Lieden van de zijn ten dode IV andelie de winkelramen De laatste eer. Zaterdag 10 Juni 1950 5 [OF DER PARKEN Wanneer wij in deze rubriek die de be- lerming van parken en plantsoenen Dpageert, dit keer een zeker gevoel van jchteloosheid voelen opkomen, dan is dat iaat Haarlems Spanjaardslaan bedreigd irdt door iets, waartegen wij haar niet bescherming kunnen nemen, te weten tand des tijds. En om maar meteen de deur in huis te vallen, vertellen dat het ten hoogste nog dertig jaar duren, voordat de statige linden die je laan zo'n speciale plaats hebben be- rgd in de harten der Haarlemmers, het ld zullen moeten ruimen. De reuzen die al zo'n kleine driehonderd jaar staan over wier machtige kruinen al zoveel innen zijn getrokken, beginnen ouder- nsversdhijnselen te vertonen. Zij ver talen langzaam-aan en sommige zijn al Ikomen uitgehold. Zuiver boskundig ïien, zo vertelde ons de heer Dorre- iyn, directeur van Hout en Plantsoenen, n de bomen al een hele tijd rijp om ge- pt te worden, maar per slot van lening hebben zij een streepje voor en arom vecht de dienst met hardnekkig- id voor het behoud van iedere boom. De 11e bomen worden net als slechte zen geplombeerd met stenen en nent om de rottingsprocessen die zich de stam voordoen, tot staan te brengen er zal geen linde zonder strijd worden gegeven. Nochtans zullen er in dit jaar arschijnlijk weer twee of drie „voor de gaan, omdat vast staat dat zij bij de rste de beste flinke storm het onder- it zouden delven. Aangezien de Span- irdslaan nu eenmaal een verkeersweg en het nauwelijks een pretje geacht ig worden om zo'n vijftonner op het ofd te krijgen, zal Hout en Plantsoenen met bloedend hgrt toe over moeten an, om deze bomen te laten sneuvelen, it vervelende is, dat naarmate er op die mier meer open plekken komen, de «rd-Westerstormen steeds meer vat op resterende bomen zullen krijgen, met aarschijnlijk fatale gevolgen. De termijn n dertig jaar moet dan ook niet als jtstaand worden aangenomen, want achten de komende jaren vele zware irmen in petto hebben, dan bestaat de es dat het nog eerder met de Span- ardslaan zal zijn gedaan. Wanneer de sombere dag zal aanbreken, er zo veel bomen zullen zijn verdwe- c, dat de laan een te mottig aspect zal bben gekregen, dan zal er waarschijn- i wel schoon schip worden gemaakt en men over moeten gaan tot een nieuwe planting. Men kan helaas nog niet be rmen om de open gevallen plaatsen reeds met nieuwe linden te bezetten, aange- en de jonge bomen overschaduwd tor hun grotere broers niet zouden oeien. Het zal na de beplanting met jonge imen zeker een jaar of vijftig duren, lordat de Spanjaardslaan weer een beet- in zijn oude vorm hersteld zal zijn, al iu men zoals op de Dreef snel-groeiende Jpulieren tussen de jonge linden kunnen aatsen, die later weer kunnen verdwij- id, wanneer de linden voldoende opge- hoten zullen zijn. Het is een sombere gedachte dat de oude uzen van de Spanjaardslaan die zoveel ïf en leed van de oude Spaarnestad heb- kgenda voor Haarlem ZATERDAG 10 JUNI Openluchttheater. Bloemendaal: Filmvoor- ailing „Monsieur Beaucaire", 9 uur. Luxor: lótel Au Grand Balcon", 14 j., 2, 4.15, 7 en 15 uur. City: „Song of my Heart", alle leeft., 15. 4.30, 7 en 9.15 uur. Spaarne: „Gunfigh- r", 2.30 7 en 9.15 uur. Frans Hals: „Blinde egen", 18 j., 2.30. 7 en 9.15 uur. Rembrandt: iastogne', 14 j., 2. 