L
Uit de schatten van het Frans Halsmuseum
mmm veïïwakht
De nieuwe Beginselenwet
over het Gevangeniswezen
Zaterdag 13 Augustus 1949
3
litteraire
en
MARIE CREMERS: „Jeugdherinneringen" („De Eik"-Reeks,
3. M. Meulenhoff, Amsterdam); R. N. ROLAND HOLST:
„Overpeinzingen van een bramenzoeker" (Hijman, Sten-
fert Kroese van der Zande, Arnhem).
Een VIJF EN ZEVENTIGJARIGE schil
deres, Marie Cremers, heeft van haar
jeugd verteld en ze heeft dat gedaan op
een ongebruikelijke wijze. 'Wie terugziet
op zijn jonge jaren heeft gemeenlijk de
neiging," uitvoerig te zijn, zeker als het
een rijk verleden is, dat in de herinnering
wordt teruggeroepen. Marie Cremers, wier
portretten en landschappen, bloemen en
stillevens een wellicht niet onsterfelijke,
maar zeer eigen plaats innemen in de beel
dende kunst van ons land, heeft zich in
tegenstelling tot de meeste kunstenaars
biografieën eer te veel dan te weinig be
perking opgelegd. Eigen werk en leven
worden terzijde gelaten met een beschei
denheid, die men bijna zou prijzen, als
deze bejaarde schilderes niet op een zó
innemende en boeiende wijze wist te ver
tellen, dat men het betreurt dat het boekje
zo abrupt afbreekt. Men zou nog veel meer
willen horen van deze tijd, waarin schil
derkunst en woordkunst dichter tot elkaar
naderden, elkander vruchtbaarder beïn
vloedden, dan ooit te voren en in de jaren
sindsdien. Jan Veth portretteerde de jonge
Verwey, „de van de Idee van het Dichter
schap vervulde"; Van Looy schilderde de
idealistisch-dromerige en mystieke schrij
ver van „De Kleine Johannes", Frederik
van Eeden; Witsen tekende de Kloos-kop,
die ons altijd weer voor de geest zal staan,
als we zijn jeugdsonnetten, de gaafste en.
zuiverste lyriek van zijn levenswerk, her
lezen; van Deyssel poseerde voor Breitner
zo intiem was de omgang tussen schil
ders en schrijvers, zo groot was de onder
linge waardering. En dit was het nog niet
alleen: de schrijvers schilderden met woor
den (was het Van Deyssel niet, die bij de
opening van de grote Rembrandttentoon-
stelling op een koninklijke vraag, of hij
óók schilderde, met de snedigheid, hem
eigen, antwoordde: „Ja. Majesteit, met de
pen"?) en de schilders herkenden in schrij
verswoorden de bezieldste kleuren van
hun palet. Van van Deyssèl was ook het
woord, „dat het misschieji het allermooiste
is om in een boom een boom te zien, maar
zó als een engel een boom ziet". Dat was
het juist: „zoals een engel het ziet"!
Zo leefden zij met en in elkaar, deze kun
stenaars der tachtiger generatie, deze le-
vensvurige impressionisten. Kunst was
voor hen niet alleen hoogste levensuiting,
ze was ook één en ondeelbaar. Toen van
Deyssel's vertaling van Villiers de L'Isle
Adam'? „Akedysseril" een van de
schoonste vertalingen, die onze litteratuur
heeft voortgebracht werd aangekondigd,
had Bauer met zijn Oosters-suggestieve
verbeeldingskracht het aangrijpendste ta
fereel van dit verhaal al grafisch vereeu
wigd. Na het zien van Breitner's „Dam"
dicht Verwey: ,,'t Was of ik mijzelven
vondZij spraken, al gebruikten zij
andere uitdrukkingsmiddelen, eenzelfde
taal, deze „artiesten", want ze leefden uit
één en hetzelfde levensbeginsel: met van
Deyssel hieven zij „de beker des levens
hoog", ze genoten volop de schoonheid van
ziel en zinnen, één in uitbundigheid pver
een zo rijke kleuren- en vormenpracht om
hen heen, alsof de schepping zojuist was
voltooid, één van wil tot scheppend werk,
één ook in levensonstuimigheid en ver
jongde kracht.
