In de Amerikaanse auto-industrie
is de concurrentie-strijd weer ontbrand
Waarom het was
De beplanting van de Haarlemse Dreef
Paviljoen Paradis
Zaterdag 25 Maart 1950
4
KLANT IS OPNIEUW KONING
(Fan onze correspondent in New York).
De deur bij de Amerikaanse automobiel
dealer staat weer wijd voor de koper open.
Er was een tijd, niet zo lang geleden,
dat achter die deur een uitsmijter stond.
Het was in de dagen waarin de vraag het
aanbod verre overtrof en de automobiel
handel gouden tijden beleefde. Hoewel de
dealer gebonden door het contract met
de fabriek niet meer mocht vragen dan
de officiële prijs, zoals die door de fabriek
was vastgesteld, waren er trucjes genoeg
om wat extra te verdienen. Vooreerst: u
had geen schijn van kans op een nieuwe
auto indien u geen oude ter inruil aan
kon bieden. Op die inruil-transactie werd
grof geld verdiend. Had namelijk uw oude
wagen op de tweede hands-markt een
waarde van zegge 750 dollars, dan offreer
de een dealer u met een stalen gezicht 400
dollars en u had maar te gehoorzamen.
Het ver\cl}il verhoogde zijn winst op de
totale transactie. De officiële provisie,
welke door de fabriek wordt toegestaan,
ligt tussen de 23 en de 25 procent, maai
de inruiltransactie verdubbelde in vele
gevallen de winst voor de dealer.
Een ander populair middel om het auto-
begerige publiek geld afhandig te maken,
was het optakelen van nieuwe wagens met
vele onnodige en dure accessoires, waarop
de winstmarge bijzonder hoog is.
Deze practijken behoren thans tot het
verleden. De productie is thans immers
bezig de vraag te overtreffen. Met andere
woorden, de klant is weer koning gewor
den en zijn oude wagen is een strategisch
wapen geworden in de hand van de eige
naar. De tijd van de onnodige accessoires
is geheel voorbij.
Iedere dealer ontvangt van zijn fabri
kant het „blauwe boek", waarin de prijzen
staan, die de fabriek juist acht voor oude
wagens, die ter ruil worden aangeboden.
De dealer is thans echter weer zo gebrand
op een verkoop, dat hij aan de candidaat-
koper van een nieuwe wagen voor zijn
oude karretje meer biedt dan de prijs in
het „blauwe boek" en de prijs op de
tweede-hands-markt.
Hij accepteert dus een verlies op de
inruiltransactie, maar doet dat graag, om
althans aan zijn trek te komen voor de
25 procent op de verkoop van een nieuwe
wagen.
Daarmede is het verkoopprobleem bezig
een acuut vraagstuk te worden en men
kan zeggen, dat de concurrentie weer in
alle heftigheid is ontbrand. Met nieuwe,
nog aantrekkelijker, modellen dan voor
heen, met „overdrives", met nieuwe auto
matische kopxjeling-constructies, moet het
publiek gelokt worden. De bedragen, die
REPRODUCTIES NAAR OUDE
EN MODERNE MEESTERS
KUNSTHANDEL
v HAARLEM-
VAGENWEG 102, m KOU GR. MARKT K. TEL.^2068
Mejuffrouw L. Danser is eén
kwarteeuw huisbezoekster
Het aantal zilveren jubilea dat bij de
Haarlemse vereniging tot bestrijding der
tuberculose in de loop der laatste jaren is
herdacht is groot. Vele bestuursleden en
leden van het personeel bleven de vereni
ging gedurende meer dan 25 jaar trouw.
Op 1 April zal mejuffrouw L. Danser de
dag herdenken waarop zij in 1925 haar
werkzaamheden aanving als huisbezoek
ster bij de vereniging.
Vroeger werden huisbezoeksters voor de
tuberculosebestrijding gekozen uit dames,
die zich door het volgen van een cursus in
Den Haag tot dit werk bekwaamd hadden
en zich na afloop van de cursus aan een
examen hadden onderworpen.
De toenemende groei der verenigingen
voor wijkverpleging maakte, dat speciaal
op het platteland, óók voor het tubercu-
lose-huisbezoek steeds meer gebruik ge
maakt moest worden van de diensten dei-
wijkverpleegsters.
Toen mejuffrouw Danser, na eerst een
jaar bij de zustervereniging in Velsen te
hebben gewerkt, in Haarlem haar arbeid
begon, had de vereniging vier huisbezoek
sters in dienst, alle „specifieke" huisbe
zoeksters. Thans werken hier vijf huisbe-
zoeksters, waarvan vier uit het verpleeg-
sterscopns afkomstig zijn.
