Het Hek van de Dam. Albert van Dalsum jubileert fHSMSl RICHE FOTO ART Wees verstandig leg het geld klaar Zaterdag 29 October 1949 Haarlems Dagblad en Oprechte Haarlemsche Courant 5 Veertig jaar lang heeft hij gestreden om levensbesef tot schoonheid te verwerken Veertig jaar geleden begon Albert van Dalsum, voordien employé by de Hollandse Spoorwegmaatschappij, zeer tegen de zin van zijn familie, zijn loopbaan aan het toneel dank zij de medewerking van Jan C. de Vos, die hem enige elementaire lessen gaf en kort daarop met Willem Royaards in contact bracht. Deze engageerde hem direct. Zijn naam verscheen voor het eerst in een programma bij de opvoering van „Lucifer" door de Amsterdamse Vondel vereniging, daarna speelde hij achtereen volgens de engel Rafaël en later de hoofd rol in „Adam in ballingschap" bij de N.V. Het Toneel in het Paleis voor Volksvlijt. In 1911 nam A. W. van Dalsum een be langrijk aandeel (met onder anderen Jo Sternhcim, die tegelijk met hem zijn debuut maakte) in de eerste opvoeringen van het lyrische treurspel „De Opstandelingen" van Henriëtte Roland Holst en na enkele jaren kwam hij bij de Koninklijke Vereniging (naast de Bouwmeesters en Hubert la Roche) in de Amsterdamse Stadsschouw burg. waar hij reeds op betrekkelijk jeug dige leeftijd Kees van Schoonhoven na diens dood opvolgde als Gijsbrecht van Aemstel. Vijftien jaar geleden vierde hij zijn zilveren jubileum met „Othello" van Shakespeare en vanavond vertolkt hij de hoofdrol in „De moord in de Kathedraal" van T. S. Eliot, door hemzelf geregisseerd. Na afloop zal hij gehuldigd worden. Alleen afgaande op toneeltechnische overwegingen zou men meer dan één acteur in ons land kunnen aanwijzen, die van Albert van Dalsum in zekere zin de meer dere is, al zal wel niemand kunnen bogen op een staat van dienst zo hooggestemd als de zijne. Zijn voornaamste betekenis schuilt dan ook niet eens zozeer in de rollen, waar aan hij zijn naam verbond of in zijn kwa liteiten als regisseur. Deze hartstochtelijke zoeker naar de waarheid der kunst, met zijn tamelijk onbehouwen postuur en kin derlijke oogopslag, heeft een langdurig tijdperk in de geschiedenis van het theater onder de moeilijkste omstandigheden ge kenmerkt met de stempels van zijn per soonlijkheid. Met opzet werd hierboven de meervouds vorm gebruikt, want men kan de toneel leider Van Dalsum niet als een gegeven grootheid beschouwen. Uitgaande van een zich aanvankelijk slechts vaag bewuste voorstelling van zijn plicht of roeping als kunstenaar, ontwikkelde en vernieuwde hij zich voortdurend zonder dat. de diepe kern van zijn wezen daardoor werd aangetast. In 1916 schreef hij: „Kunst is levensbe sef tot schoonheid verwerkt. Zij zal altijd ten element van het eeuwige in zich dra gen." Hij kwam in aanraking met Eduard Verkade, wiens streven er op gericht was de geestelijke achtergrond van het drama raar voren te brengen. Onder diens leiding bloeide zijn talent hoog op. Zijn afkeer van het realisme dreef hem tot het expression isme, de uitlaatklep van een dynamische beleving van de eigen tijd. Met Defrèsne (die hij onlangs in een tijdschriftartikel kenschetste als de Godzoeker verborgen onder de analyticus) stichtte hij in 1929 het Oost-Nederlands Toneel, dat zou streven naar verheviging van het theater in over eenstemming met het steeds bewogener rhythme van het leven. Dit kleine gezel schap van uitstekende krachten (wij noe men slechts: Charlotte Kohier, Willy Haak, Cruys Voorbergh en Jules Verstraete) be stond slechts kort, doch oefende een tot ver in de toekomst doordringende invloed uit. Het streven werd voortgezet in de Am sterdamse Toneelvereniging, waar vooral het moderne répertoire aan bod kwam, tot de vertoning van het anti-fascistische stuk „De Beul" van Lagerkvist in 1935 hem de Stadsschouwburg