Litteraire K-anttekenini en OUDE Kinawijn H. DE VRIES Aan Amsterdams Z.W.-kant verrijst nieuwe stad van 100.000 inwoners ^liegers-hypnose" zou oorzaak kunnen zijn van ongelukken Zaterdag 20 Mei 1950 Haarlems Dagblad en Oprechte Haarlemsche Courant P. H. RITTER Jr: Baarn). „Hemeltje.Blauw" (Uitgeverij „De Boekerij", TOEN RITTER EEN drietal jaren gele den aan zijn bundel verzameld es sayistisch proza de titel „Vertoog en Ontboezeming" -meegaf, drukte hij daarmede onbewust misschien uit, wat hem verdeelt, wat hem belet de veel zijdigheid van zijn talenten te bundelen tot één creatieve kracht. Van huis uit vertrouwd met het betogend proza van de zestiger jaren der vorige eeuw, bekoord in zijn jeugdjaren door het schoonheidsver langen der Tachtigers, is hij een mens van tweespalt geworden: burgerschap en dich terschap, wijsgerige bespiegeling en schep pende verbeelding, handelen en dromen, tot lering strekken en ontroeren, weer streven elkaar; ze vormen de tegenstellin gen die elkander in hun ongedwongen ontplooiing belemmeren. Waar hij het „leerzame vertoog" met de „dichterlijke ontboezeming" wist te ver broederen, zoals in zijn in 1922 verschenen „Legende van het juweel", loonde Ritter zich steeds van zijn sterkste zijde. Vandaar zijn vaardigheid in de compositie van het sprookjesachtige verhaal, dat dicht tot de fabel nadert: de symboliek, die draagster is van de ideeën, kan daarin worden gevat in de dichterlijke vorm, het paedagogisch- didactische kan dan spreken in de taal der schoonheid. „Hemeltje-blauw" is zo een symbolische roman en als zodanig méér dan een sprookje te realistisch daarvoor en ais aanklacht en satire, als getuigenis van een levensbeginsel en bevestiging van een zielsverlangen, ook méér dan een arabes- kenspel der fantasie. Hemeltje-blauw, dat zestigjarige kind, is de argeloze, die als een altijd verwon- derd-blijmoedige door het schone land schap van het leven gaat alsof het paradijs nog niet. was verspeeld. Hij kent de droe fenis niet om wat onherroepelijk voorbij is noch de angst voor wat zal gaan komen. Ademend op het rhythme van de natuur, opbloeiend en verwelkend met cle gang der seizoenen, is hij de Don Quichotte dei- onbevangenheid, de vriend van de dieren, de wolken, de wind, de bloemen en cle zwervers. Het is' zijn onbewustheid, zijn onwetendheid van de menselijke „proble men", van leed, angst, hoop en ontgooche ling, die hem zo vrij en onbezwaard door zijn leven, doen gaan. Hemeltje-blauw, met zijn mutsje zo licht als de voorjaarsluch ten, vreest en begeert niets. Hij ondergaat, hij aanvaardt, met de onbeduchtheid der dieren en met iets in zijn hart van déze zekerheid, dat het goed is als alles komt en gaat zoals het moet: dat de natuur, waarvan hij een schuldeloos kind is, zich voltrekt volgens haar onontkoombare wet matigheid. „Niets geschiedt er", aldus zijn simpele levenswijsheid, „zoals ge het vreest, niets geschiedt er zoals ge het hoopt" een fatalisme voor een goed vertrouwen en berusting. En dan, op een kermis kermis van ijdel verbaak, als men wil ontmoet Hemeltje-blauw voor het eerst zijn Tweede Ik: de bleke orgeldraaier Boudewijn. die een dichter is, en als dichter een mens die, ondanks de dreun die hij dagelijks draait, zijn geloof heeft behouden in wat hij de „Illusie" noemt, de onkenbare bron waar uit hij de kracht van zijn leven put. De Illusie men versta Ritter niet verkeerd: de illusie is hier niet de vlucht voor de