Litteraire K-anttekenini
en
OUDE Kinawijn
H. DE VRIES
Aan Amsterdams Z.W.-kant verrijst
nieuwe stad van 100.000 inwoners
^liegers-hypnose" zou oorzaak
kunnen zijn van ongelukken
Zaterdag 20 Mei 1950
Haarlems Dagblad en Oprechte Haarlemsche Courant
P. H. RITTER Jr:
Baarn).
„Hemeltje.Blauw" (Uitgeverij „De Boekerij",
TOEN RITTER EEN drietal jaren gele
den aan zijn bundel verzameld es
sayistisch proza de titel „Vertoog en
Ontboezeming" -meegaf, drukte hij
daarmede onbewust misschien uit,
wat hem verdeelt, wat hem belet de veel
zijdigheid van zijn talenten te bundelen
tot één creatieve kracht. Van huis uit
vertrouwd met het betogend proza van de
zestiger jaren der vorige eeuw, bekoord in
zijn jeugdjaren door het schoonheidsver
langen der Tachtigers, is hij een mens van
tweespalt geworden: burgerschap en dich
terschap, wijsgerige bespiegeling en schep
pende verbeelding, handelen en dromen,
tot lering strekken en ontroeren, weer
streven elkaar; ze vormen de tegenstellin
gen die elkander in hun ongedwongen
ontplooiing belemmeren.
Waar hij het „leerzame vertoog" met de
„dichterlijke ontboezeming" wist te ver
broederen, zoals in zijn in 1922 verschenen
„Legende van het juweel", loonde Ritter
zich steeds van zijn sterkste zijde. Vandaar
zijn vaardigheid in de compositie van het
sprookjesachtige verhaal, dat dicht tot de
fabel nadert: de symboliek, die draagster
is van de ideeën, kan daarin worden gevat
in de dichterlijke vorm, het paedagogisch-
didactische kan dan spreken in de taal der
schoonheid.
„Hemeltje-blauw" is zo een symbolische
roman en als zodanig méér dan een
sprookje te realistisch daarvoor en
ais aanklacht en satire, als getuigenis van
een levensbeginsel en bevestiging van een
zielsverlangen, ook méér dan een arabes-
kenspel der fantasie.
Hemeltje-blauw, dat zestigjarige kind,
is de argeloze, die als een altijd verwon-
derd-blijmoedige door het schone land
schap van het leven gaat alsof het paradijs
nog niet. was verspeeld. Hij kent de droe
fenis niet om wat onherroepelijk voorbij is
noch de angst voor wat zal gaan komen.
Ademend op het rhythme van de natuur,
opbloeiend en verwelkend met cle gang
der seizoenen, is hij de Don Quichotte dei-
onbevangenheid, de vriend van de dieren,
de wolken, de wind, de bloemen en cle
zwervers. Het is' zijn onbewustheid, zijn
onwetendheid van de menselijke „proble
men", van leed, angst, hoop en ontgooche
ling, die hem zo vrij en onbezwaard door
zijn leven, doen gaan. Hemeltje-blauw, met
zijn mutsje zo licht als de voorjaarsluch
ten, vreest en begeert niets. Hij ondergaat,
hij aanvaardt, met de onbeduchtheid der
dieren en met iets in zijn hart van déze
zekerheid, dat het goed is als alles komt
en gaat zoals het moet: dat de natuur,
waarvan hij een schuldeloos kind is, zich
voltrekt volgens haar onontkoombare wet
matigheid. „Niets geschiedt er", aldus zijn
simpele levenswijsheid, „zoals ge het
vreest, niets geschiedt er zoals ge het
hoopt" een fatalisme voor een goed
vertrouwen en berusting.
En dan, op een kermis kermis van
ijdel verbaak, als men wil ontmoet
Hemeltje-blauw voor het eerst zijn Tweede
Ik: de bleke orgeldraaier Boudewijn. die
een dichter is, en als dichter een mens die,
ondanks de dreun die hij dagelijks draait,
zijn geloof heeft behouden in wat hij de
„Illusie" noemt, de onkenbare bron waar
uit hij de kracht van zijn leven put. De
Illusie men versta Ritter niet verkeerd:
de illusie is hier niet de vlucht voor de
harde werkelijkheid, niet cle verschansing
in de veiligheid van een dichterdroom. Ze
is Ritters geloof in een wereld die boven
deze aardse uitgaat, in een schone vol
maaktheid, waarop in de benardheid dei-
duisternis, hoe zwart en dicht deze ook zijn
mag, steeds een geheim venster uitzicht
geeft.
