HO EST? S 'vwop Sennen nat Litteraire Kanttekeningen De 9 Muzen ~j Chefarine ,4 Uit de schatten van het Frans Halsmuseum „Peer Gypt" ontdaan van romantiek Ziekte in 't gezin HOORTOESTELLEN en batterijen Zaterdag 26 November 1949 Haarlems Dagblad en Oprechte Haarlemse Courant ANTHONIE DONKER: „De bliksem speelt em de doringboom' (D. A. Daamen's Uitg. Mij, 's-Gravenhage). JEANNE VAN SCHAIKWILLING: „Marmer en abrikozen" (Em. Querido's Uitg. Mij, A'dam). REIZEN, DAT WAS WEL een heerlijk ding, vlottend te zijn in de vlottende werelddingen. Zo kon Jac. van Looy nog schrijven, één jaar voor de eerste wereld- catastrophe, waarmee zoveel eindigde, dat geen einde had moeten nemen en zoveel begon, waarvan wij het einde wensen, maar nog niet zien. De schaduw der „problemen" valt in alle hemelstreken. Men kan, zoals Jeanne van Schaik. met wat fleurige zomer jurken in de koffer het zuidelijkste Zuiden van Frankrijk zoeken, om in de streek van Roussillon en Prades zich onbezorgd te laten betoveren door het rozig pastel van oud-marmer en de vreugde te smaken van een versgeplukte abrikoos men kan als Anthonie Donker in zijn bagage een pro fessorale toga en een bundel lezingen mee dragen, om als cultuurgezant in het Zuid- Afrikaanse land banden te versterken, waarvan de oorsprong drie eeuwen terug reikt in het verleden de ..werelddingen zijn niet meer vlottend, ze liggen verstrikt en verstard in problemen. Jeanne van Schaik trok er op uit om lief te hebben: een mens, een boom, een huis". En zij is nauwelijks aangekomen m het oord. waar hemel, kleur en ziel lichter heten te zijn, of ontmoetingen herinneren haar aan onvrede en benardheid. Professor Moreno, die zij bezoekt in zijn bijna sym bolisch bladerduistere tuin (hoe suggestief beschreven!), is een balling van het Spaan se fascisme, en de 71-jarige Pablo CasaL, .de grootste cellist van de wereld en een vurig-vrijheidslïevend Catalaan, heeft een idool van Franco's vijanden". Geen ge bergte is zó hoog, dat het de problemen weert. Ook de Pyreneeën niet. Zo krijgt het sprookjesachtige oud-roze van Prades' mar mer een wat aarzelende kleur en gaat ae abrikoos lichtelijk bitter smaken. Is het daarom dat Jeanne van Schaik s .dagboek" dat Maaike Braat zo aan trekkelijk verluchtte ondanks zijn rijk dom aan beelden en ondanks de „woelige, bonte reisindrukken", alleen in fragmenten méér is dan een wel onderhoudend, maar niet tot het hart sprekend verslag van be levenissen? Of is het anders: spoort de vrijheid van het reisjournaal dringender aan tot beteugeling van gevoelens dan de gebondenheid van de roman? Jeanne van Schaik. die zich als romancière de meerdere toonde van Vestdijk in de met hem ge schreven roman „De Overnachting is twee-in-één: van nature is zij het speelse kind met een bewogen fantasie, dat nog blijmoediger van het leven zou houden als er niet óók de andere was: de Jeanne van Schaik, die zich met nuchter verstand pant sert tegen haar gevoel. Hier, in deze vacan- tie-herinnering, waarin zij zichzelf en niets dan zichzelf mag zijn, wordt zij dubbel waakzaam: ze „temt" de naïeve dartelheid, beknot haar fantasie, en vertoont zich als een vlotte briefschrijfster, die de thuisblij vers vertelt van wat haar ogen zagen: landschappen, steden, mensen. Is het niet de „verstandelijke" Jeanne van Schaik, die zich een beetje geweld aandoet, als ze op de terugreis rosbief en water zo nadrukkelijk verklaart te verkiezen boven tripes en wijn? Ach, oranje abrikozenoogst, rozen- rose tover van oud-marmer bevrijdend gevoel van het vlottend-zijnwaarom tonen wij ons vaak zo anders dan we zijn en daardoor minder? Vér reikt de schaduw van de Pyreneeën en hun