harde werkelijkheid, niet cle verschansing in de veiligheid van een dichterdroom. Ze is Ritters geloof in een wereld die boven deze aardse uitgaat, in een schone vol maaktheid, waarop in de benardheid dei- duisternis, hoe zwart en dicht deze ook zijn mag, steeds een geheim venster uitzicht geeft. Boudewijn-de-dichter vertelt aan He meltje-blauw de „legende van de Spiegel der Illusie", die door kunstenaars is ge slepen uit Gods gestolde tranen de spiegel waarin men zichzelf kan zien, ont daan van het vergankelijke aards-onvol- maakte, van de drang tot maatschappelijk welslagen en wereldse macht, van de over heersende dwang der verstandelijkheid en de doem der harteloosheid. Maar ook deze illusie moet, zoals elke bevrijding van de menselijke ziel. worden bevochten: ze moet worden betaald met het leed, worden ver overd op het bewustzijn van de menselijke nietigheid in Tijd en Ruimte. Gezeten op de rug van het gevleugeld dichterpaard een poesta-paard, dat, eenmaal gevangen, vergeefs de vrijheid zocht en teruggedre ven werd tot de tredmolen van het leven als houten can-ouselpaard overziet He meltje-blauw het levenspanorama: een landschap der boosaardigheid, want de grote vernietiging is losgebarsten, die men oorlog noemt. Hemeltje-blauw leert het ADVERTENTIE Bij regen of zonneschijn Smakelijk en opwekkend Koortswerend en versterkend De oude fles vervingen wij om practische redenen door een handiger model. „boze Kennen", het grote „Gemis", waaruit het verlangen geboren wordt naar cle ver lossing. Temidden van de slagvelden vindt hij de dichter Boudewijn weer, als soldaat weliswaar, maar ook als mens die trouw bleef aan het „Rijk dat niet van deze wereld is", aan de Illusie. Met hém trekt hij naar de stad, waar doctor Experiment met behulp van de duivelse vindingen van het vernuft en de ontketening der dierlijke driften, afrekent met de laatste resten van het menselijk gevoel. Iiemeltje-blauw hoort het geweld aanprijzen als een deugd, de mensonwaardigheid als een heilsleer; hij ziet in het concentratiekamp de gevangenen martelen en waar blijft dan het venster, cïat uitzicht geeft op lichter landschappen het menselijk zijn? Boudewijn fluistert het hem in: „Nu je de moord aanschouwd hebt op wat gaaf is en teder, nu je in ogen gestaard hebt die geen tranen meer had den, nu word je mijn geestverwant. Je zegt: laat het ophouden, laat het leed wor den weggenomen; maar dat is een nieuwe belijdenis, het credo der laatste Illusie". En daarbij blijft het: Hemeltje-blauw over won de onwetende natuur door het „be wustzijn" en het menselijk weien wier door datgene, wat meer is dan dat, en hier de illusie heet. „Het onverstoorbare in jou is je over gave. Blijf je maar overgeven, aan gaat het wel goed", zegt het Paard tot Hemeltje- blauw. De P. H. Ritter J?., die zijn twee spalt tussen vertoog en ontboezeming te boven komt, is nog een andere dan de radio-criticus, de essayist, de pamflettist: hij is de romanschrijver Ritter. die de moed heeft, in een tijd die er bijna prat op gaat, ultra-realistisch-rauw te zijn (of te doen), met Hemeltje-blauws overgave trouw te blijven aan wat de dichterdroom van zijn jeugd hem ingaf: cle innerlijke zekerheid, dat geen mens en geen mensheid verloren is, zolang nog leeft „het onbe dwingbaar verlangen naar de verpuring van al het bevlekte, de vertroosting aan al het geschondene, door het cle luister terug te bieden, de roerloze, tijdeloze luister