mum: 8 c L K litteraire ami Egyptische boeren nog steeds nijvere hongerlijders Viervoudige werking van Chefarine „4". Cltefarlm© A E Uit de schatten van het Frans Halsmuseum Zaterdag 29 October 1919 „Ptfenno ter Braak", een bundel essays over M. ter Braak (C. A. van Oorschot, Amsterdam). ALS INLEIDING tot de aanstaande uit gave van Menno ter Braak's ..Ver zamelde Werken" is zojuist een bundeltje essays verschenen, waarin acht dichters en schrijvers van uitlopende levensbeschou wing (te weten: Thomas Mann, A. Roland Holst, S. Vestdijk. A. van Duinkerken. H. A. Gomperts, J. Greshoff, G. H. 's-Gra- vensande en J. de Kadt) hem herdenken, die zich in zijn leven en werken zo vol strekt en onverzettelijk door één beginsel: de echtheid, beeft laten leiden: Menno ter Braak. Uit echtheid was hij, als sinds jaren geen ander in onze letterkunde, de ver klaarde tegenstander van alles wat zich anders wil voordoen of meer wil schijnen dan het is. Zoals een jachthond voor het wild, had hij een speurneus voor het on waarachtige, hoe bedriegelijk en verleide lijk het zich ook wist te vermommen als leuze en dogma, als ideologie en stelsel. Hij achtex-haalde het in de litteratuur en in de politiek, in ons denken cn in ons voelen. Hij mikte en schoot raak. Want hij was een scherpschutter, die het wapen van zijn onverschrokken intellect wel al lereerst tegen zishzelf richtte, maar daar mede ook tegen de erfenis van onwaarachtig heden in óns, in onze cultuur. „Een eerlijke zuiveraar" noemde A. Roland Holst hem. En Vestdijk karakteriseerde hem als „het geweten onzer letteren". Een voorbereidend geschrift als het hier aangekondigde waarvan de belangrijk heid omgekeerd evenredig is met zijn om vang (het telt maar 46 bladzijden!) be hoorde dus overbodig te zijn. Ter Braak heeft immers gesproken en geschreven voor het forum van het gehele Nederlandse volk, zelfs voor dat van Europa. Was hij een buitenlands schrijver geweest, men zou hem triomfantelijk in vertalingen heb ben ingehaald. Nu is het anders: een be trekkelijk kleine kring heeft hem ver staan en zijn woord ter harte genomen. De overigen lazen hem geamuseerd, terwille van zijn „brilliante humor" en zijn „speelse geest", maar zij voelden zich tot niets ver plicht, onder het motto: zo'n onbarmhartig- schex-pzinnige critiek, daar houden we wel van, mits deze ons in het gelijk stelt. Deze meepraters, mooipraters en goed praters konden op één ding rekenen: op Ter Bi-aak's minachting. 1-Iij zocht tegen standers, hij daagde uit, hij wilde persoon lijkheden met wie hij zijn vlijmscherpe en trefzekex-e denkkracht kon meten om zich te stalen in de stx-ijd tegen zijn erfvijand: de leugenachtigheid. Ter Braak weigerde te vluchten in de veelbelovende utopie, in de berusting van de pessimist, in de vooruitgangs-troost van de optimist. Hij achtte elk compromis com promitterend. Strijdend wilde hij leven en zijn stx-ijd was geen andere dan die van „onze tijd". Er zijn er niet veel, die zo moedig gevochten hebben als hij; want het mag zonder een grein van overdrijving moedig genoemd worden, telkens opnieuw afscheid te nemen van zoveel waarmee men vex-groeid is. Moedig is het óók, zonder blikken of blozen te erkennen, dat dit onze tragedie is: dat wij voortleven in het „gis teren" terwijl het „vandaag" is, en dat een waarheid van het verleden een leugen van het heden kan zijn. Dit afgestorvene, dat zich bestendigt met een schijn van leven, heeft hij tot op zijn verstarde kern gepeild en ontluisterd, in zichzelf, in ons. Hij deed dit als „man tegen man", in zijn critieken, in zijn cultuur-filosofische geschriften, in zijn beide romans „Hampton Court" en „Dr. Dumay vex-liest", en ontmaskerde de schoonheidsroes van sommige jongeren even onverbiddelijk als de diplomatieke heilsleren der dictaturen van rechts en links. In naam van de menselijke