Het Nationaal Comité werd door
Van der Waals verraden
Bennebroek een gewilde woongemeente
Schoolkinderen in hun knollentuin
Scherpe selectie beperkt aantal
medische studenten in Amerika
Dinsdag 18 Juli ivSO
3
Door het England Spiel was het hem mogelijk, Radio Oranje
een boodschap te laten uitzenden die vertrouwen wekte
Na de bevrijding was Van der Waals in Engelse dienst
In het verslag van de Parlementaire En
quête-commissie wordt uitvoerig uiteenge
zet, hoe de Duitsers op 1 April 1943 de le
den van het Nationaal Comité hebben
kunnen arresteren en welke verradersrol
Anton van der Waals daarbij heeft ge
speeld.
Het Nationaal Comité was in de loop van
1942 gevormd door de samenwerking van
de leiders van de grote vooroorlogse poli
tieke partijen. De heer Vorrink had zich
gewend tot de heer Verschuur (R.-K.) in
Den Haag en hem als vertegenwoordiger
van de grootste politieke partij gevraagd
de mensen van de andere politieke par
tijen uit te nodigen tot een bespreking.
Dat gebeurde en eens in de veertien da
gen of drie weken werd vergaderd met
twaalf mensen, van elke politieke partij
twee. Als oudste van het gezelschap was
dr. Colijn belast met het voorzitterschap.
Het Nationaal Comité is voor het eerst vol
ledig bijeen geweest ten huize van prof.
Schermerhorn te Delft. Het comité wilde
voorbereidingen treffen om aan Nederland
na de bevrijding politieke leiding te kun
nen geven. Tevens trachtte het comité
contact met de Nederlandse regering te
Londen tot stand te brengen om deze in te
lichten over de politieke situatie in Ne
derland.
De heer Vorrink was bovendien in sa
menwerking met anderen bezig een spion-
nage- en sabotagroep in het leven te
roepen, waarvoor eveneens contact met
Engeland noodzakelijk was.
Het valse bewijs
Een van de afdelingen van de (Engelse)
Secret Operation Executive, die zich ten
doel stelde het aanmoedigen van het bur
gerlijk verzet, speciaal in de vroegere
N.V.V.-kringen, zocht van Engeland uit
contact met Nederland. Zij zond daartoe
buiten medeweten van de officiële Ne
derlandse instanties de agent Dessing in
Februari 1942 naar Nederland, die contact
moest opnemen met de heer Vorrink. Des
sing had een legitimatie bij zich en kreeg
de adressen mede van Karei van Staal en
Alex Wins. De legitimatie bestond uit een
foto van het dochtertje van de heer Sluy-
ser.
Langs deze weg kwam Dessing ih con
tact met Vorrink. Daar Dessing niet be
schikte over een marconist, werd hem op
28 Maart 1942 van Engeland uit de mar
conist Molenaar gezonden, die echter
sneuvelde bij zijn parachute-sprong. Sa
men met hem sprong de agent Andringa,
die het zendtoestel en de bescheiden kon
redden, doch geen contact met Dessing
tot stand kon brengen. Andringa werd op
28 April 1942 als gevolg van het inmid
dels begonnen England-Spiel gearresteerd.
Op 23 Juli 1942 werd de S.O.E.-agent
Van Hemert naar Nederland uitgezonden.
Hij werd onmiddellijk bij zijn parachute
ring gevangen genomen. Maar dat wist
men in Londen niet. De Duitsers stonden
in radiografisch verkeer met de Engelse
geheime dienst en deden alsof Van Hemert
seinde. Zo kreeg Van Hemert op 12 Novem
ber 1942 opdracht om rechtstreeks contact
met Vorrink tot stand te brengen. Als aan
loopadres kreeg Van Hemert het reeds
bij de uitzending van Dessing door Sluy-
ser opgegeven adres van Wins.
Volgens Schi-e ieder had de agent, die
in November 1942 de opdracht kreeg zich
tot Wins te wenden, een kinderportretje
bij zich. dat hij volgens de opdracht als
legitimatiemiddel moest gebruiken. De
Duitsers stuurden daarop Van der Waals
met het portretje naar Wins.