toppen verliezen Zich in de nevel. Nevelig óók wordt de Westelijke kust lijn, gezien van het emigrantenschip „In- drapoera" af, dat Anthonie Donker voor een studie-reis naar Zuid-Afrika zal varen een grillige lijn in de wazige verte, een vraagteken: het probleem, dat „Europa" heet en de dichter Donker, de hoogleraar Donkersloot, beiden in-één, beschouwelijk stemt. Reizen distanciëert en distantie spoort aan tot bespiegelingen. Europa en Amerika, Rusland en Amerika, vrijheid en sociale rechtvaardigheid, persoonlijkheid en burgerschap, waar moet de mens staan, die de cultuur waarachtig ter harte gaat? Een professor en dichter, voor wie het schrijven wat anders is dan een bedenksel: een zich gewetensvol rekenschap-geven, ziet de albatrossen rond het schip, in sta tige vlucht, en ze worden hem tot zinne beelden van wat zou kunnen zijn, als een van de natuur vervreemd mensdom niet was „afgezakt in getob en getwist en ge- sleur". Hij bezint zich op wat hij daarginds in het land van dé Afrikaanse „voortrek kers" van Jan van Riebeeck, dat toch óók het land is van Cecil Rhodes en tevens, naai de geest, een stukje voorpost van de Ame rikaans-zakelijke „efficiency", kan bijdra gen tot de cultuur, en op het mogelijke wederwoord dat een in tegenstellingen van £e& faede sc&PMt N066ETdffe&Z (Adv.) Agenda voor Haarlem ZATERDAG 2G NOVEMBER Stadsschouwburg: Gala-voorstelling ..Wel dadigheid naar vermogen", „Wat iedere vrouw wel weet", 8 uur. Gemeentelijk Con certgebouw openbare vergadering met als sprekers L. Polhaupcssy en K. P. Vigeleyn Nikijuluw. 2.30 uur. Frans Hals: ..Twee Yankees in Trinidad". 14 j.. 2.30. 7 en 9.15 uur (Zondag 2, 4.30. 7 en 9.15 uur). Rembrandt: ..Zo is vader" 18 j., 2, 4.15, 7 en 9.15 uur. Palace: „De fluwelen handschoen", 18 j„ 2, 4.15, 7 en 9.15 uur. Luxor: ..De vrijbuiter". 18 j.. 2, 4.15. 7 en 9.15 uur. City: „De cobra afgod". 14 j.. 2.15, 4.30. 7 en 9.15 uur. Spaarne: „De wet van de zweeD", 14 j„ 2.30, 7 en 9.15 uur (Zondag 2, 4.15, 7 en 9.15 uur). ZONDAG 27 NOVEMBER Stadsschouwburg: „Koning Brombeer" (Aerdenhouts Kindertoneel). 2 uur; „Wat iedere vrouw wel weet" (Comedia), 8 uur. Gemeentelijk Concertgebouw: „Roodkapje en de wolf", 2.30 uur. Palace: Optreden van Jonglisto. 11 uur. Bioscopen: Middag- en avondvoorstellingen. MAANDAG 28 NOVEMBER Gemeentelijk Concertgebouw: Cor de Groot, 8 uur. Bioscopen: Middag- en avondvoor stellingen. ras en geest verstrikt volk hem mee .terug zal kunnen geven naar Europa. Eenmaal daar, kunnen de indrukwekken de gestalten van bergen en rotsen, de be koring van een blauwe baai. de bloemen weelde van de Tuinen in Kaapstad, noch de hartelijke ontvangst van de eerste gast heer („een Afrikaner op en top, een be wuste Boer", bij wie Van Wijk Louw's dichtbundel „Raka" op tafel ligt), doen vergeten, dat er aan de horizon van dit nijvere land vol Calvinistische zelftucht wolken komen aandrijven, waaruit de blik sem kan neerschieten om de eenzelvige doringboom te verkolen. Naturellen en Afrikaners, Engelsen en Afrikaners, Engelsen en Naturellen, Afri kaners en Nederlanders neen, dat is geen eenheid, „de bliksem speelt om de doringboom". In de Tuinen van Kaapstad staat het standbeeld van Rhodes, die „met opgeheven arm naar het binnenland wijst"; en in de Transvaalse vlakte is het „Voor trekkers-Monument" in aanbouw: een sym bool, dat zich herhaalt in de opwinding van de verkiezingsstrijd. Andere tegenstelling: weelderig zijn de voorsteden van de uit goudgrond opgeschoten stad Johannesburg; maar kommervol is de proletariërsbuurt van de „goudgravers", die „Vrededorp" heet. Tussen de uren van universitaire le zingen en officiële bezoeken zijn er zeld