„lk acht het waarschijnlijk dat de koude oorlog vreedzaam eindigt" De strafbaarheid van de aggressieve oorlog Over „waïerbeschaving" laven Zaterdag 8 April 1S50 Haarlems Dagblad en Oprechte Haarlemsche Courant 10 Maarschalk Tito geïnterviewd „Onze instelling is gemakkelijker en menselijker dan die der Sovjet-Unie" BELGRADO, 7 April (Reuter) Maar schalk Tito heeft een. speciale correspon dent van de „Times" Donderdag in zijn villa in een voorstad van Belgrado een exclusief interview toegestaan. In de loop van het gesprek kwamen de volgende onderwerpen ter sprake: „Oorlog? De koude oorlog tussen Oost en West kan nog' slechts één of twee jaar duren, aldus Tito, die het. waarschijnlijker achtte, dat de koude oorlog op vreedzame wijze zou eindigen dan dat hij in een wer kelijke oorlog zou overgaan, „omdat vrede een goedkopere weg is. „Ik zie niet in, waarom er oorlog zou moeten komen." Volgens Tito is de buitenlandse politieke situatie der Sovjet-Unie de laatste paar jaar slechter geworden en kan zij niet veel verder meer achteruit gaan. Wijzigingen in de Sovjet-Russische buitenlandse poli tiek achtte hij noodzakelijk evenals „mis schien enkele wijzigingen in de binnen landse leiding." Het binnenlands bestuur van Joegoslavië is gelijk aan dat van de Sovjet-Unie wat de economie betreft, doch verschilt er van op het gebied van betrekkingen en verdere ontwikkeling van het socialistische stelsel in de wereld. Ook de wijze, waarop beide landen niet theoretisch, maar in de practijk tegenover dit vraagstuk staan is verschil lend, aldus Tito. „Onze instelling is soepel naar gelang der omstandigheden. Zij is menselijker en gemakkelijker. Ook de kwestie der buitenlandse betrekkingen be naderen wij anders. Wij achten samenwer king noodzakelijk, Wij achten het niet juist ons met de zaken van anderen te be moeien." Op de vraag van de correspondent, of het Westen zich ooit met de binnenlandse aangelegenheden van Joegoslavië had be moeid, antwoordde Tito: „Wij hebben on getwijfeld de laatste tijd in dit opzicht minder moeite gehad met het Westen en zeker minder moeite met het Westen dan met het Oosten." Samenwerking met Grieken en Italianen De ontwikkeling in Griekenland achtte Tito een voorwaarde voor de samenwer king tussen Griekenland en Joegoslavië. „Vermoedelijk zal de binnenlandse toe stand in Griekenland een gunstige wen ding nemen, zodat onze betrekkingen zul len verbeteren en een samenwerking tot stand zal komen", aldus Tito. Op de vraag, of Joegoslavië bereid is samen te werken met een regering onder leiding van generaal Piastiras, antwoord de Tito: „Indien ik hierop een concreet antwoord gaf, zou ik beschuldigd worden van inmenging in de binnenlandse aan gelegenheden van Griekenland, maar wij Amerikaans econoom vraagt asyl in Tsjechoslowakije Gewetensbezwaren tegen de Amerikaanse politiek in Duits land PRAAG, 7 April. (Reuter). De te Praag verblijvende 41-jarige Amerikaan George S, Wheeler, voorheen in dienst van het Amerikaanse departement van Oorlog, heeft op een persconferentie medegedeeld aan de Tsjechoslo waakse autoriteiten om asyl verzocht te hebben voor zichzelf zijn vrouw en vier kinderen. Hij had dit ge daan. „op grond van een hele reeks van ondervindingen met het Amerikaanse mi litaire bestuur, in Duitsland". Wheeler is ongeveer drie jaar geleden met zijn gezin naar Tsjechoslowakije ge komen en is thans hoogleraar aan de eco nomische hogeschool te Praag. Hij verklaarde op de persconferentie, dat de Verenigde Staten er „een reusachtige spionnagedienst" op na houden en noemde generaal William Draper. destijds Ameri kaans economisch leider in Duitsland, en Robert Murphy, voormalig Amerikaans politiek adviseur in Duitsland, als Ame rikanen, die na de oorlog geheime overeen komsten met Duitse industriëlen gesloten zouden hebben. Wheeler vertelde, dat hij in de oorlog werkzaam was als econoom in dienst van het Amerikaanse departement van Oorlog en in 1944 naar Londen werd gezonden om de zuivering te