Op 29 November 1942 kreeg de heer Van
Looi een bericht van de heer Van Staal,
dat er bij de familie Wins een parachutist
voor hem was gekomen. De heer Van Looi
was zeer achterdochtig. Het gesprek met
de agent (Van der Waals) beviel hem niet
zo erg. Tenslotte Zei de heer Van Looi: als
u ook marconisten hebt," dan is de zaak
gemakkelijk te regelen; u moet zich- door
Radio Oranje laten legitimeren.
Accoord, zei Van der Waals, zeg maar
welke zin moet worden uitgezonden.
De heer Van Looi hield er rekening mee,
dat er bij Radio Oranje iets niet in orde
zou kunnen zijn en daarom voelde hij niet
veel voor een dergelijke zin. Hij zei
daarom:
U moet laten uitzenden een vertrou-
wensboodschap aan de ondertekenaar van
de tweede brief, die ik aan Sluyser heb
gezonden.
De heer Van Looi wist dat die brief was
aangekomen en hij maakte het moeilijk
omdat er onder die brief niet één maar
twee namen stonden.
Prompt vier dagen daarna kwam over
Radio Oranje de boodschap: „Koert en
Fina, hebt vertrouwen".
Liet klopte precies en daarom heeft de
heer Van Looi Van der Waals met Vorrink
in contact gebracht. Er werden politieke
en militaire informaties verzameld, die
door Van der Waals in handen van de
Duitsers kwamen. De politieke informaties
heeft Schreieder aan de Engelsen doorge
zonden om het spelletje aan de gang te
houden en reacties uit te lokken waaruit
hij iets wijzer zou kunnen worden.
Verraad op verraad
De heer J. E. van Tijen, directeur van
de Fokkerfabrieken, zou voor het Natio
naal Comité naar Engeland gaan. De "heer
Vorrink had hem voorzien van gegevens
van alle mogelijke departementen. Van
een aantal ambtenaren van departementen
had Vorrink verslagen gekregen. Hij had
van de Joodse Raad ook een rapport over
de Jodenvervolging. Bovendien had hij ge
gevens over de opstelling van drie Duitse
radar-stations en van de signaal-code van
Agenda voor Haarlem
DINSDAG 18 JULI
Grote Kerk: Orgelconcert, 8 uur. Palace:
„Paniek in warenhuis", alle leeft., 2, 4.15,
7 en 9.15 uur. Luxor: „Het alibi van dr.
Gerrow", 14 j., 2, 7 en 9.15 uur. City: „Be
rucht", 18 j., 2.15, 4.30, 7 en 9.15 uur. Spaarne:
„De engel en de bandiet", 14 j., 2,30, 7 en
9.15 uur. Frans Hals: „Kapitein van Castilië".
14 j., 2.30, 7 en 9.15 uur. Rembrandt: „Dwaas
heid des harten", alle leeft., 2, 4.15, 7 en
9,15 uur.
WOENSDAG 19 JULI
Bioscopen: Middag- en avondvoorstellingen.
de Duitse jachtvliegtuigen. De heer Van
Tijen, die eerst langs een eigen weg naar
Engeland had willen gaan, ging naar Hoorn
met Van der Waals, die zogenaamd had
gezorgd voor een watervliegtuig op de. Zui
derzee. Te Zaandam zei Van der Waals:
Wij gaan er hier uit, want ik moet
hier een boodschap doen; wij gaan. dan
met de volgende trein verder.
Zij gingen het station uit en Van der
Waals zei: „Wacht hier even".
De heer Van Tijen slenterde wat heen
en weer en werd plotseling door een tien
tal handlangers der Duitsers overvallen en
gearresteerd.
Op 1 April 1943 ging Schreieder over
tot arrestatie van het Nationaal Comité
en de sabotage-groep Vorrink. De Duitsers
hebben daarna een telegram naar Enge
land gezonden, waarin de desbetreffende
agent meedeelde dat hij het contact met
Vorrink had afgebroken, omdat waar
schijnlijk de Duitsers in het complot waren
doorgedrongen.
