HO
EST? S 'vwop Sennen
nat
Litteraire Kanttekeningen De 9 Muzen ~j
Chefarine ,4
Uit de schatten van het Frans Halsmuseum
„Peer Gypt" ontdaan van romantiek
Ziekte in 't gezin
HOORTOESTELLEN
en batterijen
Zaterdag 26 November 1949
Haarlems Dagblad en Oprechte Haarlemse Courant
ANTHONIE DONKER: „De bliksem speelt em de doringboom'
(D. A. Daamen's Uitg. Mij, 's-Gravenhage). JEANNE VAN
SCHAIKWILLING: „Marmer en abrikozen" (Em. Querido's
Uitg. Mij, A'dam).
REIZEN, DAT WAS WEL een heerlijk
ding, vlottend te zijn in de vlottende
werelddingen. Zo kon Jac. van Looy nog
schrijven, één jaar voor de eerste wereld-
catastrophe, waarmee zoveel eindigde, dat
geen einde had moeten nemen en zoveel
begon, waarvan wij het einde wensen, maar
nog niet zien. De schaduw der „problemen"
valt in alle hemelstreken. Men kan, zoals
Jeanne van Schaik. met wat fleurige zomer
jurken in de koffer het zuidelijkste Zuiden
van Frankrijk zoeken, om in de streek van
Roussillon en Prades zich onbezorgd te
laten betoveren door het rozig pastel van
oud-marmer en de vreugde te smaken van
een versgeplukte abrikoos men kan als
Anthonie Donker in zijn bagage een pro
fessorale toga en een bundel lezingen mee
dragen, om als cultuurgezant in het Zuid-
Afrikaanse land banden te versterken,
waarvan de oorsprong drie eeuwen terug
reikt in het verleden de ..werelddingen
zijn niet meer vlottend, ze liggen verstrikt
en verstard in problemen.
Jeanne van Schaik trok er op uit om
lief te hebben: een mens, een boom, een
huis". En zij is nauwelijks aangekomen m
het oord. waar hemel, kleur en ziel lichter
heten te zijn, of ontmoetingen herinneren
haar aan onvrede en benardheid. Professor
Moreno, die zij bezoekt in zijn bijna sym
bolisch bladerduistere tuin (hoe suggestief
beschreven!), is een balling van het Spaan
se fascisme, en de 71-jarige Pablo CasaL,
.de grootste cellist van de wereld en een
vurig-vrijheidslïevend Catalaan, heeft een
idool van Franco's vijanden". Geen ge
bergte is zó hoog, dat het de problemen
weert. Ook de Pyreneeën niet. Zo krijgt het
sprookjesachtige oud-roze van Prades' mar
mer een wat aarzelende kleur en gaat ae
abrikoos lichtelijk bitter smaken.
Is het daarom dat Jeanne van Schaik s
.dagboek" dat Maaike Braat zo aan
trekkelijk verluchtte ondanks zijn rijk
dom aan beelden en ondanks de „woelige,
bonte reisindrukken", alleen in fragmenten
méér is dan een wel onderhoudend, maar
niet tot het hart sprekend verslag van be
levenissen? Of is het anders: spoort de
vrijheid van het reisjournaal dringender
aan tot beteugeling van gevoelens dan de
gebondenheid van de roman? Jeanne van
Schaik. die zich als romancière de meerdere
toonde van Vestdijk in de met hem ge
schreven roman „De Overnachting is
twee-in-één: van nature is zij het speelse
kind met een bewogen fantasie, dat nog
blijmoediger van het leven zou houden als
er niet óók de andere was: de Jeanne van
Schaik, die zich met nuchter verstand pant
sert tegen haar gevoel. Hier, in deze vacan-
tie-herinnering, waarin zij zichzelf en niets
dan zichzelf mag zijn, wordt zij dubbel
waakzaam: ze „temt" de naïeve dartelheid,
beknot haar fantasie, en vertoont zich als
een vlotte briefschrijfster, die de thuisblij
vers vertelt van wat haar ogen zagen:
landschappen, steden, mensen. Is het niet
de „verstandelijke" Jeanne van Schaik, die
zich een beetje geweld aandoet, als ze op de
terugreis rosbief en water zo nadrukkelijk
verklaart te verkiezen boven tripes en
wijn? Ach, oranje abrikozenoogst, rozen-
rose tover van oud-marmer bevrijdend
gevoel van het vlottend-zijnwaarom
tonen wij ons vaak zo anders dan we zijn
en daardoor minder? Vér reikt de schaduw
van de Pyreneeën en hun toppen verliezen
Zich in de nevel.
