Hartendorp
yiiteraire K.
Ikrachtigepijnstillende
middelen in 1 tablet
€hftfariite,4
H. DE VRIES
Entree van het Frans Halsmuseum
in haar oude aspect hersteld
Hoe 100 jaar geleden te Haarlem
een Muzijkfeest werd gehouden
Door Hans Holbein geïllustreerde uitgave
van de „Lof der Zotheid" in Rotterdam
Tuingereedschap
CJvdBroeh
C. DE WEERS
Zaterdag 17 Juni 1930
3
GERARD VAN ECKEREN: „Klopsymfonie, de roman van een
,onmuzikale' (Uitgeverij Hollandia, Baarn).
TüTAT GERARD VAN ECKEREN (pseu-
W doniem van Maurits Esser) er voor
behoed heeft te gaan behoren tot de epi
gonen, die het naturalisme overeenkomstig
Van Deyssels voorspelling zouden verdun
nen en verslappen „van aanlengsel tot san-
lengsel", is zijn eenvoud, zijn onopzette
lijkheid, zijn bijnd kinderlijke argeloosheid.
De „woordkunst" is hij steeds verre ge
bleven. Ook in zijn jongere jaren schreef
hij als hij \vas: natuurlijk, oprecht, mild.
Aan deze menselijke deugden die zijn
schrijverschap sieren bleek hij getrouw
gebleven te zijn toen hij als zeventigjarige
zijn „Paarden van. Holst" schreef, de ro
man die in drie jaar tijds uitzonderlijk
succes in ons land negen drukken be
leefde. En nu, in zijn roman van beperk
tere omvang, van intiemere toon, die hij
naar de inzet van Beethovens Vijfde Sym-
phonie ons allen als V-teken zo welver
trouwd geworden tijdens de bezettings
jaren heeft genoemd, bevestigt hij nog
maals, dat er krachten in hem sluimerden,
die eerst met het rijpen der jaren tot ont
plooiing konden komen: krachten van vita
liteit, ironische beschouwelijkheid, wijze
aanvaarding van het levenslot. Van Fried-
rich von Schlegel is het woord, dat het
alleen dan zin heeft een tweede roman te
schrijven, indien de kunstenaar een ander
mens is geworden, Van Eckeren hééft zich
verjongd, hij is een nieuw mens geworden,
een mens met eerbied voor wat het leven
aan goeds schenkt, een uiteindelijk dank
baar mens.
In hoever deze „Klopsymphonie" auto
biografisch is kan buiten beschouwing wor
den gelaten, al doet de ik-vorm waarin
deze roman is geschreven vermoeden, dat
een bejaard man met een jong hart terug
ziet op een wel niet onstuimig bewogen,
maar in teruggetrokkenheid doorstreden
leven. Henk Vermeèr, die in de „Klopsym
phonie" zijn levensgeschiedenis vertelt, van
zijn prille jeugd tot het ogenblik waarop
hij als man van middelbare leeftijd zijn
vrede vindt in een tweede huwelijk, be
hoort niet tot de zelfver-zekerden. Veeier
voelt hij zich een mens „die met alles een
beetje laat is", een schuchtere, vernederd
door een maatschappelijk welgeslaagde va
der, vertederd door de zachtmoedigheid
van een muzikale, fijnzinnige moeder
een jongen met een wankel zelfrespect en
een ontvankelijk gemoed. Meer dan veer
tig levensjaren heeft deze Henk Vermeer
er voor nodig om de levensmelodie, in
plaats van met één enkele vinger, met beide
handen te leren spelen, als een lied dat
daarom zo dierbaar is, omdat toon na toon
opklonk uit een ironisch bedwongen be
wogenheid, blijmoedig en weemoedig.
Een jeugd herleeft: angst voor de kwel
zucht van de „pientere" schoolkornuiten,
gekwetste gevoelens vanwege een eerste
teleurgestelde kinderliefde, vaag vermoe
den van het leed dat volwassenen elkander
aandoen, stille zomeravonden die tot dro
men verleiden, een wat lichtvaardig ge
sloten huwelijk mét Jetje, het meisje van
zijn jeugdverlangen en nu een „dik pop-
penvrouwtje", te nuchter voor een dichter
lijk en beschouwelijk man Jetje, die het
op de piano niet veel verder brengt dan
het Blumenlied van Lange, de godvruchtig
heid betrachten gaat in een wat al te
„stroeve ernst" en in haar beperktheid te
leurstelt op een wijze, die beurtelings ver
tedering, spot en wrevel wekt. En dan: het
groeiend misverstand, het verdriet om de
dood van het kind, verlangens die gedoemd
zijn af te sterven in de sleur van het da
gelijks doen een mislukking, een, ont
goocheling en, na Jetje's dood, het zelf
kwellend schuldgevoel van een eenzaam
man, die de kunst nog leren en de wijs
heid nog veroveren moet, het leven „te be
spelen met beide handen", met dankbare,
liefderijke handen.
