Het Hek van de Dam- Romantische opera „Oberon" geleid door Pierre Monteux OU.DS Kinawijn Koningin en Prins in Groningen Woensdag 21 Juni 1950 Holland Festival J De Nederlandse Opera te Amsterdam verzorgt in opdracht van de organisatoren van het Holland Festival enige voorstel lingen van de romantische opera „Oberon", de zwanenzang van Carl Maria von Weber. Van dit werk is de zeldzaam mooie ouver ture blijven leven; zij is en blijft een l en boeiend répertoire-nummer van de orkest-concerten. De rest van de opera, dus de opera zelf, is een langzame natuur lijke dood gestorven en er moest al een bijzondere aandrang zijn hier de 75ste verjaardag van Pierre Monteux om met man en macht en grote kosten te trachten het werk weer kunstmatig op de been te helpen. Ik geloof dat het een nutteloze poging is. De vertoning, die, voor zover men haar kan waarderen, een somptueus kijkspel zou mogen heten, drukt het mooie wat in de partituur zit finaal dood. Alleen de ouverture blijft ongerept; zij is een synthese van het werk, een muzikale samenvatting van romantische motieven, die feilloos in een klassiek keurslijf zitten. Maar het libretto zelf mist de mid delpunt vliedende kracht om tot een syn these te komen. De excessen van de romantiek, een te veel aan elementen en een overvloed aan bijkomstige dingen, die het stuk wel tot een demonstratie van veel „kunst en vlieg werk" maakt, maar al te los omspringt met de eeuwige wetten van de dramatur gie, hebben deze opera doen mislukken. Weber kon zijn slag thuis halen met zijn „Freischütz", waarmee hij de eretitel van schepper der romantische opera verwierf, omdat dit gegeven eenvoudig en klaar bleef en de karakters er sterk in getekend zijn. Doch de tekst van de „Oberon" gaf hem de kans niet nog eens zo'n meester- opera te leveren, al schreef hij er nog zulke mooie muziek bij. Het kon niet anders worden dan een stuk in revue-stijl waarbij de muziek niet de leidende kracht is, maar een gehoorzaam dienend element. De regisseur die deze sprookjes-opera op de planken moet brengen, staat voor een geweldige taak. Het geheel is een spectaculaire vertoning geworden zoals ze in de bloeiperiode van de romantiek het publiek wellicht bevre digd zou hebben. Voor ons was het een terugblik op een wijze van opera-monte ring, die als curiositeit misschien nog iets zegt, maar ons verder koud laat. Pierre Monteux belastte zich met de muzikale leiding van het werk. Onder zijn beproefde directie werd de partituur zeer mooi in klank gezet, behoudens een zeer ongelukkige attaque van de trompet in de ouverture. Maar overigens voelde men aldoor de stevige arm van de meester, zo wel in de delicate klank als in het rhythme. Ook de solisten in koren lieten niets te wen sen. Gré Brouwenstijn (als Rezia) was fameus in haar grote aria „Ozean, du Unge- heuer" en niet minder in haar cavatine „Traure mein Herz". Frans Vroons (als ridder Huon) profiteerde van de hoge troef in zijn rol met de zware aria „Von Jugend auf in dem Kampgefilde"; dat zijn gebed in de tweede acte wat slapjes uitviel, kon hij niet helpen dit is nu eenmaal een onbeduidende passage. Anna Pollak zong (als Fatima) zeer verdienstelijk de aria „Arabien mein Heimatland" en haar part ner Jos Burchsen (als de schildknaap Scherasmin) liet zich gelden als een vlot acteur en een goed zanger, bepaald opval lend in het duet van de laatste acte. Jan van Mautgem zong met stralend geluid de aria van Oberon „Heil, treues Paar" waar bij zijn stijlvol recitatief opviel; de Puck van Gré Landzaat mocht