zame ogenblikken, waarop Anthonie Don ker zich wat rust kan gunnen na deze over weldigende veelheid van indrukken en met zijn wakkere reisgezellin, zijn vrouw, eerste pogingen kan ondernemen, om het beeld samen te vatten, dat zich op deze verken ningstocht aan hem vertoonde. Er zijn lichtpunten, vele: de universiteit, waar een jonge wetenschap haar weg zoekt; het cul tuurwerk, geestelijk en economisch, waar aan een krachtig volk de hand slaat; maar ginds, met het silhouet van het landschap als achtergrond, gaat dansend een kaffer- tje in uitbundige levensvreugde; daar zijn de dichters: een Totius, „een der laatsten van een groots geslacht, een machtige stijl die aan het uitsterven is" Totius, uit eerbied „oom dokter" geheten, de Bijbel vertaler, Psalmberijmer en dichter, bij wie Anthonie Donker vertrouwelijke uren door brengt. Voor het raam van Totius slaat de doringboom, waarbij zijn dochter dodelijk door de bliksem getroffen werd. De doringboom dat is het motief, waarop dit boek even knap als mild is gecomponeerd. Donker oordeelt niet; hij meent niet, de waarheid in pacht te hebben. Legt hij ons niet de vraag voor, of een zebra nu eigenlijk wit- dan wel zwart- gestreept is? Eéns was het reizen een on bezwaard vlottend-zijn C. J. .E. DINAUX. Credietverlening aan bewoners van toegevoegde gebieden De bijzondere omstandigheden, welke een gevolg zijn van de toevoeging van grondgebied aan ons land, hebben bezwa ren doen rijzen, welke een normale cre dietverlening door banken aan inwoners der toegevoegde gebieden onmogelijk ma ken. Credietverlening is alleen mogelijk, indien het rijk door het verlenen van ga rantie voor verliezen, te lijden als gevolg van de bijzondere omstandigheden, garant is. Hiervoor wordt de toestemming der Staten-generaal gevraagd. Eniil Jannings. De Oostenrijkse regisseur G. W. Pabst gaat in het begin van het vol gend jaar in Italië een film maken over het leven van paus Bonifacius VIII, welke rol vertolkt zal worden door de bekende acteur Enul Jannings. Panopticum. De Zaandamse amateur toneelvereniging „Kun^t Veredelt" heeft dezer dagen de eerste opvoering gegeven van het merkwaardige spel ..Panopticum" door Maurits Dekker, de schrijver die met zijn drama's „De wereld heeft geen wachtkamer" en „Het leven kan beter" ook op het beroeps toneel successen boekte. Lied van dc bossen. Bij de eerste uit voering te Leningrad is het nieuwe orato rium „Lied van de bossen van Dimitri Sjosta- kowtsj warm begroet. De tekst is geschreven door Eugen Dolmatofski en behelst een lof prijzing van Stalins grote bebossingsplan voor de Sovjet-Unie. Succes mei Chelarine bij griep Bij de bestrijding van griep zijn met Chefarine „4" uitstekende resultaten bereikt. Elk tablet bevat 4 beroemde geneesmiddelen, die een krachiige, maar weldadige werking hebben, waardoor men spoedig weer in staat is, opgewekt zijn werk te verrichten. TEGEN PUNEN EN GRIEP 20 TABLETTEN 1 0.75 De herdenking van verzetsstrijders Ned. Vereniging van Ex- Politieke Gevangenen ver leent geen medewerking Zoals gemeld is organiseert het Jeugd- vredescomité, daarbij gesteund door het Nederlandse Vredescomité, op Zondag 27 November op de erebegraafplaats te Bloe- mendaal een herdenking van de verzets strijders, welke herdenking zal staan in het teken van de waardering voor de verzet strijdster Hannie Schaft. De afdeling Amsterdam van de Neder landse Vereniging, van Ex-Politieke Ge vangenen (uit de bezettingstijd) deelt aan het A.N.P. mede, dat zij geen gevolg zal geven aan de uitnodiging van het Jeugd- vreclescomité tot het verlenen van mede werking aan deze betoging. Het hoofdbestuur der Nederlandse Ver eniging van