Warmer wordt de toon, blijmoediger het
levensgevoel, zodra er voor het eerst een
vurige liefde opvlamt in het hart van deze
vereenzaamde veertiger, die met het ro
buuste leven nooit op goede voet stond.
Het is een liefde uit de verte voor de
vrouw die tijdens de bezettingsjaren haar
gevangengenomen echtgenoot als trouwe
groet de eerste vier tonen toefluit van de
„Klopsymphonie" een in dubbel opzicht
onvervulbare liefde (want deze onbekende
vindt daags na het fusilleren van haar man
de dood), maar één die verlost. De ban van
het lot is gebroken, de rancune tegen het
„mislukte" leven wijkt voor de mildheid
der zachtere gevoelens en het bevrijdend
ogenblik komt. waarop deze Henk Vermeer,
die zijn leven beschouwde „als een aaneen
schakeling van fouten en vergissingen" tot
zichzelf kan zeggen, dat het zo goed was:
dat alle nederlagen, alle vertwijfeling en
alle leed goed waren, omdat ze hem ten
slotte rijpten tot de wijsheid en de warmte
van een liefhebbend hart.
Veel wordt in deze roman meer aangeduid
dan uitgesproken: de diepste drijfveren
van het menselijk hart blijven ononthuld,
moeten wel verborgen blijven voor een
mens als deze Henk Vermeer, voor een
ADVERTENTIE
Wanneer hevige pijnen U het leven
moeilijk maken, neem dan eens
CHEFARIME „4". Elk tablet bevat 4
geneesmiddelen, die stuk voor stuk
wereldberoemd zijn geworden als
bestrijders van rheumaliek, menstru
atie-, zenuw-, hoofd-, kiespijn enz.
Agenda voor Haarlem
ZATERDAG 17 JUNI
Rembrandt: Op het toneel „Pietje Bell", 2
uur. City: „Slavenschip', 18 j., 2.15, 4.30, 7
en 9.15 uur. Spaarne: ..SOS, kustwacht", 14
j„ 2.30, 7 en 9.15 uur. Frans Hals: „Welkom
thuis". 14 j., 2.30. 7 en 9.15 uur. Rembrandt:
„Bastogne'" 14 j., 2, 4.15, 7 en 9.15 uur. Palace:
„Vreemd in eigen huis", 18 j., 2. 4.15, 7 en
9.15 uur. Luxor: ..De man op de Eiffeltoren",
18 j.r 2. 4.15, 7 en 9.15 uur.
ZONDAG IS JUNI
Bioscopen: Middag en avondvoorstellingen.
MAANDAG 19 JUNI
Gebouw Sint Bavo: Bijeenkomst gewijd
aan emigratie naar Australië, 8 uur. Biosco
pen: Middag- en avondvoorstellingen.
schrijver als Gerard van Eckeren, die zo
diep overtuigd is van de ondoorgronde
lijkheid van het menselijk leven, dit
speelse en ernstige leven, dat overrompelt
en bekoort door de glans van het wonder.
Deze bijna kinderlijke verbazing om het
onverwachte in leed en vreugde is het
juist, die Van Eckeren zo jeugdig-fris
hc-eft doen blijven en Henk Vermeer als
bij genade „de weg naar het geluk" doet
vinden, waarvan het gezang van een vogel
een bode was: Vermeer, gezeten op het
terras van een koffiehuis, leest op een
aanplakbiljet voorteken van de ver
lossende Klopsymphonie de naam Beet
hoven. „Toen begon er opeens een onzioht-
bare vogel te fluiten, die daar ergens tus
sen het stoffige loof van een der plein
bomen verscholen zitten moest. Het was
een klein geluid 'in den ruchtelozen mid
dag. één enkele toon, telkens dringend her
haald. Ik kreeg het wonderlijke gevoel dat
die vcgel tot een andere wereld behoorde
dan die waarin ik mij bewoog, en alsof hij
mij iets zeggen wiide". Beethoven, een
vogel, vier tomen van de Klopsymphonie,
de gestalte van een onbekende vrouw, een
hevig ontbrandende liefde dit vijftal
door het mensenlot wonderlijk verbonden
tekenen van herboren leven bereiden het
handenpaar van een „onmuzikale" voor op
het vrij en frank bespelen van het levens
instrument, op „de weergave van een
eigen levensmeiodie", het lied van een
eenvoudig man, een nauwelijks geneuried
lied waarschijnlijk, dat zomin als Van
Eckeren in zijn leven, zomin als deze be
scheiden roman, de luidruchtigheid be
geert, omdat"de wijsheid, de mildheid en
de dankbaarheid nog altijd het beste daar
gedijen waar het stil is.
