Het Nationaal Comité werd door Van der Waals verraden Bennebroek een gewilde woongemeente Schoolkinderen in hun knollentuin Scherpe selectie beperkt aantal medische studenten in Amerika Dinsdag 18 Juli ivSO 3 Door het England Spiel was het hem mogelijk, Radio Oranje een boodschap te laten uitzenden die vertrouwen wekte Na de bevrijding was Van der Waals in Engelse dienst In het verslag van de Parlementaire En quête-commissie wordt uitvoerig uiteenge zet, hoe de Duitsers op 1 April 1943 de le den van het Nationaal Comité hebben kunnen arresteren en welke verradersrol Anton van der Waals daarbij heeft ge speeld. Het Nationaal Comité was in de loop van 1942 gevormd door de samenwerking van de leiders van de grote vooroorlogse poli tieke partijen. De heer Vorrink had zich gewend tot de heer Verschuur (R.-K.) in Den Haag en hem als vertegenwoordiger van de grootste politieke partij gevraagd de mensen van de andere politieke par tijen uit te nodigen tot een bespreking. Dat gebeurde en eens in de veertien da gen of drie weken werd vergaderd met twaalf mensen, van elke politieke partij twee. Als oudste van het gezelschap was dr. Colijn belast met het voorzitterschap. Het Nationaal Comité is voor het eerst vol ledig bijeen geweest ten huize van prof. Schermerhorn te Delft. Het comité wilde voorbereidingen treffen om aan Nederland na de bevrijding politieke leiding te kun nen geven. Tevens trachtte het comité contact met de Nederlandse regering te Londen tot stand te brengen om deze in te lichten over de politieke situatie in Ne derland. De heer Vorrink was bovendien in sa menwerking met anderen bezig een spion- nage- en sabotagroep in het leven te roepen, waarvoor eveneens contact met Engeland noodzakelijk was. Het valse bewijs Een van de afdelingen van de (Engelse) Secret Operation Executive, die zich ten doel stelde het aanmoedigen van het bur gerlijk verzet, speciaal in de vroegere N.V.V.-kringen, zocht van Engeland uit contact met Nederland. Zij zond daartoe buiten medeweten van de officiële Ne derlandse instanties de agent Dessing in Februari 1942 naar Nederland, die contact moest opnemen met de heer Vorrink. Des sing had een legitimatie bij zich en kreeg de adressen mede van Karei van Staal en Alex Wins. De legitimatie bestond uit een foto van het dochtertje van de heer Sluy- ser. Langs deze weg kwam Dessing ih con tact met Vorrink. Daar Dessing niet be schikte over een marconist, werd hem op 28 Maart 1942 van Engeland uit de mar conist Molenaar gezonden, die echter sneuvelde bij zijn parachute-sprong. Sa men met hem sprong de agent Andringa, die het zendtoestel en de bescheiden kon redden, doch geen contact met Dessing tot stand kon brengen. Andringa werd op 28 April 1942 als gevolg van het inmid dels begonnen England-Spiel gearresteerd. Op 23 Juli 1942 werd de S.O.E.-agent Van Hemert naar Nederland uitgezonden. Hij werd onmiddellijk bij zijn parachute ring gevangen genomen. Maar dat wist men in Londen niet. De Duitsers stonden in radiografisch verkeer met de Engelse geheime dienst en deden alsof Van Hemert seinde. Zo kreeg Van Hemert op 12 Novem ber 1942 opdracht om rechtstreeks contact met Vorrink tot stand te brengen. Als aan loopadres kreeg Van Hemert het reeds bij de uitzending van Dessing door Sluy- ser opgegeven adres van Wins. Volgens Schi-e ieder had de agent, die in November 1942 de opdracht kreeg zich tot Wins te wenden, een kinderportretje bij zich. dat hij volgens de opdracht als legitimatiemiddel moest gebruiken. De Duitsers stuurden daarop Van der Waals met het portretje naar Wins. Op 29 November 1942 kreeg de heer Van Looi een bericht van de heer Van Staal, dat