op lossing moet zien te komen. De lokomobiel, die een halve eeuw ge leden de huizen van de welgestelde Bloe mendalers in licht deed baden, is uitge groeid tot een onderneming die van di recte invloed is op 's lands economische en financiële toestand. Een luchtfoto van de K.L.M. van het imposante hoofdgebouw van het P.E.N.ie Bioemendaal. Op de achtergrond het hoofdkantoor van het Provinciaal Waterleidingbedrijf van Noordholland. Goede oogst geeft sombere gezichten Het is hoogseizoen in de Bloembollen- i Reeds vijftien jaren is men thans bezig streek, al komen er nu geen vreemdelingen met het bloembollenvak te „saneren". Nu van heinde en verre om haar kleuren- is het over het algemeen geen gunstig pracht te bewonderen. J teken, wanneer men vijftien jaren lang de Hoogopgeladen met manden bloembollen rijden de vrachtwagens de brede deuren van de veilinghallen binnen. Dag aan dag draait de grote klok, gespannen gadegeslagen door kopers en verkopers. Maar dikwijls, veel te dikwijls, draait de wijzer voorbij het fatale punt, zonder dat het groene lampje is aangegloeid. De partij is „doorgedraaid". Weliswaar wordt er dan later onderhands soms nog wel een gedeelte van verkocht, maar wanneer op een der dokter „over huis" heeft, en als dan de temperatuur zo hoog stijgen gaat dat het getal 45 genoemd wordt Het verzet tegen de saneringsmaatrege len heeft dan ook geduurd zolang als de maatregelen gelden, met perioden van hef tige activiteit afgewisseld door tijden van betrekkelijke rust. Wanneer het echter gaat als thans, groeit de overtuiging dat het zó niet langer kan doorgaan. Vele vakmensen willen dan ook de grootste veilingen ongeveer, de helft van saneringsmaatregelen zo spoedig mogelijk het aangevoerde onverkocht blijft, geeft doen verdwijnen. De voorstanders dier dat toch te denken Het is merkwaardig in overeenstemming met de prognose van het Bedrijfschap voor Sierteeltproducten, dat een surplusheffing van-45 procent in het vooruitzicht gesteld heeft, hetgeen hierop neerkomt dat men een overschot van zo ongeveer de helft der productie verwacht. De oogst is overvloedig, de kwaliteit is over het algemeen zeer goed. maar wat heeft de kweker er aan wanneer er niet verkocht wordt Onder het motto „Ontziet de vreemdeling strijdt men tegen prijs-opdrijving (Van onze correspondent te Parijs) „Nog een dag of wat", zei een Parijse autobuschauffeur, terwijl hij zich met zijn hand traag het voorhoofd afwiste, „en wij zullen moeite hebben ons in het Frans ver staanbaar te maken". Het was misschien een heel klein tikje overdreven, maar het is waar dat de Fran se hoofdstad al aardig op een modern Babyion begin te lijken en dat er hele buurten zijn, zoals het Quartier Saint Ger main des Prés", waar men momenteel aan merkelijk meer Engels, of juister Ameri kaans hoort spreken. Het is daar namelijk dat de Yankees op jacht zijn naar de Pa rijse bezienswaardigheid nummer één: de lilosoof Jean Paul Sartre (die intussen in Mexico verpozing zoekt). Trouwens elke Parijzenaar, die het zich even permitteren kan, is zijn stad ontvlucht. Men moet blijk baar wel vreemdeling zijn om op het kleffe asfalt deze benauwde hitte te verdragen en bovendien nog de energie te produ ceren, welke de jacht naar bezienswaar digheden naast Sartre, de Eiffeltoren, de Sacré-Coeur, de Notre Dame, de Opéra en de Folies-Bergères eist. Elke inter nationale trein brengt dagelijks nieuwe massa's toeristen aan. En degenen, die ko men met auto's (zoals ook de vele Hol landse lifters die men dit seizoen hier weer langs de wegen ziet staan wenken), com pleteren de toeristische vreemdelingenle gioenen, die Frankrijk thans vreedzaam binnenvallen. Wanneer men aan de verwachtingen van het commissariaat voor het toerisme ge loof wil hechten, dan belooft dit jaar de toeloop van het vorige seizoen