geest, van de menselijke waardigheid, van de waax-achtige democratie namelijk die der „persoonlijkheden" spaarde hij de schijndemocratie van de zelfgenoegzamen evenmin. Het was immers zijn wezen „een eerlijk zuiveraar" te zijn. Daarom ontmas- kex-de hij zonder aanzien des persoons, Dat was zijn echtheid. Dat is, waarom wij hem zo missen. Tot in den treure heeft men hem vergeleken met Nietzsche, vaak zonder deze genadeloze Bij zware geestelijke of lichamelijke ar beid. tijdens en na zwangerschap, of bij eenzijdig dieet... steeds wanneer veel van het lichaam wordt gevergd, is het goed DAGRAVIT-8 te nemen. Alle 8 belangrijke vitaminen die U het meest nodig heeft... in één dragéel Elke dragée bevat: A-B,-B2-P.P.-Ca Pant-B6-C-D. 100 dragée»f 3.25 Agenda voor Haarlem ZATERDAG 29 OCTOBER Stadsschouwbxirg: ..Goud en antiek" tCo- media'). 8 uur. Palace: ..'t Zal je gebeuren", alle leeft.. 2. 4.15, 7 en 9.15 uur. Luxor: ..Don ker Afrika", alle leeft., 2. 4.15, 7 en 9.15 uur. Frans Hals: „Ergens in China". 18 j., 2.30, 7 en 9.15 uur. City: ..Ditte, een mensenkind". 18 j., 2.15. 4.30. 7 en 9.15 u. Spaarne: „Triomf der doodskoppen". 14 j., 2.30, 7 en 9.15 uur. Rembrandt: „Fietsendieven", 14 j., 2, 4.15, 7 en 9.15 urn-. ZONDAG 30 OCTOBER Stadsschouwburg: „Goud en antiek" (Co- media) 8 uur. Gem. Concertgebouw: Optre den van de „Friese fakir". S uur. Bioscopen: Middag- en avondvoorstellingen MAANDAG 31 OCTOBER Bioscopen: Middag- en avondvoorstellingen. „filosoof met de hamer" anders dan uit de tweede hand of enkel van horen-zeggen te kennen, zodat nog steeds de studie op zich wachten laat, die op deugdelijke gi-onden zal aantonen, dat Ter Braak niet een na volger van Nietzsche, maar diens voort zetter was, in zekere zin zelfs zijn vol tooier voltooier ook daar en juist daar, waar hij Nietzsche's tegendeel is. Een mens dus, Ter Braak, die steeds „neen" en nooit „ja" zegt? Men heeft hem Menno ter Afbraak genoemd. De man die dat het eerst deed ik herinner mij helaas zijn naam niet heeft er recht op, een tolk te worden genoemd: namelijk van hen die Ter Braak niet begx-epen. Ter Bi-aak een eeuwig ontkenner, een „nihilist"? Het lijkt zo, op het „Eerste Gezicht". Maar als straks zijn verzameld levenswerk is ver schenen zal ieder, die de organische ont wikkeling van zijn denken zonder voox-be- houd en tot het uiterste einde volgt, in de ondertoon van dit fel requisitoir van „neens" overal het stellige „ja" horen het „ja" der innerlijke zekerheid. Dal is de Ter Braak die men ontdekt op het ..Tweede Gezicht". Hij heeft dit „ja" nooit met woorden omschreven. Elk program was hem. als verstarring van ons vrije denken, vex-re. Denkend-handelen, gaan, strijdbaai-zijn dit dynamisch leven was het zijne. In die geest noemde Thomas Mann hem „een militant partisaan van de menselijke waar digheid". Wat er na deze strijdlustige cul tuur-filosofische ontmaskering overbleef was „een minimum": het woord waarin Ter Bx-aak in zijn laatste geschrift („Jour naal 1939", verschenen in 1945) datgene samenvatte waarvoor hij vocht: „dat ex- zekere dingen op het spel staan, die door onze culturele voorgeschiedenis vlees van ons vlees zijn geworden, die niet meer uit het leven weggedacht kunnen worden, zon der dat het leven ophoudt menswaardig te zijn". Een minimm maar de kern van onze beschaving. Terwille daarvan riep hij orn een geestelijke voorhoede („een nieuwe élite"), die op de bx-es zou staan voor een daadwerkelijk, een springlevend humanis me een humanisme, dat zichzelf al gx-oeiende schept en daarom geen pro gram duldt. Geen program: Ter Braak was een humanist zonder program, een politicus zonder partij, een moralist zonder „mo raal", een kunstenaar zonder schoonheids leer. Negen jaar scheiden ons van de nood lottige week, waarin Ter Braak zijn tra gisch einde vond: de Meidagen van 