Nevelig óók wordt de Westelijke kust
lijn, gezien van het emigrantenschip „In-
drapoera" af, dat Anthonie Donker voor
een studie-reis naar Zuid-Afrika zal varen
een grillige lijn in de wazige verte, een
vraagteken: het probleem, dat „Europa"
heet en de dichter Donker, de hoogleraar
Donkersloot, beiden in-één, beschouwelijk
stemt. Reizen distanciëert en distantie
spoort aan tot bespiegelingen. Europa en
Amerika, Rusland en Amerika, vrijheid en
sociale rechtvaardigheid, persoonlijkheid
en burgerschap, waar moet de mens staan,
die de cultuur waarachtig ter harte gaat?
Een professor en dichter, voor wie het
schrijven wat anders is dan een bedenksel:
een zich gewetensvol rekenschap-geven,
ziet de albatrossen rond het schip, in sta
tige vlucht, en ze worden hem tot zinne
beelden van wat zou kunnen zijn, als een
van de natuur vervreemd mensdom niet
was „afgezakt in getob en getwist en ge-
sleur". Hij bezint zich op wat hij daarginds
in het land van dé Afrikaanse „voortrek
kers" van Jan van Riebeeck, dat toch óók
het land is van Cecil Rhodes en tevens, naai
de geest, een stukje voorpost van de Ame
rikaans-zakelijke „efficiency", kan bijdra
gen tot de cultuur, en op het mogelijke
wederwoord dat een in tegenstellingen van
£e& faede sc&PMt
N066ETdffe&Z
(Adv.)
Agenda voor Haarlem
ZATERDAG 2G NOVEMBER
Stadsschouwburg: Gala-voorstelling ..Wel
dadigheid naar vermogen", „Wat iedere
vrouw wel weet", 8 uur. Gemeentelijk Con
certgebouw openbare vergadering met als
sprekers L. Polhaupcssy en K. P. Vigeleyn
Nikijuluw. 2.30 uur. Frans Hals: ..Twee
Yankees in Trinidad". 14 j.. 2.30. 7 en 9.15 uur
(Zondag 2, 4.30. 7 en 9.15 uur). Rembrandt:
..Zo is vader" 18 j., 2, 4.15, 7 en 9.15 uur.
Palace: „De fluwelen handschoen", 18 j„ 2,
4.15, 7 en 9.15 uur. Luxor: ..De vrijbuiter". 18
j.. 2, 4.15. 7 en 9.15 uur. City: „De cobra
afgod". 14 j.. 2.15, 4.30. 7 en 9.15 uur. Spaarne:
„De wet van de zweeD", 14 j„ 2.30, 7 en 9.15
uur (Zondag 2, 4.15, 7 en 9.15 uur).
ZONDAG 27 NOVEMBER
Stadsschouwburg: „Koning Brombeer"
(Aerdenhouts Kindertoneel). 2 uur; „Wat
iedere vrouw wel weet" (Comedia), 8 uur.
Gemeentelijk Concertgebouw: „Roodkapje
en de wolf", 2.30 uur. Palace: Optreden van
Jonglisto. 11 uur. Bioscopen: Middag- en
avondvoorstellingen.
MAANDAG 28 NOVEMBER
Gemeentelijk Concertgebouw: Cor de Groot,
8 uur. Bioscopen: Middag- en avondvoor
stellingen.
ras en geest verstrikt volk hem mee .terug
zal kunnen geven naar Europa.
Eenmaal daar, kunnen de indrukwekken
de gestalten van bergen en rotsen, de be
koring van een blauwe baai. de bloemen
weelde van de Tuinen in Kaapstad, noch
de hartelijke ontvangst van de eerste gast
heer („een Afrikaner op en top, een be
wuste Boer", bij wie Van Wijk Louw's
dichtbundel „Raka" op tafel ligt), doen
vergeten, dat er aan de horizon van dit
nijvere land vol Calvinistische zelftucht
wolken komen aandrijven, waaruit de blik
sem kan neerschieten om de eenzelvige
doringboom te verkolen.