Boudewijn-de-dichter vertelt aan He
meltje-blauw de „legende van de Spiegel
der Illusie", die door kunstenaars is ge
slepen uit Gods gestolde tranen de
spiegel waarin men zichzelf kan zien, ont
daan van het vergankelijke aards-onvol-
maakte, van de drang tot maatschappelijk
welslagen en wereldse macht, van de over
heersende dwang der verstandelijkheid en
de doem der harteloosheid. Maar ook deze
illusie moet, zoals elke bevrijding van de
menselijke ziel. worden bevochten: ze moet
worden betaald met het leed, worden ver
overd op het bewustzijn van de menselijke
nietigheid in Tijd en Ruimte. Gezeten op
de rug van het gevleugeld dichterpaard
een poesta-paard, dat, eenmaal gevangen,
vergeefs de vrijheid zocht en teruggedre
ven werd tot de tredmolen van het leven
als houten can-ouselpaard overziet He
meltje-blauw het levenspanorama: een
landschap der boosaardigheid, want de
grote vernietiging is losgebarsten, die men
oorlog noemt. Hemeltje-blauw leert het
ADVERTENTIE
Bij regen of zonneschijn
Smakelijk en opwekkend
Koortswerend en versterkend
De oude fles vervingen wij
om practische redenen door een
handiger model.
„boze Kennen", het grote „Gemis", waaruit
het verlangen geboren wordt naar cle ver
lossing.
Temidden van de slagvelden vindt hij
de dichter Boudewijn weer, als soldaat
weliswaar, maar ook als mens die trouw
bleef aan het „Rijk dat niet van deze
wereld is", aan de Illusie. Met hém trekt
hij naar de stad, waar doctor Experiment
met behulp van de duivelse vindingen van
het vernuft en de ontketening der dierlijke
driften, afrekent met de laatste resten van
het menselijk gevoel. Iiemeltje-blauw hoort
het geweld aanprijzen als een deugd, de
mensonwaardigheid als een heilsleer; hij
ziet in het concentratiekamp de gevangenen
martelen en waar blijft dan het venster,
cïat uitzicht geeft op lichter landschappen
het menselijk zijn? Boudewijn fluistert
het hem in: „Nu je de moord aanschouwd
hebt op wat gaaf is en teder, nu je in ogen
gestaard hebt die geen tranen meer had
den, nu word je mijn geestverwant. Je
zegt: laat het ophouden, laat het leed wor
den weggenomen; maar dat is een nieuwe
belijdenis, het credo der laatste Illusie".
En daarbij blijft het: Hemeltje-blauw over
won de onwetende natuur door het „be
wustzijn" en het menselijk weien wier
door datgene, wat meer is dan dat, en hier
de illusie heet.
„Het onverstoorbare in jou is je over
gave. Blijf je maar overgeven, aan gaat
het wel goed", zegt het Paard tot Hemeltje-
blauw. De P. H. Ritter J?., die zijn twee
spalt tussen vertoog en ontboezeming te
boven komt, is nog een andere dan de
radio-criticus, de essayist, de pamflettist:
hij is de romanschrijver Ritter. die de
moed heeft, in een tijd die er bijna prat op
gaat, ultra-realistisch-rauw te zijn (of te
doen), met Hemeltje-blauws overgave
trouw te blijven aan wat de dichterdroom
van zijn jeugd hem ingaf: cle innerlijke
zekerheid, dat geen mens en geen mensheid
verloren is, zolang nog leeft „het onbe
dwingbaar verlangen naar de verpuring
van al het bevlekte, de vertroosting aan al
het geschondene, door het cle luister terug
te bieden, de roerloze, tijdeloze luister van
het. Niet" van de eeuwigheid.