er als verschijning wezen, doch de partij ligt haar te laag. Over de koren valt niets dan goeds te zeg gen. Het is jammer dat al de goede hoedanig heden uit de partituur van Weber, plus die der vertolking, verzanden in liet onmoge lijke libretto. Maar gelukkig is er nog de ouverture die voorbestemd schijnt te zijn om de eeuwen te trotseren. JOS. DE KLERK Over het toneelbeeld van Webers Oberon J. R. Planché, de Engelsman met de Franse naam, die het tekstboek voor Weber's laatste opera schreef, hield zich stipt aan de wens van zijn Londense op drachtgevers, die een fantastisch schouw spel hadden besteld. Het over veertien taferelen verdeelde gegeven hangt geheel van onmogelijkheden aan elkaar. Het eer ste bedrijf speelt zich af in het sprookjes rijk van Oberon en wordt opgeluisterd door enige visioenen en toverijen, het tweede achtereenvolgens in het paleis van ADVERTENTIE Bij regen of zonneschijn Smakelijk en opwekkend Koob-swerend en versterkend De oud-i fles (^j> vervingen wij om p"uctische redenen door een hand.gsr model. S M l 5.30 per >/i L. fles (V I 235 per Uz L. üe» Agenda voor Haarlem WOENSDAG 21 JUNI City: „Slavenschip". 18 j., 2:15, 4.30, 7 en 9.15 uur. Spaarne: „SOS, kustwacht". 14 j., 2.30, 7 en 9.15 uur. Frans Hals: „Welkom thuis", 14 j., 2.30, 7 en 9.15 uur. Rembrandt: „Bastogne". 14 j„ 2, 4.15. 7 en 9.15 u. Palace: „Vreemd in eigen huis', 18, j„ 2. 4.15, 7 en 9.15 uur. Luxor: „De man op de Eiffeltoren". 18 j., 2, 4.15, 7 en 9.15 uur. DONDERDAG 22 JUNI Grote Kerk: Orgelconcert, 2 uur. Biosco pen: Middag- en avondvoorstellingen. de kalief van Bagdad, in een Oosterse tuin, in de grot van de watergeesten en tenslotte aan een onherbergzame kust. Het laatste bedrijf begint in Tunis en eindigt na de nodige changementen in de troon zaal van Karei de Grote.Het koor kreeg dientengevolge als voornaamste taak om voortdurend van costuums te wisselen, evenals het ballet, om nu eens elfen of geesten, dan weer harempersoneel of janitsaren, zeerovers of edellieden, water- nymphen of paleiswachters voor te stellen. Er zijn trouwens meer stomme rollen dan zangpartijen in dit „wilde" en brokkelige verhaal, dat niemand ook maar een grein belangstelling inboezemt. Dat Weber het verzoek om hierbij de muziek te componeren accepteerde, ge schiedde voornamelijk om uit de geldelijke zorgen te komen. Bovendien maakte zijn wankele gezondheid hem slecht bestand tegen de voortdurende meningsverschillen met de Saksische koning, zijn werkgever. Hij leidde zelf met groot succes de eerste twaalf opvoeringen in Londen, welke in spanning hem echter tezeer uitputte om nog de terugreis te kunnen aanvaarden. Ver van huis en zijn beminden stierf hij in de nacht van 4 op 5 Juni 1826 op veer tigjarige leeftijd. Blijkens zijn voorwoord in het program ma is regisseur Abraham van der Vies in nauwe samenwerking met de schilder Gerard Hordijk die voor de décors moest zorgen met een grote dosis scepticisme aan de enscènering begonnen. Dat is heel goed te begrijpen, maar betekent nog geen excuus voor de demonstratie van machte loosheid welke het resultaat van de voor stelling vormde. Om te beginnen was de poppenkasterige toneelbouw, met een serie lijsten achter elkaar en volstrekt over bodige balconloges opzij, al bijster onge lukkig, doordat er te weinig mogelijk heden voor een dynamische schikking overbleven. Al die transparante trekgor dijnen gaan trouwens ook vervelen, voor al als de belichting zoveel te wensen laat. Men aanschouwde min of meer een terugkeer naar een mode van