Het Hek van die Dam.
Het optreden van Elisabeth Bergner
of de kunst van het voorlezen
Er varen geen IJmuidense
trawlers meer uit
Zaterdag 3 December 1949
Haarlems Dagblad en Opreclite Haarlemse Courant
Elisabeth Bergner behoort tot de zeer
weinige actrices, wier namen tot in lengte
van jaren bewaard zullen blijven in de ge
schiedenisboeken van het toneel. Het merk
waardige daarbij is dat zij deze reputatie
dankt aan een zeer beperkt aantal rollen,
waaraan haar eigenaardige persoonlijkheid
tegelijkertijd een vertederende eenvoud en
een naar alle kanten schitterend raffine
ment verleende. Toen zij voor de dreiging
van het opkomende nationaal-socialisme
wegvluchtte uit Europa, waar zij langdurige
triomfen had gevierd en haar debuut
maakte in de Engels-sprekende landen,
meenden de critici dat haar roem op over
schatting berustte, al ontkende men geens
zins haar fonkelende charme. Maar al spoe
dig werden er speciale stukken en film
scenario's op schrift gezet om voor haar
ondefinieerbare, in ieder opzicht wonder
baarlijke talent gelegenheden te scheppen
zich ook op andere bodem en in een vreemd
Üimaat te ontplooien.
Haar speeltrant van een stijl kan men
nauwelijks spreken is voor een groot deel
gevormd door het typisch Duitse maar ge
matigde expressionisme, het uitzeggen van
uiterst genuanceerde emoties. Vandaar dat
men de kunstenares in haar subliemste
vorm beluisterde in haar kamermuziek
achtige vertolking van de novelle „Frau-
iein Else" van Arthur Schnitzler, geschre
ven in de eerste persoon enkelvoud, welke
zij Donderdagavond liet horen in de grote
zaal van het Concertgebouw te Amsterdam.
De feitelijke inhoud van het uit 1925 da
terende verhaal is gering. Een negentien
jarig meisje rnoet proberen een gefortu
neerde heer uit haar kennissenkring te be
wegen een onuitstelbare geldschuld van
haar vader te betalen. Deze toont zich
daartoe slechts bereid op een zeer onwel
voeglijke voorwaarde, welke de titel
heldin tot een zinloze zelfmoord drijft. In
deze enigszins verbleekte geschiedenis vindt
men alle kenmerken van het precieuze
schrijverschap van Schnitzler, deze ondanks
al zijn scepticisme beminnelijke psycholoog,
die (zoals Herman Wolf het eens formu
leerde) tussen de regels een ontroerende
menselijkheid liet doortrillen. De sporen
van een zedelijk ontwrichte tijd, waarin
twijfel als hoogste waarheid geldt en ma
merisme de schijn van bezieling moet op
houden, zijn duidelijk genoeg. Maar zijn
vermogen om de gewenste sfeer te wekken
door zijn onpartijdige ironie, zijn beheerste
sentimentaliteit en zijn romantische droef
geestigheid, blijft tot op zekere hoogte on
weerstaanbaar, zelfs al doorziet men het
gekunstelde.
Het was althans niet minder dan een
sensatie deze monoloog op te vangen uit de
mond van Elisabeth Bergner die met
haar nog altijd meisjesachtige figuur op het
hoge podium in de veel te grote zaal achter
een met een kleed bedekte tafel zat in het
licht van twee schijnwerpers, met voor zich
een microfoon om tot in de achterste hoe
ken verstaanbaar te blijven en het boek
waaruit zij voorlas. Zij speelde dus niet een
aantal uit het hoofd geleerde rollen, zoals
bijvoorbeeld Ruth Draper of Charlotte
Kohier doen, doch reproduceerde zonder
enigerlei transformatie de overpeinzingen
van het meisje Else met de weerklank
daarin opgenomen van de andere sprekende
personen. Men had enige tijd nodig om hier
aan te wennen, vooral omdat zij de uit ver
veling en nutteloosheid levensmoede stem
ming van het begin tot uitdrukking bracht
door een onverschillige eentonigheid.
