De tegenwoordige mode is de kleine vrouw ter wille paRijse siLhouetten 0* Q !k beging alle fouten, die er te maken zijn Schoudervullmgen verbannen en rokken korter O Artiesten brengen weer leven in Montparnasse Maakt Uw jam en limonade zelf og. in oog ij meer dan één gelegenheid heb ik op deze plaats mijn mening gezegd over de maat schappelijke positie van de vrouw. Mijn lezeressen willen zich herinneren, dat ik bij die gelegenheid een scheidslijn, trok tussen werkende vrouwen binnen- en buitenshuis. Ge schreven over de jonge vrou wen, die haar keuze nog niet hebben bepaald, heb ik toen nog niet. Het is er nu de goede tijd voor. nu de scholen lang zamerhand haar deuren voor een week of wat gaan sluiten en nu een categorie meisjes de banken, waar zij voorbe reidend onderwijs genoten, heeft verlaten. sommige van haar is de toekomst nauwelijks een pro bleem. Zij hebben de kennis opgedaan zonder welke zij geen enkele plaats, welke dan ook, in de maatschappij kun nen veroveren. Zij gaan wel licht nog een cursus machine- schrijven en stenografie volgen en pogen dan een werkkring te verwerven. Op de duur stappen zij dan wel over in het huwelijk en zetten haar werkzaamheden dan in haar huis voort. aar er is een andere groep, die voor een moeilijker keuze staat. Deze jonge vrouwen hebben middelbaar of voorbe reidend hoger onderwijs geno ten. Aanvankelijk misschien niet met de bedoeling om na het met succes beëindigen van de Gymnasium- of H.B.S.-op. leiding de studie aan een Uni- versiteit voort te 2etten. Mattr zij komen in de loop der jaren zo dicht bij de werkelijke bron nen van de wetenschap te staan, dat zij wellicht de on bedwingbare lust in zich voeleh opkomen zich verder de diepst mogeliike kennis in een of an der vak te vergaren. aar al die jonge vrouwen staan voor een keuze. Dezelf de keuze, die de jonge man moet maken na afloop van zijn schooltijd- Er is dit verschil, dat het meisje er waarschijn lijk geen rekening mee houdt, dat zij het vak van haar liefde haar gehele leven zal moeten blijven beoefene^. Want wij zullen nimmer mogen verge ten, dat de aangeboren roe ping van de vrouw het huwe lijk is. Van de andere kant leert de practijk. dat de jonge vrouw er goed aan doet zich zoveel mogelijk te prepareren op een eigen bestaan, waarin het haar niet gegeven zal zijn een eigen gezin te stichten. n deze maanden na de school tijd is het moment van de keuze gekomen. Mijn lezeres sen zullen van mij niet ver wachten. dat ik in deze kolom raad in bijzondere omstandig heden ga geven. Principieel is het zo, dat er aeen verschil is tussen mannelijke en vrouwe lijke beroepen, al zijn er werk zaamheden, die beter door mannen dan door vrouwen kunnen worden uitgeoefend uitsluitend omdat bij deze vakken een grote dosis phy- sieke kracht te pas komt. oor het overige zijn vrouwe lijke en mannelijke arbeiders elkaar volkomen gelijk.' Dit is geen opmerking van een ver woed voorstandster der eman cipatie. Het is eenvoudig het constateren van een feit, dat door de practijk van het dage lijkse leven wordt bevestigd- i r zijn de laatste jaren hier en daar bureaux opgericht, die jonge mensen helpen bij het bepalen van de beroepskeuze- Ik wil niets kwaads zeggen over deze instellingen. In tegendeel. zij hebben veel uit nemend werk gedaan en zij doen dit nog. Maar het spreekt vanzelf, dat de opgroeiende jeugd eigenlijk in staat moet worden geacht samen met ouders, vrienden en leraren een richting te kiezen. Men behoort zich eerst tot een bureau te wenden, indien men er zelf helemaal niet meer uit kan komen. r et gaat hier om een ernstige zaak. Is de keuze goed. dan verhoogt dit de levensblijheid in sterke mate. In het andere geval worden chronisch onte vredenen gekweekt» r n aan de ouders van haar, die een studie aan een Universiteit mogen volgen, zou ik willen zeggen, dat het uit de tijd is verschil te maken tussen zoons en dochters- Ook in het gezin, evenals in het maatschappe