Tendo's Jonge Heemstedenaar won E.CA-affichewedstrijd MeAoosüéiÈ? Stadsbesteldienst A.B.C. de grootste vervoerder Willy Lages voelt zich niet schuldig Taxi? Bel 1.2.3.4.5 Dinsdag 16 Mei 1950 Haarlems Dagblad en Oprechte Haarlemsche Courant 3 De sierkunstenaar Huib de Ru j:e Over- veen heeft destijds de opdracht gekregen een herinnerings-paneel te maken voor de Nederlandse Landarbeidersbond, ter gele genheid van het vijftigjarig bestaan. Dins dag 16 Mei zal het als cadeau voor het bondskantoor te Utrecht worden aangebo den tijdens de jubileumfeesten in Leeu warden. We kregen de gelegenheid het werk van tevoren even te bezichtigen. Het is een stuk van ongeveer 3/2 meter breed, dat boven een lambrizering en tussen twee deuren zal worden aangebracht. Daar het gebouw geen eigendom van de bond is, was muurschildering minder geschikt. Het is een meubelplaat met berkenfineer, een dun randje coromandelfineer en een brede buitenkant met eikenfineer. Er is transpa rante verf gebruikt, zodat het witte hout steeds zichtbaar blijft. Door schuren is dit effect nog verhoogd. Wat de voorstelling betreft moest de kunstenaar vooral zeer begrijpelijk blijven, daar de dertigduizend leden van deze bond eenvoudige mensen zijn. Géén abstracties, géén verwringing van de werkelijkheid: de natuurlijke vormen dienden gehand haafd te worden. Aesthetisch zijn het de diagonalen die het stuk bijeen houden. Het is een triptiek in één lijst geworden: links het verleden in het midden de overgang, rechts het heden, onder het motto: „In donker droef bestaan wijst eenheidswil de weg naar licht en levensvreugd". Men zoeke hier geen mysterieuze sfeer als bij Puvis de Chavannes. Maar toch heeft Huib de Ru gevaarlijke klippen moeten omzei len: sentimentele romantiek, naïeve over drijving, zoetsappige kleurgeving. Het lijkt ons dat hij aan die gevaren grotendeels is ontkomen. Door de tegenstelling der drie onderdelen in allerlei vormen aanschou welijk te maken is een combinatie ontstaan van schilderkunst en zinnebeeld, waarbij het allegorische niet te overdreven is ge worden. Links ziet men ziekte winter, kwijnende kinderen, een angstige moeder, een zorgelijke vader met te weinig loon in de knuist, wat kriel-aardappelljes in een kruiwagen, een triest en vochtig huizen blok, schamele kleding. Dan in het midden verdwijnen de dreigende wolken, de blik gaat hoopvol omhoog. Een de Lente ver persoonlijkend meisje biedt witte veld- bloemetjes aan; vol verwachting zien de ogen van een jong paar omhoog. De pau- pertjes en de Engelse ziekte zijn verdwe nen. Zo komt men bij het rechter deel van dit ineenvloeiend drieluik: de propaganda heeft haar werk gedaan, een houten hekje duidt op een eigen huisje met tuingrond. Nu is het zomer, de oogst komt binnen, ook voor de tuinder zélf. Licht en levensvreug de worden hier uitgebeeld. De door de voorgeschreven afmetingen (1.25 x 3.60 meter) zéér lastige opgave is door Huib de Ru met smaak opgelost, in alle eenvoud aangenaam. Doch uiteraard beperkt een dergelijke monumentale op dracht de vrije mogelijkheden van een kunstenaar. Er zijn schilderijen waaruit blijkt hoe benauwend die taak was voor de artisticiteit van de schilder. Men denke bijvoorbeeld aan de „Madonna met kind" van Ambrogio Borgognone (1450-1523), in het Rijksmuseum. Alles moést hier intimi teit en romantiek ademen: de ruime groen blauwe mantel en de sierlijke grijze hoofd doek van de moeder, de naïeve afrondende schildertrant in de voorstelling van het met een rozenkransje spelende