Me' uw Danser, die steeds Haar
lem-" als werkterrein toegewezen
zag, h al die jaren -nauwgezet en met
doorzetringsvermogen haar moeilijke taak
volbracht, tot heil der aan haar zorgen toe
gewijde gezinnen. Ook de vereniging wist
dat zij op haar kon bouwen.
HOOFDPUNT
Mijnhardt Hoofdpijnpoeders. Doos 45 ct.
Mijnharde Hoofdpijntableuen. Koker 75 ct.
(Adv.)
aan adverteren besteed worden, lopen in
de tientallen millioenen dollars.
Goedkope wagen
Kaiser-Frazer, die zich in 1948 na
slechts twee jaren als fabrikant bestaan te
hebben op sensationele wijze opgewerkt
had tot de grootste „onafhankelijke" (dit
in tegenstelling tot de „grote drie": General
Motors, Chrysler en Ford, die ongeveer
85 procent van de Amerikaanse markt be
strijken) zag zijn verkopen in 1949 sterk
achteruit lopen.
Thans is Henry Kaiser terug in het ge
vecht met een nieuwe serie Kaisers en Fra-
zers. Geheel nieuw is echter Kaiser's jong
ste creatie: de laaggeprijsde wagen,
In Amerika zijn in de laatste jaren ein
deloze debatten gevoerd over de kansen
van een werkelijk goedkope wagen, die
zou zijn, wat oorspronkelijk de bedoeling
was van een auto, namelijk een snel en
efficiënt vervoermiddel.
Dat men van dit uitgangspunt nogal wat-
is afgeweken, is duidelijk wanneer men de
huidige pronkwagens met hun overdadige
luxe ziet. Kaiser komt nu uit met een
nieuwe wagen (de naam ervoor wordt
thans beslist in een prijsvraag met meer
dan 400.000 inzendingen), die ontdaan is
van overdadige luxe en die door vereen
voudigde constructieprincipes goedkoper
gefabriceerd kan worden, maar die toch
een practisch vervoermiddel blijft voor
vijf volwassen personen.
De nieuwe Kaiser zou naar keus gele
verd kunnen worden met een 4 of 6 cylin
der motor en zou het ongeloofwaardig lage
benzine-verbruik van 1 op 16 hebben.
„Johannes Passion"
in IJmuiden
De datum waarop het gemengd zangkoor
„Driehuis" in samenwerking met de Ken-
nemer Oratoriumvereniging de Johannes
Passion ten gehore zal brengen, is thans
officieel vastgesteld op V/oensdag 29 Maart.
De uitvoering geschiedt in de Nieuwe
Kerk aan de Kanaalstraat. De bekende diri
gent Piet Halsema heeft de leiding. Solis
tische medewerking verlenen Maria van
Uden, sopraan; Helna Kruyswij-k, alt; Henk
Meyer, tenor; Emile Linssen, bas. Betsy
Nederkoorn bespeelt het clavecimbel en
Gosse Kroese verzorgt de orgelbegeleiding.
Het orkestrale gedeelte is in handen van
het Symphonieorkest „Haerlem".
Een zo grootse muziekuitvoering brengt
financiële consequenties mee. In dit geval
heeft de gemeente Velsen zich niet onbe
tuigd gelaten en daardoor is het mogelijk
geworden dit werk aan de muziekliefheb
bers in Velsen en IJmuiden voor te zetten.
Presidente van Nederlands
Padvindstersgilde treedt af
Op 1 April houdt het Nederlandse Pad
vindstersgilde zijn algemene jaarvergade
ring in restaurant „Groenendaal" te Heem
stede. Mevrouw E. van den Bosch-De
Jongh, die twintig jaar presidente van het
N.P.G. is geweest, zal als zodanig aftreden.
Ter gelegenheid hiervan zal na afloop van
de vergadering een receptie worden ge
houden.
Ja, maar van
MOLENDBJK'S KAPSALONS
San (poort erplein 1 - Telefoon 19706
KORT VERHAAL DOOR STEVEN MARSING
Marian zat aan de tafel voor het raam,
met de zoemende naaimachine. Het felle
Licht er boven scheen indiscreet op de sta
pels ondergoed. Pim werd er even door
teleurgesteld, maar hij merkte het nauwe
lijks in zichzelf. Marian staakte het zwen
gelen aan de machine. „Dag", zei ze, op
ziend. Haar stem werd gesmoord door haar
tanden, waartussen zij een naald klemde.
Met haar leesbril op zag zij er kinderlijk
uit. Vertederend. Pim probeerde het on
dergoed weg te denken.
Ze keek hem aan, afwachtend, of hij
haar een zoen zou geven. Ze deed het al
tijd zo, niet opdringend en niet afwijzend.