Ontmaskerd
In Mei 1943 bereikten Engeland verschil
lende berichten over de arrestatie van het
Nationaal Comité. De naam „De Wilde",
onder welke naam Van der Waals was op
getreden, was te Londen niet bekend. Maar
in September 1943 kwam Van der Waals
in Zweden, waar hij onder de naam baron
Van Lynden optrad en aanbood sabotage
in Nederland te plegen (hij was uitgezon
den door Schreieder om eventuele spion-
nagelijnen te ontdekken). Het hoofd van
het (Nederlandse) Bureau Inlichtingen te
Londen heeft toen zijn vertegenwoordiger
te Stockholm, ir. Lindenburg, laten over
komen om overleg te plegen. In die tijd
zond de illegaliteit in Nederland waar
aan de ontmaskering van Van der Waals
te danken is zijn signalement naar het
B.I., waardoor ir. Lindenburg ontdekte dat
De inmiddels terechtgestelde
Van der Waals.
-hij met Van der Waals te doen had, Van
der Waals was toen echter reeds uit Stock
holm vèr trokken.
In April 1945 kreeg een speciale .een
heid van de Britse contra-spionnage Van
der Waals in Zuidlaren in Groningen in
handen. De Britten besloten Van der
Waals, daar hij over contacten in Duits
land beschikte, daar te gebruiken tegen
ondergrondse nazi-organisaties, aangezien
men toen,, nog een langdurige tegenstand
van deze organisaties in Duitsland ver
wachtte.
Nadat op 29 Mei 1945 het Bureau Na
tionale Veiligheid was opgericht, werd mr
Einthoven, die de leiding van dit bureau
had, daarvan in kennis gesteld. De heer
Einthoven stond op het standpunt dat de
Engelsen het recht hadden om aldus met
Van der Waals te handelen, daar tot 15
Juli 1945 het Legal Agreement gold, krach
tens hetwelke Van der Waals onder de ju
risdictie vaji het geallieerde leger viel.
Intussen werden door de P.R.A. te Rot
terdam nasporingen naar Van der' Waals
gedaan, waarbij kwam vast te staan dat hij
in geallieerde dienst was. Van der Waals
was inmiddels uit Duitsland verdwenen,
naar de Russische zóne gedeserteerd en
tenslotte weer naar de Engelsen terugge
keerd, die hem gevangen namen en in
Augustus 1946 toezegden hem aan Neder
land uit te leveren, hetgeen ook is ge
schied.
Het landelijk karakter zal bewaard worden
Dezer dagen deelden wij mede dat
het gemeentebestuur van Bennebroek
een nieuw uitbreidingsplan heeft laten
maken, waarin ingrijpende voorstellen op
verkeersgebied verwerkt zijn. Allereerst
de aanleg van een nieuwe weg door „het
Duin" naar de Glipperweg, om aansluiting
te krijgen aan de Valkenburgerlaan en de
Heemsteedse Dreef, waardoor dus, in sa
menwerking met Heemstede, een goede
tweede verbinding BennebroekHaarlem
verkregen zal worden. Bovendien een
nieuwe weg van het Station Vogelenzang
naar de Haarlemmermeerpolder, met de
bouw van een viadiuct, waar deze weg de
rijksstraatweg kruist.
Maar er is nog meer bij dit niéuwe
uitbreidingsplan geregeld. Er wordt na
tuurlijk op bouw van woningen gerekend.
Nu heeft Bennebroek 3350 inwoners. Er
zullen '/i de toekomst zo-veel nieuwe hui
zen bijgebouwd worden dat. dit aantal tot
5000 kan groeien. Het wil niet zeggen dat
daarmee het maximum bereikt zal zijn,
want er is op het uitbreidingsplan nog
veel „groen" gelaten. Grond die dus niet
bebouwd mag worden. Het college van B.
en W. is overtuigd van de noodzakelijk
heid dat Bennebroek het karakter van een
landelijke gemeente moet behouden. Dit
is trouwens ook een van haar belangrijkste
aantrekkelijkheden. Nu er nieuwe v?egen
aangelegd zullen worden zal er naar ge
streefd moeten worden ook aan deze een
passende omzoming van groen te geven.
Vooral in het mooie Duin is dit een belang
dat niet uit het oog verloren mag worden.
Onder de grond die niet bebouwd mag
worden is al het land dat bij het Huis te
Bennebroek behoort. Bij elkaar 33 H.A.
Dit is een belangrijk deel van- de totale
oppervlakte der gemeente, want die is niet
meer dan 175 H.A.
Men weet uit onze publicatie van j.l.