1940. Zijn werk is gebleven, niet als „monument" dat zou verstarring betekenen maar als arsenaal voor de geest. Als de negen-delige verzamelde wer ken (die ook afzonderlijk verkrijgbaar zullen zijn), na de aansporing van dit hier dringend aanbevolen essay-bundeltje, grif van de hand gaan, kan men hoopvol zeggen, dat Nederland bewijst dat het leeft, en dat het hem ernst is met de herschepping van onze cultuur. C. J. E. DINAUX. De Amerikaanse consul-generaal ie Batavia mr. J. D. Beam heeft een bezoek aan Djokjakarta gebracht. Mr. Beam in gesprek met president Soekarno. LAND AAN DE NUL (Van een bijzondere medewerker). Een wandeling door een Egyptisch dorp is vrijwel niet mogelijk. Fotografex-en :s verboden. Ik mag me echter verheugen in het bezit van goede Egyptische vrien den met relaties op het land, zodat ik zelfs verscheidene huizen van Egyptenaren kon bezoeken. De beschrijving van een „huis" kan kort zijn: een vierkant lemen hol, waarin een gat voor de deur en een klei ner gat voor wat licht. Geen tafels of stoelen. In het halfduister, gehurkt op de grond, zit de familie bijeen aan de maal tijd. Vriendelijk krijgt de vreemdeling een aarden kroes groezelige ezelinnemelk aangeboden, of een kop zwarte koffie, ge kookt in een hoek van de kamer op ge droogde kameelmest. Dat is de woonka mer. 's Avonds, na het ritueel van het gebed, De 9 Muzen Gide voor de radio. Nadat het vorige jaar de Franse schrijfster Colette iedere Zondag- I avond voor de microfoon van de Fi-anse om- 1 roep herinneringen heeft opgehaald, kan men dit seizoen drie keer per week een soort gelijke uitzending van André Gide beluiste ren. In 34 gesprekken met Jean Amrouche behandelt de grote schrijver zijn gehele oeuvre, van de uit 1891 daterende „Cahiers d'André Walter" af tot het in 1945 gepubli ceerde „Thésée" toe. De gesprekken worden uitgezonden op Maandagavond om kwart voor elf. op Donderdagavond om half elf en op Vrijdagavond om tien uur op de golfleng ten 278 en 431 meter. Wanneer zware hoofdpijn, hevige periodieke- of andere pijnen niei ie verdrijven zijn, neem dan eens Chefarine „4". Elk iablei bevai vier wereldberoemde geneesmid delen. Eén ervan Chefarox - zorgt dat zelfs de gevoeligste maag toch niet van streek raakt. met van sireex raaxt. jg n Werk van A. Swanevelt in „Het Luifeltje" De schilder A. Swanevelt die thans in „Het Luifeltje" aan het Groot-Heiligland een keuze uit zijn werk exposeert behoort tot een vrij zeldzaam voorkomende cate gorie in de moderne schilderkunst. In het Duitsland van de eerste helft der negen tiende eeuw met als heersende richtingen enerzijds een wat intellectueel klassicisme en anderzijds een theatrale romantiek, koos een kleine groep schilders een eigen weg. Zij verdiepten zich innig in de dingen van hun naaste omgeving en zo gaat in deze tijd ook Swanevelt onbeïnvloed door ab stracte en expressionistische stromingen, maar even vrij van impressionnistische herinneringen rustig zijn weg. Een der fijn ste figuren van bovengenoemde groep was wel Kaspar David Friedrich en nu is het mei-kwaardig dat een klein ter expositie aanwezig duinlandschap in olieverf (no. 6) zuiver door de innerlijke houding sterk aan sommige werken van Friedrich doet den ken. Waar Swanevelt stilleven schildert is hij wat strakker en zakelijker, maar ook daar treft zijn werk door de liefdevolle be schouwing van eenvoudige dingen. Fijn zijn bijvoox-beeld de geaquarelleerde stillevens met schelpen meestal op een spiegelende ondergrond neergelegd. Zij zijn in een stille kleur gehouden, hier en daar verlevendigd door de perlemoerachtige binnenzijde van een mossel of oesterschelp (nos. 21, 22, 25 en 35). Ondanks mijn waardering voor deze werken geloof ik toch dat het belangwek- 1 kendste gedeelte van deze tentoonstelling gevormd wordt door de vele tekeningen van duinen, bomen en