kostte, waar hij (afgezien van een onbevredigende samenwerking met Cor van der Lugt Melsert) eerst na de bevrijding in terugkeerde. Nog koestert hij als ideaal het toneel te maken tot een spie gel van de eigen tijd, waarin ook het beeld der maatschappelijke worsteling gevangen wordt. De omstandigheden dwingen hem evenwel (evenals de andere toneelleiders trouwens) tot een zoeken naar romantisch gekleurde uitwegen uit de chaos of naar houvast in de onsterfelijke waarden der klassieken. Nog dezer dagen verklaarde hij in een gesprek met een redacteur van het ANP onder meer: „Na de oorlog was er een grote belangstelling voor onze dramatische kur.st. Men dacht dat het toneel het verlossende woord zou spreken. Dit kan natuurlijk niet, omdat er in plaats van een vernieuwing een inzinking in het leven is gekomen, een soort vermoeidheid die nog jaren kan aan houden." Tenslotte volgen hier enige hoogtepun ten uit zijn carrière als acteur en regisseur: Het Chinese Landhuis. Valse Bankbiljetten (Defresne), Bouwmeester Solness (Ibsen), Gebruik IN UW AUTO J. TH. KORT HAARLEM HEEMSTEDE ZANDVOORT II (Adv.) Nachtdienst apotheken HAARLEM: Bos en Vaart-apotheek, Bos en Vaartstraat 26, telefoon 13290. Apotheek Florijn, Grote Houtstraat 78, telefoon 10500. H, Remmers en Zoon Kruisstraat 6, telef. 10354. Noorder-apotheek, Jan Gijzenkade 181, telefoon 23821. HEEMSTEDE: Heemsteedse apotheek, Bin nenweg 98, telefoon 28197. Aerdenhout-apotheek, Zandvoortselaan 164, telefoon 26772. BLOEMENDAAL: Santpoorter-apotheek, Blomendaalsestr.weg 145, Santpoort-Station. Elswout-apotheek, Bloemendaalseweg 341, Overveen. Comedie van het Geluk (Evreinov), Noach op de wateren (Obey), Misdadigers (Brückner), Circus Knie (Zuckmayer) Phaea (Von Unruh), John Loving en Liefde onder de olmen (O'Neill), Een kameel gaat door het oog van een naald (Langer), Pau- lus onder de Joden (Werfel) en tenslotte Richard de Derde en Koning Lear van Shakespeare. Dit is slechts een zeer kleine keuze uit een indrukwekkende lijst van stukken, die de toon van veertig jaar toneel in ons land bepaalden. D. K. HULDIGING DOOR STUDENTEN De Amsterdamse studenten laten zich bij de huldiging van de toneelspeler Albert van Dalsum niet onbetuigd. Vanavond zul len zij na de jubileumvoorstelling in de Stadsschouwburg een erehaag met fakkels vormen op het Leidseplein tussen het the ater en het restaurant Lido, waarheen de jubilaris per draagstoel wordt overgebracht. Na het souper gaat Van Dalsum met de studenten naar hun sociëteit. „WAT IEDERE VROUW WEL W EET" Zaterdag 26 November zal in de Stads schouwburg, onder de auspiciën en ten bate van de vereniging Weldadigheid naar Ver mogen te Haarlem door de toneelgroep Co- media een bijzondere opvoering worden ge geven van het succesrijke blijspel „Wat iedere vrouw wel weet" van sir James Barrie, met Mary Dresselhuys in de hoofd rol. Smokkelaars maken goede winst met boter en koffie De smokkelhandel neemt in de grens streek van West-Brabant weer toe. Boter en koffie zijn gewilde artikelen. De Neder landse roomboter kost in België 75 francs per pond, de Belgische koelhuisboter 85 francs. In ons land betalen de smokkelaars 2.20 voor een pond, zodat zij aan de an dere zijde van de grens het zoete winstje van 2.50 tot 3.maken. Behalve textiel brengen de smokkelaars uit België de laatste tijd ook koffie mee, die in ons land zonder bon wordt verkocht voor 0.98 per half pond. Wat vitaminen zijn voor Uw lichaam is de olie voor Uw wagen. Wij hebben de beroemde Gulf en Gulf-Pride importolie in alle dikten voorradig. Autogarages OLIESLAGERSLAAN 36 - TELEF. 10570 KONINGINNEWEG 112 - TELEF. 