van het. Niet" van de eeuwigheid. Ritters jongste roman ontkomt niet aan het gevaar van zijn opzet: een „strekkings roman", waarin de ideeën symbolische ge stalten aannemen, dreigt allicht te ver vluchtigen tot een abstractie. En dat doet „Hemeltje-blauw" dan ook hier en daar. Wat, ondanks dit tekort, aan dit verhaal van een Don Quichotte der Illusie in dichterlijke sfeer verwant aan werk van Aart van der Leeuw. Clare Lennart, Rico Bulthuis en Ferdinand Langen de kracht der ontroering geeft, is de onvoorwaarde lijke toewijding, de „overgave" waarmee het geschreven werd en de trouwhartige warmte van Ritters creatief vermogen. C. J. E. DINAUX. Verschenen bij A. W. Bruna Zoon. Utrecht. Antwerpen: ingeleid door Anton van Duinkerken. ADVERTENTIE GEN. CRONJéSTRAAT 43 KRUIDBERGERWEG 51 - SANTPOORT Tel. 16990—17696 Voor alle merken stofzuigers v.a. f 2.50 p. week ADVERTENTIE Algemeene Boekhandel en Antiquariaat heeft belangstelling voor de aankoop van Uw boeken, enkele stuks of Uw gehele bibliotheek Het conflict aan het gymnasium te Leeuwarden Indertijd is aan het stedelijk gymnasium te Leeuwarden een conflict ontstaan, toen een zoon van cle curator ds. F. H. B., die door de lerarenvergadering niet bevorderd was, achteraf door het curatorium wel werd bevorderd. De leraren hebben zich tegen deze beslissing verzet. De commissie uit cle gemeenteraad, die zich met deze aangelegenheid bezig heeft gehouden, heeft thans voorgesteld het ver zoek van .cle curator ds. F. H. B. om hem te ontheffen van zijn functie als curator van het stedelijk gymnasium en hem met ingang van die datum, waarop zijn op volger zijn betrekicing zal aanvaarden, eer vol ontslag te verlenen, in te willigen. De commissie adviseert niet in te willigen het verzoek van de overige curatoren, die ont heffing hebben verzocht van hun functie. (Alle mede-curatoren van ds. B. op één na, hadden ontslag gevraagd om aan him soli dariteit met ds. B. uiting te geven). In haar rapport zegt de commissie het te betreuren ciat de curator ds. B. niet on middellijk gereageerd heeft op de inhoud van een vorig rapport, waarin op zijn af treden werd aangedrongen. Bovendien be treurde zij het, dat de andere curatoren deze houding goedgekeurd hebben. Rector en leraren hebben reeds meegedeeld dat zij, hoewel weinig mogelijkheden voor een goede samenwerking met curatoren ziende, bereid zijn het conflict in het belang van het gymnasium als geëindigd te beschou wen. De Leeuwarder gemeenteraad heeft zich zonder discussie met de voorstellen der commissie verenigd. Paus aanvaardt geschenk van Nederlandse katholieken In een speciale audiëntie van vrijwel alle in Rome vertoevende Nederlanders, onder wie vele geestelijke en burgerlijke hoogwaardigheidsbekleders, heeft Paus Piux XII de radio-zender Anno Santo, het geschenk van de Nederlandse katholieken ter gelegenheid van 's Pausen gouden priesterjubileum en het Heilige Jaar, in ontvangst genomen. De aanbieding geschiedde symbolisch in de vorm van een maquette op een twintig ste van cle ware grootte. Pater Staverman uit Drachten kreeg de gelegenheid als apart geschenk der Friese deelnemers een fraaie vaas aan te bieden. Bij de maquette werd de Paus een in leer gebonden boekwerk met bijzonder heden over de zender aangeboden. Tuinders in Warmenhuizen In de algemene vergadering van de Cen trale Veilingvereniging te Warmenhuizen waarschuwde de voorzitter, de heer W. Dekker, tegen de voornemens, die