Deze geest, deze tijd van frisse schep
pingsdrift, van hartelijk verkeer en onder
linge bewondering ver te zoeken, helaas,
in ónze jaren! moet men zich indenken,
wil men van Marie Cremers' jeugdherin
neringen het volle genot 'kunnen smaken.
Al behoort zij tot een latere generatie (zij
werd in 1874 geboren), zij verkeerde in
haar leerjaren met al deze groten en her
denkt hen met een piëteit, die des te tref
fender is, omdat het deze schilderes er
allerminst om te, doen is, „mooi" te schrij
ven: ze vertélt alleen maar, alsof men bij
haar op bezoek was, wat haar zo te bin
nenschiet, sober en kleurig, fragmentarisch
bijna. Velen heeft ze gekend: van Deyssel,
onze bijna vijf en tachtigjarige stadgenoot,
de laatste der Tachtigers, wandelde iedere
morgen voorbij het buitentje van haar
grootmoeder, tussen Baarn en Eemnes
gelegen, en als hij passeerde „in een witte
Op suggestieve wijze lieeft de ontwerper
van het affiche der Utrechtse Najaarsbeurs,
die 6 September zal worden geopend, het
zakelijke karakter der beurs naar voren
gebracht. In alle plaatsen van Nederland
zal deze plaat, welke is uitgevoerd in
sprekende lijnen en kleuren, belangstellen
den opwekken, het voorbeeld van deze
man te volgen.
Défilé „dodencel Oranjehötel"
Op Zaterdagochtend 17 September zal
wederom een défilé worden gehouden
langs de dodencel 601 in het „Oranje
hötel", van Alkemadelaan 850 te Scheve-
ningen, welke toegankelijk is voor nabe
staanden en leden en begunstigers van de
stichting „Oranjehötel" (cellenbarakken).
Werden vorige jaren een kroes met in
scriptie, een houten lepel met botermes
en een tonnetje als aandenken beschik
baar gesteld, dit jaar zal een zeer bijzon
der souvenir worden aangeboden. Secre
taresse van de stichting „Oranjehótel" is
mej. M. Th. C. van der Ent, Borneostraat
12b te 's-Gravenhage.
I broek en rijlaarzen, met een zweepje in
de hand", ontlokte dat aan haar felle groot
moeder de kreet: „Daar heb je dien kwie-
bus" weer" die kwiebus, die ons proza
zou bespelen in alle denkbare toonaarden
en1 het nageslacht voorhield, wat het zeggen
wil, de taal als instrument te gebruiken.
Goede, intieme dagen moeten het geweest
zijn, die zij doorbracht in Villa Nova, Al-
bert Verwey's woning in Noordwijk, waar
Henriëtte van der Schalk haar echtgenoot
R. N. Roland Holst vond, juist in die da
gen. Ploe groot moet Marie Cremers' be
wondering zijn geweest voor Verwey's
vrouw „met haar violette ogen, losse rood-
blonde krullen, waarin de wind speelde
en in haar jakjes van Finsch weefsel"! Het
was er een komen en gaan van de voor-
naamsten, die stuwende garde, die onze
kunst groot heeft gemaakt, zonder groot
doenerij. Karsen, Gorter, Van Looy, Van
Eeden, Nelly Bodenheim, Lizzy Ansingh,
Breitner, Aart van der Leeuw, Ad erna van
Scheltema zij hebben allen hun spoor
nagelaten in haar leven, dat nog vervuld
was van die eenvoud en stilte, die doen
terugverlangen naar de gezegende jaren
vóór de eerste wereldoorlog, welke zo
bruusk aan een periode van edele intimiteit
een einde maakte.
R. N. Roland Holst behoorde tot deze
vriendenkring en al schreef hij zijn „Over
peinzingen van een Bramenzoeker" jaren
later (in de jaren 19161922), ze ademen
dezelfde geest: één van wijs en beschou
welijk mijmeren, mét een lichte ondertoon
van weemoed, over de „betoverende vor
men en lichtende kleuren", waarmee ons
leven zo rijkelijk gezegend is, als men ze
zien kan met de ogen van dichterlijke
dromer, een „romantische wijsgeer", zoals
van Schendel hem noemde in zijn inleiding
tot deze tien mijmeringen van een beel
dend kunstenaar. Onze stadgenoot, dr. A.