kind, de drome rige blik der ogen. Maar dan opent de schilder, links boven, een venster met een kijkje op een Italiaans grachtje in avond licht. De huizen spiegelen zich scherp en gaaf in het stille water, de menselijke figuurtjes zijn schematisch weergegeven, als wandelende skeletten. Het doet modern aan als de Chirico. Het contrasteert op een verfrissende wijze én verhoogt tóch nog de gemoedelijkheid van de hoofd-voorstelling. Dit venster van Borgognone is als een veiligheidsklep. Zo iets hadden we gaarne aangetroffen in de Ru's paneel waarvoor wij overigens, zoals men uit het voorgaande kan lezen, veel waardering koesteren. H. SCHMIDT DEGENER H.O.V.-Concert voor de Raad van Overleg Voortreffelijke toelichting door Wouter Paap Dat de mens niet alleen van brood kan leven, doch ook voedsel voor de geest nodig heeft om tot volwaardige ontwikkeling te komen, is een uitgemaakte zaak. Maar velen zullen zich nog wel de tijd herinneren dat er voor de arbeidende klasse slechts luttele gelegenheid bestond om mee aan te zitten aan de dis waarop hogere cultuur waarden geserveerd werden. Gelukkig is het anders geworden en zeer te prijzen is het, dat er vormen gezocht en gevonden werden, om naast de materiële behoeften ook de geestelijke te bevredigen en zelfs om er de nodige appetijt voor op te wek ken. Onder de vormen van geestelijke ont spanning kan het beluisteren van muziek een zeer voorname plaats innemen. Doch muziek horen is iets dat men moet leren; het kost in den beginne een beetje inspan ning, maar wie doorzet krijgt lioch op de duur zijn moeite beloond. En als het leren beluisteren van muziek georganiseerd wordt, zoals de „Raad van Overleg" in Haarlem het met medewerking van de H.O.V. voor elkaar weet te brengen, dan worden de bezwaren al zeer gering. Men krijgt het als het ware voorgeschoteld. Want met een paedagoog als Wouter Paap, die Maandag andermaal het concert van de Raad van Overleg in onderdelen toe lichtte, wordt zo'n avond een geestelijke ontspanning, die alle wanbegrip betreffen de moeilijke en zware muziek (zoals het dan gewoonlijk heet) op slag en stoot weg neemt en integendeel een klaar besef bij brengt van wat goede muziek eigenlijk is en wat ze bedoelt. Zo bood. na een duidelijke uiteenzetting van de hoofdbestanddelen van de compo sitie, de uitvoering van Mozarts „Kleine Nachtmuziek" een dubbel genot en voor zeker voor velen ook de verrassing, dat er in dit meermalen aan de radio gehoorde meesterwerkje nog zoveel meer stak dan men er tot nog toe uit gehoord had. De heer Paap slaagde er in bijzonder veel belangstelling te wekken voor Beet- hovens Egmond-ouverture, Door de tegen stelling Alva Nederland op te roepen en er de muzikale thema's van te laten demonstreren door het orkest het hoofd motief aan te duiden, de spannende climax te laten horen die naar het dramatisch moment van Egmonds onthoofding voert en dan de wel zeer aansprekende zegefan fare der verlossing te doen klinken, wist de inleider te bereiken, dat de suggestieve en machtige vertolking van Verhey met zijn orkest als een welsprekende bladzij ADVERTENTIE Agenda voor Haarlem DINSDAG 16 MEI Gem. Concertgebouw: Concert HOV. 8 uur. Grote Kerk: Orgelconcert, 8 uur. Nassau- plein 8: Ned. Ver. voor natuurgeneeswijze, spreker de heer H. W. G. Kortman, 8 uur. Nieuwe Gracht 90: Witte Kruis, afdelings vergadering 8 uur. City: „De zevende sluier", 14 j„ 2.15, 4.30, 7 en 9.15 uur. Spaarne: „De schat in de zilvermijn", 14 j., 2.30, 7 en 9.15 uur. Frans Hals: „De ooievaarsclub", 14 j., 2.30, 7 en 9.15 uur. Rembrandt: „The blue lamp", 18 j„ 2, 4.15, 7 en 9.15 uur. Palace: „Tromba", 2, 4.15, 7 en 9.15 uur. Luxor: „Ge vaarlijke leeftijd", 18 j., 2, 4.15, 7 en 9.15 uur. WOENSDAG 17 MEI De Leeuwerik: Leex'lingenuitvoering Cor Teves, 7 uur. Lorentzplein 23: Vereniging tot bevordering van het lot der blinden, ledenvergadering, 4 uur. Grote Kerk: Orgel concert Jeanne Demessieux. 