C. J. E. DINAUX
ADVERTENTIE
Algemeene Boekhandel en Antiquariaat
heeft belangstelling voor de aankoop van Uw
boeken, enkele stuks of Uw gehele
bibliotheek
GEDEMPTE OUDE GRACHT 27-27a
JACOBIJNESTRAAT 3 - TEL. 10785-10885
Gesprek over de omroep
blijkt moeilijk te voeren
Het onlangs opgerichte „Nederlands Ge
sprek Centrum" heeft reeds een aantal
commissies ingesteld. De commissie voor de
omroep is echter niet tot stand gekomen,
daar tot dusverre over de samenstelling
nog moeilijkheden bestaan. Wel is er een
commissie, die zich bezighoudt met vraag
stukken betreffende de verhouding tussen
„Christelijk geloof en philosophisch ge
loof". Voorts is er een commissie voor
„Arbeid en eigendom". Verwacht wordt,
dat al deze commissies in de loop van dit
jaar rapporten zullen opstellen.
Men is verder bezig met het vormen van
een twintigtal regionale en locale gesprek-
centra. In Maastricht en Utrecht is reeds
een zeer bevredigende proef genomen. Bin
nenkort zullen Amsterdam, Arnhem, Den
Haag en Rotterdam beginnen. Doel van
deze centra is een beter onderling verstaan
van de deelnemers en juister begrip voor
elkaar met behoud van principiële ver
scheidenheid. V
Marie van Zeggelen
wordt weldra tachtig jaar
De schrijfster Marie C. van Zeggelen
hoopt op 8 Juli haar tachtigste verjaardag
te vieren. Ter gelegenheid daarvan heeft
zich een comité gevormd van vrienden en
belangstellende personen uit kringen van
kunsten en wetenschappen, dat zich voor
genomen heeft door een huldiging de er
kentelijkheid en waardering van haar
talloze lezers en lezeressen te vertolken.
Marie van Zeggelen, die aanvankelijk
studeerde aan de academie voor beelden
de Kunsten te 's Gravenhage, haar ge
boortestad, heeft zich in de loop van haar
langdurige en vruchtbare schrijfsters-
carrière (haar eerste boek „De gouden
kris" verscheen in 1908 en nog dit jaar
zal een nieuw werk van haar het licht
zien) een grote en dankbare lezersking
gevormd. Het werk van deze schrijfster
kan verdeeld worden in twee groepen,
waarvan de eerste haar historische romans
omvat. Hierin legde zij de cultuurwaarden
en de traditie vast van onze zeventiende,
achttiende en negentiende eeuw. De twee
de categorie wordt gevormd door de boe
ken die in het vroegere Indië spelen en
waardoor de schrijfster heeft bijgedragen
tot een beter begrip en kermis van de
daar heersende toestanden en gebruiken
en vooral van de daar levende mens en
zijn cultuur. De grote exrnst waarméde zij
dit deed wordt bevestigd door haar werk
zaamheid als secretaresse en presidente
van de Kartinischolen te Djakarta en Bui
tenzorg.
Behalve enige toneelstukken en kinder
boeken zoals „De schat van den armen
jongen" en het destijds bekroonde „Averij"
publiceerde mevrouw Kooij-van Zeg
gelen de volgende werken: Onderworpe
nen, Koloniaaltje, Twee Amsterdamse
joffers, De Hollandse vrouw in Indië, In
dische levens, Eer. broederdienst, De vrede
van Maerlandt, De zoon des huizes, Ma
rianne Hoogland, Mevrouw Marianne, De
Plaetse aan de Veght, De erven Burdee,
Maria van Oranje, Alles Paraat, Een liefde
in Kennemerland, Oude Glorie, Een hof
dame uit de 18de eeuw, Festijnen en
perikelen. De wachters op het huis en
Kartini. Enige van deze romans behoren
in serie bijeen.