van der Boom, vertelt in een voortreffelijk
essay over R. N. Roland Holst, dat hij
bijdroeg tot „Pen en Penseel" (Bijzonder
Nuramlr van het „Critisch Bulletin", 1947),
hoe Holst hem eens, sprekend over deze
„Overpeinzingen", toevertrouwde: „derge
lijke dingen schrijf je maar onder zéér
bepaalde omstandigheden in een bepaalde
tijd van je leven.Nu, de slechtste tijd
van een mensenleven is het niet, waarin
men zo één met de wonderen van de ver
schijningswereld en zo vervuld van warme
tederheid om de goedheid des levens, on
danks alles, van zijn hondenvriend dit
schrijft: „Ja, juist wanneer gij wat ouder
wordt, meer afgekeerd en zelfvervulder,
wanneer de herfstkleurige stilte in u, ver
nog van winterse onttakeling u tot een te
licht gewonnen vrede neigen doet, ja juist
in dat levenstijdperk wens ik u een hond
toe tot gezel, ook wel omdat ge troost
behoeft allicht, maar veel eerder nog, om
dat het heilzaam is, dat naast u een harte
lijk wezen leeft, dat niets weet van wat
gij hebt bereikt, noch maalt om wat gij
bereiken wilt, dat wat gij gewichtig acht
niet telt, en veeleisend als hij is, u nim-
mér spaart.doch telkens overwint".
Jaren hebben wij op een herdruk van
dit verrukkelijke boekje moeten wachten.
Men moet dankbaar zijn, dat het herver-
sehenen is. Ik althans' reken het tot de vijf
en twintig boeken, die ik zou meenemen,
als ik naar een verlaten eiland- werd ver
bannen of het nu wél of niet tot de
„officiële litteratuur" behoort.
C. J. E. DINAUX.
Prijzen van diverse
werkzaamheden vrij
Uil een beschikking in de Staatscourant
blijkt, dat de prijzen zijn vrijgelaten van:
behangerswerkzaamheden, electrotechni-
sche werkzaamheden, grondboorwerkzaam
heden voor watervoorziening, instrument
makerswerkzaamheden, lei- en pannen-
dekkerswerkzaamheden, monteurswerk-
zaamheden.ovenbouwwerkzaamheden.schil-
derswerkzaamheden, spuit- en lakwerk-
zaamhéden, steenhouwerswerkzaamheden,
stoffeerderswerkzaamheden, terrazzo- en
kunststeenwerkzaamheden, reparatiewerk
zaamheden aan huishoudelijke artikelen,
optische instrumenten, physische instru
menten, radiotoestellen en uurwerken, re
paratie- en bekledingswerkzaamheden aan
kinderwagens en kinderwandelwagens, re
paratie- en montagewerkzaamheden aan
karkassen van lampekappen, aanbrengen
van vloeibaar behang, aanleggen en repa
reren van bliksemafleiders, huistelefoon
installaties, radio-antennes en reclamever
lichting, het hervertinnen van melkbussen,
de huur- en verhuur van machines, even
tueel inclusief vergoeding voor bedienings
personeel, ingenieurs-honoraria, inzetten,
buigen en harden van glas, leggen, repa
reren en reinigen van parketvloeren, slopen
van bouwwerken, slijpen van schaatsen,
messen, scharen en andere werktuigen, en
het taxeren van machines.
WATERINGSE VEILING VIERT
DIAMANTEN JUBILEUM
In 1889 werd in Wateringen de eerste
plaatselijke veilingvereniging gesticht. De
producten werden in de eerste jaren aan
gevoerd in een klein dorpscafé, waar zij op
het biljart werden uitgesteld. De eerste
aanvoer besomde een bedrag van 120 stui
vers, doch de veiling telde toen ook nog
maar elf leden.
Het Wateringse veilingbestuur gaat nu
op 25 Augustus het 60-jarig bestaan van de
veiling „Wateringen" vieren.
De „bancquetgens" van Esaias van de
Velde en Dirck Hals, die wij de lezers van
deze rubriek helaas slechts visueel konden
laten genieten, gaven ons een getrouw
beeld van de welstand, waaraan in. Hals'
schuttersmaaltijden de geniaalste uitdruk
king werd gegeven. Er bestond bij deze
levensgenieters blijkbaar geringe behoefte
om in beeld althans herinnerd te
worden aan de kortstondigheid der aardse
genoegens en aan de ijdelheid van mate
riële rijkdom. Zulks in tegenstelling tot
dié tijdgenoten, die in tal van prenten en
boeken het Memento Mori predikten. In
de schilderkunst werd aan deze moralise
rende tendenzen vorm gegeven door de
„Vanitas-schilders", die zich in Leiden
zelfs tot een speciale groep ontwikkelden.
