„lk acht het waarschijnlijk dat de
koude oorlog vreedzaam eindigt"
De strafbaarheid van de aggressieve oorlog
Over „waïerbeschaving"
laven
Zaterdag 8 April 1S50
Haarlems Dagblad en Oprechte Haarlemsche Courant
10
Maarschalk Tito geïnterviewd
„Onze instelling is gemakkelijker en menselijker
dan die der Sovjet-Unie"
BELGRADO, 7 April (Reuter) Maar
schalk Tito heeft een. speciale correspon
dent van de „Times" Donderdag in zijn
villa in een voorstad van Belgrado een
exclusief interview toegestaan. In de loop
van het gesprek kwamen de volgende
onderwerpen ter sprake:
„Oorlog? De koude oorlog tussen Oost
en West kan nog' slechts één of twee jaar
duren, aldus Tito, die het. waarschijnlijker
achtte, dat de koude oorlog op vreedzame
wijze zou eindigen dan dat hij in een wer
kelijke oorlog zou overgaan, „omdat vrede
een goedkopere weg is. „Ik zie niet in,
waarom er oorlog zou moeten komen."
Volgens Tito is de buitenlandse politieke
situatie der Sovjet-Unie de laatste paar
jaar slechter geworden en kan zij niet veel
verder meer achteruit gaan. Wijzigingen
in de Sovjet-Russische buitenlandse poli
tiek achtte hij noodzakelijk evenals „mis
schien enkele wijzigingen in de binnen
landse leiding."
Het binnenlands bestuur van Joegoslavië
is gelijk aan dat van de Sovjet-Unie wat de
economie betreft, doch verschilt er van op
het gebied van betrekkingen en verdere
ontwikkeling van het socialistische stelsel
in de wereld. Ook de wijze, waarop beide
landen niet theoretisch, maar in de practijk
tegenover dit vraagstuk staan is verschil
lend, aldus Tito. „Onze instelling is soepel
naar gelang der omstandigheden. Zij is
menselijker en gemakkelijker. Ook de
kwestie der buitenlandse betrekkingen be
naderen wij anders. Wij achten samenwer
king noodzakelijk, Wij achten het niet juist
ons met de zaken van anderen te be
moeien."
Op de vraag van de correspondent, of
het Westen zich ooit met de binnenlandse
aangelegenheden van Joegoslavië had be
moeid, antwoordde Tito: „Wij hebben on
getwijfeld de laatste tijd in dit opzicht
minder moeite gehad met het Westen en
zeker minder moeite met het Westen dan
met het Oosten."
Samenwerking met Grieken
en Italianen
De ontwikkeling in Griekenland achtte
Tito een voorwaarde voor de samenwer
king tussen Griekenland en Joegoslavië.
„Vermoedelijk zal de binnenlandse toe
stand in Griekenland een gunstige wen
ding nemen, zodat onze betrekkingen zul
len verbeteren en een samenwerking tot
stand zal komen", aldus Tito.
Op de vraag, of Joegoslavië bereid is
samen te werken met een regering onder
leiding van generaal Piastiras, antwoord
de Tito: „Indien ik hierop een concreet
antwoord gaf, zou ik beschuldigd worden
van inmenging in de binnenlandse aan
gelegenheden van Griekenland, maar wij
Amerikaans econoom vraagt
asyl in Tsjechoslowakije
Gewetensbezwaren tegen de
Amerikaanse politiek in Duits
land
PRAAG, 7 April. (Reuter). De te
Praag verblijvende 41-jarige Amerikaan
George S, Wheeler, voorheen in dienst van
het Amerikaanse departement van Oorlog,
heeft op een persconferentie medegedeeld
aan de Tsjechoslo waakse autoriteiten om
asyl verzocht te hebben voor zichzelf zijn
vrouw en vier kinderen. Hij had dit ge
daan. „op grond van een hele reeks van
ondervindingen met het Amerikaanse mi
litaire bestuur, in Duitsland".
Wheeler is ongeveer drie jaar geleden
met zijn gezin naar Tsjechoslowakije ge
komen en is thans hoogleraar aan de eco
nomische hogeschool te Praag.
Hij verklaarde op de persconferentie, dat
de Verenigde Staten er „een reusachtige
spionnagedienst" op na houden en noemde
generaal William Draper. destijds Ameri
kaans economisch leider in Duitsland, en
Robert Murphy, voormalig Amerikaans
politiek adviseur in Duitsland, als Ame
rikanen, die na de oorlog geheime overeen
komsten met Duitse industriëlen gesloten
zouden hebben.