men aan de Langedijk en omgeving heeft om te komen tot cle stichting van een coöpera tieve zuurkoolfabriek. De heer Dekker zeide, dat mede door een goede regeling met de zuurkoolfabrikanten de laatste ja ren van een lonende teelt van wittekool gesproken kan worden. Hij vreesde, dat bij oprichting van een coöperatieve zuurkool- fabriek de fabrikanten zelf wittekool zou den gaan verbouwen. Hij hoopt voorts, dat de donkere wolken die uit Duitsland komen geen ramp zouden worden voor de Neder landse tuinbouw. Er zal daar veel groen, licht en lucht komen Bovendien een meer van 90 hectare Amsterdam dat op dit moment ruim 825.000 inwoners telt groeit nog. De ver wachting is dat dit aantal in het jaar 2000 tot 1.000.000 zal gestegen zijn. Daarmee is althans bij het maken van de uitbreidingsplannen rekening gehouden. Een belangrijke uitbreiding is aan cle Zuid-West kant van Amsterdam in voor-! bereiding. Daar zullen, grote huizencom plexen verrijzen die woning zullen bieden aan meer dan 100.000 mensen. Het inwo ner-aantal van een grote stad! Op het ogenblik is het plan Slotermeer in uitvoering. Dit betreft een oppervlakte van 250 ha. Onmiddellijk daarbij sluit het plan Geuzenveld, dat 150 ha beslaat, aan. Met de ophoging van deze terreinen is thans een begin gemaakt. Wie de weg Halfweg-Sloterdijk passeert loopt of rijdt op enkele plaatsen onder de buizen der zandzuigers door. Ook worden enkele huizen en woningen, die aan deze weg staan gesloopt, omdat zij niet in het nieuwe plan passen. Voor de ophoging van 't polderland van Slotermeer en Geuzenveld is 8.000.000 a 9.000.000 m3 zand nodig. Enige tijd geleden hebben wij er reeds op gewezen, dat zand in ons land een betrekkelijk schaars en (vanwege de transportkosten) ook vrij kostbaar artikel is. Amsterdam krijgt het zand van het Buiten IJ (buiten de Oranje sluizen), de verbreding en verdieping van het Noordzeekanaal bij de Hembrug en de Velserpont en de uitbaggering van de bui tenhaven te IJmuiden, terwijl ook nog zand wordt opgezogen van de „Wijde Blik" tussen Vreeland en Hilversum, ten Noorden van de Loosdrechtse plassen. Maar dit is nog niet genoeg! Een groot gedeelte van het zand voor de ophoging wordt verkregen door het graven van de Slotcrplas, een meer van 90 ha oppervlakte. Dit meer zal worden aangewend als re creatieoord. Er zal volop gelegenheid zijn voor de beoefening van watersport. Boven- die zal er een strandbad gemaakt worden dat op warme dagen aan tienduizenden verkwikking kan bieden. Op het plan Slotermeer en Geuzenveld worden tezamen 15.000 woningen gebouwd, die ruimte zullen bieden voor 60.000 a 70.000 mensen. Er worden woningen gezet met 1. 2. 4 en 12 „woonlagen". De meeste 12 verdiepingen woningen zullen nabij de Sloterpas komen. Ook aan de rijks weg Haarlem-Amsterdam komen nog nog een paar complexen „hoogbouw". De bedoeling is de gehele nieuwe bebou wing van Amsterdam-West het karakter te geven van een tuinstad. Er komt veel groen in, bomen en plantsoenen. De straten die het verkeer moeten verwerken worden breed. Overal wordt voor veel licht en lucht gezorgd. Later komt er ook nog een uitbreiding in Zuid, die zich aansluit aan de bebou wing van het plan Slotermeer en Geuzen veld. De verwachting is dat in Augustus 1951 reeds begonnen kan worden met de bouw van huizen in het plan Slotermeer. Per jaar zullen er ongeveer 5009 woningen ge zet worden, want de eerste tijd zal er alleen in West gebouwd