er bij de familie Wins een parachutist voor hem was gekomen. De heer Van Looi was zeer achterdochtig. Het gesprek met de agent (Van der Waals) beviel hem niet zo erg. Tenslotte Zei de heer Van Looi: als u ook marconisten hebt," dan is de zaak gemakkelijk te regelen; u moet zich- door Radio Oranje laten legitimeren. Accoord, zei Van der Waals, zeg maar welke zin moet worden uitgezonden. De heer Van Looi hield er rekening mee, dat er bij Radio Oranje iets niet in orde zou kunnen zijn en daarom voelde hij niet veel voor een dergelijke zin. Hij zei daarom: U moet laten uitzenden een vertrou- wensboodschap aan de ondertekenaar van de tweede brief, die ik aan Sluyser heb gezonden. De heer Van Looi wist dat die brief was aangekomen en hij maakte het moeilijk omdat er onder die brief niet één maar twee namen stonden. Prompt vier dagen daarna kwam over Radio Oranje de boodschap: „Koert en Fina, hebt vertrouwen". Liet klopte precies en daarom heeft de heer Van Looi Van der Waals met Vorrink in contact gebracht. Er werden politieke en militaire informaties verzameld, die door Van der Waals in handen van de Duitsers kwamen. De politieke informaties heeft Schreieder aan de Engelsen doorge zonden om het spelletje aan de gang te houden en reacties uit te lokken waaruit hij iets wijzer zou kunnen worden. Verraad op verraad De heer J. E. van Tijen, directeur van de Fokkerfabrieken, zou voor het Natio naal Comité naar Engeland gaan. De "heer Vorrink had hem voorzien van gegevens van alle mogelijke departementen. Van een aantal ambtenaren van departementen had Vorrink verslagen gekregen. Hij had van de Joodse Raad ook een rapport over de Jodenvervolging. Bovendien had hij ge gevens over de opstelling van drie Duitse radar-stations en van de signaal-code van Agenda voor Haarlem DINSDAG 18 JULI Grote Kerk: Orgelconcert, 8 uur. Palace: „Paniek in warenhuis", alle leeft., 2, 4.15, 7 en 9.15 uur. Luxor: „Het alibi van dr. Gerrow", 14 j., 2, 7 en 9.15 uur. City: „Be rucht", 18 j., 2.15, 4.30, 7 en 9.15 uur. Spaarne: „De engel en de bandiet", 14 j., 2,30, 7 en 9.15 uur. Frans Hals: „Kapitein van Castilië". 14 j., 2.30, 7 en 9.15 uur. Rembrandt: „Dwaas heid des harten", alle leeft., 2, 4.15, 7 en 9,15 uur. WOENSDAG 19 JULI Bioscopen: Middag- en avondvoorstellingen. de Duitse jachtvliegtuigen. De heer Van Tijen, die eerst langs een eigen weg naar Engeland had willen gaan, ging naar Hoorn met Van der Waals, die zogenaamd had gezorgd voor een watervliegtuig op de. Zui derzee. Te Zaandam zei Van der Waals: Wij gaan er hier uit, want ik moet hier een boodschap doen; wij gaan. dan met de volgende trein verder. Zij gingen het station uit en Van der Waals zei: „Wacht hier even". De heer Van Tijen slenterde wat heen en weer en werd plotseling door een tien tal handlangers der Duitsers overvallen en gearresteerd. Op 1 April 1943 ging Schreieder over tot arrestatie van het Nationaal Comité en de sabotage-groep Vorrink. De Duitsers hebben daarna een telegram naar Enge land gezonden, waarin de desbetreffende agent meedeelde dat hij het contact met Vorrink had afgebroken, omdat waar schijnlijk de Duitsers in het complot waren doorgedrongen. Ontmaskerd In Mei 1943 bereikten Engeland verschil lende berichten over de arrestatie van het Nationaal Comité. De naam „De Wilde", onder welke naam Van der Waals was op getreden, was te Londen niet bekend. Maar in September 1943 kwam Van der Waals in Zweden, waar hij onder de naam baron Van Lynden optrad en aanbood sabotage in Nederland te plegen (hij was uitgezon den door Schreieder om eventuele spion- nagelijnen te ontdekken). Het hoofd van het (Nederlandse) Bureau Inlichtingen