8 u. Bioscopen: Middag- en avondvoorstellingen. uit onze vaderlandse historie beluisterd en begrepen werd. D^ reactie van het pu bliek op dit stuk was dan ook bijzonder geestdriftig. De opgewekte ouverture tot „Die Fle- dermaus" van Johann Strauss had betrek kelijk weinig toelichting nodig. Meer was er te zeggen over het Nederlandse werk van hei programma, de „Piet-Hein-Rhap- sodie" van Peter van Anrooy en veel was er ook uit op te steken. Het publiek had reden om opgetogen te zijn over hetgeen het door Toon Verhey met het orkest en met Wouter Paap als paedagoog deze avond opgedist kreeg, doch tevens tot dankbaar heid jegens cfe Raad van Overleg om dit gelukkige initiatief. JOS. DE KLERK. nVFRTENTlE zenuwwbletfan cfiéj^è'n- fey s flefl ijjcaïnvt'ë Nederlandse toneelprijsvraag met verheugend resultaat Oprichting gewenst van dramaturgisch bureau Op 24 September 1948 werd een initia tiefcomité „Vrienden van de Nederlandse toneelschrijfkunst" gevormd, bestaande uit: Ben Aïbach, J. Bendien, D. A. M. Bin nendijk, J. Carpentier Alting, Maurits Dekker, Ben Groenier, mevrouw H. Heijer- mans, mr. H. A. Keuls, W. Kubbenga (secretaris), dr. H. H. J. de Leeuwe, Manuel van Loggem, W. Ph. Pos, mevrouw G. Guttmann-Roselaar (Luisa Treves), A. van Santen, J. B. Schuil, B. Stroman, Robert de Vries en Viotor E. van Vriesland. Burge meester Arn. J. d'Ailly bekleedde het ere voorzitterschap. Het comité stelde zich ten doel de Ne derlandse toneelschrijfkunst metterdaad te steunen en te bevorderen door te trachten om daarvoor in aanmerking komende en nog niet gespeelde stukken te doen ver tonen en door van talent blijk gevende, doch technisch nog onvoldoend geschoolde auteurs bij te staan. In de pers werd een oproep geplaatst waarop 138 auteurs 159 stukken instuurden. Ter beoordeling hier van werd een jury gevormd, bestaande uit; Maurits Dekker, Ben Groenier, B. Stroman en Robert de Vries. De letterkundige Victor E. van Vriesland Verklaarde zich bereid bij staking der stemmen van advies te dienen. Deze jury concludeert in het thans uit gebrachte rapport: „Het is verheugend, dat naar verhouding een groot aantal auteurs blijk heeft gegeven van onmiskenbare aan leg voor de toneelschrijfkunst, ofschoon in vele gevallen het ingezonden werk niet zonder meer voor vertoning in aanmerking kan komen. De beste twee inzendingen waren: „Koningen en Priesters" door Hanno van Wagenvoorde en „Zelfportret" door Ary den Hertog. Het eerste stuk is van bijzonder litterair gehalte, het tweede werk munt uit door een goede dramatur gische constructie. Ook dient de aandacht gevestigd te worden op de volgende stuk ken: „De jaloerse Markies" door Jan van Lumey; „De Koning en de gerechtigheid" door H. Wolffenbuttel-van Rooijen; „Nehe- mia", door Henk Fedder; „Rathenau", door Arthur Bauer en op „Ichnaton", ingezon den onder het motto „De Egelantier". Deze stukkeir vertonen kwaliteiten, welke hoop geven voor de toekomst. Zo is ook in het algemeen vermeldenswaard het werk van John van Snellenberg, Hans Nesna en E. J. M. Terlingen. Het comité stelt zich thans in verbinding met toneeldirecties