c D De „Berkshire Symphonies" van Jurriaan Anclriessen Jrrulda De radio geeft Dinsdag „Let altijd op de blauwe S bij het kopen van azijn!" Systeem van toekenning der prijzen op basis van vergelijking vond veel instemming Redgrave: sterker dan Ham!et zwakker dan Shakespeare en PANDA EN DE MEESTER - EDELMAN Wereldnieuws Maandag 19 Juni 1950 Holland Festival In het programma van het Holland Fes tival concerteerde Zaterdagavond het Residentie-Orkest in het Amsterdams Concertgebouw, onder leiding van Willem van Otterloo. Het concert werd ingezet met een zeer geraffineerde uitvoering van Mozarts Symphonie in c (K.V. 338), waar in Van Otterloo enerzyds zyn delicate visie op dit klankjuweeltje toonde en anderzijds zijn suggestieve macht over het orkest demonstreerde. Daarna speelde Szymon Goldberg op verrukkelijke wijze het vioolconcert van Beethoven, met enkele varianten in de muziektekst, die de solist uit het manu script van de eompinist geput heeft en welke zich bepalen tot passages die later vereenvoudigd werden. Goldberg het „Larghetto" uit het „Concert der concer ten" te horen spelen, is een weldadig genot. Van Beethoven ging het naar de Ame rikaanse componist Aaron Copland, die in 1900 in Rusland geboren werd. De afstand in jaren tussen die twee is dus vrij groot, maar groter nog de afstand die door de geestelijke inslag bepaald wordt. Van Copland werd een soort rhapsodie ge speeld onder de titel „El Salon Mexico". Dit is de naam van een eertijds in Mexico City bestaand hebbend danshuis, waar de massa van creolen en mestiezen haar nachtvermaak zocht. In een rcezemoeze- rige sfeer speelde het dansorkest de locale modedansen. Het is deze sfeer, die Cop land bij het schrijven van zijn werk voor de geest heeft gestaan; door het rumoer van de danszaal breken flarden van dans- motieven heen. Deze zijn menigvuldig en zeer verscheiden; de allerbanaalste ont breken er niet in, wat, gezien het onder werp van het stuk begrijpelijk is. Het gaat er ten slotte om dit materiaal in de rhythmen der danspatronen te persen. Dat alles kan misschien interessant zijn, maar verheffend is het niet. Het stuk blijft ge vangen in de sfeer waaruit het gegroeid is. En ten slotte ging dan de veel besproken Berkshire Symphonies" van de jeugdige Jurriaan Andriessen, de Benjamin van het muzikale geslacht der Andriessens, die in 1925 op de Bakenessergracht geboren werd en nu in Amerika, als vertegenwoordiger van componerend Nederland furore maakt. Toen ik indertijd de eerste beginselen van notenleer aan de kleine Jurriaan gaf, kon ik niet vermoeden wat er uit dat grappige jochie nog eens zou groeien, maar hij had er toen al schik in de notenwaarden met hun Engelse naam te noemen; „quaver" en „semi quaver" waren vooral om het vreemde van de klank begrippen, die meer tot hem zeiden, dan „achtste" of „zes tiende". Het lijkt achteraf wel of Amerika toen al beroep op hem deed. Ondertussen heeft Jurriaan aan het Utrechtse Conservatorium, waarvan zijn vader, Hendrik Andriessen, directeur was, op oerdegelijke Hollandse wijze het vak componeren geleerd en zich als waardig kind van zijn omgeving tot een vroegrijp talent ontwikkeld. Al gauw het nest ont vlogen, verbleef hij eerst te Parijs en zit hij nu reeds ruim een jaar in Amerika. Zijn spontane natuur nam gretig allerhande vreemde invloeden in zich op. Dit is maar al te zeer in zijn „Berkshire Symphonies" te horen. Maar er zit gelukkig een stevige technische ondergrond in, waardoor hij al lerlei experimenten op gebied van radio- en filmmuziek vruchtbaar kon verwerken. Hij heeft er in de finale van zijn Sympho nie een ruim gebruik van gemaakt. Die finale is een stuk apart; zij vertegenwoor digt als het ware zijn Amerikaanse periode. De rest van het werk ademt nog de geest van thuis en is ons eerlijk gezegd dierbaarder. Buitengewoon gelukkig is Jurriaan Andriessen geweest in zijn eerste De „General Greeley" bracht bijna 1500 man thuis In de nacht van Zaterdag op Zondag is het troepentransportschip „General A. W. Greeley" in Rotterdam binnengelopen. De ontscheping geschiedde Zondagmorgen. De „General A. W. Greeley" is het 150ste troepentransportschip, dat militairen uit Indonesië naar Nederland heeft vervoerd. Het bracht de eerste onderdelen van de F-brigade, in totaal 1483 man, naar het vaderland. ADVERTENTIE HILVERSUM I, 402 M. 7.00 Nieuws. 