•Uit de schatten van het Frans Halsmuseum
Kern van het P.E.N.ontstond
voor vijftig jaar in Bioemendaal
Seizoendrukte in de Bollenstreek
Frankrijk wordt weer het eerste
toeristen-land van Europa
Nederlandse verliezen
in Indonesië
SCHOOLBOEKEN
H. DE VRIES
Zaterdag 6 Augustus 1949
Van lokomobiel tot modelcentrale
De bewoners van het Bloemendaalse park „Duin en Daal" zullen in 1899 wel niet
vermoed hebben, dat de eenvoudige lokomobiel met dynamo die hun villa's van het
destijds nieuwste snufje: electriciteit voorzag, de kern zou gaan vormen van een
bedrijf, dat vrijwel geheel Noordholland van electrische energie zou voorzien.
Het nieuwe verlichtingsmiddel sloeg dermate in, dat nog in Augustus van hetzelfde
jaar de lokomobiel werd vervangen door twee stoomturbines met twee gelijkstroom
dynamo's van 66 kw., geleverd en geëxploiteerd door de „Maatschappij tot Exploitatie
van de Laval-stoomturbine", later herdoopt in Eerste Nederlandse Electriciteits Maat
schappij.
De vroegere garenfabriek van de familie Bispinck aan de Korte Kleverlaan werd het
onderdak van de centrale. Later zou het gebouw lange jaren het Provinciaal Elec-
triciteitsbedrijf van Noordholland tot hoofdkantoor dienen.
Reeds een jaar later ging de E.N.E.M.
over tot het stichten van een tweede,
grotere centrale aan het Noordzeekanaal te
IJmuiden die niet alleen dé'gemeente Vel-
sen, maar ook Zandvoort bediende. Boven
dien werd deze centrale door een koppel
leiding verbonden met die te Bioemendaal,
zodat de beide stations elkander konden
ondersteunen en de machinecapaciteit dus
minder groot behoefde te zijn met het oog
op de wisselende belasting in zomer en
winter.
Men ziet: in principe golden dezelfde
overwegingen, die in deze tijd tot de ver
binding van de grote Nederlandse stroom-
opwekkingsbednjven hebben geleid, ook
reeds in het begin van deze eeuw!
Het bedrijf werd toen met de gemoede
lijkheid die dagen eigen, gevoerd. Storin
gen in de stroomlevering kwamen veel
vuldig voor en Zondags werd er overdag
in het geheel geen energie geproduceerd
orn het personeel van de machinekamer de
Zondagsrust te doen genieten.
Uit financiële en economische motieven
werden de centrales in Bioemendaal en
IJmuiden in 1904 van de E.N.E.M. losge
maakt en van dat jaar af tot 1917 toen de
provincie de electriciteitsvoorziening zelf
ter hand ging nemen geëxploiteerd door de
K.E.M. (Kennemer Electriciteits Maat
schappij).
In die eerste jaren hebben deze pioniers
ondernemingen niet bijster gefloreerd. Tot
1906 breidde het debiet zich niet of weinig
uit.
Vooruitziende blik
In 1905 evenwel deed de metaaldraadlamp
haar intrede op electrisch verlichtingsge-
bied. Het jaarverslag over 1905 vermeldt,
daarmee getuigende van een vooruitziende
blik van de toenmalige directie, hierom
trent dat: „deze zuinig brandende lampen,
welke meer en meer worden toegepast, een
tijdelijke daling in de af te leveren kilo
watts veroorzaakten, doch dat verwacht
kan worden, dat een meer algemeen ge
bruik van electrisch licht deze daling in
een stijging zal doen overgaan".
Bij liet klimmende debiet werd het cen
trale vermogen weldra te klein en er moest
worden uitgezien naar nieuwe energie
bronnen. Reeds toen streefde men naar
concentratie van de productie, om zodoende
economisch te kunnen opwekken.
In 1910 trachtte men dan ook een
stroomleveringscontract met de gemeente
I-Iaarlem af te sluiten, doch dit mislukte
door de exorbitante prijzen, die Haarlem
vroeg en die nog hoger waren dan de
eigen, toch al kostbare opwekkosten met
de kleine De Laval-turbines.