12403 (Adv.) Iskar Aribo speelde Tsjaikowski Het tweede concert van de befaamde serie C, welke zich in het maximum der verwerkbare belangstelling van het publiek verheugt, genoot ditmaal de medewerking van de pianist Iskar Aribo, die het Piano concert no. 1 van Tsjaikowski vertolkte met het orkest onder leiding van Toon Verhey. Sinds het virtuosendom nieuwe stuw kracht gekregen heeft van de grote inter nationale concoursen, is de populariteit van dit bravourwerk niet weinig gestegen. Naar gelang de zon van Liszt daalde is die van Tsjaikowski gestegen. Tot dit mis schien weer eens omslaat. Op het ogenblik is echter de gepantserde kracht en het pathos van de laatste het meest in trek. Kracht vermocht Iskar Aribo deze Vrij dagavond voldoende te geven: hij wist menigmaal de orkestklank onder zijn pia- notoon te bedelven en pathos was er ook genoeg in geregelde wisselwerking met het symphonïsch gebeuren, waaraan Verhey met zijn ensemble veel zorg besteedde. Men kreeg daarbij de indruk, dat Iskar Aribo een muzikanteske natuur is, op de waarde van een homogeen samenspel bedacht. Al leen in de finale werd die band minder hecht, en werd het klankenspel zelfs tame lijk troebel in de doorwerking, juist daar waar men van het klavier een parelende klaarte had mogen verwachten. Maar voor een enkel moment van minder goed slui tend samenspel, zou het onbillijk zijn de vele zeer mooie dingen van de interpretatie over 't hoofd te zien. Het orkest had de avond geopend met de Oberon-ouverture van Weber, die door Verhey met charmerende poëzie en vurig élan bezield werd. Het zit natuurlijk alle maal in de compositie; 't is maar de kwes tie het er uit te haien! Het concert werd besloten met Schubert's Onvoltooide Symphonie. Over de uitvoe ring van dit sublieme stuk heb ik maar eén woord: verrukkelijk! JOS. DE KLERK Ongeval In Spaarnwouderstraat In de Spaarnwouderstraat heeft gisteren een ernstige aanrijding tussen twee wielrijd- sters'plaats gehad Eén van hen kwam uit de richting van de Amsterdamse Poort. Zij passeerde een stilstaande auto, slipte en kwam op de verkeerde weghelft. Daar raakte zij in botsing met een wielrijdster die uit de tegenovergestelde richting kwam. De aan- geredene liep een kaakfractuur en een her senschudding op. De andere kwam er met enige schaafwonden af. Bloembollen-export Dr. A. 1 Verhage over het toekomstig beleid Dr. A. J. Verhage schrijft in het Week blad voor Bloembollencultuur een artikel over de na-oorlogse ontwikkeling van de bloembollen-export. Hij schrijft o a.: Dit brengt ons op het beleid, dat voor de toekomst zal moeten worden gevolgd. Zeker wanneer de handelspolitieke situatie grote moeilijkheden aan deze export in de weg blijft leggen, maar ook wanneer een ruimer handelsverkeer de mogelijkheden voor deze tak van bedrijf zou vergroten, is het van groot belang, dat de directe af nemers in het buitenland geen gerechtvaar digde klachten kunnen uiten over de door Nederland gevoerde verkoop- en prijspoli tiek. Wanneer deze export zowel naar ge- contingenteerde landen als naar landen, die deze producten vrij toelaten, verder moet worden ontwikkeld, is het noodzakelijk, dat de buitenlandse afnemers ook kunnen re kenen op een zekere stabiliteit in hun markt en dan wordt voorkomen, dat na het eigenlijke exportseizoen veel lagere offer tes deze markt komen verstoren. Dit kan in feite alleen worden bereikt, wanneer bindende minimum-exportpriizen worden gehandhaafd, met de vrijheid voor iedere exporteur om de verkoopprijs op of boven dit peil te stellen, hetgeen moet kunnen worden beoordeeld in verband met sorti ment en aard van de afnemer. Ook in deze situatie zal een zo groot mo gelijke export alleen kunnen worden be reikt, wanneer de handelspolitieke toe stand in de wereld zich zodanig wijzigt, dat kwantitatieve invoerrestricties tot het verleden behoren. Zolang dat niet het geval zal zijn, zal de export van deze artikelen ook onvoldoende blijven in verhouding tot het productiepotentieel