7.15 Platen. 7.30 Septet. 7.45 Morgengebed. 8.00 Nieuws. 8.15 Platen. 9.35 ..Lichtbaken". 10.00 Voor de kinderen. 10.15 Platen. 10.40 Schoolradio. 11.00 Voor de vrouw. 11.30 Platen. 11.50 „Als de ziele luistert", causerie. 12.03 Platen. 12.30 Mede delingen. 12.33 Lunchconcert. 13.00 Nieuws. 13.20 Amusementsmuziek 14.00 „Ja, zo was het", klankbeeld. 15.00 Schoolradio. 15.30 Platen. 16.00 Voor de zieken. 16.30 Ziekenlof. 17.00 Voor de kinderen. 1745 Politiekapel. 18.20 Sport. 18.30 Radiovolksuniversiteit. 19.00 Nieuws. 19.25 „Dit is leven", causerie. 19.45 ..Nationale koempoelan", klankbeeld. 20.00 Nieuws. 20.05 Interview. 20.15 „Oberon", opera. In de pauze „Kampvuren langs de Evenaar", causerie. 22.40 Godsdienstige cau serie. 23.00 Nieuws 23.15—24.00 Platen. HILVERSUM n. 298 M. 7.00 Nieuws. 7.15 Gymnastiek. 7.30 Platen. 7.50 Dagopening 8.00 Nieuws. 8.15 Platen. 8.55 Voer de vrouw. 9.00 Platen. 10 00 Mor genwijding. 10.15 Platen. 10.50 Voor de kin deren 11.00 Mezzo-sopraan en piano. 11.30 Voor zieken. 12.00 Semi-klassieke muziek. 12.30 Voor het platteland. 12.40 Pianoduo. 13.00 Nieuws. 13.15 Financieel weekoverzicht, 13.25 Amusementsmuziek. 14.00 Voor de vrouw. 14.30 Platen. 16.30 Voor de jeugd. 17.30 Reportage. 17.45 Regeringsuitzending. 18.00 Nieuws. 18.15 Piano. 18.30 Strijdkrach ten 19.00 Fanfare-orkest. 19.30 Toneel beschouwing. 19.45 „Paris vous parle". 19.50 Reportage 20.00 Nieuws. 20.05 Interview. 20.15 Rhythmische muziek. 20.45 „Tien kleine negertjes", luisterspel. 21.45 Musette-orkest. 22.15 Buitenlands overzicht. 22.30 Kamermu ziek. 23.00 Nieuws. 23.15 Reportage. 23.25— 24.00 Platen. BRUSSEL. 324 M. 12.00 Lichte muziek. 12.32 Sextet en zang. 13.00 Nieuws. 13.15 Lichte muziek. 14.00 Schoolradio. 15.30 Omroep-symphonieorkest. 16.00 Zang. 16.10 Verzoekprogramma. 17.00 Nieuws. 17.15 Platen 17.55 Financiële kro niek. 18.00 Viool. 18.25 Boekbespreking. 18.30 Voor de soldaten 19.00 Nieuws. 19.30 Zang. 19.50 Voordracht. 20.00 Luisterspel. 21.30 Om roeporkest. 21.45 Actualiteiten. 22.00 Nieuws. 22.15 Licht orkest. 22.45 Platen. 23.00 Nieuws. 23.05—24 00 Platen. Allegro; dat heeft de frisheid en de spon tane muzikaliteit van een moderne Mozart. In het tweede deel, een Variatie-cyclus op een thema van „Alban Berg" openbaart hij een rijke fantasie en een verbazend fijne zin voor de orkestklank. Men kan het als rijp werk aanvaarden. Met zijn „Berkshire Symphonies" heeft Jurriaan Andriessen zijn naam gevestigd en de zware verant woordelijkheid op zich geladen hoogge stemde beloften in te lossen. Maar hy moet niet te lang in Amerika blijven hangen. JOS. DE KLERK. Gasoven ontploft in ijzergieterij te Tegelen In de ijzergieterij De Globe te Tegelen heeft zich Zaterdagmiddag omstreeks kwart voor drie een ontploffing voorge daan. waardoor ernstige materiële schade werd aangericht. Een nieuwe gasoven die drie weken ge leden in gebruik genomen was. explodeer de met een hevige knal, vermoedelijk door dat een afvoerleiding verstopt was. Het deksel van de oven vloog door het dak heen naar buiten. Alle ruiten sprdngen en de muren van het gebouw werden ont zet. De ontploffing geschiedde in de afdeling vormerij. Van de daar werkzame arbei ders liepen enkelen lichte kwetsuren op. ADVERTENTIE adviseert Mevrouw Lotgermg-Htllebrand Internationale zangwedstrijd van