te Londen heeft toen zijn vertegenwoordiger te Stockholm, ir. Lindenburg, laten over komen om overleg te plegen. In die tijd zond de illegaliteit in Nederland waar aan de ontmaskering van Van der Waals te danken is zijn signalement naar het B.I., waardoor ir. Lindenburg ontdekte dat De inmiddels terechtgestelde Van der Waals. -hij met Van der Waals te doen had, Van der Waals was toen echter reeds uit Stock holm vèr trokken. In April 1945 kreeg een speciale .een heid van de Britse contra-spionnage Van der Waals in Zuidlaren in Groningen in handen. De Britten besloten Van der Waals, daar hij over contacten in Duits land beschikte, daar te gebruiken tegen ondergrondse nazi-organisaties, aangezien men toen,, nog een langdurige tegenstand van deze organisaties in Duitsland ver wachtte. Nadat op 29 Mei 1945 het Bureau Na tionale Veiligheid was opgericht, werd mr Einthoven, die de leiding van dit bureau had, daarvan in kennis gesteld. De heer Einthoven stond op het standpunt dat de Engelsen het recht hadden om aldus met Van der Waals te handelen, daar tot 15 Juli 1945 het Legal Agreement gold, krach tens hetwelke Van der Waals onder de ju risdictie vaji het geallieerde leger viel. Intussen werden door de P.R.A. te Rot terdam nasporingen naar Van der' Waals gedaan, waarbij kwam vast te staan dat hij in geallieerde dienst was. Van der Waals was inmiddels uit Duitsland verdwenen, naar de Russische zóne gedeserteerd en tenslotte weer naar de Engelsen terugge keerd, die hem gevangen namen en in Augustus 1946 toezegden hem aan Neder land uit te leveren, hetgeen ook is ge schied. Het landelijk karakter zal bewaard worden Dezer dagen deelden wij mede dat het gemeentebestuur van Bennebroek een nieuw uitbreidingsplan heeft laten maken, waarin ingrijpende voorstellen op verkeersgebied verwerkt zijn. Allereerst de aanleg van een nieuwe weg door „het Duin" naar de Glipperweg, om aansluiting te krijgen aan de Valkenburgerlaan en de Heemsteedse Dreef, waardoor dus, in sa menwerking met Heemstede, een goede tweede verbinding BennebroekHaarlem verkregen zal worden. Bovendien een nieuwe weg van het Station Vogelenzang naar de Haarlemmermeerpolder, met de bouw van een viadiuct, waar deze weg de rijksstraatweg kruist. Maar er is nog meer bij dit niéuwe uitbreidingsplan geregeld. Er wordt na tuurlijk op bouw van woningen gerekend. Nu heeft Bennebroek 3350 inwoners. Er zullen '/i de toekomst zo-veel nieuwe hui zen bijgebouwd worden dat. dit aantal tot 5000 kan groeien. Het wil niet zeggen dat daarmee het maximum bereikt zal zijn, want er is op het uitbreidingsplan nog veel „groen" gelaten. Grond die dus niet bebouwd mag worden. Het college van B. en W. is overtuigd van de noodzakelijk heid dat Bennebroek het karakter van een landelijke gemeente moet behouden. Dit is trouwens ook een van haar belangrijkste aantrekkelijkheden. Nu er nieuwe v?egen aangelegd zullen worden zal er naar ge streefd moeten worden ook aan deze een passende omzoming van groen te geven. Vooral in het mooie Duin is dit een belang dat niet uit het oog verloren mag worden. Onder de grond die niet bebouwd mag worden is al het land dat bij het Huis te Bennebroek behoort. Bij elkaar 33 H.A. Dit is een belangrijk deel van- de totale oppervlakte der gemeente, want die is niet meer dan 175 H.A. Men weet uit onze publicatie van j.l. Vrijdag dat het Huis te Bennebroek met de bijgebouwen alsook 13 H.A. grond aan de kant van de Glipperweg door de Am- bachtsvrouwe aan de Ned. Hervormde Kerk zijn nagelaten, onder beding dat er een rusthuis voor bejaarden komt. Aanvaardt de kerk deze erfenis niet, dan treedt de gemeente Bennebroek in de