Naturellen en Afrikaners, Engelsen en
Afrikaners, Engelsen en Naturellen, Afri
kaners en Nederlanders neen, dat is
geen eenheid, „de bliksem speelt om de
doringboom". In de Tuinen van Kaapstad
staat het standbeeld van Rhodes, die „met
opgeheven arm naar het binnenland wijst";
en in de Transvaalse vlakte is het „Voor
trekkers-Monument" in aanbouw: een sym
bool, dat zich herhaalt in de opwinding van
de verkiezingsstrijd. Andere tegenstelling:
weelderig zijn de voorsteden van de uit
goudgrond opgeschoten stad Johannesburg;
maar kommervol is de proletariërsbuurt
van de „goudgravers", die „Vrededorp"
heet. Tussen de uren van universitaire le
zingen en officiële bezoeken zijn er zeld
zame ogenblikken, waarop Anthonie Don
ker zich wat rust kan gunnen na deze over
weldigende veelheid van indrukken en met
zijn wakkere reisgezellin, zijn vrouw, eerste
pogingen kan ondernemen, om het beeld
samen te vatten, dat zich op deze verken
ningstocht aan hem vertoonde. Er zijn
lichtpunten, vele: de universiteit, waar een
jonge wetenschap haar weg zoekt; het cul
tuurwerk, geestelijk en economisch, waar
aan een krachtig volk de hand slaat; maar
ginds, met het silhouet van het landschap
als achtergrond, gaat dansend een kaffer-
tje in uitbundige levensvreugde; daar zijn
de dichters: een Totius, „een der laatsten
van een groots geslacht, een machtige stijl
die aan het uitsterven is" Totius, uit
eerbied „oom dokter" geheten, de Bijbel
vertaler, Psalmberijmer en dichter, bij wie
Anthonie Donker vertrouwelijke uren door
brengt. Voor het raam van Totius slaat de
doringboom, waarbij zijn dochter dodelijk
door de bliksem getroffen werd.
De doringboom dat is het motief,
waarop dit boek even knap als mild is
gecomponeerd. Donker oordeelt niet; hij
meent niet, de waarheid in pacht te hebben.
Legt hij ons niet de vraag voor, of een
zebra nu eigenlijk wit- dan wel zwart-
gestreept is? Eéns was het reizen een on
bezwaard vlottend-zijn
C. J. .E. DINAUX.
Credietverlening aan bewoners
van toegevoegde gebieden
De bijzondere omstandigheden, welke
een gevolg zijn van de toevoeging van
grondgebied aan ons land, hebben bezwa
ren doen rijzen, welke een normale cre
dietverlening door banken aan inwoners
der toegevoegde gebieden onmogelijk ma
ken. Credietverlening is alleen mogelijk,
indien het rijk door het verlenen van ga
rantie voor verliezen, te lijden als gevolg
van de bijzondere omstandigheden, garant
is. Hiervoor wordt de toestemming der
Staten-generaal gevraagd.
Eniil Jannings. De Oostenrijkse regisseur
G. W. Pabst gaat in het begin van het vol
gend jaar in Italië een film maken over het
leven van paus Bonifacius VIII, welke rol
vertolkt zal worden door de bekende acteur
Enul Jannings.
Panopticum. De Zaandamse amateur
toneelvereniging „Kun^t Veredelt" heeft
dezer dagen de eerste opvoering gegeven van
het merkwaardige spel ..Panopticum" door
Maurits Dekker, de schrijver die met zijn
drama's „De wereld heeft geen wachtkamer"
en „Het leven kan beter" ook op het beroeps
toneel successen boekte.
Lied van dc bossen. Bij de eerste uit
voering te Leningrad is het nieuwe orato
rium „Lied van de bossen van Dimitri Sjosta-
kowtsj warm begroet. De tekst is geschreven
door Eugen Dolmatofski en behelst een lof
prijzing van Stalins grote bebossingsplan
voor de Sovjet-Unie.
Succes mei
Chelarine bij griep
Bij de bestrijding van griep zijn met
Chefarine „4" uitstekende resultaten
bereikt. Elk tablet bevat 4 beroemde
geneesmiddelen, die een krachiige,
maar weldadige werking hebben,
waardoor men spoedig weer in staat
is, opgewekt zijn werk te verrichten.
TEGEN PUNEN EN GRIEP 20 TABLETTEN 1 0.75
De herdenking van
verzetsstrijders
Ned. Vereniging van Ex-
Politieke Gevangenen ver
leent geen medewerking
Zoals gemeld is organiseert het Jeugd-
vredescomité, daarbij gesteund door het
Nederlandse Vredescomité, op Zondag 27
November op de erebegraafplaats te Bloe-
mendaal een herdenking van de verzets
strijders, welke herdenking zal staan in het
teken van de waardering voor de verzet
strijdster Hannie Schaft.