Polyhymnia besloten Het internationaal concours van het ge mengd koor „Polyhymnia" behoort tot het verleden. Gisteren werd de laatste wed strijdavond gehouden voor mannenkoren in de afdeling uitmuntendheid en in de hoogste ere-afdeling. Voor elke afdeling hadden zich drie verenigingen laten in schrijven en deze hebben het, op een enkele uitzondering na, de jury niet ge makkelijk gemaakt bij het nemen van een definitieve beslissing. De jury bestond dit maal uit de heren Henk Arisz, Jac Bonset, Willem Hespe, Nico Hoogerwerf, Albert de Klerk, Ol. Koop en Toon Verhey. van wie de heer Hespe het voorzitterschap op zich genomen had. Eerst kreeg zij de zang te beoordelen van Amstels Mannenkoor „Harmonie" (dirigent Bram Keereweer). Dit koor vertolkte het verplichte werk voor de afdeling uitmun tendheid „O, Domine Jesu Christe" van Josquin des Prés met bijzondere zorg voor een beschaafde, gave klank. De dirigent vermeed uitersten in nuancering en schiep een rustige sfeer. Meer doorzichtigheid van het stemmenweefsel en minder stroefheid in rhythmische ontwikkeling zouden de in druk van de uitvoering nog gunstiger heb ben doen zijn. Na het werkje van Des Prés was „Dit zijn de stemmen die klagen" van Fred. Roeske een minder passende voort zetting. Het nam niet weg dat het koor de wat verbleekte muziek uitstekend zong en veel aandacht besteedde aan de haast na- ief-expressieve nuancering. Hierna kwa men „De Verenigde Zangers" uit Eindhoven onder leiding van Frits van Vlerken. Zij Over Hamlet zijn bijna evenveel boeken geschreven als het stuk woorden telt. Spe ciaal van Duitse zijde heeft men de „me lancholieke" Deense prins een filosofische natuur toegedacht, die welhaast in geen enkel opzicht meer met de bewuste of on bewuste bedoelingen van Shakespeare in overeenstemming kan worden gebracht, als men rekening houdt met de tijd van ontstaan van het werk. Ter verklaring daarvan wordt dan doorgaans met het be grip genialiteit gejongleerd, niet ten on rechte overigens. Maar het was uiteraard onvermijdelijk dat er tegen deze onover zichtelijke en de acteurs verwarrende veelheid van interpretatie verzet zou rij zen. Zo heeft thans Hugh Hunt, regisseur en één der directeuren van de Londense Old Vic, getracht het van al zijn ballast te ontdoen en terug te keren tot de naakte kern, door zich zo strikt mogelijk tot de in de tekst besloten handeling te bepalen. Hamlet, aldus verklaarde hij, is in zijn eenvoudigste vorm een hevig spel van wraak volgens de regel der antieke ge rechtigheid: oog om oog en tand om tand. De titelheld zou dan niet, zoals Toergènjew in een schitterend opstel meende, een sub tiel denkende, door zijn scepticisme tot inactiviteit gedoemde zijn, maar een vol bloed Renaissance-prins, een goed soldaat en een goed minnaar, die binnen drie maanden na het vernemen van de mis daad van zijn oom het eigenmachtig von nis aan hem voltrekt. Voor het uitstel geeft hij plausibele redenen: eerst moest de betrouwbaarheid van de geestverschij ning onderzocht worden, daarna beletten de omstandigheden de uitvoering van het plan. Maar Hamlet toont voldoende door tastendheid: hij doodt Polonius ais hij ver moedt dat de koning zich achter het gor dijn schuil houdt en ontdoet zich zelfs wreedaardig van Rosencrantz en Guilden- stern, die hem aan Engeland moesten uit leveren. Wat ons hier vooral interesseert is de wijze waarop deze theorie in practijk wordt gebracht, hetgeen wij Zondagavond konden beoordelen toen de Old Vic als onderdeel van het Holland Festival in de Amsterdamse Stadsschouwburg een voor stelling van „Hamlet" gaf met de hier te lande van het witte doek bekende Michael Redgrave in de titelrol. Inderdaad werd de actie zeer hoog opgevoerd. Na de pauze voltrok deze zich zelfs zo snel dat men zich geen tijd gunde om voor behoorlijke chan gementen van het overigens