Ritters jongste roman ontkomt niet aan
het gevaar van zijn opzet: een „strekkings
roman", waarin de ideeën symbolische ge
stalten aannemen, dreigt allicht te ver
vluchtigen tot een abstractie. En dat doet
„Hemeltje-blauw" dan ook hier en daar.
Wat, ondanks dit tekort, aan dit verhaal
van een Don Quichotte der Illusie in
dichterlijke sfeer verwant aan werk van
Aart van der Leeuw. Clare Lennart, Rico
Bulthuis en Ferdinand Langen de kracht
der ontroering geeft, is de onvoorwaarde
lijke toewijding, de „overgave" waarmee
het geschreven werd en de trouwhartige
warmte van Ritters creatief vermogen.
C. J. E. DINAUX.
Verschenen bij A. W. Bruna Zoon.
Utrecht. Antwerpen: ingeleid door Anton van
Duinkerken.
ADVERTENTIE
GEN. CRONJéSTRAAT 43
KRUIDBERGERWEG 51 - SANTPOORT
Tel. 16990—17696
Voor alle merken stofzuigers v.a. f 2.50 p. week
ADVERTENTIE
Algemeene Boekhandel en Antiquariaat
heeft belangstelling voor de aankoop van Uw
boeken, enkele stuks of Uw gehele
bibliotheek
Het conflict aan het
gymnasium te Leeuwarden
Indertijd is aan het stedelijk gymnasium
te Leeuwarden een conflict ontstaan, toen
een zoon van cle curator ds. F. H. B., die
door de lerarenvergadering niet bevorderd
was, achteraf door het curatorium wel
werd bevorderd. De leraren hebben zich
tegen deze beslissing verzet.
De commissie uit cle gemeenteraad, die
zich met deze aangelegenheid bezig heeft
gehouden, heeft thans voorgesteld het ver
zoek van .cle curator ds. F. H. B. om hem
te ontheffen van zijn functie als curator
van het stedelijk gymnasium en hem met
ingang van die datum, waarop zijn op
volger zijn betrekicing zal aanvaarden, eer
vol ontslag te verlenen, in te willigen. De
commissie adviseert niet in te willigen het
verzoek van de overige curatoren, die ont
heffing hebben verzocht van hun functie.
(Alle mede-curatoren van ds. B. op één na,
hadden ontslag gevraagd om aan him soli
dariteit met ds. B. uiting te geven).
In haar rapport zegt de commissie het
te betreuren ciat de curator ds. B. niet on
middellijk gereageerd heeft op de inhoud
van een vorig rapport, waarin op zijn af
treden werd aangedrongen. Bovendien be
treurde zij het, dat de andere curatoren
deze houding goedgekeurd hebben. Rector
en leraren hebben reeds meegedeeld dat
zij, hoewel weinig mogelijkheden voor een
goede samenwerking met curatoren ziende,
bereid zijn het conflict in het belang van
het gymnasium als geëindigd te beschou
wen.
De Leeuwarder gemeenteraad heeft zich
zonder discussie met de voorstellen der
commissie verenigd.
Paus aanvaardt geschenk
van Nederlandse katholieken
In een speciale audiëntie van vrijwel
alle in Rome vertoevende Nederlanders,
onder wie vele geestelijke en burgerlijke
hoogwaardigheidsbekleders, heeft Paus
Piux XII de radio-zender Anno Santo, het
geschenk van de Nederlandse katholieken
ter gelegenheid van 's Pausen gouden
priesterjubileum en het Heilige Jaar, in
ontvangst genomen.
De aanbieding geschiedde symbolisch in
de vorm van een maquette op een twintig
ste van cle ware grootte.
Pater Staverman uit Drachten kreeg de
gelegenheid als apart geschenk der Friese
deelnemers een fraaie vaas aan te bieden.
Bij de maquette werd de Paus een in
leer gebonden boekwerk met bijzonder
heden over de zender aangeboden.
Tuinders in Warmenhuizen
In de algemene vergadering van de Cen
trale Veilingvereniging te Warmenhuizen
waarschuwde de voorzitter, de heer W.