gaan leiden in de Ameri kaanse zóne van Duitsland wanneer Berlijn genomen zou zijn. Ook kreeg hij de ar- beidsbureaux in deze zóne onder zijn lei ding. In Berlijn, aldus luidde zijn officiële opdracht, moest 'hij de nazi's uit de lei dende functies ontzetten en hen vervangen' door' anti-fascisten. Hij verklaarde echter spoedig gestuit te zijn op tegenstand van „beambten, die waren aangesteld met een ander doei dan de te Potsdam overeen komen politiek uit te voeren". Deze beambten waren volgens Wheeler „de vertegenwoordigers van de interna tionale kartels en trusts". Wheeler had een niet met name ge noemde zakenman, die de te Berlijn aan gerichte verwoestingen bekeek, horen zeg gen: „jammer, dat we niet doorgegaan :ijn naar Moskou om het karwei af te ma ken". Spoedig was Wheeler tot de over- tuiging gekomen,dat „deze woorden het ware karakter aangaven van de Ameri kaanse politiek, die tot uitvoering werd gebracht door mannen als Robert Murphy en generaal Draper, vice-president van de firma Dillon Ressad and Company, de belangen van Wallstreet vertegenwoor digend". Wheeler zeide verder dat men hem ge vraagd had uitvoering te geven aan „or ders van de Amerikaanse inlichtingendienst om leden van nazi-organisaties in verant woordelijke functies te benoemen".. In 1946 was hij er door het Amerikaan se militaire bestuur van beschuldigd in Duitsland een communistische politiek te voeren. In 1947 was hij opgeroepen om ■•oor een militaire raad verantwoording af e leggen, ofschoon ik mijn optreden -ge- '.eel kon rechtvaardigen en van alle blaam verd gezuiverd, werd ik later zonder op- ave van redenen ontslagen",»aldus Whee ler. De persconferentie was door het Tsje- choclowaakse ministerie van voorlichting gearrangeerd, Wheelers echtgenote is werkzaam als free-lance. Wheeler zelf zou, naar verluidt, correspondent zijn van het linkse Ameri kaanse blad „National Guardian"; zouden kunnen samenwerken met een regering, die een democratisch karakter heeft. Wat Italië betreft meende Tito, dat er uitzicht is op verbetering der betrekkin gen, „hetgeen voor ons en voor de Italia nen een groot voordeel zou zijn, misschien nog meer voor hen." De kwestie Triest moet en zal opgelost worden om samenwerking aan beide zij den mogelijk te maken, „doch dit is op het ogenblik geen kwestie van groot belang." Op de vraag, of hij niet van oordeel was, dat de samenwerking met het Westen bevorderd zou worden, indien met het oog op de openbare mening het regiem ih Joegoslavië wat menselijker werd, wees Tito er op, dat dat ook van de andere lan den en van binnenlandse onruststokende elementen afhanklijk was. „In het Westen worden bepaalde maatregelen vaak on menselijk of ruw geacht. U moet echter beseffen, dat wij hier niet allés kunnen doen, indien wij zien, dat de meerderheid er tegen gekant is." Op de vraag van de correspondent, wat er zou gebeuren, indien hij plotseling zijn functie niet meer zou kunnen bèkleden door dood of andere oorzaak, antwoordde Tito lachend: „Ik denk niet, dat ik zo ge makkelijk dood zal gaan. Ik ben niet de alpha en omega. Niets ongewoons zou ge beuren, indien ik moest gaan, en ik heb veel medewerkers, die even veel als ik verzetten en die mijn positie zouden kun nen innemen." Tito voegde er aan toe, dat er geen kwestie was van het nalaten van een testament of dat „één man zou be slissen, wie zijn opvolger is." Graaf Carlo Sforza. de Italiaanse mi nister van Buitenlandse Zaken, heeft in een rede voor het Instituut voor Interna tionale Studiën te Milaan een beroep ge daan op maarschalk Tito „de strijdbijl te begraven" en met Italië tot een alomvat tende overeenstemming te komen, die geen invloed zou hebben op Joego-Slavië's onafhankelijkheid van de Sovjet-Unie en van de Verenigde Staten. Bommenwerper neergestort Een Wellington-bommenwerper van de R.A.F. is in het Engelse graafschap Sussex neergestort en in brand gevlogen. De be manning van vier personen kwam om het leven. Reorganisatie bij de leiding van Buitenlandse Zaken (Van onze parlementaire redacteur) Ter verklaring van het A.N.P.