Het Hek van de Dam-
Romantische opera „Oberon"
geleid door Pierre Monteux
OU.DS Kinawijn
Koningin en Prins in Groningen
Woensdag 21 Juni 1950
Holland
Festival
J
De Nederlandse Opera te Amsterdam
verzorgt in opdracht van de organisatoren
van het Holland Festival enige voorstel
lingen van de romantische opera „Oberon",
de zwanenzang van Carl Maria von Weber.
Van dit werk is de zeldzaam mooie ouver
ture blijven leven; zij is en blijft een l
en boeiend répertoire-nummer van de
orkest-concerten. De rest van de opera,
dus de opera zelf, is een langzame natuur
lijke dood gestorven en er moest al een
bijzondere aandrang zijn hier de 75ste
verjaardag van Pierre Monteux om met
man en macht en grote kosten te trachten
het werk weer kunstmatig op de been te
helpen. Ik geloof dat het een nutteloze
poging is. De vertoning, die, voor zover
men haar kan waarderen, een somptueus
kijkspel zou mogen heten, drukt het mooie
wat in de partituur zit finaal dood. Alleen
de ouverture blijft ongerept; zij is een
synthese van het werk, een muzikale
samenvatting van romantische motieven,
die feilloos in een klassiek keurslijf
zitten. Maar het libretto zelf mist de mid
delpunt vliedende kracht om tot een syn
these te komen.
De excessen van de romantiek, een te
veel aan elementen en een overvloed aan
bijkomstige dingen, die het stuk wel tot
een demonstratie van veel „kunst en vlieg
werk" maakt, maar al te los omspringt
met de eeuwige wetten van de dramatur
gie, hebben deze opera doen mislukken.
Weber kon zijn slag thuis halen met zijn
„Freischütz", waarmee hij de eretitel van
schepper der romantische opera verwierf,
omdat dit gegeven eenvoudig en klaar
bleef en de karakters er sterk in getekend
zijn. Doch de tekst van de „Oberon" gaf
hem de kans niet nog eens zo'n meester-
opera te leveren, al schreef hij er nog
zulke mooie muziek bij. Het kon niet
anders worden dan een stuk in revue-stijl
waarbij de muziek niet de leidende kracht
is, maar een gehoorzaam dienend element.
De regisseur die deze sprookjes-opera op
de planken moet brengen, staat voor een
geweldige taak.
Het geheel is een spectaculaire vertoning
geworden zoals ze in de bloeiperiode van
de romantiek het publiek wellicht bevre
digd zou hebben. Voor ons was het een
terugblik op een wijze van opera-monte
ring, die als curiositeit misschien nog iets
zegt, maar ons verder koud laat.
Pierre Monteux belastte zich met de
muzikale leiding van het werk. Onder zijn
beproefde directie werd de partituur zeer
mooi in klank gezet, behoudens een zeer
ongelukkige attaque van de trompet in de
ouverture. Maar overigens voelde men
aldoor de stevige arm van de meester, zo
wel in de delicate klank als in het rhythme.
Ook de solisten in koren lieten niets te wen
sen. Gré Brouwenstijn (als Rezia) was
fameus in haar grote aria „Ozean, du Unge-
heuer" en niet minder in haar cavatine
„Traure mein Herz". Frans Vroons (als
ridder Huon) profiteerde van de hoge
troef in zijn rol met de zware aria „Von
Jugend auf in dem Kampgefilde"; dat zijn
gebed in de tweede acte wat slapjes uitviel,
kon hij niet helpen dit is nu eenmaal een
onbeduidende passage. Anna Pollak zong
(als Fatima) zeer verdienstelijk de aria
„Arabien mein Heimatland" en haar part
ner Jos Burchsen (als de schildknaap
Scherasmin) liet zich gelden als een vlot
acteur en een goed zanger, bepaald opval
lend in het duet van de laatste acte. Jan
van Mautgem zong met stralend geluid de
aria van Oberon „Heil, treues Paar" waar
bij zijn stijlvol recitatief opviel; de Puck
van Gré Landzaat mocht er als verschijning
wezen, doch de partij ligt haar te laag.
Over de koren valt niets dan goeds te zeg
gen.