4.15, 7 en 9.15 uur. Palace: Romance in de Zuidzee", 2 4.15, 7 en 15 um-. ZONDAG 11 JUNI Gem. Concertgebouw: Judo-kampioen- shappen, 2 uur. Openluchttheater, Bloemen- lal: Filmvoorstelling, 9 uur. City: „De slag n Arnhem", 11 uur. Bioscopen: Middag- en vondvoorstellingen. MAANDAG 12 JUNI ioscopen: Middag- en avondvoorstellingen. ben meegemaakt en die zo'n waardige af sluiting van Den Hout vormden, ten onder zullen gaan, maar het is in ieder geval een troost, dat wij nog enkele tientallen jaren zullen kunnen genieten van deze laan. die in lente, zomer en herfst met al zijn bladeren en kleurenpracht de wande laar een moment van rust weet te ver schaffen in een wereld vol latvaai. Het bronzen jongetje PIETERTJE staat nu. alleen op de dijk. De Koningin en de Prinsesjes, de ko peren mutiek en de voorname heren zijn weg en nu staat dat bronzen mannetje daar tot in der eeuwigheid met zijn vinger in dat gaatje. Om het siepelende water te stoppen, om Holland te houden, om een voorbeeld te zijn voor de jeugd van Ne derland: wat goede couragie vermag. Er zijn tegenwoordig nogal wat gaatjes in de dijken van Nederland en van de hele wereld; er is wel wat gesiepel overal, kleine straaltjes water die wanneer zy die het goede willen, hun inzicht, hun ge duld en hun vinger niet beschikbaar stel len tot grote stromen kunnen zwellen, onweerstaanbaar-brede, snelle en driftige stromen, die alles kunnen vernietigen dat door de goede couragie van wie voor ons kwamen is gebouwd. Zo is dat legendarische jongetje nu niet alleen voor vertederde Amerikaanse da mes en heren bestemd en niet ten voor beeld van de Nederlandse jeugd alleen ge steld, maar voor ons allen, die van goede wille zijn. Bedenkt dat wel. De legende, juist de legende, kan de diepste, werkelijkste waarheid zijn. Voor alle Amerikanen heeft Pietertje op zijn klompen echt bestaan. Laten wij hen niet ontgoochelen met onze nuchterheid. La ten wij niet zeggen, dat wij het wel beter weten en dat er nooit een Pietertje is ge weest met al-maar die vinger in de dijk en dat dat hele verhaaltje onzin is wan neer ge onze machtige dijken ziet en dat er niets te siepelen valt. Neen. Pfeter heeft wel bestaan. Hij bestaat nog. Misschien draagt hij geen klompen en heeft hij geen wijde pofbroek aan, maar hij is onder ons, wie wij ook zijn, waar wij ook zijn. Pietertjes zijn er altijd en zij moeten er altijd zijn: de jongens en de mannen en de vrouwen die, wanneer anderen slapen, hun vinger in de dijk houden opdat wat moeizaam geworden is niet wordt weggesleurd door de stroom van het geweld. Er zijn altijd legenden, die werkelijker zijn dan de wezenlijkste waarheid. Kleurige, fantastische verhalen, want de mens kan bij brood en biefstuk alleen niet leven. Hij heeft de verbeelding meer dan broodnodig om de werkelijkheid te zien. Ik was op die dijk toen de bronzen Pie- ter werd onthuld. Ik heb alle goede woor den en alle brave muziek gehoord. Het was een aardige gebeurtenis. Gisteren kwam ik toevallig weer langs die plek. Pieter stond stil en eenzaam op de dijk. Ik heb even gestopt om hem goed te bekijken. Een aardig jongetje. Een aardig, klein jongetje. Maar hij vertegenwoordigt iets groots, voor de jongetjes en de meisjes, voor de mannen en de vrouwen van Nederland en de hele wereld, die geroepen zijn tot waakzaamheid. Die dit land en deze wereld dienen wan neer anderen slapen, soms vele nachten lang. Verschrikkelijk eenzaam soms op de hoge dijken. ELIAS BESTE MARIJKE, Heb je ook zo genoten van die heerlijke zomerse dagen? Voor mensen die niet tegen de warmte kunnen was de temperatuur soms wat te hoog, maar er waren er toch velen die eindelijk die warmte kregen waar ze de hele winter naar gesnakt hadden. Het is te begrijpen dat verscheidene éta lages op de warme dagen waren ingericht. Achter de ramen prijkten velerlei zonne bad- en strandkledij, luie ligstoelen en tuinparasols. Een handig ding leek mij dé parasol die aan stoel of tafel wordt beves tigd met een stalen klem. Deze zonwering neemt dus geen plaatsruimte op de grond in, wat gemakkelijk is voor kleinbetuinde lieden en voor balconliefhebbers. In de étalages van nagenoeg ieder mode magazijn was éénzelfde soort luchtige ka toenen jurk te zien met smalle of helemaal geen schouderbandjes en een losse bolero er