De tegenwoordige mode is de
kleine vrouw ter wille
paRijse siLhouetten
0*
Q
!k beging alle fouten,
die er te maken zijn
Schoudervullmgen verbannen
en rokken korter
O
Artiesten brengen weer
leven in Montparnasse
Maakt Uw jam
en limonade zelf
og. in oog
ij meer dan één gelegenheid
heb ik op deze plaats mijn
mening gezegd over de maat
schappelijke positie van de
vrouw. Mijn lezeressen willen
zich herinneren, dat ik bij die
gelegenheid een scheidslijn,
trok tussen werkende vrouwen
binnen- en buitenshuis. Ge
schreven over de jonge vrou
wen, die haar keuze nog niet
hebben bepaald, heb ik toen
nog niet. Het is er nu de goede
tijd voor. nu de scholen lang
zamerhand haar deuren voor
een week of wat gaan sluiten
en nu een categorie meisjes
de banken, waar zij voorbe
reidend onderwijs genoten,
heeft verlaten.
sommige van haar is de
toekomst nauwelijks een pro
bleem. Zij hebben de kennis
opgedaan zonder welke zij
geen enkele plaats, welke dan
ook, in de maatschappij kun
nen veroveren. Zij gaan wel
licht nog een cursus machine-
schrijven en stenografie volgen
en pogen dan een werkkring
te verwerven. Op de duur
stappen zij dan wel over in
het huwelijk en zetten haar
werkzaamheden dan in haar
huis voort.
aar er is een andere groep,
die voor een moeilijker keuze
staat. Deze jonge vrouwen
hebben middelbaar of voorbe
reidend hoger onderwijs geno
ten. Aanvankelijk misschien
niet met de bedoeling om na
het met succes beëindigen van
de Gymnasium- of H.B.S.-op.
leiding de studie aan een Uni-
versiteit voort te 2etten. Mattr
zij komen in de loop der jaren
zo dicht bij de werkelijke bron
nen van de wetenschap te
staan, dat zij wellicht de on
bedwingbare lust in zich voeleh
opkomen zich verder de diepst
mogeliike kennis in een of an
der vak te vergaren.
aar al die jonge vrouwen
staan voor een keuze. Dezelf
de keuze, die de jonge man
moet maken na afloop van zijn
schooltijd- Er is dit verschil,
dat het meisje er waarschijn
lijk geen rekening mee houdt,
dat zij het vak van haar liefde
haar gehele leven zal moeten
blijven beoefene^. Want wij
zullen nimmer mogen verge
ten, dat de aangeboren roe
ping van de vrouw het huwe
lijk is. Van de andere kant
leert de practijk. dat de jonge
vrouw er goed aan doet zich
zoveel mogelijk te prepareren
op een eigen bestaan, waarin
het haar niet gegeven zal zijn
een eigen gezin te stichten.
n deze maanden na de school
tijd is het moment van de
keuze gekomen. Mijn lezeres
sen zullen van mij niet ver
wachten. dat ik in deze kolom
raad in bijzondere omstandig
heden ga geven. Principieel is
het zo, dat er aeen verschil is
tussen mannelijke en vrouwe
lijke beroepen, al zijn er werk
zaamheden, die beter door
mannen dan door vrouwen
kunnen worden uitgeoefend
uitsluitend omdat bij deze
vakken een grote dosis phy-
sieke kracht te pas komt.
oor het overige zijn vrouwe
lijke en mannelijke arbeiders
elkaar volkomen gelijk.' Dit is
geen opmerking van een ver
woed voorstandster der eman
cipatie. Het is eenvoudig het
constateren van een feit, dat
door de practijk van het dage
lijkse leven wordt bevestigd-
i r zijn de laatste jaren hier en
daar bureaux opgericht, die
jonge mensen helpen bij het
bepalen van de beroepskeuze-
Ik wil niets kwaads zeggen
over deze instellingen. In
tegendeel. zij hebben veel uit
nemend werk gedaan en zij
doen dit nog. Maar het spreekt
vanzelf, dat de opgroeiende
jeugd eigenlijk in staat moet
worden geacht samen met
ouders, vrienden en leraren
een richting te kiezen. Men
behoort zich eerst tot een
bureau te wenden, indien men
er zelf helemaal niet meer uit
kan komen.