De afdeling Amsterdam van de Neder
landse Vereniging, van Ex-Politieke Ge
vangenen (uit de bezettingstijd) deelt aan
het A.N.P. mede, dat zij geen gevolg zal
geven aan de uitnodiging van het Jeugd-
vreclescomité tot het verlenen van mede
werking aan deze betoging.
Het hoofdbestuur der Nederlandse Ver
eniging van Ex-Politieke Gevangenen stelt
zich op hetzelfde standpunt, Het heeft de
afdelingen voorgeschreven niet aan deze
demonstratie deel te nemen.
Heringa Wathrich
HAARLEM
CENTRALE VERWARMING
JOHNSON OLIEBRANDERS
(Adv.)
Het leven van Madeion Székely-Lulofs,
de schrijfster van „Rubber". „Koelie". „De
andere Wereld" en „Tjoet Nja Din", is met
Indonesië vervlochten en zal, al woont zij
nu in Nederland (om nauwkeuriger te
zijn: in Santpoort) ook wel altijd er mee
vervlochten blijven. Daar heeft zij immers,
onderbroken door korte verblijven in Hol
land, het grootste deel van haar leven ge
woond. Daar trouwde zij en werden haar
drie kinderen geboren. Hoe houdt zij van
die Indonesische natuur, die zij in kleine
meesterwerkjes in haar boeken heeft be
schreven. Door die te leren zien wij het
tropische landschap voor ons. De blauwe
vulkanen verheffen zich majestueus tegen
de schelblauwe hemel, de grauwe karbou
wen baden in vettige modderpoelen en
boven de rijstvelden hangt trillend de
warme lucht. Wij ruiken dé broeiende rot
ting van het schemerige oerwoud op Su
matra met al zijn wriemelend ongedierte.
Maar bovenal voelen wij met haar mee de
deernis met die grote onmondige kinderen,
die zich als koelies lieten lokken naar het
land, waar hen alle onbereikbare wonde
ren van het leven werden beloofd en die,
afgebeuld en oud „als getemde dieren, die
"in vrijheid niet meer konden leven", nim
mer hun kampong terug zagen.
Madeion Székely schrijft niet alleen
boeiend, zij kan ook boeiend vertellen.
Natuurlijk allereerst over Indonesië. Al
sprekend, rap en met de levendigheid haar
eigen, doemt haar verleden daarginds voor
ons op.
Haar Indische jaren vallen in twee ge
heel verschillende perioden uiteen. Haar
vader was gouvemements-ambtenaar, een
zeer principieel autocratisch voelend mens,
die echter zijn ambt als een roeping be
schouwde en tegenover de inheemse be
volking stond als een goedwillend, recht
vaardig voogd tegenover zijn pupil. Zij
groeide op in deze feodale, patriarchale
sfeer. De inlanders waren nu eenmaal ge
koloniseerd, zij vormden het overheerste
ras en de blanke kindeven van de „grote
heer" stonden er verder niet bij stil en ge
noten van hun vrije ongebonden jeugd in
de prachtige natuur te midden van bergen
en meren. Op haar achttiende jaar trouw-
Schrijfsters van nabij
de zij met een planter op Deli en trok naar
het andere kamp. dat van de vrije Deli-
planters, waarvan de meesten in die tijd
enkel leefden om winst te behalen en geen
andere belangstelling hadden dan v .or
hun plantages en die de koelies uitsluitend
als werk-materiaal beschouwden. Dit ruwe
plantersleven heeft zij weergegeven als een
fotografisch beeld zonder retouches in
„Rubber", haar eerste roman. Het boek
sloeg zo in, dat het in vijftien talen werd
'overgebracht en zelfs acht herdrukkén be
leefde! Zij hertrouwde met Székely, ook
een planter, een Hongaar die als zoon van
een kleine landeigenaar gewend was met
het Oost-Europese boerenvolk om te gaan
en tegenover de koelies menselijker en be
grijpender stond dan de andere planters.
Door hem leerde zij de Inlander met an
dere ogen zién en een groot medelijden
ontwaakte in haar. „Koelie", waarin haar
gerijpt inzicht wel het beste tot uiting
komt, is dan ook uit de grond van haar
hart opgeweld.