nog te wor den overtroffen. De Belgen zullen weer in de meerderheid zijn, men verwacht er minstens een millioen. Dan komen de En gelsen, ten getale waarschijnlijk van een vierhonderdduizend en vervolgens een tweehonderdduizend Amerikanen. De Hol landers, Noren, Zweden, Denen, Zwitsers en Italianen vullen dan zeker de twee mil lioen en wanneer het weer verder mee werkt, volgens de officiële berekening, mo gelijk de drie millioen. Frankrijk zal dan met ere haar eerste plaats onder de toe- ristenlanden van Europa weer hebben in genomen. Een belangrijk deel van dit succes wordt toegeschreven aan de vernuftige deviezen- Het beeld dat wij ons in het Frans Hals museum kunnen vormen van de kunst ontwikkeling, aan de ons bekende vroege werken van Frans Hals voorafgaand, zou onvolledig blijven als wij naast Karei van Mander, Heemskerk en Cornelis van Haar lem geen plaats inruimden aan Hendrick Goltzius, die o.m. met de hier gereprodu ceerde Mercurius is vertegenwoordigd. Goltzius bekwaamde zich reeds op jon ge leeftijd in de graveer-techniek en wijdde zich na kennismaking met Coornhert (die tevens een vaardig plaatsnijder was!) ge heel aan deze kunst. Toen Coornhert in 1577 in Haarlem terugkeerde volgde Golt zius hem naar de Spaamestad, vanwaar zich zijn roem als graveur spoedig ver breidde. In 1590/'91 vertoefde hij in Duits land en Italië, in welk laatste land hij zich evenals Heemskerk 58 jaren tevoren verzadigde aan de klassieke en Renaissan cistische vormgeving. Als virtuoos „op het burijn" (d.i. het scherp gepunte graveer ijzer waarmee de graveur de voorstelling in de plaat groefde), maar óók „op de tekenstift" leren wij de veelzijdige kun stenaar kennen in een oeuvre, dat wij o.m. kunnen bewonderen in de rijke verzame lingen van onze stijlvolle (door de Haar lemmers nog steeds té weinig gewaardeer de) Teyler-Stichting. Wij vinden daaronder de fi'aaiste por tretten van tijdgenoten, waaronder ook dat van zijn mentor, Coornhert; vooral leren wij hem echter ook waarderen als paysa- van een Cornelis van Haarlem eigen ma ken. Evenals Heemskerk is hij typisch Hollands in het transponeren van het Ita liaanse voorbeeld. Vergelijken we onze Mercurius met de zittende naaktfiguren, een eeuw tevoren door Michelangelo geschilderd ter afschei ding van zijn bijbelse taferelen op de plafond-frescos van de Sixtijnse Kapel dan zien we hoe de god als totale verschij ning uit de heroïsche wereld van de he melbestormende Italiaan, werd omgescha pen tot een potige, Hollandse boeren-zoon, die met de hem toegevoegde attributen maar matig harmonieert. Bewogenheid in actie en allure der Italiaanse ïdeaal-gestal- ten maken hier plaats voor gedegen, zake- lijk-realistische- naaktschildering. Onze struise jongéling, gewend aan de onbelem merde einders van zijn vlakke geboorte grond, maakt tégen de antikiserende ach tergrond een ietwat verdwaalde indruk. Het was toevallig in Goltzius' sterfjaar (1616) dat Frans Hals zich met zijn eerste, geniale schuttersmaaltijd even plotseling als volledig vrijmaakte van de academi sche conventies en de uitheemse cultuur sfeer, door Goltzius levenslang gehuldigd. Mercurius, de snelle bode der goden, wordt ons in de mythologie geschilderd als een veelzijdig en werkzaam god. Het palet hem door Goltzius in de hand gegeven, alsook de boekwerken enz. op de grond, duiden op zijn beschermheerschap van Kunsten en Wetenschappen, terwijl hij regeling, die minister Petsche al maanden te voren had uitgebroed. Iedere toerist heeft thans namelijk het recht 40.000 Franse francs te imponeren (vroeger slechts 4000) zonder de douane hem indiscrete vragen over de herkomst stelt. Die herkomst is in de grote meerder heid der gevallen niettemin duidelijk. Meestal zijn dit namelijk de francs, die vorige jaren illegaal de grenzen passeerden en door