en uitgevers om be langstelling voor deze werken te wekken en deze zo mogelijk in voor de auteurs tastbare resultaten om te zetten. Voorts zal contact worden opgenomen met het minis terie vair Onderwijs, Kunsten en Weten schappen om te komen tot het oprichten van een permanent en centraal dramatur gisch bureau". Beeldende kunst Tekeningen en grafiek van Jan Sleper Zaterdagmiddag werd de tentoonstelling van werk van Jan Sleper in kunsthandel Leffelaar aan de Wagenweg geopend door de dichter Gabriël Smit. De spreker wees erop dat hel werk van Jan Sleper zeer goed genoten kan worden zonder kunst- critische inleiding. Vaak beperkt een inlei ding bovendien de vrijheid van fantasie van de beschouwer. Onze belangstelling voor het werk van Jan Sleper werd destijds opgewekt toen we het met smaak uitgevoerde Diepen- brock-nummer van het tijdschrift „Mens en Melodie" (Juni 1946) ontvingen. Een levendige lithographie van Diepenbrock, naar een bestaand portret, bewees dat Sle per reeds een accuraat portretschilder was. En op deze tentoonstelling treft men ver scheidene psychologisch-fijne portretten aan, waarbij men met genoegen consta teert dat Sleper niet stilstaat in zijn kunst. Ook het stillever. wordt door Sleper be oefend. Zijn „Scheepsmodel" (no. 80) is een machtige tekening, waarin de détails meesterlijk verdeeld zijn: het schegbeeld, het kleinere snijwerk, de tuigage en vooral de dreigende massa der zeilen. Eenzelfde scheepsmodel vinden we op de kleine houtgravure „Open raam", waar men over enige schelpen, een rozekrans en een bijbeltje héénkijkt en door een raam tus sen de half-geopende luiken de wijde zee ziet: een kostelijk miniatuurtje, geschikt voor een ex libris. Van de Italiaanse landschappen mogen „Assisi van af de Berg" en „Fiesole" niet onvermeld blijven, al was het alléén maar om het onderlinge contrast. De buitenge woon gestyleerae religieuze tekeningen zijn doorgaans zéér klein van afmetingen en subtiel van toon. De icunst van Jan Sleper lijkt ons uit stilte en concentratie geboren. Zij brengt de besehouwer in aanraking met het tijde- loze, met een gehéél opgaan in een onder- werp. Daarom is de eerste staat van de kopergravure ..Apollo" zeker niet het meest geslaagde werk van Sleper, al won hij hiermee de Prix de Rome van 1948. Het van buitenaf opgelegde onderwerp, de tijdnood, de bijna middeleeuwse omstan digheden van dit examen: men kan begrij pen hoe moeilijk Sleper het hier gehad heeft. Juist de zwakke punten van die gravure (de linker-bovenarm is te kort, de benedenarm te lang; Apollo's gelaat doet, evenals de borst, eerder aan een vroUw denken; de slang, de Python, is fi-aai van golving, maar de achtergrond van de gra vure, met die doodskoppen, is het meest ón-Griekse dat we ooit gezien hebben) zijn ons misschien daérom zo sympathiek. Interessant is de droge naald-gravure „Episode uit Macbeth". We hopen dat Sleper zich nog méér op het uitbeelden van litteraire werken zal gaan toeleggen. Leerzaam voor de bezoekers van deze ten toonstelling is het, dat er op een tafel enige litteratuur over de houtsnede, de houtgravure, het etsen en de lithografie is te vinden, waarbij tevens de gebruikte instrumenten getoond worden. H. SCHMIDT DEGENER. ADVERTENTIE HAAL DE ZON IN UW WONING met een nieuw behang BAKKER S BEHANG Gen. Cronjéstraat 135, Tel. 11657, Haarlem Vakkundige behangers beschikbaar Gebruik van woordenboeken bij H.B.S.