r
et gaat hier om een ernstige
zaak. Is de keuze goed. dan
verhoogt dit de levensblijheid
in sterke mate. In het andere
geval worden chronisch onte
vredenen gekweekt»
r n aan de ouders van haar, die
een studie aan een Universiteit
mogen volgen, zou ik willen
zeggen, dat het uit de tijd is
verschil te maken tussen zoons
en dochters- Ook in het gezin,
evenals in het maatschappe
lijke leven, behoort het meisje
Een klein figuur stelt hoge
eisen. Wie onder de honderd
pond weegt moet terdege uitkij
ken welke kleren zij kiest. Het
is natuurlijk erg plezierig om al
tijd te horen, dat je zo tenger
en fijntjes bent net een por
seleinen popje maar de maat
jes acht-en-dertig en veertig
kennen toch maar al te goed de
keerzijde van de medaille. Het
is heus niet zo eenvoudig kap
sels, jurken en accessoires te
vinden, die niet nog nietiger
maken! Gelukkig is de huidige
mode niemand meer terwille dan
juist de kleine vrouw. Denk
maar eens aan het korte kapsel,
dat, hoe paradoxaal het ook mo
ge klinken, beslist lang maakt,
terwijl juist de hoge kuif, die
kort na de bevrijding zoveel ge
zien werd, korte vrouwen op
topzware dwergen deed lijken.
Het „petite tête" is een uit
komst, zowel sluik als met een
krans van kleine krulletjes rond
het gezicht. Wie licht krullend
haar heeft, kan volstaan met een
kort bezoekje aan de kapper en
de natuur zorgt voor de rest. In
het andere geval is een zachte
permanent noodzakelijk.
Niet alleen de figaro's, maar
óók de modekoningen zijn tegen
woordig de kleine vróuw goed
gezind. Zij hebben de schouder
vullingen verbannen, die breed
en vierkant maken en, als je
klein bent, gedrongen. Daarvoor
in de plaats is de natuurlijke
schouderlijn gekomen en dat
maakt voor de kleine maatjes de
wereld verschil! En dat de rok
ken iets korter worden is ook al
heel prettig, want er bestaat
geen onzinniger fabeltje dan dat
lange rokken rijzig zouden ma
ken. Net zo min als een lange
vrouw kleiner schijnt wanneer zij
knievrije kleren draagt.
Wie confectiekleren koopt
doet er goed aan in de winkel de
volgende raadgevingen ter harte
1. Koop bij voorkeur kleren
die zo ongeveer uw maat zijn en
laat anders meteen de coupeuse
komen om af te spelden.' Dit
geeft .11 gelegenheid om te zien
of de jurk of de jas nog wel zo
aardig is, wanneer de rok deci
meters ingekort moet worden en
het lijfje versmald.
2. Wanneer u alleen maar
op de bakvisafdeling terecht
kunt, kijk dan terdege uit, dat
de modellen niet te jeugdig zijn.
Een nogal kwade week heeft fret
meisje Lilibeth gehad. Haar
vader bracht ergens een zeilvacantie
door en zij kon klaarblijkelijk enig
vertrouwen in de zeilkunde van haar
vader niet opbrengen. Zij verklaar
de herhaaldelijk zeer nadrukkelijk,
dat Pappie met erg gevaarlijk werk
bezig was, omdat hij in een klein
bootje op het grote water zat.
Niettemin beleefde zij ook wel
enige glorierijke ogenblikken. Wan
neer zij namelijk de prentbriefkaar
ten ontving, die Pappie met kwistige
hand aan haar verstuurde. Die beel
den van water en zeilboten werden
met de grootste nauwkeurigheid be
keken. Mammie ryoest ieder détail
haarfijn uitleggen en nadat het kind
elk verhaal, met veel fantasie om
iedere briefkaart gesponnen, uit haar
lhoofd kende, werden vriendinnetjes
en vriendjes uit de buurt deelgenoot
dezelfde rechten en plichten i
hebben, als de jongen.
p deze wijze kweken wij nu
reeds vrouwen, die weten op
welke plaats zij moeten staan
en die de verantwoordelijk,
heden aan die plaats verbon
den, rustig en zeker van zich
zelf, kunnen dragen.