Dekker, tegen de voornemens, die men aan
de Langedijk en omgeving heeft om te
komen tot cle stichting van een coöpera
tieve zuurkoolfabriek. De heer Dekker
zeide, dat mede door een goede regeling
met de zuurkoolfabrikanten de laatste ja
ren van een lonende teelt van wittekool
gesproken kan worden. Hij vreesde, dat bij
oprichting van een coöperatieve zuurkool-
fabriek de fabrikanten zelf wittekool zou
den gaan verbouwen. Hij hoopt voorts, dat
de donkere wolken die uit Duitsland komen
geen ramp zouden worden voor de Neder
landse tuinbouw.
Er zal daar veel groen, licht en lucht komen
Bovendien een meer van 90 hectare
Amsterdam dat op dit moment ruim
825.000 inwoners telt groeit nog. De ver
wachting is dat dit aantal in het jaar 2000
tot 1.000.000 zal gestegen zijn.
Daarmee is althans bij het maken van
de uitbreidingsplannen rekening gehouden.
Een belangrijke uitbreiding is aan cle
Zuid-West kant van Amsterdam in voor-!
bereiding. Daar zullen, grote huizencom
plexen verrijzen die woning zullen bieden
aan meer dan 100.000 mensen. Het inwo
ner-aantal van een grote stad!
Op het ogenblik is het plan Slotermeer
in uitvoering. Dit betreft een oppervlakte
van 250 ha. Onmiddellijk daarbij sluit het
plan Geuzenveld, dat 150 ha beslaat, aan.
Met de ophoging van deze terreinen is
thans een begin gemaakt.
Wie de weg Halfweg-Sloterdijk passeert
loopt of rijdt op enkele plaatsen onder de
buizen der zandzuigers door. Ook worden
enkele huizen en woningen, die aan deze
weg staan gesloopt, omdat zij niet in het
nieuwe plan passen.
Voor de ophoging van 't polderland van
Slotermeer en Geuzenveld is 8.000.000 a
9.000.000 m3 zand nodig. Enige tijd geleden
hebben wij er reeds op gewezen, dat zand
in ons land een betrekkelijk schaars en
(vanwege de transportkosten) ook vrij
kostbaar artikel is. Amsterdam krijgt het
zand van het Buiten IJ (buiten de Oranje
sluizen), de verbreding en verdieping van
het Noordzeekanaal bij de Hembrug en de
Velserpont en de uitbaggering van de bui
tenhaven te IJmuiden, terwijl ook nog
zand wordt opgezogen van de „Wijde Blik"
tussen Vreeland en Hilversum, ten Noorden
van de Loosdrechtse plassen.
Maar dit is nog niet genoeg!
Een groot gedeelte van het zand voor de
ophoging wordt verkregen door het graven
van de Slotcrplas, een meer van 90 ha
oppervlakte.
Dit meer zal worden aangewend als re
creatieoord. Er zal volop gelegenheid zijn
voor de beoefening van watersport. Boven-
die zal er een strandbad gemaakt worden
dat op warme dagen aan tienduizenden
verkwikking kan bieden.
Op het plan Slotermeer en Geuzenveld
worden tezamen 15.000 woningen gebouwd,
die ruimte zullen bieden voor 60.000 a
70.000 mensen. Er worden woningen gezet
met 1. 2. 4 en 12 „woonlagen". De meeste
12 verdiepingen woningen zullen nabij de
Sloterpas komen. Ook aan de rijks
weg Haarlem-Amsterdam komen nog nog
een paar complexen „hoogbouw".
De bedoeling is de gehele nieuwe bebou
wing van Amsterdam-West het karakter te
geven van een tuinstad. Er komt veel groen
in, bomen en plantsoenen. De straten die
het verkeer moeten verwerken worden
breed. Overal wordt voor veel licht en
lucht gezorgd.
Later komt er ook nog een uitbreiding
in Zuid, die zich aansluit aan de bebou
wing van het plan Slotermeer en Geuzen
veld.
De verwachting is dat in Augustus 1951
reeds begonnen kan worden met de bouw
van huizen in het plan Slotermeer. Per
jaar zullen er ongeveer 5009 woningen ge
zet worden, want de eerste tijd zal er
alleen in West gebouwd worden.