over. Zij zijn wel erg in trek, deze jurkjes. Wat vind ik het toch saai dat ik je al in zo'n tijd niet gesproken heb. Ik weet niets meer van je af. Hoe staat het bij voorbeeld met jullie vacantieplannen? Als ik je een goede raad mag geven, be gin dan nu al je kleinigheden aan te schaf fen die straks je reis zoveel aangenamer zullen maken, want als je wacht tot het laatste ogenblik dan heb je er geen geld of geen tijd meer voor over. Zo heb ik met het oog op de lange treinreis alvast een windkussen gekocht. Het neemt in de kof fer weinig plaats in en is, als je je niet de weelde van een tweede klas kunt permit teren, onontbeerlijk. Later bedacht ik dat een gummi-ring misschien nog meer hulp verleent tegen het stijf worden tijdens zo'n langdurige zit dan een kussen. Als je er een sterk en donkergekleurd sloopje om maakt, wordt het idée-ring voldoende ge maskeerd. In dezelfde zaak voor reisartikelen lag nog iets handigs. Een platte kleerborstel met slechts één rij haren, die je in een van de zijzakjes van de reistas stopt. Wil je je stoffige schoenen weer laten glimmen dan gebruik je het .schoenendonsje, beves tigd op een reep leer die in drieën gevou wen met een drukknoop sluit. Het neemt niet meer plaatsruimte in dan een poeder doos en het is erg netjes. Je kunt er zelfs je medereizigers mee ple2ieren. Ik zou je zeker niet aam-aden acht paar nylons mee te nemen. Maar mocht je daar toe willen besluiten koop dan dat kousen tasje dat in een étalage hing: een lange reep plastic met acht vakjes onder elkaar en een binnenzak over de gehele lengte. Het geval wordt opgerold en net als het schoenendons-étuitje met een drukknoopje gesloten. Nu voer ik je nog even naar een kunst zaak, langs allerlei grote en kleine, ovale en ronde rietmandjes in naturel, gele, bruine en helrode kleuren, naar een plekje waar schattige handbedrukte kleedjes lig gen in verschillende vorm en kleur. Je ziet ze tegenwoordig veel. Het patroon is altijd een vierkant. Is het kleedje langwerpig dan zijn er dus twee of drie vierkantjes naast elkaar gedrukt. Langwerpig worden ze over een laag tafeltje gelegd, of, als de vierkantjes onder elkaar staan, gebruikt als wandversiering en in de lengte opge hangen. Het hangt natuurlijk volkomen van vorm en patroon af waarvoor je deze beschilderde doekjes gebruiken wilt Ik kon het niet nalaten een klein vierkantje te kopen. Het motief geeft een vissers vrouw weer en een paar zeilschepen op de achtergrond. Er waren kleedjes bij met prachtig gekleurde vogels en bloemen en nog vele andere motieven. Marijke, bel of schrijf je nu eens gauw? Met veel hartelijke groeten, Je ANNEKE. Een origineel strandpakje, ontworpen door een der grootmeesters van de „haute cou ture", de Franse modekoning Alex Maguy. KORT VERHAAL DOOR H. G. CANNEGIETER Wijlen mijn schoonvader, die oud-offi cier bij het Indische leger was, had een vriend, gepensionneerd kolonel evenals hij. Zij wandelden samen, bezochten samen de Witte en waren compagnons in verschil lende geheimzinnige zaakjes, die vermoe delijk met speculeren een en ander te ma ken hadden. Daar Kolonel Brik kind noch kraai op de wereld had. dineerde hij dik wijls bij schoonpapa, en bij die gelegen heden had ik hem dikwijls ontmoet. Schoonpapa is reeds jaren geleden ge storven en, daar mijn woonplaats ver van Den Haag ligt, had ik Kolonel Brik geheel uit het oog verloren, totdat een bericht in de krant mij zijn overlijden meldde. „Je moet hem de laatste eer gaan bewijzen", zei mijn vrouw. „De Kolonel was vaders trouwste vriend". Het kwam mij slecht uit, daar het juist druk was op het kantoor en ik wist, mijn chef met een verzoek om verlof te zullen ontstemmen. Bovendien, ik hou nu een maal niet van begrafenissen. Toch besefte ik, dat in dit geval de piëteit in het geding was. en zo nam ik de trein naar