Van haar bijzonder populair geworden
boek „De Plaetse aan de Veght" is zojuist
bij de Uitgeverij J. M. Meulenhoff te Am
sterdam de vierde druk verschenen, met
frustraties door Lizzy Ansingh.
Het comité stelt zich voor haar een
stoffelijk blijk van waardering ter hand te
stellen op een feestelijke bijeenkomst, die
gehouden zal worden op Zaterdagmiddag
8 Juli in de Nederlandse Vrouwenclub
aan de Keizersgracht te Amsterdam, waar
tevens voor de velen, die van hun sym-
palhie willen blijk geven, gelegenheid be
staat de jarige geluk te wensen. Perming-
meestex-esse van het comité is mevrouw
C. E. van Suchtelen-van der Werff
ADVERTENTIE
VOOR ALLE MERKEN ook reparatie
STOFZUIGERHUIS
„RITS A"
GR. HOUTSTRAAT 132 Telef. 16693
Haarlem - t.o. Luxor
Ook in huurkoop vanaf 2.50 per week. j
De eerste in ons land gehouden wedstrijd voor liedertafels,
gevolgd door monsterconcert „zo schoon als er ooit in ons lanc'
was gehoord"
Deze week was het
honderd jaar geleden
dat Haarlem het to
neel was van een
groots opgezet drie
daags „Muzijkfeest",
het eerste dat in onze
stad werd gehouden.
Niet alleen daarom is
het waard herdacht
te worden, maar ook
wegens het feit, dat
er een wedstrijd voor
liedertafels aan was
verbonden, die waar
schijnlijk de eerste
was welke in ons
land werd gehouden.
Het muziekfeest ging
uit van de Maat
schappij tot bevox-de-
ring der Toonkunst
en was de verwezen
lijking van de plan
nen, waar A. C. G.
Vermeulen jaren mee
had x-ondgelopen en
die wel zijn hoofddoel
waren geweest, toen
hij in 1829 de „Maat
schappij met de
lange naam" in het
leven riep. Deze ijve
rige promotor had
eens in Aken een
groot Rijns muziek
feest bijgewoond en
sindsdien was zijn
streven er op gericht
iets dex-gelijks in Hol
land tot stand te
brengen. Vermeulen
droomde van een
wijdvertakte vereni
ging, die in iedere plaats van betekenis
haar zang- en muziekschool, haar koorver-
eniging en zo mogelijk haar orkest
zou bezitten en op gestelde tijden met ver
eende ki-achten uitvoeringen zou geven in
de aard van het Rijnse muziekfeest.
De „Maatschappij" kwam er en Haar
lem was een der eerste stedeix waar een
afdeling gevestigd werd. En de algemene
muziekfeesten naar het hart van Ver
meulen kwamen er ook, ondanks de weer
stand die op dit punt overwonnen moest
worden, want de Hollanders van die tijd
liepen niet gemakkelijk warm voor der
gelijke grootscheepse manifestaties. Maar
Vermeulen wist ze toch door te zetten.
Vóór 1850 hadden er al vier plaats gehad.
Het Haarlemse werd het vijfde.
Dat Haarlem als plaats van uitvoering
gekozen werd zal wel hoofdzakelijk ge
legen hebben aan het feit dat het kerk
bestuur der St. Bavo bereid was de kerk
voor het houden van dit feest af te staan,
een inschikkelijkheid waarop in de meeste
plaatsen niet te rekenen viel. En waar
anders dan in de grote oude kerkgebouwen
moest men een onderkomen zoeken voor
een zo talrijke menigte, als een „Algemeen
Muzijkfeest" naar Vermeulens smaak bij
eengebracht? Concertzalen die zoveel
mensen konden bevatten waren er destijds
in Holland niet. Ook de gunstige ligging
van Haarlem, aan de spoorlijn tussen de
hoofdsteden, had wellicht gewicht in de
schaal gelegd.
De eerste dag begon met de „Ontvangst
der Liedertafelen"' die met de eerste trein
arriveerden. In het geheel werden 22
Een concert in de Bavo tijdens het muziekfeest van 1850.
mannenkoren verwacht. Na begroeting op
het Stadhuis, waar de vaandels in bewa
ring bleven, begon om 10 uur in de Grote
Kerk een repetitie onder J. B. van Bree
voor de nummers welke die avond en de
volgende gezamenlijk zouden worden ge
zongen.