-bericht, volgens hetwelk het aftreden van minister Stikker als minister van -Buitenlandse Zaken volkomen uit de lucht gegrepen zou zijn, cliene het volgende: Omstreeks half Maart heeft er tussen de daarvoor bevoegde vooraanstaande Kamerleden en minister Stikker een con tact plaats gevonden, waarbij onder meer besproken is, wat er zou moeten gebeuren als mr. Stikker, gelijk thans het geval is, tot voorzitter van de O.E.E.S. benoemd mocht worden. Bij bedoelde gelegenheid is toen vooral bepleit dat hij dan minister zonder portefeuille zou worden of een de partement van Buitenlandse Zaken toege wezen zou krijgen. Mr. Stikker schijnt destijds een stilzwijgen bewaard te hebben dat men, al dan niet terecht, als instem ming met dit denkbeeld in sommige krin gen had beschouwd. Inmiddels echter zou minister Stikker na zijn benoeming' tot voorzitter van de O.E.E.S. in een bijeen komst met zijn collega's van Buitenlandse Zaken te Parijs met hun instemming on derstreept hebben, van hoeveel belang het in verband met zijn gezag in deze inter nationale functie is, als hij minister van Buitenlandse Zaken bleef! Niettemin zullen wijzigingen, namelijk aanvullingen, bij de leiding van dit depar tement nu onontbeerlijk zijn. Hieromtrent is nog geen enkele beslissing genomen. Wel meen ik te weten dat bij de bevoegde figu ren van bepaalde parleméntaire kant het denkbeeld geopperd is, om thans een mi nisterie van Europese Zaken in het leven te roepen en mr. Stikker met de leiding daar van te belasten. Als voordelen van deze, wat ik zou willen noemen tugsen-oplossing, hoorde ik noemen: 1. dat mr. Stikker niet portefeuille-loos zou worden, maar als de partementaal minister een even gezagvolle positie als tot dusverre, mede ten aanzien van zijn Europese functie, zou hebben; 2. dat Nederland dan eens het goede voorbeeld zou geven om reeds nu het denkbeeld te verwezenlijken, dat onlangs door de Com missie voor Algemene Zaken van de Euro pese Raadgevende Vergadering te Straats burg als een op deze zomer te Straatsburg te houden bijeenkomst van de Europese Raad aan te nemen besluit is geopperd. Wat nu, ingeval het kabinet met een dergelijke tussen-oplossing accoord zou gaan, de bezetting' van Buitenlandse Zaken betreft, hoorden wij verder de ge dachte opperen om aan het hoofd van dat departement mr. Van Maarseveen te stellen, aangezien eigenlijk het ministerie van Uniezaken en Overzeese Rijksdelen het best zou kunnen afdoen met minister Götzen, die trouwens voor belangi-ijke aangelegenheden de Overzeese Rijksdelen betreffende de bijzondere bijstand van minister Van Schaik kan genieten. In de loop van de vorige week heeft prof. mr. B. V. A. Röling bij de aanvaar ding van het ambt van 'hoogleraar aan de Rijksuniversiteit te Groningen een belang wekkende rede uitgesproken over de straf baarheid van de aggressieve oorlog. Prof. Röling had gedurende enige jaren als Nederlands rechter zitting in het Interna tionale militaire tribunaal voor het Verre Oosten te Tokio en het vraagstuk van de strafbaarheid van de aanvalsoorlog vorm de wel het hoofdprobleem waarmede men tijdens de processen te doen had. Is aggressie misdaad? Of is, zoals veld maarschalk Montgomery het uitdrukte, het niet zozeer de aggressieve oorlog als wel de mislukte krijg waarvoor de generaals worden bereoht en opgehangen? „Indien de overwinnaar zelf aanvaller zou zijn geweest, zal hij de geschiedenis vervalsen. De processen van Neurenberg en Tokio zijn het bewijs. Waar verbloe ming der geschiedenis nodig was, geschied de het". En dat het nog niet erger' gebeur de, verklaart de nieuwe hoogleraar uit het feit, dat de deelnemende landen elkaar de geschiedvervalsing misgunden. Daarbij komt, dat in het geheel niet vast staat wat aggressie eigenlijk is, omdat men werkt met een rechtsbegrip uit een nog niet bereikte fase van de politieke- en daarop gebaseerde rechtsontwikkeling. Interessant betoog