zelfde rechten. Zo ook deze van de schen king zou afzien komen het huis, de bijge bouwen en de 13 H.A. grond aan de erf genamen. Deze erfgenamen hebben reeds de overige 20 H.A. bos en weiland van het landgoed in eigendom gekregen. Daartoe behoort ook het schilderachtige Reigersbos aan de kant van de Ringvaart. Komt het Rusthuis er dan zijn die 13 H.A. grond die er bij liggen, voor de toekomst veilig. Voorlopig is natuurlijk ook hetzelfdé te zeggen van de 20 H.A. grond die daarbij aansluit. Maar op de duur zal toch een regeling getroffen moe ten worden, bijvoorbeeld door aankoop als natuurreservaat. Ook op de grond die aan de rijksstraat weg ligt en die tot de buitens behoort die in Heemstede gelegen zijn, mag niet be bouwd worden. Er is voorts in het uitbrei dingsplan terrein gereserveerd voor de psychiatrische stichting „Vogelenzang". Het raadhuis van Bennebroek is te klein geworden. De bedoeling is aan de Benne- broekerlaan een nieuw te bouwen. Naast het politiebureau kocht de gemeente daar voor 3785 vierk. m. Voor het college van B. en W. daartoe stappen deed is op het Gouvernementsgebouw eerst gevraagd, of tot die koop kon worden besloten in ver band met de bestaande onzekerheid over de vraag of Bennebroek als zelfstandige gemeente zal blijven bestaan. Men weet dat het college van Gedeputeerde Staten van Noordholland de commissie Ter Veen heeft ingesteld om een advies uit te bren gen over de toekomstige grenzen van de gemeenten in deze provincie. B. en W. kregen toen de mededeling dat er geen bezwaar was tegen de aankoop van de grond, met de bestemming van raadhuis. Daaruit kan afgeleid worden dat er veel kans is dat Bennebroek als gemeente zal blijven bestaan. Dit sluit zeer goed aan bij de mededelingen die wij een half jaar geleden deden, waarin tot uiting kwam, dat wij reden hadden te veronderstellen, dat het de bedoeling van de commissie Ter Veen is voor te stellen om Bennebroek als zelfstandige gemeente te handhaven. Maar dit zou inhouden dat het tegenwoordige grondgebied van Bennebroek zou worden vergroot, omdat de commissie van oordeel is, dat een gemeente als regel tenminste 5000 inwoners moet hebben om goed be stuurbaar te zijn. Wie de kaart van deze omgeving.kent zal daaruit ongetwijfeld de conclusie trek ken, dat het in dat geval de aangewezen weg is het dorp Vogelenzang, dat nu onder de gemeente Bloemendaal ressor teert, onder Bennebroek te brengen. Reeds nu hebben de inwoners van Vogelenzang veel contact met Bennebroek. De onzekerheid voor hoeveel inwoners Bennebroek een nieuw raadhuis moet bouwen is aanleiding geweest de plannen voor de bouw nog naar de naaste toe komst te verschuiven. Het is te begrijpen dat men ook om deze reden in Benne broek nieuwsgierig is hoe het in de toe komst met de grenzen der gemeente zal gaan. Vandaag heeft schout-bij-nacht I. W. Reynierse in tegenwoordigheid van alle commanderende marine-officieren uit het land te Den Helder het commando over de zeemacht Nederland overgedragen aan vice-admiraal J. J. L. Willinge. Dit gebeurde aan boord van H. M. wachtschip NeptunusEen half jaar geleden had vice-admiraal Willijige dit commando tijdelijk neergelegd in verband met de vlootreis naar de Antillen, en de daarop volgende vlootmanoeuvres. Vice-admiraal Willinge met achter hem schout-bij-nacht Reynierse, bij het betreden van het wachtschip „Neptunus". LOF DER PARKEN "XjUTlE *n zÜn schooljeugd als enige prac- W tische beoefening van de schone plantkunde nog boombladeren liet verdro gen en verkleuren tussen dikke boeken, wie „voor de meester" dovenetels heeft geplukt (met opgezwollen handen van de netels, welke niet „doof" bleken), die kan