In 1930 repatrieerden Madeion Székely
en haar man naar Europa. Acht jaren
woonden zij in Boedapest. Zij vertaalden
samen veel boeken uit het Hongaars, on
der meer de prachtige roman „Carrière"
Maakt vastzittend slijm los
Zowel door het paneel met het Tuin
feest, in de trant van Esaias van de Velde
als door het doek van H. C. Vroom met de
voorstelling van de aankomst van Frederik
V vap de Paltz te Vlissingen, mét genoemd
paneel op deze plaats besproken en afge
beeld, hebben we een goede indruk gekre
gen van de belemmeringen die in de eerste
decennia der 17de eeuw het ruimte-schep
pend vermogen der kunstenaars in de weg
stonden. Belemmeringen, die gelijktijdig de
volle ontplooiing verhinderden van de on
eindig gedifferentiëerde lichtwerking dei-
natuur, beheerst als deze wordt door de
wisseling der seizoenen, het spel der ele
menten en de uren van de dag. Hoe schoon
ze als kunstwerken op zichzelf ook mogen
zijn. ontberen we in die vroege landschap
pen dan ook veelal de wijde, verruimende
adem der natuur, waarvan de herschep
ping zich kenmerkt door een analyserende
tendenz, beklemtoond door plaatselijke
kleuren en coulisse-achtige opbouw. Een
hoog ingesteld oogpunt trok een hoge hori
zon, die de wijde, Hollandse hemel in
perkte tot een ondergeschikt onderdeel van
de toneelmatige mise-en-scène. Uit de late
middeleeuwen stamt nog het systeem van
de drie-kleurenzönes (gewoonlijk bruin-
groen-blauw)die perspectivisch effect
suggereren.
Esaias van de Velde en Pieter de Molijn,
beiden aanvankelijk nog van de oude
school, mogen zeer zeker in één adem ge
noemd worden met Jan van Goyen, als de
baanbrekers van het „moderne" landschap
genre. Na in zijn vroege jaren nog onder
de bekoring te zijn geweest van de opvat
tingen in de landschap-schildering als
hierboven aangestipt (zoals wij kunnen
waarnemen in een vroeg ijs-landschap, als
nieuwe aanwinst uit Duits bezit aan onze
verzamelingen toegevoegd) zien we de
kunstenaar in het hier gereproduceerde
werk in de volle glorie van zijn nieuwe
visie op de natuur.
Allen die het Hollandse land liefhebben
zullen bij de beschouwing van dit werk
aanstonds dezelfde vervoering ondergaan
als hen bezielt bij de aanblik van het oer-
Hollandse aspect van zulk een rivierland
schap in werkelijkheid. Volledig moet de
harmonie zijn geweest tusser de kunste
naar en de natuur, even volledig als die,
welke zich onder wéér gewijzigde vorm
zou realiseren in de vertolkingen van de
Franse en Hollandse impressionnisten uit
de tweede helft der 19de eeuw.
Zo treden we uit de coulissen van het
fraai-gecomponeerde en romantisch afge
stemde oixde Hollandse landschap, om ons
Riviergezicht door Jan Josephsz. van Goyen Leiden 1596—Den Haag 1656). Paneel
391/2 bij 55 cm., gedateerd 1649. (Geschenk van de Vereniging tot Uitbreiding van de
Verzameling van Kunst en Oudheden1931). Van Goyen was leerling van diverse
meesters en tenslotte, na een verblijf in Frankrijk, van Esaias van de Velde te
Haarlem, waarschijnlijk in 1617. Hij vestigde zich daarna in Leiden en Den Haag en
vertoefde in 1634 nogmaals te Haarlem.
voor een wijle te bezinnen op de enorme
winst door Van Goyen behaald. Daar is
dan allereerst de winst dat Van Goyen hier
het Hollandse landschap het meest essen
tiële element van zijn grootheid recht
heelt doen wedervaren: de ruimte! Een
lage horizon verleent land en water de
ondergeschikte plaats onder het machtige
uitspansel, waarin de wolken-stoeten rei
zen, eindeloos variërend in grillige for
maties. De kleurenschaal is zózeer verso
berd dat nog slechts van toonschildering
sprake kan zijn. De plaatselijke kleuren
zijn als het ware opgelost in de alles be
heersende atmosfeer.
Zo schijnt Van Goyens stadsprofiel onder
vaardige penseelvoering ontstaan als in de
natuur zelve: ijl vizioen, geboren uit lucht
en water, vervlietend al naarmate het de
einder nadert. De rorrloos hangende zeilen
van enkele schepen tekenen zich af tegen
de lucht, als tastbaar-wording van stil ge
peinzen in een vreedzaam uur. Onmerk
baar glijden ze voort over het onberoerde
watervlak, dat aarde en uitspansel weer
spiegelt als een vage herinnering.