bosen, meestal in een gemengde techniek van pen, penseel en een paar gewassen tinten. Het handschrift is hier vrijer, de vórm pittiger, zonder dat aan de zuiverheid van observatie afbreuk is gedaan, Wat deze tekeningen betreft wil ik speciaal de aandacht vestigen op die in sepia (no. 13), voorstellende een lage breeduitgegroeide den met neei-hangende takken mooi in het vak geplaatst. L. II. H. SCHUTTE Geestesverwarring in het groot. Een scène uit ..De slangenkuilwaarin vrijwel alle uiterlijke verschijnselen der krankzinnigheid zijn verzameld. R DRAAIEN DEZE WEEK twee Ame rikaanse films in Amsterdam waar voor reeds geruime tijd met behulp van heel het machtige publiciteitsapparaat. dat de twintigste eeuwse producent, of hij nu insectenpoeder of brandweerauto's aan de man wil brengen, ter beschikking staat, het bioscoopbezoekend publiek stormrijp gemaakt. In het ene geval „De Slangenkuil" heeft men duchtig gespeculeerd op ons griezelinstinct; in het andere, dat van Jeanne d'Arc", op onze gevoeligheid voor ■records, onze bewondering voor een grote s"v actrice' en onze verering l~x i j voor Frankrijks nationale heldin. Dat alles zegt na- tuuxTijk nog niets over de verdienste van deze rol prenten en hun vervaardigers. Zeker is, dat wanneer de psycho-analyse ietwat minder in aanzien stond in de Ver enigde Staten als tegenwoordig het geval is, een film als „De Slangenkuil" nooit ge maakt zou zijn. Mary Jane Ward, de schrijf ster van het gelijknamige boek, zou zelf zeven jaar in een krankzinnigengesticht hebben doorgebracht en wanneer men haar boek leest het is, zoals dat tegenwoordig gebruikelijk is, tegelijk met de film in Nedex'land „uitgebracht" ki-ijgt men te kampen met het onbehagelijke gevoel, dat de grens lussen „normaal" en „abnormaal" Na de vorige week onze opwachting te heb ben gemaakt bij burge meester Van der Meer is het ons thans vergund nader kennis te maken met de burgemeesterse. Zij was de één jaar jon gere zuster van Maritge Vooght, in 1639 eveneens door Frans Hals ver eeuwigd (thans is dit stuk in het Rijksmuse um). Het kan als een gelukkige omstandigheid worden beschouwd dat Cornelia aan de zijde van haar man gezeten de eeuwen kan trotse ren, in tegenstelling tot talrijke echtelieden, wier beeltenissen als tegenhangers geschil- derd in de loop der 1111 tijden uit elkaar raak- i* ten en in hun geïsoleerd bestaan dikwerf een iet wat verweesde indruk j maken. Als karakteristiek voorbeeld in dit opzicht mag de beeltenis gelden van Isabella Coymans, omstreeks 1652 door Hals geconterfeit en (tot 1940 althans) een der juwelen uit de collectie van E. de Rothschild te Ferrières; zij biedt haar partner, Stephanus Ge- raerdts een roos aan, doch de bekentenis die daarin besloten ligt kennen als het proto-type van de Hollandse regent, robust en reëel, waardig en indruk wekkend gezagsdrager van een welvarende stad. De nuchtere Cornelia schijnt haar echtgenoot te temperen en alleen reeds door haar zittende houding zijn autoritair op treden iets van zijn overtuigende kracht te ontnemenEen ondefinieerbare wis selwerking tussen de beide beeltenissen, doet ons aldus Van der Meer, trots zijn vol komen geslaagde magistraats-allure, ook even zien als echtgenoot. De burgemeesterse zelf mag intussen gel den als zéér, karakteristiek vertegenwoor digster van de zuinige en propere Hollandse huisvrouw, de „ziel" van het oud-Hollandse binnenhuis, dat in de scheppingen van Ver meer en Pieter de Hoogh de wereld heeft veroverd. De ogen blikken eer schrander dan intelligent. Het ietwat benepen mondje verraadt zuinig overleg. Molensteenkraag en kapje reflecteren koel licht op het ge laat, waarvan de wezenstrekken zoals steeds bij Hals zich als het ware repe leren in de handen. Vergelijking met de productie van be kwame portrettisten als Michiel van Mie- reveld, Jan van Ravesteyn