jaloers zijn op de kinderen, die thans Haarlems scholen bevolken. Deze generatie krijgt twee maal in de week een lesuur waarin zij in klas-ver- band naar de Haarlemse „school- en werktuinen" wandelt en zich over de aar de buigt, waar de door haar zelf geteelde groenten en bloemen uit opwassen. Niet alleen om een krop sla van een andijvie- plant te leren onderscheiden, maar vooral ook opdat zij met de neus op de schep pingskracht in de nabuur gedrukt wordt en haar hart zich er voor ontsluit. Een en ander is te danken aan een respectabel initiatief, dat 26 jaar geleden werd geno men bij de oprichting van de „Vereniging voor School- en Werktuinen". Haar stre ven is voor een groot deel verwezenlijkt nu er in Haarlem drie grote werktuinen zijn, in het Noorder Sportpark, aan de Marnixstraat en aan de Van Oosten de Bruynstraat. Afgezien dan nog van de tui nen, die reeds binnen het terrein van vijf Haarlemse scholen zijn aangelegd. Bonen, bieten, worteltjes en sla Lapjes grond van vijftien vierkante meter voor elk worden vruchtbaar door de zorg van 1215 schoolkinderen. Zij heb ben hun radijsjes al geoogst en op de bedden waar deze hebben gestaan, bollen nu weer kroppen sla in alle frisheid uit de aarde. Bonen, bieten, worteltjes en sla, die in alle tuintjes domineren, zou men de vier „verplichte groenten" kunnen noe men. Daarnaast kunnen de kinderen zaaien, wat hun speciale aandacht heeft. Daardoor worden de verschillende tinten groen hier en daar afgewisseld door een kleurige flora. In het tuinencomplex van het Noorder Sportpark wordt men bij het overzien van de groentengewassen aangenaam verrast door sierkalebassen, afrikaners, zomer - phloxen, zinnia's, leeuwenbekjes en gouds bloemen. Hier liggen 321 tuintjes keurig aaneengerijd; Het is overigens wel merk waardig dat, terwijl men de jeugd in deze tuinen ontzag voor alles wat groeit bij brengt en zo ook het vandalisme in par ken en plantsoenen poogt te bestrijden, een ander soort vandalisme van ouderen de kop opsteekt. Dit openbaart zich af en toe als er'groenten geoogst blijken te zijn door lieden die ze niet gezaaid hebben Zoals kwajongens in een boomgaard ge kaapte appels het lekkerst vinden prefe reren deze lieden blijkbaar gestolen groen ten. Idylle van schoffels en harken Uit het gereedschappenhussje in het tuinencomplex aan de Marnixstraat rij den potige jongens kruiwagens met schof fels en harken naar buiten, langs een goudvissen-bassin, onder rozenpoortjes door en naar de tuinen. Een klas is aan het werk getogen, een andere staat onge duldig op haar gereedschappen te wach ten. De een haalt zijn sla binnen (de kin deren mogen hun producten mee naar huis nemen), de ander kijkt naar de stand der tomaten. Een idylle tegen de achter- Familie De la Penha meent recht te hebben op Labrador Te Amsterdam is opgericht de stichting „Labrador", die ten doel heeft het behar tigen van de rechten en belangen van de nazaten en rechtverkrijgenden van Joseph de la Penha, in leven reder te Rotterdam, met betrekking tot de aanspraken op de landstreken Labrador, Corte Real en ver dere landstreken, die aan Joseph de la Penha in 1697 door de koning-stadhouder Willem III in eeuwigdurende erfpacht zou den zijn geschonken. De stichting tracht dit doel te bereiken door het opsporen van alle documenten en stukken waaruit van het bestaan van het recht van Joseph de la Penha blijkt, alsmede alle op deze zaak betrekking hebbende stukken van vroeger gevoerde processen. De rechten, die de stichting wil behartigen, betreffen het grootste schiereiland van Noord-Amerika, Labrador. In 1926, toen een proces werd gevoerd tussen Canada en New Foundland over het