-examens Minister Rutten heeft medegedeeld dat het niet in de bedoeling ligt, het gebruik van een woordenboek op de eindexamens van de hogere burgerscholen in het alge meen toe te staan. Slechts ten aanzien van de eindexamens van de H.B.S.-A wordt overwogen het gebruik van een woorden boek toe te staan bij het maken van een verslag of het schrijven van een brief in een vreemde taal op grond van zakelijke gegevens. De minister heeft nog niet alle hieromtrent gevraagde adviezen ontvan gen. Schoenenzaak L. Faber en Zoon bestaat zestig jaar Vrijdag is het zestig jaar geleden dat de heer L. Faber een schoenenzaak begon in Sneek. Hij had de militaire dienst verlaten en maakte schoenen van oude militaire stof fen. In die dagen bestonden er weinig win kels, waar uitsluitend schoenen verkocht werden. De zaken breidden zich uit en na tien jaren vertrok de heer Faber naar Haar lem, om een winkel te beginnen in de Ko ningstraat 9. Het benedenhuis bleek spoedig te klein en verhuizing naar perceel Koning straat 7 volgde. Ook daar kon de heer Faber zijn bedrijf niet ontplooien en negen en twintig jaar geleden verhuisde hij naar Kleine Houtstraat 10. Zijn zoon de heer IJ. Faber werd eveneens in de zaak opgenomen. Deze studeerde anatomie aan de universitei ten in Amsterdam en Leiden met de bedoe ling in de zaak een afdeling orthopaedie op te nemen. Sedert een aantal jaren worden in de Kleine Houtstraat vele schoenen op mast gemaakt, speciaal voor hen, die moeilijk kunnen lopen. Niet alleen uit Haarlem en omgeving stellen patiënten zich met de heer Faber in verbinding, doch ook uit andere delen van het land. Hij maakt een speciale studie van de voeteuvelen der klanten en daarbij is hij tot de conclusie gekomen, dat velen kunnen genezen en in staat zijn goed te lopen, ondanks een afwijking. Bij het bereiken van de zeventigste ver jaardag heeft de heer L. Faber zich uit de zaken teruggetrokken, drie jaar geleden is hij overleden. De zoons van de heer IJ. Faber zijn in het bedrijf opgenomen en hebben zich in het vak bekwaamd. Mevrouw Faber heeft de leiding van de afdeling pedicure. Ter gelegenheid van het zestigjarig bestaan der zaak zal Vrijdagmiddag in restaurant Dreefzicht een receptie worden gehouden. ADVERTENTIE Raadslidmaatschap en leraarschap in de toekomst verenigbaar? In de Memorie van Antwoord aan de Eerste Kamer over de onderwijsbegroting 1950 deelt minister Ruiten mede. dat hij bereid is bij zijn ambtgenoot van Binnen landse Zaken stappen te doen tol wijziging van de bepaling, welke het lidmaatschap van de gemeenteraad onverenigbaar ver klaart met het leraarschap. ADVERTENTIE BARREVOETESTRAAT 2, HAARLEM TEL. 18428. NA UUR 14810-14155 Het verdrijven der Joodse Nederlanders beschouwt hij als een „Kriegsnotwendigkeit" en „Silbertanne"-moorden waren volgens hem in de oorlog moreel toelaatbaar. zelf in dat bevel een inbreuk op het vol kenrecht zou zien. Deze consequentie, zo zei hij, moet voor het heden worden aan vaard wegens de „heiligheid van het recht". De president vroeg daarop aan de raads man of hij zijn standpunt werkelijk wegens de „heiligheid van het recht" wilde toe passen op lieden die schuldig zijn aan het vergassen van millïoenen Joden. „Wegens de heiligheid van het recht, ja", antwoordde mr. Veenstra. Mr. J. W. M. Reuser hield eveneens een juridisch betoog over het Duitse stand punt „Befehl ist Befehl". De president stelde hierna nog enige vragen aan Lages. Deze gaf toe geweten te hebben dat de uit Amsterdam gede porteerde Joden in Duitse concentratie kampen omkwamen. President: „Kreeg u geen gewetensbe zwaren?" Lages: „Ik heb er wel over