Toen begon evenwel de combinatie
Stork-Twentse Bank zich voor de K.E.M.
te interesseren daarvoor had de Labou-
chêre Oyens en Co's Bank de meerderheid
der aandelen in handen en haar krach
tige steun is het te danken, dat reeds in
1911 besloten werd de centrale te IJmui
den te verbouwen en belangrijk uit te
breiden. Die van Bioemendaal werd stil
gelegd. Tegelijk werden krachtige pogingen
ondernomen om tot uitbreiding van het
afzetgebied te komen. In 1912 besloot de
gemeente Allernaar tot aansluiting op het
net van de K.E.M. en daarmee begon ook
voor de K.E.M. bij Alkmaar de victorie,
want vele andere gemeenten vroegen nu
ook een aansluiting.
Provincie moest steunen
Aan de grote vraag naar aansluiting op
het electrisch net kon echter niet worden
voldaan zonder financiële steun van de
provincie en van dat ogenblik dateert dan
ook de meer directe bemoeiing van de pro-
vinciale overheid met de electrificatie.
In 1917 werd de K.E.M. geheel door de
provincie overgenomen en werd tot stich
ting besloten van het Provinciaal Electri-
citeitsbedrijf van Noordholland, algemeen
bekend als het P.E.N.
In die na-oorlogse jaren is de electrifi
catie van het platteland tot stand gekomen,
waarvoor de centrale-capaciteit overigens
al spoedig te klein bleek te zijn. Daarom
werd een belangengemeenschap met de
stedelijke bedrijven van Amsterdam en
Haarlem aangegaan, de P.E.G.E.M. (Pro
vinciale en Gemeentelijke Electriciteits
Maatschappij). De P.E.G.E.M. levert de
electrische energie tegen kostprijs aan
ieder der drie participanten. Natuurlijk
werd zodoende ook een grotere bedrijfs
zekerheid verkregen, zowel in Amsterdam
en Haarlem, als in de provincie.
Het merkwaardige feit doet zich intus
sen voor. dat de verhoudingen in de
P.E.G.E.M. net zijn omgekeerd: moesten
de rijks- cn provinciehoofdstad aanvanke
lijk bijspringen om het net van het P.E.N.
op spanning te houden, tegenwoordig moet
de centrale in Velsen nu en dan de twee
grote steden van het gewest aan „kracht
voer" helpen.
Inmiddels is een halve eeuw verstreken
en de 300 kilowatt, die eens dienden om
Bioemendaal, Velsen en Zandvoort van
stroom te voorzien, zijn uitgegroeid tot een
goede 150.000 kW, die een hele provin
cie - met uilzondering van twee sleden -
in staat stellen „alles electrisch te doen",
zoals men het ideaal van het P.E.N. ip vier
woorden zou kunnen omschrijven.
De lengte van het hoogspanning-kabel
net. groeide van tien tot 1500 kilometer:
een afstand van Velsen tot Helsinki, Napels
en Madrid.
De 3500 klanten uit de tijd van de K.E.M.
werden er zo'n 128.500 (alleen voor ver
lichting en huishoudelijke doeleinden) in
1948.
De grootste grootverbruiker - de Hoog
ovens - overtrof hun verbruik op zijn
eentje al verre: in 1947 werden ruim
138.000.000 kWh's geleverd aan 't machtige
bedrijf aan het Noordzeekanaal tegen on
geveer 112.000.000 kWh's aan de zo even
genoemde kleinverbruikers.
Natuurlijk döet het P.E.N. alles om zijn
klanten ertoe te brengen zoveel mogelijk
van zijn product te gebruiken: vandaar
dat rond 25.000 Noordhollanders bijna 20
van het aantal aangeslotenen - electrisch
koken en ruim .6.000 cliënten profijt trek
ken van een heetwaterreservoir.
Het P.E.N. heeft voor de hele provincie
een njkscöncessie. dat wil zeggen dat het
bedrijf gerechtigd is alle inwoners direct
stroom te leveren, zonder tussenkomst van
distributiebedrijven. De door de verzor-
gingsbedrijven van Haarlem en Amsterdam
bediende gebieden vormen dus twee en
claves in het provinciale net. Tenslotte zijn
er nog zes gemeenten - Allernaar, Bergen,
Egmond aan Zee, den Helder, Hilversum
en Naarden - aan wie het P.E.N. nog
engros levert in afwachting van een rege
ling, die de rechtstreekse levering door het
P.E.N. - welk recht de Hoge Raad erkend
heeft - aan de inwoners van deze gemeen
ten mogelijk maakt.