Wheeler vertelde, dat hij in de oorlog
werkzaam was als econoom in dienst van
het Amerikaanse departement van Oorlog
en in 1944 naar Londen werd gezonden om
de zuivering te gaan leiden in de Ameri
kaanse zóne van Duitsland wanneer Berlijn
genomen zou zijn. Ook kreeg hij de ar-
beidsbureaux in deze zóne onder zijn lei
ding. In Berlijn, aldus luidde zijn officiële
opdracht, moest 'hij de nazi's uit de lei
dende functies ontzetten en hen vervangen'
door' anti-fascisten. Hij verklaarde echter
spoedig gestuit te zijn op tegenstand van
„beambten, die waren aangesteld met een
ander doei dan de te Potsdam overeen
komen politiek uit te voeren".
Deze beambten waren volgens Wheeler
„de vertegenwoordigers van de interna
tionale kartels en trusts".
Wheeler had een niet met name ge
noemde zakenman, die de te Berlijn aan
gerichte verwoestingen bekeek, horen zeg
gen: „jammer, dat we niet doorgegaan
:ijn naar Moskou om het karwei af te ma
ken". Spoedig was Wheeler tot de over-
tuiging gekomen,dat „deze woorden het
ware karakter aangaven van de Ameri
kaanse politiek, die tot uitvoering werd
gebracht door mannen als Robert
Murphy en generaal Draper, vice-president
van de firma Dillon Ressad and Company,
de belangen van Wallstreet vertegenwoor
digend".
Wheeler zeide verder dat men hem ge
vraagd had uitvoering te geven aan „or
ders van de Amerikaanse inlichtingendienst
om leden van nazi-organisaties in verant
woordelijke functies te benoemen"..
In 1946 was hij er door het Amerikaan
se militaire bestuur van beschuldigd in
Duitsland een communistische politiek te
voeren. In 1947 was hij opgeroepen om
■•oor een militaire raad verantwoording af
e leggen, ofschoon ik mijn optreden -ge-
'.eel kon rechtvaardigen en van alle blaam
verd gezuiverd, werd ik later zonder op-
ave van redenen ontslagen",»aldus Whee
ler.
De persconferentie was door het Tsje-
choclowaakse ministerie van voorlichting
gearrangeerd,
Wheelers echtgenote is werkzaam als
free-lance. Wheeler zelf zou, naar verluidt,
correspondent zijn van het linkse Ameri
kaanse blad „National Guardian";
zouden kunnen samenwerken met een
regering, die een democratisch karakter
heeft.
Wat Italië betreft meende Tito, dat er
uitzicht is op verbetering der betrekkin
gen, „hetgeen voor ons en voor de Italia
nen een groot voordeel zou zijn, misschien
nog meer voor hen."
De kwestie Triest moet en zal opgelost
worden om samenwerking aan beide zij
den mogelijk te maken, „doch dit is op het
ogenblik geen kwestie van groot belang."
Op de vraag, of hij niet van oordeel
was, dat de samenwerking met het Westen
bevorderd zou worden, indien met het oog
op de openbare mening het regiem ih
Joegoslavië wat menselijker werd, wees
Tito er op, dat dat ook van de andere lan
den en van binnenlandse onruststokende
elementen afhanklijk was. „In het Westen
worden bepaalde maatregelen vaak on
menselijk of ruw geacht. U moet echter
beseffen, dat wij hier niet allés kunnen
doen, indien wij zien, dat de meerderheid
er tegen gekant is."
Op de vraag van de correspondent, wat
er zou gebeuren, indien hij plotseling zijn
functie niet meer zou kunnen bèkleden
door dood of andere oorzaak, antwoordde
Tito lachend: „Ik denk niet, dat ik zo ge
makkelijk dood zal gaan. Ik ben niet de
alpha en omega. Niets ongewoons zou ge
beuren, indien ik moest gaan, en ik heb
veel medewerkers, die even veel als ik
verzetten en die mijn positie zouden kun
nen innemen." Tito voegde er aan toe, dat
er geen kwestie was van het nalaten van
een testament of dat „één man zou be
slissen, wie zijn opvolger is."
Graaf Carlo Sforza. de Italiaanse mi
nister van Buitenlandse Zaken, heeft in
een rede voor het Instituut voor Interna
tionale Studiën te Milaan een beroep ge
daan op maarschalk Tito „de strijdbijl te
begraven" en met Italië tot een alomvat
tende overeenstemming te komen, die
geen invloed zou hebben op Joego-Slavië's
onafhankelijkheid van de Sovjet-Unie en
van de Verenigde Staten.
Bommenwerper neergestort
Een Wellington-bommenwerper van de
R.A.F. is in het Engelse graafschap Sussex
neergestort en in brand gevlogen. De be
manning van vier personen kwam om het
leven.