Het is jammer dat al de goede hoedanig
heden uit de partituur van Weber, plus die
der vertolking, verzanden in liet onmoge
lijke libretto. Maar gelukkig is er nog de
ouverture die voorbestemd schijnt te zijn
om de eeuwen te trotseren.
JOS. DE KLERK
Over het toneelbeeld van
Webers Oberon
J. R. Planché, de Engelsman met de
Franse naam, die het tekstboek voor
Weber's laatste opera schreef, hield zich
stipt aan de wens van zijn Londense op
drachtgevers, die een fantastisch schouw
spel hadden besteld. Het over veertien
taferelen verdeelde gegeven hangt geheel
van onmogelijkheden aan elkaar. Het eer
ste bedrijf speelt zich af in het sprookjes
rijk van Oberon en wordt opgeluisterd
door enige visioenen en toverijen, het
tweede achtereenvolgens in het paleis van
ADVERTENTIE
Bij regen of zonneschijn
Smakelijk en opwekkend
Koob-swerend en versterkend
De oud-i fles (^j> vervingen wij
om p"uctische redenen door een
hand.gsr model. S
M
l 5.30 per >/i L. fles (V I 235 per Uz L. üe»
Agenda voor Haarlem
WOENSDAG 21 JUNI
City: „Slavenschip". 18 j., 2:15, 4.30, 7 en
9.15 uur. Spaarne: „SOS, kustwacht". 14 j.,
2.30, 7 en 9.15 uur. Frans Hals: „Welkom
thuis", 14 j., 2.30, 7 en 9.15 uur. Rembrandt:
„Bastogne". 14 j„ 2, 4.15. 7 en 9.15 u. Palace:
„Vreemd in eigen huis', 18, j„ 2. 4.15, 7 en
9.15 uur. Luxor: „De man op de Eiffeltoren".
18 j., 2, 4.15, 7 en 9.15 uur.
DONDERDAG 22 JUNI
Grote Kerk: Orgelconcert, 2 uur. Biosco
pen: Middag- en avondvoorstellingen.
de kalief van Bagdad, in een Oosterse
tuin, in de grot van de watergeesten en
tenslotte aan een onherbergzame kust. Het
laatste bedrijf begint in Tunis en eindigt
na de nodige changementen in de troon
zaal van Karei de Grote.Het koor
kreeg dientengevolge als voornaamste taak
om voortdurend van costuums te wisselen,
evenals het ballet, om nu eens elfen of
geesten, dan weer harempersoneel of
janitsaren, zeerovers of edellieden, water-
nymphen of paleiswachters voor te stellen.
Er zijn trouwens meer stomme rollen dan
zangpartijen in dit „wilde" en brokkelige
verhaal, dat niemand ook maar een grein
belangstelling inboezemt.
Dat Weber het verzoek om hierbij de
muziek te componeren accepteerde, ge
schiedde voornamelijk om uit de geldelijke
zorgen te komen. Bovendien maakte zijn
wankele gezondheid hem slecht bestand
tegen de voortdurende meningsverschillen
met de Saksische koning, zijn werkgever.
Hij leidde zelf met groot succes de eerste
twaalf opvoeringen in Londen, welke in
spanning hem echter tezeer uitputte om
nog de terugreis te kunnen aanvaarden.
Ver van huis en zijn beminden stierf hij
in de nacht van 4 op 5 Juni 1826 op veer
tigjarige leeftijd.
Blijkens zijn voorwoord in het program
ma is regisseur Abraham van der Vies
in nauwe samenwerking met de schilder
Gerard Hordijk die voor de décors moest
zorgen met een grote dosis scepticisme
aan de enscènering begonnen. Dat is heel
goed te begrijpen, maar betekent nog geen
excuus voor de demonstratie van machte
loosheid welke het resultaat van de voor
stelling vormde. Om te beginnen was de
poppenkasterige toneelbouw, met een serie
lijsten achter elkaar en volstrekt over
bodige balconloges opzij, al bijster onge
lukkig, doordat er te weinig mogelijk
heden voor een dynamische schikking
overbleven. Al die transparante trekgor
dijnen gaan trouwens ook vervelen, voor
al als de belichting zoveel te wensen laat.