Leverplichtmet mate
Het P.E.N. heeft volgens de concessie
leverplicht, maar gelukkig voor de be
drijfsleiding is deze clausule aan een paar,
met de rentabiliteit van de aan te sluiten
percelen rekening houdende beperkingen
gebonden. Want het P.E.N. wil graag
iedereen tot klant en is die clientèle graag
van dienst, maar het lijkt wel een beetje
bedenkelijk, wanneer iemand stroom ver
langt voor een perceel waarvan de aan
sluitkosten maar liefst veertien mille be
dragen Zo iemand kan het dan beter
een ruwe olie-motor cadeau doen met de
woorden: „Maak zelf je electra maar!"
Intussen laat het bedrijf zijn dure klan
ten toch niet helemaal in het donker zit
ten of in de kou staan. Men heeft nage
gaan hoeveel onrendabele percelen er zijn:
ruim 1500. De aansluitkosten variëren van
475.tot de reeds genoemde veertien
mille. Men heeft nu een plan opgesteld,
waarbij aan de Staten machtiging is ge
vraagd hen te helpen voor wie het onren
dabele gedeelte van de aansluiting 1500
zal bedragen.- Deze mensen zullen in 1949
en 1950 hun electra krijgen. In 1951 zullen
dan degenen voor wie de grens op twee
duizend gulden ligt aan de beurt komen.
Het P.E.N. kan dit doen, .omdat het be
drijf economisch kerngezond is. Alle win
sten komen aan het P.E.N. zelf ten goede
en kunnen dus besteed worden aan de uit
bouw en de vernieuwing van de outillage.
Een van de belangrijkste projecten daar
van is natuurlijk de uitbreiding van de, in
1931 in gebruik genomen centrale te Vel
sen. Aanvankelijk uitgerust met twee tur
bines, die tezamen een vermogen van
maximaal 60.000' kW opleveren, is het
krachtstation daarna vergroot tot 150.000
kW. Op de begroting voor 1948 is als eer
ste termijn een bedrag van tien millioen
MODERN
BABYLON
Een foto uit 1899 van de antieke De Laval-turbines in de eerste electrische centrale
te Bioemendaal.
uitgetrokken om het opgestelde vermogen
in de centrale tot 200 MW te kunnen uit
breiden.
Dal is hard nodig, want op de huidige
apparatuur wordt eigenlijk roofbouw ge
pleegd, juist omdat men ook andere cen
trales - Nederland is door de laatste oor
log met zijn electrische uitrusting danig
achterop geraakt - te hulp moet komen.
Beperkingen noodzakelijk
Dit zal ook met zich brengen, dat de
verbruikers zich in liet komende najaar cn
in de winter weer verscheidene beper
kingen zullen moeten getroosten.
Er zal een grote reclamecampagne wor
den gevoerd om stroomvcrspilling tegen te
gaan en met de bedrijven zal overleg wor
den gepleegd om tot een spreiding der ar
beidstijden te komen.
In de afgelopen winter was het immers
zo, dat de bedrijven en de huishoudingen
op dezelfde tijd begonnen, zodat dan voor
de centrale een maximale belasting - de
zogenaamde spits in de curve van het
energieverbruik - ontstaat. De laatste ar
beidsuren van de dag vielen xian ook weer
samen met hethuishoudelijke verbruik.
De Samenwerkende Electriciteit Productie
bedrijven (dat zijn de grote centrales in
den lande) hebben de regering om invoe
ring van een wintertijd verzocht om al
thans het samenvallen van duisternis en
arbeidstijd te vermijden. De regering heeft
dit voorstel echter afgewezen, zodat men
thans door onderling overleg tot een op
lossing moet zien te komen.
De lokomobiel, die een halve eeuw ge
leden de huizen van de welgestelde Bloe
mendalers in licht deed baden, is uitge
groeid tot een onderneming die van di
recte invloed is op 's lands economische en
financiële toestand.
Een luchtfoto van de K.L.M. van het imposante hoofdgebouw van het P.E.N.ie
Bioemendaal. Op de achtergrond het hoofdkantoor van het Provinciaal
Waterleidingbedrijf van Noordholland.
Goede oogst geeft sombere gezichten
Het is hoogseizoen in de Bloembollen- i Reeds vijftien jaren is men thans bezig
streek, al komen er nu geen vreemdelingen met het bloembollenvak te „saneren". Nu
van heinde en verre om haar kleuren- is het over het algemeen geen gunstig
pracht te bewonderen. J teken, wanneer men vijftien jaren lang de
Hoogopgeladen met manden bloembollen
rijden de vrachtwagens de brede deuren van
de veilinghallen binnen. Dag aan dag draait
de grote klok, gespannen gadegeslagen
door kopers en verkopers.