Ex-Politieke Gevangenen stelt zich op hetzelfde standpunt, Het heeft de afdelingen voorgeschreven niet aan deze demonstratie deel te nemen. Heringa Wathrich HAARLEM CENTRALE VERWARMING JOHNSON OLIEBRANDERS (Adv.) Het leven van Madeion Székely-Lulofs, de schrijfster van „Rubber". „Koelie". „De andere Wereld" en „Tjoet Nja Din", is met Indonesië vervlochten en zal, al woont zij nu in Nederland (om nauwkeuriger te zijn: in Santpoort) ook wel altijd er mee vervlochten blijven. Daar heeft zij immers, onderbroken door korte verblijven in Hol land, het grootste deel van haar leven ge woond. Daar trouwde zij en werden haar drie kinderen geboren. Hoe houdt zij van die Indonesische natuur, die zij in kleine meesterwerkjes in haar boeken heeft be schreven. Door die te leren zien wij het tropische landschap voor ons. De blauwe vulkanen verheffen zich majestueus tegen de schelblauwe hemel, de grauwe karbou wen baden in vettige modderpoelen en boven de rijstvelden hangt trillend de warme lucht. Wij ruiken dé broeiende rot ting van het schemerige oerwoud op Su matra met al zijn wriemelend ongedierte. Maar bovenal voelen wij met haar mee de deernis met die grote onmondige kinderen, die zich als koelies lieten lokken naar het land, waar hen alle onbereikbare wonde ren van het leven werden beloofd en die, afgebeuld en oud „als getemde dieren, die "in vrijheid niet meer konden leven", nim mer hun kampong terug zagen. Madeion Székely schrijft niet alleen boeiend, zij kan ook boeiend vertellen. Natuurlijk allereerst over Indonesië. Al sprekend, rap en met de levendigheid haar eigen, doemt haar verleden daarginds voor ons op. Haar Indische jaren vallen in twee ge heel verschillende perioden uiteen. Haar vader was gouvemements-ambtenaar, een zeer principieel autocratisch voelend mens, die echter zijn ambt als een roeping be schouwde en tegenover de inheemse be volking stond als een goedwillend, recht vaardig voogd tegenover zijn pupil. Zij groeide op in deze feodale, patriarchale sfeer. De inlanders waren nu eenmaal ge koloniseerd, zij vormden het overheerste ras en de blanke kindeven van de „grote heer" stonden er verder niet bij stil en ge noten van hun vrije ongebonden jeugd in de prachtige natuur te midden van bergen en meren. Op haar achttiende jaar trouw- Schrijfsters van nabij de zij met een planter op Deli en trok naar het andere kamp. dat van de vrije Deli- planters, waarvan de meesten in die tijd enkel leefden om winst te behalen en geen andere belangstelling hadden dan v .or hun plantages en die de koelies uitsluitend als werk-materiaal beschouwden. Dit ruwe plantersleven heeft zij weergegeven als een fotografisch beeld zonder retouches in „Rubber", haar eerste roman. Het boek sloeg zo in, dat het in vijftien talen werd 'overgebracht en zelfs acht herdrukkén be leefde! Zij hertrouwde met Székely, ook een planter, een Hongaar die als zoon van een kleine landeigenaar gewend was met het Oost-Europese boerenvolk om te gaan en tegenover de koelies menselijker en be grijpender stond dan de andere planters. Door hem leerde zij de Inlander met an dere ogen zién en een groot medelijden ontwaakte in haar. „Koelie", waarin haar gerijpt inzicht wel het beste tot uiting komt, is dan ook uit de grond van haar hart opgeweld. In 1930 repatrieerden Madeion Székely en haar man naar Europa. Acht jaren woonden zij in Boedapest. Zij vertaalden samen veel boeken uit het Hongaars, on der meer de prachtige roman „Carrière" Maakt vastzittend slijm los Zowel door het paneel met het Tuin feest, in de trant van Esaias van de Velde als door het doek van H. C. Vroom met de voorstelling van de aankomst van Frederik V vap de