in Nederland. Wij zien dit reeds uit de na-oorlogse cijfers, wanneer deze worden vergeleken met de vooroorlogse. Als wij het totaalcijfer in gewicht bezien, dat hieronder volgt aan de hand der gegevens van het C.B.S.: 1936 43.714.000 kg bruto 1937 43.127.000 1938 52.155.000 1945 13.710.000 1946 30.109.000 1947 34.359.000 1948 30.748.000 dan blijkt hieruit dat, ondanks de gun stige ontwikkeling van de geldwaarde van deze export, het exportkwantum nog zeer achter blijft bij wat het voor de oorlog was. Daar dit product, bij een productie gelijk aan de vooroorlogse, voor circa 90 pet. moet worden geëxporteerd, daar de binnenlandse markt naar verhouding wei nig mogelijkheden biedt, is het gevolg van deze te lage export in kwanta een groot jaarlijks overschot, dat onverkoopbaar is en dat via het Bloembollen-Surplusfonds door de gezamenlijke vakgenoten, op basis van minimumprijzen voor het binnenland, uit de markt wordt genomen en tot vee voeder wordt verwerkt. Het gevolg hiervan Aanwinst voor Brabantse dierentuin. Een hertje van acht toeken oud kwam dezer dagen met de K.L.M. DC-6 Prinses Wilhelmina" uit de oerwouden van Suri name naar Schiphol. Nadat het zijn gezondheidsverklaring bij de douane had ingeleverd, werd het toevertrouwd aan de zorgen van de chef ladingmeester van de K.L.M.de heer Jan Knol, die reeds alle dieren uit de Ark van Noach op Schiphol heeft zien komen en gaan. Zijn toekomstig tehuis is een Brabantse dierentuin. LEVENDIGE KINDEROPNAMEN GROTE HOUTSTRAAT J - TEL. 13172 (Adv.) dat is de enig juiste oplossing voor U en voor de kolenhandelaar want afspraak is: aflevering tegen directe betaling! Vakgroep Detailhandel in Brand stoffen Haarlem en Omstreken (Adv.) is, dat in de naar verhouding nog gunstige ontwikkeling na de oorlog, de bloembollen kwekerij als zodanig niet rendabel kon worden gemaakt, daar deze marktover- schotten te zwaar drukken op het finan ciële resultaat. Het bloembollenbedrijf is bereid om volle activiteit te ontplooien, om een prijs beleid te voeren, dat de export zoveel mo gelijk zal bevorderen en om door collec tieve propaganda op grote schaal de afzet zoveel mogelijk te stimuleren. Met de zo gewaardeerde medewerking van de onder handelaren bij handelsverdragbesprekin gen moeten dan verdere goede resultaten worden verwacht. Maar zolang men in Europa de import van niet-noodzakelijke goederen zoveel mogelijk tracht te weren, zal, ondanks alle pogingen om hier over heen te springen, dit bedrijf grote moei lijkheden blijven ondervinden. Zwitsers schip in het Krammer doormidden gebroken Donderdagavond is in het Krammer tus sen St. Filipsland en Overflakkee het 909 ton metende Zwitserse motorschip ..Grau- bunden", van de Rheinische Schifffahrt A. G. te Bazel, dat met een lading ijzer en aluminium van Bazel op weg was naar Antwerpen, omhooggevaren. Vaartuigen van een bergingsbedrijf hebben getracht hel schip vlot te slepen hetgeen niet ge lukte. De „Graubunden" is later door midden gebroken. Vrijwel op dezelfde plaats is het 130 ton metende motorschip „Maria Cornelia" uit Breskens aan de grond gelopen. Bij hoog water hoopt men dit schip vlot te krijgen. Bami-kluivers Wanneer wij als rechtgeaard Chinees van Europa de lust in ons op voelen komen om eens werkelijk goed en pret tig door een ober bediend te worden met werkelijk goede en prettige spijzen, om in deze waereld van jachtig gedoe en klaaglijk „Moeddunoueshore" te toeven waar de hoffelijkheid zwijgend glim lacht, dan begeven wij ons via het Scheepvaarthuis en de Geldersekade naar de Binnen-Bantammerstraat en omgeving. Nu is dat op zichzelf een door onze tante Alida niet zonder reden als eng en „kmoetternietaandenke" gequa- lificeerde buurt, want ge vindt er stra ten als de Bloedsteeg, die uiteraard niet de indruk van gezelligheid