Om 5 uur werden de vaandels op het
stadhuis afgehaald en vergezeld door de
muziekkorpsen van de Schutterij en van
de Dragonders, ging het daarna in optocht
door de stad, om te 7 uur in de Grote
Kerk te belanden voor het houden van de
zangwedstrijd. De stadsorganist opende
het muziekfeest met de ouverture „Cosi
fan tutti" van Mozart! Daarna zongen de
liedertafels te zamen een koortje van
Marschner. En toen begon de wedstrijd,
Toon mij uw entrée en ik zal u de sfeer
schetsen van uw huis.Het is niet de
bedoeling, waarde lezer, uw gemoedsrust
te verstoren, door u plotseling te doen
weifelen omtrent de „stijl" van de ver
trouwde ruimte achter uw voordeur! Elke
regel heeft zijn uitzonderingen en als,
door onbepaalde omstandigheden, buiten
uw wil wellicht, uw entrée wat ongeluk
kig is uitgevallen, is dit de uitzondering
op bovengenoemd „axioma". Dit dus ter
geruststelling. Waar het hier echter om
gaat is de entrée tot de behuizing van
Haarlems onsterfelijke bux-ger: Frans Hals
aan het Groot Heiligland. Tot voor kort
beantwoordde deze volkomen aan de sfeer
van het intérieur, doch uiteraard ontstond
er een disharmonie na het gedeeltelijk
voltrekken van de reorganisatie-plannen.
Toch ontleende de restauratie van de
entrée haar noodzakelijkheid niet in de
eerste plaats aan de gewijzigde inzichten
omtrent museum-inrichting. Men vergete
niet, dat een historisch monument, in te
genstelling tot moderne museumgebou
wen, zijn bijzondere eisen stelt en tè con
sequent doorgevoerde modernismen niet
ongestraft zou laten. Het geldt hier dan
ook veeleer een restauratie, daar de oude
toegangspoort van het museum zoveel mo
gelijk in haar oude aspect hersteld is. De
licht-benemende en ruimte-beknottende
zware houten tochtpuien, in de poort aan
gebracht toen het gebouw zijn huidige be
stemming kreeg, werden uitgebroken,
waarna als onvermijdelijke afsluiting, een
zo ijl mogelijk geconstrueerde pui van
glas werd ontworpen tegen de laatste
travée van de doorgang. Hierdoor krijgt
de binnentredende een nagenoeg onbelem
merd uitzicht op het oude hoofdgebouw
in zijn volle glorie.
In het hart van de thans gevormde hal
is het magistrale wapen ingemetseld van
de begunstiger jhr. Frangois van Beke-
steyn, die het grootste deel van de grond
heeft geschonken waarop het vroegere
oudemannenhuis werd gebouwd. Het inge-
beitelde, Latijnse onderschrift gewaagt
hiervan, alsmede van het feit, dat op kos
ten van dezelfde Van Bekesteyn jaax-lijks
op 4 October een maaltijd werd bestemd
voor de inwonenden, een privilege, dat de
huidige „bewoners" gaarne zouden zien
hersteld
Twee gevelstenen, daterende uit 1608,
eertijds ingemetseld ter weerszijden van
de tentoonstellingszaal aan het Klein Hei
ligland. flankeren het wapen van Van Be
kesteyn. Deze reliefs verbeelden elk een
Fort una; zij zijn afkomstig van het huis
„In de vergulde Wan" (Barteljorisstraat
40) en werden in 1911 door de vereniging
„Haerlem" aan het museum geschonken.
De gevelstenen gingen schuil onder een
dikke laag verharde en kleurloos gewor
den verf. Zonder overdrijving kan worden
gezegd, dat na vreedzame ..ontmanteling"
twee kunstwerken te voorschijn kwamen
van allereerste orde: de beitel, waarmee
deze subliem gemodelleerde figuurtjes uit
de zandsteen werden gehouwen, moet door
uiterst vaardige en gevoelige kunstenaars
hand zijn gevoerd.