lijke leven, behoort het meisje Een klein figuur stelt hoge eisen. Wie onder de honderd pond weegt moet terdege uitkij ken welke kleren zij kiest. Het is natuurlijk erg plezierig om al tijd te horen, dat je zo tenger en fijntjes bent net een por seleinen popje maar de maat jes acht-en-dertig en veertig kennen toch maar al te goed de keerzijde van de medaille. Het is heus niet zo eenvoudig kap sels, jurken en accessoires te vinden, die niet nog nietiger maken! Gelukkig is de huidige mode niemand meer terwille dan juist de kleine vrouw. Denk maar eens aan het korte kapsel, dat, hoe paradoxaal het ook mo ge klinken, beslist lang maakt, terwijl juist de hoge kuif, die kort na de bevrijding zoveel ge zien werd, korte vrouwen op topzware dwergen deed lijken. Het „petite tête" is een uit komst, zowel sluik als met een krans van kleine krulletjes rond het gezicht. Wie licht krullend haar heeft, kan volstaan met een kort bezoekje aan de kapper en de natuur zorgt voor de rest. In het andere geval is een zachte permanent noodzakelijk. Niet alleen de figaro's, maar óók de modekoningen zijn tegen woordig de kleine vróuw goed gezind. Zij hebben de schouder vullingen verbannen, die breed en vierkant maken en, als je klein bent, gedrongen. Daarvoor in de plaats is de natuurlijke schouderlijn gekomen en dat maakt voor de kleine maatjes de wereld verschil! En dat de rok ken iets korter worden is ook al heel prettig, want er bestaat geen onzinniger fabeltje dan dat lange rokken rijzig zouden ma ken. Net zo min als een lange vrouw kleiner schijnt wanneer zij knievrije kleren draagt. Wie confectiekleren koopt doet er goed aan in de winkel de volgende raadgevingen ter harte 1. Koop bij voorkeur kleren die zo ongeveer uw maat zijn en laat anders meteen de coupeuse komen om af te spelden.' Dit geeft .11 gelegenheid om te zien of de jurk of de jas nog wel zo aardig is, wanneer de rok deci meters ingekort moet worden en het lijfje versmald. 2. Wanneer u alleen maar op de bakvisafdeling terecht kunt, kijk dan terdege uit, dat de modellen niet te jeugdig zijn. Een nogal kwade week heeft fret meisje Lilibeth gehad. Haar vader bracht ergens een zeilvacantie door en zij kon klaarblijkelijk enig vertrouwen in de zeilkunde van haar vader niet opbrengen. Zij verklaar de herhaaldelijk zeer nadrukkelijk, dat Pappie met erg gevaarlijk werk bezig was, omdat hij in een klein bootje op het grote water zat. Niettemin beleefde zij ook wel enige glorierijke ogenblikken. Wan neer zij namelijk de prentbriefkaar ten ontving, die Pappie met kwistige hand aan haar verstuurde. Die beel den van water en zeilboten werden met de grootste nauwkeurigheid be keken. Mammie ryoest ieder détail haarfijn uitleggen en nadat het kind elk verhaal, met veel fantasie om iedere briefkaart gesponnen, uit haar lhoofd kende, werden vriendinnetjes en vriendjes uit de buurt deelgenoot dezelfde rechten en plichten i hebben, als de jongen. p deze wijze kweken wij nu reeds vrouwen, die weten op welke plaats zij moeten staan en die de verantwoordelijk, heden aan die plaats verbon den, rustig en zeker van zich zelf, kunnen dragen. HELEN- gemaakt van haar angsten om de natte stunts van Pappie. Wat zij vooral niet kon begrijpen was, dat een zeilboot vooruitgaat door de wind. Diepe rimpels ver schenen dan op het voorhoofd van het kind Lilibeth. En haar „Oh" aan het slot van 4edere uitleg was duide lijk genoeg voor haar gebrek aan in zicht in de wetten van de aërodyna mica. Toen Pappie dan eindelijk thuis kwam-, bekeek het kind Lilibeth hem als ware hij aan de ontzettendste gevaren ontsnapt. Alle keurig be waarde prentbriefkaarten kwamen ogenblikkelijk te voorschijn en Papa kon van voren af aan alle vragen be antwoorden: of hij niet bang was in dat kleine bootje en of het water erg diep was. „En waarom is dat bootje zo klein, Pap?" „Kun je daar niet in wandelen?" „En waar sliep je dan, vader?" Papa poogde met typisch