wekken, die door de koekjes-knabbelende bezitster van ons toekomstig kapitaaltje zo wordt gewaardeerd. Kortom vrienden, wij gaan dan Chi nees eten. Men moet hier overigens niet de conclusie uit trekken, dat de drang om de gasten te plezieren deze Ooster lingen zo beheerst, dat zij hun landge noten in gekookte of gebraden toestand ter tafel te brengen. Neen, zij hebben wel een grote vaar digheid om bewegende onderdelen van ongeveer alles wat kruipt of loopt in smakelijke hapjes te veranderen en vin den 't ook heerlijk alvorens een ei op te eten, het een half jaar onder de grond te stoppen, maar kannibalen zijn zij niet en voorzover wij ons dat kunnen herinneren nooit geweest ook. Ge hoeft u overigens door de vrees voor gebakken griezels niet te laten weerhou den de eet-stokjes ter hand te nemen, want daar krijgt ge toch niets mee naar binnen. Hetgeen wij overigens willen stipule ren, is, dat men op één of twee na de établissementen van het gebied om de Bïnnen-Bantammer niet moet ver gelijken met de kostbare instellingen die onze grote steden op de drukste punten sieren, want deze lijken op onze eet tentjes net zoveel als een hak op een kommetje soep. Om u duidelijk te maken, waar wij wèl gaan eten, zullen wij u op onze kos ten meenemen naar het keldertje van de heer, die wij voor het gemak altijd Hoe Is Tie noemen. Gij treedt er binnen via een klein trapje dat naar beneden voert en kruipt dan door een soort mangat. Reeds direct valt het verschil met ge bruikelijker restaurants op, daar ge u dan instede van in een vestiaire met goud-gegaloneerde portier, bevindt in de keuken, waar de eigenaar-kok-kellner- portier reeds in de bami staat te roeren. Tesamen met zijn fornuis vult hij de ge hele keuken, want die is ongeveer 2 bij 3 en hij roept u stralend toe: „U lekkel ete ja?". Hij gaat u vervolgens voor naar zijn eetzaal, die aanzienlijk groter is, want nauwkeurige opmetingen hebben aangetoond dat zij een vloer-oppervlakte van 4 bij 5 heeft en plaats biedt aan drie tafeltjes.Verder is zij niet luxueuzer dan een gewoon keldertje, dat verlicht wordt door on-omklede Philips-peren, versierd is met enige afbeeldingen waarop Chi nese bathing-beauties een overdreven voorstelling van de emancipatie der Oos terse vrouw geven en gemeubileerd met de kaalste banken ter wereld. Het is 'er nochtans zeer proper en op de met plas tic bedekte tafel zult ge geen stofje vin den. Waarschijnlijk zult ge er als gasten enige van de hierbij afgebeelde bami kluivers vinden, die de lange en koude werkdag komen afsluiten met datgene waar de Chinees door de eeuwen heen vertroosting bij heeft gevonden: lekkel ete. De mogelijkheid bestaat dat ge er ook enige Amsterdamse burgers aantreft. Zo was er laatst een makker, die over zijn bami gebogen, mompelde: "t lijkent wel fermeselli" en vervolgens wantrouwig bij de baas informeerde wat hij eigenlijk zat te nuttigen. „Bami", zei deze en maakte een beleefde buiging. Wanneer 'smans vrouw niet gezegd had: „Je moet maar aan Bambi denken", was nie mand van ontroering gaan wenen. Wanneer overigens de portie bami op uw tafel verschijnt, dan zult ge merken dat deze alleen de afmeting met een hooiberg gemeen heeft. Nimmer zaagt ge zoveel van dit lekkers op één bord en wanneer ge dan bedenkt dat een makker van ons eens vier borden achter elkaar ledigde, dan zult ge het diepe respect dat hem sindsdien door Hoe Is Tie wordt toegedragen, ten volle verstaan. Hoe Is Tie kan het namelijk ook, maar moet dan telkenmale zijn vingers in de keel steken om opslagruimte te verkrijgen. Bij deze bami behoort ge eigenlijk slappe thee te drinken, maar wanneer ge bier verkiest, kijkt niemand u lelijk aan. Nooit kijkt iemand u hier trouwens lelijk aan, behalve wanneer ge lawaai maakt. Wanneer ge uw bord leeg hebt en de bami nog vooraf