Paltz te Vlissingen, mét genoemd paneel op deze plaats besproken en afge beeld, hebben we een goede indruk gekre gen van de belemmeringen die in de eerste decennia der 17de eeuw het ruimte-schep pend vermogen der kunstenaars in de weg stonden. Belemmeringen, die gelijktijdig de volle ontplooiing verhinderden van de on eindig gedifferentiëerde lichtwerking dei- natuur, beheerst als deze wordt door de wisseling der seizoenen, het spel der ele menten en de uren van de dag. Hoe schoon ze als kunstwerken op zichzelf ook mogen zijn. ontberen we in die vroege landschap pen dan ook veelal de wijde, verruimende adem der natuur, waarvan de herschep ping zich kenmerkt door een analyserende tendenz, beklemtoond door plaatselijke kleuren en coulisse-achtige opbouw. Een hoog ingesteld oogpunt trok een hoge hori zon, die de wijde, Hollandse hemel in perkte tot een ondergeschikt onderdeel van de toneelmatige mise-en-scène. Uit de late middeleeuwen stamt nog het systeem van de drie-kleurenzönes (gewoonlijk bruin- groen-blauw)die perspectivisch effect suggereren. Esaias van de Velde en Pieter de Molijn, beiden aanvankelijk nog van de oude school, mogen zeer zeker in één adem ge noemd worden met Jan van Goyen, als de baanbrekers van het „moderne" landschap genre. Na in zijn vroege jaren nog onder de bekoring te zijn geweest van de opvat tingen in de landschap-schildering als hierboven aangestipt (zoals wij kunnen waarnemen in een vroeg ijs-landschap, als nieuwe aanwinst uit Duits bezit aan onze verzamelingen toegevoegd) zien we de kunstenaar in het hier gereproduceerde werk in de volle glorie van zijn nieuwe visie op de natuur. Allen die het Hollandse land liefhebben zullen bij de beschouwing van dit werk aanstonds dezelfde vervoering ondergaan als hen bezielt bij de aanblik van het oer- Hollandse aspect van zulk een rivierland schap in werkelijkheid. Volledig moet de harmonie zijn geweest tusser de kunste naar en de natuur, even volledig als die, welke zich onder wéér gewijzigde vorm zou realiseren in de vertolkingen van de Franse en Hollandse impressionnisten uit de tweede helft der 19de eeuw. Zo treden we uit de coulissen van het fraai-gecomponeerde en romantisch afge stemde oixde Hollandse landschap, om ons Riviergezicht door Jan Josephsz. van Goyen Leiden 1596—Den Haag 1656). Paneel 391/2 bij 55 cm., gedateerd 1649. (Geschenk van de Vereniging tot Uitbreiding van de Verzameling van Kunst en Oudheden1931). Van Goyen was leerling van diverse meesters en tenslotte, na een verblijf in Frankrijk, van Esaias van de Velde te Haarlem, waarschijnlijk in 1617. Hij vestigde zich daarna in Leiden en Den Haag en vertoefde in 1634 nogmaals te Haarlem. voor een wijle te bezinnen op de enorme winst door Van Goyen behaald. Daar is dan allereerst de winst dat Van Goyen hier het Hollandse landschap het meest essen tiële element van zijn grootheid recht heelt doen wedervaren: de ruimte! Een lage horizon verleent land en water de ondergeschikte plaats onder het machtige uitspansel, waarin de wolken-stoeten rei zen, eindeloos variërend in grillige for maties. De kleurenschaal is zózeer verso berd dat nog slechts van toonschildering sprake kan zijn. De plaatselijke kleuren zijn als het ware opgelost in de alles be heersende atmosfeer. Zo schijnt Van Goyens stadsprofiel onder vaardige penseelvoering ontstaan als in de natuur zelve: ijl vizioen, geboren uit lucht en water, vervlietend al naarmate het de einder nadert. De rorrloos hangende zeilen van enkele schepen tekenen zich af tegen de lucht, als tastbaar-wording van stil ge peinzen in een vreedzaam uur. Onmerk baar glijden ze voort over het onberoerde watervlak, dat