Naarmate de nerveuze spanning toenam,
steeg ook de fascinerende geladenheid van
dit hardop-denken, totdat men aan het slot
een schok van ontroering kreeg. Ook hier
toonde zich het meesterschap door de be
perking tot het wezenlijke. Elisabeth Berg
ner bedrijft de kunst van het voorlezen tot
in de verste perfectie, door elke bedoeling
ran de schrijver te achterhalen en zich
daarnaar te richten, zonder toevoeging van
pathos of uiterlijk commentaar. Door nau
welijks merkbare variaties in klankdosering
en tempo gaf zij een als het ware muzikaal
Kinderbewaarplaatsen kunnen
altijd speelgoed gebruiken
Maandag en wij vermoeden in heel
wat gezinnen reeds morgen zullen vele
kinderen in Haarlem en omgeving hun
speelgoedvoorraad door gulheid van de
„goedheilig man" in meerdere af mindere
mate uitgebreid zien. Het gevolg van het
bezoek van de Sint is dan meestal, dat hier
een pop of een Teddybeer en daar een
karretje of een hoepel worden „afgedankt".
Zulk overcompleet speelgoed kan echter
nog zeer goede diensten bewijzen in de
kinderbewaarplaatsen.
Zoals ieder jaar doet mevrouw A. van
Gelukvan Dooren ook nu weer een be
roep op de ouders om eventueel overtollig
speelgoed voor dat doel af te staan. Even
sen briefkaartje of een telefoontje naar
Zeeweg 24, Overveen, Tel. 23707 en het
wordt afghaald.
(Adv.)
TONEELVOORSTELLING TEN BATE
VAN DE STILLE ARMEN.
„Als ze liever zouden sterven dan naar
een armenhuis te gaan, dan moeten ze
maar sterven!" zegt Scrooge, de hoofdper
soon uit „Een Kerstlied in proza" van
Charles Dickens ergens. Doch men weet
het waarschijnlijk wel, tenslotte laat hij
zich onder invloed van de beelden uit zijn
herinnering tot naastenliefde bekeren.-
Het is een aardige gedachte van me
vrouw J. van Kampenvan den Brink
om met een gezelschap leerlingen en oud-
'eerlingen van middelbare scholen een
voorstelling van de toneelbewerking van
dit verhaal door Eduard Veterman in de
Haarlemse Schouwburg te geven (op
Maandag 19 December) ten bate van de
Stille Armen.
aandoende uitdrukking van innerlijke be
wogenheid.
Waarschijnlijk bracht een zeer verklaar
bare behoefte aan positievere levenswaar
den haar tot de voordracht van een aantal
fragmenten uit het Oude en Nieuwe Testa
ment, waarin men echter de onmiddellijk
overtuigende samenhang miste, die nodig
was om meer dan koele bewondering op
te brengen. Het laatste verhoor van Jeanne
d'Arc, uit het bekende stuk van Shaw, be
tekende een sterke anti-climax, omdat deze
tekst een geprononceerd dramatische uit
beelding behoeft. DAVID KONING
Stichting Bioembollen-
demonstratietuin
De beplanting van „Treslong"
voltooid
Dezer dagen vergaderde het bestuur van
de Stichting die namens de Alg. Vereni
ging voor Bloembollencultuur het beheer
voert over de Demonstratietuin die door
het Centraal Bloembollen Comité op het
terrein Treslong aan de Weeresteinstraat
in Hillegom is aangelegd.