In de Noordelijke muur van de buiten-
travée werd het relief ingemetseld met
symbolische voorstelling van de Beeld
houwkunst, omstreeks 1735 vex-vaardigd
door de Rotterdamse beeldhouwer Gerrit
van Heerstal. Dit zéér fraaie relief, even
eens van een hinderlijke verflaag ontdaan,
sierde eens de gevel van Van Heerstals
woonhuis in Haarlem, op het Plein no. 13,
in 1876 gesloopt. Gezien de verscholen op
stelling tot op heden, in een der buiten
muren van de tentoonstellingszaal, zullen
weinig Haarlemmers met het bestaan van
dit belangx-ijk kunstwerk bekend zijn.
De Zuidelijke muur wordt onder meer
verlevendigd door een fraai gesneden
bank van omstreeks 1700 en een tweetal
rijk-gesneden 17de eeuwse lijsten van re
gentenborden, waarop vroeger de namen
stonden vermeld van de Regenten van het
Vereenigd Leproos-Pest- en -Dolhuis hier
ter stede. Vóór 1881 tot spiegels gedegra-
deerd, zijn de prachtige lijsten thans weer
in haar oorspronkelijke functie hersteld.
Het ligt in de bedoeling de namen te zij-
nertijd weer in oude trant aan de borden
toe te vertrouwen.
Het Koninklijk Oudheidkundig Genoot
schap te Amsterdam werd bereid gevon
den een alleraardigst relief in langdurig
bruikleeix af te staan: zo worden de bezoe
kers thans verwelkomd door het harpspel
van Koning David, waarbij het inmiddels
een raadsel blijft hoe deze aan zijn on
vakkundig besnaard instrument enig aan
nemelijk geluid weet te ontlokken....
Uit de verzameling decoratieve „arm-
bossen" (collecte-bussen), daterend uit de
17de en 18de eeuw, werd het fraaiste
exemplaar uitverkoren om, naast een der
poortjes aangebracht, de herinnering le
vend te houden aan het lenigen van de
Vernieuwde gang in 't Frans Hals Museum
nood der „gemeene Armen". Dit object
verdient te méér aandacht, daar de vroeg
17de eeuwse figuur van de oude man bo
ven de voorgevel van het museum een
dergelijke „bos" in de arm heeft. In de
17de eeuw werd ten behoeve van het
oudemannenhuis wekelijks gecollecteerd
door de zogenaamde bosdragers, bewonex's
van het gesticht, die daarvoor een kleine
vergoeding krégen.
Een der grootste problemen, die zich
steeds weer voox-doen bij de restauratie
van oude gebouwen is de wijze waarop
het electrisch licht moet worden „binnen
gesmokkeld". Teneinde de doorkijk op het
oude hoofdgebouw en de ruimtewerking
niet door anachronistische hang-ornamen-
ten te bederven, werd besloten lichtbron
nen dusdanig aan te brengen, dat deze ook
zo min mogelijk de verhoudingen der
muurvlakken aantasten. Op deze wijze is
getracht deze delicate kwestie zo „pijn
loos" mogelijk tot oplossing te brengen.
Met dit al heeft dus de reorganisatie van
de rechter-benedenhelft van het museum
haar beslag gekregen. De uitvoering van
de thans voltooide restauratie geschiedde
na overleg met Monumentenzorg en in
nauwe samenwerking met de Dienst van
Openbare Werken en het Electriciteits-
beórijf. Als de sfeer die de bezoeker xxu
bij het binnentreden ondergaat, harmo
nieert met de schoonheid, die het museum
intérieur hem zal openbaren, dan kan de
opzet, die aan deze restauratie ten grond
slag heeft gelegen, als geslaagd worden
beschouwd. Mogen vooral ook de Haar
lemmers door deze eerbiedwaardige poort
de weg naar die schoonheid vinden!
H. P. BAARD
ADVERTENTIE
GEN. CRONJéSTRAAT 43
KRUIDBERGERWEG 51 - SANTPOORT
TEL. 16990—17696
Voor het repareren van alle merken
STOFZUIGERS
waaraan van de 22 koren er slechts 7 deel
namen. Hieronder bevonden zich de twee
Haarlemse liedertafels: „Wega" onder lei
ding van mr. Joh. Enschedé Jr. en „Zang
en Vriendschap" onder J. E. Schmitz. Tot
een onderscheiding brachten het geen van
beide koren. De prijzen gingen naar Am
sterdam en Rotterdam. Ieder koor had
twee vrije nummers moeten zingen.
j
Op de tweede dag begon men al om
acht uur te repeteren aan de ensemble
stukken die 's avonds moesten worden uit
gevoerd en daarna aan het oratorium
„Elias" van Mendelssohn. Of er op zo'n
muziekfeest ook gewerkt moest worden!