bezit van Labrador, heeft de heer Isaac de la Penha uit Montreal zijn aanspraken op het schiereiland, dat thans een dominion is van Canada, doen gelden. Zijn advocaat wist te bewerkstelligen dat de zaak in 1939 door het hoogste Cana dese gerechtshof behandeld zou worden. De oorlog deed de zaak echter in het ver geetboek geraken. Familieleden van De la Penha hebben verklaard dat een der belangrijkste stuk ken, de originele acte, waarin Willem III Labrador in eeuwigdurende erfpacht schonk aan Joseph de la Penha, is opge spoord. Vice-admiraa! J. J. L. Willinge weer commandant zeemacht In tegenwoordigheid van alle comman derende marine-officieren uit het land heeft schout bij nacht I. W. Reynierse in Den Helder aan boord van het wachtschip „Neptunus" het commando over de zee macht Nederland overgedragen aan vice- admiraal J. J. L. Willinge. Vice-admiraal Willinge had dit commando een half jaar geleden tijdelijk neergelegd wegens de vlootreis naai- de Antillen en de daarop volgende geallieerde vlootoefeningen. Schout bij nacht Reynierse bracht in zijn afscheidstoespraak in herinnering wat de Koninklijke Marine in de na- oorlogse tijd reeds heeft kunnen presteren. Bij het strijken van zijn commandovlag werden dertien saluutschoten gegeven. Vice-admiraal J. J. L. Willinge bracht de aftredende commandant de dank over van de hoogste marine-autoriteiten voor wat hij in verschillende functies na de oorlog had gedaan voor de marine en voor het land. In het bijzonder prees hij de werkzaamheden van schout bij nacht Reynierse ten opzichte van de uitbreiding van de marinehaven in Den Helder. Hierna werd de commandovlag van de comman dant zeemacht Nederland gehesen onder het afvuren van 15 saluutschoten. De commandant van de „Karei Door man". kapitein tea1 zee C. W. Slot, schonk na afloop aan de scheidende commandant de commandovlag, die gedurende zijn be velvoering van de „Neptunus" heeft ge waaid. IJver en aandachtige liefde voor de natuur vieren hoogtij in de schooltuintjes. grond van een groen, rood en witgeverfd molentje. „Als we wat beter in de financiën ko men te zitten, moet er nog veel meer bij komen", zegt de heer Dorresteijn, nu niet namens de Hout- en Plantsoenendienst maai' als penningmeester van de vereni ging voor School- en Werktuinen. „Mis schien kunnen de schoolkinderen dan ook bijen en pluimvee gaan houden, of zijde rupsen". Zonneschijn gevraagd Vooral de tuintjes aan de Van Oosten de Bruynstraat, waarvan de grond nogal veenderig is, hebben dringend zonneschijn nodig. Omdat deze vrij laag liggen lijden ze in deze regenachtige dagen aan over tollig water. In het Zuidoosten van de stad bestaat nog geen schooltuinencomplex en de kin deren in deze buurt brengen een groot deel van hun „tuiniersles" door met wan delen naar verder afgelegen tuinen. Met behulp van wat meer d^inatiegelden is het wellicht mogelijk ook voor de schooljeugd in dit gedeelte van Haarlem arbeidster rein te verschaffen. De vreugde, die dit tuinieren geeft ligt er bij het overgrote deel van deze jongelui dik bovenop. Ze zijn, wat men zou noe men. „in hun knollentuin". En de veronderstelling mag hier worden geuit, dat ze over hun wortellof heen ook dë lof der parken leren zien. Preventieve geneeskunde Wij publiceren hierbij het derde artikel over preventieve geneeskunde van prof. dr. R. Remmelts, directeur van het In stituut voor preventieve Geneeskunde in Leiden. Prof. Remmelts heeft op uit nodiging van de Rockefeller Foundation een studie-reis van drie maanden door de Verenigde Staten gemaakt. Aleer ik iets nader inga op het onderwijs in „volksgezondheid en preventieve ge neeskunde", maak ik eerst een paar