De aanleg was zo deelt Bloembollen
cultuur mede in het begin van de zomer
voltooid en van 1 September af zijn de
daarvoor bestemde stroken en vakken met
bloembollen beplant. Een groot aantal
vakgenoten heeft voor deze beplanting
bloembollen in grote verscheidenheid af
gestaan, in totaal zijn bijna 48.000 bollen
in ruim 700 variëteiten gerangschikt. In
borders aan de voet van met zorg geko
zen, in het vroege voorjaar in blad staan
de en bloeiende heesters, zijn honderden
variëteiten van narcissen en tulpen in
touffes geplant, waarbij een opvolgende
en aaneensluitende bloei is verkregen in
kleuren van de grootste variatie. Op
randen en vakken in de meer regelmatige
aanleg zijn vroege tulpen en hyacinten in
vele soorten aangebracht, waarbij op ge
lijktijdige bloei en kleureneffect is gere
kend. In de gazons is allerlei voorjaar
bijgoed geplant, terwijl de speciaal voor
dit doel ontworpen grote rotstuin met
waterval de geëigende plaats bleek te
zijn voor het tegenwoordig zo uitgebreide
sortiment der botanische soorten van tul
pen, narcissen, crocus en ander bijgoed.
Om te voldoen aan het verzoek om ook
een aantal, nog niet in de algemene han
del zijnde nieuwe aanwinsten met waarde
voor tuinversiering te demonstreren, is
ook een aparte border ingericht. Hier staan
150 nieuwe soorten uiteraard in kleine
touffes.
De planterij is door goed weer begun
stigd, de gazons die van de droge zomer
nogal geleden hebben, zullen in het voor
jaar goed zijn; het bomen- en struikplant
soen is merendeels goed aangeslagen en
aan de groei gekomen. De omvangrijke
etiquettering is besteld, de reclame voor
het bezoek wordt voorbereid. De opening
van de tuin kan met vertrouwen worden
tegemoetgezien tegen het voorjaar.
H.O.V. met Frans programma
Luctor Ponse piano-solist
De abonnés van Serie C konden Vrij
dagavond weer bijzonder tevreden zijn.
Toon Verhey had een belangwekkend
programma van Franse muziek voorbereid
en solist was de fijnzinnige pianist Luctor
Ponse. Er is deze avond weer uitstekend
gemusiceerd; het orkest, op volledige
sterkte (er was zelfs een contrafagot)
klonk doorgaans prachtig.
In Luctor Ponse trof men een solist die
niet als virtuoos kwam domineren, maar
die met Toon Verhey en het orkest muziek
kwam maken, zoals hij het doen zou bij
een optreden als kamermuziek-speler, wat
hij wel in eerste instantie is. Hieraan was
het te danken, dat door een uiterst deli
caat samenspel, de „Ballade" voor piano
en orkest van Gabriël Faui-é een zeldzame
indruk maakte en dat de „Fantasie" van
Debussy (een nagelaten werk dat echter
reeds in 1889 gecomponeerd werd) als een
rijk getint Symphonisch Gedicht 'n klank
geheel vormde, waarin de pianist, hoewel
virtuoos, een der partijen vervulde.
Men hoorde dus een solistisch program
ma zonder uiterlijk bravour, maar des te
rijker en voornamer van betekenis en van
verklanking. Toch is de „Ballade" van
Fauré een muzikale monoloog voor de
solist (waarbij men aanvankelijk aan
Schumann denkt en pas later de specifieke
eigenschappen van de Franse romanticus
Fauré herkent), maar wanneer de delicate
orchestrale omlijsting zo volkomen afge
stemd is als ditmaal het geval was en de
solist bij de geest van het werk blijft, wat
Ponse voortdurend deed, wordt het een
heerlijk stuk intieme kunst.
Hoe het komt dat dit werk van Fauré
en ook de „Fantasie" van Debussy zo wei
nig gespeeld worden, is door de hierboven
genoemde karakteristieken verklaard. Te
groter is dan de verrassing hunner sterke
artistieke werking, wanneer zij welbegre
pen en met zuivere overgave ten gehore
gebracht worden. En hiervoor mogen wij
Luctor Ponse en Toon Verhey wel van
harte dankbaar zijn.
Het orkest was al direct goed op dreef
met de vertolking van Debusy's „Prélude
a l'aprèsmidi d'un faune", waarin de fluit-
solist een prachtige toon ontwikkelde.
De „Valses nobles et sentimentales" van
Ravel vormen, in de geraffineerde orches-
tratie, een buitengewoon zware opgave.