Maar dikwijls, veel te dikwijls, draait de
wijzer voorbij het fatale punt, zonder dat
het groene lampje is aangegloeid. De partij
is „doorgedraaid". Weliswaar wordt er dan
later onderhands soms nog wel een gedeelte
van verkocht, maar wanneer op een der
dokter „over huis" heeft, en als dan de
temperatuur zo hoog stijgen gaat dat het
getal 45 genoemd wordt
Het verzet tegen de saneringsmaatrege
len heeft dan ook geduurd zolang als de
maatregelen gelden, met perioden van hef
tige activiteit afgewisseld door tijden van
betrekkelijke rust. Wanneer het echter
gaat als thans, groeit de overtuiging dat het
zó niet langer kan doorgaan.
Vele vakmensen willen dan ook de
grootste veilingen ongeveer, de helft van saneringsmaatregelen zo spoedig mogelijk
het aangevoerde onverkocht blijft, geeft doen verdwijnen. De voorstanders dier
dat toch te denken
Het is merkwaardig in overeenstemming
met de prognose van het Bedrijfschap voor
Sierteeltproducten, dat een surplusheffing
van-45 procent in het vooruitzicht gesteld
heeft, hetgeen hierop neerkomt dat men
een overschot van zo ongeveer de helft der
productie verwacht.
De oogst is overvloedig, de kwaliteit is
over het algemeen zeer goed. maar wat
heeft de kweker er aan wanneer er niet
verkocht wordt
Onder het motto „Ontziet de vreemdeling
strijdt men tegen prijs-opdrijving
(Van onze correspondent te Parijs)
„Nog een dag of wat", zei een Parijse
autobuschauffeur, terwijl hij zich met zijn
hand traag het voorhoofd afwiste, „en wij
zullen moeite hebben ons in het Frans ver
staanbaar te maken".
Het was misschien een heel klein tikje
overdreven, maar het is waar dat de Fran
se hoofdstad al aardig op een modern
Babyion begin te lijken en dat er hele
buurten zijn, zoals het Quartier Saint Ger
main des Prés", waar men momenteel aan
merkelijk meer Engels, of juister Ameri
kaans hoort spreken. Het is daar namelijk
dat de Yankees op jacht zijn naar de Pa
rijse bezienswaardigheid nummer één: de
lilosoof Jean Paul Sartre (die intussen in
Mexico verpozing zoekt). Trouwens elke
Parijzenaar, die het zich even permitteren
kan, is zijn stad ontvlucht. Men moet blijk
baar wel vreemdeling zijn om op het kleffe
asfalt deze benauwde hitte te verdragen
en bovendien nog de energie te produ
ceren, welke de jacht naar bezienswaar
digheden naast Sartre, de Eiffeltoren,
de Sacré-Coeur, de Notre Dame, de Opéra
en de Folies-Bergères eist. Elke inter
nationale trein brengt dagelijks nieuwe
massa's toeristen aan. En degenen, die ko
men met auto's (zoals ook de vele Hol
landse lifters die men dit seizoen hier weer
langs de wegen ziet staan wenken), com
pleteren de toeristische vreemdelingenle
gioenen, die Frankrijk thans vreedzaam
binnenvallen.
Wanneer men aan de verwachtingen van
het commissariaat voor het toerisme ge
loof wil hechten, dan belooft dit jaar de
toeloop van het vorige seizoen nog te wor
den overtroffen. De Belgen zullen weer in
de meerderheid zijn, men verwacht er
minstens een millioen. Dan komen de En
gelsen, ten getale waarschijnlijk van een
vierhonderdduizend en vervolgens een
tweehonderdduizend Amerikanen. De Hol
landers, Noren, Zweden, Denen, Zwitsers
en Italianen vullen dan zeker de twee mil
lioen en wanneer het weer verder mee
werkt, volgens de officiële berekening, mo
gelijk de drie millioen. Frankrijk zal dan
met ere haar eerste plaats onder de toe-
ristenlanden van Europa weer hebben in
genomen.
Een belangrijk deel van dit succes wordt
toegeschreven aan de vernuftige deviezen-
Het beeld dat wij ons in het Frans Hals
museum kunnen vormen van de kunst
ontwikkeling, aan de ons bekende vroege
werken van Frans Hals voorafgaand, zou
onvolledig blijven als wij naast Karei van
Mander, Heemskerk en Cornelis van Haar
lem geen plaats inruimden aan Hendrick
Goltzius, die o.m. met de hier gereprodu
ceerde Mercurius is vertegenwoordigd.