Pim vond het prettig. Op dat ogenblik, bij
zijn thuiskomst, kon hij met volmaakte
willekeur besluiten. Soms zoende hij haar.
soms niet. Bepaalde reden was er meestai
noch voor 't een, noch voor 't ander.
Vandaag maar weer eens niet, maakte
hij voor zichzelf uit. Het was op dit ogen
blik van geheel ondergeschikt belang. Hij
liep toch naar de tafel toe en knipte de
staande lamp aan. Daarna deed hij het
grote licht uit.
Marian protesteerde zwakjes, maar hij
was erg overheersend. Rustig en verzekerd.
Ze vond hem haast indrukwekkend.
„Leg die rommel eens opzij", zei hij, met
tegenzin het ondergoed beziend. Er was
geen ontkomen aan. Braaf schoof zij de
kleren op de grond.
Pim - ging tegenover haar zitten op de
leuning van een stoel en zag haar peinzend
aan. Nu ging het komen. Hij moest sterk
zijn. Het kwam er op aan het zuiverste, dat
in hem was, te behouden.
Gelukkig was zijn weerbaarheid in vele
jaren sterk geworden. Toen Marian en hij,
nog voor de oorlog, dit huis hadden be
trokken, het huis, dat volgens hun eigen
aanwijzingen gebouwd was. hadden ze al
besloten, dat ze hier niet' meer zouden
weggaan. „Laten we daaraan vasthouden,
Marian. We zijn acht jaar van het ene eind
van de wereld naar 't andere gestuurd, en
we welen er alles van. Laten we nu ver
der voor ons genoegen leven, in plaats van
voortdurend meegesleurd te worden in.
die woedende jacht naar meer succes en
meer geld. We hebben nu dit huis en ik
verdien genoeg voor ons en de kinderen.
laten we verder rustig en gelukkig zijn, en
eens wat aandacht besteden aan dingen
van werkelijk belang". Op vele wijzen had'
hij- dat bij herhaling tegen haar betoogd,
ze had bij herhaling toegeknikt en ze
waren blijven zitten, genietend van hun
huis en van hun leven.
En nu, na- tien jaar, kwam de beproe
ving. Of nee, een beproeving was het eigen
lijk niet, Slechts de proef op de som.
„Ik heb ze natuurlijk mijn voorlopige
besluit al meegedeeld, maar ik wil het je
toch vertellen. Ze hebben me een plaats
aangeboden in de directie van ons kantoor
in Brisbane".
„O!"
„Ik heb natuurlijk gezegd, dat het niet
ging".
„Natuurlijk, ja".
„Dat hebben we allemaal uitgemaakt. Ik
bedoel, het is voor ons niet nodig er nog
over te praten".
„Nee".
„Ik ben blij, dat je het met me eens
bent".
„Dat spreekt toch vanzelf. We hebben
het over zoiets vaak genoeg gehad. O Pim,
het zou zo ontzettend zijn nu hier weg te
moeten. Je zou ook niet hoeven te den
ken, dat je ooit weer in dit huis terug kon
komen".
„Geen sprake van. We zouden alles wat
we aan goeds van ons leven gemaakt heb
ben, kapot slaan, alleen om wat meer geld
te verdienen. Allen uit ziekelijke verblinde
eerzucht.
„Ik ben zo gelukkig hier, Pim".
„We zijn allebei gelukkig hier".
„Ja".
„En ik vertik 't om een rad te worden
in die vervloekte economische machine. Ik
zal mijn eigen leven leiden. Daar hebben
we nu waarachtig toch wel recht op! De
kinderen zouden weer hier achter moeten
blyven.het gezin uiteengerukt. Als zij
maar bijkantoren hebben! O, ik haat dit
gedoe zo. Deze voortdurende jacht op geld!
We kunnen toch wel aanspraak maken op
een beetje geluk!"
„O Pim, wat heerlijk, dat we ze nu kun
nen weerstaan. Jij blijft bij dit werk, waar
je plezier in hebt en ze kunnen ons nog
veel meer vertellen".
Ze sprong op en kwam naar hem toe.
Met haar hoofd tegen zijn schouder drukte
ze hem tegen zich aan. Hij kuste haar
vluchtig op het haar. Ze voelde een vreem
de onbeweeglijkheid in hem. en keek op.
Toen liet ze hem met een zucht los.
Pim pompelde iets en beende ineens met R
grote passen de kamer uit. Terwijl ze de
stapel ondergoed van de grond oppakte,
vroeg Marian zich af, of het erg dikke in
Brisbane nodig zou zijn. Ze moest Gerda
eens opbellen, die had er gezeten. Voorlo
pig dit maar niet verstellen.