Hoezeer de kwaliteit van ons orkest
vooral van de blazers vooruitgegaan is
sinds de jaren vóór de oorlog, toen Verhey
het werk voor het eerst met de H.O.V.
vertolkte, bewees ons de uitvoering van
nu, die, al moge zij hier en daar nog enig
tekort aan zuiver klank-evenwicht tonen,
over het geheel een doorleefd begrip van
deze precieuse en hartstochtelijk bewogen
moderne muziek laat horen. Er is, met een
verhoogde zin voor samenspel, een merk
waardige klaarte in de orkestklank geko
men. Dit te ervaren bij een zo veeleisend
werk is zeer verblijdend.
Een brillante uitvoering van het onvol
prezen orkestwerk van Dukas „l'Apprenti
sorcier" besloot de avond.
JOS. DE KLERK.
Bij Koninklijke Besluit is benoemd tot
kantonrechter-plaatsvervanger in het kanton
Haarlem mr. M. Stokvis, substituut-griffier
bij het kantongerecht.
Winstdeling bij de Hoogovens
Onder voorbehoud van goedkeuring dooi
de Rijksbemiddelaar zullen de IJmuidense
Hoogovens over het boekjaar 19481949
tot winstdeling ten behoeve van het per
soneel overgaan. Dit brengt voor het per
soneel nog voor het einde van het jaar een
uitkering met zich mede van 4 van het
jaarloon.
Nachtdienst apotheken
HAARLEM: Bos en Vaart-Apotheek, Bos
en Vaartstraat 26, telefoon 13290: Apotheek
Florijn, Grote Houtstraat 78, telefoon 10500:
H. Remmers en Zoon, Kruisstraat 6, telefoon
10354; Noorder-apotheek, Jan Gijzenkade
181, telefoon 23821.
HEEMSTEDE: Apotheek Schotsman. Bin
nenweg 206208. telefoon 28320.
BLOEMENDAAL: Bloemendaalse apotheek,
Bloemendaalseweg 85.
ZONDER VOORKENNIS VAN DE REGERING"
Besommingen dekten exploitatiekosten niet
Tegenover vertegenwoordigers
-n-t-mirtorcnraani'ïatiPK. de Unie
Na ampel overleg heeft de vereni
ging van reders van vissersvaartuigen
te I.Tmuiden, tijdens een algemene
ledenvergadering, besloten dat, behal
ve de reeds voor de eerstvolgende reis
met kolen en ijs geladen schepen,
geen der trawlers van haar leden
meer zal uitvaren. Vrijdagmorgen
heeft de heer J. C. Pronk van dit be
sluit officiëel mededeling gedaan,
zoals wij gisteren nog in het kort kon
den melden.
Gevallenen in de strijd tegen
Japan worden herdacht
De Nederlands-Indische Bond van ex-
krijgsgevangenen en -geïnterneerden
(Nibeg) zal op Zaterdagmiddag 9 December
in Den Haag een bijeenkomst houden ter
herdenking van alle landgenoten, die in
de strijd tegen Japan het leven hebben
verloren.
De Grote of St. Jacobskerk is er voor be
schikbaar gesteld. De Koningin heeft het
voornemen de bijeenkomst bij te wonen,
evenals de minister-president Drees. Ook
zullen de meeste ministers aanwezig zijn,
alsmede vertegenwoordigers van de gealli
eerden, met wie Nederland de strijd tegen
Japan heeft gevoerd. Vele sprekers zullen
het woord voeren; daarna zullen de geno
digden op het stadhuis worden ontvangen.
De herdenking zal voortaan ieder jaar
gehouden worden.
Het besluit van de redersvereniging om
de trawlvisserij te beëindigen heeft de
Zuidzijde in „rouw" gedompeld. Triest en
verlaten ligt de vissershaven onder een
loodgrijze hemel.
DE C. C. D. IN OCTOBER.