Franse toeristen in het buitenland voor voedingsmiddelen en „sterke" devie zen werden geruild. Omdat aan dit zwarte geld tot dusverre door de regering de te rugkeer naar het vaderland was ontzegd, verminderde zijn waarde natuurlijk ge stadig en die waardevermindering oefende op haar beurt een zeer nadelige invloed uit op de koers van de „officiële" franc op de internationale markt. Minister Petsche, die realist is, heeft nu de verbanning van de geëmigreerde francs opgeheven door de verloren zoon opnieuw in het vaderlijk huis te ontvangen. De gevolgen van deze maatregel zijn tweeledig. Enerzijds blijkt het toeristenver keer er zeer gunstig door beïnvloed te worden vele buitenlanders besluiten thans hun opgepotte francs voor een va- cantie in Frankrijk te besteden en an derzijds krijgt de franc, óók op de binnen landse markt, op duidelijke wijze steeds meer ruggegraat. De officiële koers van de dollar wordt in Parijs thans door de zwarte vrijwel gedekt, en het Engelse pond is op de vrije markt zelfs ver onder de officiële waarde te krijgen. Spaar de toerist De vraag is thans: zullen de midden standers, de hotelhouders en allen, die be roepshalve met deze millioenen toeristen in relatie treden, hen voldoende ontzien? Hen tegemoet treden zoals het een goede gastheer betaamt? Hen niet overvragen? Zij zouden volgende jaren zeker de ge volgen van eventuele kortzichtigheid on dervinden, want de meeste dezer toeristen zijn mensen met bescheiden beurzen, die niet gelijk de legendarische Amerikanen uit vroegere jaren, geneigd zijn hun, zij het dan billijke francs over de balk te smijten. Met het devies „ontziet de vreemdeling, spaar de toerist", hebben de autoriteiten daarom een actie georganiseerd ter bestrij ding van een kortzichtig eigenbelang en teneinde een verstandig inzicht bij de ex ploitanten van het hotelwezen te propa geren.. De minister van Transport heeft hen voorgehouden dat met elk „geweerschot" (daarmee wordt in de Franse handel een onfatsoenlijke prijsheffing bedoeld) op een toerist uit het buitenland, tien toekomstige bezoekers worden gedood. De regering maakt bekend, dat tot haar leedwezen de volgende verliezen in Indo nesië zijn gerapporteerd: Koninklijke Marine: Gesneuveld 31 Juli. 1949: tijd. korp. der mar. F. Westerhuis uit Soerabaia. Koninklijke Landmacht: Gesneuveld 21 Juli 1949: korp. J. I. Winthagen uit Maas tricht. Gesneuveld 27 Juli 1949: sold. F. maatregelen juister gezegd: de tegen standers ener opheffing, want warme voor standers zijn er in het bollen vak met een lantaarntje te zoeken wensen ze alleen te behouden omdat ze vrezen dat anders de bodem uit de markt verdwijnt. Maar steeds sterker wordt de min of meer negatieve opvatting, dat het kwaad maai moet uitzieken. Men moet de mensen hun gang maar laten gaan, zonder er in te roeren. Geen enkele van bovenaf opgelegde maatregel kan het vak saneren. Wanneer men in dit opzicht het „vrije spel der maat- I schappelijke krachten" zijn gang laat gaan, zullen alleen de gezonde, levenskrachtige bedrijven overblijven. Het moge dan offers, misschien zware offers gekost hebben, zo zegt men, maar het resultaat is tenminsle de moeite waard. Het merkwaardige is, dat deze opinie zo sterk wordt gehoord onder diegenen, van, wie men mag verwachten dat ze het bij zulk een strijd bijzonder zwaar zouden hebben, namelijk de kleine kwekers. Onder hén vindt men de felste tegenstanders der saneringsmaatregelen. Wellicht geldt hier dezelfde gedachtengang die men somtijds aan het front waarnemen kan: men kan zich eenvoudig niet voorstellen dat men zélf het loodje er bij legt! Men is in hoge mate geïrriteerd door de hele rompslomp die de maatregelen met zich meebrengen en waar een gewoon mens zonder deskun dige hulp niet meer uitkomen kan, men moet geheel andere maatstaven bij zijn be