e.a. doet ons eerst ter dege beseffen hoe gx*oot Hals* kun stenaarsschap is. hoe persoonlijk zijn visie en hoe weergaloos zijn penseelvoering. Men speure over het gehele oppervlak en zie hoe vrij en levendig de bontstrook langs het. kleed is geschilderd en hoe het samen stel van plooien, lichten en schaduwen in de rok is neergeborsteld met voor die tijd gewaagde vegen en toetsen! De kanten boorden der manchetten bij Van Miereveld verstard tot een fraai uit- Frans HalsPortret van Cornelia Vooght Claesdochter. vrouw van Burgemeester mr. Nicolaes van der Meer. Geschilderd schabloon werden door de kun- in 1631. Paneel126,5 bij 101 cm. Legaat jhr. Fabrïcius van Leyenburg (1883). stenaar weliswaar natuurgetrouw gevolgd in het speels patroon, doch dit bleef tot in elke vezel levend onder de hand van de tovenaar. Men schenke ook aandacht aan door de aanwezigheid van het ander. Zo de weergave van de knoopjes vaxx het blijft, bij ontstentenis van Stephanus, onbeantwoord.... Laatst- HL. genoemde strekt op zijn beurt vergeefs de voedt het totaal-beeld van de tegenhangers keurslijf, die elk hun eigen plaats innemen hand uit om de roos in ontvangst te nemen: onze fantasie ten aanzien van de intiemere in de onberispelijke rangorde en zo, indivi- wreed van zijn Isabella gescheiden moet sfeer van het burgemeestershuis, waarop dueel, hun eigen licht ontvangen. Ditzelfde hij zijn dagen slijten in het Museum van man en vrouw ook in het werkelijke leven geldt ook voor de koperen nagels der stoel- eens hun tweevoudig stempel drukten. Schone Kunsten te Antwerpen! Hoewel de twee-eenheid in de beelte nissen van het echtpaar Van der Meer ogenschijnlijk bij lange na niet zo dwin gend tot uiting komt als bij het zojuist ge noemde paar, voelt men toch hoe de por tretten elkaar completeren en dat elk por tret op zichzelf vollediger betekenis krijgt bekleding, op zichzelf onaanzienlijke dé- De burgemeester hebben we reeds lerentails misschien, doch door Hals met dezelf de aandacht gezien en met dezelfde breed heid behandeld als de meest vitale onder delen van dit oer-Hollandse portret, dat zijn plaats vindt onder de gaafste specimina van 's werelds meest virtuose portrettist. Elke Donderdagmiddag worden er rondleidingen in het Frans Halsmuseum gehouden en wel om 2 en 2.15 uur. H. P. BAARD wel bijzonder gemakkelijk en vaak onop gemerkt overschreden kan worden. Anatole Litvak, de van oorsprong Rus sische regisseur, die zijn reputatie vestigde met „Mayerling" (niet te verwarren met „Het geheim van Mayerling", dat in de af gelopen week in Haarlem te zien was) en zich sindsdien in Hollywood wel op zijn gemak schijnt te voelen, heeft zijn best gedaan de macabere sfeer van 't niemands land van het onbewuste te treffen. Daartoe liet hij op de achtergrond de stemmen klin ken, die de geesteszieke Virginia een mooie rol van Olivia de Havilland meent te hox-en; een procédé, dat naar onze smaak te zeer aan het toneel ontleend is om in een film, waarin het beeld toch altijd num mer één blijft, aanvaardbaar te zijn. On willekeurig herinnert men zich hoe Billy Wilder in zijn „Lost week-end" erin slaag de de dwangvoorstellingen van de aan delirium tremens lijdende hoofdpersoon door de camera weer te geven. Anderzijds legde Litvak de symboliek er nogal dik op: daar waar de heldin zich verloi'en waant in een ziedende zee of het krankzinnigengesticht vergelijkt met een reusachtige kuil waarin ontelbare slangen krioelen, al valt niet te ontkennen, dat van laatstgenoemde parallel een bijzondere be klemming uitgaat. Bovendien ontkomt de regisseur niet aan het verwijt, dat hij in zijn milieu-schildering alle schakeringen die zijn voorstelling aan waarachtigheid hadden kunnen doen winnen, heeft ver waarloosd. De bewoners van het reusachtige gesticht de toeschouwers wordt in een. slecht gestelde inleiding