hebt laten gaan door een bord Wan-Tang, een soep waarin met zachte stukjes kip en jonge groente gevulde papier-dunne flensjes drijven, kun kunt ge het werkwoord ballon-buiken in al zijn vormen ver joegen. Als een tevreden Wan-Tang flensje begeeft ge u tenslotte naar buiten, mits de nauwe deur-opening uw passage nog tolereert. De kleine baas, die gezien zijn omvang tot levenslang verblijf in zijn keldertje moet zijn gedoemd, roept u nog achterna: „Lekkel gegete ja?" en lucht daarmee zijn complete kennis van de enige twee verbuigingen van de enige Nederlandse zegswijze die hij op zijn répertoire heeft. Als broeder Nimmer besluiten wij zo'n eetpartij zon der een wandeling met onze gast door de Binnen-Bantammerstraat. Op luch tige toon wijzen wij hem dan op de opium-kitten die in de verschillende sombere percelen gevestigd zijn. Nie mand gelooft dat ooit, maar wij zijn er in geweest. Als piep-jong verslaggever- tje dat zijn eerste grote reportage ging maken. Wij gingen er heen met iemand /an het Leger des Heils, die daar werkte. En omdat men moeilijkheden vreesde, poseerden wij als broeder van het Leger, hoewel wij er helemaal niet zo uitzien. Wij slopen de trappen der opium-holen 3p met de heilige angst dat wij een mes in onze rug zouden krijgen op de don kere portalen. In het hol zelf, waar tien Chinezen lagen te schuiven, hingen wij een rol op een daartoe meegebrachte stok met een haakje eraan en hielden die voor het gezicht der Chinezen. Dezen werden geacht uit volle borst de liederen mee aan te heffen, waarvan de tekst op de rol stond en die door het Leger wer den gezongen. Wij stonden daar maar in de opium-rook en vonden het een onge bruikelijke toestand. Ook waren wij zeer blij dat wij geen Chinees verston den, want de Chinezen zongen niet, maar keurden lang en op kregelige toon af. Wij herinneren ons nog dat wij later op luide toon politie-maatregelen en hulpvaardigheid jegens de arme stak kers eisten. Maar nu herinnert zachte Chinese muziek en gedempt licht achter de ramen in de Binnen-Bantammer straat ons iedere keer weer aan de on macht van de Westerse mens tegen de gebruiken van een zeer oud volk. En wij gaan dan peinzend heen. Sportieve prestatie De man naast ons op het achterbaleon van tramlijn 25 zag er geenszins bedrukt uit, hoewel zijn beurs even leeg was als de flessen die daar de oorzaak van had den geleverd. Hij vormde als het ware een schommelend bewijs van de wet der communicerende vaten. Tijdens het lachen vertoonde hij een gebit van het genre dat gemaakt heeft dat wij na de eerste kennismaking nooit meer een film met Jeanette MacDonald in de hoofdrol zijn gaan zien en gaf daar tussendoor enige aromatische lessen in de snode wetenschap van het hedendaagse snel verkeer. „Ik ben in deze stad geboren en op getogen," zei hij oorverdovend. Wij twij felden geen ogenblik aan de juistheid van deze taalfout. „Niemand kan mij verplichten hier ook maar een stap te lopen. Als de conducteur komt, zeg ik gewoon: ik heb geen kaartje en geen Albert van Dalsum is veertig jaar acteur. Ter viering van dit jubileum heeft hedenavond in de Stadsschouw- burg onder zijn regie de opvoering plaats van „De Moord in de Kathe draal" van T. S. Eliot waarin hij zelf de hoofdrol vertolkt. Comedia begint op Maandag 31 October in het Centraal Theater een serie voor stellingen van het Amerikaanse blijspel „Harvey" met Magda Jans- sens, John Gobau, Han Bentz van den Berg en vele anderen. „Het staat in de sterren" is de titel van het nieuwe programma in tech- nikolder dat het Theater Plezier met Toon Hermans van 1 November af in de Kleine Komedie vertoont. Zondagmiddag treedt Ida Haendel op als vioolsoliste bij het Concert- gebouw-orkest onder leiding van In de hoofdstad uit Eduard van Beinum in een program ma dat geheel uit werken van