nagedacht, maar ik geloofde toen de berichten uit Berlijn, dat epidemieën het hoge sterfte cijfer onder de Joden veroorzaakten. Overigens ben ik alleen verantwoordelijk voor het oppakken der Joden, het vervoer naar en het verblijf in het concentratie kamp in Westerbork. Op de vraag, of hij de deportatie van Joden voor zichzelf morëfcl kon recht vaardigen, zei Lages: „Thans maak ik me de scherpste verwijten". President: „Voelt u zich moreel schul dig door het verdrijven van Joodse Ne derlanders van huis en haard?" Lages: „In de oorlog niet. Ik beschouw de het als een „Kriegsnotwendigkeit". De „Silbei'tarme"-moorden vond Lages, zoals hij zei. in de oorlog moreel toelaat baar. Het waren „represailles". Hij gaf thans toe, dat dergelijke sluipmoorden niet door de beugel konden, maar, zo voegde hij er aan toe, persoonlijk voel ik me niet schuldig, als Duitser wel. Gevraagd, wat hij hiermede bedoelde zei hij, dat de sol daten van alle legers gedurende de tweede wereldoorlog harde maatregelen hebben moeten nemen, overwinnaar zowel als verliezers. „Daarom buig ik als Duitser mijn hoofd, docht innerlijk, subjectief, voel ik me geen misdadiger. Mijn enige misdaad is waarschijnlijk mijn goede ver trouwen in de juistheid van de besluiten mijner ï-egering". „Het is dus zo", resumeerde de pre- dent, „dat u alle bevelen slaafs hebt. op gevolgd. hoewel uw geweten zich daar tegen verzette? Lages knikte. De zitting werd hierna geschorst tot Zaterdag 20 Mei. De Bijzondere Raad van Cassatie begon heden met de behandeling van het cassa tieberoep van de 48-jarige voormalige chef van de Sipo en S.D. te Amsterdam. „SS-Sturmbannführer" Willy Lages. Lages was door het Amsterdamse Bijzondere Hof tot de doodstraf veroordeeld. De tenlaste legging vermeldt het zonder vorm van proces neerschieten van Nederlandse ar restanten. brandstichting in een groot aantal percelen en medewerking aan de zg. ..Silbertanne-Aktion". Voorts heeft hij bewerkt, dat 70.000 Joodse Nederlandex-s uit Amsterdam zijn gedeporteerd. Het grootste deel van hen is in Duitse con centratiekampen omgebracht. Zijn maat regelen ten aanzien van de „Arbeits- einsatz", het houden van razzia's te Utrecht, Velsen, Beverwijk en Zaandam, betekenden voor ongeveer 400 Nederland se mannen tewerkstelling in Duitsland. Ruim 60 van hen zijn in Duitsland om gekomen. Tenslotte is aan Lages ook ten lastegelegd, dat hij heeft toegelaten, dat zijn ondergeschikten Nederlandse arrestan ten op gruwelijke wijze hebben mishan deld. Bij het begin van de zitting verklaarde de president, pref. mr. Verzijl, dat de zaak-Lages in Amsterdam zo uitvoerig is behandeld, dat de raad thans geen behoefte gevoelt aan een verhoor van de requirant. Hij gaf direct het woord aan de twee ver dedigers, mr. O. J. Veenstra en mr. Reuser, die voor dit cassatie-beroep 39 cassatie middelen hadden opgesteld. Mr. Veenstra bestreed, dat Lages opzet telijk heeft toegelaten, dat zijn onderge schikten arrestanten mishandelden. De raadsman was van oordeel, dat de Euterpe- straat te Amsterdam niet zo'n hel en bloed bad is geweest als wel is voorgesteld. Onder het regiem van Lages zou niet meer dan één mishandeling per maand zijn gepleegd. President: „In ieder geval vergeet u de tallozen, die mishandeld zijn en daarna naar Duitsland werden gesleept waar ze zijn vermoord. Die mensen kunnen nu niet meer worden gehoord". De toelichting van de cassatiemiddelen inzake de „Silbertanne-aktion" leidde tot een juridisch steekspel tussen raadsman en president. Mr. Veenstra