worden. Om aan de verkeersbehoefter. in het nieuwe gebied te voldoen wordt op de aanleg van trambanen gerekend. Het ge meentebestuur is overtuigd dat voor het massa-vervoer dat hier in de toekomst verwacht moet worden, de tram voor keur verdient boven de autobus. De hoge zanddijk, die indertijd voor een ringspoor werd aangelegd, blijft in de thans aanhangige plannen gehandhaafd. Voorlopig wordt aan de voltooiing van dit spoorwegwerk evenwel niet gedacht. De bebouwing van Amsterdam-West zal, zoals cle plannen nu zijn opgemaakt, tot op VA km. de bebouwing van Halfweg naderen. Bij het gemeentebestuur bestaat zo werd ons verzekerd het serieuse plan Amsterdam niet verder te laten groeien. In de plannen die nu ter tafel liggen wordt geen rekening gehouden met een verbreding van de bestaande weg Haar lemAmsterdam. Bij het nieuwe uitbrei dingsplan van Amsterdam, dat ontworpen wordt in overleg met de Streekcommissie, is gedacht aan het maken van een nieuwe w*eg ten Noorden van de Amsterdamse vaart. Dit zou dan gepaard gaan met een verlegging van de spoorbaan Haarlem Amsterdam in Noordelijke richting. Dit zijn evenwel nog niet meer dan vage plannen. Nabij Sloterdijk staan twee mooie wa termolens. Die zullen binnenkort niet meer malen, omdat zij geen taak meer hebben. De vraag is nu: wat moet er met deze molens gedaan worden? Publieke Werken zou ze gaarne laten staan, maar zij passen in de toekomst niet in het stadsbeeld dat daar ontstaan -zal. Er wordt evenwel overwogen de molens naar elders (ook op Amsterdams gebied) te verplaatsen. t S.30 pet </i L. fles L 2.75 per 1/2 L flw Maastricht krijgt Toneel-academie In samenwerking met de Jan van Eyck- academie wordt er met ingang van 1 Oc tober een toneeischool te Maastricht ge opend. Het plan tot stichting dezer acade mie is in eerste instantie gevormd door een voorbereidend comité, bestaande uit direc teur L. Linssen, dr. G. Beckers, dr. M. van Can en dr. Bernard Verhoeven. Het insti tuut zal in grote lijnen overeenkomen met de Toneelschool te Amsterdam en dus ge baseerd zijn op een drie-jarige dagcursus en streven naar de volslagerf vorming van beroeps-acteurs. IV WOENSDAGAVOND, in het Haagse W Gebouw voor Kunsten en Weten schappen waar voor een ganse schare di plomaten door de Russische ambassadeur en diens echtgenote een voorstelling werd gegeven van de film „De val van Berlijn", kwamen ons steeds weer een paar namen in gedach- die van de regisseurs j Eisenstein, Poedowkin, Raismann en Ermler, van de camera-bedienaars Tisse met zijn scherpe fotografie en Demutzki, die het meer in de gesluierde effecten zocht. Van al de intense bezieling, van de strijd om de filmvorm, van het enthousiasme voor de nieuwe sociale idealen uit de dagen van de Russische filmpioniers was in de kleu renfilm van Tsjiaoereli niets meer dan een slap en conventioneel aftreksel overge bleven, daar kunnen geen tien Stalin- prijzen iets aan veranderen. Het kon al bijna niet anders of „De val van Berlijn" moest met een troepje zingen de kinderen in een korenveld beginnen om vervolgens vlug over te stappen naar een hoogoven waar kerels van stavast een re cordproductie behalen. Super-staalgieter Iwanow mag tot dank een dagje bij de heerser in het Kremlin logeren en Stalin bij die gelegenheid deelgenoot maken van zijn .liefde voor de schone Natasja, die meer genegenheid schijnt te hebben voor een minnaar die de verzamelde werken van Poesjkin uit zijn