drijfsvoering gaan aanleggen. Wanneer de maatregelen van de baan zijn, is men ten minste daarvan af. Dan geldt het: iedere man voor zichzelf! Koekers al blij met minimumprijs De huidige surplusregeling brengt ook misstanden met zich mee, zoals het telen van bepaalde soorten waarvan men weet dat er geen markt voor is,doch dat ze tóch door 't surplusfonds worden opgenomen. In hoe sterke mate dit „telen voor het sur plus" geschiedt, valt niet na te gaan. Maar dat de mogelijkheid bestaat, zegt al ge noeg. Uiteraard drukt dit overvloedig aanbod bij beperkte vraag de prijzen, en er zijn maar weinig soorten, die boven de minimumprijs weggaan, Vele kwekers zijn blij wanneer ze voor die prijs kunnen verkopen. De bloembollenteelt heeft zich, vooral sinds men zich in Noordholland ook met de teelt is gaan bezighouden, geweldig uitgebreid; de verkoopmogelijkheden zijn echter inge krompen. De meeste landen hebben de in voer van bloembollen gecontingenteerd. Ten aanzien van de nog vrije landen moet een voorzichtige handelspolitiek worden gevoerd, aangezien men daar al zéér spoe dig van dumping spreekt, en dan zijn de bloembollenmensen nog verder van huis! Juist onder de bedrijven in „De Noord" zijn er vele die zich uitsluitend bezig hou den met het telen van de meest gevraagde handelssoorten; het zijn voornamelijk kwe kers die een gemengd bedrijf hebben, dus een groentenkwekerij en daarnaast bloem bollenteelt. Het is vrijwel ondoenlijk een vrijwillig inkrimpen van het beteelde areaal zonder meer te verkrijgen, want wie moet be ginnen? Vooral de kleine •kwekers kunnen dit moeilijk doen. Er zijn veel kleine be drijfjes waarop een heel gezin werkt, vader en zoons, en in de drukke tijd helpen de schoolkinderen ook nog mee. Menig knaap je in de „kop" van Noordholland moet hel pen met wieden of bollenpellen, wanneer zijn kameraadjes uit andere streken heer lijk van de vacantie genieten. En nog komt men er niet. Tal van kwekers moeten voort durend voorschotten opnemen, en daardoor het ene gat met het andere stoppen. De huidige gang van zaken brengt hen nog dieper in de narigehid. Er hebben al vele dokters bjj het ziekbed van het Bloembollenvak gestaan, en vele tegenstrijdige adviezen zijn gehoord, maar er is nog niets verbeterd. Integendeel, de toestand wordt gaandeweg slechter. De productie neemt, vooral in goede oogst jaren, onrustbarend toe. De al reeds be perkte afzetmogelijkheid houdt daarmee op lange na geen gelijke tred. Ook In het bui tenland gaat men op steeds groter schaal bloembollen telen. En bij duizenden worden de manden bloembollen de veilinghallen binnenge reden. Onverpoosd draait de klok. De kopers wachten zo lang mogelijk met af- Wagner uit 's-Gravenhage. Gesneuveld 29 drukken of laten onverschillig de partij Juli 1949: le It. J. C. Bakker uit Amster- voorbijgaan. En terzijde zitten de kwekers, de ogen gespannen gericht op het verlichte cirkelvlak waarlangs de stomme wijzer draait, die over het lot van een heel jaar hard werken beslissen zal. Er. iedereen in het bloembollenvak vraagt zich af: Waar moet het naar toe? voor alle Inrichtingen van onderwijs SCHOOLBOEKH ANDEL giste van baanbrekende allure. Behalve Mercurius van Hendrick Goltzius, geboren getuige de haan op de voorgrond tevens de Italianen bewonderde hij evenals ia- jn 2,755 jn Miihlbracht bit Venlo en ge- beschermer van dit pluimgedierte was. ter Rembrandt ook de Hollander Lucas storven te Haarlem in 1616. Doek van Leyden en Duitslands grootste grafi- 214 bij 120 cm. cus: Albrecht Dürer. Karei van Mander vertelt ons zelfs hoe Maar hij was dit ook van de kooplui en. de dieven; zijn laatstgenoemde kwaliteit is gesymboliseerd in de ekster, links boven zijn schouder. De helm met vleugels duidt Goltzius met een gravure, met voorstelling oorspronkelijke druk te vertonen, aldus de