Men aanschouwde min of meer een
terugkeer naar een mode van voor de eer
ste wereldoorlog, gelanceerd door Bakst
met zijn „Shéherazade" voor de Russische
balletten van Diaghilew, waarbij het décor
tenslotte de acteur verdrong. De overdaad
van textiel en bordpapier schaadde boven
dien niet alleen de fantasie van de toe
schouwer, maar nam ook de stemming-
wekkende functie van de muziek weg.
Met minder lappen en poppen had men
meer effect kunnen bereiken. Was het nu
nog maar kleurenweelde geweest, mis
schien had men er vrede mee kunnen vin
den, omdat liet werk nu eenmaal ver
ouderd is. Doch in plaats' daarvan kreeg
men een hardnekkige monotonie van veel
blauw en goud-achtig bruin te zien, met
enkele hinderlijke blikvangers daartussen.
Ook de balletten overtuigden geenszins.
Men heeft hiervoor J .nine Charrat uit
Parijs laten overkor -n, die, blijkbaar
teleurgesteld door het materiaal waarmee
zij moest werken, nieï bepaald gestreefd
heeft naar oorspronkelijkheid van zetting
der diverse dansbewegingen, die de han
deling omspelen. Miep Vleugels liet in het
tweede bedrijf een serie fouettés zien, die
er wezen mocht, al is haar lijn overigens
niet klassiek te noemen. De anderen ston
den onvast op de spitzen en ook de be
zweringsscène van Johanna Zuiver was
geen succes.
De arrestatie van Rezia na haar grote
aria en het neerslaan van ridder Huon was
bepaald potsierlijk. Het slottafereel aan
het hof van Karei de Grote bracht ons
regelrecht in de sfeer van de revue. Dat
was nog niet eens het slechtste deel van
de avond. DAVID KONING
NOG 1.6 ÏOTLLIOEN WESTDUITSERS
WERKLOOS
Volgens gisteren gepubliceerde officiële
cijfers daalde het aantal werklozen in
West-Duitsland, dat in Februari meer dan
2 millioen bedroeg in de eerste helft van
Juni met 60.000 lot 1.608.900.
Studenten-inval
in Damstad
Een ongeveer zestig man sterke groep
studenten heeft Dinsdag tegen middërnacht
een poging gedaan om de burgemeester van
Damstad gevangen te zetten en tijdelijk
het .stadsbestuur" in handen te -nemen.
Hun als grap opgezette aanval werd ech
ter zo hevig, dat de politie het nodig vond
om in te grijpen. De aanvallers zijn door
agenten met gummistokken en sabels ver
dreven. Doordat zij Damstad onverhoeds
met ladders hadden bestormd, waren de
studenten er wel in geslaagd, de stadsvlag
van de toren te halen. Deze trophee, welke
de praeses onder zijn hoede had genomen,
is door de politie achterhaald. Ook de
„stormladders" bevinden zich nu op het
politie-bureau.
O o
Tienduizenden inwoners gaven op uitbundige
wijze uiting aan hun vreugde over dit bezoek
Koningin Juliana en Prins Bernhard
zijn Dinsdagmiddag voor een officieel be
zoek in de hoofdstad van de provincie
Groningen aangekomen.
Om kwart over drie stoomde de ko
ninklijke trein het station binnen. Op het
met bloemen versierde perron maakten de
burgemeester van Groningen, mr. P. W. J.
H. Cort van der Linden en talrijke an
dere autoriteiten hun opwachting. Na de
begroeting op het perron zong de Ko
ninklijke Liedertafel „Gruno" het Wilhel
mus, waarna het gezelschap zich naar bui
ten begaf, waar zeshonderd leden van
Groningse jeugd- en sportverenigingen de
hoge bezoekers toejuichten. In open rijtui
gen werd een tocht door de stad gemaakt.
Bezoek aan de „Zilveren
Krakeling".
Langs bevlagde straten en met groen en
bloemen versierde winkelpanden ging het
naar het gebouw van „De Harmonie",
waar de internationale bakkerstentoon
stelling „De Zilveren Krakeling" werd be
zocht. De Koninklijke gasten schreden
langs een erehaag van leerlingen der Gro
ningse Bakkersvakschool het gebouw bin
nen. De Koningin liet zich waarderend
uit over haar portret, dat door de direc
teur van de Groningse Bakkersvakschool,
de heer J. Bakker, in suiker en chocolade
was vervaardigd en dat in de hal van het
gebouw een ereplaatsje had gekregen.