Vrijdag dat het Huis te Bennebroek met
de bijgebouwen alsook 13 H.A. grond aan
de kant van de Glipperweg door de Am-
bachtsvrouwe aan de Ned. Hervormde
Kerk zijn nagelaten, onder beding dat er
een rusthuis voor bejaarden komt.
Aanvaardt de kerk deze erfenis niet,
dan treedt de gemeente Bennebroek in de
zelfde rechten. Zo ook deze van de schen
king zou afzien komen het huis, de bijge
bouwen en de 13 H.A. grond aan de erf
genamen. Deze erfgenamen hebben reeds
de overige 20 H.A. bos en weiland van het
landgoed in eigendom gekregen. Daartoe
behoort ook het schilderachtige Reigersbos
aan de kant van de Ringvaart.
Komt het Rusthuis er dan zijn die
13 H.A. grond die er bij liggen, voor de
toekomst veilig. Voorlopig is natuurlijk
ook hetzelfdé te zeggen van de 20 H.A.
grond die daarbij aansluit. Maar op de
duur zal toch een regeling getroffen moe
ten worden, bijvoorbeeld door aankoop
als natuurreservaat.
Ook op de grond die aan de rijksstraat
weg ligt en die tot de buitens behoort die
in Heemstede gelegen zijn, mag niet be
bouwd worden. Er is voorts in het uitbrei
dingsplan terrein gereserveerd voor de
psychiatrische stichting „Vogelenzang".
Het raadhuis van Bennebroek is te klein
geworden. De bedoeling is aan de Benne-
broekerlaan een nieuw te bouwen. Naast
het politiebureau kocht de gemeente daar
voor 3785 vierk. m. Voor het college van
B. en W. daartoe stappen deed is op het
Gouvernementsgebouw eerst gevraagd, of
tot die koop kon worden besloten in ver
band met de bestaande onzekerheid over
de vraag of Bennebroek als zelfstandige
gemeente zal blijven bestaan. Men weet
dat het college van Gedeputeerde Staten
van Noordholland de commissie Ter Veen
heeft ingesteld om een advies uit te bren
gen over de toekomstige grenzen van de
gemeenten in deze provincie. B. en W.
kregen toen de mededeling dat er geen
bezwaar was tegen de aankoop van de
grond, met de bestemming van raadhuis.
Daaruit kan afgeleid worden dat er veel
kans is dat Bennebroek als gemeente zal
blijven bestaan. Dit sluit zeer goed aan
bij de mededelingen die wij een half jaar
geleden deden, waarin tot uiting kwam,
dat wij reden hadden te veronderstellen,
dat het de bedoeling van de commissie Ter
Veen is voor te stellen om Bennebroek als
zelfstandige gemeente te handhaven. Maar
dit zou inhouden dat het tegenwoordige
grondgebied van Bennebroek zou worden
vergroot, omdat de commissie van oordeel
is, dat een gemeente als regel tenminste
5000 inwoners moet hebben om goed be
stuurbaar te zijn.
Wie de kaart van deze omgeving.kent
zal daaruit ongetwijfeld de conclusie trek
ken, dat het in dat geval de aangewezen
weg is het dorp Vogelenzang, dat nu
onder de gemeente Bloemendaal ressor
teert, onder Bennebroek te brengen. Reeds
nu hebben de inwoners van Vogelenzang
veel contact met Bennebroek.
De onzekerheid voor hoeveel inwoners
Bennebroek een nieuw raadhuis moet
bouwen is aanleiding geweest de plannen
voor de bouw nog naar de naaste toe
komst te verschuiven. Het is te begrijpen
dat men ook om deze reden in Benne
broek nieuwsgierig is hoe het in de toe
komst met de grenzen der gemeente zal
gaan.
Vandaag heeft schout-bij-nacht I. W. Reynierse in tegenwoordigheid van alle
commanderende marine-officieren uit het land te Den Helder het commando over de
zeemacht Nederland overgedragen aan vice-admiraal J. J. L. Willinge. Dit gebeurde
aan boord van H. M. wachtschip NeptunusEen half jaar geleden had vice-admiraal
Willijige dit commando tijdelijk neergelegd in verband met de vlootreis naar de
Antillen, en de daarop volgende vlootmanoeuvres. Vice-admiraal Willinge met achter
hem schout-bij-nacht Reynierse, bij het betreden van het wachtschip „Neptunus".