aarde en uitspansel weer spiegelt als een vage herinnering. Op de voorgrond speelt zich een vissers toneeltje af met als décor enig paalwerk, waarvan het onberekenbare nut alleen ge waardeerd kan worden door hen, die het Hollandse waterlandschap kennen van het water uit. Een hardnekkig rudiment, dit ..stopstuk uit het oude compositie-schema, dat het optisch effect naar de diepte ver hoogt. Resumerend zouden we de totale winst door Van Goyen behaald, aldus kunnen samenvatten terwijl de oude school in haar analyserend schouwen zich bij voorkeur vermeide in de intimiteit van het tafereel, ten koste van het totaal-beeld, vermocht Van Goyen afstand te nemen van zijn on derwerp, waardoor hij met eerbiediging van die intimiteit deze ondergeschikt maakte aan een al-omvattend, universeel landschapsbeeld. Als realist zijn métier deugdelijk be oefenend, behoort Van Goyen tevens tot de subtielste vertolkers van de wijdheid en de intimiteit, die de grootheid én de poëzie vormen van ons geliefde, Hollandse land» H. P. BAARD van Körmendi. Daar schreef zij ook haar Indonesische romans en niet te vergeten „De kleine Strijd", dat een kostelijk relaas geeft van haar zotte ervaringen met Hon gaarse dienstboden! Maar hoe geestig ook beschreven, achter de humor schrijnt het leed van de trieste mislukte levens van al deze Rósa's, Rózsi's en Illunka's In het begin van de oorlog trokken de Székely's naar Nederland. Het verging haar, zoals het zovele andere auteurs ver ging. De oorlog heeft haar innerlijk zó lam geslagen, dat zij in die jaren nauwelijks heeft kunnen schrijven. Wel verdiepte zij zich in de figuur van Tjoet Nja Din en schreef met welk een voldoening, juist in de bezettingstijd! de geschiedenis van deze Atjehse vorstendochter, onverzoen lijke strijdster van het verzet, die uit fa natieke religieuze overtuiging en ontem bare vrijheidsdrang zelfs na de onderwer ping van haar land, de guerilla-oorlog van de bergen uit tegen onze troepen bleef voortzetten, totdat zij blind en invalide als oude vrouw de Nederlanders in handen viel. En nu? Wij filosoferen over de na-oor- logse chaos. Losgeslagen is de jeugd, los geslagen zijn ook wij ouderen van ons veilige vlotje. Waar zijn onze zekerheden. „De wereld van gisterenzeg ik met een zucht. „Nee. De wereld van morgen!" weerlegt Madeion Székely fel. „We staan op de drempel van een nieuwe periode, maar de overgang brengt talloze moeilijkheden met zich mee. Ik ben blij, dat ik kinderen heb". Zij wijst mij de portretten van haar dochters en van haar kleinkinderen, „ivant is de jeugd niet de schakel naar de nieuwe Mevrouw M. Szckely-Lulofs wereld? Ook wij moeten onze plaats daarin vinden, al zal dat vaak niet gemakkelijk zijn". Madeion Székely is bezig aan een nieuwe roman (het onderwerp wilde zij mij niet verklappen), die misschien haar vroegere werk nog zal overtreffen, omdat zij door leed innerlijk is gegroeid. ELLA GOLDSTEIN. Daar mijn kennis van het Noors zich beperkt tot drie of vier woorden, kan ik over de voorstelling van het door velen (maar niet door mij) als Henrik Ibsens meesterwerk beschouwde dramatische ge dicht „Peer Gynt" door Det Norske Tea- tret uit Oslo weinig meer dan enkele algemene opmerkingen naar voren bren gen. Onder het luisteren naar 8e in deze taal gesproken woorden, die als een golf stroom van steeds dezelfde ondoorgron delijke klanken in mijn oren spoelden, moest ik denken aan wat een Engels schrijver eens in scherts beweerde: ..Ik zou desnoods een uur lang willen huilen om het lot van Madame Butterfly, maar nog geen traan kunnen storten om dat van Fru Butterflog." Onbekend maakt onbe mind. Maar goed, ook het oog kreeg ruim