op zijn snelheid, de toverstaf (de cadu- van de Besnijdenis in de trant van Dürer, kenners een les in de bescheidenheid ge- ceug), mgt slangen omwonden, is het zin waarop zijn zelfportret voorkwam, een vende zonder eigen gewin 11a te streven, nebeeld van zijn geesten-bezwerende experiment ondernam, dat door de moder- Na 1600 echter verwisselde onze schildei macht. Evenals de haan door zijn gekraai, ne kunstvervalsing weer actueel wordthet burijn tegen het penseel, dat hij tot bedwong Mercurius met zijn staf diTschim- Genoemd zelfportret, alsook zijn mono- zijn dood nog ijverig hanteerde. De resul- merii bovenal wanneer deze bij het einde gram liet hii nameliik uit de gravure bran- laten hiervan rechtvaardigen, in onze ogen „1,1 gram liet hij namelijk uit de gravure bran- laten hiervan rechtvaardigen, in onze ogen den, waarna hij de prent berookte zodat althans, geenszins zijn overgang naar het deze er „oud" uitzag (Dürer stierf reeds domein der picturele kunst. Hij is over het in 1528!). Als een zeldzame Dürer-prent algemeen hard in zijn palet waardoor hij werd het blad daarna door de kenners zich de geroutineerde graveur toont, zoals der" Helleensè~"poëzFé~In"onze~Haarlemse hogelijk geprezen en ijverig gezocht. Men wij dat ook vaak in de schilderijen van athleet te herkennen ziet: niets nieuws onder de zon. Alleen, Dürer kunnen waarnemen. Nimmer zou Goltzius was zofatsoenlijk tenslotte de hij zich bijvoorbeeld de vloeiende toets H. P. BAARD. van de winter met hem uit de onderwereld naar boven kwamen. Wij vergeven het de lezers gaarne wan neer zij er niet in slagen de belichaming dam, sold. G. M. Derickx uit Rotterdam, huzaar le kl. A. C. Jacobs uit Mill en St Hubert (N.B.), wachtmeester J. C. Kette- nis uit Leiden, sold. A. Kroeze uit Ensche dé, sold. C. Steenhoek uit Zwijndrecht, sold, le kl. T. Vonk uit Westdongeradeel (Fr.), sold. L. A. Wijnbelt uit Rotterdam. Gesneuveld 1 Augustus 1949: huzaar M. Jansen uit Staveren, huzaar G. A. Kroon uit Oldenzaal, sold. A. Paauwe uit Rotter dam, sold. J. M. Schoorl uit Assendelft (gem. Beverwijk). Koninklijk Ned. Ind. Leger: Gesneuveld 17 Juli 1949: Jav. sold, le kl. inf. Rangsa- wikrama; gesneuveld 19 Juli 1949: Jav. sold, le kl. inf. Gimin; gesneuveld 22 Juli 1949: Jav. sold. 2e kl. inf. Palemoe.n, Jav. I sold. 2e kl. Ramelan, allen afkomstig uitJacobijneslraat 3 - Ged. Oude Gracht 27-27a Indonesië. 1 (Adv.) KWEEKSCHOOL VOOR KLEUTER- ONDERWIJZERESSEN TE ARNHEM Zoals men weet. bestaan er plannen tot AÖ©3jlO£l VOOT JulsarlüjEI3 de stichting van een kweekschool voor j kleuteronderwijzeressen, waartoe de ge- r ZATERDAG 6 AUGUSTUS meenten Arnhem. Eist, Doesburg. Doe- tmehem Rcnkum, Hheden, Roosendaal en 9?5'SrfdXentïpirade ?030 uurt! Wagenin^en samenweiken. Luxor: „Spring in Parklanc", alle leeft.. 2, Thans delen B. en W. van Arnhem aan de 4.15. 7 en 9.15 uur. City: „Lassie komt thuis", raad mede, dat het vooralsnog niet mogelijk I alle leeft., 2.15, 4.30. 7 en 9.15 uur („Kouwe is hiervoor een eigen gebouw te stichten, drukte". 11 uur). Spaarnc: „Scherpschutters". De minister van Onderwijs heeft zich 14 J.. 2.30, 7 en 9.15 uur. Frans Hals: „Mit echter bereid verklaard een gedeelte van Musik durchs Leben", alle leeft., 2.30, 7 en het gebouw en ook het materiaal en de 9-15 „uu\, ^'"braaidt:, _,,Dc villa onzer dro- gereedschappen van de Rijkskweekschool men leeft-. 4.1o, 7 en 9.1o uur. voor onderwijzeressen in Arnhem gratis ter beschikking te stellen. Er wordt naar gestreefd de school in het begin van het Bioscopen: Middag- a.s. schooljaar te openen. Aan B. en W. van Arnhem is de regeling van deze aangelegen heid opgedragen. ZONDAG 7 AUGUSTUS n avondvoorstellingen. MAANDAG 8 AUGUSTUS Bioscopen: Middag- en avondvoorstellingen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1949 | | pagina 5