Ambtenaren van de Centrale Controle
Dienst maakten in October 1715 processen
verbaal op. Hierbij waren 2267 verdachten
betrokken, van wie er 53 in bewaring wer
den gesteld. De meeste overtredingen wer
den geconstateerd op het gebied van de
akkerbouwproducten, namelijk 653. Voorts
nam men in de vee- en vleessector 409 ver
grijpen waar. Het aantal geconstateerde
overtredingen op pluimvee-, tuinbouw- en
zuivelgebied bedroeg respectievelijk 285,
235 en 213.
Onder meer werden in beslag genomen:
23.348 kg granen, zaden en peulvruchten,
2197 kg vlees en spek, 1059 kg kaas, 3555
eieren, 2 kalveren en 16 varkens.
Harde noot
Wij hebben Woensdagmiddag elf leeu
wen een harde noot zien kraken. Het
waren elf Oranje-leeuwen in zwarte
broekjes en witte hemden gestoken, die
tot taak hadden in de oefenwedstrijd
van het voorlopig Nederlands elftal
tegen Djurgaarden deze Zweedse club
een verpletterende nederlaag toe te
brengen. Het was trouwens helemaal
nogal een beestachtig gedoe, want Djur
gaarden betekent diergaarde, al moest
dit volgens het programma niet verward
worden met onze Artis.
Dit programma hebben wij overigens
met veel belangstelling doorgekeken. Wij
vonden er een stukje in, overgenomen
uit de Telegraaf, dat meldde: „Er is grote
kans, dat de reserve-speler Stig Anders-
son, een tweelingbroer van Hans Anders
son, zal worden opgesteld. Het is niet
uitgesloten dat de Zweden zodoende een
psychologisch stunt je zullen uithalen.
Het moet namelijk een eigenaardige ge
waarwording zijn een speler op je af te
zien komen, die j j zojuist ver achter je
hebt gelaten. Het is daarom goed dat de
Zweden met rugnummers zullen spelen."
Het ware naar onze mening nog beter
geweest de Zweden met buiknummers
te doen spelen, opdat de Nederlandse
spelers niet voortdurend tot teruglopen
verleid zouden worden, om te zien of zij
nu Stig of Hans hebben gepasseerd.
Voorts wist het programma nog te ver
tellen: „De mid voor Jeppsson schittert
ook op ander gebied dan het groene veld,
want 's morgens speelt hij tennis en doet
dit zo goed. dat hij menig prijsje als het
ware tussen de bedrijven van het voet
bal door in de wacht sleept." In de rust
zogezegd. In Amsterdam schitterde hij
echter door afwezigheid en zijn plaats
werd ingenomen door S. Carlsson, die,
alweer volgens het programma, reeds
eerder het bewijs heeft geleverd uit het
goede voetbalhout gesneden te zijn.Voet-
balhout is voetbalhout, maar aan deze
boom van een kerel zal nog wel wat
geschaafd moeten worden. Iets voor Ter
louw!
Nu willen wij niet dit hele stuk aan
het programma besteden, want gij zoudt
dan kunnen menen, dat wij in het geheel
niet bij de wedstrijd aanwezig waren.
Wij zijn er wèl geweest en onze kapper,
die ons voor deze hoogtij schoor, zei af
gunstig: „U hebt toch maar een bruin
leven." Dit gekleurde aspect van ons
bestaan was ons eerlijk gezegd nog ont
schoten.
Reeds bij het binnenschuifelen tussen
de dertigduizend toeschouwers bleek ons
dat deze massale keuze-commissie geen
hoge verwachtingen omtrent het spelpeil
koesterde. Zowel het particuliere leven
als de lichaamsbouw der onderscheiden
voetballers stonden namelijk (over
drachtelijk) bloot aan krasse vooroor
delen. Alleen Lenstra ontkwam daar
aan, want toen werd aangekondigd dat
deze heer uit het veen niet de rechts
buitenplaats zou bezetten, voer een te
leurgestelde zucht door de stenen bad
kuip. Nooit hoorden wij „Aaaaahhhhh"
zo snel in „Hhhhhaaaaaa" veranderen
als toen de luidspreker meedeelde dat
Abe een functie op de linkerwing zou
vervullen.