HELEN-
gemaakt van haar angsten om de
natte stunts van Pappie.
Wat zij vooral niet kon begrijpen
was, dat een zeilboot vooruitgaat
door de wind. Diepe rimpels ver
schenen dan op het voorhoofd van
het kind Lilibeth. En haar „Oh" aan
het slot van 4edere uitleg was duide
lijk genoeg voor haar gebrek aan in
zicht in de wetten van de aërodyna
mica.
Toen Pappie dan eindelijk thuis
kwam-, bekeek het kind Lilibeth hem
als ware hij aan de ontzettendste
gevaren ontsnapt. Alle keurig be
waarde prentbriefkaarten kwamen
ogenblikkelijk te voorschijn en Papa
kon van voren af aan alle vragen be
antwoorden: of hij niet bang was in
dat kleine bootje en of het water erg
diep was. „En waarom is dat bootje
zo klein, Pap?" „Kun je daar niet in
wandelen?"
„En waar sliep je dan, vader?"
Papa poogde met typisch vacantie-
geduld alle problemen op te lossen.
Totdat het hem teveel werd. Er zijn
tenslotte grenzen aan de uit lang
vervlogen jaren terugkerende kennis
van de mechanica, of hoe dat vak
mag heten.
„Ga jij, als je vacantie hebt, eens
met Pappie mee in zo'n bootje va
ren?"
Het kind Lilibeth kijkt haar vader
aan en werpt dan een blik op een
16 M2-scheepje, dat op een prent
briefkaart staat afgebeeld. Het zegt
vooralsnog niets.
Totdat het kennelijk de oplossing
heeft gevonden. „Dat durf ik best,
Pappie; maar kun je het bootje dan
niet in de badkuip zetten?"
En bij zoveel moed past het verder
te zwijgen. Lilibeth wordt vast een
bekend zeilster.
Haal uit de rekken die jurkjes,
die niet geheel en al zonder raf
finement zijn.
3. Hoedt U voor brede cein
tuurs, zware stoffen, overdreven
wijde rokken, wijde mouwen en
andere logge détails.
Kies kleine, bescheiden accesoi-
res, zoals één enkel snoertje pa
rels. Zware kettingen, armban
den, hoeden en tassen zijn beslist
taboe en kunnen beter voor zwa
re vrouwen gereserveerd blijven.
De modellen op de plaatjes
zijn speciaal voor kleine tengere
vrouwen ontworpen en het beste
bewijs, dat U er elegant en goed
geproportionneerd uit kunt zien,
ook al bent U dan eigenlijk mis
schien een tikje onder de maat
Arlette
MIJN EERSTE ZEILTOCHT
Als de regen geen spelbreker is, dan gaan we", waren Hans'
laatste woorden voordat we afscheid namen. Ik keek naar de
grauwe lucht en hoopte er het beste van. Stel je voor, dat ons plan
in het water viel, ons plan om te zeilen. Hans Jiad me theoretische
zeillessen gegeven en nu zou dan de grote practische proef komen,
waarbij ik kon tonen, dat ik tegelijk denken en handelen kon.
In angstige spanning wadhtte ik de Zondag onze zeildag
af. 's Zaterdags stroomde het nog van de regen, maar gelukkig,
toen ik Zondag's wakker werd, scheen de zon en de hemel was zo
strak blauw, dat de wolken hem niet durfden te bevolken.
„Voor een vrouw deed
je 't heel aardig"
I J è.t was zeilweer. Er stond een
flinke bries en het enig wit,
dat we tegen de hemelkoepel za
gen, was het wit van-de zeilen.
Een gevoel van vrijheid kwam
over me, toen we los raakten van
de wal en het zeil begon te bollen.