Den Haag. Mijn vrouw had gewild, dat ik met een vroegere trein zou gaan, want deze was net op het nippertje, en je weet nooit of de tram niet vertraging heeft. Maar ik had geluk, en stipt om half drie stapte ik het hek van de begraafplaats binnen. Doch ik had er niet op gerekend, dat de grote- stadsbegraafplaaisen zo uitgestrekt zijn, en voor iemand die er de weg niet kent, een doolhof gelijken. Met behulp van vriendelijke aanspre- Tienduizend poppetjes Wij hebben dezer dagen de heer Paul H. Terry gesproken, woonachtig te New Roohelle in de staat New York, geboren op 19 Februari 1887, de geeste lijke vader van de zogenaamde Terry- toons, dat zijn tekenfilms van zeven minuten die het zout vormen in de gebruikelijke hutspot van het bioscoop programma. Wij mogen nu wel zeggen dat wij alles, maar dan ook alles afwe ten van tekenfilms en hoe zij tot stand komen. Doch wij denken er eenvoudig niet aan om u van deze noest vergaarde kennis deelgenoot te maken. Op dit punt zijn wij net als die meneer in de Kal- verstraat, die toen een in lang niet geziene vriend hem vroeg hoe hij het maakte, heel slim ten antwoord gaf: „Ja dat zal ik jou vertellen dan ga jij het ook zo maken!" Want per slot van reke ning is de procedure heel eenvoudig. U hoeft niets anders te doen dan ongeveer tienduizend poppetjes op een lintwurm van papier te zetten, die allemaal pre cies op elkaar mogen lijken. Dan komen echter pas de fijne kneepjes van het vak en die verraden wij zeker niet gratis. Het enige dat wij niet van tekenfilms weten is welke kleur nachtgoed hun vervaardiger draagt, welk merk tand pasta hij gebruikt, of hij van mosterd in zijn sla dan wel van kievitseieren houdt en hoeveel secretaressen hij heeft. Wij voelen heel goed, dat wij dat had den behoren te vragen, want volgens de moderne mythologie van de journa listiek zijn het immers juist die kleine menselijke eigenaardigheden welke de lezers enig belang inboezemen. Doch wij zijn met onze naspeuringen niet verder gekomen dan dat wij met zekerheid weten dat hij een gebloemde zakdoek bezigt om zijn bril te poetsen. Deze bezit overigens zulke formidabel dikke glazen, dat zijn wangen vergroot wor den tot twee jolig blozende maagden burger halve bollen en zijn ogen in geen velden of wegen te zien zijn. Als de zon haar stralen in deze lenzen laat vallen dan dansen er honderd zilveren en gou den sterretjes over de oppervlakte van zijn neus en al zijn symmetrische kin nen. Als ware het om voorgoed een einde te maken aan de legende dat film iets met kunst te maken zou hebben, ont ving de heer Terry ons in één der herenkamers van de Club voor Ameri kaanse Zakenlieden in de Warmoes straat, waar hij voor die dag zijn tenten had opgeslagen. Eigenlijk vinden wij dit laatste een idiote beeldspraak, want zelfs de Amerikanen wonen niet meer in tenten, ook al is in hun land de be schaving pas betrekkelijk laat inge voerd. Nu geleek de heer Terry wel enigszins op een roodhuid en zou hij dus voor een wigwam in aanmerking komen, doch dit was meer een gevolg van de stromende warmte, die boven dien aan zijn glimlach in de letterlijke zin van het woord een parelend voor komen gaf. Om deze eerste indruk van louter zakelijkheid evenwel onmiddellijk uit te wissen, vertelde Paul Terry (we doen nu maar een beetje amicaal, want u begrijpt ook wel zonder dat wij dat steeds zeggen dat hij een echte heer is) dat hij uit een door en door artistieke familie van allemaal muzikanten, schil ders en toneelspelers Stamt. Bovendien had hij als jongetje van 9 tot 12 jaar aan de achterkant van zijn ouderlijk huis in San Mateo een complete mena gerie. Op het uur dat zijn vriendjes werd» voorgelezen uit dikke boeken, speciaal geschreven om kinderen van die leeftijd tot brave burgers te versuf fen, ging hij zijn konijnen, eenden en biggetjes