van Groningse hoogleraar Stalin gaf de stoot Souvereiniteit verhoogt oorlogskans Ook het volkenbondsverdrag hield niet de strafbaarheid van aggressie in, omdat men uitging van de souvereiniteit 'der sta ten, waardoor oorlogen niet te vermijden zijn. Prof Röling geeft een opsomming van de pogingen die men tussen de wereld oorlogen heeft gedaan om de oorlogskansen te verkleinen en komt tot de conclusie dat al die resoluties de internationale rechts betrekkingen niet veranderden, omdat zij geen wetskracht bezaten. „Men maakte een schoon gebaar om het falen in het be reiken van werkelijke resultaten te be dekken". Toch .waren het deze goede in tenties die de weg plaveiden naar Neuren berg en Tokio. In een Parijs cabaret treedt thans met veel succes een gedresseerde beer op. Hier is bruintje in een der hoogtepunten van zijn répertoire: een handstandje op twee (massief ijzeren) flessen. In het begin van de tweede wereldoor log bestond de gedachte om staatslieden- strafrechtelijk.- verantwoordelijk te stellen voor hun aggressie dan ook niet, alleen die van berechting voor oorlogsmisdrijven.. Het was Stalin die bij de herdenking van de 26ste verjaardag van de Russische revolu tie in November 1943 de eerste stoot tot het betrekken van de aggressie-zelf in de na-oorlog'se bestraffing gaf. De gedachte ondervond ook weerstand, doch deze ver zwakte naarmate men minder onder scheidde tussen de gruwelen en de ver antwoordelijke bedrijvers da&rvan. Tijdens en na de oorlog zijn uitgebreide debatten over het vraagstuk gevolgd. De- geen, die van meet af de aanklacht van aggressie nastreefde en er in slaagde zijn doel te bereiken was de Amerikaanse aan klager in Neurenberg, Robert H. Jackson, die onder meer aanvoerde, dat de Ameri kanen in de oorlog waren gegaan juist om dat zij aggressie onwettig achten. Jackson betoogde voorts dat in de „misdaad van een onrechtmatige oorlog" alle andere daarmee verbonden wandaden waren be grepen. Zijn beginselen' werden grotendeels in het verdrag waarbij het Charter van Neu renberg werd vastgesteld, gevolgd. Professor Röling concludeert: „Zo leert ons de enig toelaatbare'opvatting o-ver- de vonnissen van Neurenberg en Tokio, dat de overwinnaar in een rechtvaardige oorlog, als aansprakelijk voor de prille vrede, het recht heeft de individuen, die blijkens hun vroegere politieke rol gevaar lijk zijn voor het handhaven van die vrede, politiek onschadelijk te maken door ze te verwijderen uit de gemeenschap der men sen". Dergelijke opvattingen laat verdere ont wikkeling toe. Indien de staten zich wezen lijk verbinden tot eenheden, die berusten op wederzijds vertrouwen en die een ge meenschappelijk doel nastreven, als zo groter verband gegroeid is tussen volken die dit verband ook emotioneel 'beleven, dan kan inderdaad dit misdrijf tegen de vrede een nieuwe inhoud en een nieuwe betekenis krijgen. Die weg loopt via de kleine supra-natio- nale gemeenschappen, die op basis van de gelijke cultuur en op grond van een ge meenschappelijk lot zich vormen en waar binnen voor het eerst de oorlog als burger oorlog het werkelijk laag en misdadig ka rakter kan krijgen, dat er nu, aldus prof. Röling, nog niet aan kan worden toege kend. De hoorleraar waarschuwt voorts: De waan van veiligheid kan de groei der supra-nationale gemeenschappen verhin deren. De ontwapening in de dertiger ja ren mede een gevolg van het misplaatste gevoel van internationale veiligheid was een van de voorwaarden van de tweede wereldoorlog. Hier ligt volgens hem de kern der critiek. Het is nog te vroeg voor een strafrechtelijk aggressieverbod, daar aggressie een begrip is dat ontleend is aan een nog niet bereikte fase in de internatio nale verhoudingen. Pas daar waar oorlog het karakter krijgt van burgeroorlog, kan er van werkelijke bestraffing sprake zijn. Het supra-nationale gemeenschapsbesef kan zich het best ontwikkelen in kleinere groepen. De West-Europese Unie, de Pan American Union of het Sovjet-Russische blok, vormen de