Reorganisatie bij de leiding
van Buitenlandse Zaken
(Van onze parlementaire redacteur)
Ter verklaring van het A.N.P.-bericht,
volgens hetwelk het aftreden van minister
Stikker als minister van -Buitenlandse
Zaken volkomen uit de lucht gegrepen zou
zijn, cliene het volgende:
Omstreeks half Maart heeft er tussen
de daarvoor bevoegde vooraanstaande
Kamerleden en minister Stikker een con
tact plaats gevonden, waarbij onder meer
besproken is, wat er zou moeten gebeuren
als mr. Stikker, gelijk thans het geval is,
tot voorzitter van de O.E.E.S. benoemd
mocht worden. Bij bedoelde gelegenheid
is toen vooral bepleit dat hij dan minister
zonder portefeuille zou worden of een de
partement van Buitenlandse Zaken toege
wezen zou krijgen. Mr. Stikker schijnt
destijds een stilzwijgen bewaard te hebben
dat men, al dan niet terecht, als instem
ming met dit denkbeeld in sommige krin
gen had beschouwd. Inmiddels echter zou
minister Stikker na zijn benoeming' tot
voorzitter van de O.E.E.S. in een bijeen
komst met zijn collega's van Buitenlandse
Zaken te Parijs met hun instemming on
derstreept hebben, van hoeveel belang het
in verband met zijn gezag in deze inter
nationale functie is, als hij minister van
Buitenlandse Zaken bleef!
Niettemin zullen wijzigingen, namelijk
aanvullingen, bij de leiding van dit depar
tement nu onontbeerlijk zijn. Hieromtrent
is nog geen enkele beslissing genomen. Wel
meen ik te weten dat bij de bevoegde figu
ren van bepaalde parleméntaire kant het
denkbeeld geopperd is, om thans een mi
nisterie van Europese Zaken in het leven te
roepen en mr. Stikker met de leiding daar
van te belasten. Als voordelen van deze,
wat ik zou willen noemen tugsen-oplossing,
hoorde ik noemen: 1. dat mr. Stikker niet
portefeuille-loos zou worden, maar als de
partementaal minister een even gezagvolle
positie als tot dusverre, mede ten aanzien
van zijn Europese functie, zou hebben; 2.
dat Nederland dan eens het goede voorbeeld
zou geven om reeds nu het denkbeeld te
verwezenlijken, dat onlangs door de Com
missie voor Algemene Zaken van de Euro
pese Raadgevende Vergadering te Straats
burg als een op deze zomer te Straatsburg
te houden bijeenkomst van de Europese
Raad aan te nemen besluit is geopperd.
Wat nu, ingeval het kabinet met een
dergelijke tussen-oplossing accoord zou
gaan, de bezetting' van Buitenlandse
Zaken betreft, hoorden wij verder de ge
dachte opperen om aan het hoofd van dat
departement mr. Van Maarseveen te
stellen, aangezien eigenlijk het ministerie
van Uniezaken en Overzeese Rijksdelen
het best zou kunnen afdoen met minister
Götzen, die trouwens voor belangi-ijke
aangelegenheden de Overzeese Rijksdelen
betreffende de bijzondere bijstand van
minister Van Schaik kan genieten.
In de loop van de vorige week heeft
prof. mr. B. V. A. Röling bij de aanvaar
ding van het ambt van 'hoogleraar aan de
Rijksuniversiteit te Groningen een belang
wekkende rede uitgesproken over de straf
baarheid van de aggressieve oorlog. Prof.
Röling had gedurende enige jaren als
Nederlands rechter zitting in het Interna
tionale militaire tribunaal voor het Verre
Oosten te Tokio en het vraagstuk van de
strafbaarheid van de aanvalsoorlog vorm
de wel het hoofdprobleem waarmede men
tijdens de processen te doen had.
Is aggressie misdaad? Of is, zoals veld
maarschalk Montgomery het uitdrukte, het
niet zozeer de aggressieve oorlog als wel
de mislukte krijg waarvoor de generaals
worden bereoht en opgehangen?
„Indien de overwinnaar zelf aanvaller
zou zijn geweest, zal hij de geschiedenis
vervalsen. De processen van Neurenberg
en Tokio zijn het bewijs. Waar verbloe
ming der geschiedenis nodig was, geschied
de het". En dat het nog niet erger' gebeur
de, verklaart de nieuwe hoogleraar uit het
feit, dat de deelnemende landen elkaar de
geschiedvervalsing misgunden.
Daarbij komt, dat in het geheel niet
vast staat wat aggressie eigenlijk is, omdat
men werkt met een rechtsbegrip uit een
nog niet bereikte fase van de politieke- en
daarop gebaseerde rechtsontwikkeling.
