c
J
Een „Zwitserse weg" tussen Londen
en het bezette Nederlandse gebied
De radio geeft Vrijdag
OLD LAVENDER
TOILETZEEP
Israel en zijn Arabische buren
Wereldnieuws
Ui tg;
Donderdag 27 Juli 1950
Initiatief van dr. W. A. Visser t Hooft leidde tot
belangrijke inlichtingenbron
Niet alleen via Zweden, ook via Zwitserland heeft gedurende de bezetting een ver
binding tussen de regering te Londen en het hezette Nederlandse gebied bestaan.
Dit contact, dat vooral in de tweede helft van de oorlog zeer intensief was, is te
danken geweest aan het initiatief van dr. W. A. Visser 't Hooft, thans algemeen
secretaris van de Wereldraad van Kerken, die toen in Genève woonde.
S}Fiat Lihertas" stichtte
later de weg-B"
Na de Duitse overval op Nederland in
Mei 1940 bleef dr. Visser 't Hooft in con
tact met personen in het bezette gebied,
die hem op de hoogte stelden van hetgeen
daar gebeurde. Dr. Visser 't Hooft kwam
op de gedachte, de Nederlandse regering
in Londen hierover inlichtingen te ver
strekken en er ontstond een briefwisseling
met minister-president Gerbrandv. In 1942
kreeg dr. Visser 't Hooft het verzoek naar
Londen te lcomen. Bij de daar gehouden be
spreking vestigde hij er vooral de aandacht
op, dat men in Londen zeer slecht op de
hoogte was van hetgeen er in de bezette
gebieden gebeurde.
De toenmalige secretaris-generaal van
het departement van Algemene Oorlogvoe
ring in Lpnden. de heer Lovink. maakte eer-
afspraak met dr. Visser 't Hoort over een
beter contact tussen Genève en Londen.
Bij zijn terugkomst te Genève ontmoette
dr. Visser 't Hooft mej. Kohlbrugge, die
zonder enig officieel papier kans had ge
zien naar Zwitserland te komen. Dit was
in Juli 1942. Zij had veel belangrijk mate
riaal uit Nederland meegebracht. Mej.
Kohlbrugge werd koerierster tussen Ne
derland en Zwitserland en de Zwitserse
weg ging. eerst langzaam, werken. Er
kwam ook allerlei militair materiaal bin
nen en zo ontstond er contact tussen de
heer Visser 't Hooft en de militaire attaché
te Bern, de heer Van Tricht
Bedoeling gedeeltelijk verwezenlijkt
De bedoeling, dat, behalve het zenden
van berichten via Genève van Nederland
naar Londen, de regering van haar kant
van dit centrum gebruik zou maken om
het bezette gebied in te lichten omtrent
haar politiek, is ten aanzien van het eerste
gedeelte verwezenlijkt, doch nadat de heer
Lovink als secretaris-generaal van het de
partement voor Algemene Oorlogvoering
was afgetreden, is er van de verwezen
lijking van het tweede doel weinig meer
terecht gekomen. Daar de heren Lovink en
Visser 't Hooft goed op elkaar ingesteld
waren, was hun correspondentie van groot
belang. Na het aftreden van de heer Lovink
beperkte de berichtgeving van Londen uit
zich echter tot het geven van bepaalde
aanwijzingen van de regering aan het be
zette gebied.
De Parlementaire Enquête-commissie
heeft g-rote waardering voor de wijze,
waarop de minister-president na het aan
vankelijk initiatief van dr. Visser 't Hooft
heeft gereageerd. Op deze wüze werd het
mogelijk, dat Londen door de heer
Visser ft Hooft, die in nauw contact stond
met het bezette gebied, op de hoogte werd
gebonden van de verschillende geestelijke
en politieke stromingen in Nederland. De
commissie betreurt het, dat er tussen de
heer Visser 't Hooft en de opvolger van
ADVERTENTIE
HILVERSUM I, 402 M.
7.00 Nieuws. 7.18 Platen. 8.00 Nieuws. 8.18
Platen. 8.50 Voor de vrouw. 9.00 Platen. 10.00
„Thuis", causerie. 10.05 Morgenwijding. 10.20
Platen. 10.30 Voor de vrouw. 10.45 Alt en
piano. 11.10 Voordracht. 11.25 Platen. 12.00
Orkest 12.30 Weerbericht. 12.33 Sportpraatje.