Om aan de verkeersbehoefter. in het
nieuwe gebied te voldoen wordt op de
aanleg van trambanen gerekend. Het ge
meentebestuur is overtuigd dat voor het
massa-vervoer dat hier in de toekomst
verwacht moet worden, de tram voor
keur verdient boven de autobus.
De hoge zanddijk, die indertijd voor een
ringspoor werd aangelegd, blijft in de
thans aanhangige plannen gehandhaafd.
Voorlopig wordt aan de voltooiing van dit
spoorwegwerk evenwel niet gedacht.
De bebouwing van Amsterdam-West zal,
zoals cle plannen nu zijn opgemaakt, tot
op VA km. de bebouwing van Halfweg
naderen. Bij het gemeentebestuur bestaat
zo werd ons verzekerd het serieuse
plan Amsterdam niet verder te laten
groeien.
In de plannen die nu ter tafel liggen
wordt geen rekening gehouden met een
verbreding van de bestaande weg Haar
lemAmsterdam. Bij het nieuwe uitbrei
dingsplan van Amsterdam, dat ontworpen
wordt in overleg met de Streekcommissie,
is gedacht aan het maken van een nieuwe
w*eg ten Noorden van de Amsterdamse
vaart. Dit zou dan gepaard gaan met een
verlegging van de spoorbaan Haarlem
Amsterdam in Noordelijke richting.
Dit zijn evenwel nog niet meer dan
vage plannen.
Nabij Sloterdijk staan twee mooie wa
termolens. Die zullen binnenkort niet
meer malen, omdat zij geen taak meer
hebben.
De vraag is nu: wat moet er met deze
molens gedaan worden? Publieke Werken
zou ze gaarne laten staan, maar zij passen
in de toekomst niet in het stadsbeeld dat
daar ontstaan -zal.
Er wordt evenwel overwogen de molens
naar elders (ook op Amsterdams gebied)
te verplaatsen.
t S.30 pet </i L. fles L 2.75 per 1/2 L flw
Maastricht krijgt Toneel-academie
In samenwerking met de Jan van Eyck-
academie wordt er met ingang van 1 Oc
tober een toneeischool te Maastricht ge
opend. Het plan tot stichting dezer acade
mie is in eerste instantie gevormd door een
voorbereidend comité, bestaande uit direc
teur L. Linssen, dr. G. Beckers, dr. M. van
Can en dr. Bernard Verhoeven. Het insti
tuut zal in grote lijnen overeenkomen met
de Toneelschool te Amsterdam en dus ge
baseerd zijn op een drie-jarige dagcursus
en streven naar de volslagerf vorming
van beroeps-acteurs.
IV WOENSDAGAVOND, in het Haagse
W Gebouw voor Kunsten en Weten
schappen waar voor een ganse schare di
plomaten door de Russische ambassadeur
en diens echtgenote een voorstelling werd
gegeven van de film „De val van Berlijn",
kwamen ons steeds weer
een paar namen in gedach-
die van de regisseurs
j Eisenstein, Poedowkin,
Raismann en Ermler, van
de camera-bedienaars Tisse met zijn
scherpe fotografie en Demutzki, die het
meer in de gesluierde effecten zocht.
Van al de intense bezieling, van de strijd
om de filmvorm, van het enthousiasme voor
de nieuwe sociale idealen uit de dagen van
de Russische filmpioniers was in de kleu
renfilm van Tsjiaoereli niets meer dan een
slap en conventioneel aftreksel overge
bleven, daar kunnen geen tien Stalin-
prijzen iets aan veranderen.