op merkingen over het medisch onderwijs in het algemeen. Een zeer belangrijk verschil met Hoüand en Indonesië is, dat in Ame rika een scherpe selectie van de medische studenten bestaat. Voor de bekende uni versiteiten melden zich jaarlijks 2000 tot 3000 studenten aan, waaruit er 75 worden gekozen. De meeste studenten wagen een kans aan verscheidene universiteiten. In ons land gaat het geneeskundig onderwijs gebukt onder het grote aantal studenten in verhouding tot docenten en outillage. Hier zou, wat dit betreft, selectie een wel daad zijn. Bovendien zou het afwijzen van een aantal studenten, die zeker ongeschikt voor de studie zijn, behalve een voordeel voor de universiteit, ook een voordeel voor hen zelf zijn. In Holland en Indonesië is dan ook veel gesproken over selectie, maar men deinsde steeds terug uit angst eens een enkele maal een candidaat af te wijzen, die toch nog wel in staat geweest zou zijn de studie te volbrengen. In Indonesië had de faculteit tenminste nog het recht een student, die drie maal voor hetzelfde examen gezakt was, de tóegang verder te ontzeggen, maar zelfs deze mogelijkheid hebben de faculteiten in Nederland niet. Het is dus begrijpelijk, dat ik in Amerika informeerde naar de wijze, waarop geselec teerd werd. Men beschouwt ook dit vraagstuk nuchter en gaf onmiddellijk toe, dat no. 76150 van 3000 waarschijnlijk niet minder goed zouden zijn dan no. 1 75. De toegepaste maatstaven waren: cijfers van vorige onderwijsinrichtingen, met inlichtingen van leraren, aanbevelings brieven en psychologische tests. Ik woonde een faculteitsvergadering bij, waar deze schifting werd gemaakt, maar niettegen staande de ernst, waarmede een en ander verricht wordt, bevredigt hel niet. De Amerikaan zegt dan echter: „Wat wil je anders? Het moet wel" en zo geloof ik, dat wij in ons land,, omdat wij bang zijn enkelen te schaden, het gehele onderwijs schade doen en ook de geneeskundige voorziening van het land. Vrijheid mag een kostelijk iets zijn, maar is niet altijd efficiënt. Deze beperking van het aantal studen ten maakt een betere wijze van onderwijs geven mogelijk. Men tracht de colleges, waar één man binnenkomt, afgedaald van zijn ivoren toren, en een paar honderd eerbiedig luisteren of niet luisteren, maar althans niets zeggen, te beperken, maar meer gelegenheid in kleine kring te pra ten, over en weer, zodat de studenten de indruk krijgen, dat de hoogleraar en zij gezamenlijk de moeilijkheden en vraag stukken bespreken en aan de oplossing werken. Ik woonde o.a. een uitnemend college gynaecologie bij waarbij over de diagnose gestemd werd (ik was gelukkig bij de „winnende" groep) na een samen spraak tussen de hoogleraar en de stu denten. Ook heeft men hier en daar gebroken met het oude systeem om b.v. 's morgens van 81 uur achter elkaar vijf verschil lende vakken te doceren. Zoveel mogelijk streeft men er naar een ochtend of middag aan één vak te besteden, door te beginnen met een college en hierop practicum, demonstratie of samenspraak te doen volgen. Deze drie verschillen met de toestand hier te lande moeten als grote voordelen worden beschouwd en zullen ongetwijfeld bijdragen tot het bereiken van een hoger peil van de Amerikaanse medici. In het bijzonder is het grote aantal ervaren onder wijskrachten op elke afdeling voor het kleinere aantal studenten van grote be tekenis. Goed medisch onderwijs is nu eenmaal duur en de resultaten zijn niet in geld uit te drukken, maar ik ben ervan overtuigd, dat zelfs zonder de winst aan levensgeluk mee te tellen, het hierin ge stoken kapitaal dubbel en dwars wordt opgebracht door de verbetering van de volksgezondheid, die het