12.45 Platen. 13,00 Nieuws. 13.15 Dansmu
ziek. 13.45 Platen. 14.00 Voor de vrouw. 14.20
Platen. 15.00 Voordracht. 15.20 Platen. 16.00
Orgel en zang. 16.30 Voor de jeugd. 17.00
Platen. 17.20 Utrechts stedelijk orkest, koor
en solisten. 13.00 Nieuws. 18.40 Piano-duo.
19.00 „Denk om de bocht". 19.15 Platen, 19.30
„Op bezoek bij anderen". 1945 „Vredes-
geöachten in deze tijd". 20.00 Nieuws. 20.05
Boekbespreking. 20.10 Platen. 20.35 „Het in
ternationaal verbond voor vrijzinnig Chris
tendom". 21.00 Verzoekprogramma. 21.35
Gevarieerd Drogramma, 22.00 Buitenlands
overzicht. 22.15 Orgel en gemengd koor. 22.40
„Vandaag", causerie. 22.45 Avondwijding.
23.00 Nieuws. 23.15 Platen.
HILVERSUM II, 298 31.
7.00 Nieuws. 7.15 Gymnastiek. 7.30 Platen.
7.45 Een woord voor de dag. 8.00 Nieuws. 8.15
Gewijde muziek. 8.45 Sextet. 9.15 Voor zie
ken. 930 Platen 10.30 Morgendienst. 11.00
Striiktrio. 11.30 Marinierskapel. 12.00 Platen.
12.30 Weerbericht. 12.33 Dubbelkwartet. 12.55
Reportage. 13.00 Nieuws. 13.15 Symphonie-
orkest. 13.45 Strijkorkest. 14.15 Vocaal
ensemble. 14,40 Voordracht. 15.00 Kamermu
ziek. 15.25 Platen. 15.40 Voordracht. 16.00
Kamerorkest en solist. 16.45 Platen. 17.00
Wetenswaardig allerlei. 17.30 „De Friese wa
tersport". 17.45 „Het Nederlands Bijbelge
nootschap". 18.00 Geestelijke liederen. 18,15
„Morele herbewapening van de midden
stand". 18.30 Strijdkrachten. 19.00 Nieuws.
19.15 Regeringsuitzending. 19.35 Platen. 19.40
Radiokrant. 20.00 Nieuws. 20.05 Platen. 20.15
Residentieorkest en soliste, 21.15 Platen. 21,30
„Canada als nieuw vaderland". 21.50 Metro-
pole orkest. 22.20 Platen. 22,30 Oratorium-
vereniging, philharmonisch orkest en solis
ten. 22.45 Avondoverdenking, 23.00 Nieuws,
23.15 Schaakoverzicht. 23.20 Platen.
BRUSSEL, 324 M.
12 on Lichte muziek. 12.30 Weerbericht
12.32 Zïgeunermuziek. 13.00 Nieuws. 13.15
Orce! en zang. 14.00 Moderne muziek. 14.56
Pi.v. r. 15.00 Platen. 2600 18de Eeuwse mu
ziek. :7 09 Nieuws. 17.10 Sextet en zang 17.30
Hawaiian muziek. 18.00 Piano 18.15 Pro
testantse Causerie. 18.30 Voor soldaten. 19.00
Nieuws. 19.30 Lichte muziek. 19.50 Feuille
ton 20.00 Filmmuziek. 20.30 Kunstkalei-
doscoop. 20.45 Platen. 20.50 Inleiding Bach-
concert. 21.00 Bachconcert. 22.00 Nieuws.
22.15 Verzoekprogramma. 23.00 Nieuws 23.05
Rhythmische pianomuziek. 23,30 Platen.
de heer Lovink niet eenzelfde samenwer
king heeft bestaan als met laatstgenoemde.
Daardoor kwam toen. zoals de heer Visser
't Hooft het uitdrukt, het „weerwerk" uit
Londen te ontbreken, hetgeen mede ten
gevolge heeft gehad, dat het bezette gebied
in geringere mate op de hoogte is gebracht
van de strekking van de regeringspolitiek,
dan mogelijk zou zijn geweest.
Hierdoor kon dr. Visser 't Hooft ook in
mindere mate dan voordien beoordelen,
welke soort berichten uit Nederland ter
voorlichting van Londen dienden te wor
den gezonden. Dit is te meer te betreuren,
omdat de heer Visser 't Hooft een zeer
belangrijk centrum is geworden voor de be
richtgeving van Nederland naar Londen,
hetgeen de commissie is gebleken uit het
archief van de Zwitserse weg, dat te harer
beschikking is gesteld. Van deze belang
rijke verbindingsmogeüjkheid had voor het
verkeer van Nederland naar Londen een
nog vruchtbaarder gebruik kunnen wor
den gemaakt, terwijl, indien het contact
tussen Londen en Genève inniger was ge
weest de voorlichting in het bezette gebied
daarvan in hoge mate had kunnen profi
teren.