De Heemstedenaar Gatsonides en de Haarlemmer H. Hoogeveen zijn gisteren met. hun
speciaal-geprepareerde Minor-sportwagen naar Frankrijk vertrokkenwaar zij deel
gaan nemen aan de vier-en-twintig uurs-race voor sportwagens in Le Mans. Zij gaan
vergezeld van hun pit-helpersJ. Apetz (geheel links) en G. Hoogeveen (geheel rechts).
In tegenstelling met ons vorig bericht hierover, zal niet Hoogeveen, maar Maus
Gatsonides de leiding van deze Minor-équipe hebben.
Na hun aankomst m Groningen maakten
de Koningin en Prins Bernhard, geestdrif
tig toegejuicht door de bevolking, in een
open calèche een rijtoer door de stad.
Na het bezoek aan de tentoonstelling
reed het gezelschap naar het Koninklijk
Doofstommen Instituut, waar leerlingen
van deze inrichting geschenken aanboden.
Vervolgens reed de Koninklijke stoet naar
het Groningse museum. Voor het gebouw
stonden diaconessen opgesteld en de oud
ste diacones van Groningen, zuster Vonk,
bood een bouquet rose anjers aan. De
Koningin opende in het museum een histo
risch gedeelte, waarvoor Onno Cluysenaar
Hare Majesteit twee zilveren sleutels aan
bood, waarmee een deur werd geopend.
Het Koninklijk gezelschap maakte hierna
een rondgang door het museum.
Van het museum gingen de Koninklijke
bezoekers langs juichende mensenmassa's
naar het provinciehuis, waar he'. Ko
ninklijk Paar werd begroet door het oud
ste lid van Gedeputeerde Staten, de heer
D. J. Mellema. Hierna werd een detache
ment van de Prinses Irene-brigade geïn
specteerd, alsmede het staf muziekcorps
1 R. I uit Assen. In de Statenzaal, waar
de Groninger Statenleden zich hadden ver
zameld. sprak de Commissaris der Ko
ningin, de heer E. H. Ebels, het Konin
klijk Paar toe.
Kxanslegging bij verzets-
monument
Na een receptie in het provinciehuis re
den de Koningin en de Prins naar het
Huis van Bewaring aan de Hereweg. Daar
legde het Koninklijk Paar een krans bij
het monument, dat opgericht is ter nage
dachtenis aan de gevallen Groninger ver
zetsleden.
Vervolgens reed de stoet naar het Zui
delijk deel van de stad. In Helpman viel
de Koninklijke gasten een zeer enthou
siaste ontvangst ten deel. Duizenden
schoolkinderen lieten gekleurde ballonnen
los, voorzien van oranje kaarten en linten.
Twee kinderen boden de Koningin een
oude Groninger tinnen koffiepot aan.
Hierna vertrok de stoet naar het huis van
de Commissaris der Koningin. Juist toen
het Koninklijk Paar daar arriveerde bx-ak
een hevig onweer los.
Bezoek aan de universiteit
Des avonds was het Koninklijk Paar de
gast van de Groninger universiteit. Op het
Academieplein stonden alle studenten met
fakkels opgesteld. Nadat het Wilhelmus
was gezongen volgde een ontvangst in de
aula van de Universiteit, tijdens welke
vier afbeeldingen van de gebrandschilder
de ramen van de universiteit, vervaardigd
door de Groninger schilder J. Dijkstra,
aan de Koningin werden aangeboden.
Na afloop van de ontvangst was Hare
Majesteit de gast van de vrouwelijke stu
denten-vereniging „Magna Pete". Prins
Bernhard bezocht de Groninger studenten
sociëteit „Mutua Fides".
.599
OPMERKELIJKE ITALIAANSE FILM
Bij de bespreking van de Italiaanse films
der laatste jaren hebben wij bij herhaling
geschreven, dat de regisseurs van het
Apennijnse schiereiland er steeds maar weer
in slaagden uit een eenvoudig verhaal een
kunstwerk te scheppen.