vacantie- geduld alle problemen op te lossen. Totdat het hem teveel werd. Er zijn tenslotte grenzen aan de uit lang vervlogen jaren terugkerende kennis van de mechanica, of hoe dat vak mag heten. „Ga jij, als je vacantie hebt, eens met Pappie mee in zo'n bootje va ren?" Het kind Lilibeth kijkt haar vader aan en werpt dan een blik op een 16 M2-scheepje, dat op een prent briefkaart staat afgebeeld. Het zegt vooralsnog niets. Totdat het kennelijk de oplossing heeft gevonden. „Dat durf ik best, Pappie; maar kun je het bootje dan niet in de badkuip zetten?" En bij zoveel moed past het verder te zwijgen. Lilibeth wordt vast een bekend zeilster. Haal uit de rekken die jurkjes, die niet geheel en al zonder raf finement zijn. 3. Hoedt U voor brede cein tuurs, zware stoffen, overdreven wijde rokken, wijde mouwen en andere logge détails. Kies kleine, bescheiden accesoi- res, zoals één enkel snoertje pa rels. Zware kettingen, armban den, hoeden en tassen zijn beslist taboe en kunnen beter voor zwa re vrouwen gereserveerd blijven. De modellen op de plaatjes zijn speciaal voor kleine tengere vrouwen ontworpen en het beste bewijs, dat U er elegant en goed geproportionneerd uit kunt zien, ook al bent U dan eigenlijk mis schien een tikje onder de maat Arlette MIJN EERSTE ZEILTOCHT Als de regen geen spelbreker is, dan gaan we", waren Hans' laatste woorden voordat we afscheid namen. Ik keek naar de grauwe lucht en hoopte er het beste van. Stel je voor, dat ons plan in het water viel, ons plan om te zeilen. Hans Jiad me theoretische zeillessen gegeven en nu zou dan de grote practische proef komen, waarbij ik kon tonen, dat ik tegelijk denken en handelen kon. In angstige spanning wadhtte ik de Zondag onze zeildag af. 's Zaterdags stroomde het nog van de regen, maar gelukkig, toen ik Zondag's wakker werd, scheen de zon en de hemel was zo strak blauw, dat de wolken hem niet durfden te bevolken. „Voor een vrouw deed je 't heel aardig" I J è.t was zeilweer. Er stond een flinke bries en het enig wit, dat we tegen de hemelkoepel za gen, was het wit van-de zeilen. Een gevoel van vrijheid kwam over me, toen we los raakten van de wal en het zeil begon te bollen. De wind had ons beet en daar gin gen we dan. Om te acclimatiseren en mijn eerste kunsten te vertonen, plaatste Hans mij bij de fokkescho- ten. We hadden de wind schuin te gen en zodra we de haven uit wa ren, zeilden we zo scherp mogelijk by de wind. Ik had de linker fokke- schoot krampachtig vast, om de fok zo strak mogelijk te houden. Het water spatte tegen de boeg en we sneden met grote vaart door de gol ven. Zolang we dezelfde koers hiel den, hadden we het gemakkelijk, omdat andere zeilers, die het zeil ruimer hadden, on ten geven. Wij za boten, die veel minder snel gin gen en ik keek vol bewondering naar Hans, die zo keurig ieder een voorbij schoot. Maar als men zo recht op het doel afgaat, voor ons was dat doel om van de eerste in de tweede plas te komen, dan is men er spoedig. O wee echter dat riet, dat de weg op vele plaatsen verspert! Toen we dicht bij een rietveld waren gekomen, dat voor ons op een zeer ongelegen plaats lag, riep Hans: „We gaan door de wind, denk erom, dat je de fokkeschoot op het goede mo ment laat vie ren". Ik knikte en volgde ge spannen de be weging van het grootzeil. Hans gooide langzaam het roer om en daar begon het grootzeil enigs zins te klappe ren. „Naar stuur boord", klonk 't bevel en meteen doken wy beiden onder 't overslaan de zeil door en terwijl ik de ene fok keschoot liet vieren, trok ik de rech ter stevig aan. Wat verbluft bleef ik zitten kijken, toen alles weer normaal verder ging. Ondertussen had Hans niet gezegd, dat we er met éénmaal door de wind gaan niet waren en aangezien dit nieuw voor me was, dacht ik er niet aan, dat hy voor de tweede maal begon het roer te draaien. Ik keek naar een groot zeiljacht, dat aan de an der zjjde van het rietveld voorby- gleed en waar gebruinde mensen