Tsjai- kofski bestaat. In de kleine zaal zingt des avonds het Nederlands Vocaal Kwartet met Max van Doorn aan de vleugel. De Nederlandse Ver- eniging voor hedendaagse muziek herdenkt op 1 November de com ponist A. Schönberg onder meer door de uitvoering van twee zijner strijkkwartetten met sopraansolo. Van de nieuwe films verdienen er drie vermelding in deze agenda. Het Studenten-theater Kriterion ver toont „Les amants du pont St. Jean", een satire van Henry Decoin. In Alhambra draait een bewerking van het boek „De Slangenkuil" met Olivia de Havilland in de hoofdrol. In Nöggerath en Corso kan men „De geliefden van Verona" zien en ho ren, die dialogen van Jacques Pré- vert uitspreken. Aan het hoofd van de lijst van medewerkers staat Pierre i Brasseur. V cent op zak, gooi me d'r maar uit als ik niet verder mee mag." Zijn ogen draaiden enigszins puilend rond langs de verzameling medepassagiers alsof het schalen waren om onze bewondering voor zijn manhaftig gedrag mee in te zamelen. „Dan stap ik uit en blijf op de volgende wachten. Lijn 24 kan ik ook nemen. Allicht kom ik weer twee haltes verder. Het moet gek gaan als ik niet voor twaalf uur binnen ben." Deze geschiedenis deed ons denken aan het verhaal van de student, wiens fiets in een onbewaakt ogenblik was gestolen en die nu uit wraak op de ge nieenschap. welke hij voor de diefstal aansprakelijk stelde, probeerde om net zolang gratis in tram en trein te reizen tot de geleden schade gedelgd zou zijn en daar dan ook nauwkeurig boek van hield. Maar het aardige van dit geval is, dat niemand de dronkeman aan het kas geld hielp om aan de voorwaarden van het gemeentelijk vervoerbedrijf te vol doen. Dat zou ook van weinig eerbied voor de sportieve prestatie hebben ge tuigd. BOEDA. De Haarlemse oorlogsslachtoffers Het opmaken der over lijdensakten Wij hebben indertijd reeds medegedeeld dat er een regeling gemaakt is voor het opmaken van overlijdensakten van per sonen die tussen 9 Mei 1940 en 1 Juni 1945 in Nederland woonplaats hadden doch wier bestaan sedert laatstgenoemde datum niet meer gebleken is, terwijl er goede gronden aanwezig zijn dat zij overleden zijn. De betreffende wet werd 2 Juni 1949 af gekondigd. Dit betreft dus in het bijzonder Neder landers die in die tijd naar het buitenland getransporteerd of vrijwillig vertrokken zijn of die de zee bevaren hebben. Dit aantal vermiste en vermoedelijk overleden Haarlemmers wordt door de Burgerlijke Stand geschat op 800 a 900. In Den Haag zetelt een commissie die de betrokken gevallen onderzoekt. Deze com missie beschikt over de gegevens van het Rode Kruis en het Afwikkelingsbureau Concentratiekampen. Ook nabestaanden kunnen zich tot be doelde commissie wenden om de afgifte van een overlijdensakte te vragen, waarbij alle bewijstukken en Inlichtingen over- over men beschikt, moeten worden over gelegd. Wanneer deze commissie van oordeel is dat er voldoende termen zijn om het over lijden aan te nemen wordt daarvan aan de Burgerlijke Stand, waar de vermiste was ingeschreven, kennis gegeven. Bovendien worden de namen in de Nederlandse Staatscourant gepubliceerd. De nabestaan den krijgen dan gedurende drie maanden de gelegenheid om bezwaren in te brengen. Eerst daarna wordt de overlijdensakte in geschreven. Omdat aan te nemen is dat zeer vele nabestaanden niet in de gelegen heid zijn om kennis te nemen van de in houd van de Staatscourant, waarschuwt de Burgerlijke Stand te Haarlem de fami lieleden die bekend zijn. Ook zijn op dit bureau inlichtingen in te winnen over de publicaties. De verwachting is dat deze Haagse com missie twee jaar zal moeten werken. Blijk baar werkt zij het eerst af de gevallen die geen of weinig moeilijkheden opwerpen, omdat er voldoende gegevens zijn om het overlijden aan te nemen. Dat is onder meer het