Op de voorgrond speelt zich een vissers
toneeltje af met als décor enig paalwerk,
waarvan het onberekenbare nut alleen ge
waardeerd kan worden door hen, die het
Hollandse waterlandschap kennen van het
water uit. Een hardnekkig rudiment, dit
..stopstuk uit het oude compositie-schema,
dat het optisch effect naar de diepte ver
hoogt.
Resumerend zouden we de totale winst
door Van Goyen behaald, aldus kunnen
samenvatten terwijl de oude school in haar
analyserend schouwen zich bij voorkeur
vermeide in de intimiteit van het tafereel,
ten koste van het totaal-beeld, vermocht
Van Goyen afstand te nemen van zijn on
derwerp, waardoor hij met eerbiediging
van die intimiteit deze ondergeschikt
maakte aan een al-omvattend, universeel
landschapsbeeld.
Als realist zijn métier deugdelijk be
oefenend, behoort Van Goyen tevens tot
de subtielste vertolkers van de wijdheid
en de intimiteit, die de grootheid én de
poëzie vormen van ons geliefde, Hollandse
land» H. P. BAARD
van Körmendi. Daar schreef zij ook haar
Indonesische romans en niet te vergeten
„De kleine Strijd", dat een kostelijk relaas
geeft van haar zotte ervaringen met Hon
gaarse dienstboden! Maar hoe geestig ook
beschreven, achter de humor schrijnt het
leed van de trieste mislukte levens van al
deze Rósa's, Rózsi's en Illunka's
In het begin van de oorlog trokken de
Székely's naar Nederland. Het verging
haar, zoals het zovele andere auteurs ver
ging. De oorlog heeft haar innerlijk zó lam
geslagen, dat zij in die jaren nauwelijks
heeft kunnen schrijven. Wel verdiepte zij
zich in de figuur van Tjoet Nja Din en
schreef met welk een voldoening, juist
in de bezettingstijd! de geschiedenis van
deze Atjehse vorstendochter, onverzoen
lijke strijdster van het verzet, die uit fa
natieke religieuze overtuiging en ontem
bare vrijheidsdrang zelfs na de onderwer
ping van haar land, de guerilla-oorlog van
de bergen uit tegen onze troepen bleef
voortzetten, totdat zij blind en invalide als
oude vrouw de Nederlanders in handen
viel.
En nu? Wij filosoferen over de na-oor-
logse chaos. Losgeslagen is de jeugd, los
geslagen zijn ook wij ouderen van ons
veilige vlotje. Waar zijn onze zekerheden.
„De wereld van gisterenzeg ik met
een zucht.
„Nee. De wereld van morgen!" weerlegt
Madeion Székely fel. „We staan op de
drempel van een nieuwe periode, maar de
overgang brengt talloze moeilijkheden met
zich mee. Ik ben blij, dat ik kinderen
heb". Zij wijst mij de portretten van haar
dochters en van haar kleinkinderen, „ivant
is de jeugd niet de schakel naar de nieuwe
Mevrouw M. Szckely-Lulofs
wereld? Ook wij moeten onze plaats daarin
vinden, al zal dat vaak niet gemakkelijk
zijn".
Madeion Székely is bezig aan een nieuwe
roman (het onderwerp wilde zij mij niet
verklappen), die misschien haar vroegere
werk nog zal overtreffen, omdat zij door
leed innerlijk is gegroeid.
ELLA GOLDSTEIN.
Daar mijn kennis van het Noors zich
beperkt tot drie of vier woorden, kan ik
over de voorstelling van het door velen
(maar niet door mij) als Henrik Ibsens
meesterwerk beschouwde dramatische ge
dicht „Peer Gynt" door Det Norske Tea-
tret uit Oslo weinig meer dan enkele
algemene opmerkingen naar voren bren
gen. Onder het luisteren naar 8e in deze
taal gesproken woorden, die als een golf
stroom van steeds dezelfde ondoorgron
delijke klanken in mijn oren spoelden,
moest ik denken aan wat een Engels
schrijver eens in scherts beweerde: ..Ik
zou desnoods een uur lang willen huilen
om het lot van Madame Butterfly, maar
nog geen traan kunnen storten om dat van
Fru Butterflog." Onbekend maakt onbe
mind.