voor de eer ste wereldoorlog, gelanceerd door Bakst met zijn „Shéherazade" voor de Russische balletten van Diaghilew, waarbij het décor tenslotte de acteur verdrong. De overdaad van textiel en bordpapier schaadde boven dien niet alleen de fantasie van de toe schouwer, maar nam ook de stemming- wekkende functie van de muziek weg. Met minder lappen en poppen had men meer effect kunnen bereiken. Was het nu nog maar kleurenweelde geweest, mis schien had men er vrede mee kunnen vin den, omdat liet werk nu eenmaal ver ouderd is. Doch in plaats' daarvan kreeg men een hardnekkige monotonie van veel blauw en goud-achtig bruin te zien, met enkele hinderlijke blikvangers daartussen. Ook de balletten overtuigden geenszins. Men heeft hiervoor J .nine Charrat uit Parijs laten overkor -n, die, blijkbaar teleurgesteld door het materiaal waarmee zij moest werken, nieï bepaald gestreefd heeft naar oorspronkelijkheid van zetting der diverse dansbewegingen, die de han deling omspelen. Miep Vleugels liet in het tweede bedrijf een serie fouettés zien, die er wezen mocht, al is haar lijn overigens niet klassiek te noemen. De anderen ston den onvast op de spitzen en ook de be zweringsscène van Johanna Zuiver was geen succes. De arrestatie van Rezia na haar grote aria en het neerslaan van ridder Huon was bepaald potsierlijk. Het slottafereel aan het hof van Karei de Grote bracht ons regelrecht in de sfeer van de revue. Dat was nog niet eens het slechtste deel van de avond. DAVID KONING NOG 1.6 ÏOTLLIOEN WESTDUITSERS WERKLOOS Volgens gisteren gepubliceerde officiële cijfers daalde het aantal werklozen in West-Duitsland, dat in Februari meer dan 2 millioen bedroeg in de eerste helft van Juni met 60.000 lot 1.608.900. Studenten-inval in Damstad Een ongeveer zestig man sterke groep studenten heeft Dinsdag tegen middërnacht een poging gedaan om de burgemeester van Damstad gevangen te zetten en tijdelijk het .stadsbestuur" in handen te -nemen. Hun als grap opgezette aanval werd ech ter zo hevig, dat de politie het nodig vond om in te grijpen. De aanvallers zijn door agenten met gummistokken en sabels ver dreven. Doordat zij Damstad onverhoeds met ladders hadden bestormd, waren de studenten er wel in geslaagd, de stadsvlag van de toren te halen. Deze trophee, welke de praeses onder zijn hoede had genomen, is door de politie achterhaald. Ook de „stormladders" bevinden zich nu op het politie-bureau. O o Tienduizenden inwoners gaven op uitbundige wijze uiting aan hun vreugde over dit bezoek Koningin Juliana en Prins Bernhard zijn Dinsdagmiddag voor een officieel be zoek in de hoofdstad van de provincie Groningen aangekomen. Om kwart over drie stoomde de ko ninklijke trein het station binnen. Op het met bloemen versierde perron maakten de burgemeester van Groningen, mr. P. W. J. H. Cort van der Linden en talrijke an dere autoriteiten hun opwachting. Na de begroeting op het perron zong de Ko ninklijke Liedertafel „Gruno" het Wilhel mus, waarna het gezelschap zich naar bui ten begaf, waar zeshonderd leden van Groningse jeugd- en sportverenigingen de hoge bezoekers toejuichten. In open rijtui gen werd een tocht door de stad gemaakt. Bezoek aan de „Zilveren Krakeling". Langs bevlagde straten en met groen en bloemen versierde winkelpanden ging het naar het gebouw van „De Harmonie", waar de internationale bakkerstentoon stelling „De Zilveren Krakeling" werd be zocht. De Koninklijke gasten schreden langs een erehaag van leerlingen der Gro ningse Bakkersvakschool het gebouw bin nen. De Koningin