op hun lauweren oftewel badman tels lagen te rusten In het riet Plotseling kreeg ik een klap en door automatisch in de „knip" te zakken, kon ik ptezeU juist be* hoeden voor een onvrijwillig bad. Maar in mijn verbouwereerdheid, hield ik de fokkeschoot vast, „Laat vieren", riep Hans. Dat deed ik. Het kostte me evenwel zoveel moeite de linkerschoot te vinden, dat we uit de koers raakten en niet meer konden verhinderen, dét we in het riet terecht kwamen. „Daar zitten we nu", zei Hans verwijtend, „Ik wou, dat ik in een éênmansbootje zat". „Ja", ant woordde ik benepen en pas nader hand schoot ik in de lach om myn eigen antwoord, dat evengoed op de eerste als op de tweede opmer king van Hans had kunnen slaan. Een feit was, dat ik me stom voel de. Hans probeerde de boot met be hulp van de „pikhaak" los te krij gen. Dat lukte niet zo best en vol wroeging over de begane fout, bood ik aan, in het water te gaan en de boot los te duwen. Ridderlijk als Hans is wilde hij dit natuurlijk niet. Hij stak zich terwijl ik me bescheiden omdraaide in zwem broekje en dook zelf in het water. Hij zakte wel eens weg in de veen- Geheimen der schoonheid Montparnasse bezat sedert jaren de reputatie, een vrolijke ar tiesten wijk te zijn. Maar de laatste tijd werd het er hoe langer hoe saaier. Montmartre en Saint-germain des-Prés hebben het oude Montpar- no (zoals de Parijzenaars zéggen) als uitgaansoord voorbij gestreefd. De bewoners zijn over deze gang van zaken in het geheel niet te spreken en zij vinden dat hier hoog nodig verandering in moet komen. Het belooft dus wat gezelliger te gaan worden. Een groepje schilders en beeldhouwers hebben voor dit doel een comité opgericht. Er werd besloten eerst een race op fietsen te organiseren. Deze race wordt ge houden op de oudste fietsen die de deelnemende artiesten te pakken kunnen krijgen Er mag alleen van de trottoirs gebruik worden gemaakt. Op het kruispunt Montpamasse-Kar- pail wil men voorts 'n fontein plaat sen, waaruit de wijn in een héél dim straaltje te voorschijn zal komen om de eventuele liefhebbers van deze drank gratis te laven. Op de hoek van de rue Vavin stelt men zich voor, een schiettent te plaatsen. Als doelwitten zullen de hoofden van de voornaamste kunstcritici fungeren Als de zaak loopt, hoop ik er nader van te vertellen. Geen Franse krant, of de heren redacteuren zijn zo vriendelijk een hele of halve pagina aan Mada me te wijden. Het gaat dan meestal over mode, maar ook heel veel over schoonheidsverzorging. Men steekt er veel van op. Bijvoorbeeld dat wij er dez! zomer allemaal beeldschoon uit kunnen zien, dank zijde zo mergroenten en het fruit. Door veel vruchten en sla te eten, maar ook door er onze gezichten mee te bewerken. Drieduizend jaar voor Christus schijnt een Egyptische koningin, Atsositoe zulks al door te hebben gehad. Zij bereidde n.L een papje van abrikozen, vijgen en co- cosmelk en bestreek daarmede haar nobele gelaat. Groenten en fruit hebben zo al duizenden jaren in dienst der vrou welijke schoonheid gestaan en ook de moderne wetenschap doet eigen lijk weinig anders dan die lessen van het verleden volgen: uit komkom- Een boot als de achtige bodem maar tenslotte had hij toch een steuntje gevonden en vandaar slaagde hij er in, de boot in beweging te brengen. „Los", kreet ik verrukt, toen de boot in eens begon te schommelen. Ik trok óe zeilen aan, omklemde de helm stok (die in verbinding staat met het roer) en Hans klom in de boot. Toen we de derde maal door de wind gingen, was ik op m'n hoede en weldra dobberden we op de tweede plas. Hans stuurde met vaste hand en omdat we gunstig voeren, zeilden wij bijna ongemerkt de plassen over. Een enkele maal veranderden we van koers .zodat het zeil over de andere kant van de boot kwam te staan, maar er gebeurden geen ongelukken meer. Ik reageerde vlot op de bewegingen van het groot zeil. Dat vond ik wel een kracht toer, want mtjn handen begonnen pijn te doen van