Goltzius bekwaamde zich reeds op jon
ge leeftijd in de graveer-techniek en wijdde
zich na kennismaking met Coornhert (die
tevens een vaardig plaatsnijder was!) ge
heel aan deze kunst. Toen Coornhert in
1577 in Haarlem terugkeerde volgde Golt
zius hem naar de Spaamestad, vanwaar
zich zijn roem als graveur spoedig ver
breidde. In 1590/'91 vertoefde hij in Duits
land en Italië, in welk laatste land hij zich
evenals Heemskerk 58 jaren tevoren
verzadigde aan de klassieke en Renaissan
cistische vormgeving. Als virtuoos „op het
burijn" (d.i. het scherp gepunte graveer
ijzer waarmee de graveur de voorstelling
in de plaat groefde), maar óók „op de
tekenstift" leren wij de veelzijdige kun
stenaar kennen in een oeuvre, dat wij o.m.
kunnen bewonderen in de rijke verzame
lingen van onze stijlvolle (door de Haar
lemmers nog steeds té weinig gewaardeer
de) Teyler-Stichting.
Wij vinden daaronder de fi'aaiste por
tretten van tijdgenoten, waaronder ook dat
van zijn mentor, Coornhert; vooral leren
wij hem echter ook waarderen als paysa-
van een Cornelis van Haarlem eigen ma
ken. Evenals Heemskerk is hij typisch
Hollands in het transponeren van het Ita
liaanse voorbeeld.
Vergelijken we onze Mercurius met de
zittende naaktfiguren, een eeuw tevoren
door Michelangelo geschilderd ter afschei
ding van zijn bijbelse taferelen op de
plafond-frescos van de Sixtijnse Kapel
dan zien we hoe de god als totale verschij
ning uit de heroïsche wereld van de he
melbestormende Italiaan, werd omgescha
pen tot een potige, Hollandse boeren-zoon,
die met de hem toegevoegde attributen
maar matig harmonieert. Bewogenheid in
actie en allure der Italiaanse ïdeaal-gestal-
ten maken hier plaats voor gedegen, zake-
lijk-realistische- naaktschildering. Onze
struise jongéling, gewend aan de onbelem
merde einders van zijn vlakke geboorte
grond, maakt tégen de antikiserende ach
tergrond een ietwat verdwaalde indruk.
Het was toevallig in Goltzius' sterfjaar
(1616) dat Frans Hals zich met zijn eerste,
geniale schuttersmaaltijd even plotseling
als volledig vrijmaakte van de academi
sche conventies en de uitheemse cultuur
sfeer, door Goltzius levenslang gehuldigd.
Mercurius, de snelle bode der goden,
wordt ons in de mythologie geschilderd als
een veelzijdig en werkzaam god. Het palet
hem door Goltzius in de hand gegeven,
alsook de boekwerken enz. op de grond,
duiden op zijn beschermheerschap van
Kunsten en Wetenschappen, terwijl hij
regeling, die minister Petsche al maanden
te voren had uitgebroed.
Iedere toerist heeft thans namelijk het
recht 40.000 Franse francs te imponeren
(vroeger slechts 4000) zonder de douane
hem indiscrete vragen over de herkomst
stelt. Die herkomst is in de grote meerder
heid der gevallen niettemin duidelijk.
Meestal zijn dit namelijk de francs, die
vorige jaren illegaal de grenzen passeerden
en door Franse toeristen in het buitenland
voor voedingsmiddelen en „sterke" devie
zen werden geruild. Omdat aan dit zwarte
geld tot dusverre door de regering de te
rugkeer naar het vaderland was ontzegd,
verminderde zijn waarde natuurlijk ge
stadig en die waardevermindering oefende
op haar beurt een zeer nadelige invloed
uit op de koers van de „officiële" franc op
de internationale markt. Minister Petsche,
die realist is, heeft nu de verbanning van de
geëmigreerde francs opgeheven door de
verloren zoon opnieuw in het vaderlijk huis
te ontvangen.