uitgangspunten van vol kenrechtelijke groei. Zij zijn de noodzake lijke brug tot de nog ver verwijderde we reldgemeenschap. waar vrede heerst voor de mensen die van goeden wille zijn. Deze rede werd door de uitgeverij J. B. Wolters te Groningen in haar geheel in boekvorm uitgegeven. Het waterverbruik in Haarlem is, vergeleken bij vele andere steden, zeer laag Uit onze artikelen over de Haarlemse Waterleiding en het Natuurreservaat is gebleken dat het waterverbruik, per in woner berekend, in Haarlem laag' is. Het is in de laatste jaren wel wat opgelopen, maar toch niet hoger gekomen dan 60 liter per dag. Daaronder is ook begrepen het verbruik door de industrie. In het rapport van de Staatscommissie voor de Drinkwatervoorziening in het Westen des Lands (in 1940 aan de regering aangeboden) werd ook reeds de aandacht gevestigd op dit lage waterverbruik door de Haarlemmers. Allereerst werd opge merkt, dat het verbruik van 1900 tot 1922 geleidelijk opliep van 30 tot 60 liter. Daarna trad er een daling in, die zich ge leidelijk voortzette tot 1935, toen het 44 liter was. Sindsdien is het verbruik weer opgelopen. Opgemerkt werd: „De levering te Haar lem geschiedt uitsluitend over de meter tegen een betrekkelijk hoge eenheidsprijs, aan welk feit het zeer lage hoofdelijke verbruik moet worden toegeschreven. Er is door de commissie een uitgebreid onderzoek ingesteld naar het waterver bruik in verschillende gemeenten. Gecon stateerd werd dat Amsterdam, Rotterdam én Utrecht alsook kleinere gemeenten in het Westen des lands, het meeste water verbruiken, namelijk 100 a 130 liter. Daarop volgt het Provinciaal Waterlei dingbedrijf voor Noordholland, waar het 100 liter is. Den Haag (waar ook een strenge toepassing van het'meter tarief is) gebruikt 70 liter. Het gemiddelde verbruik voor de andere gemeenten in het Westen van ons land ligt even beneden de 100 liter. Het lage waterverbruik in Haarlem steekt dus wel sterk af. Ongetwijfeld speelt de watermeter hier een belangrijke rol,- maar de vraag rijst toch of het daar in alleen gezocht kan worden. Het is aan te nemen, dat ook de prijs van het water daarbij een rol speelt. De Staatscommissie schreef verder in haar rapport: „Het waterverbruik loopt in ons land, evenals in andgre landen en werelddelen, sterk uiteen en' hangt af van de diensten, die in sociaal en industrieel opzicht van een waterleiding worden ge vraagd. Het is onder meer afhankelijk van de welvaart der bevolking en de daarmee verband houdende sanitaire accommodatie, het tariefstelsel en de prijs van het water. In het algemeen is het waterverbruik in de grote steden hoger dan op het platteland. Dat wordt gedeel telijk verklaard door het feit, dat de steden meestentijds eerder in het bezit van een waterleiding waren. Daarnaast hebben tal van andere factoren invloed, o.a. de ruimere sanitaire accommodatie in de meeste steden." Ook werden gegevens over het buiten land' verzameld. Plet gemiddelde verbruik van 9 Engelse steden (waaronder Londen) varieerde van 126 tot 178 liter. In de Schotse steden Edinburgh en Glasgow waren de cijfers 226 en 26.9 liter. Acht Duitse steden, waaronder Berlijn, hadden een verbruik dat liep van 91 tot 230 liter. Negen Franse stedgn, waar onder Parijs, varieerden van 134 tot 750 liter. Grenoble was 750 1., Parijs 470 1. Tot zover de gegevens uit dit rapport. De vraag rijst of door het lage water verbruik te Haarlem de „waterbescha ving" niet in het gedrang komt. Een middel fegen iepziekte? Wordt reeds in Amerika toegepast Voorlichtingsdienst De Amerikaanse deelt mede: Het is mogelijk dat het aantal iepen in de Verenigde Staten weer zal gaan toe nemen dank zij een tweetal nieuwe ont dekkingen die in dit verband van belang zijn. De eerste betreft een chemische ver binding yaarmede goede resultaten bereikt zijn bij iDogingen om te voorkomen dat iepen door iepziekte aangetast worden en de tweede bestaat in een nieuwe methode om stekken van bomen die een grote resistentie tegen deze