LOF DER PARKEN
"XjUTlE *n zÜn schooljeugd als enige prac-
W tische beoefening van de schone
plantkunde nog boombladeren liet verdro
gen en verkleuren tussen dikke boeken,
wie „voor de meester" dovenetels heeft
geplukt (met opgezwollen handen van de
netels, welke niet „doof" bleken), die kan
jaloers zijn op de kinderen, die thans
Haarlems scholen bevolken.
Deze generatie krijgt twee maal in de
week een lesuur waarin zij in klas-ver-
band naar de Haarlemse „school- en
werktuinen" wandelt en zich over de aar
de buigt, waar de door haar zelf geteelde
groenten en bloemen uit opwassen. Niet
alleen om een krop sla van een andijvie-
plant te leren onderscheiden, maar vooral
ook opdat zij met de neus op de schep
pingskracht in de nabuur gedrukt wordt
en haar hart zich er voor ontsluit. Een en
ander is te danken aan een respectabel
initiatief, dat 26 jaar geleden werd geno
men bij de oprichting van de „Vereniging
voor School- en Werktuinen". Haar stre
ven is voor een groot deel verwezenlijkt
nu er in Haarlem drie grote werktuinen
zijn, in het Noorder Sportpark, aan de
Marnixstraat en aan de Van Oosten de
Bruynstraat. Afgezien dan nog van de tui
nen, die reeds binnen het terrein van vijf
Haarlemse scholen zijn aangelegd.
Bonen, bieten, worteltjes
en sla
Lapjes grond van vijftien vierkante
meter voor elk worden vruchtbaar door
de zorg van 1215 schoolkinderen. Zij heb
ben hun radijsjes al geoogst en op de
bedden waar deze hebben gestaan, bollen
nu weer kroppen sla in alle frisheid uit
de aarde. Bonen, bieten, worteltjes en sla,
die in alle tuintjes domineren, zou men de
vier „verplichte groenten" kunnen noe
men. Daarnaast kunnen de kinderen
zaaien, wat hun speciale aandacht heeft.
Daardoor worden de verschillende tinten
groen hier en daar afgewisseld door een
kleurige flora.
In het tuinencomplex van het Noorder
Sportpark wordt men bij het overzien van
de groentengewassen aangenaam verrast
door sierkalebassen, afrikaners, zomer -
phloxen, zinnia's, leeuwenbekjes en gouds
bloemen. Hier liggen 321 tuintjes keurig
aaneengerijd; Het is overigens wel merk
waardig dat, terwijl men de jeugd in deze
tuinen ontzag voor alles wat groeit bij
brengt en zo ook het vandalisme in par
ken en plantsoenen poogt te bestrijden,
een ander soort vandalisme van ouderen
de kop opsteekt. Dit openbaart zich af en
toe als er'groenten geoogst blijken te zijn
door lieden die ze niet gezaaid hebben
Zoals kwajongens in een boomgaard ge
kaapte appels het lekkerst vinden prefe
reren deze lieden blijkbaar gestolen groen
ten.
Idylle van schoffels
en harken
Uit het gereedschappenhussje in het
tuinencomplex aan de Marnixstraat rij
den potige jongens kruiwagens met schof
fels en harken naar buiten, langs een
goudvissen-bassin, onder rozenpoortjes
door en naar de tuinen. Een klas is aan
het werk getogen, een andere staat onge
duldig op haar gereedschappen te wach
ten. De een haalt zijn sla binnen (de kin
deren mogen hun producten mee naar
huis nemen), de ander kijkt naar de stand
der tomaten. Een idylle tegen de achter-
Familie De la Penha meent
recht te hebben op Labrador
Te Amsterdam is opgericht de stichting
„Labrador", die ten doel heeft het behar
tigen van de rechten en belangen van de
nazaten en rechtverkrijgenden van Joseph
de la Penha, in leven reder te Rotterdam,
met betrekking tot de aanspraken op de
landstreken Labrador, Corte Real en ver
dere landstreken, die aan Joseph de la
Penha in 1697 door de koning-stadhouder
Willem III in eeuwigdurende erfpacht zou
den zijn geschonken. De stichting tracht
dit doel te bereiken door het opsporen van
alle documenten en stukken waaruit van
het bestaan van het recht van Joseph de la
Penha blijkt, alsmede alle op deze zaak
betrekking hebbende stukken van vroeger
gevoerde processen. De rechten, die de
stichting wil behartigen, betreffen het
grootste schiereiland van Noord-Amerika,
Labrador.