Lof voor koerierster
De commissie wil niet nalaten haar
waardering uit te spreken voor het werk
van mej. Kohlbrugge. Aan haar flink op
treden is het te danken, dat dr. Visser 't
Hooft er na zijn terugkomst te Genève in
betrekkelijk korte tijd in slaagde de ge
wenste verbinding met een verzamelcen-
trum in Nederland te krijgen. De heer
Visser 't Hooft heeft op deze wijze over
eenkomstig zijn wensen contact gekregen,
onder andere met de heren Stufkens en
Slotemaker de Bruine, die hij beiden goed
kende. Aanvankelijk werden de door mej.
Kohlbrugge verzamelde stukken in boeken
genaaid en op deze wijze naar Genève ge
zonden. Ook werd gebruik gemaakt van
incidentele koeriers.
Omstreeks October 1943 begon men de
verzending over de Zwitserse weg via een
vaste estafettedienst, waaraan verschillen
de personen hun bes le krachten hebben
gewijd. De organisatie daarvan berustte
hoofdzakelijk bij de heren Weidner en Le
Jeune, die zich hiervoor uitermate ver
dienstelijk hebben gemaakt. Het aantal be
richten werd steeds groter.
De te Genève ontvangen berichten wer
den daar bewerkt in een bureau, dat on
der leiding van ir. Eisma stond. Op dit
bureau werden de politieke en militaire
berichten gescheiden. De eerste gingen
naar dr. Visser 't Hooft, de laatste naai
de heer Van Niftrik, die ook te Genève
werkzaam was en als vertegenwoordiger
van de militaire attaché de militaire be
richten verder verzorgde en doorzond. De
politieke stukken werden, na door dr.
Visser 't Hooft bekeken te zijn, eventueel
met bepaalde beschouwingen naar Londen
doorgezonden.
Ket geven van beschouwingen over deze
stukken was in overeenstemming met de
opdracht en de positie van dr. Visser 't
Hooit. Er is van sommige zijden wel eens
bezwaar tegen gemaakt, dat de heer Vis
ser 't Hooft commentaar gaf op de stuk
ken, welke hij doorzond. Dit bezwaar is
naar het oordeel van de commissie onge
fundeerd, daar uit de boven weergegeven
getuigenverklaringen duidelijk blijkt, dat
dr. Visser 't Hooft hierbij niet anders
deed dan zijn regeringsopdracht uitvoeren.
Politieke commissie zaaide
tweedracht
In Nederland werd op een gegeven
ogenblik besloten, dat een politieke com
missie zich bezig zou houden met het ver
zamelen van het te verzenden materiaal
en dat mej. Kohlbrugge uitsluitend de
techniek van de verbinding 'met Zwitser
land zou verzorgen. De laatste achtte de
oprichting van de politieke commissie on
juist, tenzij men in deze commissie ver
tegenwoordigers van alle politieke par
tijen in Nederland zitting liet nemen en
de regering hiervan op de hoogte stelde.
Ook wenste zij niet te aanvaarden, dat zij
geheel buiten de politieke commissie
werd gehouden. Zij beschouwde de Zwit
serse weg als een soort postverbinding
met Londen, langs welke alles, waarover
de beschikking kon worden verkregen,
diende te worden doox-gezonden. In die
tijd waren er reeds moeilijkheden tussen
de Orde Dienst en de groep-Vrij Neder
land ontstaan. Mej. Kohlbrugge had voor
haar werk ook contacten met de O.D.
Toen zij de leden der politieke commissie
niet kon overtuigen van de noodzaak, de
organisatie meer in haar geest op te zet
ten, heeft zij zich tot de heer Six gewend,
die chef-staf was van de O.D. Deze was
het met haar eens, nadat hij van haar
ADVERTENTIE
VIERDAAGSE
ORANJEBOOM BIER!
inzage had geki-egen van een bepaalde
zending, die naai- Genève zou worden
doorgezonden. De heer Six was van me
ning, dat de regering eenzijdig werd inge
licht en vond het zijn plicht haar daarvan
in kennis te stellen. Hij heeft zulks ge
daan door middel van de agent Van Bors-
sum Buisman, die daarover een telegram
naar de regering te Londen zond. Hij
heeft echter meer gedaan en heeft op
dracht gegeven aan de fotograaf van de
Zwitserse weg, die als militair meende
aan deze opdracht te moeten voldoen, de
zendingen van de Zwitserse weg te co-
piëren en deze copieën aan hem ter hand
te stellen. Dit is van September 1943 tot
in het voorjaar van 1944 vöortgezet.