Maar goed, ook het oog kreeg ruim
schoots zijn deel en per slot van rekening
is de inhoud bekend genoeg. Hans Jacob
Nilsen, regisseur en speler van de titelrol,
heeft met betrekking tot de interpretatie
enkele radicale hervormingen doorgezet.
De voor onze begrippen meest ingrijpende
was het vervangen van de over de gehele
wereld populaire muziek van Grieg, zich
aldus losmakende van de daaruit voort
vloeiende romantische verplichtingen, door
een speciale compositie van Harald Sae-
verud, welke slechts een sfeervervvekken-
de functie heeft en dan ook weinig de
aandacht trok, of het moest zijn door de
niet al te Welluidende reproductie met
behulp van gramofoonplaten. Hierdoor
werd een ruig, onbarmhartig realisme
mogelijk, tegen welke achtergrond de
satirieke bedoeling scherp afstak. Men
kreeg nu een Peer Gynt te zien zoals de
destijds verbitterde schrijver het wilde:
als de meer dan levensgrote belichaming
van het verkeerde egoïsme, dat van de
snoevende parasiet, de nutteloze dromer,
de eerzuchtige charlatan, de zelfvoldane
leugenaar. Ibsen vergelijkt in het laatste
bedrijf zijn bijna caricatui-aal getekende
titelheid met een ui, die langzaam wordt
afgepeld: enkel schillen, steeds kleiner
wordend en zonder kern.
Het enige bezwaar dat men misschien
zou kunnen inbrengen, is dat Nilsen uit
afkeer van sentimentaliteit ook de na
tuurlijke gevoeligheid op zij heeft gezet.
Maar daar staat weer tegenover dat zijn
fantastische verbeeldingskracht ter ont
vluchting van de werkelijkheid soms een
meeslepend effect had en dat van de ont
luistering aan het slot door de onontkoom
baarheid een aangrijpende waarheid uit
ging.
Klavier-avond Cor de Groot
voor het Muzenforum
Geheel in overeenstemming met de on
miskenbaar meesterlijke technische be
heersing van zijn uitverkoren instrument
koos de pianist Cor de Groot voor de kla
vieravond, die hij gisteren voor de Bloe-
mendaalse kunstkring Muzenforum in ge
bouw „Domi" te Overveen gaf, een pro
gramma van overwegend virtuose allure.
Virtuositeit zette haar stempel op deze
avond en bepaalde ook de overheersende
sfeer van uiterlijkheid, die het klankenspel
zowel door raffinement als door verbluf
fende kracht schiep.
Virtuositeit gaf verder aanleiding tot on
gewone opeenvolgingen van muziek. Zo
trof men voor de pauze de Sonate op. 143 in
a van Franz Schubert in gezelschap van
..La vallée des cloches" (uit „Miroirs") en
„Jeux d'eau" van Maurice Ravel, waardoor
bij de uitvoering de impressie van Schu
berts betrekkelijk weinig gespeelde roman-
tisch-subjectieve muziek vervaagde door de
gecultiveerde natuur-klankenorde van Ra
vels geniale scheppingen.
Na de pauze kreeg de weemoedige Wals
op. 34 no. 2 in a van Fr. Chopin een be
scheiden plaats tussen de sprankelende
Valse brillante op. 31 no. 1 in As van de
zelfde componist en de Valse impromptu
van Fr. Liszt. Debussy's even weemoedig
gestemde wals „La plus que lente" moest
zich daarna handhaven tussen de van le
venskracht bruisende Scherzo-valse van E.
Chabrier en een incarnatie van muzikaal
klatergoud: een bewerking van de wals
„Man lebt nur einmal" van Joh. Strauss
door Carl Tausig.
Met deze fatalistische gedachte zouden
de toehoorders naar huis gegaan zijn, in
dien Cor de Groot na de aanhoudende
bijvalsbetuigingen niet ae Wals in
Ges (op. 70) van Fr. Chopin als
toegift had gespeeld. De getoonde waarde
ring was inderdaad volkomen verdiend.
Want afgezien van een mogelijk onwille
keurig te harde vleugelklank, liet Cor de
Groot ten aanzien van klare tekening van
melodie en figuraties, van klankkleur en
rhythmische stuwing weinig wensen onbe
vredigd. En daarnaast kon de pianist door
van innerlijke beleving getuigend spel bij
de voordracht van Schuberts Sonate en de
Wals in a kl. terts van Chopin blijvende
muzikale waarden in herinnering roepen.