De wind had ons beet en daar gin
gen we dan. Om te acclimatiseren
en mijn eerste kunsten te vertonen,
plaatste Hans mij bij de fokkescho-
ten. We hadden de wind schuin te
gen en zodra we de haven uit wa
ren, zeilden we zo scherp mogelijk
by de wind. Ik had de linker fokke-
schoot krampachtig vast, om de fok
zo strak mogelijk te houden. Het
water spatte tegen de boeg en we
sneden met grote vaart door de gol
ven. Zolang we dezelfde koers hiel
den, hadden we het gemakkelijk,
omdat andere zeilers, die het zeil
ruimer hadden, on
ten geven. Wij za
boten, die veel
minder snel gin
gen en ik keek
vol bewondering
naar Hans, die
zo keurig ieder
een voorbij
schoot. Maar als
men zo recht op
het doel afgaat,
voor ons was dat
doel om van de
eerste in de
tweede plas te
komen, dan is
men er spoedig.
O wee echter dat
riet, dat de weg
op vele plaatsen
verspert! Toen
we dicht bij een
rietveld waren
gekomen, dat
voor ons op een
zeer ongelegen
plaats lag, riep
Hans: „We gaan
door de wind,
denk erom, dat
je de fokkeschoot
op het goede mo
ment laat vie
ren". Ik knikte
en volgde ge
spannen de be
weging van het
grootzeil. Hans
gooide langzaam
het roer om en
daar begon het
grootzeil enigs
zins te klappe
ren. „Naar stuur
boord", klonk 't bevel en meteen
doken wy beiden onder 't overslaan
de zeil door en terwijl ik de ene fok
keschoot liet vieren, trok ik de rech
ter stevig aan. Wat verbluft bleef
ik zitten kijken, toen alles weer
normaal verder ging. Ondertussen
had Hans niet gezegd, dat we er
met éénmaal door de wind gaan
niet waren en aangezien dit nieuw
voor me was, dacht ik er niet aan,
dat hy voor de tweede maal begon
het roer te draaien. Ik keek naar
een groot zeiljacht, dat aan de an
der zjjde van het rietveld voorby-
gleed en waar gebruinde mensen
op hun lauweren oftewel badman
tels lagen te rusten
In het riet
Plotseling kreeg ik een klap en
door automatisch in de „knip" te
zakken, kon ik ptezeU juist be*
hoeden voor een onvrijwillig bad.
Maar in mijn verbouwereerdheid,
hield ik de fokkeschoot vast, „Laat
vieren", riep Hans. Dat deed ik.
Het kostte me evenwel zoveel
moeite de linkerschoot te vinden,
dat we uit de koers raakten en niet
meer konden verhinderen, dét we
in het riet terecht kwamen.
„Daar zitten we nu", zei Hans
verwijtend, „Ik wou, dat ik in een
éênmansbootje zat". „Ja", ant
woordde ik benepen en pas nader
hand schoot ik in de lach om myn
eigen antwoord, dat evengoed op
de eerste als op de tweede opmer
king van Hans had kunnen slaan.
Een feit was, dat ik me stom voel
de.
Hans probeerde de boot met be
hulp van de „pikhaak" los te krij
gen. Dat lukte niet zo best en vol
wroeging over de begane fout,
bood ik aan, in het water te gaan
en de boot los te duwen. Ridderlijk
als Hans is wilde hij dit natuurlijk
niet. Hij stak zich terwijl ik me
bescheiden omdraaide in zwem
broekje en dook zelf in het water.
Hij zakte wel eens weg in de veen-
Geheimen der schoonheid
Montparnasse bezat sedert jaren
de reputatie, een vrolijke ar
tiesten wijk te zijn. Maar de laatste
tijd werd het er hoe langer hoe
saaier. Montmartre en Saint-germain
des-Prés hebben het oude Montpar-
no (zoals de Parijzenaars zéggen) als
uitgaansoord voorbij gestreefd.
De bewoners zijn over deze gang
van zaken in het geheel niet te
spreken en zij vinden dat hier hoog
nodig verandering in moet komen.