De heer Six ging buiten zijn boekje
De enquête-commissie acht de handel
wijze van de heer Six onjuist. Wanneer
deze meende de regering omtrent de gang
van zaken te moeten inlichten, was dit
zijn volste recht. Toen hij echter verdel
ging en zich op slinkse wijze in het bezit
stelde van de zendingen van de Zwitserse
weg, matigde hij zich een bevoegdheid
aan, welke hem niet toekwam. In wezen
kwam zijn handelwijze hierop neer, dat
het ene gedeelte van de illegaliteit, zon
der daartoe enige autoriteit te bezitten,
het andere ging bespionneren, een handel
wijze, die, naar het oordeel van de com
missie, sterke afkeuring verdient.
De commissie kan deze daad van de
heer Six niet anders verklaren dan uit
een verkeerd begrip zijnerzijds van de
onderlinge verhoudingen in de illegaliteit,
waarin hij aan de O.D. blijkbaar een uit
zonderlijke positie toekende.
De rol, welke mej. Kohlbrugge, die van
de ene groep naar de andere is overge
gaan, hierbij heeft gespeeld, kan de com
missie ook niet waarderen. Door haar han
delwijze heeft zij stellig de gevaren voor
de groep, die zij verlaten had, groter ge
maakt.
De commissie komt dan ook tot de con
clusie, dat hetgeen de heer Six gedaan
heeft, niet alleen op geen enkele bevoegd
heid berustte, doch ook, gezien de feiten,
op geen enkele wijze te verdedigen valt
als gevolg van een bepaalde noodtoestand.
Een tweede Zwitserse weg
In 1944 is naast de Zwitserse {weg, zoals
deze voordien had gefunctionneerd, de
zgn. Zwitserse weg B ontstaan. Deze vond
zijn oorsprong in het werk van de groep
„Fiat Libertas". Daar deze groep het wen
selijk achtte, dat er, naast de oorspronke
lijke Zwitserse weg, een nieuwe werd op
gericht, speciaal voor militaire berichten,
heeft zij zich tot de militaire attaché te
Bern gewend, die zijn medewerking heeft
toegezegd. Dr. Visser 't Hooft is weinig
enthousiast over deze nieuwe route ge
weest. De commissie kan zich dit inden
ken. daar uit de aard der zaak dr. Visser
't Hooft eenzijdig georiënteerd was op zijn
eigen verbindingsweg en hij vreesde, dat
hierdoor moeilijkheden zouden kunnen
ontstaan voor zijn eigen route. Het is
echter gebleken, dat deze vrees ongegrond
is geweest. Tot de zomer van 1944 heeft
de „weg B" naast de oorspronkelijke
Zwitserse weg gefunctionneerd.
Militairen op de „Nelly"
komen Zondag thuis
Het troepenti-ansportschip „Nelly" wordt
Zaterdag 29 Juli des avonds in de haven
van Rotterdam verwacht. De ontscheping
van de opvarenden begint Zondagmorgen
om acht uur.
De Clir. Muziekvereniging „Sursum" te
Bloemendaal geeft Vrijdagavond een concert
in het Bloemendaalse bos met medewerking
van Haarlems Postaal Mannenkoor. Verder
zal „,Sursum" deelnemen aan een nationaal
muziekconcours te Maarssen (U.) op Zater
dag 29 Juli.
ADVERTENTIE
'n héérlijke drank
uit zuiver fruit
In Antwerpen gestolen horloges
opgespoord
Het was de Haagse recherche opgeval
len dat in verscheidene winkels Zwitserse
horloges van een bepaald merk verkocht
werden, hoewel slechts één Haagse firma
daarvan het Mleenverkooprecht heeft. Bij
navraag aan de fabriek in Zwitserland
kwam aan het licht dat onlangs in Antwer
pen uit een zending, bestemd voor
Amerika, 144 horloges ter waarde van on
geveer 16.000 waren ontvreemd. De
fabriek kon de nummers van deze horloges
opgeven. Zij kwamen overeen met die van
de horloges, die in Den Haag, Groningen,
Amsterdam, Nijmegen en Breda in beslag
genomen werden. De winkeliers konden
een signalement geven van de man, die hun
de hoiioges had verkocht. Deze, de 49-
jarige Amsterdammer J. M., werd in Den
Haag geai-resteerd. Hij zei, dat hij de hor
loges voor 75 per stuk van een onbekende
had gekocht en ze voor 110 aan de winke
liers van de hand had gedaan.