hoofd kent. Stalin laat onmiddellijk horen dat hij zijn klas sieken ook niet vergeten is, doch laat er di rect op volgen dat Natasja trots moest zijn op zo'n stoere Stachanov-werker. Als Na tasja dat ter ore komt, heeft Iwanow alle reden tot tevredenheid. Pas nadat dat voor spel is afgewerkt springt het verhaal met een der weinige goede beeldovergangen over naar de oorlog. Maar ook in de tweede fase van „De val van Berlijn" schijnen zo wel de historische waarheid en de film kunst opgeofferd te zijn aan de eisen van de propaganda. Propaganda, voor wie eigenlijk? is men geneigd zich af te vragen. Wat heeft het voor zin aan het buitenland te vertellen „dat de Amerikaanse daglucht aanvallen slechts reclamestunts zijn", als iedereen die in de oorlog niet in de schuil kelder verbleef, het tegendeel heeft kunnen constateren? Wat heeft het voor zin Chur chill als een enigszins jichtige spelbreker op conferenties af te schilderen, als velen bij meer dan een gelegenheid hebben kun nen constateren, hoe vief deze zeventiger nog is? Om nog maar te zwijgen van het kinderachtige toneeltje, waar de Engelse oorlogsleider op de conferentie van Jalta wordt aangewreven alle hoffelijkheid te hebben laten varen door als eerste op de Engelse koning te willen toasten. Natuur lijk wordt de figuur van Roosevelt door de Russen dankbaar aangegrepen om het evenwicht weer te herstellen. Van de doden niets dan goeds, schijnt in dit geval in hoge mate te gelden. Bij de uitbeelding van hun Duitse tegen standers schijnt Tsjiaoereli zijn voorliefde voor de caricatuur helemaal niet meer te hebben kunnen of willen bedwingen. En hoewel we het er wel over eens kunnen zijn dat de Duitse regering in hoofdzaak uit een aantal prominente schertsfiguren bestond, lijkt ons de omvang van het kwaad en de ellende die door deze misdadigers is gesticht van een te grote al lure, dan dat men met de bedrijvers daar van een loopje kan nemen, zelfs niet post- huum. Het lijkt ons toe, dat de bevolking van die Russische gebieden die vier jaar lang de last van de oorlogsvoering hebben gedragen, weinig waardering kan hebben voor grapjes van Eva Braun over het haar water van haar „lieverd". Ten aanzien van de loop der krijgsge schiedenis zijn de makers van „De val van Berlijn" zichtbaar in een moeilijk parket geraakt: de enorme opmars der Duitsers in 1941 viel niet te loochenen. Omdat er blijk baar anderszijds voor een hartversterkende compensatie moest worden gezorgd, werd een grootse scène ingelast van het échec van de Duitse luchtaanvallen op Moskou Het accent valt daarbij natuurlijk steeds weer op de uitnemende strategische eigen schappen van Stalin, die zowel en gros als en détail de oorlogvoering bepaalt. Het is duidelijk, dat bij zoveel voorwaar delijke bepalingen er onmogelijk een gaaf meesterwerk uit de bus kon komen. Men beseffe eens waar die arme Tsjiaoereli aan had te denken: hij moest een Russische overwinning uitbeelden en er vooral voor zorgen dat zowel binnen- als buitenland de indruk krijgen, dat de Duitsers in feite alleen door de Russen zijn verslagen. Hij moest bovendien laten uitkomen, dat de westelijke geallieerden liever een Duitse overwinning op Rusland zagen, waarbij hij natuurlijk achteloos aan het pact dat Molotof in 1939 met Ribbentrop sloot voor bij ging. Tenslotte mochten de sociale ze geningen van het régime niet worden ver geten, vandaar die zoete inleiding, die net zo goed in Hollywood