Deze bedienden zich bij voorkeur van het'
stilleven, waarin symbolen der verganke
lijkheid waren saamgevoegd.
In de Haarlemse schilderschool Overstemt
echter het feestgedruis de waarschuwende
moraal, die dan ook slechts bij uitzonde
ring wordt vernomen. En clan dikwijls nog'
nauwelijks „hoorbaar". Zo bijvoorbeeld
in het zwak vermaan van Jan Steen, die
van 1661 tot 1669 in Haarlem woonde; op
een stil plekje in een overvolle compositie
herinnert het simpele stilleventje van een
gebroken eierschaal aan de broosheid van
het leven, dat dan juist in zulk een com
positie zo uitbundig wordt genoten! Maar
het was Jan Steen zélf aangenamer, dat
de aldus schuchter sprekende moraal dooi
de alles beheersende jolijt werd overstemd,
want niemand verlangde méér dan hijzelf
Het is maar een heel
simpel plaatje van een
doodgewone kleuter,
maar op de een of andere
manier schijnt heel het
leed van een verregend
vacantiegangersdom in
dat verdrietig platge
drukte neusje te zijn
samengeperst. Zo immers
moeten duizenden hun
spaarzame en lang-ver-
beide vrije dagen ver
kniesd hebben achter de
beplensde ramen van
hun pensionkamers, ter
wijl buiten de plassen,
en binnen de rekening
aanzwollen.
Moed houden echter! Het
kan in één dag verkeren!
Een brullend leger, niet bonte helmen trekt ojp
naar overal waar wat te zien en te beleven is
Namen is een vrome stad. De talrijke dat geen Belg meer thuis blijft Zondags
kerken, devotelijk toegewijd aan St. Joseph, met mooi weer?
St. Jean, St. Aubin, Notre Dame de la Paix Maar die valhelmen!
en andere geliefde heiligen, getuigen ervan. Motorrijden kan gevaarlijk zijn. het is
In een van de drukste winkelstraten, de zelfs zonder twijfel gevaarlijk als iederéén
Rue de l'Ange, prijkt in deze feestweek een het gaat doen. Dat hebben de Belgen waar
beeld der Madonna tegen een der gevels schijnlijk met scha en schaafwonden onder
in een krans van bloemen en licht. De vonden en wellicht zou een statistiek kun-
Zondagmorgen, reeds van zijn prille stilte nen aantonen dat het aantal hersenschud-
en klaarte ontdaan door de knallende in- dingen in België na de bevrijding onrust-
vasie der touristen, die gehuld in benzine- barend gestegen is. Vandaar die valhelmen,
dampen de stad overstromen, is voor de Vader, moeder, zoon en dochter, alles is
Namenaren gewijd aan de kerkgang onder thans uitgerust met die hoge, gladde hoofd
stemmig klokgebeier, zij hebben er hun deksels en wanneer men op de Namense
beste kleren voor aangetrokken en lopen citadel staat en dat gewriemel op de aan-
opgeprikt en uitgedost door de stralende voerwegen uit Luik en Dinant bekijkt, dan
zon naar de donkere monden der koele ker- trekt daar beneden een kleurige, bonte pro
ken, die hen voor een uur opslokken in cessie van valhelmen voorbij, afgewisseld
vergetelheid. door de blinkende daken der ruisende wa-
Maar de touristen hebben'-hun vroegmis gens. De valhelmfabrikanten hebben een
voor dag en dauw al gehad of niet gehad goede neus gehad. Zij hebben het noodzake
voor deze gelegenheid. Zij zetten hun schit- lijke met het aesthetischc weten te vereni-
tereode wagens met overdadige nikkelver- gen en brengen thans een valhelm-keuze
sieringen brutaal op Namens mooie plei- aan de markt die de dameshoeden-collectie
nen, zij schuiven hun motoren, met zijspan- naar de kroon steekt. Rode, groene, witte,
nen in de schaduw van de Fords en de blauwe, paarse, zwarte, bruine, zilveren en
Buicks en de Citroëns of zij rijden hun met vergulde valhelmen kan men kopen, men
pakken en zakken gedecoreerde tandems koopt ze ook terdege en iedere voorbij
en blinkende fietsen ergens een rijwielstal- razende motorfiets is bezeten door een
ling binnen. twee- of drietal gehelmde wezens, die ieder
En dra is de stad vol van slenterende voor zich een variëteit hebben aangeschaft
reemdelingen uit Luik, uit Antwerpen, uit welke kleurig harmonieert met de verdere
Brussel en Brasschaet, gelooid met vreemd- uitrusting.