(Nadruk verboden)
Muziek
Jan Odé met Beethovens
vierde piano-concert
Het laatste H.O.V.-concert van serie B
had Vrijdagavond plaats, onder leiding van
Toon Verhey en met medewerking van de
pianist Jan Odé, hoofdleraar aan het Am
sterdams Conservatorium.
De eerste helft van de avond was aan
Beethoven gewijd en wel met twee sterk
contrasterende werken: de dramatische
ouverture „Egmont", waarin men de hand
van de kracht-figuur herkent die de
„Eroïca" schreef, gevolgd door het intiem-
poëtische vierde Klavierconcert, dat ons de
innig gevoelige romantische kant van Beet
hovens wezen toont. De meester moge dan
wel eens gezegd hebben, dat ontroering
alleen voor jonge dames past en dat de
muziek bij de mannen vuur uit de geest
moet slaan, maar toen hij deze zin,, die eon
gevleugeld woord zou worden, uitsprak,
heeft hij er voorzeker niet aan gedacht,
dat hij hem vaak zelf zou logenstraffen.
Het Piano-concert in G is er niet minder
sterk en verheven om, nu het zo ontroe
rend mooi is en over hét geheel zo'n innig
gevoelig karakter draagt. Zo tussen het
stoere derde en het "heroïsche vijfde .in, is
het een verrukkelijk klankmonument van
intieme en edele poëzie. Deze karakteris
tiek werd door Jan Odé en niet minder
ook door Verhey uitnemend belicht in
een vertolking, die de kamermuziekstijl
nabij kwam. Ook in de grote cadens wist
Odé die delicate manier van musiceren bij
te houden. En de zo sterk contrasterende
dialoog in het Andante, tussen het wils
krachtige motief van het orkest en de fra-
zen van de piano, die tenslotte gaat over
heersen, wekte een beklemmende geheim
zinnige sfeer. Hoe opgewekt kon daarna
het zonnig-blije Rondo klinken! Al bleef
ook daar bescheidenheid domineren.
De dramatiek van de Egmont-ouverture
werd door Verhey met een weloverwogen
climax aangebracht. Op het dramatisch
hoogtepunt liet de dirigent zelfs de uiterst
geladen stilte met veel effect meespreken.
En dan mocht de zege-fanfarevnaar harte
lust „vuur slaan" in de apotheose van de
vrijheid, die door de finale bedoeld wordt.
Een klare en treffende interpretatie!
Na de pauze ging de symphonie in g van
Mozart, die men kan aanvoelen als de
„Danse macabre" van cle moester, maar
die men in de eerste plaats bewondert om
haar evenwicht van vorm en haar rijke
muzikale inhoud. Verhey zorgde met het
orkest voor een duidelijke herschepping,
zonder een romantische interpretatie te
willen opdx-ingen. 't Is het beste wat hij
doen kon:" Mozart zelf te laten spreken. En
dat was genoeg om aan dit laatste concert
van serie B een heerlijk besluit te geven.
JOS. DE KLERK.
Ter gelegenheid van het 70-jarig be
staan der Nederlandse Vereniging voor
Tekenonderwijs wordt op 14 en 15 April te
Amsterdam een twee-daags congres gehou
den. Vier deskundigen zullen de waarde
van' het tekenonderwijs belichten. Van 15
tot en met 23 April wordt in de zalen van
„Arti et Amicitiae" een tentoonstelling van
tekeningen gehouden, ten doel hebbende
een beeld te geven van het hedendaags
tekenonderwijs in Nederland in al zijn ge
ledingen.
In 1943 hebben de Duitsers de uit 1633
daterende 1300 kg. wegende luidklok op de
begraafplaats te Giethoorn weggehaald. De
klok is na de bevrijding zwaar beschadigd
in Hamburg teruggevonden, Zij is thans
hergoten en zal weer in de kloklcestoel op
de begraafplaats gehangen worden.
Passagierslijsten
troepenschepen
Op onze kantoren ligt ter inzage de
3 gecombineerde passagierslijst van de
3 „Fairsea". „Goya" en „Somersetshire",
i welke respectievelijk op 4, 8 en 11 April
5 met militairen uit Indonesië in Rotter-
5 dam zullen aankomen.
De hele dag speelden clowntje Rick en Bunkie in de speelkamer. Er was daar ook
zoveel leuks! Zoveel speelgoed had Rick nog nooit bij elkaar gezien. Telkens hielden
ze zich weer met iets anders bezig; er waren ook auto's en spoortreintjesen dat vond
Rick helemaal prettigZe reden er de hele kamer mee rond en hadden een plezier
van belang! Maar Rickdie de vorige nacht op de boomtak niet zo heel gemakkelijk
had gelegen, begon op een ogenblik slaperig te worden. Hij geeuwde elke keer en hij
iverd moe. 't Was ook zo'n leuke dag geweest en ze hadden zo druk gespeeld! Beertje
Bunkie zag dat wel. „Het begint al avond te worden", zei hij. Zullen we maar gaan
slapen? Dan spelen we morgen weer verder!" „Nou graag!" zei Rick. „Maar waar
moeten we slapen?" Kom maar mee", zei Bunkie. „Dan zal ik 't je laten zien!"