liet zich waarderend uit over haar portret, dat door de direc teur van de Groningse Bakkersvakschool, de heer J. Bakker, in suiker en chocolade was vervaardigd en dat in de hal van het gebouw een ereplaatsje had gekregen. De Heemstedenaar Gatsonides en de Haarlemmer H. Hoogeveen zijn gisteren met. hun speciaal-geprepareerde Minor-sportwagen naar Frankrijk vertrokkenwaar zij deel gaan nemen aan de vier-en-twintig uurs-race voor sportwagens in Le Mans. Zij gaan vergezeld van hun pit-helpersJ. Apetz (geheel links) en G. Hoogeveen (geheel rechts). In tegenstelling met ons vorig bericht hierover, zal niet Hoogeveen, maar Maus Gatsonides de leiding van deze Minor-équipe hebben. Na hun aankomst m Groningen maakten de Koningin en Prins Bernhard, geestdrif tig toegejuicht door de bevolking, in een open calèche een rijtoer door de stad. Na het bezoek aan de tentoonstelling reed het gezelschap naar het Koninklijk Doofstommen Instituut, waar leerlingen van deze inrichting geschenken aanboden. Vervolgens reed de Koninklijke stoet naar het Groningse museum. Voor het gebouw stonden diaconessen opgesteld en de oud ste diacones van Groningen, zuster Vonk, bood een bouquet rose anjers aan. De Koningin opende in het museum een histo risch gedeelte, waarvoor Onno Cluysenaar Hare Majesteit twee zilveren sleutels aan bood, waarmee een deur werd geopend. Het Koninklijk gezelschap maakte hierna een rondgang door het museum. Van het museum gingen de Koninklijke bezoekers langs juichende mensenmassa's naar het provinciehuis, waar he'. Ko ninklijk Paar werd begroet door het oud ste lid van Gedeputeerde Staten, de heer D. J. Mellema. Hierna werd een detache ment van de Prinses Irene-brigade geïn specteerd, alsmede het staf muziekcorps 1 R. I uit Assen. In de Statenzaal, waar de Groninger Statenleden zich hadden ver zameld. sprak de Commissaris der Ko ningin, de heer E. H. Ebels, het Konin klijk Paar toe. Kxanslegging bij verzets- monument Na een receptie in het provinciehuis re den de Koningin en de Prins naar het Huis van Bewaring aan de Hereweg. Daar legde het Koninklijk Paar een krans bij het monument, dat opgericht is ter nage dachtenis aan de gevallen Groninger ver zetsleden. Vervolgens reed de stoet naar het Zui delijk deel van de stad. In Helpman viel de Koninklijke gasten een zeer enthou siaste ontvangst ten deel. Duizenden schoolkinderen lieten gekleurde ballonnen los, voorzien van oranje kaarten en linten. Twee kinderen boden de Koningin een oude Groninger tinnen koffiepot aan. Hierna vertrok de stoet naar het huis van de Commissaris der Koningin. Juist toen het Koninklijk Paar daar arriveerde bx-ak een hevig onweer los. Bezoek aan de universiteit Des avonds was het Koninklijk Paar de gast van de Groninger universiteit. Op het Academieplein stonden alle studenten met fakkels opgesteld. Nadat het Wilhelmus was gezongen volgde een ontvangst in de aula van de Universiteit, tijdens welke vier afbeeldingen van de gebrandschilder de ramen van de universiteit, vervaardigd door de Groninger schilder J. Dijkstra, aan de Koningin werden aangeboden. Na afloop van de ontvangst was Hare Majesteit de gast van de vrouwelijke stu denten-vereniging „Magna Pete". Prins Bernhard bezocht de Groninger studenten sociëteit „Mutua Fides". .599 OPMERKELIJKE ITALIAANSE FILM Bij de bespreking van de Italiaanse films der laatste jaren hebben wij bij herhaling geschreven, dat de regisseurs van het Apennijnse schiereiland er steeds maar weer in slaagden uit een eenvoudig verhaal een kunstwerk