soortige kleren en hoofddeksels, die nu Of men nu op een Whizzer, op een Saro-
eenmaal bij een uitstapje per mechanisch iea of een simpele fietshoestbui langs de
geweld niet gemist schijnen te kunnen wor- dalende en stijgende Belgische wegen snelt,
den. men heeft een valhelm die èr zijn mag en
O, die valhelmen! die dit eindeloze geharrewar op de straten
Er is in België en Frankrijk een nieuwe een apart, kleurig mozaiek verleent,
mode ontstaan, vrienden, en het valt te Dat geharrewar. Ja, de verkeerspolitie in
verwachten dat we hier in' Noordelijk Be- Namen heeft het niet druk, zij kan er niet
nelux-land vandaag of morgen ook iets aan beginnen om de Zondagse verwarring
daarvan zullen merken. De Belgen zijn zich nog groter te maken door haar bemoeienis-
na de oorlog allen blijkbaar op benzine sen. Zij houdt zich koest en achteraf, ter
gaan voortbewegen. Wie geen dure, glan- wijl de straten wriemelen van voertuigen
zende Amerikaanse juwelenkist op wielen die doen wat zij willen. Daartussendoor
heeft kunnen aanschaffen en dat zijn er snuffelt een trage tram die niet goed weet
toch nog wel enkelen zijn op een motor welke wonderlijke wegen hij zal inslaan,
geklommen. Hele gezinnen zijn op motors als 'n hond die zijn huis kwijt is. Nu en dan
geklommen, waarbij de uit Los Angeles ge- snelt met een alarmerend signaal van hoge
importeerde kleine „Whizzers" uitstekende en lage claxontonen de motortram door de
diensten bewezen. De Whizzer is een peu- drukte heen, zonder duidelijk systeem in de
terig klein motorisch geval, dat met een wijze waarop zijn rails zijn gelegd. Maar
maximum-snelheid van vijftig en een bijna het loopt allemaal goed af. Er klinkt nu en
geluidloze, goedkope motor de uitkomst be- dan wel eens een klap van elkaar plotse-
tekende voor hen. die geen aandelen in de ling omarmende bumpers, maar dan zijn
Congolese goudmijnen of uraniumdelfplaat- het Hollandse wagens,
sen bezaten. Die kleine Whizzer kan een En dat alles om die tentoonstelling,
zijspan, een duo met engel en een kina In de onmiddellijke nabijheid van het
voorop de minne tank verdragen, hij ver- station, in het centrum der stad, rijst een
voert hele families met een minimum aan kolossale gevel van triplexplaten ten hemel,
benzine- en belastingkosten. Zo reist heel helder blauw geschilderd en keurig in een
België per motor, want wie zelfs geen paar strakke rechthoek opgetrokken. Dit enigs
duizend franken voor een Whizzer kan op- zins ondécoratief aandoend front verbergt
brengen, heeft een soort metalen bromvlieg een schone renaissance-gevel, maar die
aan zijn fiets of zijn tandem geschroefd en was voor deze gelegenheid te bescheiden
rrrttss.... daar stijgt hij met verbluffend en te voornaam. De blauwe, verticale hout
gemak tegen de hoogste Ardèn op en hij woestijn is-onderaan voorzien van een vier-
wordt niet meer moe. Is het te begrijpen kant gat, wat de ingang van de expositie
België kent geen Zondagsrijverbod: In
ie prille ochtendschemering klimt al
wat gezond Van lijf en leden is in een
auto, op een motor, op een fiets of in
een bus en voort gaat het, naar het
Noorden of het Zuiden, naar overal
waar wat te zien en te beleven is. Na
men met zijn expositie heeft twee
Zondagen lang een enorm aantal bezoe
kers getrokken, die in onafzienbare
karavanen uit alle windstreken de stad
binnenvielen en met geraas van moto
ren en schelle kreten de stad in alle
vroegte reeds vulden. Maar de Name
naren lieten zich niet zo voor dag en
dauw uit hun tent lokken, zij luiddcji
eerst vroom en preuts de klokken van
hun schone kathedraal en hun kerken
en wandelden ingetogen met hun vrou
wen en hiagen ter misse. Een goede
voorbereiding voor hel opgewonden
Zondagsfeest.