stelde zich op het standpunt, dat men Lages niet kon ver wijten, dat deze de rechtssuprematie niet heeft gesteld boven de staatssuprematie. Mr. Veenstra betoogde, dat de bijzondere rechtspleging de voor haar gebrachte per sonen veroordeelt op grond van het-feit, dat deze lieden handelingen hebben ver richt, die indruisen tegen hun eigen ge weten, -tegen de moraal. Deze goddelijke wettten heeft de bijzondere rechtspleging alsnog tot rechtsregels verheven.. Onze hoogste rechter kan een oordeel over deze mensen vellen. Mr. Veenstra betoogde verder, dat een Duits militair volgens het Duitse nationaal-socialistische wetboek straffeloos is, wanneer hij op bevel een oorlogsmisdrijf begaat, zelfs indien hij ADVERTENTIE I RAT noch MUIS onisnap! aan he* onweerstaanbare Nummer één uit tienduizend Een volledig opgetuigd schip waarvan de zeilen worden gevormd door de vlaggen van de achttien Marshall-landen, dat uit de duisternis van oorlog en ellende een lichtende toekomst tegemoet stevent, zie daar het afjiche dat binnenkort in alle landen van West-Europa, die onder de be moeienissen van de E.C.A. vallente zien zal zijn. Twaalf bekende grafische kunstenaars uit negen landen kozen in Parijs dit ont werp van de 24-jarige Heemsteedse teke naar Rein Dirksen uit niet minder dan tienduizend inzendingen voor de prijsvraag van de E.C.A.die een aanplakbiljet, had gevraagd dat de Europese samenwerking voor een betere levensstandaard onder de aandacht van de bewoners van ons wereld deel zou brengen. De beloning voor de kxmstenaar bestaat uit 1500 harde dollars. Intussen bleek Rein Dirksen, een zoon van een wiskundeleraar aan het Christelijk Lyceum te Haarlem, toen we hem spraken meer met zijn gedachten bij de opdracht die hij op het ogenblik onder handen heeft een affiche voor de jubilerende Kalver- straat in Amsterdam dan bij de zojuist bekroonde tekening. Zelf had hij de onder scheiding niet verwacht, ook niet nadat hem tevoren voor zijn idee door de Neder landse jury de tweede prijs was toegekend. Hij is nu drie jaar zelfstandig aan het Het schip Europa op weg naar een betere toekomst De winnaar aan zijn tekentafel. werk na een moeilijke tijd op de Amster damse Kunstnijverheidsschool en enkele maanden op een reclame-bureau. Want juist de eigenschappen, die tot zijn tegen woordig succes hebben geleid oorspron kelijkheid, een eigen visie, afkeer van alle dogmatiek werkten belemmerend als hij zich moest schikken naar de opvattingen van anderen. „Een affiche moet voor alles voor iedereen te begrijpen zijn. Artistieke buitenissigheden leiden de aandacht van de zaak waarom het gaat af en er wordt veel te veel gedaan aan alle mogelijke -ismen", zo luidt zijn standpunt. Toch weet hij, dat hij nog veel kan leren bij de befaamde Franse ontwerpers en hij zou daarom wel eens enige tijd de leerling willen zijn van een van die grote meesters op het gebied der reclamekunst. Wellicht dat de prijs hem daartoe in de gelegenheid stelt. Overigens is hij verheugd, dat door de uitslag gebleken is, dat ook ons land op dat terrein zeer behoorlijk meetelt, want behalve hij zelf kregen niet minder dan vijf landgenoten een prijs of een eervolle vermelding: F. J. E. Mettes, I. Spreekmees ter en Meyer Ricardo te Amsterdam en Wladimir Flem en Arie Weber in Den Haag. Binnenkort zullen de prijzen door het hoofd van de E.C.A.