voeren. Later bezat hij zelfs een schaap, een geit en een ezel. Toen hij de school had doorlopen kreeg hij een foto-toestel en dat geschenk werd de eerste schakel van de keten waar thans zijn fortuin aan bungelt. Gaten maken de kaas Paul Terry werkte eerst enigQ tijd als verslaggever, doch al spoedig als teke naar voor de Anaconda Standard in Montana, later voor de King Features in New York, waar hij intussen pro beerde zijn geloof in de tekenfilms, waarvan in die periode juist de eerste proeven circuleerden, in zo mogelijk winstgevende daden om te zetten. Toen hij er één klaar had, ging hij er mee naar de ouwe Selznick. die hem voor stelde de eventuele winst te delen en bereid bleek te zijn hem een dollar voorschot aan te bieden. Tegenwoordig bedragen de produc tiekosten (iedere tekenfilm vergt acht maanden en tachtig medewerkers) ruim dertigduizend dollars per stuk. „Dat is een heel bedrag om weer binnen te krijgen!" zegt Paul Terry met een zucht, die met droefgeestige zorgeloos heid te kennen geeft dat hem dat nog nooit is mislukt. „Je bent eigenlijk net een dronken man, die de rekening van zijn consumpties betaalt en dan het wisselgeld op straat werpt om te zien hoeveel hij ervan terug kan vinden". Dit zijn heel wijze woorden voor iemand die met onwijsheid de kost verdient en er naar ^itziet dat hij daar zeer wel bij vaart. Tot onze verbazing vertelt Paul Terry dat hij naar Europa is gekomen om de smaak van het publiek te peilen. Als wij in Amerika woonden, dan gingen wij stellig alleen naar Europa om onze eigen smaak te peilen. Hij is al eens eerder in Holland geweest en wel op het schone eiland Marken, dat hij beter kent dan de meesten van ons „want dat was in 1913, toen het leven daar nog een onop zettelijk karakter droeg en men vrij willig heel wat meer deed dan volgens de regels van het vreemdelingenver keer noodzakelijk is!" Na zijn behou den thuiskomst maakte hij een teken film over de kaasbereiding, waarbij hij er geen rekening mee hield dat hij mis schien ooit nóg eens een paar dagen in Holland zou doorbrengen. Gehoord heb bende van de superhygiëne waarmee men hier te werk gaat, zodat de melk en wat dies meer zij met geen hand wordt aangeraakt, gaf hij de mensen bij het eten de messen en vorken in de voeten, hetgeen een mooi gezicht ge weest moet zijn. Tevens loste hij in een geniaal ogenblik het intrigerende raad sel op hoe toch de gaten in de kaas komen door iedere bijna voltooide Edammer bloot te stellen aan een salvo hagelschoten van een compagnie solda ten. U weet natuurlijk dat Paul Terry vooral bekend is door zijn bewerkingen van de fabels van Aesopus, die hij zelfs verre overtrof. Hij bracht namelijk on geveer 500 fabels van Aesopus voort, tegen de oorspronkelijke verteller zelf maar 200 en 20. Daar houdt zijn pro ductiviteit echter niet mee op, want hij erkent voorts volmondig het vaderschap van een eigenwijs paard, een fluitspe lend biggetje, een politieke zeehond, de Machtige Muis en van Heckle en Jeckle, de sprekende kraaien. „Nu heb ik een olifant in mijn gedachten!" voegt hij er losjes aan toe, alsof het zomaar niks was. „Ik heb namelijk naar een dier gezocht, dat aantrekkelijk is voor vrou wen omdat het nuttige diensten kan bewijzen. Het is merkwaardig, maar iedere vrouw heeft op de één of andere manier een olifant in huis, al ware het slechts als boekensteun. Het mijne is een heel klein exemplaar, dat weg loopt bij zijn moeder, die als koord- Ter voorbereiding van het Holland Festival is thans niet alleen de Stads- schouioburg maar ook het Concert gebouw gesloten. Het enige concert in de eerstkomende dagen wordt Zondagavond gegeven in het Olym pisch Stadion door het Amsterdams Philharmonisch Orkest onder leiding van Nico van der Linden, die voor dit experiment een populair pro gramma heeft gekozen. Dan is