fraaie décor te zorgen. Doch dit terzijde. Want belang rijker was het merkwaardige verschijnsel dat de eigenlijke vertoning zeker niet op alle punten bij de verkondigde opzet aan sloot, zonder dat men nu precies kon na gaan waardoor deze afwijking veroorzaakt werd. Vermoedelijk is het zo dat men zich Hamlet niet meer los kan denken van de aan hem gehechte commentaar, in welke vorm dan ook. Men miste in ieder geval menigmaal een toereikende motivering. Het bleek moeilijk te zijn om Hamlet te aanvaarden als een melodrama zonder meer. Deze moeilijkheid werd nog vergroot door het toedoen van Redgrave, een ro mantisch acteur met 'n bijzondere theatrale, naar het pathetische neigende dictie. Mede door een gedegen techniek overtuigde, nee overrompelde hij in de bewegelijke scènes, om ons dan onmiddellijk daarna in de monologen voor evenzovele raadsels te plaatsen. Psychologisch dunkt mij zijn op vatting niet te verantwoorden. Hij wilde meer zijn dan een zwaarmoedige, voort durend in twijfel verkerende Hamlet, maar hij werd minder Shakespeare, doordat hij ieder spoor van tragiek wegnam. Hoe moet men bijvoorbeeld het zelfbeklag verklaren? Waarom die veel te heftige uitbarsting: „O, welk een schoft en boerse slaaf ben ik?" Wat betekende de gescandeerde exclama tie: „De rest is stilte?" Maar misschien moet men de opvoering nog eens zien om hier een antwoord op te krijgen. Ik heb wel de indruk dat de acteur hier teveel voor zichzelf opeiste. Bijzonder goed was de grote scène met de koningin, vooral het opgewonden gesprek dat aan de dood van Polonius vooraf ging. Voorts moet gepre zen worden het kwasi-nonchalante lan ceren van de opmerkingen, die zijn krank zinnigheid suggereerden, evenals de voor treffelijke toespraak tot de toneelspelers. Provinciale subsidie voor de Volksmuziekschool Gedeputeerde Staten hebben voorgesteld aan de Volksmuziekschool voor Haarlem en omstreken weer 500 subsidie te ver lenen. De rijkssubsidie bedraagt 1.650, terwijl de gemeente Haarlem weer steun verleent in de vorm van gratis beschik baarstelling der lokaliteiten, waarvan de waarde op 2.850,kan worden bepaald. Het wraakmotief werd bijzonder na drukkelijk naar voren gebracht in het ta fereel van de geestverschijning en in het oog lopend verdubbeld door de houding van Laertes, hetgeen zeker ook de bedoe ling van Shakespeare zal zijn geweest. Mark Dignam speelde koning Claudius voortreffelijk als een driftige despoot. Treffend was zijn bitse toon bij het verbod aan Hamlet om r.aar Wittenberg terug te keren en (zowel letterlijk als figuurlijk) de klap in het gezicht van de toneelspeler na de pantomime. Grappig maar niet hin derlijk komiek vond ik Walter Hudd als de praatzieke Polonius, emotioneel de ko ningin van Wanda Rotha. De Ophelia van Yvonne Mitchell ontroerde mij nauwelijks. Schitterend moet echter de distinctie van de hofhouding worden genoemd. Vooral op het gebied der plastiek kunnen de Ne derlandse acteurs veel van dit beroemde Engelse gezelschap leren. Paul Steenbergen was mij echter als Hamlet veel en veel liever. DAVID KONING. Rosario en Antonio: passie en poëzie Rosario en Antonio Eén koortsachtig-verrukkelijke avond slechts, snel voorbij schietend, dóch waar men wie weet hoe lang op teren kan, hebben Rosario en Antonio, roffelend met hun rappe voeten, vuur geslagen uit de plan ken toneelvloer van de Amsterdamse Stadsschouwburg, ten overstaan van een talrijk publiek dat op een goed moment als bij toverslag zijn overigens welwillende zelfbeheersing verloor en luidkeels om meer begon te vragen. Er was voor deze nog onstuimig jonge Spaanse dansers Zaterdagavond geen ontkomen aan: zij moesten de sterkste staaltjes van hun kunnen herhalen en natuurlijk deden zij dat, met telkens nieuwe variaties, steeds heftiger en heviger dan tevoren, zonder echter ook maar één ogenblik de superieure controle over hun mogelijk heden te verliezen, al kreeg men in de zaal wellicht de indruk dat de bezetenheid tot buigen of barsten werd opgevoerd. Doch het is juist die zeldzame vereniging van uiterste geladenheid en bijna volstrek te vormbeheersing die het gelukkige huwe lijk oplevert, dat men kunst pleegt te noe men. 