Voorjaarsstemrning in het Vondelpark. Op zachte dagen is er al veel belangstelling
voor een plaatsje in de zon op het terras van de rotonde.
De directeur van de Hout en Plantsoenen
wil
het brede wandelpad handhaven
In ons onderhoud dat wij met de heer
J. A. Dorresteyn, de directeur van de
Hout en de Plantsoenen te Haarlem, had
den over de bomen in het stadsbeeld, werd
medegedeeld dat op de Dreef populieren
tussen de linden zijn geplant. Dit is ge
daan omdat populieren sneller groeien,
daardoor bereikt kan worden, dat de Dreef
zich binnenkort zal kunnen verheugen in
het bezit van flink uitgegroeide bomen.
Wij ontvingen een brief van de beer A.
H. F. v. d. Colk te Haarlem, waarin hij
schrijft:
De Dreef was, toen er nog iepen stonden,
een waardig en mooie toegangsweg tot de
stad. De huizen werden vrijwel onttrokken
aan het gezicht door de zware bomen.
Evenzo het gezicht op de stad.
Hoe is het thans nu de iepenziekte die
oude bomen heeft doen verdwijnen? Bij
Dreef zicht staande kan men de stad al zien.
De verkeersweg, met de parallel lopende
fietspaden en wandelpad maakt een in
druk van een verkeersweg buiten een stad
gelegen. Schijnbaar kan het niet anders.
Er zijn bomen geplant en nu moet de toe
komst het doen. Het is de bedoeling om
later, als de linden eenmaal uitgegroeid
zijn, de populieren weer te rooien. Maar ik
ben overtuigd dat, ook al zijn de linden
volwassen, de Dreef niet hetzelfde schil
derachtige beeld kan bieden als toen. er
iepen stonden.
Veel aantrekkelijker zou het beeld van
de Dreef worden als het brede wandelpad
tot de helft versmald werd en de stroken
gras onder de bomen beplant zouden wor
den met flink groeiende bloemstruiken,
zoals Forsythea. Ribus, Malus, Jasmijn,
Sneeuwbal, Spiraea enzovoort. Hier en
daar zou men dan een doorkijk moeten
laten voor de op een bank rustende wan
delaar. Dan zouden de vele parallel
lopende lijnen .worden weggewerkt en een
vriendelijk aspect verkregen worden. Nu
kan het nog jaren duren voor de Dreef
aantrekkelijk wordt.
Ook op de rotonde op het Plein zouden
bomen, vooral grote, geplant kunnen wor
den. Dan zou daar een oase komen in de
omgeving van louter huizen en asfaltwegen.
Het zou goed aansluiten bij de prachtige
eiken die aan de Baan staan.
Nu nog iets zo besluit de heer v. d.
Colk over de vernielingen aan de plant
soenen door de schooljeugd. Vele kinderen
kwamen bij mij om bladeren van bijzon
dere heesters vragen voor hun herbarium.
Deze kinderen doen niet meer mee aan de
vernieling. Met andere woorden: bestrijdt
de vernieling door meer liefde voor de
natuur te wekken. Schrijf op dit gebied een
wedstrijd uit op de scholen in het op naam
stellen van heesters en bomen. Laat de
kinderen desnoods in de plantsoenen wat
blaadjes plukken, daarvan gaan de bomen
en heesters niet dood. Slaagt zo'n wed
strijd, dan hebben wij weer een goede stap
gedaan in de richting van de bestrijding der
vernielzucht!
Wij bespraken de punten die hij aan
voerde met d.e heer Dorresteyn, die ver
telde:
Het denkbeeld het wandelpad te ver
smallen is al eens eerder geopperd. Tegen
toepassing had ik ernstige bezw;arén en
het gemeentebestuur heeft zich daarbij
aangesloten. Het wandelpad is altijd zo
breed geweest en daarvoor was (en is nog!)
een goede reden. Als het mooi weer is
vooral op Zondag, trekken duizenden uit de
stad naar de Hout. Als zij eenmaal op dat
wandelpad zijn, voelen zij zich in de vrije
natuur. Zij lopen en drentelen rustig, zich
niet bekommerend om het verkeer van
auto's en fietsen. Zo moet het blijven. Als
het pad smaller gemaakt wordt zou het op
drukke dagen de stroom wandelaars niet
kunnen verwex-ken, waxxt men loopt daar
immers in twee richtingen.