De rij van Italiaanse rolprenten die alom
door hun knappe compositie, in het bijzon
der door het ontbreken van gewilde situa
ties en symbolieken en door het feit dat
een Rossellini, een De Sica, een Zampa,
sv een Blasetti hun figui-en
i t~i i boven hun alledaagsheid
ill TTl I wisten te verheffen, alom
i li in bewondering afdwongen, is
s thans uitgebreid met „Maria
Goretti" van Augusto Genina.
Nieuwe Zijds Wondertuin
Op het pleintje aan de Nieuwe Zijds
Voorburgwal waar op gezette tijden de
postzegelmarkt wordt gehouden, plegen
de verdere vermakelijkheden uitsluitend
te bestaan uit het arresteren van lieden,
die zo gauw als zij een automobilist
zien, die aanstalten maakt om te ver
trekken, aanvangen met het verstrekken
van aanwijzingen omtrent de afstand
tot belendende motorsleden. Deze op
zichzelf lofwaardige hulpvaardigheid
verleidt de meeste bestuurders dezer
voertuigen tot het afstaan van enige
kopeken en de Amsterdamse politie, die
een attente zij het dan niet bijster effi
ciënte houding tegenover het parkeer
probleem aanneemt, is er als de kippen
bij om deze niet-gesanctionneerde auto
wachters in de kraag te grijpen. Twee
in burger geklede heren van wiens ge
zichten men op een mijl afstand para
graaf 27 sub f van het politie-voorschrift
„Een rustige gestrengheid imponeert al
tijd" afleest, patrouilleren er met drei
gend-waardige gang en laten hier en
daar loodzware handen op schouders
vallen. Het zonderlinge is nu dat de
rechercheurs het zo druk hebben met
het acht slaan op de parkeer-vrijbuiters
en omgekeerd, dat de jeugd volop gele
genheid krijgt om mededelingen omtrent
de verstandelijke vermogens van kor
nuitjes in het lak der carrosserie te
griffen. Zo worden wij er bij het aan
schouwen van het portier van ons wa
gentje bij voortduring aan herinnerd dat
Annie gek is, maar toch niet zo gek, of
zij kon op het spatbord krassen: „En
Piet is lekker nog veel gekker". Wij
rijden nu al drie weken met deze aller
minst vervagende aanhankelijkheids
betuigingen rond.
Wat wij maar wilden zeggen is dat
het niet verstandig geacht moei worden
om, wanneer gij u per auto naar Alad-
dins Wondertuin wilt begeven, deze ter
plaatse neer te zetten. Deze tuin is na
melijk op het opgemelde plein voor
enige tijd aangelegd, maar zelfs wanneer
gij er heen moet wandelen is het de
moeite (en het geld voor het Hospitaal
kerkschip De Hoop, waar de opbrengst
voor bestemd is) ruimschoots waard.
Mocht de samenstelling van de naam uw
brengen tot het verbaasd optrekken der
wenkbrauwen, dan moeten wij u ver
zoeken ze weer te laten zakken. Wij
weten natuurlijk wel dat de heer Alad
din uit hoofde van zijn ambulante le
vensstijl geen tuingrond met zich mee
kon torsen en slechts van een wonder
lamp was voorzien, maar zoals wij u
later uit hopen te leggen, is de naam-
keuze met reden geschied.
Gij treedt binnen in de blauwe tent,
waarin de tuin is ondergebracht en ziet
honderden bloemen in het donker staan.
Oppervlakkig beschouwd lijkt dit een
tegenstrijdige bewering, maar zij is
nochtans juist. Deze bloemen geven
namelijk licht, dat wij bovendien gaarne
als fraai zouden willen bestempelen. Er
staan licht-violette anjers, goud-bruine
bladeren en licht-groene sierplanten te
stralen alsof het geen geld voor een
goed doel kost. Helaas stonden er sprie
ten tussen die niet verlicht waren en
toen wij ons geïnteresseerd voorover
bogen om deze lumineuze flora nader te
bestuderen, kregen wij er daarvan een
in ons oog. Het is trouwens raadzaam
om bij de promenade enige voorzichtig
heid in acht te nemen, want er zijn twee
bruggetjes in de tuin, die ook niet ver
licht zijn. Toen wij daarover struikelden,
zijn wij gelukkig niet op ons mondje
gevallen, maar wel op een bordje waar
op met grote letters stond „Niet aanra
ken s.v.p.".