Het belooft dus wat gezelliger te
gaan worden. Een groepje schilders
en beeldhouwers hebben voor dit
doel een comité opgericht. Er werd
besloten eerst een race op fietsen
te organiseren. Deze race wordt ge
houden op de oudste fietsen die de
deelnemende artiesten te pakken
kunnen krijgen Er mag alleen van de
trottoirs gebruik worden gemaakt.
Op het kruispunt Montpamasse-Kar-
pail wil men voorts 'n fontein plaat
sen, waaruit de wijn in een héél dim
straaltje te voorschijn zal komen
om de eventuele liefhebbers van
deze drank gratis te laven. Op de
hoek van de rue Vavin stelt men
zich voor, een schiettent te plaatsen.
Als doelwitten zullen de hoofden van
de voornaamste kunstcritici fungeren
Als de zaak loopt, hoop ik er nader
van te vertellen.
Geen Franse krant, of de heren
redacteuren zijn zo vriendelijk
een hele of halve pagina aan Mada
me te wijden. Het gaat dan meestal
over mode, maar ook heel veel over
schoonheidsverzorging. Men steekt
er veel van op. Bijvoorbeeld dat wij
er dez! zomer allemaal beeldschoon
uit kunnen zien, dank zijde zo
mergroenten en het fruit.
Door veel vruchten en sla te eten,
maar ook door er onze gezichten
mee te bewerken. Drieduizend jaar
voor Christus schijnt een Egyptische
koningin, Atsositoe zulks al door te
hebben gehad. Zij bereidde n.L een
papje van abrikozen, vijgen en co-
cosmelk en bestreek daarmede haar
nobele gelaat.
Groenten en fruit hebben zo al
duizenden jaren in dienst der vrou
welijke schoonheid gestaan en ook
de moderne wetenschap doet eigen
lijk weinig anders dan die lessen van
het verleden volgen: uit komkom-
Een boot als de
achtige bodem maar tenslotte had
hij toch een steuntje gevonden en
vandaar slaagde hij er in, de boot
in beweging te brengen. „Los",
kreet ik verrukt, toen de boot in
eens begon te schommelen. Ik trok
óe zeilen aan, omklemde de helm
stok (die in verbinding staat met
het roer) en Hans klom in de boot.
Toen we de derde maal door de
wind gingen, was ik op m'n hoede
en weldra dobberden we op de
tweede plas.
Hans stuurde met vaste hand en
omdat we gunstig voeren, zeilden
wij bijna ongemerkt de plassen
over. Een enkele maal veranderden
we van koers .zodat het zeil over
de andere kant van de boot kwam
te staan, maar er gebeurden geen
ongelukken meer. Ik reageerde vlot
op de bewegingen van het groot
zeil. Dat vond ik wel een kracht
toer, want mtjn handen begonnen
pijn te doen van het krampachtig
vasthouden van de fokkeschoot. De
rust, die we namen op een eilandje
vanwaar we alle plassen konden
overzien, was dus welverdiend. We
aten en luierden. De witte zeilen
boven de lichtbruin glanzende bo
ten zweefden in de verte voorbij.
En de wereld leek uit niets anders
te bestaan dan uit water, lucht en
zon. De mensen leken vry en zorge
loos en wij, wij droomden in de
warmte op het eilandje.
Er kwamen evenwel kleine wolken
aandrijven en de wind nam toe.
„Zullen we gaan?" vroeg Hans en ik
stemde toe. „Nu jij aan het roer en
het grootzeil". Ik nam mijn nieuwe
plaats in.
Met de kop in de wind
We vervolgden onze tocht. De
wind bleek te draaien, zodat wij
eerst voor de wind konden zeilen, de
vijfde plas in. Dat gaf geen moeite,
zolang ik zorgde, dat de wind niet
om het zeil heen kwam. Soms klap
perde het grootzeil even, maar dank
zij Hans. zwaaide het niet om.