Bovendien zouden heesters het aesthe-
tisch beeld van de Dreef niet verhogen.
Het vrije uitzicht op het mooie Paviljoen,
het veld daarvoor en het Florapark, moet
behouden blijven.
De bomen aan dé Dreef zullen in het
komende voorjaar wel meevallen. Vooral
de populieren doen het al aardig. Trou
wens de linden ook, maar die moet men
meer tijd gunnen. De linden zullen
door de tijd niet behoeven onder te doen
voor de iepen die er eens stonden. De
zware bomen aan de Spanjaardslaan zijn
daarvan een bewijs. Mensen die al wat op
jaren zijn zullen daarvan niet meer genie
ten, maar die hebben nog wat aan de popu
lieren, die immers veel sneller gx-oeien.
De rotonde wordt beplant met rozen en
groenblijvende planten. Bovendien komen
er twee linden op te staan, die als eeix
vooi'tzetting zijn te beschouwen van de
linden op de Dreef.
De opmerkingen die de heer v. d. Colk
maakte over de bestrijding van de ver
nieling in de pax-ken door de jeugd hebben
veel aantrekkelijks. Zijn denkbeeld om
wedstrijden te organiserexx voor de scholen
zal een punt van ovex-weging uitmaken in
de commissie die door de gemeente be
noemd zal worden om zich aan de.oplos
sing van dit vraagstxxlc te wijden. Het zou
evenwel verkeerd zijn de kinderen toe
stemming te geven bladeren in de parken
te plukken. De een neemt een blad, de
ander een tak. Maar de kinderen kunnen
altijd terecht op de kwekerij aaxx de Kle-
vei'laan. Daar worden ze met open armen
ontvangen en krijgen bovendien dan nog
alle inlichtingen over bomen en planten die
zij wensen.
Emigratie van inwoners
uil Haarlem en omgeving
Het meest lokt thans Australië
Ondanks het feit dat de economische toe
stand zich in 1949 minder gunstig liet aan
zien, nam de belangstelling' voor emigratie
in het gewest Haarlem af, althans er meid
den zich minder serieuze ernigratiécandi-
daten bij het Ax-beidsbureau. Vermoedelijk
echter is deze teruggang zo vertelde ons
de heer A. P. M- van Riel, directeur van
het Arbeidsbureau alleen een gevolg van
de onmogelijkheid voor velen, de grote uit
gaven die aan emigratie verbonden zijn, te
bekostigen. Tenminste zodra bekend wefd
in de laatste maanden van het jaar dat het
in bepaalde gevallen mogelijk is dat de
overtochtskosten geheel of gedeeltelijk ten
laste van het rijk werden genomen, meldde
zich een groot aantal gegadigden.
In totaal werden in 1-949 ten behoeve van
inwonei's van het gewest Haarlem 331
emigratierapporten opgemaakt. Canada,
Australië en Zuid-Afrika waren de be
langrijkste emigratielanden. Zuid-Afiika
stond in 1949 nog' op de eerste plaats. In de
loop van dat jaar ging dat land als emigra-
tieland echter in betekenis achteruit en
kwam Australië stexk op de voorgrond. De
ervaringen die werden opgedaan met emi-
gratie naar Australië zijn tot dusvex're gun
stig. Men moet zich ef echter steeds van
bewust zijn dat het pad van de emigrant
zeker in de eerste jaren van zijn verblijf
in het nieuwe vadexdand, niet over rozen
gaat en dat een flinke zedelijke kracht
steeds vereist wordt. Iedere emigratie, hoe
goed voorbereid ook, blijft een avontuur.
Wie zich dit bewust is en bereid is het
X'isico te aanvaarden, kan emigratie niet
ontraden worden.
In 1949 zijn uit Haarlem en omgeving' 45
personen geëmigreerd.
Uit dit cijfer blijkt dat er veel aanvragen
voor emigratie zijn, die tenslotte niet ge
volgd worden door een'vertrek.
Aangenomen kan worden dat het emi-
gratiecijfer over 1950 belangrijk hoger zal
worden. Met de „Sibajak", die in April
naar Australië zai vertrekkexx, gaan 40
mensen uit Haarlem en omgeving mee.
Daaronder zijn voor het eerst ook verschil
lende gezinnen.
De emigranten zijn voor het grootste deel
geschoolde arbeiders. Er zijn evenwel ook
ongeschoolden onder.