schoots zijn deel en per slot van rekening is de inhoud bekend genoeg. Hans Jacob Nilsen, regisseur en speler van de titelrol, heeft met betrekking tot de interpretatie enkele radicale hervormingen doorgezet. De voor onze begrippen meest ingrijpende was het vervangen van de over de gehele wereld populaire muziek van Grieg, zich aldus losmakende van de daaruit voort vloeiende romantische verplichtingen, door een speciale compositie van Harald Sae- verud, welke slechts een sfeervervvekken- de functie heeft en dan ook weinig de aandacht trok, of het moest zijn door de niet al te Welluidende reproductie met behulp van gramofoonplaten. Hierdoor werd een ruig, onbarmhartig realisme mogelijk, tegen welke achtergrond de satirieke bedoeling scherp afstak. Men kreeg nu een Peer Gynt te zien zoals de destijds verbitterde schrijver het wilde: als de meer dan levensgrote belichaming van het verkeerde egoïsme, dat van de snoevende parasiet, de nutteloze dromer, de eerzuchtige charlatan, de zelfvoldane leugenaar. Ibsen vergelijkt in het laatste bedrijf zijn bijna caricatui-aal getekende titelheid met een ui, die langzaam wordt afgepeld: enkel schillen, steeds kleiner wordend en zonder kern. Het enige bezwaar dat men misschien zou kunnen inbrengen, is dat Nilsen uit afkeer van sentimentaliteit ook de na tuurlijke gevoeligheid op zij heeft gezet. Maar daar staat weer tegenover dat zijn fantastische verbeeldingskracht ter ont vluchting van de werkelijkheid soms een meeslepend effect had en dat van de ont luistering aan het slot door de onontkoom baarheid een aangrijpende waarheid uit ging. Klavier-avond Cor de Groot voor het Muzenforum Geheel in overeenstemming met de on miskenbaar meesterlijke technische be heersing van zijn uitverkoren instrument koos de pianist Cor de Groot voor de kla vieravond, die hij gisteren voor de Bloe- mendaalse kunstkring Muzenforum in ge bouw „Domi" te Overveen gaf, een pro gramma van overwegend virtuose allure. Virtuositeit zette haar stempel op deze avond en bepaalde ook de overheersende sfeer van uiterlijkheid, die het klankenspel zowel door raffinement als door verbluf fende kracht schiep. Virtuositeit gaf verder aanleiding tot on gewone opeenvolgingen van muziek. Zo trof men voor de pauze de Sonate op. 143 in a van Franz Schubert in gezelschap van ..La vallée des cloches" (uit „Miroirs") en „Jeux d'eau" van Maurice Ravel, waardoor bij de uitvoering de impressie van Schu berts betrekkelijk weinig gespeelde roman- tisch-subjectieve muziek vervaagde door de gecultiveerde natuur-klankenorde van Ra vels geniale scheppingen. Na de pauze kreeg de weemoedige Wals op. 34 no. 2 in a van Fr. Chopin een be scheiden plaats tussen de sprankelende Valse brillante op. 31 no. 1 in As van de zelfde componist en de Valse impromptu van Fr. Liszt. Debussy's even weemoedig gestemde wals „La plus que lente" moest zich daarna handhaven tussen de van le venskracht bruisende Scherzo-valse van E. Chabrier en een incarnatie van muzikaal klatergoud: een bewerking van de wals „Man lebt nur einmal" van Joh. Strauss door Carl Tausig. Met deze fatalistische gedachte zouden de toehoorders naar huis gegaan zijn, in dien Cor de Groot na de aanhoudende bijvalsbetuigingen niet ae Wals in Ges (op. 70) van Fr. Chopin als toegift had gespeeld. De getoonde waarde ring was inderdaad volkomen verdiend. Want afgezien van een mogelijk onwille keurig te harde vleugelklank, liet Cor de Groot ten aanzien van klare tekening van melodie en figuraties, van klankkleur en rhythmische stuwing weinig wensen onbe vredigd. En daarnaast kon de pianist door van innerlijke beleving getuigend spel bij de voordracht van Schuberts