Moeilijker werd het, toen wij uit
de vijfde plas weer naar onze haven
wilden terugkeren. De boot ging bij
na recht tegen de hoger wordende
golven in, en terwijl de wind de zei
len deed bol staan, gutste het buis
water naar binnen. In korte tijd wa
ren we drijfnat en de boot glom van
het water. „We kunnen wel gaan
hengelen", zei ik, wijzend op de
„kuip", waarin een bodempje water
kwam te staan.
Hans ging hozen, maar het blik,
dat wij daarvoor hadden, was niet
voldoende om de boot droog te hou
den. Enfin, we zeilden en we gingen
heerlijk schuin. „Net een film", dacht
ik. Het water was grauwer geworden
en met veel vaart passeerden ons
andere boten. Een motorboot veroor
zaakte zoveel deining, dat ik bijna
de kluts kwijt raakte.
We bereikten, nat, maar welge
moed de vierde plas en daar konden
wij weer voor de wind (met de wind
•chter) zeilen. En alsof het noodlot
er mee speelde, alle „geip"-neigingen
had ik nog juist kunnen verhinde
ren, tot we in het gezicht van de ha
ven, d.w.z. op de tweede plas, bijna
strandden. Een kano dobberde wild
voor ons uit en een B.M. kwam van
tegenovergestelde richting. Ik wilde
links de kano passeren, omdat de
andere zeilboot van rechts aan
kwam, maar ik dacht er niet aan, dat
de wind niet meer uit de juiste rich
ting in het zeil blies, doordat ik naar
links uitweek. En voordat ik er erg
in had en TIans tussen beide kon
komen sloeg het grootzeil met een
.geweldige slag over, tegen het want.
Hans kon net op tijd de ergste slag
van de giek breken door er aan te
gaan hangen en zo bleven we ge
spaard voor een afgeknapte stang of
een gebroken mast. We passeerden
de kano rakelings. Tot ons geluk was
er geen andere boot in de buurt, zo
dat wij de zeilen weer in onze macht
konden krijgen. „Ik zal wel weer
sturen", zei Hans zwijgend en
schuldbewust, bediende ik weer de
fokkei choot
Zonder verdere lotgevallen arri
veerden wij aan onze steiger. „Het
spijt me, dat ik je zoveel last heb
veroorzaakt", zei ik deemoedig tegen
Hans. „Het was anders net zo fijn"
„Hindert niet", troostte Hans verte
derd, en in zijn volgend antwoord
lag, zonder dat hij het bedoelde een
beschuldiging: „Voor een vrouw
deed je het werkelijk heel aardig...".
DAPHNE,
._j, wortels, tomaten, aardbeien,
etc. worden stimulerende bestand
delen gedistilleerd om ze daarna in
crèmes en lotions te verwerken.
Deze moderne middelen zijn na
tuurlijk zeer goed maar zij kunnen
toch niet altijd concurreren met de
natuurlijke producten. Vanwege de
rijkdom aan vitaminen vooral. Laten
wij dus ook profiteren van de zo
mer met behulp van de moestuin.
De wortel staat hoog aangeschre
ven, omdat daar carotine inzit, met
het sap bestrijkt u een poosje uw
gezicht, laat het rustig een 20 minu
ten inwerken en spoelt het met lauw
water weg. Mocht U hier of daar een
rimpeltje hebben dan is het wortel-
sap geschikt om dit te verhelpen.
Wanneer u bovendien nog 'n glaasje
/an dit vocht drinkt komt dat weer
uw frisse kleur ten goede. De kom
kommer doet voor de wortel nauwe
lijks onder. Dat wist u zeker al. U
kunt met de schillen over het ge
zicht aaien maar van het komkom-
mersap ook een prachtig schoon
heidsmasker maken.
Het recept luidt: 1 lepel sap; 1 le
pel melk of room; 1 geklopt eiwit;
waarna nog 20 druppels rozenwater
en 20 druppels ben join raoetep wor
den toegevoegd.. Ook 25 minuten op
het gezicht laten, en dan weer af
spoelen. Het '"omkommersap is te
vens een prac' tig astringerend mid
del, vooral als u een vette huid bezit.