FEUILLETON
Oorspronkelijke Nederlandse
roman door J. L. Lodewijks
28)
Hij is geen familie van u, hij is een vreem
de. Dat heeft me gestoken,-daar had ik om
kunnen huilen, op dat moment heb ik
mijzelf in de ogen gekeken, en ik ben er
van gaan braken. Ik heb uw kinderen om
u heen gezien, die zo gelukkig waren als
ik nooit kinderen gelukkig heb gezien. Ik
had dat in mijn macht gehad, ik had hun
dank kunnen verdienen. Ik ben een oud
mens, ik heb niemand meer die er een
traan om zal laten als ik er tussenuit trek.
Gij hebt er negen, gij hebt er twintig die
met u te doen hebben. Anneiies is wegge
gaan, ik heb nu pas gemex-kt dat ik even--
veel van haar hou als ik vait uw vrouw
heb gehouden. Zij heeft mij leren kennen
en is daarom vex-tx-okken, zij had gelijk. Uw
vrouw zal mij in de hemel verachten om
dat ik u en uw kinderen zo behandeld
heb. Dat wil ik proberen goed te maken.
Misschien kan het niet, maar ik wil het
proberen. Ik wil u niet vragen alles te
vergeten, maar ge zoudt kunnen probex-en
een oud mens te begrijpen. En misschien
zal Anneiies dan bij mij willen terugko
men. Ik kan haar niet missen. Ik ben er
bang van alleen te blijven.
Zij hebben allen geluistex-d in doodse
stilte. Het klinkt zo vreemd hier in de lage
gelagkamer, het is zo benauwend dat alles
te horen. De oude vrouw met het magere,
stroeve gezicht lijkt onbewogen, zij heeft
een masker op. Maar achter het masker
dx-uppen de tranen, Ge ziet ze niet, ge voelt
ze druppen.
Van der Giezen kijkt naar het zwax-te
zeil dat over het biljart ligt. Hij kijkt daar
zo stevig naar, dat hij het ziet bewegen,
het golft, het ver-dwijnt in een mist. Dan
komen zijn woorden, langzaam, stil achter
elkaar, ais rouwenden acïxter een lijkstoet.
Ge zijt een oud mens, dat hebt ge
zelf gezegd, ik wens u geen kwaad toe, ik
heb u nooit kwaad willen doen. Gij kunt in
vrede leven, ik' zal u niet vervloeken. Ik
zal mijn kinderen leren u niet te haten.
Ik moet u vergiffenis vi-agen voor wat ik
gedaan heb. Jk had dat niet mogen'doen.
Mijn vrouw zou het mij ook kwalijk heb
ben genomen. Maar ik zal dit allemaal
nooit meer kunnen vergeten. Dat moet ik u
zeggen. En Anneiies moet weten wat zij
doet, ik wil haar niet wegsturen, ik wil
haar niet hier doen blijven. Zij moet weten
wat zij doet.
Baxd van Dijk hoort dat alles aan, hij
denkt: Martha, gij hebt mij een goed advies
gegeven. Gij zult dit met plezier hebben
gehoord. Wij zouden u op dit ogenblik
allen moetexx danken.
Tante Jans vraagt waar Anneiies is; zij
weten het niet. Bart van Dijk heeft er
enkele liters bier méér om gedronken, hij
heeft haar gemist van de eex-ste minuut,
hij weet dat zij met Niel Verhagen is weg
gegaan. Zij moet dat zelf weten, heeft hij
gedacht, zij zal oud en wijs genoeg zijn
om haar gezelschap te kiezen. Maar hij is
er niet gerust op, hij is er kwaad op zich
zelf om geworden. Wat maak ik mij druk
om dat meisje, wat heb ik ermee te maken.
Zij zal zich wel amuseren met Niel, anders
was zij wel eerder teruggekomen.
Ik zal haar gaan zoeken, zegt hij, ik
zal haar vragen hier te komen. Hij staat op
en gaat de deur uit, de donkerte in. Er is
een zwakke gele maan ergens laag tussen
de bomen achter het Meiboompje. Bart van
Dijk loopt rond het huis, hij ziet op het
terras van Paviljoeix Paradis twee scha
duwen dicht bijeen.
Zij zijn het, zij zaten daar in de Idlle
duisternis te praten.
Tante Jans is in het Meiboompje, zij wil
je spreken, zegt Bart van Dijk. Hij voelt de
brandende ogen van Niel Verhagen donker
en dreigend op zich rusten. Het deert hem
niet. Hij neemt Anneiies bij de arm en
gaat het terras af, naar de overkant. Niel
komt achter hen aan.
Voor de deur van het Meiboompje staan
ze even stil. Ik moet je even vex-tellen,
wat er aan de hand is, zegt Bax't fluiste
rend. Hij praat gedempt en voorzichtig, de
haren van Anneiies kriebelen aan zijxx
wang. Zij zegt geen woord, zij knikt. Zij
heeft het begrepen. Het zal niet gemakke
lijk voor haar zijn. Zij wil niemand kwet
sen.