het krampachtig vasthouden van de fokkeschoot. De rust, die we namen op een eilandje vanwaar we alle plassen konden overzien, was dus welverdiend. We aten en luierden. De witte zeilen boven de lichtbruin glanzende bo ten zweefden in de verte voorbij. En de wereld leek uit niets anders te bestaan dan uit water, lucht en zon. De mensen leken vry en zorge loos en wij, wij droomden in de warmte op het eilandje. Er kwamen evenwel kleine wolken aandrijven en de wind nam toe. „Zullen we gaan?" vroeg Hans en ik stemde toe. „Nu jij aan het roer en het grootzeil". Ik nam mijn nieuwe plaats in. Met de kop in de wind We vervolgden onze tocht. De wind bleek te draaien, zodat wij eerst voor de wind konden zeilen, de vijfde plas in. Dat gaf geen moeite, zolang ik zorgde, dat de wind niet om het zeil heen kwam. Soms klap perde het grootzeil even, maar dank zij Hans. zwaaide het niet om. Moeilijker werd het, toen wij uit de vijfde plas weer naar onze haven wilden terugkeren. De boot ging bij na recht tegen de hoger wordende golven in, en terwijl de wind de zei len deed bol staan, gutste het buis water naar binnen. In korte tijd wa ren we drijfnat en de boot glom van het water. „We kunnen wel gaan hengelen", zei ik, wijzend op de „kuip", waarin een bodempje water kwam te staan. Hans ging hozen, maar het blik, dat wij daarvoor hadden, was niet voldoende om de boot droog te hou den. Enfin, we zeilden en we gingen heerlijk schuin. „Net een film", dacht ik. Het water was grauwer geworden en met veel vaart passeerden ons andere boten. Een motorboot veroor zaakte zoveel deining, dat ik bijna de kluts kwijt raakte. We bereikten, nat, maar welge moed de vierde plas en daar konden wij weer voor de wind (met de wind •chter) zeilen. En alsof het noodlot er mee speelde, alle „geip"-neigingen had ik nog juist kunnen verhinde ren, tot we in het gezicht van de ha ven, d.w.z. op de tweede plas, bijna strandden. Een kano dobberde wild voor ons uit en een B.M. kwam van tegenovergestelde richting. Ik wilde links de kano passeren, omdat de andere zeilboot van rechts aan kwam, maar ik dacht er niet aan, dat de wind niet meer uit de juiste rich ting in het zeil blies, doordat ik naar links uitweek. En voordat ik er erg in had en TIans tussen beide kon komen sloeg het grootzeil met een .geweldige slag over, tegen het want. Hans kon net op tijd de ergste slag van de giek breken door er aan te gaan hangen en zo bleven we ge spaard voor een afgeknapte stang of een gebroken mast. We passeerden de kano rakelings. Tot ons geluk was er geen andere boot in de buurt, zo dat wij de zeilen weer in onze macht konden krijgen. „Ik zal wel weer sturen", zei Hans zwijgend en schuldbewust, bediende ik weer de fokkei choot Zonder verdere lotgevallen arri veerden wij aan onze steiger. „Het spijt me, dat ik je zoveel last heb veroorzaakt", zei ik deemoedig tegen Hans. „Het was anders net zo fijn" „Hindert niet", troostte Hans verte derd, en in zijn volgend antwoord lag, zonder dat hij het bedoelde een beschuldiging: „Voor een vrouw deed je het werkelijk heel aardig...". DAPHNE, ._j, wortels, tomaten, aardbeien, etc. worden stimulerende bestand delen gedistilleerd om ze daarna in crèmes en lotions te verwerken. Deze moderne middelen zijn na tuurlijk zeer goed maar zij kunnen toch niet altijd concurreren met de natuurlijke producten. Vanwege de rijkdom aan vitaminen vooral. Laten wij dus ook profiteren van de zo mer met behulp van de moestuin. De wortel staat hoog aangeschre ven, omdat daar carotine inzit, met het sap bestrijkt u een poosje uw gezicht, laat het rustig een 20 minu ten inwerken en spoelt het met lauw water weg. Mocht U hier of daar een rimpeltje hebben dan is het wortel- sap geschikt om dit te verhelpen. Wanneer u bovendien nog 'n glaasje /an dit vocht drinkt komt dat weer uw frisse kleur ten goede. De kom kommer doet voor de wortel nauwe lijks onder. Dat wist u zeker al. U kunt met de schillen over