te scheppen. De rij van Italiaanse rolprenten die alom door hun knappe compositie, in het bijzon der door het ontbreken van gewilde situa ties en symbolieken en door het feit dat een Rossellini, een De Sica, een Zampa, sv een Blasetti hun figui-en i t~i i boven hun alledaagsheid ill TTl I wisten te verheffen, alom i li in bewondering afdwongen, is s thans uitgebreid met „Maria Goretti" van Augusto Genina. Nieuwe Zijds Wondertuin Op het pleintje aan de Nieuwe Zijds Voorburgwal waar op gezette tijden de postzegelmarkt wordt gehouden, plegen de verdere vermakelijkheden uitsluitend te bestaan uit het arresteren van lieden, die zo gauw als zij een automobilist zien, die aanstalten maakt om te ver trekken, aanvangen met het verstrekken van aanwijzingen omtrent de afstand tot belendende motorsleden. Deze op zichzelf lofwaardige hulpvaardigheid verleidt de meeste bestuurders dezer voertuigen tot het afstaan van enige kopeken en de Amsterdamse politie, die een attente zij het dan niet bijster effi ciënte houding tegenover het parkeer probleem aanneemt, is er als de kippen bij om deze niet-gesanctionneerde auto wachters in de kraag te grijpen. Twee in burger geklede heren van wiens ge zichten men op een mijl afstand para graaf 27 sub f van het politie-voorschrift „Een rustige gestrengheid imponeert al tijd" afleest, patrouilleren er met drei gend-waardige gang en laten hier en daar loodzware handen op schouders vallen. Het zonderlinge is nu dat de rechercheurs het zo druk hebben met het acht slaan op de parkeer-vrijbuiters en omgekeerd, dat de jeugd volop gele genheid krijgt om mededelingen omtrent de verstandelijke vermogens van kor nuitjes in het lak der carrosserie te griffen. Zo worden wij er bij het aan schouwen van het portier van ons wa gentje bij voortduring aan herinnerd dat Annie gek is, maar toch niet zo gek, of zij kon op het spatbord krassen: „En Piet is lekker nog veel gekker". Wij rijden nu al drie weken met deze aller minst vervagende aanhankelijkheids betuigingen rond. Wat wij maar wilden zeggen is dat het niet verstandig geacht moei worden om, wanneer gij u per auto naar Alad- dins Wondertuin wilt begeven, deze ter plaatse neer te zetten. Deze tuin is na melijk op het opgemelde plein voor enige tijd aangelegd, maar zelfs wanneer gij er heen moet wandelen is het de moeite (en het geld voor het Hospitaal kerkschip De Hoop, waar de opbrengst voor bestemd is) ruimschoots waard. Mocht de samenstelling van de naam uw brengen tot het verbaasd optrekken der wenkbrauwen, dan moeten wij u ver zoeken ze weer te laten zakken. Wij weten natuurlijk wel dat de heer Alad din uit hoofde van zijn ambulante le vensstijl geen tuingrond met zich mee kon torsen en slechts van een wonder lamp was voorzien, maar zoals wij u later uit hopen te leggen, is de naam- keuze met reden geschied. Gij treedt binnen in de blauwe tent, waarin de tuin is ondergebracht en ziet honderden bloemen in het donker staan. Oppervlakkig beschouwd lijkt dit een tegenstrijdige bewering, maar zij is nochtans juist. Deze bloemen geven namelijk licht, dat wij bovendien gaarne als fraai zouden willen bestempelen. Er staan licht-violette anjers, goud-bruine bladeren en licht-groene sierplanten te stralen alsof het geen geld voor een goed doel kost. Helaas stonden er sprie ten tussen die niet verlicht waren en toen wij ons geïnteresseerd voorover bogen om deze lumineuze flora nader te bestuderen, kregen wij er daarvan een in ons oog. Het is trouwens raadzaam om bij de promenade enige voorzichtig