De gevolgen van deze maatregel zijn
tweeledig. Enerzijds blijkt het toeristenver
keer er zeer gunstig door beïnvloed te
worden vele buitenlanders besluiten
thans hun opgepotte francs voor een va-
cantie in Frankrijk te besteden en an
derzijds krijgt de franc, óók op de binnen
landse markt, op duidelijke wijze steeds
meer ruggegraat. De officiële koers van de
dollar wordt in Parijs thans door de zwarte
vrijwel gedekt, en het Engelse pond is op
de vrije markt zelfs ver onder de officiële
waarde te krijgen.
Spaar de toerist
De vraag is thans: zullen de midden
standers, de hotelhouders en allen, die be
roepshalve met deze millioenen toeristen
in relatie treden, hen voldoende ontzien?
Hen tegemoet treden zoals het een goede
gastheer betaamt? Hen niet overvragen?
Zij zouden volgende jaren zeker de ge
volgen van eventuele kortzichtigheid on
dervinden, want de meeste dezer toeristen
zijn mensen met bescheiden beurzen, die
niet gelijk de legendarische Amerikanen
uit vroegere jaren, geneigd zijn hun, zij het
dan billijke francs over de balk te smijten.
Met het devies „ontziet de vreemdeling,
spaar de toerist", hebben de autoriteiten
daarom een actie georganiseerd ter bestrij
ding van een kortzichtig eigenbelang en
teneinde een verstandig inzicht bij de ex
ploitanten van het hotelwezen te propa
geren.. De minister van Transport heeft hen
voorgehouden dat met elk „geweerschot"
(daarmee wordt in de Franse handel een
onfatsoenlijke prijsheffing bedoeld) op een
toerist uit het buitenland, tien toekomstige
bezoekers worden gedood.
De regering maakt bekend, dat tot haar
leedwezen de volgende verliezen in Indo
nesië zijn gerapporteerd:
Koninklijke Marine: Gesneuveld 31 Juli.
1949: tijd. korp. der mar. F. Westerhuis uit
Soerabaia.
Koninklijke Landmacht: Gesneuveld 21
Juli 1949: korp. J. I. Winthagen uit Maas
tricht. Gesneuveld 27 Juli 1949: sold. F.
maatregelen juister gezegd: de tegen
standers ener opheffing, want warme voor
standers zijn er in het bollen vak met een
lantaarntje te zoeken wensen ze alleen
te behouden omdat ze vrezen dat anders
de bodem uit de markt verdwijnt.
Maar steeds sterker wordt de min of
meer negatieve opvatting, dat het kwaad
maai moet uitzieken. Men moet de mensen
hun gang maar laten gaan, zonder er in te
roeren. Geen enkele van bovenaf opgelegde
maatregel kan het vak saneren. Wanneer
men in dit opzicht het „vrije spel der maat-
I schappelijke krachten" zijn gang laat gaan,
zullen alleen de gezonde, levenskrachtige
bedrijven overblijven. Het moge dan offers,
misschien zware offers gekost hebben, zo
zegt men, maar het resultaat is tenminsle
de moeite waard.
Het merkwaardige is, dat deze opinie zo
sterk wordt gehoord onder diegenen, van,
wie men mag verwachten dat ze het bij
zulk een strijd bijzonder zwaar zouden
hebben, namelijk de kleine kwekers. Onder
hén vindt men de felste tegenstanders der
saneringsmaatregelen. Wellicht geldt hier
dezelfde gedachtengang die men somtijds
aan het front waarnemen kan: men kan
zich eenvoudig niet voorstellen dat men
zélf het loodje er bij legt! Men is in hoge
mate geïrriteerd door de hele rompslomp
die de maatregelen met zich meebrengen
en waar een gewoon mens zonder deskun
dige hulp niet meer uitkomen kan, men
moet geheel andere maatstaven bij zijn be
drijfsvoering gaan aanleggen. Wanneer de
maatregelen van de baan zijn, is men ten
minste daarvan af. Dan geldt het: iedere
man voor zichzelf!
Koekers al blij met
minimumprijs
De huidige surplusregeling brengt ook
misstanden met zich mee, zoals het telen
van bepaalde soorten waarvan men weet
dat er geen markt voor is,doch dat ze tóch
door 't surplusfonds worden opgenomen. In
hoe sterke mate dit „telen voor het sur
plus" geschiedt, valt niet na te gaan. Maar
dat de mogelijkheid bestaat, zegt al ge
noeg.
Uiteraard drukt dit overvloedig
aanbod bij beperkte vraag de prijzen, en
er zijn maar weinig soorten, die boven de
minimumprijs weggaan, Vele kwekers
zijn blij wanneer ze voor die prijs kunnen
verkopen.