ziekte vertonen snel en deugdelijk wortel te doen schieten. De stof die deze beschermende werking heeft heet „Carolaté", werkt als een anti- toxine, vermindert de zuurgraad van de grond en bevordert de groei. De stof wordt in de grond om de bomen gebracht en de tot dusverre genomen proeven wijzen er op, dat één behandeling per jaar voldoende is. De beste resultaten worden bereikt als de bomen nog in het geheel niet aangetast zijn. Carolate is niet giftig en goedkoop doch tot dusverreslechts in kleine hoe veelheden verkrijgbaar. Bij de nieuwe methode om de stekken snel en goed te doen wortelen wordt een poeder gebruikt dat een groeistof (planten- hormoon) bevat. Dit hormoon bevordert, wanneer het m sterke mate verdund wordt, de wortelgroei. De stekken worden in het poeder gedoopt en in de grond ge zet, waarna ze ongeveer 2 a 3 weken voch tig gehouden worden. 88 procent van de aldus behandelde stekken-had na deze tijd goed wortel geschoten terwijl van de on behandelde stekken dit slechts met 50 a 60 procent het geval was. Van sommige niet behandelde partijen had zelfs geen enkele stek wortel geschoten. Franse generaals voor een krijgsraad De Franse generaals Révers en Mast, die er van worden verdacht betrokken te zijn bij de verdwijning van een geheim Indo chinees rapport, zullen voor een krijgsraad moeten verschijnen. De staatsraad, het hoogst juridische lichaam van Frankrijk heeft namelijk Vrijdagavond "besloten, dat officieren boven de rang van kolonel voor een krijgsraad gedaagd kunnen worden. Poolse prelaat in Rome verwacht De 82-jarige mgr. Adam Stefan Sapieha, kardinaal-aartsbisschop van Krakau, wordt uit Polen te Rome verwacht, aldus is in Vaticaanse kringen medegedeeld. De aarts bisschop had een telegram gezonden, waar in van zijn voorgenomen bezoek aan Rome als pelgrim aankondiging wérd gedaan. Mgr. Sapieha zou de eerste prelaat uit Oost-Europa zijn, die de Heilig-Jaarbede- vaart zou maken. De Engelse regering heeft onlangs een onderzoek ingesteld over de aanwezigheid van badkamers in de huizen. Het bleek dat minder damde helft' van alle huishou dens een eigen bad heeft. Een derde had een „draagbaar" bad. 12. procent der men sen kon thuis helemaal niet over een bad beschikken. Van de mensen die 100 gulden per week of meer verdienen heeft slechts 1 procent .geen bad thuis; 3 procent van hen heeft een „draagbaar" bad. Mensen met minder dan dertig gulden per week (voornamelijk gepensionneer- den): 41 procent draagbare badkuipen; 29 procent helemaal niets. Huizen die thans worden gebouwd hebben echter vrijwel zonder uitzondering een bad. In Schotland heeft 35 procent van alle huishoudens geen bad. Wij hebben getracht gegevens té krij gen over de aanwezigheid van badkamers en douchecellen in Haarlem. Het bleek ons evenwel dat die niet bestaan, zodat wij geen vergelijkingen kunnen maken. Al leen menen wij reden te hebben voor de veronderstelling dat de cijfers voor Haar lem veel ongunstiger zijn. Amsterdam beschikt wel over die cijfers. In 1948 waren daar 60,000 van de 222.500 huizen voorzien van een badgelegenheid, dus iets meer dan een kwart. Daar het waterverbruik in Haarlem veel lager is dan in Amsterdam, ligt de veronderstelling voor de hand dat er in verhouding ook minder badkamers in Haarlem zijn. Een der eerste stenen huizen in het. oude vestingstadje Doetinchemdaterend uit de zestiende eeuwwordt thans gerestaureerd. Het oude pand waarin tegenwoordigjuist als vier eeuioen geleden, een hoefsmid zijn bedrijf uitoefent. Land- en tuinbouw Bedrijfsresultaten in het afgelopen jaar In het verslag over 1949 schrijft de directeur van het Gewestelijk Arbeids bureau te Haarlem o.a.: De bedrijfsuitkomsten in de landbouw waren over het algemeen zeer bevredi gend. Meer nog dan van lonende prijzen was dit een gevolg van de exorbitant grote oogst. Ten aanzien van verschil lende artikelen, speciaal granen, werd ge sproken van „de oogst van de eeuw." Al moet deze uitdrukking' misschien niet let terlijk worden