'Welnu, daar kwamen schone en levenskrachtige kinderen uit voort, geze gend met een onuitputtelijke traditie van vele eeuwen, grootgebracht naar de nor men der artistieke beschaving. Zo werd deze entrée van de danskunst in het Hol land Festival een opwindende gebeurtenis, voor de toeschouwers (als men deze term nog mag handhaven) zeker zo vermoeiend als voor de executanten. Rosario is een danseres, zoals men er wel meer op onze tonelen ontmoet, sierlijk en soepel, met veel temperament. Zij was op haar best in de flamenco-dansen, het geen nauwelijks verwondering behoeft te baren als men bedenkt dat zij, evenals haar neef en partner, werd geboren en grootgebracht te Sevilla de bakermat van deze zigeunerfolklore. Maar Antonio mag als weinig minder dan een fenomeen worden beschouwd. In technisch opzicht, speciaal wat het voetenwerk aangaat, is hem vrijwel alles mogelijk. Ondanks de ver doorgevoerde stylering van bijna ieder nummer weet hij zijn optreden tot dusver vrij te houden van de decadentie, die bij voorbeeld de begaafde José Torres op een ander niveau van onze waardering plaatst. Anderzijds mist hij echter ook de trotse adel, die aan de grootmeester Escudero wordt toegeschreven, waardoor de statige fragmenten uit de „Goyescas" van Grana- dos zeker niet tot de hoogtepunten van het programma gingen behoren. Ook het nau welijks door hem beoefende paraderen be antwoordt door een enigszins verwaarloos de rughouding niet aan de hoogste eisen. Schitterend evenwel zijn de standen van het hoofd, evenwijdig met de schouders, de lichaamslijnen frappant accentuerend. Het grootste gevaar dat hem bedreigt, is het te ver gaan in 'concessies aan het pu bliek, met name in de komische richting waar zijn kwajongensachtig uiterlijk hem bijzondere kansen biedt. De naïef-belcoor- lijke Inca-dans geraakte op die manier ge heel in de sfeer van het burleske. Hier maar dan ook hier alleen is José Greco onbetwistbaar zijn meerdere, mede door een fijnere smaak. Tot in lengte van dagen zal men zich Anto nio blijven herinneren om zijn zapateado, 't verwekken of volgen van rhythme met de hakken. Heeft men bij de schoonste ogen blikken van het klassieke ballet, gericht op het verhevene, het gevoel de grenzen van het leven naar gene zijde te over schrijden doordat de menselijke begren zingen als het ware worden overwonnen, hier bevindt men zich by de bronnen van het aardse bestaan, waar de diepste drif ten zich machtig ordenen. Antonio voert soms het droge staccato van zijn beenbewe gingen op tot hij staat te trillen als riet, als populieren in de wind, tot het uiterste van wat men verdragen kan om dan met een korte verlossende stap en een af gemeten, triomfantelijke armzwaai de ban te verbreken. Het is biologerend wat hij doet. Aparte vermelding verdient nog de wijze waarop beiden, Rosario en Antonio, uit de coulissen schijnbaar roerloos het to neel op komen drijven. De guitarist Juan Garcia de la Mata en de pianisten Alfredo Rodriguez en Pablo Miquel verzorgden de begeleidingen en lieten zich met veel succes als solisten horen. Het was een heerlijk avondje, zoals ik iemand hoorde zeggen. Een avond van passie en poëzie. DAVID KONING. zongen het verplichte werk in een aan nemelijke stijl. De koorklank werd af en toe ontsierd door kelige stemmen. Een model-effectstuk „Sérénade d'Hiver" van Saint-Saëns werd vervolgens als vrij werk uitgevoerd Het is in wezen van instrumen taal karakter. Het woord lijkt hier voertuig voor de toon geworden te zijn en de