Interessant betoog van Groningse hoogleraar
Stalin gaf de stoot
Souvereiniteit verhoogt oorlogskans
Ook het volkenbondsverdrag hield niet
de strafbaarheid van aggressie in, omdat
men uitging van de souvereiniteit 'der sta
ten, waardoor oorlogen niet te vermijden
zijn. Prof Röling geeft een opsomming van
de pogingen die men tussen de wereld
oorlogen heeft gedaan om de oorlogskansen
te verkleinen en komt tot de conclusie dat
al die resoluties de internationale rechts
betrekkingen niet veranderden, omdat zij
geen wetskracht bezaten. „Men maakte
een schoon gebaar om het falen in het be
reiken van werkelijke resultaten te be
dekken". Toch .waren het deze goede in
tenties die de weg plaveiden naar Neuren
berg en Tokio.
In een Parijs cabaret treedt thans met veel
succes een gedresseerde beer op. Hier is
bruintje in een der hoogtepunten van zijn
répertoire: een handstandje op twee
(massief ijzeren) flessen.
In het begin van de tweede wereldoor
log bestond de gedachte om staatslieden-
strafrechtelijk.- verantwoordelijk te stellen
voor hun aggressie dan ook niet, alleen die
van berechting voor oorlogsmisdrijven.. Het
was Stalin die bij de herdenking van de
26ste verjaardag van de Russische revolu
tie in November 1943 de eerste stoot tot
het betrekken van de aggressie-zelf in de
na-oorlog'se bestraffing gaf. De gedachte
ondervond ook weerstand, doch deze ver
zwakte naarmate men minder onder
scheidde tussen de gruwelen en de ver
antwoordelijke bedrijvers da&rvan.
Tijdens en na de oorlog zijn uitgebreide
debatten over het vraagstuk gevolgd. De-
geen, die van meet af de aanklacht van
aggressie nastreefde en er in slaagde zijn
doel te bereiken was de Amerikaanse aan
klager in Neurenberg, Robert H. Jackson,
die onder meer aanvoerde, dat de Ameri
kanen in de oorlog waren gegaan juist om
dat zij aggressie onwettig achten. Jackson
betoogde voorts dat in de „misdaad van
een onrechtmatige oorlog" alle andere
daarmee verbonden wandaden waren be
grepen.
Zijn beginselen' werden grotendeels in
het verdrag waarbij het Charter van Neu
renberg werd vastgesteld, gevolgd.
Professor Röling concludeert: „Zo leert
ons de enig toelaatbare'opvatting o-ver-
de vonnissen van Neurenberg en Tokio,
dat de overwinnaar in een rechtvaardige
oorlog, als aansprakelijk voor de prille
vrede, het recht heeft de individuen, die
blijkens hun vroegere politieke rol gevaar
lijk zijn voor het handhaven van die vrede,
politiek onschadelijk te maken door ze te
verwijderen uit de gemeenschap der men
sen".
Dergelijke opvattingen laat verdere ont
wikkeling toe. Indien de staten zich wezen
lijk verbinden tot eenheden, die berusten
op wederzijds vertrouwen en die een ge
meenschappelijk doel nastreven, als zo
groter verband gegroeid is tussen volken
die dit verband ook emotioneel 'beleven,
dan kan inderdaad dit misdrijf tegen de
vrede een nieuwe inhoud en een nieuwe
betekenis krijgen.
Die weg loopt via de kleine supra-natio-
nale gemeenschappen, die op basis van de
gelijke cultuur en op grond van een ge
meenschappelijk lot zich vormen en waar
binnen voor het eerst de oorlog als burger
oorlog het werkelijk laag en misdadig ka
rakter kan krijgen, dat er nu, aldus prof.
Röling, nog niet aan kan worden toege
kend. De hoorleraar waarschuwt voorts:
De waan van veiligheid kan de groei der
supra-nationale gemeenschappen verhin
deren. De ontwapening in de dertiger ja
ren mede een gevolg van het misplaatste
gevoel van internationale veiligheid was
een van de voorwaarden van de tweede
wereldoorlog. Hier ligt volgens hem de
kern der critiek. Het is nog te vroeg voor
een strafrechtelijk aggressieverbod, daar
aggressie een begrip is dat ontleend is aan
een nog niet bereikte fase in de internatio
nale verhoudingen. Pas daar waar oorlog
het karakter krijgt van burgeroorlog, kan
er van werkelijke bestraffing sprake zijn.
Het supra-nationale gemeenschapsbesef
kan zich het best ontwikkelen in kleinere
groepen. De West-Europese Unie, de Pan
American Union of het Sovjet-Russische
blok, vormen de uitgangspunten van vol
kenrechtelijke groei. Zij zijn de noodzake
lijke brug tot de nog ver verwijderde we
reldgemeenschap. waar vrede heerst voor
de mensen die van goeden wille zijn.
Deze rede werd door de uitgeverij J. B.
Wolters te Groningen in haar geheel in
boekvorm uitgegeven.