heid in acht te nemen, want er zijn twee bruggetjes in de tuin, die ook niet ver licht zijn. Toen wij daarover struikelden, zijn wij gelukkig niet op ons mondje gevallen, maar wel op een bordje waar op met grote letters stond „Niet aanra ken s.v.p.". Dit alles deed niets af aan onze be wondering voor deze wondertuin waar tussen de lichtzinnige bloemen fraai- gekleurde zij het dan reeds enige tijd overleden vogels stonden te pronken met andermans veren. Wij hebben er gedurende een half uur vertoefd en al die tijd onze ogen uitgekeken naar deze kleurige sprookjeswereld die daar maar lag te baden in het wij zouden wil len zeggen ultra-violette licht van de wonderlampen die er boven hingen. En wij zijn heengegaan in de gelukkige wetenschap dat de A. van dr. A. Philips beteekent: Aladdin. Zonder dwangbevel Centrum is centrum en West is West, dus die twee kunnen elkaar de pinda kaas niet van de boterham eten, moet men in de Kinkerstraat hebben gedacht toen haar grote zuster Kalverstraat zich verleden week in een bonte feest jurk hulde. Prompt liet daarom de jubileumcommissie, bezield door aan doenlijk medeleven, de vlaggen van de zolders halen om voor een pittige lint bebouwing van de trottoix-s te zorgen. Wij zijn er niet helemaal zeker van of nu precies op deze wijze het Kinker Festival tot stand is gekomen, maar het doet er eigenlijk weinig toe langs welke zonderlinge wegen men de bevolking in de waan tracht te brengen, dat nu plot seling iedereen zich even gelukkig en verheugd gevoelt. In ieder geval ziet het geheel er zo stralend uit, dat zelfs een volslagen kleurenblind geborene zich in minder dan geen tijd met de beginselen van de regenboog vertrouwd kan maken. Om de zoveel meter zijn er ter af wisseling langs de stoepranden borden aangebracht met verrassende mede deling: De klok slaat WBK. Dat is meer dan wij onze klok ooit hebben kunnen leren, want die heeft zelfs nog moeite met de eerste maten van het ABC of met de eenvoudigste tafel van ver menigvuldiging, al ligt er ook nog zo'n mooi kleedje op. Waardoor intussen alweer het aloude spreekwoord beves tigd wordt: zoals het klokje in de Kin kerstraat tikt, tikt het nerregens. Dit bij wijze van introductie, want wat er nu precies aan de hand is vermochten wij bij ons korte bezoek niet nauwkeu rig te constateren. Daarom zullen wij nu maar weer eens een aardig geschiedenisboekje open doen. Wij hebben wel eens de mening horen verkondigen, dat de Kin kerstraat vroeger Klinkerstraat zou zijn genoemd tot aan de tijd des asfal tering, doch deze opvatting bewijst slechts dat de zegslieden zich te weinig met vaderlandse letteroefeningen on ledig hielden, want wij bevinden ons hier in de litteraire hoek, zij het dan op geringe afstand van het kwartier der doorluchtige zeehelden. Wijlen Johannes Kinker weid geboren te Nieuwer-Am- stel in 1765 en deed vervolgens enige ervaringen op in de maatschappelijke omgangsvormen, die hij vastlegde in een bundeltje anakreontische gedich ten, hetgeen wil zeggen dat hij de smaak der wijn en der liefde bezong. Daar komt ook het volgende schone vers in voor: Loop heen, zei Nies je, maar al lachend, tegen Piet. Piet gingwant hij verstond de taal der meisjes niet". Wij hebben dit rijmpje overgeschre ven uit de eerste publicatie van Johan nes Kinker, die getiteld is „Mijne min derjarige zangster" en door enige critici uit die tijd geroemd werd om de frisse verbeeldingskracht, al vond men die soms wat al te dartel. Maar het tijd schrift „De Recensent" beschuldigde hem loodrecht