muziek is zeker niet de gehoorzame dochter van de poëzie, die van weinig betekenis is. In de uitvoering buitte de dirigent het niet moeilijke, elegante werk hit met voor de hand liggend succes. De koorklank was hierbij bijzonder fraai. Toen kwam „Zandvoorts Mannenkoor" onder leiding van Hans de Jong een teleur stellende vertolking geven van het ver plichte werk. onevenwichtig en onzeker van intonaties. Evenmin werd de uitvoering van „Veni Creator Spiritus" van H. Die- penbrock een prestatie, die men kan ver wachten van een koor, dat in de afdeling uitmuntendheid uitkomt. Een grondige op bouw van de koorcultuur is voor dit koor, dat bij de bassen goede stemmen telt, dringend nodig. Na de pauze trad als eerste in de hoogste ere-afdeling Zaandams Mannenkoor onder leiding van de heer C. Kef op. Een volko men juiste verhouding tot de muziek van het verolichte werk, een bewerking door Jos. de Klerk van Da Palestrina's „Incipit Oratio" kwam nog niet tot stand. De klank werd te massief gehouden, de voordracht te sterk geaccentueerd door dynamische ef fecten. Er was eigenlijk te weinig ^echte oolyphonie. Het vrije werk „A Dio" van G. Zuelli werd in dezelfde geest van na drukkelijkheid gezongen, waarbij de koor klank niet voortdurend ideaal genoemd kon worden. Evenmin zong het volgende Koninklijk Dordrechts Mannenkoor „Kunst na Arbeid" het „Incipit Oratio" met de nodige een voud en souplesse. Over de klank kon men tevreden zijn. Onder leiding van zijn diri gent Henk van de Berg vertolkte het koor „Les soldats de Gédéon" van Saint Saëns, weer een voorbeeld van de handigheid van deze componist. Dit oppervlakkige werk met ziin talrijke realismen imponeerde een groot deel van het aanwezige auditorium, dat ..Kunst na Arbeid" om de perfecte uit voering een daverende ovatie bracht. Verreweg de beste voordracht van het verplichte werk gaven ten slotte „De Zaan- kanters" (dirigent F. J. Sicking). Frappant was de helderheid en het transparante karakter van de koorklank en de beheerst heid der nuancering. De uitstekende koor klank werd eveneens kenmerkend voor de uitvoering van „Requiem" van A. B. Ver hey, waarmede de heer Sicking zich weder om een bekwaam koorleider toonde, die met de geheimen van een gunstige stem menverhouding volkomen vertrouwd is. Het werd een fraai besluit van een wedstrijd- avond, waarop een intense spanning zowel bij koren als bij publiek heerste. Voordat de voorzitter van de jury, de heer Hespe, de uitslag bekend maakte, sprak de voorzitter van „Polyhymnia" de heer A. N. Zonneveld een slotwoord waarin met gerechtvaardigde voldoening gewag werd gemaakt van het goede verloop van de zangwedstrijd. Enige van de beste koren uit ons land en uit het buitenland zijn ge komen. Zij betuigden hiermede hun in stemming met de terugkeer naar de wer kelijkheid van het toekennen van op ver gelijking berustende prijzen. De heer Zonneveld bracht dank aan allen, door wier medewerking het concours kon sla gen; in het bijzonder betuigde de voorzitter zijn erkentelijkheid jegens Koningin Juliana en Prins Bernhard, voorts aan de gemeentebesturen van Haarlem, Bloemen- daal en Heemstede, aan de leden der jury, aan de pers, aan de feestcommissie. Afzon derlijk werden de secretaris Jac. Bos en zijn echtgenote gehuldigd. De penning meester de heer H. P. Ulsamer kreeg het ere-lidmaatschap der vereniging aan geboden. Ook tot de heer Stinis werden waarderende woorden gesproken. Moeilijk kon de heer Zonneveld zich zelf een pluim geven. Wij willen deze taak gaarne overnemen en de actieve voorzitter van „Polyhymnia" van harte geluk wensen met de voortreffelijk geslaagde viering van het vijftig-jarig bestaan van het koor, waarin de heer Zonneveld als centrale fi guur een zo groot aandeel heeft gehad. Na de toespraak van de heer Zonneveld volgde de bekendmaking van het oordeel der