In 1926, toen een proces werd gevoerd
tussen Canada en New Foundland over het
bezit van Labrador, heeft de heer Isaac
de la Penha uit Montreal zijn aanspraken
op het schiereiland, dat thans een dominion
is van Canada, doen gelden.
Zijn advocaat wist te bewerkstelligen
dat de zaak in 1939 door het hoogste Cana
dese gerechtshof behandeld zou worden.
De oorlog deed de zaak echter in het ver
geetboek geraken.
Familieleden van De la Penha hebben
verklaard dat een der belangrijkste stuk
ken, de originele acte, waarin Willem III
Labrador in eeuwigdurende erfpacht
schonk aan Joseph de la Penha, is opge
spoord.
Vice-admiraa! J. J. L. Willinge
weer commandant zeemacht
In tegenwoordigheid van alle comman
derende marine-officieren uit het land
heeft schout bij nacht I. W. Reynierse in
Den Helder aan boord van het wachtschip
„Neptunus" het commando over de zee
macht Nederland overgedragen aan vice-
admiraal J. J. L. Willinge. Vice-admiraal
Willinge had dit commando een half jaar
geleden tijdelijk neergelegd wegens de
vlootreis naai- de Antillen en de daarop
volgende geallieerde vlootoefeningen.
Schout bij nacht Reynierse bracht in zijn
afscheidstoespraak in herinnering wat de
Koninklijke Marine in de na- oorlogse tijd
reeds heeft kunnen presteren. Bij het
strijken van zijn commandovlag werden
dertien saluutschoten gegeven.
Vice-admiraal J. J. L. Willinge bracht
de aftredende commandant de dank over
van de hoogste marine-autoriteiten voor
wat hij in verschillende functies na de
oorlog had gedaan voor de marine en voor
het land. In het bijzonder prees hij de
werkzaamheden van schout bij nacht
Reynierse ten opzichte van de uitbreiding
van de marinehaven in Den Helder. Hierna
werd de commandovlag van de comman
dant zeemacht Nederland gehesen onder
het afvuren van 15 saluutschoten.
De commandant van de „Karei Door
man". kapitein tea1 zee C. W. Slot, schonk
na afloop aan de scheidende commandant
de commandovlag, die gedurende zijn be
velvoering van de „Neptunus" heeft ge
waaid.
IJver en aandachtige liefde voor de natuur
vieren hoogtij in de schooltuintjes.
grond van een groen, rood en witgeverfd
molentje.
„Als we wat beter in de financiën ko
men te zitten, moet er nog veel meer bij
komen", zegt de heer Dorresteijn, nu niet
namens de Hout- en Plantsoenendienst
maai' als penningmeester van de vereni
ging voor School- en Werktuinen. „Mis
schien kunnen de schoolkinderen dan ook
bijen en pluimvee gaan houden, of zijde
rupsen".
Zonneschijn gevraagd
Vooral de tuintjes aan de Van Oosten
de Bruynstraat, waarvan de grond nogal
veenderig is, hebben dringend zonneschijn
nodig. Omdat deze vrij laag liggen lijden
ze in deze regenachtige dagen aan over
tollig water.
In het Zuidoosten van de stad bestaat
nog geen schooltuinencomplex en de kin
deren in deze buurt brengen een groot
deel van hun „tuiniersles" door met wan
delen naar verder afgelegen tuinen. Met
behulp van wat meer d^inatiegelden is het
wellicht mogelijk ook voor de schooljeugd
in dit gedeelte van Haarlem arbeidster
rein te verschaffen.
De vreugde, die dit tuinieren geeft ligt
er bij het overgrote deel van deze jongelui
dik bovenop. Ze zijn, wat men zou noe
men. „in hun knollentuin".
En de veronderstelling mag hier worden
geuit, dat ze over hun wortellof heen ook
dë lof der parken leren zien.