gevolg zal zijn van betere opleiding der artsen. Afzonderlijke faculteit Het onderwijs in „Public Health and preventive medicine" werd aan de acht universiteiten in Amerika en Canada, die ik bezocht, en nog aan 3 andere gegeven door een afzonderlijke, uitgebreide facul teit. Administratief staat, deze racutteu meest naast de medische, als gelijkwaardig deel van de universiteit, De verhouding der beide faculteiten is verschillend ge regeld, maar overal was een hechte band. Over en weer geven verscheidene hoog leraren onderwijs in beide faculteiten en samenwerking in researchwerk komt ook zeer veel voor. Per jaar werden 75 studenten aange nomen, die in een studiejaar van 30 weken een opleiding kregen tot „Master in Public Health", daarna bestaat tot ver dere gespecialiseerde studie gelegenheid. Bij voorkeur kiest men als „studenten" medici, die enige jaren praktische ervaring hebben. De leerlingen komen uit zeer verschillende streken van de wereld, velen stammen uit Brits-Indië en Zuid-Amerika, en ze zijn over het algemeen iets ouder, dan degenen die men meestal op de col legebanken aantreft. Bijna allen zijn door hun gouvernement, of andere werkgevers, in de gelegenheid gesteld deze opleiding te volgen. Doordat deze groep studenten zeer verschillende ervaringen heeft opgedaan in zeer ver schillende landen en een jaar samenwerkt, dikwijls in kleine groepen op practica en excursies, is er een zeer ruime gelegenheid voor uitwisseling van gedachten. Dit is uitermate leerzaam, zowel voor de studenten als voor de hoogleraren. In het middelpunt van dit onderwijs is geplaatst: statistiek en epidemiologie; de grondbegrippen van deze wetenschappen zijn de basis van het onderwijs. De stu denten moeten ziekten uit een geheel andere gezichtshoek bezien en bestuderen, dan ze bij de gewone, clinische opleiding zijn gewend. Hier leerden ze hun aandacht schenken aan één patiënt, maar nu wordt de ziekte ook beschouwd in verband met de betekenis voor de maatschappij en er wordt bestudeerd hoe men de maatschap pij kan behoeden voor nadelige gevolgen en misschien het optreden van de ziekte kan voorkomen. Bij besmettelijke ziekten was dit aspect zo belangrijk en duidelijk, dat aan deze kant van de zaak wel altijd aandacht is besteed, maar dezelfde aan dacht verdienen nog tal van andere ziek ten. Men moet vooral niet twisten welke beschouwingswijze de belangrijkste is: dat heeft geen betekenis. Beiden zijn belang rijk en langs beide wegen moet worden gewerkt, Bevordering van het welzijn van één patiënt komt de maatschappij ten goede en omgekeerd het behoeden van de maatschappij voor ongunstige factoren weer de enkeling. De betekenis van de statistiek voor de geneeskunde, zowel voor de practische uit oefening als voor researchwerk, wordt in bredere kringen ingezien dan enige jaren geleden. Vóór men een ziekte goed kan bestrijden, moet men op de hoogte zijn van de frequentie, mede in verband met de factoren die van buiten op de per sonen inwerken. Bij het beoordelen van de resultaten van researchwerk is natuur lijk een betrouwbare statistische bereke ning noodzakelijk. Men dient zelfs vóór men een onderzoek aanvangt, dus bij het opstellen van de plannen, de statisticus in te schakelen, op dat niet de kans gelopen wordt dat nood zakelijke controleproeven bij dit plan ont breken. Het doordrongen worden van deze begrippen en de mogelijkheid deze kennis toe te passen zijn van groot belang voor de uitoefening van taken als die van inspec teur van de volksgezondheid, directeur van een ziekenhuis, schoolarts, fabrieksarts en vele andere.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1950 | | pagina 5