Vergissing in schakelstation
kostte monteur het leven
Twee monteurs moesten Woensdagmid
dag in het schakelstation van de Provin
ciale Noordbrabantse Electriciteitsmaat-
schappij te Orthen bij 's Hertogenbosch een
isolator in een hoogspanningscel nazien.
Zij hadden de stroom in deze cel uitge
schakeld, maar gingen door een vergissing
een andere cel binnen, waar de geleidingen
onder een spanning van tienduizend Volt
stonden. Toen zij met hun werkzaamheden
wilden beginnen, ontstond kortsluiting.
Door de hierbij gevormde steekvlam liep
de 46-jarige monteur P. van Seters uit
Raamsaonkveer zulke ernstige brandwon
den op, dat hij korte tijd later is over
leden. Hij laat een vrouw en zes kinderen
achter. Zijn 26-jarige collega kreeg brand
wonden aan de handen.
Faillissementen
De rechtbank te Haarlem heeft in staat
van faillissement verklaard:
D. A. van der Tuin, electro-lechniker. Ged.
Oude Gracht 38 te Haarlem. Rechter-commis
saris: mr C. W. de Visser. Curator: mej. mr.
Cleveringa te Haarlem.
D. J. A. van de Vijver, impresario,
Burcht 10a A, te Zaandam. Rechter-commïs-
sarïs: mr. C. W. de Visser. Curator: mej. mr.
Cleveringa te Haarlem.
J. Rijnierse, plasticbewerker, wonende
Vooruitstraat 100 te Purmerend. Rechter
commissaris: ïxxr. C. W. de Visser. Curator:
mr, J. O. Baron te Beverwijk.
Wegens het verbindend worden der enige
uitdelingslijst zijn geëindigd de faillisse
menten van:
C. C. J. van Vianen. anker wikkelaar. Corn.
Matersweg 89 te Beverwijk. Rechter-com-
missaris: mr. J. P. Petersen. Curator: mr. J.
H. Ekering te Haarlem.
B. Hartman, houtbewerker. Ben Viljoen-
straat 15 te Haarlem. Rechler-commissaris:
mr J. P. Petersen. Curator: mr. J. H. van
•Wijk te Haarlem.
j. F. Jongenelen, fabrieksarbeider, Jacob
Geelstraat 6, te Haarlem. Rechter-commissa-
ris: mr. C, G. Bijleveld. Curator: mr. B. E.
van Tijn, te Haarlem.
Financiering
van ziekenhuisbouw
De minister van Sociale Zaken heeft een
commissie ingesteld, die tot taak heeft het
opstellen van een voorontwerp voor 'een
wettelijke régeling van de financiering van
de ziekenhuisbouw. Zulks naar aanleiding
van een door de heer Mol (KVP) ingedien
de motie bij de behandeling van de supple-
toire begroting van sociale zaken. Voorzit
ter van deze commissie is mr. J. Wilkens,
directeur der Fries-Groningse hypotheek
bank en voorzitter der afdeling van het
Nederlandse Rode Kruis te 's-Gravenhage.
Smokkelarij van uranium
De Duitse grenspolitie heeft medegedeeld
dat zij te Helmstedt in de Britse zóne twee
mannen heeft gearresteerd, die er van ver
dacht worden gepoogd te hebben een kilo
gram uranium naar de Russische zone van
Duitsland te smokkelen. Het uranium, dat
naar men gelooft verscheidene millioenen
mark waard is, werd in beslag genomen.
Geallieerde functionarissen verklaarden
dat dit tot nog toe „een van de grootste
pogixxgen tot smokkelarij van deze soort"
was. Later werd medegedeeld, dat er ook
twee vrouwen gearresteerd zijn.
ADVERTENTIE
mét bon voor GOAL voetbalfoto
Generaal Riley heeft goede verwachtingen
ten aanzien van een uiteindelijke vreedzame oplossing
Uit de aard van de zaak is in verband
met Israel's intei-nationale positie wel een
van de allerbelangrijkste punten:. De be
trekkingen tussen de jonge staat en zijn
Arabische buren.