genomen, de uitstekende resultaten worden er toch wel duidelijk door aangetoond. De beide tuinbouwgebieden in het ge west Haarlem, Aalsmeer- en Beverwijk, konden in hun behoefte aan personeel zonder grote moeilijkheden voorzien. De omzet van de beide Aalsmeerse veilingen bleef met 17]/2 millioen ongeveer gelijk aan die van 1948. De oogst van de in het Beverwijkse gebied liggende groente- en bloemenveilingen daalde met bijna 1 mil lioen gulden tot ongeveer 5% millioen. De bedrijfsresultaten waren voor de Aals meerse kwekers, vooral gedurende de laatste maanden van het jaar, bevredi gend door de sterk toegenomen export naar Duitsland. In het Beverwijkse ge bied deed het tekort aan water, ten ge volge van het steeds zakkende grondwa terpeil, zich zeer sterk gevoelen. Daar door waren de bedrijf suitkomsten voor de tuinders die niet over een eigen be- vloeiïngsinstallatie beschikten in het al gemeen slecht'. De moeilijkheden om personeel te krij gen waren geringer dan in de voorafgaan de jaren. Slechts in een enkel geval be hoefde te worden overgegaan tot inscha keling van de voor de overheidskas zo kostbare oogstcolonnes. WEEKABONNEMENTEN dienen uiterlijk op Woensdag te worden betaald, daar de bezorgers op Donder dag moeten afrekenen. DE ADMINISTRATIE Ernstige bosbrand bij Velsen Vrijdagochtend om'half twaalf stegen zwarte rookwolken tussen het huis van de familie Jansen en Slingerduin uit het be boste duinterrein omhoog en hoge vlam men sloegen door helm en kreupelhout. Korte tijd later was twee hectare kostbaar landschap zwartgeblakerd. Het liet zich in het begin ernstig aan zien, maar de Velsense brandweer heeft met behulp van een aantal werklieden, die in de omgeving aan een afrastering bezig waren, erger kunnen voorkomen; bovendien hielden wandelpaden het vuur binnen de perken. Met zand en schoppen is het vuur bedwongen. De oorzaak is on bekend, maar de schade aan dit stukje Velsen moge een waarschuwing zijn voor hen, die met de Paasdagen de natuur in trekken: geen open vuur of vonken in bos, duin of hei! Het wervende woord, Geschiedenis der socialistische week- en dagbladpers in Ne derland, door dr. A. C. J. de Vrankrijker; N.V. De Arbeiderspers, Amsterdam; 1950. De Para-Psychologie, door dr. F. J. Tols- ma; Bosch Keuning N.V., Baarn. Psychotechniek als kompas voor het be roep; Een overzicht van de methoden en, toepassing van de moderne psychotechniek, samengesteld door medewerkers van de Nederlandsche Stichting voor Psychotech niek o.l.v. Jhr. dr. D. J. van Lennep; Uitg. Mij. W. de Haan N.V., Utrecht; 1949. Economische Encyclopedie, samengesteld door D. C. van der Poel; 3e geheel gewij zigde druk; Uitg. Mij. W. de Haan N.V., Utrecht; 1949. Johann Strauss, de Koning van de Wals, door Johan Andriessen; verschenen in de serie: Meesters der Melodie: A. J. G. Streng- holt's Uitg. Mij. N.V., Amsterdam- Vroedvrouwenschool, door A. Keijerde Jongste; Bosch Keuning N.V., Baarn. tet dagboek van Daatje, Ingeleid en op geschreven door Johan Luger; A. W. Bruna Zoon, Utrecht/Antwerpen. Uw Herder zal niet slapen (Wilhelmus 14e vers), roman van Jilles Limburg; A. J. G. Strengholt's Uitg. Mij N.V., Amsterdam. Leeuwenserie No. 10: De Weg Alleen, door Clara AsscherPinkhof; No. 11: De vlam mende Heide, door Evert Zandstra. 7e druk; No. 12: Mannequin, door Fannie Hurst; ge- autor. vert, van Jeanne van SchaikWil ling; 4e druk, 1950; H. P, Leopolds Uitg. Mij N.V., Den Haag. Liefdé en dood op Bali, door Vicki Baum, Ned. vert, van H. M. A. Ludolph—van Everdingen; 2de druk; Uitg. Mij W. de Haan N.V., Utrecht; 1949. Paul Vlaanderen en het mysterie van De Markies; door Francis Durbridge; A. W, Bruna Zoon, Utrecht-Antwerpen. Chinezenwijk, door Lin Yu Tang; Uit het Amerikaans door E. VeegensLatorf; Uitg. A. J. G. Strengholt N.V., Amsterdam. Zeep, De „Hucksters", roman uit de 'Ame rikaanse Radiowereld; oorspronkelijke titel: The Hucksters; vert, van H. D. Vuyck— Bicker; Uitg. Engelhard, Van Embden Co, Amsterdam. Pioenroos, door