het ge zicht aaien maar van het komkom- mersap ook een prachtig schoon heidsmasker maken. Het recept luidt: 1 lepel sap; 1 le pel melk of room; 1 geklopt eiwit; waarna nog 20 druppels rozenwater en 20 druppels ben join raoetep wor den toegevoegd.. Ook 25 minuten op het gezicht laten, en dan weer af spoelen. Het '"omkommersap is te vens een prac' tig astringerend mid del, vooral als u een vette huid bezit. Zelfs de kropsla schijnt toverkracht te bbzitten en wij lezen dan dat eni ge slabladeren op het aangezicht verzachtend en verfrissend werden. Bovendien zeer goed tegen zonne brand en vervelling van de huid. De tomaat tenslotte dient met ere ver meld. Tomatensap, vermengd met een lepeltje glycerine een een beetje zout doet wonderen voor de handen. En als u beslist nóg iets slanker wenst te worden dan moet u het sap van een kool drinken. Dit zijn de laatste schoonheidsnieiïWtjes uit Pa rijs. Het is allicht eens te proberen en u zult toegeven dat het geen kost bare recepten zijn. Paris, 28 Juni 1950. eve. Het aardbeien- en kersenseizoen duurt maar kort: slechts in de maan den Juni en Juli kunnen wij van dit zachte zomerfruit genieten. We zouden van de geurigheid van de aardbeien en die zoete frisheid van de kersen wel iets willen vasthou den voor de lange wintermaanden. Dat kan al moeten wij bij het maken van een wintervoorraadje jam, vruchten op sap of limonade niet vergeten, dat vers fruit onver vangbaar is en we daarvan dus in de eerste plaats moeten profiteren zolang de zon het laat rijpen. Wanneer men echter veel fruit uit eigen tuin heeft of goedkoop een voorraadje in kan slaan, is mus men er de tijd voor heeft inma ken wel aan te raden. Als men dan te werk gaat volgens deugdelijke re cepten, zoals de hieronder staande, betekent het meestal een besparing. Bovendien smaakt zulke zelfgemaak te jam, e.d. heerlijk! Jam van aardbeien (2 a 3 potjes). 1 kg aardbeien, 3/4 kg suiker, sap van 1 citroen of 3 g citroenzuur. De vruchten van steeltjes en kroontjes ontdoen, wassen, fijndruk- ken en op een matig vuur verwar men tot zij zacht zijn. Het citroen sap of citroenzuur (dit laatste lost men op in een weinig water) toe voegen. De vruchtenmassa inkoken tot 2/3 van het volume. (Dit kan men bijv. meten met de steel van een houten lepel). De suiker er bij doen en de jam verder laten inko ken totdat een paar druppels, op een bord afgekoeld, niet meer uitvloeien. Er onderwijl door goed roeren zorg voor dragen, dat de jam niet aan brandt. De jam heet in goed schoon gemaakte jampotjes overdoeh, die, om stukspringen te voorkomen, op een plankje of in een teil met warm water zijn geplaatst. De potjes af sluiten met een stukje vochtig cello faan of perkamentpapier, dat met 'n touwtje strak om de potjes wordt gespannen. Men kan de jam voor het afsluiten van de potjes ook nog bedekken met een laagje gesmolten paraffine. Kersen op sap. 1 kg kersen schoonmaken, wassen en op een vergiet laten uitlekken (men kan de pitten desgewenst met een kersenpitter of een staafje ma caroni verwijderen). Het fruit overdoen in goed schoongemaakte inmaakglazen. De flessen niet te vol doen en bijvullen met water, waarin naar verkiezing 25 50 g suiker per dl water (d.i. 3 a 5 eetlepels suiker per kopje water) en enige druppels citroensap zijn op gelost. De flessen niet hoger vullen dan tot plm. 3 cm onder de rand. De flessen sluiten met uitgekookte gummiringen en schone deksels. De klemmen er op doen. De flessen in een inmaak-ketel plaatsen. Deze met water vullen tot ongeveer gelijke hoogte als de inhoud der flessen. Het water op een temperatuur van 80° C. laten komen en de kersen gedurende 30 minuten bij deze temperatuur pasteuriseren. De flesöen laten af koelen. De volgende dag de klem men verwijderen en controleren of de flessen goed gesloten zijn. Vrouwen pagina van Zaterdag 15 Juli 1950 65ste Jaargang No. 19601

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1950 | | pagina 7