Zachte dood
Toen eindelijk de elftallen het veld
opgedraafd waren en de toss alras werd
verloren, bleken de Zweden onbeleefde
gasten, want zij stelden zich op met de
rug naar ons toe. Na de rust echter her
stelden zij deze kleine ongemanierdheid.
Het spel ging gelijk op, want beide par
tijen bleken overwegend sterker. Jam
mer genoeg slaagde niemand er voor de
pauze in een goal te stoven.
Opvallers in de Nederlandse ploeg
waren de heer Steenbergen uit Rotter
dam, die de bal nog niet had kunnen
raken al was het leder zo groot geweest
als het Stadion zelf en de heer Van Geen
uit Scheveningen, die op de middenvoor
plaats zijn naam alle eer aandeed, wan
neer het op doelpunten aankwam. De
Spartaanse heer Rienus Terlouw over
trad op behendige wijze voortdurend
het Binnenaanvaringsreglement en de
heer Van Schijndel viel voornamelijk
op door de herfsttinten van zijn haardos.
Onze buurman (zesde van links op de
foto) zei van hem: „Dat zou een knap
schot van die rooie zijn geweest, als het
van die rooie was geweest."
De heer Piet Kraak uit IJmuiden bleek
zich bijzonder in de gunst van de dertig
duizend-koppige massa te mogen ver
heugen. Telkenmale wanneer hij een
been verroerde, zei een ieder opgetogen:
„Daar heije Piet, onze Piet", hetgeen
volmaakt overbodig was, want er hing
geen mist.
Tenslotte vormde Lenstra mede door
zijn luizenbos een hoofdstuk op zichzelf.
Iedere keer als hij machtig uit zijn slof
schoot, bleek weer hoe deze man met
zijn hoofd voetbalt. Minder apprecieer
den wij daarom 't stedelijk superioriteits
gevoel van de Amsterdammer die achter
ons zat en die minachtend over het
pastorale aspect van de Us Abe, üs mens,
üs Fries, üs voetballer sprak, door zijn
gangen te kenschetsen met: „Moet j'um
zien sjouwe, die boer" telkens wanneer
hij zijn plaats op de plattegrond verliet.
Het publiek wenste blijkbaar feilloos
voetbal voor zijn geld, want iedere keer
wanneer een minder intelligente schop
een meter naast de bedoelde plaats be
landde, sloeg mèn aan het loeien en de
sympathie over naar de Zweden. Wat de
mannen uit het land van de sakerhets-
tandstickör betreft, viel tussen rechts
half Stenman en onze Bertus Caldenhove
een overeenkomst op, die zich hoofdza
kelijk baseerde op het gebrek aan be
bossing van hun schedels. Onze buur
man zei dan ook fijntjes: „Die kale zal
strakkies nodig se harses moete wasse!"
toen Stenman met veel hoofdelijke om
slag het bruine monster het veld injoeg.
De heer A. Blomqvist (een lekker bek-
kie) demonstreerde een grote kunde in
het doodmaken van de bal. Eerbied voor
het kadaver was er voor hem niet bij,
want hij knalde het zonder begrafenis
hemelwaarts, als wilde hij zeggen: „Ga
en verwijder U".
In het algemeen genomen kan worden
vastgesteld, dat de keepers onvoldoende
switchten. Wil men voorts werkelijk
met een offensieve speerpunt krassen
maken op het glanzende parket van een
defensie, dan dienen de voorwaartsen nu
en dan het veld te verlaten teneinde ter
Op het Zondagmiddag-abonnements
concert van 4 December worden
composities van Wagner en Berlioz
uitgevoerd. Des avonds speelt het
„Quatuor de Saxophones" uit Parijs
in de kleine zaal onder meer werken
van Scarlatti en Glazounof.
Dinsdag heeft er in het Concertge
bouw een volksconcert plaats, waar
aan de violiste Louise Wijngaarden
medewerking verleent en Woensdag
is Cor de Groot solist ter vertolking
van het pianoconcert van Tsjaikofski.