Eén in het King David-Hötel te Jeru
zalem tussen de Amerikaanse generaal
.Riley en mij geveerd gesprek het vond
plaats vóór de Koreaanse verwikkelingen
tot gemeenschappelijk ingrijpen van de
UNO leidden! kan in dit verband leer
zaam zijn. Riley, de voorzitter van de te
Jeruzalem zetelende „staakt het vuren"
commissie van de UNO, gaf me allereerst
onomwonden te kennen, dat de kans op het
binnen betrekkelijk korte tijd bereiken van
werkelijke vrede tussen Israel en zijn
buurstaten vrij groot moet worden ge
acht. „Ongeveer een half jaar geleden, vóór
het optreden van het nieuwe Egyptische
bewind, zag ik die mogelijkheid nog opti
mistischer in. Toch koester ik nu goede
hoop op het tot stand komen van ovei-een-
komsten, die in feite met vredesverdragen
gelijk zullen staan". Toen we het hadden
over de vroegere militaire verwikkelingen
tussen Israel en de Arabische staten, waar
bij over en weer gehandeld was in strijd
met de aanbevelingen en voorschriften van
de UNO, kwam het op het vraagstuk van
een internationale politiemacht. Daarvoor
bleek generaal Riley, die zich een over
tuigd vredesvriend noemde, in het alge
meen niets te voelen. „Voor mij" zo
merkte hij op (nogmaals, Korea trok toen
nog niet de aandacht) „ligt juist de
vredesgedachte aan gans de UNO ten
grondslag. Daarom moet men niet allerlei
met behulp van militaire acties willen re
gelen. Overreding in de eerste plaats, en
desnoods vreedzame sancties, die zijn in
mijn ogen de liefst te bewandelen wegen".
Intussen gaf mijn gastheer toe, dat econo
mische sancties soms uiteindelijk militair
optreden tengevolge kunnen hebben. Maar
juist daarom had hij het destijds achter
wege laten van sancties tegen Israel, toen
het zich met behulp van zijn strijdkrachten
gevestigd had op gebieden buiten de gren-
PANDA EN DE MEESTER - EDELMAN
47. Panda voelde zich natuurlijk ernstig
ontstemd toen hij na zijn val weer over
eind krabbelde. Gelukkig was het tapijt
nogal dik en zacht, maar anders zou hij
werkelijk lelijk gevallen zijn! Hij had Joris
wel eens willen vragen hoe dat zo gekomen
was, maar daar kreeg hij geen kans toe,
want Joris was nu al in druk gesprek ge
wikkeld met de Koning, en Panda begreep
wel, dat hij niet in de rede mocht vallen.
„Dat is heel aardigdat u hier bent, Baron
Malpertus," zei de koning. „Dat behaagt
ons! Wat voert u hier?" „Mijn plichtsge
voel, Majesteit!" sprak Joris eenvoudig.
„Wie voelt zich niet het bloed bruisend
door de aderen vlieden, wanneer de ure
des gevaars het vaderland benart? Men
zegt mij, dat zorgrimpels Uwer geliefde
Majesteits edel voorhoofd doorploegen, om
dat een zekere Gemaskerde het land met
roverijen teistert. Een extremist, om kort
te gaan! Ik snel toe om uwe Majesteit mijn
diensten aan te bieden!" „Heel best! Dat j
behaagt ons!" riep de Koning blij. „Ga
dan, mijn waarde Malpertus, en vang hem!
Waarom draalt u nog?" Ehdralen.
dat is te zeggenzei Joris bescheiden,
„is er nog niet een kleinigheid te regelen.
Majesteitiets van een beloning? Het
is zeer onbelangrijk natuurlijk, doch gelijk
uwe goede Majesteit bekend is, luidt de
wapenspreuk van Malperus: Nulii ii sine
punctum":" „Beloning? O, maar dat is wel
te regelen!" riep de goede Majesteit. „No
teer even. Meester Martinus; wanneer Ba
ron Malpertus de Gemaskerde vangt, krijgt
hij een medaille!" „Medaille.herhaal
de Joris. Dat scheen hem tegen te vallen.
zen van het oorspronkelijke delingsplan,
heel verstandig gevonden. Dit in het licht
van de overige internationale verhoudingen.
Maar ook, en niet in de laatste plaats, om
dat er volgens Riley toen wel degelijk een
en ander voor Israels standpunt te zeggen
viel.