P. ZWAANSWIJK
Peer Gynt is een rol die de wensdroom
van iedere acteur compleet in vervulling
doet gaan: de gehele avond op het toneel
staan en vrijwel onophoudelijk aan het
woord blijven! Daar de rigoureuze maar
geenszins schadelijke bekortingen werd
dit solistische karakter nog eens extra
duidelijk. Wat mij betreft had men gerust
het gehele in Afrika spelende vierde be
drijf mogen schrappen, al werd het gezel
schap van internationale avonturiers door
middel van groteske overdrijving heel leuk
getypeerd. Doch hoe dan ook, de ruim
vijf tig-jarige Hans Jacob Nilsen toonde
zich een begaafd acteur, die in alle drie
de levensstadia maar vooral als de
danslustige jongeling en de ontgoochelde
grijsaard wist te overtuigen zonder ech
ter tot buitengewone geestdrift te inspi
reren.
Eigenlijk is er in dit hele stuk, dat tien
tallen medewerkers vergt, slechts één
werkelijke tegenspeler: de knopengieter,
door Lars Tvinde gebracht als een sche
merachtige grenswachter tussen twee
werelden, een mysterieuze dreigende ge
stalte al moet ik zeggen dat onze Frits
van Dijk een kleine tien jaar, geleden in
dezelfde rol mij dieper trof. Solveig en
moeder Aase vonden een zuivere vertol
king.
De gehele opvoering werd gekenmerkt
door een forse allure eri een heftige dyna
miek. Hoogtepunten waren het gehele
vijfde bedrijf en in het begin de ontmoeting
met de boerendeernen en de wilde dochter
van de bergkoning. De scène met de zo
genaamde „trollen" bleef beneden de ver
wachtingen, de uitingen van ongebonden
zinnelijkheid (ook bij Anitra's dans) zou
den de heren van de filmkeuring onmid
dellijk de schaar in handen hebben gege
ven.
Men maakte gebruik van op een hori
zon-doek geprojecteerde décors, die beur
telings kale bergen, fjorden en dichte bos
sen suggereerden en snelle changementen
mogelijk maakten. De belichting werkte
mede aan het oproepen van nevelige
landschappen, waar droom en werkelijk
heid onmerkbaar in elkander overvloei
den, zodat de vele toespelingen op de
Noorse mythologie en volksverhalen ge
makkelijk begrepen konden worden.
DAVID KONING
Dampo-verkoudheidsbalsem: beproefde
hulp bij een gevatte koude voor Vader,
Moederen kind.Prijzenf.1.25.90 en 75 c.
Butlincamp op papier gereed
De volledige tekeningen van het in Zand-
voort geprojecteerde Butlincamp zijn thans
gereed gekomen.
De burgemeester, mr. H. M. van Fenema,
hoopt er in de week vóór Kerstmis mee
naar Londen te vertrekken om daar de heer
W. Butlin, die dan juist van een zakenreis
naar de Bermuda-eilanden zal zijn terug
gekeerd, en diens naaste medewerkers te
ontmoeten.
Ook zal de Zandvoorlse gemeenteraad de
gelegenheid krijgen van de ontwerpen ken
nis te nemen. Over de mogelijkheid de plan
nen binnen afzienbare tijd te verwezen
lijken kon mr. Van Fenema nog niets
definitiefs meedelen. Veel zal ervan af
hangen ol' de Engelse bank ook na de
devaluatie van het pond bereid blijft het
toegezegde bedrag te investeren.
IBONTEKOEI
HEEMSTEDEl
BEëDIGD DESKUNDIGE
SPOORPLEIN 4 TEL. 27627 BUS 3
Nachtdienst apotheken
HAARLEM: Apotheek Van Rijn, Kleine
Houtweg. 15, telefoon 10539; C. G. Loomever
en Zoon, Zijlweg 34, telefoon 12495; Nolf's
apotheek. Kruisstraat 26. telefoon 11174;
Schoterbosch-apotheek, Rijksstraatweg 19,
telefoon 12711.
HEEMSTEDE: Heemsteedse apotheek. Bin
nenweg 98. telefoon 28197: Aerdenhout-
apotheek. Zandvoortselaan 164. telef. 26772.
BLOEMEND AAL: Santpoorter-aDotheek,
Bloemendaalsestraatweg 145. Santpo"ort-Sta-
tion: Elswout-apotheek, Bloemenaaalseweg
341, Overveen.