Het kon al bijna niet anders of „De val
van Berlijn" moest met een troepje zingen
de kinderen in een korenveld beginnen om
vervolgens vlug over te stappen naar een
hoogoven waar kerels van stavast een re
cordproductie behalen. Super-staalgieter
Iwanow mag tot dank een dagje bij de
heerser in het Kremlin logeren en Stalin
bij die gelegenheid deelgenoot maken van
zijn .liefde voor de schone Natasja, die
meer genegenheid schijnt te hebben voor
een minnaar die de verzamelde werken
van Poesjkin uit zijn hoofd kent. Stalin
laat onmiddellijk horen dat hij zijn klas
sieken ook niet vergeten is, doch laat er di
rect op volgen dat Natasja trots moest zijn
op zo'n stoere Stachanov-werker. Als Na
tasja dat ter ore komt, heeft Iwanow alle
reden tot tevredenheid. Pas nadat dat voor
spel is afgewerkt springt het verhaal met
een der weinige goede beeldovergangen
over naar de oorlog. Maar ook in de tweede
fase van „De val van Berlijn" schijnen zo
wel de historische waarheid en de film
kunst opgeofferd te zijn aan de eisen van
de propaganda. Propaganda, voor wie
eigenlijk? is men geneigd zich af te vragen.
Wat heeft het voor zin aan het buitenland
te vertellen „dat de Amerikaanse daglucht
aanvallen slechts reclamestunts zijn", als
iedereen die in de oorlog niet in de schuil
kelder verbleef, het tegendeel heeft kunnen
constateren? Wat heeft het voor zin Chur
chill als een enigszins jichtige spelbreker
op conferenties af te schilderen, als velen
bij meer dan een gelegenheid hebben kun
nen constateren, hoe vief deze zeventiger
nog is? Om nog maar te zwijgen van het
kinderachtige toneeltje, waar de Engelse
oorlogsleider op de conferentie van Jalta
wordt aangewreven alle hoffelijkheid te
hebben laten varen door als eerste op de
Engelse koning te willen toasten. Natuur
lijk wordt de figuur van Roosevelt door de
Russen dankbaar aangegrepen om het
evenwicht weer te herstellen. Van de doden
niets dan goeds, schijnt in dit geval in
hoge mate te gelden.
Bij de uitbeelding van hun Duitse tegen
standers schijnt Tsjiaoereli zijn voorliefde
voor de caricatuur helemaal niet meer te
hebben kunnen of willen bedwingen.
En hoewel we het er wel over eens
kunnen zijn dat de Duitse regering in
hoofdzaak uit een aantal prominente
schertsfiguren bestond, lijkt ons de omvang
van het kwaad en de ellende die door deze
misdadigers is gesticht van een te grote al
lure, dan dat men met de bedrijvers daar
van een loopje kan nemen, zelfs niet post-
huum. Het lijkt ons toe, dat de bevolking
van die Russische gebieden die vier jaar
lang de last van de oorlogsvoering hebben
gedragen, weinig waardering kan hebben
voor grapjes van Eva Braun over het haar
water van haar „lieverd".
Ten aanzien van de loop der krijgsge
schiedenis zijn de makers van „De val van
Berlijn" zichtbaar in een moeilijk parket
geraakt: de enorme opmars der Duitsers in
1941 viel niet te loochenen. Omdat er blijk
baar anderszijds voor een hartversterkende
compensatie moest worden gezorgd, werd
een grootse scène ingelast van het échec
van de Duitse luchtaanvallen op Moskou
Het accent valt daarbij natuurlijk steeds
weer op de uitnemende strategische eigen
schappen van Stalin, die zowel en gros als
en détail de oorlogvoering bepaalt.
Het is duidelijk, dat bij zoveel voorwaar
delijke bepalingen er onmogelijk een gaaf
meesterwerk uit de bus kon komen. Men
beseffe eens waar die arme Tsjiaoereli aan
had te denken: hij moest een Russische
overwinning uitbeelden en er vooral voor
zorgen dat zowel binnen- als buitenland
de indruk krijgen, dat de Duitsers in feite
alleen door de Russen zijn verslagen. Hij
moest bovendien laten uitkomen, dat de
westelijke geallieerden liever een Duitse
overwinning op Rusland zagen, waarbij
hij natuurlijk achteloos aan het pact dat
Molotof in 1939 met Ribbentrop sloot voor
bij ging. Tenslotte mochten de sociale ze
geningen van het régime niet worden ver
geten, vandaar die zoete inleiding, die net
zo goed in Hollywood gemaakt had kunnen
worden. En boven alles gaat de aandacht
voor de alomtegenwoordige, almachtige
Stalin.