jury. Deze was uiterst tevreden over hetgeen op deze avond gepresteerd was en zij had met het oog op de meermalen vrij wel gelijkwaardige resultaten der koren gemeend het aantal der eerste prijzen te moeten uitbreiden. De uitslag werd nu voor de Mannenkoren in de afdeling Uitmun tendheid: eerste prijs A Amstels Mannen koor „Harmonie", eerste prijs B Mannen koor „De Verenigde Zangers", derde prijs Zandvoorts Mannenkoor. Voor Mannen koren in de hoogste Ere-afdeling: eerste prijs A Koninklijk Dordrechts Mannenkoor „Kunst na Arbeid", eerste prijs B Klein Mannenkoor „De Zaankanters" en tweede prijs Zaandams Mannenkoor. P. ZWAANSWIJK 14. Panda stond vol verbazing naar de stapel fraaie siervoorwerpen te kijken die daar in de hoek van de kelder stond opge steld maar Graaf Isen Grim liet hem niet veel tijd. „Kom, kom, sta daar niet zo suf niet zo!" riep de edelman-huis- knecht uit. „Pak aan!" En na die opwek kende woorden begon hij de arme Panda geheel vol te stapelen met wapenschilden kronen en mottige gordijnen. Het moet ge zegd worden, dat hijzelf de moeilijkheden ook niet opzij ging, want toen Panda zó volgeslapeld was dat er beslist niets meer bij kon. nam hij zelf ook een paar armen vol van de versierselen, en zélfs nam hij de hele bazuin-engel op zijn nek, waarna hij Panda weer voorging naar boven naar de taxi, die nog steeds geduldig voor de deur stond. „Pffff-puf.weet u wel zeker dat u dit allemaal nodig hebt onder weg?" vroeg Panda bezorgd. „Maür natuur lijk!" riep de Graaf. „Hoe kun je er aan twijfelen. Kom, nu even ferm opgetreden, dan zul je het zelf wel zien!" En toen ging hij, met Panda's hulp, als een razende aan het werk en bracht alle wapenschilden en kronen en gordijnen en de rest op de goede oude taxi, zodat die er in een mini mum van tijd uitzag als alles behalve nu juist een taxi. „Zie je nu," riep Graaf Isen Grim triomfantelijk, „dat deze werkzaam heden nodig waren om van dit voertuig iets te maken, dat op een Grafelijke Automobile lijkt? Nu nog een ogenblik dan kunnen we vertrekken!" Hagelslag. De helft van de druivenoogst t« Cognac is Vrijdag door een zware hagelbui vernield. In Oost-Frankrijk kwamen hagelstenen van 200 gram naar beneden waardoor hoogspanningsdraden werden vernield en Metz en omgeving zonder stroom kwamen. Een groot aantal kelders liep onder en mensen liepen verwondingen op door het breken van ruiten. Hoog water. Na de provincie Manitoba in Canada wordt thans Brits-Columbii door overstroming bedreigd, aangezien het smelten van de gletschers in het ge bergte plotseling de rivieren doet zwel. len. Verscheidene wegen staan reedi onder water en de stroom heeft twee bruggen medegesleurd. De steden in de Frazervallei worden beschermd door een systeem van dijken om herhaling van de verschrikkelijke overstromingen in 1948 te voorkomen. Men hoopt een ramp te kunnen voor- komen. Opeters. De Hongaarse vice-premier, Ma- tyas Rakosi, heeft op het eerste congrei van de verenigde Hongaarse jeugd ver klaard, dat de levensstandaard te snel gestegen is en dat men thans leeft op het peil, dat voorzien was voor 1952 „Wij eten onze toekomst op", zei hij. Di lichte industrie kan de snelle stijginp van de levensstandaard niet bijhouden Door dingen als gebraden kip, gebradet kalfsvlees en boter te eisen, zou he' Hongaarse volk het geld, dat in het on derwijs, de sociale diensten en de in dustrie moet worden gestoken, opeten. Brand. Een zware brand heeft een vat Florida's grootste citrusfabrieken tt Winterhaven verwoest. 