Dit belette hem echter geenszins ook oog
te hebben voor de Arabische kant van het
pi'obleem-Israël. Dat bleek bijvoorbeeld wel
uit zijn opmerkingen over het vraagstuk
van de Arabische vluchtelingen.
Hij stelde voorop juist te achten, dat
gelijk de Israëlische regering wenst
over deze aangelegenheid, tegelijkertijd met
hetgeen verder in te treffen accoorden 'aan
de oi'de hoort te komen, onderhandeld zal
worden. Ofschoon men op dit ogenblik nog
steeds van Arabische zijde vóóraf 't vluch
telingenvraagstuk afzonderliik opgelost wil
zien, achtte generaal Riley de waarschijn
lijkheid toegenomen en nog groeiend, dat
men in het genoemde kamp tenslotte be
reid zal zijn dit standpunt te laten varen.
Terwijl de regering van Israel nog steeds
betoogt boven de 200.000 Arabieren,
welke nu in de jonge staat leven als gelijk
gerechtigden met het Joodse volksdeel, be
paald niet meer dan ten hoogste 60.000
Arabieren er bij te kunnen opnemen, scheen
generaal Riley van oordeel, dat er over
dat getal nog wel te praten viel en het bij
voorbeeld wel een 50.000 meer zou kunnen
worden.
„Ingrijpende grenswijzigingen", aldus het
antwoord op een andere vraag, „kunnen
mijns inziens achterwege blijven. Wel zul
len hier en daar lichte verbeteringen ge
wenst zijn. Hei'haaldelijk zijn bijvoorbeeld
bepaalde dorpen aan de Arabieren, de on
middellijk daarbij gelegen landbouwgron
den aan Israel toegewezen. In dat opzicht
meen ik, dat er inderdaad wel een en an
der te verbeteren valt".
Van een door Israel tegelijkertijd met
alle tot de Arabische Liga behorende lan
den te sluiten verdrag hoefde, volgens
generaal Riley, helemaal geen sprake te
zijn. Langs de weg van tweezijdige accoor
den kon men er best komen en blijkbaar
achtte hij liet op het ogenblik het waar
schijnlijkst, dat eerst Israel en Trans,jor-
danië elkaar zouden vinden.
Tegen mijn oorspronkelijke verwachting
in, had het gesprek vooral een uitgespro
ken politiek karakter gekregen, terwijl de
Amerikaanse generaal toch als eigen taak
heeft het letten op en bevorderen van na
koming van hetgeen bij en na het „staakt
het vuren" is overeengekomen. Zijn er
varing op dit gebied bleek steeds gunstiger
geworden te zijn. En zo zag hij geleidelijk
aan de mogelijkheid toenemen om de par
tijen zelf, en dit allengs meer en meer met
behulp van gewone politie, kwesties van
grensoverschrijdingen enzovoorts tot een
goed einde te laten brengen. Heb ik het
wel, dan berustte juist zijn vrij optimisti
sche kijk op wat nu verder de ontwikke
ling der politieke verhoudingen tussen
Israel en zijn naburen kon zijn, op de
zoven opgedane ervaring. Overigens mag
ik tot besluit van deze weergave in grote
trekken van de loop van het onderhoud
nog wel aanstippen dat in het algemeen
generaal Riley de indruk maakte van een
man met enerzijds een reële kijk op de
dingen en anderzijds met een onverwoest
baar idealisme, tevens optimisme. „Zodra
ik mijn goed humeur en mijn vertrouwen
in de door mij gekoesterde idealen zou
verliezen, zou ik mijn post hier neerleg
gen", zeide hij bij het afscheid nemen, waar
op ik natuurlijk de oprechte wens uitte, dai
hij zijn taak zou blijven vervullen, totdat
een overeenstemming als door hem ge
schetst, werkelijkheid zal zijn geworden
Dr. E. VAN KAALTE.
Verplichte kameraden. Met ingang van
1 October zal in het Tsjechoslowaakse
leger de betiteling „kameraad" verplicht
gesteld worden.
JongbJ.ocds kunstliarl. Tijdens het 3de in
ternationale medische congres, dat van
25 tot 30 Augustus te Ostende wordt
gehouden, zal voor de eerste keer in
België een internationaal college van
medici het „kunsthart" kunnen bestu
deren. Professor Jongbloed van de
Utrechtse universiteit, uitvinder van dit
toestel, zal hierover een uiteenzetting
geven.