en zelfs nog in een dito antwoord op het hart gebonden dat zulke chaotische toestanden als in „De Slangenkuil" weergegeven in ons land niet voorkomen worden opgediend als een levend rariteitenkabinet, waarbij dan de aard en hoeveelheid der gebaren en de zot teklap in de conversaties de ernst van het „geval" moeten suggereren. Dit alles is te zeer op het effect berekend om overtuigend te zijn. Overtuigend is alleen de hoofdrol, omdat Olivia de Havilland iedere gelegen heid te baat heeft genomen in deze patiënt voor alles de mens te laten zien en niet het „geval". Intussen dient, om misverstand te voor komen, vastgesteld te worden, dat „De Slangenkuil" boven het gemiddelde Amer kaanse filmproduct uitsteekt. Joan of Are Zo lang als de door Ingrid Bergman, wij len Victor Fleming en Walter Wanger ge maakte rolprent over het leven van Frank- rijk's nationale heldin Jeanne d'Arc is, zo kort kunnen wij zijn. De Amerikanen heb ben lxun best gedaan in eens een goede beurt te maken door de geschiedenis van de Maagd van Orleans zonder historische enormiteiten en zonder kwetsing van aller lei gevoeligheden te vereeuwigen. Zij heb ben daartoe zelfs de hulp van een deskun dige ingeroepen. Zij hebben zelfs de zelf beheersing aan de dag gelegd de stemmen die het meisje uit Domrémy tot haar grootse taak riepen, niet op het witte doek te con- cretiseren. Daarvoor alle hulde. En met het technicolor werd de kleurenrijkdom dei- oude getijdenboeken niet onverdienstelijk benaderd. Maar zij hebben zo verschrik kelijk hun best gedaan, dat het geheel iets krampachtigs heeft gekregen. En het voor naamste bezwaar: het weid nooit Jeanne d'Arc. het bleef altijd Joan of Are. Omdat de producenten vergaten, dat het niet om een meer of minder angstvallig nauwgezet weergegeven geschiedenis gaat. maar om de geest die levend maakt. Zij die het voorrecht hebben gehad Carl Dreyers „La passion de Jeanne d'Arc" te zien, zullen die indrukwekkende close-ups van de hoofdrolspeelster, mevrouw Falco- netti, nimmer vergeten. Zij had geen entou rage nodig, haar hei-beleving van het won der van Jeanne d'Arc was voldoende om een afschaduwing te geven van de diepte en volheid van dat leven. Ingrid Bergman heeft voortreffelijke kwaliteiten, ook in deze rol. Toch konden wij nooit de bijgedachte van ons afzetten: „Hier speelt Ingrid Bergman Jeanne d'Arc". De producenten hebben bij de vervaardi ging van dit twee uur-en zes-en-twintig wordt het stof in de kamer aangeharkt, worden het ezeltje en de langharige geit binnen gehaald, spreidt men wat lompen uit op de grond en begeeft de familie zich ter ruste. Dan is het de slaapkamer. In een hoek staat een kistje met een ton en een milliard vliegen er op, want de kamer is tevens toilet. Denk daarbij de geur van knoflook en geiten, gevoegd bij de hitte van dc tropen zon, die de ganse dag door op het platte dak brandt, en misschien kunt ge u enig idee vormen van het. laat ons zeggen „rieken", van de woningtoestanden en de levensvoorwaarden, waaronder de massa leeft. Het grote, alles overheersende, probleem in Egypte is: hoe bi-engt men de massa begrip voor hygiëne bij en hoe wordt aan de fellachen voldoende grond gegeven om gelijke ti-ed te houden met de gi-ote be volkingsaanwas. Door enorme stuwdam men in de Nijl te bouwen, tracht de over heid land te winnen op de woestijn maar het is niet voldoende, hoewel de kunst matige irrigatie en het klimaat drie, zelfs vier oogsten per jaar mogelijk maken. De millioenenklasse van fellachen lijdt, on danks vlijtig sloven van het gehele en tal- x-ijke gezin, een armetierig bestaan. In Sakkara zag ik in een mausoleum een zeer leerzaam relief: dienaren van de pharao dreven met knuppels een boer het belastingkantoor binnen. Het relief is er aangebracht ten tijde van Zaghoel Pasja, omstreeks 2600 jaar voor Christus' ge