Zelfs de kropsla schijnt toverkracht
te bbzitten en wij lezen dan dat eni
ge slabladeren op het aangezicht
verzachtend en verfrissend werden.
Bovendien zeer goed tegen zonne
brand en vervelling van de huid. De
tomaat tenslotte dient met ere ver
meld. Tomatensap, vermengd met
een lepeltje glycerine een een beetje
zout doet wonderen voor de handen.
En als u beslist nóg iets slanker
wenst te worden dan moet u het sap
van een kool drinken. Dit zijn de
laatste schoonheidsnieiïWtjes uit Pa
rijs.
Het is allicht eens te proberen en
u zult toegeven dat het geen kost
bare recepten zijn.
Paris, 28 Juni 1950. eve.
Het aardbeien- en kersenseizoen
duurt maar kort: slechts in de maan
den Juni en Juli kunnen wij van
dit zachte zomerfruit genieten. We
zouden van de geurigheid van de
aardbeien en die zoete frisheid van
de kersen wel iets willen vasthou
den voor de lange wintermaanden.
Dat kan al moeten wij bij het
maken van een wintervoorraadje
jam, vruchten op sap of limonade
niet vergeten, dat vers fruit onver
vangbaar is en we daarvan dus in
de eerste plaats moeten profiteren
zolang de zon het laat rijpen.
Wanneer men echter veel fruit uit
eigen tuin heeft of goedkoop een
voorraadje in kan slaan, is mus
men er de tijd voor heeft inma
ken wel aan te raden. Als men dan
te werk gaat volgens deugdelijke re
cepten, zoals de hieronder staande,
betekent het meestal een besparing.
Bovendien smaakt zulke zelfgemaak
te jam, e.d. heerlijk!
Jam van aardbeien (2 a 3 potjes).
1 kg aardbeien, 3/4 kg suiker, sap
van 1 citroen of 3 g citroenzuur.
De vruchten van steeltjes en
kroontjes ontdoen, wassen, fijndruk-
ken en op een matig vuur verwar
men tot zij zacht zijn. Het citroen
sap of citroenzuur (dit laatste lost
men op in een weinig water) toe
voegen. De vruchtenmassa inkoken
tot 2/3 van het volume. (Dit kan
men bijv. meten met de steel van
een houten lepel). De suiker er bij
doen en de jam verder laten inko
ken totdat een paar druppels, op een
bord afgekoeld, niet meer uitvloeien.
Er onderwijl door goed roeren zorg
voor dragen, dat de jam niet aan
brandt. De jam heet in goed schoon
gemaakte jampotjes overdoeh, die,
om stukspringen te voorkomen, op
een plankje of in een teil met warm
water zijn geplaatst. De potjes af
sluiten met een stukje vochtig cello
faan of perkamentpapier, dat met
'n touwtje strak om de potjes wordt
gespannen. Men kan de jam voor
het afsluiten van de potjes ook nog
bedekken met een laagje gesmolten
paraffine.
Kersen op sap.
1 kg kersen schoonmaken, wassen
en op een vergiet laten uitlekken
(men kan de pitten desgewenst met
een kersenpitter of een staafje ma
caroni verwijderen).
Het fruit overdoen in goed
schoongemaakte inmaakglazen. De
flessen niet te vol doen en bijvullen
met water, waarin naar verkiezing
25 50 g suiker per dl water (d.i. 3
a 5 eetlepels suiker per kopje water)
en enige druppels citroensap zijn op
gelost. De flessen niet hoger vullen
dan tot plm. 3 cm onder de rand.
De flessen sluiten met uitgekookte
gummiringen en schone deksels. De
klemmen er op doen. De flessen in
een inmaak-ketel plaatsen. Deze met
water vullen tot ongeveer gelijke
hoogte als de inhoud der flessen. Het
water op een temperatuur van 80° C.
laten komen en de kersen gedurende
30 minuten bij deze temperatuur
pasteuriseren. De flesöen laten af
koelen. De volgende dag de klem
men verwijderen en controleren of
de flessen goed gesloten zijn.
Vrouwen pagina
van
Zaterdag 15 Juli 1950
65ste Jaargang No. 19601