Dit alles deed niets af aan onze be
wondering voor deze wondertuin waar
tussen de lichtzinnige bloemen fraai-
gekleurde zij het dan reeds enige tijd
overleden vogels stonden te pronken
met andermans veren. Wij hebben er
gedurende een half uur vertoefd en al
die tijd onze ogen uitgekeken naar deze
kleurige sprookjeswereld die daar maar
lag te baden in het wij zouden wil
len zeggen ultra-violette licht van
de wonderlampen die er boven hingen.
En wij zijn heengegaan in de gelukkige
wetenschap dat de A. van dr. A. Philips
beteekent: Aladdin.
Zonder dwangbevel
Centrum is centrum en West is West,
dus die twee kunnen elkaar de pinda
kaas niet van de boterham eten, moet
men in de Kinkerstraat hebben gedacht
toen haar grote zuster Kalverstraat
zich verleden week in een bonte feest
jurk hulde. Prompt liet daarom de
jubileumcommissie, bezield door aan
doenlijk medeleven, de vlaggen van de
zolders halen om voor een pittige lint
bebouwing van de trottoix-s te zorgen.
Wij zijn er niet helemaal zeker van of
nu precies op deze wijze het Kinker
Festival tot stand is gekomen, maar het
doet er eigenlijk weinig toe langs welke
zonderlinge wegen men de bevolking in
de waan tracht te brengen, dat nu plot
seling iedereen zich even gelukkig en
verheugd gevoelt. In ieder geval ziet
het geheel er zo stralend uit, dat zelfs
een volslagen kleurenblind geborene
zich in minder dan geen tijd met de
beginselen van de regenboog vertrouwd
kan maken.
Om de zoveel meter zijn er ter af
wisseling langs de stoepranden borden
aangebracht met verrassende mede
deling: De klok slaat WBK. Dat is meer
dan wij onze klok ooit hebben kunnen
leren, want die heeft zelfs nog moeite
met de eerste maten van het ABC of
met de eenvoudigste tafel van ver
menigvuldiging, al ligt er ook nog zo'n
mooi kleedje op. Waardoor intussen
alweer het aloude spreekwoord beves
tigd wordt: zoals het klokje in de Kin
kerstraat tikt, tikt het nerregens. Dit
bij wijze van introductie, want wat er
nu precies aan de hand is vermochten
wij bij ons korte bezoek niet nauwkeu
rig te constateren.
Daarom zullen wij nu maar weer
eens een aardig geschiedenisboekje
open doen. Wij hebben wel eens de
mening horen verkondigen, dat de Kin
kerstraat vroeger Klinkerstraat zou
zijn genoemd tot aan de tijd des asfal
tering, doch deze opvatting bewijst
slechts dat de zegslieden zich te weinig
met vaderlandse letteroefeningen on
ledig hielden, want wij bevinden ons
hier in de litteraire hoek, zij het dan
op geringe afstand van het kwartier der
doorluchtige zeehelden. Wijlen Johannes
Kinker weid geboren te Nieuwer-Am-
stel in 1765 en deed vervolgens enige
ervaringen op in de maatschappelijke
omgangsvormen, die hij vastlegde in
een bundeltje anakreontische gedich
ten, hetgeen wil zeggen dat hij de
smaak der wijn en der liefde bezong.
Daar komt ook het volgende schone
vers in voor:
Loop heen, zei Nies je,
maar al lachend, tegen Piet.
Piet gingwant hij verstond
de taal der meisjes niet".