Preventieve geneeskunde
Wij publiceren hierbij het derde artikel
over preventieve geneeskunde van prof.
dr. R. Remmelts, directeur van het In
stituut voor preventieve Geneeskunde
in Leiden. Prof. Remmelts heeft op uit
nodiging van de Rockefeller Foundation
een studie-reis van drie maanden door
de Verenigde Staten gemaakt.
Aleer ik iets nader inga op het onderwijs
in „volksgezondheid en preventieve ge
neeskunde", maak ik eerst een paar op
merkingen over het medisch onderwijs in
het algemeen. Een zeer belangrijk verschil
met Hoüand en Indonesië is, dat in Ame
rika een scherpe selectie van de medische
studenten bestaat. Voor de bekende uni
versiteiten melden zich jaarlijks 2000 tot
3000 studenten aan, waaruit er 75 worden
gekozen. De meeste studenten wagen een
kans aan verscheidene universiteiten. In
ons land gaat het geneeskundig onderwijs
gebukt onder het grote aantal studenten
in verhouding tot docenten en outillage.
Hier zou, wat dit betreft, selectie een wel
daad zijn. Bovendien zou het afwijzen van
een aantal studenten, die zeker ongeschikt
voor de studie zijn, behalve een voordeel
voor de universiteit, ook een voordeel voor
hen zelf zijn. In Holland en Indonesië is
dan ook veel gesproken over selectie, maar
men deinsde steeds terug uit angst eens
een enkele maal een candidaat af te wijzen,
die toch nog wel in staat geweest zou zijn
de studie te volbrengen. In Indonesië had
de faculteit tenminste nog het recht een
student, die drie maal voor hetzelfde
examen gezakt was, de tóegang verder te
ontzeggen, maar zelfs deze mogelijkheid
hebben de faculteiten in Nederland niet.
Het is dus begrijpelijk, dat ik in Amerika
informeerde naar de wijze, waarop geselec
teerd werd. Men beschouwt ook dit
vraagstuk nuchter en gaf onmiddellijk toe,
dat no. 76150 van 3000 waarschijnlijk
niet minder goed zouden zijn dan no. 1
75. De toegepaste maatstaven waren:
cijfers van vorige onderwijsinrichtingen,
met inlichtingen van leraren, aanbevelings
brieven en psychologische tests. Ik woonde
een faculteitsvergadering bij, waar deze
schifting werd gemaakt, maar niettegen
staande de ernst, waarmede een en ander
verricht wordt, bevredigt hel niet. De
Amerikaan zegt dan echter: „Wat wil je
anders? Het moet wel" en zo geloof ik, dat
wij in ons land,, omdat wij bang zijn
enkelen te schaden, het gehele onderwijs
schade doen en ook de geneeskundige
voorziening van het land. Vrijheid mag
een kostelijk iets zijn, maar is niet altijd
efficiënt.
Deze beperking van het aantal studen
ten maakt een betere wijze van onderwijs
geven mogelijk. Men tracht de colleges,
waar één man binnenkomt, afgedaald van
zijn ivoren toren, en een paar honderd
eerbiedig luisteren of niet luisteren, maar
althans niets zeggen, te beperken, maar
meer gelegenheid in kleine kring te pra
ten, over en weer, zodat de studenten de
indruk krijgen, dat de hoogleraar en zij
gezamenlijk de moeilijkheden en vraag
stukken bespreken en aan de oplossing
werken. Ik woonde o.a. een uitnemend
college gynaecologie bij waarbij over de
diagnose gestemd werd (ik was gelukkig
bij de „winnende" groep) na een samen
spraak tussen de hoogleraar en de stu
denten.
Ook heeft men hier en daar gebroken
met het oude systeem om b.v. 's morgens
van 81 uur achter elkaar vijf verschil
lende vakken te doceren. Zoveel mogelijk
streeft men er naar een ochtend of middag
aan één vak te besteden, door te beginnen
met een college en hierop practicum,
demonstratie of samenspraak te doen
volgen.
Deze drie verschillen met de toestand
hier te lande moeten als grote voordelen
worden beschouwd en zullen ongetwijfeld
bijdragen tot het bereiken van een hoger
peil van de Amerikaanse medici. In het
bijzonder is het grote aantal ervaren onder
wijskrachten op elke afdeling voor het
kleinere aantal studenten van grote be
tekenis. Goed medisch onderwijs is nu
eenmaal duur en de resultaten zijn niet in
geld uit te drukken, maar ik ben ervan
overtuigd, dat zelfs zonder de winst aan
levensgeluk mee te tellen, het hierin ge
stoken kapitaal dubbel en dwars wordt
opgebracht door de verbetering van de
volksgezondheid, die het gevolg zal zijn
van betere opleiding der artsen.