Het waterverbruik in Haarlem is, vergeleken bij vele
andere steden, zeer laag
Uit onze artikelen over de Haarlemse
Waterleiding en het Natuurreservaat is
gebleken dat het waterverbruik, per in
woner berekend, in Haarlem laag' is. Het
is in de laatste jaren wel wat opgelopen,
maar toch niet hoger gekomen dan 60 liter
per dag. Daaronder is ook begrepen het
verbruik door de industrie.
In het rapport van de Staatscommissie
voor de Drinkwatervoorziening in het
Westen des Lands (in 1940 aan de regering
aangeboden) werd ook reeds de aandacht
gevestigd op dit lage waterverbruik door
de Haarlemmers. Allereerst werd opge
merkt, dat het verbruik van 1900 tot 1922
geleidelijk opliep van 30 tot 60 liter.
Daarna trad er een daling in, die zich ge
leidelijk voortzette tot 1935, toen het 44
liter was. Sindsdien is het verbruik weer
opgelopen.
Opgemerkt werd: „De levering te Haar
lem geschiedt uitsluitend over de meter
tegen een betrekkelijk hoge eenheidsprijs,
aan welk feit het zeer lage hoofdelijke
verbruik moet worden toegeschreven.
Er is door de commissie een uitgebreid
onderzoek ingesteld naar het waterver
bruik in verschillende gemeenten. Gecon
stateerd werd dat Amsterdam, Rotterdam
én Utrecht alsook kleinere gemeenten in
het Westen des lands, het meeste water
verbruiken, namelijk 100 a 130 liter.
Daarop volgt het Provinciaal Waterlei
dingbedrijf voor Noordholland, waar het
100 liter is. Den Haag (waar ook een
strenge toepassing van het'meter tarief is)
gebruikt 70 liter. Het gemiddelde verbruik
voor de andere gemeenten in het Westen
van ons land ligt even beneden de 100
liter.
Het lage waterverbruik in Haarlem
steekt dus wel sterk af. Ongetwijfeld
speelt de watermeter hier een belangrijke
rol,- maar de vraag rijst toch of het daar
in alleen gezocht kan worden. Het is aan
te nemen, dat ook de prijs van het water
daarbij een rol speelt.
De Staatscommissie schreef verder in
haar rapport: „Het waterverbruik loopt
in ons land, evenals in andgre landen en
werelddelen, sterk uiteen en' hangt af van
de diensten, die in sociaal en industrieel
opzicht van een waterleiding worden ge
vraagd. Het is onder meer afhankelijk
van de welvaart der bevolking en de
daarmee verband houdende sanitaire
accommodatie, het tariefstelsel en de prijs
van het water. In het algemeen is het
waterverbruik in de grote steden hoger
dan op het platteland. Dat wordt gedeel
telijk verklaard door het feit, dat de
steden meestentijds eerder in het bezit
van een waterleiding waren. Daarnaast
hebben tal van andere factoren invloed,
o.a. de ruimere sanitaire accommodatie in
de meeste steden."
Ook werden gegevens over het buiten
land' verzameld. Plet gemiddelde verbruik
van 9 Engelse steden (waaronder Londen)
varieerde van 126 tot 178 liter. In de
Schotse steden Edinburgh en Glasgow
waren de cijfers 226 en 26.9 liter.
Acht Duitse steden, waaronder Berlijn,
hadden een verbruik dat liep van 91 tot
230 liter. Negen Franse stedgn, waar
onder Parijs, varieerden van 134 tot 750
liter. Grenoble was 750 1., Parijs 470 1.
Tot zover de gegevens uit dit rapport.
De vraag rijst of door het lage water
verbruik te Haarlem de „waterbescha
ving" niet in het gedrang komt.
Een middel fegen
iepziekte?
Wordt reeds in Amerika
toegepast
Voorlichtingsdienst
De Amerikaanse
deelt mede:
Het is mogelijk dat het aantal iepen in
de Verenigde Staten weer zal gaan toe
nemen dank zij een tweetal nieuwe ont
dekkingen die in dit verband van belang
zijn. De eerste betreft een chemische ver
binding yaarmede goede resultaten bereikt
zijn bij iDogingen om te voorkomen dat
iepen door iepziekte aangetast worden en
de tweede bestaat in een nieuwe methode
om stekken van bomen die een grote
resistentie tegen deze ziekte vertonen snel
en deugdelijk wortel te doen schieten.
De stof die deze beschermende werking
heeft heet „Carolaté", werkt als een anti-
toxine, vermindert de zuurgraad van de
grond en bevordert de groei. De stof wordt
in de grond om de bomen gebracht en de
tot dusverre genomen proeven wijzen er
op, dat één behandeling per jaar voldoende
is. De beste resultaten worden bereikt als
de bomen nog in het geheel niet aangetast
zijn. Carolate is niet giftig en goedkoop
doch tot dusverreslechts in kleine hoe
veelheden verkrijgbaar.