Zo ontstond een kleur- en zouteloos pro
duct, waarvan men zich alleen maar kan
verbazen dat het nog tot vertoning gebracht
kon worden. Het élan van eertijds is ver
worden tot een krampachtig hanteren van
de filmcamera voor een stupide propagan
da, waarin niets meer herinnert aan de
voorgangers van weleer.
J. H. B.
Parade in Londen. Onder grote belangstelling hielden de grenadiers een parade
langs het monument van veldmaarschalk burggraaf Wolseley te Londen.
Deze twee molens, die
tussen Halfweg en Slo
terdijk aan de rijksweg
staan, zullen vermoede
lijk verdwijnen. Het zijn
watermolens die, omdat
depolder bebouwdwordt
niet meer zullen malen.
Zij passen niet in de be
bouwing die op deze
plaats komt. Dit is vooral
te wijten aan de omstan
digheid dat het betrek
kelijk lage watermolens
zijn. Korenmolens zijn
veelal hoger en kunnen
in veel gevallen een be
bouwing die er om heen
gebouwd wordt, over
heersen.. Er wordt even
wel overwogen de molens
af te breken en ze elders
op Amsterdams grond
gebied waar zij beter
in de omgeving passen
te herbouwen.
Opmerkelijke theorie van een verkeersvlieger
Vele rampen gebeurden bij rustige weersomstandigheden
(Van onze luchtvaartmedewerker)
Een Amerikaans verkeersvlieger, schrij
vend in het blad „Flying", meent een mo
gelijke oorzaak gevonden te hebben voor
een aantal onopgehelderde vliegtuigonge
lukken met noodlottige afloop, die in het
verleden zijn gebeurd.
„Stel u voor", zo schrijft piloot Sheridan,
de auteur van het bewuste artikel, „de
nachtelijke cockpit van een verkeersvlieg
tuig, met zijn zwak verlichte instrumenten
in de omringende duisternis. De ogen der
vliegers zijn gefixeerd op de lichtschijfjes
en er heerst stilte in de kleine ruimte, een
stilte die wordt geaccentueerd door het
monotone gebrom van de motoren dat, niet
meer bewust waargenomen, toch voort
durend op de achtergrond aanwezig is.
Deze omstandigheden doen sterk denken
aan het toneel dat psychologen arrangeren
bij sommige wetenschappelijke experimen
ten. Een proefpersoon wordt verzocht naar
een lichtje te staren dat voor een donkere
achtergrond in een ook overigens verduis
terde kamer is geplaatst. Een machientje
wordt ingeschakeld, dat een eentonig zacht
zoemend geluid voortbrengt. De geest van
de proefpersoon zal onder deze omstandig
heden spoedig verzwakken, zodat hij niet
in staat is op de normale wijze te denken
Niettemin is hij wakker en hij is zich van
zijn geestelijke inzinking niet bewust. In
dit stadium is hij sterk vatbaar voor hem
van buiten af ingegeven gedachten en
ideeën. Hij komt langzamerhand in een
toestand van hypnose.
Gevaarlijke eentonigheid
Een vlieger in de geschetste situatie zal
bij het gedeeltelijke verlies van zijn denk
vermogen al spoedig niet in staat zijn om
kompas en hoogtemeter betrouwbaar af te
lezen, aldus Sheridan, en het bedriegelijk-
ste is dat hij zich niet bewust is van zijn
minder nauwkeurige waarnemingen.
Eentonigheid is de grote vijand. Dit ver
klaart dat van de geheimzinnige ongeluk
ken de meeste juist onder gunstige weers
omstandigheden gebeurclen. Er werden
geen storingen gevonden, er waren vlak
voor liet ongeval geen radiomeldingen ont
vangen, niets wees op iets onregelmatigs.
Dit past geheel in de theorie. De meeste
van die onopgehelderde rampen gebeurden
in de nacht. Overdag hebben de ogen meer
afleiding. Wanneer een vlieger in een don
kere omgeving minutenlang op zijn ver
lichte instrumenten tuurt, zal de „hypnoti
sche toestand" eerder over hem komen.