Onder leiding van Eduard van Bei-
num wordt dan ook de Vijfde Sym-
phonie van Badings ten gehore ge
bracht.
Het gamelan-gezelschap Babar La-
jar kan men beluisteren op Zondag-
In de hoofdstad uit
middag in het Indisch Instituut, waar
men ook allerlei wetenswaardighe
den aantreft betreffende de overzeese
gebiedsdelen.
Hedenavond wordt een spectacle-
coupé ten tonele van de Stads
schouwburg gebracht ter viering van
het 75-jarig bestaan van de Toneel
school, waaraan vele tonelisten van
de oude garde en van de tegenwoor
dige generatie medewerken. Het
Jeugdtheater in de Kleine Komedie
speelt op de eerste twee Zaterdag
middagen van December „De Won-
derklokken" onder regie van Rob
Geraerds.
In Corso draait een nieuwe film van
Willi Forst: „Mijn moeder en ik" en
in City een Weense ballade met de
titel „Annie", op muziek van Robert
Stolz. Wie meer van sterke mannen
dan van Duitse vrouwen houdt, moet
naar Tuschinski gaan waar Humph
rey Bogart een hoofdrol vertolkt in
„Key Largo" of naar Alhambra waar
Robert Montgomery onder eigen re
gie optreedt in „Hinderlaag".
versterking in het restaurant een glaasje
chocomel te gebruiken. Komen zij iets
later vermomd als Kerstman per arreslee
terug dan kunnen zij met een ferm ge
baar de grendel van de verdediging
openen. De Zweedse eerbied voor folk
lore moet in dit verband niet worden
onderschat. Dit lijkt óns nu een fijn
psychologisch stunt je.
Samenvattend moet worden gezegd:
„Fantasie, fantasie en nog eens fantasie."
En nog eens fantasie, als u het wilt. Wil
men werkelijk de kamermuziek van de
tegenstanders met donderende pauken
slagen overstemmen, dan is er maar één
manier: men ontneme de scheidsrechter
zijn fluit en sla hem krachtig in het ge
zicht. Terwijl de man dan bezig is het
brilleglas uit zijn ogen te halen, kunnen
de toeschouwers het veld opkomen en de
tegenpartij in de pan hakken. Daarna
doet men, alsof er niets gebeurd is.
En nog één waarschuwing. Het roer
van ons voetbal moet radicaal om. Waar
om wil men toch steeds die doorbraak
naar rechts? Men zal dienen te beseffen
dat alleen het verlaten van de anti-revo-
lutionnaire basis in ons spel tot resul
taten kan leiden. Geen halfslachtigheid
meer!
N BOEDA.
van de
arbeidersorganisaties, de Unie Verkeer, de
Vishandel en het trawlbedrijf verklaarde
de heer Pronk Vrijdagmorgen dat de
IJmuidense reders noodgedwongen deze
stap hebben ondernomen en dat zij geen
enkele groep of instantie een verwijt
maken van de omstandigheden waardoor
de trawlvisserij niet meer in staat is haar
bedrijf uit te oefenen. Als gevolg van de
hoge kolen- en ijsprijzen en andere zware
lasten die op het bedrijf rusten, is enige
dagen geleden reeds een achttal schepen
uit de vaart genomen. Daar Duitsland het
contingent van 100.000 dollar, dat zij op de
handelsbalans heeft staan, nog niet wenst
aan te spreken en ook naar Frankrijk en
België geen verse vis kan worden uitge
voerd, werden de exploitatiekosten niet
door de besommingen gedekt. Hoewel in de
maanden November, December en Januari
altijd een terugslag in het trawlbedrijf
valt te constateren heeft de huidige situatie
zich nog niet eerder voorgedaan.