geval met de slachtoffers die stierven in de concentratiekampen waar een goed bijgehouden register in beslag genomen is. Op dit moment zijn bij de Burgerlijke Stand te Haarlem van de commissie 78 aangiften voor een overlijdensakte inge komen. Deze betreffen uitsluitend per sonen die in het vernietigingskamp Sobibor in Polen zijn geweest. Men neemt aan dat van de 800 a 900 Haarlemmers die vermist zijn. er niet meer dan 100 zyn waarvan het moei lijkheden zal opleveren om de waar schijnlijkheid van overlijden aan te nemen. Onder het aantal van 800 a 900 zijn ook 500 Joden, waarvan de dood aan geen twijfel onderhevig Is. Een tekortkoming van de wet? Het is in de praktijk gebleken dat er moei lijkheden rijzen door het feit dat als be gindatum 9 Mei 1940 is aangenomen. Dit heeft namelijk tengevolge dat geen over lijdensakte kunnen worden afgegeven voor vermisten die daarvoor om het leven ge komen zijn. De oorlog in Europa is, zoals men zich herinneren zal reeds begonnen op 1 September 1939. Er zijn gevallen dat Nederlanders in die tijd vermist zijn en waarvan het vermoeden bestaat, dat zij door oorlogshandelingen om het leven ge komen zijn. Daaronder zijn vissers en zee lieden, wier schip op een mijn gelopen is. W. HILARIUS opent 1 NOVEMBER zijn RIJWIELSTALLING ROZENSTRAAT 33 Het gevleugelde wiel" Ontspanning voor militairen en feest voor kinderen De naar ontwikkeling en ontspanning strevende vereniging van onderofficieren ir de Haarlemse Ripperaakazerne zich noe mende „Het gevleugelde wiel" hield gisteren een feestavond in De Leeuwerik, die eindigde met een vrolijk bal tot twee uur in de nacht. Het eerste deel van het programma werd verzorgd door het radio cabaret van Willy van Hemert dat bij zonder veel succes oogstte bij de aanwe zige burgers en militairen. Sonja Oosterman zong onder meer een aardig liedje van Jan de Cler, met warmte voorgedragen doch ontsierd door een een tonige herhaling van een paar lelijke arm bewegingen. Nog minder gelukkig behan delde Mela Soesman de tekst van Han Hoekstra over de liefde in het havenkwar tier. Maar voor het overige behoefde men met zijn waardering niet zuinig te zijn. Het is wel waar dat Willy van Hemert zijn taak als schrijver wat al te gemakkelijk opvat en zich met de eerste de beste woordspeling tevreden stelt, niettemin be zit hij een dikwijls verkwikkend gevoel voor humor, dat vooral de neiging vertoont zich uit te leven op het gebied van de lichte parodie en de actuele satire. Do beide scènes „Dynamisch regeren" en „Bescha ving in Groenland" waren misschien niet helemaal origineel van opzet, maar koste lijk uitgewerkt en goed gebracht. Het sa menspel met Henk Bood bewoog zich eigenlijk op het terrein van de revue, doch dat maakte de pret slechts wat grover van aard en geenszins minder uitbundig. Ko van den Bosch veroverde speciaal met het liedje over het sufferdje de gunst van het publiek. „Het gevleugelde wiel" bepaalt zich geenszins alleen tot het verschaffen van amusement binnen eigen kring. Het bestuur is bijvoorbeeld van verderstrekkende acti viteit thans reeds druk in de weer om een Sinterklaasfeest met honderd minder be deelde kinderen uit de omgeving van de kazerne te organiseren. Men heeft daartoe de medewerking ingeroepen van de dienst van Sociale Zaken om de gegadigden tot deelneming aan te wijzen, die men vooral wil zoeken in gezinnen waar geen vader is. Verder kan men rekenen op de steun van winkeliers uit de buurt. De bevolking van de kazerne bracht een som aan vrijwillige bijdragen bijeen, die de verwachtingen ruimschoots overtrof. Enkele afgevaardig den zullen op huisbezoek gaan om te weten te komen waarmee men de kinderen zo van dienst kan zijn, dat men het nuttige met het aangename verenigt.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1949 | | pagina 7