van onzedelijkheid. Het kwam zelfs tot een proces, dat hij ver loor ofschoon Bilderdijk als zijn ver dediger hem ter zijde stond. Waar schijnlijk hebben zijn tegenstanders het door hem gebruikte opschrift verkeerd begrepen en de zangster niet als een bezielend hemellichaam, maar als een hemels lichaam met een mooie stem be schouwd, welke dichterlijke vrijheid men hem, temeer daar het immers een minderjarig meisje gold, ten zeerste kwalijk nam. Men zegt toch dat de lit teraire critiek alleen door afgunst wordt ingegeven? Geen wonder dus dat Kin ker zich voortaan vrijwel uitsluitend met parodie en filosofie bezighield. Als postbode van de Helicon hekelde hij al zijn vijanden, zichzelf daarbij in begrepen. Dit laatste deed hij in zijn toneelstuk „De menschheid in het La zarushuis". Overigens volgde Kinker een won derlijke loopbaan. Hij studeerde in de geneeskunde, maar promoveerde in de rechten, hij associeerde zich met Bil derdijk om zich in de rechtskundige practijk te bekwamen, maar leerde meer van hem op het gebied der letter kunde, hij wilde een groot dichter wor den, maar kreeg bekendheid als wijs geer. In 1793 zette hij zich neer als advocaat in Amsterdam, maar in 1817 kreeg hij een leerstoel voor welspre kendheid in Leuven aangeboden. Als u meer van deze vurige patriot wilt weten, dan kunt u iedere behoorlijke encyclopaedie raadplegen. Hij staat tus sen kinkel en kinkhoest. BOEDA Het Holland Festival gaat maar door?\ Hedenavond speelt de claveciniste Janny van Wering in het Concertge bouw de Goldbcrg-variaties van Bach. In de Stadsschouwburg wordt onder auspiciën van de Wagnerverc- niging een opvoering van „Die Wal- küre" gegeven met medewerking van het Concertgebouw-Orkest onder leiding van Erich Kleiber. De voor- 7ivnste rollen worden gezongen door Max Lorenz, Sven Nilsson, Fer dinand Frantz, Doris Doree, Helena Braun en Margarete Klose. De ver maarde Heinz Tietjen verzorgde de regie en Emil Preetorius ontwierp de décors Morgenavond dirigeert Charles Munch het Concertgebouw-Orkest. Het programma bestaat uit de „Wa ter Music" van Handelde tweede suite „Bacchus et Ariane" van Rous- sel en „La False" van Ravel. De cel list Tibor de Machula vertolkt bo- vendien Schelomovan Bloch. De Engelse acteur Michael Redgrave draagt Vrijdagmorgen in de kleine zaal van het Concertgebouw drie sprookjes van Andersen voor: De nachtegaal. De nieuwe kleren van de keizer. Het herderinnetje en de schoorsteenveger. Vrijdagavond geeft de Nederlandse Opera, mede ter gelegenheid van het In de hoofdstad uit jubileum der Koninklijke Neder landse Toonkunstenaars Vereniging, in de Stadsschouwburg de gala-pre mière van Philomeladoor Hendrik Andriessen, tekst van Jan Engelman, onder leiding van Paul Pella. De so listen zijn Joanna Diepenbrock, Greet Koeman, Louise de Vries, Theo Bay- lé, Gerard Groot en Jan van Mant- gem. Charles Roelofsz ontwierp de décors. Met ingang van Vrijdag wordt het programma van de vertoningen in Damstad gewijzigd. In plaats van een groot spel komt er gedurende een toeek iedere avond een groot ballet: „Oud-Amsterdams Prentenboek" van Pieter van der Sloot, gedanst door het ensemble van Sonia Gaskelldat overdag diverse pas-ae-deux en pas- de-trois uit het klassieke répertoire zal uitvoeren. Als klein toneelspel wordt vertoond „Het treurig spel van Jan Klaasseri en Katrijn of Onge schikt voor de houwelijcke staet" door Hella Haasse, met Ben Groene- veld, Johan SchmitzJenny van Maerlant, Annie Verhulst en Chris Baay. In de Poesjeneiletikelder wor den