genoemd kan worden. Door dit gat stroomt
deze Zondag de eindeloze stoet van bezoe
kers, Vlamingen, Fransen, Nederlanders.
Belgen uit alle windstreken, en de stand
houders lijken ontwaakt uit hun dommel
van een week nu de drukte rond hun uit
stallingen met de seconde toeneemt. De
meeste belangstelling genieten uiteraard de
demonstranten, de lieden die hun product
aanprijzen met een practïsche gebruiks-
demonstratie. Er is een verf- en lakfabri-
kant, die waarlijk wonderlijke glanslak
produceert: Zijn demonstrant lakt voort
durend een oude stoel tot een nieuwe op,
hij legt uit hoe een enkel dun laagje reeds
voldoende is om de stoel van aanschijn te
doen veranderen. „En ge pakt 'nen drogen
schonen vod, 'ge stekt 'em« in den zoeren
azijn, en het voorwerp blinkt gelijk enen
spiegel",, zegt de demonstrant. Hij heeft
gelijk, het voorwerp met zijn nieuwe lak-
laagje is zo glad en zo glanzend dat ge uw
beeld er in ziet. Kijk, dat is een stand waar
samengetroept wordt, daar worden plannen
gesmeed om „den meubilair eens op te
knappen, zo een potteken kost enen krats,
het is te geef en uw spullekens zijn er her
nieuwd mede."
Zo biedt deze expositie duizenden aar
digheden en wetenswaardigheden maai
de foir met zijn tentjes krijgt het op den
duur toch het drukst. Want de Belgen krij
gen gauw dorst van economie. Die tentjes
schenk?» petieterige glaasjes van de nieuw
ste likeuren, zij verkopen proefflesjes waar
ge net één zalig slokje aan hebt. Gè moet
dit eens proberen en dat eens proberen en
dit eens proeven en dat niet vergeten te
keuren.
Tot ge vrolijk en goedgehumeurd de Salie
des Fêtes binnenhuppelt om er de Vlaamse
en Franse dwaasheden te horen en te zien,
welke onafscheidelijk verbonden dienen te
zijn aan een lichte roes. Dwaasheden die
eigenlijk het verstandigst zijn van alles,
omdat zij een vriendelijk licht laten schij
nen op het leven, op de mensen en op uw I
eigen gemoed. J. L. j
Toegeschreven aan Hendrick Gerritsz. Pot (geboren te Haarlem, omstreeks 1585,
overleden in Amsterdam 1657): Allegorie op de Vergankelijkheid. Paneel 58 x 73 cm.
aldus het lieve leven te genieten....
De symbolische voorsteliing dei- Vergan
kelijkheid aan H. Pot toegeschreven,
spreekt echter duidelijke taal, al ziet het
er naar uit dat de jol'fer in quaestie zich
weinig aantrekt van de symboliek, waar
van zij het pralende middelpunt is.. Rijk
uitgedost zit deze vrouw, met dom dédain
tegen de tafel aangeleund. In haar onver
schillige houding is zelfs een zekére uit
daging te bespeuren, die onmiddellijk ver
band houdt met het „stilleven", dat de
aardse geneugten en rijkdom symboliseert.
Een oude vrouw houdt haar een. schedel
en een bloem voor, de traditionele symbo
len der vergankelijkheid. Men zou deze
oude de woorden in de mond kunnen leg
gen, die een moraliserende prent van de
graveur Hondius begeleiden:
„Gout, Gesteenten, Rijckdom en all' u
costelycke vaeten,
„Wanneer de Doot comt aen, wat sullen
sv u baeten?"