250.000 dozei fruit gingen verloren. De schade be draagt millioenen dollars. Toen de bram op zijn hevigst was. laaiden vlammer van 100 tot 150 meter hoogte op. Dt vuurgloed was tot 60 kilometer in dl omtrek zichtbaar. In deze fabriek wen sinaasappel- en grapefruitessence ge maakt. Oost en West. Op een persconferentie ii Singapore heeft Pandit Nehroe, de In dische premier, gezegd, dat „indien di Nederlanders in Westelijk Nieuw Gui nea blijven, dit een voortdurende wre vel voor de Indonesiërs zal zijn, onaf- hankelijk van de factor, hoe goed z\ zich gedragen. Zij moeten gaan wegen hun vroegere koloniale overheersing" Inzake Oostelijk Nieuw-Guinea zeidi Nehroe: „Australië ligt in het gebie van Zuid-Oost-Azië en bevindt ziel niet in dezelfde positie als de Neder landers. De toetssteen is: wat is gom voor Nieuw-Guinea, wat wenst het voll van Nieuw-Guinea?" Oog om oog. Vexiau, een zanger uit nachtclub te Parijs, heeft 1.000 franc boete gekregen, omdat hij zijn kaartj niet wilde tonen aan een treincontro leur, die niet de voorgeschreven witt handschoenen droeg. Korte weg. Te Cairo wordt vernomen, de Egyptische regering „onder voorbe houd" heeft ingestemd met het varei van tankboten door het Suezkanaa! Egypte had, ten tijde van het conflic met Israël, verklaard het recht te be zitten het vervoer van olieproducte: door het Suezlcanaal te beletten, daa het deze als „contrabande" beschouwd! Weer vrij. Te Wenen wordt van gewoonlyi welingelichte zijde vernomen .dat dl Amerikaanse zakenman Robert Vogeler die op 21 Februari do.or het volksge rechtshof te Boedapest wegens „spion nage en economische sabotage" tot vijf tien jaar dwangarbeid werd veroor deeld, binnenkort op vrije voeten za v/orden gesteld. Amerikaanse autoritei ten onderhandelen reeds gedurend enige tijd met Hongaarse functionaris sen over de vrijlating van Vogeler. He is nog niet bekend of de Brit F' Sanders, die in hetzelfde proces en 0| gelijke gronden tot dertien jaar gevan genisstraf werd veroordeeld, eveneen vrij zal komen. Ook de Britse regerin poogt haar onderdaan uit zijn gevangen schap te doen ontslaan. Dank. Majoor-vlieger G. van der Woli adjunct-militair-attaché van de Neder landse ambassade te Londen, heeft Zon dagavond aan het Engelse dorpje Car dington (Bedfordshire) een gedenk plaat aangeboden, waarop de Neder landse dank voor de gastvrijheid die ii de afgelopen oorlog aan Nederlands militairen in Engeland is bewezen, te uitdrukking wordt gebracht. Duizende Nederlandse vliegers waren tussen 194 en 1947 nabij Cardington gestationneeri Boek. Het heilig officie van het Vaticaa heeft het boek „La Pelle" van de Ita liaanse auteur Curzio Malaparte op d index geplaatst. Het boek behandelt d geallieerde bezetting van Napels. In ee verklaring wordt gezegd, dat in dit boe de kunst in dienst van de pornographi wordt gesteld. Het boek, zo luidt he bevat het diep verborgen vergif van d geestelijke onverschilligheid, die goe en kwaad op één lijn stelt en de stei van het geweten smoort. ADVERTENTIE REPARATIE MATRASSEN 's morgens gehaald, 's avonds gebracht H. DE GRAAFF GROTE BOUTSTRAAT 103 HAARLEM TEL. 11M Monument voor Frederik van Eeden 16 Juni 1932 overleed te Bussum de be kende letterkundige Frederik van Eedei Zaterdag is daar te zijner nagedachten; een monument onthuld. Het staat tegenover villa Der.nenho waar Van Eeden gewoond heeft en zij plannen heeft gemaakt voor de gemeen schap „Walden". Het stelt „de kleine Jo hannes" voor, met op zijn schouder hl roodborstje „Robinetta" en in zijn han de sleutel welke „Wistik" hem gaf. Agenda voor Haarlem MAANDAG 19 JUNI Gebouw Sint Bavo: Bijeenkomst gewi; aan emigratie naar Australië, 8 uur. Cit „Slavenschip". 18 j„ 2.15, 4.30, 7 en 9.15 uu Spaarne: „SOS, kustwacht", 14 j., 2.30, 7 9.15 uur. Frans Ilals: „Welkom thuis", 14 2.30, 7 en 9.15 uur. Rembrandt: „Bastogné 14 j., 2, 4.25, 7 en 9.15 uur. Palace: „Vreen in eigen huis", 18 J., 2. 4.15. 7 en 9.15 uu Luxor: „De man op dc Eiffeltoren", 18 j. 4.15, 7 en 9.15 uur. DINSDAG 20 JUNI Grote Kerk: Orgelconcert, 8 uur. Biosco pen: Middag- en avondvoorstellingen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1950 | | pagina 2