En dit in het bijzonder als alles rustig is
en de navigatie en besturing geen inspan
ning vergen dus bij mooi weer. Het
klinkt vreemd, zegt Sheridan, maar volgens
de statistiek is men vechtend tegen de
storm en op en neer gesmeten 111 de ruw
bewogen lucht, veiliger dan wanneer een
rustige atmosfeer de aandacht in slaap
sust.
Niet altijd heeft die gevaarlijke eentonig
heid fatale gevolgen, meestal zelfs niet. De
routine van de vliegers op de luchtlijnen
doet hen veelal automatisch de vereiste
handelingen verrichten. Er zijn verschil
lende voorbeelden van vliegers die onmid
dellijk na een landing als besluit van een
lange „zit" zich herhaaldelijk vergisten bij
berekeningen of allerlei dingen en namen
niet konden onthouden. Zodra zij even in
de buitenlucht hadden gelopen waren zij
weer geheel fit. Dat deze verschijnselen
nooit veel aandacht hebben gehad, zou
juist te verklaren zijn door het genoemde
feit dat de vliegers zich van hun tijdelijke
onbekwaamheid niet in het minst bewust
zijn. Overigens is het optreden van deze
verschijnselen sterk individueel; de een is
er gevoeliger voor dan de ander en een
derde zal er misschien in het geheel geen
last van hebben. Ook de persoonlijke con
ditie van de man, vermoeidheid, enzovoort
spelen een belangrijke rol.
Een gewaarschuwd man
telt voor twee
Dit alles klinkt eigenlijk wel erg ver
ontrustend. Is er niets tegen te doen?
„Ja zeker", zegt Sheridan, „wanneer de
betrokken mensen op hun hoede zijn is
het zelfs heel gemakkelijk om fit te blij
ven. Het is geen kwestie van overver
moeidheid; geen piloot mag langer dan
zijn voorgeschreven aantal uren dienst
doen.
Het gaat er maar om de eentonigheid te
verbreken. Enige lichaamsbeweging is
uitstekend. De piloot kan eens de passa
gierscabine op en neer wandelen en een
praatje maken, terwijl zijn collega het
stuur houdt. Elk half uur moeten ogen
en oren even los gemaakt worden van de
fixatie. En verder doet een kop koffie,
tien minuten voor de landing, wanneer
men er een lange nachtvlucht op heeft
zitten, wonderen".
Ziedaar de theorie van een man uit de
practijk, die hier wordt aangehaald en
die wellicht een tikje teveel generaliseert.
Het zou beslist onjuist zijn om alle onge
lukken met onopgehelderde oorzaak nu
maar op rekening van deze „vliegers-
hypnose" te stellen en er bestaan trou
wens ook andere zeer plausibele theo
rieën. Maar ook al zouden de gesignaleer
de verschijnselen slechts in een enkel ge
val of zelfs nooit fataal ziin geweest, wan
neer zij maar een gevarenkans inhouden,
zijn zij de aandacht al waard.
(Nadruk verboden
Agenda voor Haarlem
ZATERDAG 20 MEI
Frans Hals: „Song of India'14 j„ 2.30. 7
en 9.15 uur Rembrandt: „Gewetensstrijd",
13 j.. 2, 4.15. 7 en 9.15 uur Palace: ..Tarzan
en de luipaardkonigin14 j.. 2. 4.15. 7 en
9.15 uur. Luxor: „Gebrandmerkt". 13 j., 2.
4.15, 7 en 9.15 uur. City: „Het onbekende
eiland". 18 j.. 2.15, 4.30, 7 en 9.15 uur.
Spaarne: „Land zonder wet", 14 j., 2.30, 7
en 9.15 uur.
ZONDAG 21 MEI
Gemeentelijk Concertgebouw: „Dik Trom",
2 en 4 uur, Bioscopen: Middag- en avond
voorstellingen.
MAANDAG 22 MEI
Gemeentelijk Concertgebouw: Kamer
orkest „Haerlemse Musyckkamer", Bach-
herdenking. 8 uur. Bioscopen: Middag- en
avondvoorstellingen.