Bij de nieuwe methode om de stekken
snel en goed te doen wortelen wordt een
poeder gebruikt dat een groeistof (planten-
hormoon) bevat. Dit hormoon bevordert,
wanneer het m sterke mate verdund
wordt, de wortelgroei. De stekken worden
in het poeder gedoopt en in de grond ge
zet, waarna ze ongeveer 2 a 3 weken voch
tig gehouden worden. 88 procent van de
aldus behandelde stekken-had na deze tijd
goed wortel geschoten terwijl van de on
behandelde stekken dit slechts met 50 a
60 procent het geval was. Van sommige
niet behandelde partijen had zelfs geen
enkele stek wortel geschoten.
Franse generaals
voor een krijgsraad
De Franse generaals Révers en Mast, die
er van worden verdacht betrokken te zijn
bij de verdwijning van een geheim Indo
chinees rapport, zullen voor een krijgsraad
moeten verschijnen. De staatsraad, het
hoogst juridische lichaam van Frankrijk
heeft namelijk Vrijdagavond "besloten, dat
officieren boven de rang van kolonel voor
een krijgsraad gedaagd kunnen worden.
Poolse prelaat
in Rome verwacht
De 82-jarige mgr. Adam Stefan Sapieha,
kardinaal-aartsbisschop van Krakau, wordt
uit Polen te Rome verwacht, aldus is in
Vaticaanse kringen medegedeeld. De aarts
bisschop had een telegram gezonden, waar
in van zijn voorgenomen bezoek aan Rome
als pelgrim aankondiging wérd gedaan.
Mgr. Sapieha zou de eerste prelaat uit
Oost-Europa zijn, die de Heilig-Jaarbede-
vaart zou maken.
De Engelse regering heeft onlangs een
onderzoek ingesteld over de aanwezigheid
van badkamers in de huizen. Het bleek
dat minder damde helft' van alle huishou
dens een eigen bad heeft. Een derde had
een „draagbaar" bad. 12. procent der men
sen kon thuis helemaal niet over een bad
beschikken.
Van de mensen die 100 gulden per week
of meer verdienen heeft slechts 1 procent
.geen bad thuis; 3 procent van hen heeft
een „draagbaar" bad.
Mensen met minder dan dertig gulden
per week (voornamelijk gepensionneer-
den): 41 procent draagbare badkuipen; 29
procent helemaal niets.
Huizen die thans worden gebouwd
hebben echter vrijwel zonder uitzondering
een bad.
In Schotland heeft 35 procent van alle
huishoudens geen bad.
Wij hebben getracht gegevens té krij
gen over de aanwezigheid van badkamers
en douchecellen in Haarlem. Het bleek ons
evenwel dat die niet bestaan, zodat wij
geen vergelijkingen kunnen maken. Al
leen menen wij reden te hebben voor de
veronderstelling dat de cijfers voor Haar
lem veel ongunstiger zijn.
Amsterdam beschikt wel over die cijfers.
In 1948 waren daar 60,000 van de 222.500
huizen voorzien van een badgelegenheid,
dus iets meer dan een kwart. Daar het
waterverbruik in Haarlem veel lager is
dan in Amsterdam, ligt de veronderstelling
voor de hand dat er in verhouding ook
minder badkamers in Haarlem zijn.
Een der eerste stenen huizen in het. oude
vestingstadje Doetinchemdaterend uit de
zestiende eeuwwordt thans gerestaureerd.
Het oude pand waarin tegenwoordigjuist
als vier eeuioen geleden, een hoefsmid zijn
bedrijf uitoefent.
Land- en tuinbouw
Bedrijfsresultaten in het
afgelopen jaar
In het verslag over 1949 schrijft de
directeur van het Gewestelijk Arbeids
bureau te Haarlem o.a.:
De bedrijfsuitkomsten in de landbouw
waren over het algemeen zeer bevredi
gend. Meer nog dan van lonende prijzen
was dit een gevolg van de exorbitant
grote oogst. Ten aanzien van verschil
lende artikelen, speciaal granen, werd ge
sproken van „de oogst van de eeuw." Al
moet deze uitdrukking' misschien niet let
terlijk worden genomen, de uitstekende
resultaten worden er toch wel duidelijk
door aangetoond.
De beide tuinbouwgebieden in het ge
west Haarlem, Aalsmeer- en Beverwijk,
konden in hun behoefte aan personeel
zonder grote moeilijkheden voorzien. De
omzet van de beide Aalsmeerse veilingen
bleef met 17]/2 millioen ongeveer gelijk
aan die van 1948. De oogst van de in het
Beverwijkse gebied liggende groente- en
bloemenveilingen daalde met bijna 1 mil
lioen gulden tot ongeveer 5% millioen. De
bedrijfsresultaten waren voor de Aals
meerse kwekers, vooral gedurende de
laatste maanden van het jaar, bevredi
gend door de sterk toegenomen export
naar Duitsland. In het Beverwijkse ge
bied deed het tekort aan water, ten ge
volge van het steeds zakkende grondwa
terpeil, zich zeer sterk gevoelen. Daar
door waren de bedrijf suitkomsten voor de
tuinders die niet over een eigen be-
vloeiïngsinstallatie beschikten in het al
gemeen slecht'.