Wij hebben dit rijmpje overgeschre
ven uit de eerste publicatie van Johan
nes Kinker, die getiteld is „Mijne min
derjarige zangster" en door enige critici
uit die tijd geroemd werd om de frisse
verbeeldingskracht, al vond men die
soms wat al te dartel. Maar het tijd
schrift „De Recensent" beschuldigde
hem loodrecht van onzedelijkheid. Het
kwam zelfs tot een proces, dat hij ver
loor ofschoon Bilderdijk als zijn ver
dediger hem ter zijde stond. Waar
schijnlijk hebben zijn tegenstanders het
door hem gebruikte opschrift verkeerd
begrepen en de zangster niet als een
bezielend hemellichaam, maar als een
hemels lichaam met een mooie stem be
schouwd, welke dichterlijke vrijheid
men hem, temeer daar het immers een
minderjarig meisje gold, ten zeerste
kwalijk nam. Men zegt toch dat de lit
teraire critiek alleen door afgunst wordt
ingegeven? Geen wonder dus dat Kin
ker zich voortaan vrijwel uitsluitend
met parodie en filosofie bezighield.
Als postbode van de Helicon hekelde
hij al zijn vijanden, zichzelf daarbij in
begrepen. Dit laatste deed hij in zijn
toneelstuk „De menschheid in het La
zarushuis".
Overigens volgde Kinker een won
derlijke loopbaan. Hij studeerde in de
geneeskunde, maar promoveerde in de
rechten, hij associeerde zich met Bil
derdijk om zich in de rechtskundige
practijk te bekwamen, maar leerde
meer van hem op het gebied der letter
kunde, hij wilde een groot dichter wor
den, maar kreeg bekendheid als wijs
geer. In 1793 zette hij zich neer als
advocaat in Amsterdam, maar in 1817
kreeg hij een leerstoel voor welspre
kendheid in Leuven aangeboden. Als u
meer van deze vurige patriot wilt
weten, dan kunt u iedere behoorlijke
encyclopaedie raadplegen. Hij staat tus
sen kinkel en kinkhoest.
BOEDA
Het Holland Festival gaat maar door?\
Hedenavond speelt de claveciniste
Janny van Wering in het Concertge
bouw de Goldbcrg-variaties van
Bach. In de Stadsschouwburg wordt
onder auspiciën van de Wagnerverc-
niging een opvoering van „Die Wal-
küre" gegeven met medewerking van
het Concertgebouw-Orkest onder
leiding van Erich Kleiber. De voor-
7ivnste rollen worden gezongen
door Max Lorenz, Sven Nilsson, Fer
dinand Frantz, Doris Doree, Helena
Braun en Margarete Klose. De ver
maarde Heinz Tietjen verzorgde de
regie en Emil Preetorius ontwierp de
décors
Morgenavond dirigeert Charles
Munch het Concertgebouw-Orkest.
Het programma bestaat uit de „Wa
ter Music" van Handelde tweede
suite „Bacchus et Ariane" van Rous-
sel en „La False" van Ravel. De cel
list Tibor de Machula vertolkt bo-
vendien Schelomovan Bloch.
De Engelse acteur Michael Redgrave
draagt Vrijdagmorgen in de kleine
zaal van het Concertgebouw drie
sprookjes van Andersen voor: De
nachtegaal. De nieuwe kleren van
de keizer. Het herderinnetje en de
schoorsteenveger.
Vrijdagavond geeft de Nederlandse
Opera, mede ter gelegenheid van het
In de hoofdstad uit
jubileum der Koninklijke Neder
landse Toonkunstenaars Vereniging,
in de Stadsschouwburg de gala-pre
mière van Philomeladoor Hendrik
Andriessen, tekst van Jan Engelman,
onder leiding van Paul Pella. De so
listen zijn Joanna Diepenbrock, Greet
Koeman, Louise de Vries, Theo Bay-
lé, Gerard Groot en Jan van Mant-
gem. Charles Roelofsz ontwierp de
décors.
Met ingang van Vrijdag wordt het
programma van de vertoningen in
Damstad gewijzigd. In plaats van een
groot spel komt er gedurende een
toeek iedere avond een groot ballet:
„Oud-Amsterdams Prentenboek" van
Pieter van der Sloot, gedanst door
het ensemble van Sonia Gaskelldat
overdag diverse pas-ae-deux en pas-
de-trois uit het klassieke répertoire
zal uitvoeren. Als klein toneelspel
wordt vertoond „Het treurig spel van
Jan Klaasseri en Katrijn of Onge
schikt voor de houwelijcke staet"
door Hella Haasse, met Ben Groene-
veld, Johan SchmitzJenny van
Maerlant, Annie Verhulst en Chris
Baay. In de Poesjeneiletikelder wor
den voorstellingeji gegeven voor kin
deren (Hans en Grietje, Jantje en
de reus) en voor volwassenen (Hoort
wie klopt daar, De tussenkomst van
Arlequin)
In het Internationaal Cultureel Cen
trum wordt tot 7 Juli een tentoon
stelling gehouden onder de titel
„Fleur en geur van Nederlands to
neel in oude en nieuwe tijd", waar
voornamelijk de aandacht wordt ge
vestigd op de verschillen in de décor-
bouw tussen vroeger en nu. Vrijdag
avond zingt Lys Gauty.