Als zij binnenkomen staat tante Jans op
uit haar stoel en komt naar hen toe. Zij
staan daar met hun drieën, Anneiies, Bart
van Dijk en Niel Verhagen. Tante Jans
kijkt naar hen met haar kleine, onderzoe
kende oogjes, zij knijpt haar lippen tot een
dunne grauwe streep. Zij staan daar minu
ten lang en kijken haar aan.
Anneiies, zegt zij, ik weet dat ge niet
veel van mij zult. aannemen. Ik heb niet
veel recht om u wat te vertellen. Maar ik
zeg u één ding, en het kan mij niet schelen
wat gij en iedex'een er van denkt. Die maxx,
waarmee ge bent uit geweest, die heb ik
méér gezien. Die heb ik gekend toen ik
dex-tig was. Hij had dezelfde ogen, ik weet
nog wat er in die ogen te zien was. Ik zie
dat nu weer. Die man ging er destijds tus
senuit vlak voor ons huwelijk, met alles
wat ik gespaard had. Ik waarschuw u, hij
zal ook vex-dwijnen als hij heeft wat hij
wenst. Ik zie dat in zijn ogen, ik weet dat
al te goed. Hij zal uw geluk meenemen. Ge
zult een oude vrouw worden met een bitter
hart vol haat en afgrijzen tegen de man
nen. Ik waarschuw u, ik kan het weten.
Niel Verhagen staat aan de vloer vast,
hij wordt bleek en somber. En Anneiies
kijkt naar hem op met een zachte kreet.
Want zij weet plotseling de oorzaak van
haar stille vrees, die zij gevoeld heeft sinds
zij Niel Verhagen kent. Zij weet met één
slag, dat tante Jans gelijk zal hebben. Zij
leest de dreigende waarheid in Niel Verha
gen 'zijn sombere ogen.
Er staan twee mannen naast u, zegt
tante Jans. Gij hebt de verkeerde gekozen.
HOOFDSTUK XIV
De schilder is weer terug in zijn Bex'gen,
hij heeft in het Zuiden een dox-p achterge
laten waar het een en ander gebeurd is.
Daar zit nu Van der Giezen in zijn Mei
boompje dat verbouwd gaat worden. Het
wox'dt groter en ruimer gemaakt. Er moet
een verdieping böven op, er moeten grotere
ramen in. Van der Giezen zit er met een
architect over te redenex-en, ze moeten oud
materiaal gebruiken op de voordeligste
manier. Dat materiaal, dat komt van een
afbraak aaxx de overkant. Daar zitten de
slopers op het dak vaxx Paviljoen Paradis,
het valt in stukken en brokken naar bene
den. De dakpannen glijden langs een hou
ten goot in een kist met houtwol, de werk
lui vissen ze daar uit op en maken er een
schone, gelijke stapel van.
Van der Giezen heeft eexx deel van de
afbraak gekocht met de centen van tante
Jans. Kijk, dat mensje heeft het niet bij
woorden gelaten. Zij heeft diep in de beurs
getast, zij heeft zich niet laten kennen
voor een paar guldens.
Het is eeix lening, tante Jaxxs, het moet
een lening 'zijn anders ga ik er niet aan
beginnen, heeft Van der Giezen gezegd.
En tante Jans heeft dat goed gevonden.
Ge kunt het weeromgeven aan mijn erf
genamen, zegt zij, ik zal het niet meer
nodig hebben.
Van der Giezen gaat daar nu eens een
plezierige uitspanning van zijn Meiboompje
maken. Hij weet dat hij zijn' klanten iets
verschuldigd is, hij zal hun een texxras aan
bieden onder een bx'ede luifel in de zomer
en een warm zitje in een gezellige gelag
kamer in de winter. Er moet een nieuw
biljart komen, hij is al naar Den Haag ge
weest om er een te kopen. Zij hebben hem
daar met eerbied ontvangen, zij hebben
gezegd: Mijnheer Van der Giezen, wij
zullen zorgen dat het in orde komt. u kunt
er op rekenen dat de tafel zonder schade
bij u arriveert.
De tafel, zeggen zij. Het is een duur
tafeltje, met zes poten en electrische ver
warming van de leiplaat. Tegen het krom
trekken is dat, ze vinden van alles uit. Een
regiment splinternieuwe keuen en twee stel
ivoren ballen horen erbij, Van der Giezen
ziet al dat schoons al staan te blinken in
zijn Meiboompje. Sjoerd de hotelhouder
heeft hem die afbraak billijk verkocht, hij
heeft er dik op toegegeven.
(Wordt vervolgd),