Om 7 uur begon de uitvoering, het eer
ste deel van het programma gewijd aan
massale mannenkoorzang (9 nummers)
afgewisseld door orgelspel en het tweede
gedeelte aan stukken voor gemengd koor,
waaronder Bachs motet „Jesu meine
Freude" en Mendelssohns achtstemmige
Psalm 2. Het gemengde koor van ruim 400
executanten was samengesteld uit zang
afdelingen van Toonkunst uit Amsterdam,
Den Haag, Rotterdam, Goes en Haarlem.
J. B. van Bree dirigeerde.
De laatste dag was gewijd aan repeteren
en uitvoeren van „Elias" onder leiding
van Johannes Verhulst. Er was een reus
achtig orkest van 142 man, dat evenals de
zangeressen en zangers uit verschillende
Toonkunst-afdelingen te zaam gebracht
was en blijkbaar hoofdzakelijk uit ama
teurs bestond.
Volgens verslagen van dit „monster
concert" moet de uitvoering van „Elias"
buitengewoon veel indruk gemaakt heb
ben. De „Oprechte Haarlemse Courant"
noemde het een excutie „zo schoon als er
ooit in ons land was gehoord".
Vermeulen had nog eens zijn slag thuis
gehaald met het doorvoeren van zijn mu
ziekfeest-idee en Haarlem had een muzi
kale injectie gekregen waar het jaren op
geteerd heeft.
Nog vijf maal nadien is aan Haarlem de
eer van een Toonkunst-muziekfeest te
beurt gevallen, maar wedstrijden waren er
niet meer aan vex-bonden. Die hebben hun
eigen weg gezocht en gevonden. Zo is dan
het vierdaags concours van „Polyhymnia"
dat Zondag besloten wordt met de hoogste
afdelingen mannenkoren, te zien als een
verre uitloper van een bescheiden plaats,
die honderd jaar geleden op het gedenk
waardige eerste Haarlemse „Muzijkfeest"
geënt werd.
JOS. DE KLERK
Belangrijk Erasmiaans document
Dank zij de grote medewerking van het
bestuur der stad Bazel zullen in het mu
seum Boymans gedurende de haventen
toonstelling „Rotterdam Ahoy" enkele der
grootste kostbaax-heden uit het Zwitserse
kunstbezit, die betrekking hebben op de
figuur van Erasmus, tentoongesteld wor
den. Het betreft hier in de eex-ste plaats
twee werken van de hand van Hans Hol
bein de Jonge, die zowel door hun aesthe-
tische waarde als door hun verband met
Erasmus documenten zijn van de aller
grootste betekenis, niet alleen voor de stad
waar Erasmus zich zo zeer heeft thuxsge-
voeld en waar hij is overleden, maar even
zeer voor zijn geboorteplaats. De bijzonder
hartelijke betrekkingen tussen Bazel en
Rotterdam hebben het bestuur der eerst
genoemde stad er toe bewogen, bij wijze
van hoge uitzondering deze bruikleen toe
te staan.
Zo zal Rotterdam het voorrecht hebben
gedurende enkele maanden het beroemde
exemplaar ie herbergen van de „Lof der
Zotheid" met de eigenhandige illustraties
van de jonge Holbein. Deze „Laus Stulti-
tiae" of „Encomium Moviae", door Eras
mus in 1509 in Engeland geschreven en op-
gedragen aan Thomas More, verscheen in
eex-ste uitgave te Parijs in het voorjaar van
1511. Geen ander geschrift heeft zozeer tot
Erasmus' faam bijgedx-agen als deze satire
op de dwaasheid van het menselijk doen
en laten. Tijdens Erasmus' verblijf te Ba
zel verscheen in het voorjaar van 1515 een
uitgave met commentaar bij de drukkerij
van Froben. In één der exemplaren van
deze editie heeft de jonge Holbein, die kort
na Erasmus voor het eerst naar Bazel is
gekomen, zijn rake en fijne tekeningen in
de marges aangebracht.
Het exemplaar behoorde toe aan de
schoolmeester Mycoixius (Oswald Geiss-
husler), die later in de reformatie een be
langrijke rol heeft gespeeld. De illustraties
zijn vermoedelijk ontstaan tijdens voor
drachten van Myconius over deze satire.