ver der Maandagavond een orgelbespe ling in de Nieuwe Kerk door Henk Loohuys met werken van Bach. Het Holland Festival begint Donder dag 15 Juni met een gala-concert door het Concertgebouw-orkest onder leiding van Eduard van Beinum. Ge speeld worden de Italiaanse Sympho- nie van Mendelssohn, het Pianocon cert in Es van Mozart, da Derde Symphonie van Willem Pijper en „l'Oiseau de Feu" van lgor Strawin- sky. Soliste is Myra Hess. De Woensdag door ons gegeven op somming van schouwburg-voorstel lingen blijft ongewijzigd geldig. De Stadsschouwburg gaat weer open op Vrijdag 16 Juni ter huldiging van In de hoofdstad uit Pierre Monteux met de eerste uit voering in ons land van „Oberon" van Carl Maria von Weber door de Nederlandse Opera onder zijn lei ding. Dit zal een gala-voorstelling zijn. De studentenbioscoop Kriterion ver toont de Italiaanse filmcomedie „Een avontuur in Napels" door Giacomo Gentilomo en het City Theater „Het wonder der klokken" met Fred Mac- Murray en Frank Sinatra. Op het witte doek van Tuschinski is te zien „Met heilig geweld" van Henry Kos ter. Het kleine maar fraaie museum Wil let Holthuysen in een oud patriciërs huis aan de Herengracht is, na en kele jaren gesloten te zijn geweest, weer voor het publiek opengesteld. Amsterdams goud en zilver uit de zestiende, zeventiende en achttiende eeuw kan men er bewonderen. In het Stedelijk Museum, ook wel Suasso- museum genoemd, wordt door middel van een tentoonstelling een beeld gegeven van de cultuurbijdragen door de Portugese Israëlieten in A?nsterdam, ter gelegenheid van het 275-jarig bestaan van de Synagoge aan het Jonas Daniël Meyerplein. y danseres in een circus werkt. Hij zoekt zijn toevlucht in een muizenhol, waar hij wordt beloerd door de kat, die smachtend van verlangen uitroept dat zij nog nooit zo'n grote muis heeft ge zien. Het is natuurlijk allemaal on zin, maar het sticht minder kwaad dan de redevoeringen van de meeste politici, die doorgaans muizenissen voor olifan ten aanzien". Wij hebben Paul Terry begeleid naar een steiger, vanwaar de rondvaartboten vertrekken. Er was er juist een ver trokken en daarom huurde hij er maar een voor eigen rekening. Dat kostte vijftig gulden. Terwijl zijn vergenoegde blik langs de gevels van de grachten zwierf, lieten wij in onze eigen teken film-studio de droom van zijn naaste toekomst in vervulling gaan. U ziet Paul Terry geconfronteerd met zijn animale verbeeldingswereld. De olifant is er bij om dit verhaaltj e uit te Wassen. BOEDA kers, die ik bij mijn zoeken onderweg tegenkwam, bereikte ik tenslotte de aula, waar juist de stoet zich had opgesteld om de overledene naar zijn laatste rustplaats te brengen. Ik sloot mij er bij aan, en voelde mij verademd, dat na de nerveuze jachterij alles nog op zijn pootjes terecht was gekomen. Onder het drentelen achter de baar ver raste het mij, hoeveel mensen met mij schoonpapa's oude vriend de laatste eer waren k'omen bewijzen. De annonce was uitsluitend getekend geweest door de executair-testamentair; familie had de kolonel vermoedelijk niet meer gehad. Maar die oude officieren bezitten onder hun collega's en bittervrienden op de Witte nogal wat kennissen. Maar waarom deze hun vrouwen hadden meegenomen, was mij niet duidelijk. Och, eigenlijk wist ik ook niets van het leven of de omstandig heden van onze oude getrouwe af. Ik gunde hem deze mij overweldigende be langstelling: de meeste eenzame mensen worden op hun oude dag vergeten, en nie mand bekommert zich over hun dood. En wat een kransen bedekten de baar! Hadden wij er ook niet een moeten sturen, aan de beste vriend van vader destijds? Bij het graf werd gesproken. Eerst hield een dominee een uitvoerige rede. waarin des Christens dood in het algemeen werd behandeld, maar waarin geen enkele per soonlijke toespeling voorkwam. Klaarblij