voorstellingeji gegeven voor kin deren (Hans en Grietje, Jantje en de reus) en voor volwassenen (Hoort wie klopt daar, De tussenkomst van Arlequin) In het Internationaal Cultureel Cen trum wordt tot 7 Juli een tentoon stelling gehouden onder de titel „Fleur en geur van Nederlands to neel in oude en nieuwe tijd", waar voornamelijk de aandacht wordt ge vestigd op de verschillen in de décor- bouw tussen vroeger en nu. Vrijdag avond zingt Lys Gauty. Ook deze regisseur koos voor de ver tolkers van de hoofdrollen boerinnen en boeren. Studio's had hij al evenmin nodig als dure sterren: in Italië zijn nog moeras sen en onherbergzame landstreken genoeg om het beeld van het malariagebied, dat Rome een halve eeuw terug omringde, weer te geven. In die verlatenheid verschijnt dan de familie Goretti, vader Lingi, moeder As- sunta en hun zes kinderen. Arme,, door het ongeluk achtervolgde paupers, die tenslotte met veel moeite een onderdak krijgen bij een dronkaard en diens zoon. Wat een idylle had kunnen worden, pakt als een catastrofe uit: de zoon heeft de geestes ziekte van zijn moeder geërfd en koestert een ongezonde begeerte jegens de dochter Maria, die in haar Christelijk geloof de narigheden van haar aardse bestaan met blijmoedigheid weet te dragen. „Goed" en „kwaad" staan dus duidelijk tegenover elkaar, hetgeen een zwak punt had kunnen zijn, ware het niet dat Genina deze tegen stelling langzamerhand en zonder nadruk kelijkheid relief geeft. Ei" zullen wellicht toeschouwers zijn, die de houding van het meisje toeschrijven aan een door de omstandigheden en door een starre interpretatie van een gewijde tekst geforceerde ontkenning van eigen ge voelens. Men moet evenwel bedenken, dat de werkelijke Maria Goretti ook in haar geestelijke ontwikkeling een kind van nauwelijks veertien jaar was. Het is onze mening, dat de regisseur voor deze rol Een voorbeeld van de „schilderachtige" fotografie in Maria Goretti". beter een speelster had kunnen kiezen die jonger leek dan Ines Orsini, hoe voor treffelijk deze overigens, en speciaal in de kerkscène, ook was. Doch zij heeft het uiterlijk van een meisje van een jaar of zeventien en dat werkt, gelet op de be doelingen van de maker, verwarrend. Deze bedenking neemt niet weg, dat Genina zijn publiek volkomen in de ban weet te brengen van de tragiek die er ligt in het lot van een kind, dat tot elke prijs de zuiverheid boven de bezoedeling ver kiest en dan ook metterdaad het hoogste offer brengt. De regisseur slaagde er bovendien in de heiligverklaring, die onlangs plaats vond, ook voor niet-Roomsen aanvaardbaar te maken. Zij ligt namelijk in de slotscène, waarin Maria, nadat zij door haar belager is doorstoken, met een zegenbede voor haar moordenaar op de lippen sterft, duidelijk opgesloten. Daarmee is men dan weer bij de be langrijkste eigenschap %'an de Italiaanse cineasten aangeland: hun afwijzing van iedere jacht op effect. Genina "toont dat ook in zijn weergeving van dit afschuwe lijke boerenbestaan temidden van de dam pige velden en vennen. Door zijn welover wogen regie weet hij zijn toeschouwers iets te laten beseffen van de tragiek die er schuilt in de, r.aar aardse maatstaven gerekend, vergeefsheid van al dat geploeter en gezwoeg. Genina, die met zijn film drie bekroningen behaalde, heeft een belang rijk deel van zijn succes zeker ie danken aan de verzorgde fotografie. „Maria Goretti" is van Vrijdag af in het Rembrandt Theater te Haarlem te J. H. B.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1950 | | pagina 5