Pearl S. Buck, oorspr. titel: Peony; Ned. vert, van Clare Lennart, 1950; A. W. Bruna Zoon, Utrecht/Ant werpen. De Stille Don, Storm over Rusland; Mi chael Sjolochow; Ned. bewerking van Jac. v. d. Ster; Republiek der Letteren, Am sterdam, Het ploegen der Armen, De geschiedenis van het geslacht Jeromin, door Ernst Wie- chert; Uitg. De Boekerij, Baarn; 1950. Ziet uw Koning, door Florence Marvyne Bauer; Uit het Amerikaans door Nel Berg mans;- J. H. Kok N.V., Kampen. Lente, door Sigrid Undset; uit het Noors door N. BasenauGoemans; 5de druk; J. M. Meulenhoff, Amsterdam. De jonge Stormvogel, door Maxim Gorki; Ned. bewerking van J. A. Sandfort; Repu bliek der Letteren, Amsterdam, 1950. Boven de Vijftig', door dr. W. Johnson; oorspr. titel: The years after fifty, uit hel: 'Engels door dr J. van Ham; Uitg. A. J. Lui- tingh, Amsterdam. Een Hengelaar verteltdoor Bernard Verduin; A. J. G. Strengholt's Uitg. Mij, Amsterdam. Landschappen en seizoenen; deel.I: Lente, door Rinke Tolman; Uitg. Born N.V., Assen. De vogels rondom ons huis. door Jan P. Strijbos; 3de druk; Bosch Keuning N.V., Baarn. Rozenteelt door amateurs, door J. J. van' der Windt; Practische damlessen, door Phi lip de Schaap; Practische konijnenteelt, door R. Stenhuis; in de serie „Weten en Kunnen" resp. No. 208, 210, 220; Uitg. Mij Kosmos N.V., Amsterdam. Vom Rhein zur Donau, Bilder, Geschichten und Betrachtungen, von D. C. Monté, erster und zweiter Teil; J. B. Wolters, Groningen/ Djakarta. Jongens en Wetenschap, deel IV; Ned. be werking van het Zwitsers Jeugdboek Hel- veticus door dr. R. B. J. Hycks; Uitg. Mij W. de Haan N.V., Utrecht. De Engeltjes, door Bep Otten, geïll. door G. Stapel; leeftijd 10—14; N.V. De Arbei derspers, Amsterdam; 1950. Tweehonderdvijftig nieuwe huizen in Beverwijk Forensen kunnen straks in de stad komen wonen Naar ons wordt meegedeeld ïs het Bever wijkse gemeentebestuur met de woning bouwplannen thans zover gevorderd, dat zeer binnenkort een begin kan worden ge maakt met het bouwen van honderd huizen, welke nabij de Galgenweg en in de om geving van de Laan van Kanaan zullen verrijzen. Voorts mag worden ver-wacht, dat spoedig met de bouw van nog eens 150 woningen zal worden begonnen. Het bouwvolume voor deze 250 huizen is verleend onder voorwaarde, dat een aantal dezer woningen zal worden bestemd om de huisvesting van in Beverwijk werkzame maar. elders woon achtige personen mogelijk te maken. Velsen Woninguitzetting in dë Bcinjaertstraat Donderdagmorgen heeft een jong gezin, bestaande uit man, vrouw en twee kleine kinderen moeten ervaren dat de gemeente niet met zich laat spotten. Door uitzetting werd clandestiene bewoning van het per ceel Banjaertstraat 7 ongedaan gemaakt. Het nieuwgebouwde huis was in de voor gaande twee dagen volledig ingericht, doch Donderdagmorgen verschenen enige ge meentewerklieden om het huis onder poli tietoezicht weer leeg te halen. De woning was echter gesloten en dus moest de toegang worden geforceerd. Toen reeds een flinke hoeveelheid meu belen een plaats op het trottoir had gevon den, nam het gezinshoofd de ontruiming zelf ter hand, waarvoor hij tot 's middags drie uur de gelegenheid kreeg. Van de vier nieuwe, in één blok gebouw de woningen in de Banjaertstraat, zijn er twee eigendom van een winkelier. Deze had zijn schoonzoon, die een stalhouderij in Beverwijk drijft, toestemming gegeven het bewuste huis te betrekken, omdat het gezin te Beverwijk op een bovenverdieping te klein behuisd was. Het Huisvestingsbureau had voor de wo ning in de Banjaertstraat echter een andere gegadigde, die een vergunning had gekre gen. Deze bewoont in Beverwijk- een heel huis en in overleg met de gemeente Bever wijk was een middenweg gevonden: de schoonzoon zou deze woning toegewezen krijgen als de laatste in Velsen-Noord zijn intrek kon nemen. Zowel schoonvader als de clandestiene bewoner waren op het illegale van hun handelwijze gewezen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1950 | | pagina 12