De moeilijkheden om personeel te krij
gen waren geringer dan in de voorafgaan
de jaren. Slechts in een enkel geval be
hoefde te worden overgegaan tot inscha
keling van de voor de overheidskas zo
kostbare oogstcolonnes.
WEEKABONNEMENTEN
dienen uiterlijk op Woensdag te worden
betaald, daar de bezorgers op Donder
dag moeten afrekenen.
DE ADMINISTRATIE
Ernstige bosbrand
bij Velsen
Vrijdagochtend om'half twaalf stegen
zwarte rookwolken tussen het huis van de
familie Jansen en Slingerduin uit het be
boste duinterrein omhoog en hoge vlam
men sloegen door helm en kreupelhout.
Korte tijd later was twee hectare kostbaar
landschap zwartgeblakerd.
Het liet zich in het begin ernstig aan
zien, maar de Velsense brandweer heeft
met behulp van een aantal werklieden,
die in de omgeving aan een afrastering
bezig waren, erger kunnen voorkomen;
bovendien hielden wandelpaden het vuur
binnen de perken. Met zand en schoppen
is het vuur bedwongen. De oorzaak is on
bekend, maar de schade aan dit stukje
Velsen moge een waarschuwing zijn voor
hen, die met de Paasdagen de natuur in
trekken: geen open vuur of vonken in
bos, duin of hei!
Het wervende woord, Geschiedenis der
socialistische week- en dagbladpers in Ne
derland, door dr. A. C. J. de Vrankrijker;
N.V. De Arbeiderspers, Amsterdam; 1950.
De Para-Psychologie, door dr. F. J. Tols-
ma; Bosch Keuning N.V., Baarn.
Psychotechniek als kompas voor het be
roep; Een overzicht van de methoden en,
toepassing van de moderne psychotechniek,
samengesteld door medewerkers van de
Nederlandsche Stichting voor Psychotech
niek o.l.v. Jhr. dr. D. J. van Lennep; Uitg.
Mij. W. de Haan N.V., Utrecht; 1949.
Economische Encyclopedie, samengesteld
door D. C. van der Poel; 3e geheel gewij
zigde druk; Uitg. Mij. W. de Haan N.V.,
Utrecht; 1949.
Johann Strauss, de Koning van de Wals,
door Johan Andriessen; verschenen in de
serie: Meesters der Melodie: A. J. G. Streng-
holt's Uitg. Mij. N.V., Amsterdam-
Vroedvrouwenschool, door A. Keijerde
Jongste; Bosch Keuning N.V., Baarn.
tet dagboek van Daatje, Ingeleid en op
geschreven door Johan Luger; A. W. Bruna
Zoon, Utrecht/Antwerpen.
Uw Herder zal niet slapen (Wilhelmus 14e
vers), roman van Jilles Limburg; A. J. G.
Strengholt's Uitg. Mij N.V., Amsterdam.
Leeuwenserie No. 10: De Weg Alleen, door
Clara AsscherPinkhof; No. 11: De vlam
mende Heide, door Evert Zandstra. 7e druk;
No. 12: Mannequin, door Fannie Hurst; ge-
autor. vert, van Jeanne van SchaikWil
ling; 4e druk, 1950; H. P, Leopolds Uitg.
Mij N.V., Den Haag.
Liefdé en dood op Bali, door Vicki Baum,
Ned. vert, van H. M. A. Ludolph—van
Everdingen; 2de druk; Uitg. Mij W. de
Haan N.V., Utrecht; 1949.
Paul Vlaanderen en het mysterie van De
Markies; door Francis Durbridge; A. W,
Bruna Zoon, Utrecht-Antwerpen.
Chinezenwijk, door Lin Yu Tang; Uit het
Amerikaans door E. VeegensLatorf; Uitg.
A. J. G. Strengholt N.V., Amsterdam.
Zeep, De „Hucksters", roman uit de 'Ame
rikaanse Radiowereld; oorspronkelijke titel:
The Hucksters; vert, van H. D. Vuyck—
Bicker; Uitg. Engelhard, Van Embden Co,
Amsterdam.
Pioenroos, door Pearl S. Buck, oorspr.
titel: Peony; Ned. vert, van Clare Lennart,
1950; A. W. Bruna Zoon, Utrecht/Ant
werpen.