gemaakt had kunnen worden. En boven alles gaat de aandacht voor de alomtegenwoordige, almachtige Stalin. Zo ontstond een kleur- en zouteloos pro duct, waarvan men zich alleen maar kan verbazen dat het nog tot vertoning gebracht kon worden. Het élan van eertijds is ver worden tot een krampachtig hanteren van de filmcamera voor een stupide propagan da, waarin niets meer herinnert aan de voorgangers van weleer. J. H. B. Parade in Londen. Onder grote belangstelling hielden de grenadiers een parade langs het monument van veldmaarschalk burggraaf Wolseley te Londen. Deze twee molens, die tussen Halfweg en Slo terdijk aan de rijksweg staan, zullen vermoede lijk verdwijnen. Het zijn watermolens die, omdat depolder bebouwdwordt niet meer zullen malen. Zij passen niet in de be bouwing die op deze plaats komt. Dit is vooral te wijten aan de omstan digheid dat het betrek kelijk lage watermolens zijn. Korenmolens zijn veelal hoger en kunnen in veel gevallen een be bouwing die er om heen gebouwd wordt, over heersen.. Er wordt even wel overwogen de molens af te breken en ze elders op Amsterdams grond gebied waar zij beter in de omgeving passen te herbouwen. Opmerkelijke theorie van een verkeersvlieger Vele rampen gebeurden bij rustige weersomstandigheden (Van onze luchtvaartmedewerker) Een Amerikaans verkeersvlieger, schrij vend in het blad „Flying", meent een mo gelijke oorzaak gevonden te hebben voor een aantal onopgehelderde vliegtuigonge lukken met noodlottige afloop, die in het verleden zijn gebeurd. „Stel u voor", zo schrijft piloot Sheridan, de auteur van het bewuste artikel, „de nachtelijke cockpit van een verkeersvlieg tuig, met zijn zwak verlichte instrumenten in de omringende duisternis. De ogen der vliegers zijn gefixeerd op de lichtschijfjes en er heerst stilte in de kleine ruimte, een stilte die wordt geaccentueerd door het monotone gebrom van de motoren dat, niet meer bewust waargenomen, toch voort durend op de achtergrond aanwezig is. Deze omstandigheden doen sterk denken aan het toneel dat psychologen arrangeren bij sommige wetenschappelijke experimen ten. Een proefpersoon wordt verzocht naar een lichtje te staren dat voor een donkere achtergrond in een ook overigens verduis terde kamer is geplaatst. Een machientje wordt ingeschakeld, dat een eentonig zacht zoemend geluid voortbrengt. De geest van de proefpersoon zal onder deze omstandig heden spoedig verzwakken, zodat hij niet in staat is op de normale wijze te denken Niettemin is hij wakker en hij is zich van zijn geestelijke inzinking niet bewust. In dit stadium is hij sterk vatbaar voor hem van buiten af ingegeven gedachten en ideeën. Hij komt langzamerhand in een toestand van hypnose. Gevaarlijke eentonigheid Een vlieger in de geschetste situatie zal bij het gedeeltelijke verlies van zijn denk vermogen al spoedig niet in staat zijn om kompas en hoogtemeter betrouwbaar af te lezen, aldus Sheridan, en het bedriegelijk- ste is dat hij zich niet bewust is van zijn minder nauwkeurige waarnemingen. Eentonigheid is de grote vijand. Dit ver klaart dat van de geheimzinnige ongeluk ken de meeste juist onder gunstige weers omstandigheden gebeurclen. Er werden geen storingen gevonden, er waren vlak voor liet ongeval geen radiomeldingen ont vangen, niets wees op iets onregelmatigs. Dit past geheel in de theorie. De meeste van die onopgehelderde rampen gebeurden in de nacht. Overdag hebben de ogen meer afleiding. Wanneer