boorte. Ik heb de indruk dat er ook in dit opzicht weinig veranderd is. De Egyptische boei-en bleven de nijvere hongerlijders van weleer, een toestand, waarin ook de van Engeland verkregen onafhankelijkheid geen verandering brengt Naar Mohammedaanse zede is in Egypte polygamie toegestaan. Vier vrouwen mag de Muselman trouwen; wil hij een vijfde dan dient hij eerst van één van dc andere vier te scheiden. Koning Abclu! Aziz el Soüd van het naburige land Arabië heeft zelfs 25 vrouwen op zijn naam gehad en daarmede een respectabele familie van 75 kinderen vex-zameld. In Egypte was tot voor weinige jaren bij de boeren de harem nog regel en het monogame huwelijk een uitzondering. De boer had minstens twee vrouwen (alleen reeds met het oog op de goedkope ar beidskracht), maar dat is veranderd. De boeren hebben uitgerekend dat tenslotte één vrouw en één kameel goedkoper zijn dan twee vrouwen. Radioluisteraars moeten ook stroom besparen Hilversum I en II zwijgen van 15 Nov. af tijdens de spitsuren Het bestuur van de Nederlandse Radio Unie heeft besloten, dat de beide zenders voor de binnenlandse omroep. Hilversum I cn Hilversum II, in de periode van 15 No vember tot 15 Januari op dc werkdagen van 7.30 uur tot 8.30 uur cn van 16.30 uur tot 17.30 uur niet zullen werken. Op de Zaterdagmiddagen worden de uitzendingen niet onderbroken. Dit besluit is Vrijdagmiddag genomen in overleg met de Vakgroep Electriciteitsbe- drijven en op verzoek van de minister van Economische Zaken, teneinde de moeilijke toestand waarin de electriciteitsvoorziening in de aanstaande winter gedurende de spits uren komt te verkeren, te helpen verlich ten. Deze maatregel, die door de omroep zeer wordt betreurd, doch die als nood zakelijk in het algemeen belang moest wor den aanvaard, zal echter alleen dan volledig resultaat hebben, als alle luisteraars ge durende de sluitingsuren hun toestellen afzetten en dus niet naar buitenlandse sta tions gaan luisteren. Het is niet zozeer het stroomverbruik van de zenders, dat gewicht in de schaal legt, dan wel het stroomver bruik der radiotoestellen, dat. over het ge hele land berekend, geschat wordt op on geveer een millioen kilowatt per uui\ Beproefde hulp bij verkoudheid voor Va- der. Moeder en kind. Veranderingen bij Aero-Holland Bij Aero-Holland zijn de kleinere toe stellen uit de vaart genomen. Dit betreft de Fokker S-9, die gebruikt werd voor sleep- reclame, de Koolhovens, die uitsluitend voor binnenlands verkeer dienden en ook de Cessna's, die eveneens gebezigd wer den voor het binnenlands verkeer en voor de kortere trajecten naar het buitenland. Deze machines hebben een tijd lang in een behoefte voorzien, doch door de grotere import van automobielen enerzijds en de verbeteringen in het spoorwegverkeer an derzijds is de vraag naar het kleine lucht verkeer gestadig afgenomen, zodat het niet economisch was de betrokken toestellen te handhaven. Een klein aantal leden van het personeel is als gevolg hiervan ontslagen. Van het begin af is het streven van Aero- Holland gericht geweest op het grotere ver keer. De luchtvloot, die door de maatschap pij voor dit doel gebruikt werd, is gesta dig uitgebx-eid. Enkele maanden geleden is de vierde Dakota in bedrijf gesteld. Voorts zijn twee Beechcx aft-toestellen afgeschaft. minuten projectie vergende werk niet op een dollar gekeken. Dat werkkapitaal moet er ook weer uitkomen. Conclusie: de „verkoop" van dit celluloid mag niet mis lukken. Vandaar de buiten iedere proportie gegroeide reclame-campagnes, waarbij de hulp van boekhandelaren en dameskappers niet wordt versmaad. Want de Amerikanen beseffen heel goed, dat zij hun positie in de Europese bioscopen slechts kunnen be reiken door geforceerde contracten en com merciële kunstgrepen. J. H. B.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1949 | | pagina 5