-missie de heer Cla rence E. Hunter worden uitgereikt. Nederlanders in de autoraces te Mons Sinds de lang vervlogen dagen van Her- kuleyns en Herzberger is het nimmer meer gebeurd dat Nederland in een buitenlandse race door twee of drie oranje renwagens vertegenwoordigd was en dus hadden de aanwezige landgenoten bij de Grote Prijs van Mons j.l Zondag alle reden om ver heugd te zijn dat het programma voor de 2 1 -klasse de naam Roosdorp op Ferrari ver meldde. Beels en Dillenius zouden het in de 500 cc. categorie opnemen. Voor Roosdorp was het jammer dat hij met zijn overigens niet bepaald langzame wagen al bij voorbaat kon weten hoezeer de heren Viiloresi, Ascari". Cortese en Vallone op hun monoposto fabrieksracers het veld zouden overheersen, iets wat dan ook in werkelijkheid geheel en al is geschied. Toch reed Roosdorp in zyn serie 'de Grand Prix ging over twee series en een finale) een voortreffelijke race die hem zelfs een apülausje van de bezoekers der tribune op leverde. In de finale verdween hij echter na de zevende ronde achter de pits en was onze in Antwerpen woonachtige landgenoot blijkbaar door pech gedwongen de 25 ron den durende race op het snelle 7.5 km. lange circuit te staken. De Grand Prix werd tenslotte een zege voor Ferrari met respectievelijk Ascari. Vii loresi en Cortese als de drie eersten en twee dapper gereden Simcas van Trintignant en Gordini als runners-up. De 500 cc. renwagenklasse was een „grand spectacle" en verliep al na drie ronden tot een slachting onder de achttien deelnemers vaarvan er op de helft van de acht ronden lange race nog maar zeven over warenl Bcels had pech Helaas behoorde tot die uitvallers ook de Heemstedenaar Beels met zijn nieuwe eigen product, waarin tengevolge van de laatste Engelse havenstaking echter nog geen nieuwe motor stond zodat Beels het er maar met een inderhaast geleend, oud exemplaar op had gewaagd. Een gesmolten zuiger was dan ook het resultaat van de krachtproef om zijn achterstand op de uiteindelijke win naars O'Reilly Schell en Aston in te lopen. Gelukkig was Dillenius de nieuwe enthousiaste eigenaar van Beels' voormalige Cooper zo fortuinlijk om op de vijfde plaats nog onder de overlevenden te beho ren en dank zij een verstandige, voorzichtige manier van rijden slaagde hij er tenslotte in om zonder enige race-ervaring deze eerst 500 cc. race van zijn leven als derde uit te rijden. Dillenius leverde daarmee een opmerke lijke prestatie die er dan ook zeer terecht de regelrechte aanleiding van werd dat die avond in de stal Beels „het hek van de dam raakte". ADVERTENTIE AMSTERDAMSCKE RIJTUIG MIJ. Burgerlijke stand van Haarlem HAARLEM. 15 Mei 1950 BEVALLEN van een zoon: 12 Mei. A. van Lcersumvan der Kooij; 13 Mei, E. S. A. de WinterJonkman: A. W. Gerritsen—Sluis; J. BergsmaKluijt: 14 Mei, J, Wijdickes Harms; I. A. J. Philipsevan der Meer; C. S. MöringFelix; A. Elzinga—Molenaar; A. J. SabelisStaring: 15 Mei, M. J. C. van der Heijdenvan der Veen. BEVALLEN van een dochter: 12 Mei, J. C. Gelaudievan der Vossen: 14 Mei, C. W. WQsernarvan Dam; A. StoopTeeuwen; G.tVI. HomburgNijssen; E. C. J. Vermolen van der Veldt; 15 Mei, M. P. Oomenvan der Heiden. OVERLEDEN: 12 Mei, P. de Leeuw. 57 j., Gasthuis vest; L. J. A. van Vueren, 67 j„ L. Wijngaardstraat; J. P. Planje, 87 j„ Jans- straat; 13 Jan.. G. KeunNanninga, 90 j., Marnixplein; C. M. IJlstra—Sleeman. 70 j„ Brouwersstraat; R. F. Jansen. 74 j„ Zomer- straat: 14 Mei, N. J. Tromp. 72 j.. Ramplaan; A. J. Heijblom, 68 j.. Hoogerwoerdstraat: A. J. E. Krikke, 18 j.. Zaanenlaan. Rectificatie. Overl. 11 Mei, D. de Vos, 56 j„ Lorentzkade.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1950 | | pagina 5