kelijk had de dominee Kolonel Brik niet gekend, maar de executair-testamentair had voor een in alle opzichten ordente lijke begrafenis willen zorgen. Na de predikant trad een lange magere man naar voren, wiens zelfverzekerde houding en oogopslag in overeenstemming waren met het afgebeten kort-en-krach- tige geluid. Hij kon niet anders dan een „hoge" uit de handelswereld zijn. Deze spreker hield een lofrede op de onkreuk bare trouw en onverzettelijke wilskracht, welke de overledene als commanditair vennoot van de Nederlands-Braziliaanse Boomwol Onderneming aan de dag had ge legd. De N.B.B.O. had gemeend, door een krans haar dank aan deze verdienstelijke vennoot te moeten betuigen. In welke ondernemingen bleek de over ledene niet geïnteresseerd te zijn geweest! Wel vijf sprekers brachten zijn bijzondere kwaliteiten op de beurs en bij de bank in herinnering. Wie had zulk een finan ciële reus vermoed in het kleine kordate kef eitje, dat ik jaren geleden aan mijn schoonvaders tafel militaire anecdofen uit Indië had horen opdissen! Het verwon derde mij, dat tot nog toe geen vertegen woordiger van het leger aan het woord was geweest. Misschien de volgende? Deze diende zich aan als huisvriend van fle overledene, en beloofde, dat hij de gevoe lens, die hem voor de dode bezield hadden, thans zou overbrengen op de weduwe en haar kinderen. Toen eerst begreep ik.Behoedzaam deed ik een schrede terug; toen nóg een, zodat ik de boom naderde, waarachter ik ongemerkt wegsluipen kon. Beschaamd over mijn vergissing zocht ik de terugweg. Toen ik het brede pad overstak, waaraan de aula gelegen is, bewoog zich een kleine stoet voort. Een kist met een enkele krans; daar achter drie ouwe, strompelende figuurtjes. Toen ik eerbiedig opzij bleef staan om de begrafenis te laten passeren, flonkerde de zon op het ereteken voor belangrijke krijgsverrichtingen, dat aan de borst van de eerste der volgers bengelde. Teveel was ik onthutst om opnieuw de tocht naar het graf mee te ondernemen; bovendien werd het te laat voor de trein, die ik met mijn vrouw afgesproken had. Ik nam mij voor. haar verslag te doen, dat mijn piëuze zending gelukt was. (Nadruk verboden) Proeven met nieuic type vliegtuig: de lielioplaan99 In de Verenigde Staten worden proeven genomen met een klein vliegtuig voor par ticulier gebruik, waarmee men bijna even gemakkelijk kan landen en opstijgen als met een hélicoptère. Het is door twee Ameri kaanse hoogleraren Otto Koppen van het Massachusetts Institute of Technology en dr. Lynn Bollinger van de Harvard University ontworpen en heeft de naam „helioplaan" gekregen. Uiterlijk vertoont de helioplaan grote overeenkomst met een normaal eenmotorig vliegtuig. De propeller is echter langer dan normaal, n.1. 2.70 meter, en maakt minder toeren. In de vleugel is een ingewikkeld systeem van ailerons en spleten aangebracht en de straartroeren bestaan uit van elkaar gescheiden gedeelten die onafhankelijk versteld kunnen worden. Het vliegtuigje kan zeer langzaam met een snelheid van 43 km. Der uur vliegen zonder in vrille te geraken. De minimum snelheid van normale lichte vliegtuigjes bedraagt circa 7580 kilometer. Als de lan- dingssnelheïd ten opzichte van de grond 27 kilometer per uur bedraagt kan de helio plaan binnen de 14 meter tot stilstand ge bracht worden. Normale lichte vliegtuigjes hebben hiervoor ongeveer 70 meter nodig. De hoek, waaronder de helioplaan stijgen kan, bedraagt ongeveer 18 graden. Het model, dat plaats biedt aan 2 personen, heeft een kruissnelheid Van 173 km. per uur. doch men is bezig een sneller type voor 4 personen te ontwerpen. Daar de uitlaat en de propeller van spe ciale geluiddempers voorzien zijn, maakt het toestel bijna even weinig lawaai als een moderne auto.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1950 | | pagina 7