Zou de schilder de geestelijke leegheid
dezer burgerlijke coquetterie hebben wil
len symboliseren in het vacuum, dat de
rechter helft der compositie vertoont? De
schildering is nauwgezet tot in de kleinste
détails en herinnert aan het beste werk
van Hals' jongere broeder Dirck, die hier
ongetwijfeld wordt geëvenaard, zo niet
overtroffen. De groep heeft ook iets Rem-
brandtieks, zoals in de verschijning van
de oude vrouw en in de warm belichte en
minutieus gepenseelde hoed op de voor
grond.
Deze aanwinst uit Duits kunstbezit is er
een van formaat, die de schaars vertegen
woordigde genre-schildering in ons mu-
seumtop gelukkige wijze aanvult!
H. P. BAARD.
rtLUUx,
NE li'
4
:un l7 Probe<
BENT U MOEILIJK
TE FOTOGRAFEREN?
Probeer het eens bij
LMCE VEEtelR I145-HMRIEH Tel. 11178
Een belangrijke toelichting van
het Departement van Justitie
Wij hebben in de loop der laatste maan
den veel aandacht gewijd aan de reorgani
satie van het Gevangeniswezen. Het
daarom begrijpelijk dat onze belangstelling
ook uitgaat naar de ontworpen nieuwe
Beginselenwet, waarin deze reorganisaties,
die voor een groot deel al zijn uitgevoerd,
wettelijk worden vastgelegd.
Toen ik verschillende gevangenissen be
zocht, was ik in gezelschap van een Offi
cier van Justitie, die deze bijzondere ge
legenheid had aangegrepen om zijn per
soonlijke belangstelling te bevredigen. Wij
hadden eerst enige andere gevangenissen
en kwamen toen in Leeuwarden. Na dit
bezoek waren wij het er over eens, dat
iemand beter 5 jaar in Leeuwarden kan
zitten, dan 3 of 4 iaar in Haarlem of andere
koepelgcvangenis, waar het, door de eigen
aardige inrichting van de gebouwen, nog
niet mogelijk is geweest het werken in de
gemeenschap zó sterk door te voeren. In
Leeuwarden is er ook veel meer gelegen
heid voor de gevangenen om een vak te
leren, terwijl ook in verschillende andere
opzichten Leeuwarden de andere inrich
tingen vooruit is: huiselijker inrichting der
cellen, afschaffing van het hatelijke ton
netje, enz.
Mijn-metgezel zei: Ik sta voor een moei
lijk geval. Feitelijk zou ik barmhartig zijn
als ik tegen een verdachte die ik 3 of 4
jaar toedenk om zijn misdrijf te boeten.
5 jaar zou vragen, omdat ik weet dat als
hij inderdaad 5 jaar van de rechtbank
krijgt, hij zijn straf in Leeuwarden moet
uitzitten. (Leeuwarden is namelijk aange
wezen voor de gevangenen die tot 5 jaar
of langer zijn veroordeeld). Dit is natuur
lijk geen gezonde toestand. De moeilijkheid
zit in het feit, dat op dit ogenblik de recht
bank geen zeggenschap heeft in welke ge
vangenis een veroordeelde zijn straf moet
ondergaan. Alleen voor jonge mannen van
18-23 jaar kan bij vonnis worden bepaald,
dat zij in de Jeugdgevangenis in Zutphen
moeten worden opgenomen. Nu er zoveel
verschil gekomen is in de gevangenissen,
zou hel aanbeveling verdienen dat een
rechtbank ook weet waar de veroordeelde
heen gaat. Tot heden ligt die beslissing al
leen in handen van het Gevangeniswezen
in Den Haag.
Tot zover deze opmerking.
De Staatscommissie, die enige jaren ge
leden rapporteerde over de reorganisatie
van het Gevangeniswezen, heeft gemeend,
dat de verdeling van de gevangenen over
de verschillende inrichtingen in handen
moet blijven van het Gevangeniswezen in
Den 1-Iaag.
Wij hebben het ontwerp-Beginselenwet
op dit punt bestudeerd, maar konden daarin
geen aanwijzingen vinden over deze aan
gelegenheid. Op het departement van
Justitie hadden wij daarop een onderhoud
met mr. A. D. Bellinfante. raads-adviseur,
die een belangrijk aandeel gehad heeft
bij de samenstelling van dit wetsontwerp.