Deze moet zijn kostbaar exemplaar eens
aan Erasmus hebben getoond, want bij het
tekeningetje, dat Erasmus voorstelt, heeft
hij de notitie geschreven dat de grote ge
leerde zou hebben uitgeroepen, dat hij, in
dien hij er nog zo uitzag, zeker een tweede
vrouw zou zoeken. Hierop moet Holbein
DEZE
ADVERTENTIE
WEEK gunstige aanbieding
Vier nieuwe Franse films
Gedurende de „Week van de Franse
Film", die van 30 Juni tot 7 Juli zal wor
den gehouden, zullen de volgende nieuwe
Franse films in ons land voor het eerst
worden vertoond: Orpheus van Jean Coc-
teau, La Beauté du diable van René Clair,
Le Roi met Maurice Chevalier exx Le grand
Rendez-vous, een film die de geallieerde
landing in Noord-Afrika behandelt. Verder
gaan gedurende deze week in reprise: Le
diable au corps, les amants de Vérone,
Hotel au grand balcon, Aux yeux du sou
venir, Les enfants du Paradis, Antoine et
Antoinette, Manon, Les portes de la Nuit
en Les Cassepieds.
nog een illustratie hebben toegevoegd,
voorstellende Erasmus, die omkijkend
naar een jonge vrouw in de mand met
eiex-en van een koopvrouw trapt.
De ongeveer tachtig rand-illustraties
voor de „Lof der Zotheid" behoren tot de
vroegste werken door Holbein te Bazel
vervaardigd. In 1532, vlak voordat de kun
stenaar naar Engeland ging. is het kleine
cirkelvormige portretje van Erasmus, één
der hoogtepunten van Holbeins portret
kunst, ontstaan.
Tenslotte zal op de tentoonstelling nog
een hoogst merkwaardig en vooral voor de
psychologie van Erasmus zeer belangwek
kend document te zien zijn: een tot nu toe
onbekende portret-tekening van de wijs
geer door Hans Holbein de Oude. Óp deze
zilverstift-tekening is Erasmus weergege-
ven als krijgsman. Vermoedelijk is dit por
tret ontstaan enige tijd voor het overlijden
van Hans Holbein de Oude in 1524, toen
Erasmus, op een terugreis van Rottei'dam
naar Bazel, de kunstenaar opzocht te Isen-
heim, waarheen deze in 1517 verhuisd was.
ADVERTENTIE
blijft nog steeds voor Herencostuums tot 100
gld. betalen. Heren-, Dameski. enz. goede
prijzen. JANSWEG 14 b/h station, Haarlem
Tel. 17825
Voor publiek
potdicht museum geopend
In het gebouw aan de Raamweg te Den
Haag, waar de afdeling politie van het
ministerie van Justitie is gehuisvest, is
gistex'en een internationaal documentair
museum inzake falsificaties geopend.
Tot de oprichting van dit museum is
besloten te Bern op de achttiende vergade
ring van de Internationale commissie voor
de criminele politie. Recherche en func
tionarissen van de nationale banken en
staatsdrukkerijen kunnexx zich er laten
voorlichten over de bestrijding van ver
valsingen van waardepapieren.
Het publiek heeft er geen toegang en
dat is begrijpelijk. Een valse munter
immers zou er kunnen leren, hoe de politie
er toch vrijwel steeds weer in slaagt ver
valsers in de kraag te grijpen. Hij mag
dan een goede fotogx-aaf, chemigraaf en
dx'ukker zijn minimale eisen voor een
„succesvolle" valse munter er blijven
toch steeds zoveel onoverkomelijke pro
blemen voor hem over, dat hij tegen de
lamp móet lopen. Uitgebreide registers
met aantekeningen over vervalsers en
imposante stapels vals bankpapier uit alle
delen der wereld getuigen daarvan.
Dit museum geeft verder een overzicht
van de vervaardiging van goed bankpapier
als middel tot controle van verdachte
papieren betaalmiddelen. Ook zijn er
voox-beelaen van vervalste munten, pas
poorten en waardebonnen. Zo ligt er een
fotocopie van een diplomatiek paspoort
van een senor Andolfo Kon. Volgens dit
vervalst paspoort zou hij kanselier zijn
van het gezantschap van Haïti in Italië. In
werkelijkheid was hij een berucht inter
nationaal misdadiger.
De rechtstreekse radiotelefoonverbin-
ding Amsterdam—Willemstad—Curagao is
thans opengesteld op werkdagen van 15 tot
16 uur en van 18 tot 20 uur Nederlandse tijd.