De bloembollenteelt heeft zich, vooral sinds
men zich in Noordholland ook met de teelt
is gaan bezighouden, geweldig uitgebreid;
de verkoopmogelijkheden zijn echter inge
krompen. De meeste landen hebben de in
voer van bloembollen gecontingenteerd.
Ten aanzien van de nog vrije landen moet
een voorzichtige handelspolitiek worden
gevoerd, aangezien men daar al zéér spoe
dig van dumping spreekt, en dan zijn de
bloembollenmensen nog verder van huis!
Juist onder de bedrijven in „De Noord"
zijn er vele die zich uitsluitend bezig hou
den met het telen van de meest gevraagde
handelssoorten; het zijn voornamelijk kwe
kers die een gemengd bedrijf hebben, dus
een groentenkwekerij en daarnaast bloem
bollenteelt.
Het is vrijwel ondoenlijk een vrijwillig
inkrimpen van het beteelde areaal zonder
meer te verkrijgen, want wie moet be
ginnen? Vooral de kleine •kwekers kunnen
dit moeilijk doen. Er zijn veel kleine be
drijfjes waarop een heel gezin werkt, vader
en zoons, en in de drukke tijd helpen de
schoolkinderen ook nog mee. Menig knaap
je in de „kop" van Noordholland moet hel
pen met wieden of bollenpellen, wanneer
zijn kameraadjes uit andere streken heer
lijk van de vacantie genieten. En nog komt
men er niet. Tal van kwekers moeten voort
durend voorschotten opnemen, en daardoor
het ene gat met het andere stoppen. De
huidige gang van zaken brengt hen nog
dieper in de narigehid.
Er hebben al vele dokters bjj het ziekbed
van het Bloembollenvak gestaan, en vele
tegenstrijdige adviezen zijn gehoord, maar
er is nog niets verbeterd. Integendeel, de
toestand wordt gaandeweg slechter. De
productie neemt, vooral in goede oogst
jaren, onrustbarend toe. De al reeds be
perkte afzetmogelijkheid houdt daarmee op
lange na geen gelijke tred. Ook In het bui
tenland gaat men op steeds groter schaal
bloembollen telen.
En bij duizenden worden de manden
bloembollen de veilinghallen binnenge
reden. Onverpoosd draait de klok. De
kopers wachten zo lang mogelijk met af-
Wagner uit 's-Gravenhage. Gesneuveld 29 drukken of laten onverschillig de partij
Juli 1949: le It. J. C. Bakker uit Amster- voorbijgaan. En terzijde zitten de kwekers,
de ogen gespannen gericht op het verlichte
cirkelvlak waarlangs de stomme wijzer
draait, die over het lot van een heel jaar
hard werken beslissen zal.
Er. iedereen in het bloembollenvak vraagt
zich af: Waar moet het naar toe?
voor alle Inrichtingen van onderwijs
SCHOOLBOEKH ANDEL
giste van baanbrekende allure. Behalve Mercurius van Hendrick Goltzius, geboren getuige de haan op de voorgrond tevens
de Italianen bewonderde hij evenals ia- jn 2,755 jn Miihlbracht bit Venlo en ge- beschermer van dit pluimgedierte was.
ter Rembrandt ook de Hollander Lucas storven te Haarlem in 1616. Doek
van Leyden en Duitslands grootste grafi- 214 bij 120 cm.
cus: Albrecht Dürer.
Karei van Mander vertelt ons zelfs hoe
Maar hij was dit ook van de kooplui en.