De Stille Don, Storm over Rusland; Mi
chael Sjolochow; Ned. bewerking van Jac.
v. d. Ster; Republiek der Letteren, Am
sterdam,
Het ploegen der Armen, De geschiedenis
van het geslacht Jeromin, door Ernst Wie-
chert; Uitg. De Boekerij, Baarn; 1950.
Ziet uw Koning, door Florence Marvyne
Bauer; Uit het Amerikaans door Nel Berg
mans;- J. H. Kok N.V., Kampen.
Lente, door Sigrid Undset; uit het Noors
door N. BasenauGoemans; 5de druk; J. M.
Meulenhoff, Amsterdam.
De jonge Stormvogel, door Maxim Gorki;
Ned. bewerking van J. A. Sandfort; Repu
bliek der Letteren, Amsterdam, 1950.
Boven de Vijftig', door dr. W. Johnson;
oorspr. titel: The years after fifty, uit hel:
'Engels door dr J. van Ham; Uitg. A. J. Lui-
tingh, Amsterdam.
Een Hengelaar verteltdoor Bernard
Verduin; A. J. G. Strengholt's Uitg. Mij,
Amsterdam.
Landschappen en seizoenen; deel.I: Lente,
door Rinke Tolman; Uitg. Born N.V., Assen.
De vogels rondom ons huis. door Jan P.
Strijbos; 3de druk; Bosch Keuning N.V.,
Baarn.
Rozenteelt door amateurs, door J. J. van'
der Windt; Practische damlessen, door Phi
lip de Schaap; Practische konijnenteelt, door
R. Stenhuis; in de serie „Weten en Kunnen"
resp. No. 208, 210, 220; Uitg. Mij Kosmos
N.V., Amsterdam.
Vom Rhein zur Donau, Bilder, Geschichten
und Betrachtungen, von D. C. Monté, erster
und zweiter Teil; J. B. Wolters, Groningen/
Djakarta.
Jongens en Wetenschap, deel IV; Ned. be
werking van het Zwitsers Jeugdboek Hel-
veticus door dr. R. B. J. Hycks; Uitg. Mij
W. de Haan N.V., Utrecht.
De Engeltjes, door Bep Otten, geïll. door
G. Stapel; leeftijd 10—14; N.V. De Arbei
derspers, Amsterdam; 1950.
Tweehonderdvijftig nieuwe
huizen in Beverwijk
Forensen kunnen straks in
de stad komen wonen
Naar ons wordt meegedeeld ïs het Bever
wijkse gemeentebestuur met de woning
bouwplannen thans zover gevorderd, dat
zeer binnenkort een begin kan worden ge
maakt met het bouwen van honderd huizen,
welke nabij de Galgenweg en in de om
geving van de Laan van Kanaan zullen
verrijzen.
Voorts mag worden ver-wacht, dat spoedig
met de bouw van nog eens 150 woningen
zal worden begonnen. Het bouwvolume
voor deze 250 huizen is verleend onder
voorwaarde, dat een aantal dezer woningen
zal worden bestemd om de huisvesting van
in Beverwijk werkzame maar. elders woon
achtige personen mogelijk te maken.
Velsen
Woninguitzetting
in dë Bcinjaertstraat
Donderdagmorgen heeft een jong gezin,
bestaande uit man, vrouw en twee kleine
kinderen moeten ervaren dat de gemeente
niet met zich laat spotten. Door uitzetting
werd clandestiene bewoning van het per
ceel Banjaertstraat 7 ongedaan gemaakt.
Het nieuwgebouwde huis was in de voor
gaande twee dagen volledig ingericht, doch
Donderdagmorgen verschenen enige ge
meentewerklieden om het huis onder poli
tietoezicht weer leeg te halen.
De woning was echter gesloten en dus
moest de toegang worden geforceerd.
Toen reeds een flinke hoeveelheid meu
belen een plaats op het trottoir had gevon
den, nam het gezinshoofd de ontruiming
zelf ter hand, waarvoor hij tot 's middags
drie uur de gelegenheid kreeg.
Van de vier nieuwe, in één blok gebouw
de woningen in de Banjaertstraat, zijn er
twee eigendom van een winkelier. Deze had
zijn schoonzoon, die een stalhouderij in
Beverwijk drijft, toestemming gegeven het
bewuste huis te betrekken, omdat het gezin
te Beverwijk op een bovenverdieping te
klein behuisd was.
Het Huisvestingsbureau had voor de wo
ning in de Banjaertstraat echter een andere
gegadigde, die een vergunning had gekre
gen. Deze bewoont in Beverwijk- een heel
huis en in overleg met de gemeente Bever
wijk was een middenweg gevonden: de
schoonzoon zou deze woning toegewezen
krijgen als de laatste in Velsen-Noord zijn
intrek kon nemen.
Zowel schoonvader als de clandestiene
bewoner waren op het illegale van hun
handelwijze gewezen.