Sonate en de Wals in a kl. terts van Chopin blijvende muzikale waarden in herinnering roepen. P. ZWAANSWIJK Peer Gynt is een rol die de wensdroom van iedere acteur compleet in vervulling doet gaan: de gehele avond op het toneel staan en vrijwel onophoudelijk aan het woord blijven! Daar de rigoureuze maar geenszins schadelijke bekortingen werd dit solistische karakter nog eens extra duidelijk. Wat mij betreft had men gerust het gehele in Afrika spelende vierde be drijf mogen schrappen, al werd het gezel schap van internationale avonturiers door middel van groteske overdrijving heel leuk getypeerd. Doch hoe dan ook, de ruim vijf tig-jarige Hans Jacob Nilsen toonde zich een begaafd acteur, die in alle drie de levensstadia maar vooral als de danslustige jongeling en de ontgoochelde grijsaard wist te overtuigen zonder ech ter tot buitengewone geestdrift te inspi reren. Eigenlijk is er in dit hele stuk, dat tien tallen medewerkers vergt, slechts één werkelijke tegenspeler: de knopengieter, door Lars Tvinde gebracht als een sche merachtige grenswachter tussen twee werelden, een mysterieuze dreigende ge stalte al moet ik zeggen dat onze Frits van Dijk een kleine tien jaar, geleden in dezelfde rol mij dieper trof. Solveig en moeder Aase vonden een zuivere vertol king. De gehele opvoering werd gekenmerkt door een forse allure eri een heftige dyna miek. Hoogtepunten waren het gehele vijfde bedrijf en in het begin de ontmoeting met de boerendeernen en de wilde dochter van de bergkoning. De scène met de zo genaamde „trollen" bleef beneden de ver wachtingen, de uitingen van ongebonden zinnelijkheid (ook bij Anitra's dans) zou den de heren van de filmkeuring onmid dellijk de schaar in handen hebben gege ven. Men maakte gebruik van op een hori zon-doek geprojecteerde décors, die beur telings kale bergen, fjorden en dichte bos sen suggereerden en snelle changementen mogelijk maakten. De belichting werkte mede aan het oproepen van nevelige landschappen, waar droom en werkelijk heid onmerkbaar in elkander overvloei den, zodat de vele toespelingen op de Noorse mythologie en volksverhalen ge makkelijk begrepen konden worden. DAVID KONING Dampo-verkoudheidsbalsem: beproefde hulp bij een gevatte koude voor Vader, Moederen kind.Prijzenf.1.25.90 en 75 c. Butlincamp op papier gereed De volledige tekeningen van het in Zand- voort geprojecteerde Butlincamp zijn thans gereed gekomen. De burgemeester, mr. H. M. van Fenema, hoopt er in de week vóór Kerstmis mee naar Londen te vertrekken om daar de heer W. Butlin, die dan juist van een zakenreis naar de Bermuda-eilanden zal zijn terug gekeerd, en diens naaste medewerkers te ontmoeten. Ook zal de Zandvoorlse gemeenteraad de gelegenheid krijgen van de ontwerpen ken nis te nemen. Over de mogelijkheid de plan nen binnen afzienbare tijd te verwezen lijken kon mr. Van Fenema nog niets definitiefs meedelen. Veel zal ervan af hangen ol' de Engelse bank ook na de devaluatie van het pond bereid blijft het toegezegde bedrag te investeren. IBONTEKOEI HEEMSTEDEl BEëDIGD DESKUNDIGE SPOORPLEIN 4 TEL. 27627 BUS 3 Nachtdienst apotheken HAARLEM: Apotheek Van Rijn, Kleine Houtweg. 15, telefoon 10539; C. G. Loomever en Zoon, Zijlweg 34, telefoon 12495; Nolf's apotheek. Kruisstraat 26. telefoon 11174; Schoterbosch-apotheek, Rijksstraatweg 19, telefoon 12711. HEEMSTEDE: Heemsteedse apotheek. Bin nenweg 98. telefoon 28197: Aerdenhout- apotheek. Zandvoortselaan 164. telef. 26772. BLOEMEND AAL: Santpoorter-aDotheek, Bloemendaalsestraatweg 145. Santpo"ort-Sta- tion: Elswout-apotheek, Bloemenaaalseweg 341, Overveen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1949 | | pagina 5