Hij wees er op, dat artikel 21 bepaalt:
„Omtrent de wijze waarop de gevangenen
worden verdeeld, worden door óns nadere
regelen gegeven". Als de wet eenmaal door
de Kamers is aangenomen zullen die maat-
egelen bij Koninklijk Besluit worden af-
gekondig. Wel is reeds nu te zeggen, dat
het de bedoeling is bij die beslissing ook
de rechtbanken in te schakelen. In dit op
zicht zal dan worden afgeweken van de
voorstellen van de Staats-commissie.
Bovendien zo vervolgde mr. Bellin
fante de rechtbanken weten nu reeds in
veel gevallen waar de veroordeelden heen
gaan. Leeuwarder, is immers aangewezen
voor de mensen die 5 jaar of langer moeten
zitten; Groningen is bestemd voor de
zware recidivisten. De psychopathen gaan
naar Avereesl. De jeugdige mannen die
niet in Zutphen worden opgenomen komen
in aanmerking voor „Norgerhaven" in
Norg.
Wij zijn op het ogenblik wat het ge
vangeniswezen aangaat in een overgangs
toestand. Het is niet te ontkennen dat
Leeuwarden daarbij een slag voor geweest
is, maar geleidelijk komen ook de andere
inrichtingen aan de orde. Het zou natuur
lijk onjuist zijn, indien de gevangenen die
tot de langste straffen veroordeeld zijn,
het beter zouden hebben dan zij die zich
minder zwaar misdragen hebben. In dit
opzicht kan de Officier van Justitie die in
uw gezelschap was gerust zijn.
Alle Rechters en Officieren
naar de gevangenis
Bij bezoeken aan de gevangenissen was
ons opgevallen dat die inrichtingen -niet
vaak bezocht worden door leden van de
rechterlijke macht. Bij informatie werd ons
zelfs verzekerd, dat er zijn die nog nooit
een gevangenis van binnen gezien hebben.
Dit is natuurlijk ongewenst. Ook wij delen
die mening zo zei mr. Bellinfante. Nu
er zoveel differentiatie in de inrichtingen
gekomen is, wordt het noodzakelijk geacht,
dat alle .leden van de rechterlijke macht
persoonlijk kennisnemen van de mogelijk
heden die daar geboden worden, opdat een
goede verdeling der gevangenen over de
gestichten in de hand gewerkt wordt.
Daarom ligt het in het voornemen om bin
nenkort excursies voor de leden der rech
terlijke macht te organiseren naar de ver
schillende gevangenissen.
C. J. van T.
DIRECTEUR LUMINAFILM
VERONGELUKT
De directeur van de Luminafilm te Am
sterdam, de heer J. W. van Biene, is Vrijdag
bij Vinkeveen met zijn auto tegen een boom
gereden. De heer Van Biene was vermoe
delijk achter het stuur in slaap gevallen
door oververmoeidheid. Tijdens het ver
veer naar een ziekenhuis in Utrecht is hij
overleden.
Heringa Wuthrich
HAARLEM
CENTRALE VERWARMING
JOHNSON OLIEBRANDERS
(Adv.)
Agenda voor Haarlem
ZATERDAG 13 AUGUSTUS
Is feest vandaag", alle leeft.,
2. 4.Id, 7 en 9.15 uur. City: „Met twee Jan
tjes op stap", 14 j„ 2.15, 7 en 9.15 uur.
Vacantieprogramma 11 en 4.30 u. Spaarne:
„De gevangene van Mesquiie", 14 j., 2.30
7 en 9.15 uur. Frans Hals: „Spionnen aan dé
Theems", 14 j., 2.30, 7 en 9.15 uur. Rem
brandt: „Kleine melodie uit Wenen", alle
leeft., 2. 4.15, 7 en 9.15 uur. Palace: „De
pioniers", 14 j„ 2, 4.15, 7 en 9.15 uur. „Watt
en half Watt", 10.30 uur.
Frans Hals Museum: Tentoonstelling
Matthieu Wiegman 105 uur (Zondag 15
uu). Vishal: Aquariumtentoonstelling 10—
24 uur (Zondag laatste dag).
ZONDAG 14 AUGUSTUS
Bioscopen: Middag- en avondvoorstel
lingen.
MAANDAG 15 AUGUSTUS
Bioscopen; Middag- en avondvoorstel»
lingen.