een vlieger in een don kere omgeving minutenlang op zijn ver lichte instrumenten tuurt, zal de „hypnoti sche toestand" eerder over hem komen. En dit in het bijzonder als alles rustig is en de navigatie en besturing geen inspan ning vergen dus bij mooi weer. Het klinkt vreemd, zegt Sheridan, maar volgens de statistiek is men vechtend tegen de storm en op en neer gesmeten 111 de ruw bewogen lucht, veiliger dan wanneer een rustige atmosfeer de aandacht in slaap sust. Niet altijd heeft die gevaarlijke eentonig heid fatale gevolgen, meestal zelfs niet. De routine van de vliegers op de luchtlijnen doet hen veelal automatisch de vereiste handelingen verrichten. Er zijn verschil lende voorbeelden van vliegers die onmid dellijk na een landing als besluit van een lange „zit" zich herhaaldelijk vergisten bij berekeningen of allerlei dingen en namen niet konden onthouden. Zodra zij even in de buitenlucht hadden gelopen waren zij weer geheel fit. Dat deze verschijnselen nooit veel aandacht hebben gehad, zou juist te verklaren zijn door het genoemde feit dat de vliegers zich van hun tijdelijke onbekwaamheid niet in het minst bewust zijn. Overigens is het optreden van deze verschijnselen sterk individueel; de een is er gevoeliger voor dan de ander en een derde zal er misschien in het geheel geen last van hebben. Ook de persoonlijke con ditie van de man, vermoeidheid, enzovoort spelen een belangrijke rol. Een gewaarschuwd man telt voor twee Dit alles klinkt eigenlijk wel erg ver ontrustend. Is er niets tegen te doen? „Ja zeker", zegt Sheridan, „wanneer de betrokken mensen op hun hoede zijn is het zelfs heel gemakkelijk om fit te blij ven. Het is geen kwestie van overver moeidheid; geen piloot mag langer dan zijn voorgeschreven aantal uren dienst doen. Het gaat er maar om de eentonigheid te verbreken. Enige lichaamsbeweging is uitstekend. De piloot kan eens de passa gierscabine op en neer wandelen en een praatje maken, terwijl zijn collega het stuur houdt. Elk half uur moeten ogen en oren even los gemaakt worden van de fixatie. En verder doet een kop koffie, tien minuten voor de landing, wanneer men er een lange nachtvlucht op heeft zitten, wonderen". Ziedaar de theorie van een man uit de practijk, die hier wordt aangehaald en die wellicht een tikje teveel generaliseert. Het zou beslist onjuist zijn om alle onge lukken met onopgehelderde oorzaak nu maar op rekening van deze „vliegers- hypnose" te stellen en er bestaan trou wens ook andere zeer plausibele theo rieën. Maar ook al zouden de gesignaleer de verschijnselen slechts in een enkel ge val of zelfs nooit fataal ziin geweest, wan neer zij maar een gevarenkans inhouden, zijn zij de aandacht al waard. (Nadruk verboden Agenda voor Haarlem ZATERDAG 20 MEI Frans Hals: „Song of India'14 j„ 2.30. 7 en 9.15 uur Rembrandt: „Gewetensstrijd", 13 j.. 2, 4.15. 7 en 9.15 uur Palace: ..Tarzan en de luipaardkonigin14 j.. 2. 4.15. 7 en 9.15 uur. Luxor: „Gebrandmerkt". 13 j., 2. 4.15, 7 en 9.15 uur. City: „Het onbekende eiland". 18 j.. 2.15, 4.30, 7 en 9.15 uur. Spaarne: „Land zonder wet", 14 j., 2.30, 7 en 9.15 uur. ZONDAG 21 MEI Gemeentelijk Concertgebouw: „Dik Trom", 2 en 4 uur, Bioscopen: Middag- en avond voorstellingen. MAANDAG 22 MEI Gemeentelijk Concertgebouw: Kamer orkest „Haerlemse Musyckkamer", Bach- herdenking. 8 uur. Bioscopen: Middag- en avondvoorstellingen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1950 | | pagina 5