Desgevraagd verklaarde een verte
genwoordiger van de Unie Verkeer
dat zijn organisatie geen principiële
uiteenzetting van haar standpunt kon
geven en betreurde het dat de Unie
Verkeer niet vantevoren over de te
nemen stap was ingelicht. „Wij ne
men geen genoegen met deze summie
re mededelingen. Wij zullen ons in
eigen kring over ons standpunt bera
den en die maatregelen nemen, waar
door de belangen van onze werkne
mers worden beschermd".
Door het besluit van de IJmuidense reders
worden 6 a 700 vissers, ruim 200 vis-
knechis en 200 havenarbeiders gedupeerd.
Bovendien zullen ook de nevenbedrijven,
als daar zijn de conservenindustrie en de
ijsfabrieken een gevoelige klap krijgen.
Voor de opvarenden bestaat een wacht
geldregeling, variërend van 2 tot 13 we
ken, naar gelang de diensttijd en de reders
verklaarden zich stipt aan deze arbeids
overeenkomsten te zullen houden.
Zonder voorkennis van de regering
De heer Pronk deelde verder nog mee
dat de beslissing is genomen zonder voor
kennis van de regering en voegde daaraan
toe er van overtuigd te zijn dat de rege
ring de noden van het IJmuidense trawl
bedrijf bekend waren. Op een vraag of de
regering aan deze toestand een eind zou
kunnen maken antwoordde de heer Pronk:
„Dat kan ik niet beoordelen".
Over de ontwikkeling van de huidige
situatie konden geen inlichtingen gegeven
worden. „Wij bevinden ons op een onbe
kend terrein, dat wij nog niet hebben kun
nen verkennen", aldus de heer Pronk.
Men was in rederskringen van mening
dat de onlangs in werking getreden op-
vangregeling er in belangrijke mate toe
heeft bijgedragen dat het hoogtepunt van
de crisis niet eerder is bereikt.
Jong en oud verdiepen zich in zwaar
wichtige discussies. De meningen zijn ver
deeld, maar de meesten zien de toekomst
somber in, zoals deze varensgasten.
't Hoogtepunt van 't feest
is de filmvoorstelling verzorgd door
Filmbedrijf „CEBUFA"
Uil het Bloembollenbedrijf
Bespreking over de C.A.O.
In een bespreking, welke plaats vond
tussen de organisaties van werkgevers*en
werknemers in het Bloembollenbedrijf, is
in gemeenschappelijk overleg besloten de
opzeggingsdatum van de C.A.O. van 1
December 1949 te verschuiven naar 1
Januari 1950.
Dit besluit is genomen, omdat de toe
stand op het gebied van lonen en prijzen
niet voldoende duidelijk is, om thans reeds
een definitief standpunt inzake de lonen
voor het contractjaar 1950-1951 te bepalen.
Wel was men algemeen van oordeel, dat
een compensatie voor de stijging van de
kosten van levensonderhoud tengevolge
van de devaluatie, in de vorm van een
loonsverhoging noodzakelijk is.
Het werd echter wenselijk geacht de
beslissing over het al of niet opzeggen van
de C.A.O. aan te houden, totdat het resul
taat van de besprekingen, welke momen
teel over het probleem van de lonen en
prijzen tussen de regering en de Stichting
van dc Arbeid worden gevoerd, bekend is.
In dezelfde bespreking is tevens aan
dacht geschonken aan enkele andere pun
ten in de C.A.O.
Door de arbeidersorganisaties zijn enige
wijzigingen voorgesteld, terwijl ook de
werkgeversorganisaties enkele voorstellen
hebben gedaan.
Besloten is de wederzijdse voorstellen
in eigen kring te bespreken, waarna om
streeks half December opnieuw een bij
eenkomst zal worden gehouden.
Voor dc Tuinbouwstudicclub ..Haarlem"
en de afdeling Haarlem van dc Koninklijke
Nederlandse Maatschappij voor Tuinbouw en
Plantkunde zal de heer J. A. Dorresteijn on
Donderdag 8 December in restaurant Brink-
mann spreken over de parken in Haarlem,
de Haarlemmerhout en het dierenleven in den
Hout. Gekleurde lichtbeelden worden ver
toond.