Afzonderlijke faculteit
Het onderwijs in „Public Health and
preventive medicine" werd aan de acht
universiteiten in Amerika en Canada, die
ik bezocht, en nog aan 3 andere gegeven
door een afzonderlijke, uitgebreide facul
teit. Administratief staat, deze racutteu
meest naast de medische, als gelijkwaardig
deel van de universiteit, De verhouding
der beide faculteiten is verschillend ge
regeld, maar overal was een hechte band.
Over en weer geven verscheidene hoog
leraren onderwijs in beide faculteiten en
samenwerking in researchwerk komt ook
zeer veel voor.
Per jaar werden 75 studenten aange
nomen, die in een studiejaar van 30
weken een opleiding kregen tot „Master
in Public Health", daarna bestaat tot ver
dere gespecialiseerde studie gelegenheid.
Bij voorkeur kiest men als „studenten"
medici, die enige jaren praktische ervaring
hebben. De leerlingen komen uit zeer
verschillende streken van de wereld, velen
stammen uit Brits-Indië en Zuid-Amerika,
en ze zijn over het algemeen iets ouder,
dan degenen die men meestal op de col
legebanken aantreft.
Bijna allen zijn door hun gouvernement,
of andere werkgevers, in de gelegenheid
gesteld deze opleiding te volgen. Doordat
deze groep studenten zeer verschillende
ervaringen heeft opgedaan in zeer ver
schillende landen en een jaar samenwerkt,
dikwijls in kleine groepen op practica en
excursies, is er een zeer ruime gelegenheid
voor uitwisseling van gedachten.
Dit is uitermate leerzaam, zowel voor
de studenten als voor de hoogleraren.
In het middelpunt van dit onderwijs is
geplaatst: statistiek en epidemiologie; de
grondbegrippen van deze wetenschappen
zijn de basis van het onderwijs. De stu
denten moeten ziekten uit een geheel
andere gezichtshoek bezien en bestuderen,
dan ze bij de gewone, clinische opleiding
zijn gewend. Hier leerden ze hun aandacht
schenken aan één patiënt, maar nu wordt
de ziekte ook beschouwd in verband met
de betekenis voor de maatschappij en er
wordt bestudeerd hoe men de maatschap
pij kan behoeden voor nadelige gevolgen
en misschien het optreden van de ziekte
kan voorkomen. Bij besmettelijke ziekten
was dit aspect zo belangrijk en duidelijk,
dat aan deze kant van de zaak wel altijd
aandacht is besteed, maar dezelfde aan
dacht verdienen nog tal van andere ziek
ten. Men moet vooral niet twisten welke
beschouwingswijze de belangrijkste is: dat
heeft geen betekenis. Beiden zijn belang
rijk en langs beide wegen moet worden
gewerkt, Bevordering van het welzijn van
één patiënt komt de maatschappij ten
goede en omgekeerd het behoeden van de
maatschappij voor ongunstige factoren
weer de enkeling.
De betekenis van de statistiek voor de
geneeskunde, zowel voor de practische uit
oefening als voor researchwerk, wordt
in bredere kringen ingezien dan enige
jaren geleden. Vóór men een ziekte goed
kan bestrijden, moet men op de hoogte
zijn van de frequentie, mede in verband
met de factoren die van buiten op de per
sonen inwerken. Bij het beoordelen van
de resultaten van researchwerk is natuur
lijk een betrouwbare statistische bereke
ning noodzakelijk.
Men dient zelfs vóór men een onderzoek
aanvangt, dus bij het opstellen van de
plannen, de statisticus in te schakelen, op
dat niet de kans gelopen wordt dat nood
zakelijke controleproeven bij dit plan ont
breken. Het doordrongen worden van deze
begrippen en de mogelijkheid deze kennis
toe te passen zijn van groot belang voor de
uitoefening van taken als die van inspec
teur van de volksgezondheid, directeur van
een ziekenhuis, schoolarts, fabrieksarts en
vele andere.