Ook deze regisseur koos voor de ver
tolkers van de hoofdrollen boerinnen en
boeren. Studio's had hij al evenmin nodig
als dure sterren: in Italië zijn nog moeras
sen en onherbergzame landstreken genoeg
om het beeld van het malariagebied, dat
Rome een halve eeuw terug omringde,
weer te geven.
In die verlatenheid verschijnt dan de
familie Goretti, vader Lingi, moeder As-
sunta en hun zes kinderen. Arme,, door het
ongeluk achtervolgde paupers, die tenslotte
met veel moeite een onderdak krijgen bij
een dronkaard en diens zoon. Wat een
idylle had kunnen worden, pakt als een
catastrofe uit: de zoon heeft de geestes
ziekte van zijn moeder geërfd en koestert
een ongezonde begeerte jegens de dochter
Maria, die in haar Christelijk geloof de
narigheden van haar aardse bestaan met
blijmoedigheid weet te dragen. „Goed" en
„kwaad" staan dus duidelijk tegenover
elkaar, hetgeen een zwak punt had kunnen
zijn, ware het niet dat Genina deze tegen
stelling langzamerhand en zonder nadruk
kelijkheid relief geeft.
Ei" zullen wellicht toeschouwers zijn, die
de houding van het meisje toeschrijven
aan een door de omstandigheden en door
een starre interpretatie van een gewijde
tekst geforceerde ontkenning van eigen ge
voelens. Men moet evenwel bedenken, dat
de werkelijke Maria Goretti ook in haar
geestelijke ontwikkeling een kind van
nauwelijks veertien jaar was. Het is onze
mening, dat de regisseur voor deze rol
Een voorbeeld van de „schilderachtige"
fotografie in Maria Goretti".
beter een speelster had kunnen kiezen die
jonger leek dan Ines Orsini, hoe voor
treffelijk deze overigens, en speciaal in de
kerkscène, ook was. Doch zij heeft het
uiterlijk van een meisje van een jaar of
zeventien en dat werkt, gelet op de be
doelingen van de maker, verwarrend.
Deze bedenking neemt niet weg, dat
Genina zijn publiek volkomen in de ban
weet te brengen van de tragiek die er ligt
in het lot van een kind, dat tot elke prijs
de zuiverheid boven de bezoedeling ver
kiest en dan ook metterdaad het hoogste
offer brengt.
De regisseur slaagde er bovendien in de
heiligverklaring, die onlangs plaats vond,
ook voor niet-Roomsen aanvaardbaar te
maken. Zij ligt namelijk in de slotscène,
waarin Maria, nadat zij door haar belager
is doorstoken, met een zegenbede voor haar
moordenaar op de lippen sterft, duidelijk
opgesloten.
Daarmee is men dan weer bij de be
langrijkste eigenschap %'an de Italiaanse
cineasten aangeland: hun afwijzing van
iedere jacht op effect. Genina "toont dat
ook in zijn weergeving van dit afschuwe
lijke boerenbestaan temidden van de dam
pige velden en vennen. Door zijn welover
wogen regie weet hij zijn toeschouwers
iets te laten beseffen van de tragiek die
er schuilt in de, r.aar aardse maatstaven
gerekend, vergeefsheid van al dat geploeter
en gezwoeg. Genina, die met zijn film drie
bekroningen behaalde, heeft een belang
rijk deel van zijn succes zeker ie danken
aan de verzorgde fotografie.
„Maria Goretti" is van Vrijdag af in
het Rembrandt Theater te Haarlem te
J. H. B.