de dieven; zijn laatstgenoemde kwaliteit
is gesymboliseerd in de ekster, links boven
zijn schouder. De helm met vleugels duidt
Goltzius met een gravure, met voorstelling oorspronkelijke druk te vertonen, aldus de op zijn snelheid, de toverstaf (de cadu-
van de Besnijdenis in de trant van Dürer, kenners een les in de bescheidenheid ge- ceug), mgt slangen omwonden, is het zin
waarop zijn zelfportret voorkwam, een vende zonder eigen gewin 11a te streven, nebeeld van zijn geesten-bezwerende
experiment ondernam, dat door de moder- Na 1600 echter verwisselde onze schildei macht. Evenals de haan door zijn gekraai,
ne kunstvervalsing weer actueel wordthet burijn tegen het penseel, dat hij tot bedwong Mercurius met zijn staf diTschim-
Genoemd zelfportret, alsook zijn mono- zijn dood nog ijverig hanteerde. De resul- merii bovenal wanneer deze bij het einde
gram liet hii nameliik uit de gravure bran- laten hiervan rechtvaardigen, in onze ogen „1,1
gram liet hij namelijk uit de gravure bran- laten hiervan rechtvaardigen, in onze ogen
den, waarna hij de prent berookte zodat althans, geenszins zijn overgang naar het
deze er „oud" uitzag (Dürer stierf reeds domein der picturele kunst. Hij is over het
in 1528!). Als een zeldzame Dürer-prent algemeen hard in zijn palet waardoor hij
werd het blad daarna door de kenners zich de geroutineerde graveur toont, zoals der" Helleensè~"poëzFé~In"onze~Haarlemse
hogelijk geprezen en ijverig gezocht. Men wij dat ook vaak in de schilderijen van athleet te herkennen
ziet: niets nieuws onder de zon. Alleen, Dürer kunnen waarnemen. Nimmer zou
Goltzius was zofatsoenlijk tenslotte de hij zich bijvoorbeeld de vloeiende toets H. P. BAARD.
van de winter met hem uit de onderwereld
naar boven kwamen.
Wij vergeven het de lezers gaarne wan
neer zij er niet in slagen de belichaming
dam, sold. G. M. Derickx uit Rotterdam,
huzaar le kl. A. C. Jacobs uit Mill en St
Hubert (N.B.), wachtmeester J. C. Kette-
nis uit Leiden, sold. A. Kroeze uit Ensche
dé, sold. C. Steenhoek uit Zwijndrecht,
sold, le kl. T. Vonk uit Westdongeradeel
(Fr.), sold. L. A. Wijnbelt uit Rotterdam.
Gesneuveld 1 Augustus 1949: huzaar M.
Jansen uit Staveren, huzaar G. A. Kroon
uit Oldenzaal, sold. A. Paauwe uit Rotter
dam, sold. J. M. Schoorl uit Assendelft
(gem. Beverwijk).
Koninklijk Ned. Ind. Leger: Gesneuveld
17 Juli 1949: Jav. sold, le kl. inf. Rangsa-
wikrama; gesneuveld 19 Juli 1949: Jav.
sold, le kl. inf. Gimin; gesneuveld 22 Juli
1949: Jav. sold. 2e kl. inf. Palemoe.n, Jav. I
sold. 2e kl. Ramelan, allen afkomstig uitJacobijneslraat 3 - Ged. Oude Gracht 27-27a
Indonesië. 1 (Adv.)
KWEEKSCHOOL VOOR KLEUTER-
ONDERWIJZERESSEN TE ARNHEM
Zoals men weet. bestaan er plannen tot AÖ©3jlO£l VOOT JulsarlüjEI3
de stichting van een kweekschool voor j
kleuteronderwijzeressen, waartoe de ge- r ZATERDAG 6 AUGUSTUS
meenten Arnhem. Eist, Doesburg. Doe-
tmehem Rcnkum, Hheden, Roosendaal en 9?5'SrfdXentïpirade ?030 uurt!
Wagenin^en samenweiken. Luxor: „Spring in Parklanc", alle leeft.. 2,
Thans delen B. en W. van Arnhem aan de 4.15. 7 en 9.15 uur. City: „Lassie komt thuis",
raad mede, dat het vooralsnog niet mogelijk I alle leeft., 2.15, 4.30. 7 en 9.15 uur („Kouwe
is hiervoor een eigen gebouw te stichten, drukte". 11 uur). Spaarnc: „Scherpschutters".
De minister van Onderwijs heeft zich 14 J.. 2.30, 7 en 9.15 uur. Frans Hals: „Mit
echter bereid verklaard een gedeelte van Musik durchs Leben", alle leeft., 2.30, 7 en
het gebouw en ook het materiaal en de 9-15 „uu\, ^'"braaidt:, _,,Dc villa onzer dro-
gereedschappen van de Rijkskweekschool men leeft-. 4.1o, 7 en 9.1o uur.
voor onderwijzeressen in Arnhem gratis
ter beschikking te stellen. Er wordt naar
gestreefd de school in het begin van het Bioscopen: Middag-
a.s. schooljaar te openen. Aan B. en W. van
Arnhem is de regeling van deze aangelegen
heid opgedragen.
ZONDAG 7 AUGUSTUS
n avondvoorstellingen.
MAANDAG 8 AUGUSTUS
Bioscopen: Middag- en avondvoorstellingen.