Bescheidenheid. George Bernard Shaw
heeft zich zelf ter gelegenheid van zijn
94ste verjaardag op bescheiden wijze
geprezen ais „één van de beste honderd
toneelschrijvers ter wei'eld, hetgeen
nauwelijks een hoge eer is". Shaw zeide
dit in een boodschap ter gelegenheid
van de stichting van de Amei'ikaanse
Shawveréniging.
„Ik kan alleen maar hopen," zo vervolg
de hij, „dat het „Shawianisme" in
andere handen zal worden overgedra
gen en wel zo, dat toekomstige genera
ties zullèn zeggen: „Wij zijn het met de
leer eens, maar wie voor de duivel was
Bernhard Shaw?"
Straf. De Britse Labour-partij heeft be
kend gemaakt, dat zij de Öost-Europese
communistische leiders er voor waar
schuwt, dat zij „gestraft zullen worden
voor hun misdaden tegen de arbeidei's
indien de vrijheid in ere hersteld is".
Critiek. De communistische Hongaarse
ax'beidei'spartij heeft de leiders van de
communistische Hongaarse vakbeweging
grove politieke fouten en nalatigheid
verweten. Het politieke bureau van de
partij publiceei'de een resolutie waarin
critiek wordt geoefend zowel op de
vakverenigingsraden als op de leiders
persoonlijk wegens „ernstige nalatigheid
bij de uitvoering van de radicale ver-
andei'ingen, die noodzakelijk zijn om de
volksdemonstratie te versterken en met
succes het socialisme op te bouwen".
Geen clementie. Mevrouw Jankovcova, de
Tsjechoslowaakse minister van Voed
selvoorziening, heeft in een toespraak
tot functionarissen van coöperatieve
boerderijen te Jihlava in Moravië ver
klaard, dat de klassenstrijd op het
Tsjechoslowaakse platteland intensie
ver zal worden. Zij waarschuwde dat
er geen clementie zou worden betracht
jegeixs boeren, die in gebreke blijven
de voor hen vastgestelde hoeveelheden
af te leveren.
Men neemt aan dat zij doelde op de
„Koelakken", boeren die meer dan 15 hec
taren land bezitten. Er is reeds enige
tijd een felle campagne tegen hen
gaande.
Begrafenis. De begrafenisplechtigheid van
de voormalige eerste minister van
Canada, Mackenzie King, is Woensdag
gehouden in de Protestantse kerk van
St. Andrews waar behalve talrijke
Canadese persoonlijkheden ook de te
Ottawa geaccrediteerde diplomaten
aanwezig waren. Men schat de menigte,
die voorbij het stoffelijk overschot van
de Canadese staatsman voor het parle
mentsgebouw gedefileerd heeft, op ten
minste 30.000 mensen.
Sabotage. De parlementaire secretaris van
de Bi'itse admiraliteit heeft in het La
gerhuis meegedeeld dat de gevallen van
sabotage op Britse oorlogsschepen de
laatste maanden waren toegenomen.
Hij verklaarde dat deze sabotagedaden
slechts geringe schade hadden veroor
zaakt' en onhandig waren uitgevoerd.
Naar alle waarschijnlijkheid waren het
acties van ontevreden individuen en er
was1 geen reden te veronderstellen, dat
zij deel uitmaakten van een voorop
gezette campagne.
EXAMENS
HOOFDACTE
Geëxamineerd voor gedeelte A, 8 candi
dates afgewezen 4 candidates Geslaagd de
dames A. G. Hijlkema, Haarlem; E. M. Vooys,
Katwijk a.d. Rijn; M. L. Menting, Amster
dam en de heer B. Iiogeweg, Amsterdam.
Geëxamineerd voor gedeelte B, 8 candida
tes afgewezen 5 candidates Geslaagd de
heren P. Penning, Amsterdam; C. C. F. W.
Hollander, Amsterdam en A. G. van Leeu
wen, Amsterdam.
HAARLEMSE AVONDMULO
Na de heden gehouden examens voor het
Mulodiploma werd aan de volgende leerlin
gen het diploma uitgereikt: N. Lekx, A. Hof
man. J. de Man.
Een leerling werd afgewezen.
Ueiuwe
laven
Dr. C. Serrurier. De hoofse gaarde
nier, André le Nótre Van Loghum
Slaterus, Arnhem.
Als de historicus van deze tijd zich gaat
bezighouden met de periode van Lodewijlc
XIV raakt hij in ernstige moeilijkheden met
zijn eigen gevoel voor sociale rechtvaardig
heid, die zich tegenwoordig voordoet als
eerste voorwaax-de voor het verlenen van de
naam beschaving: want daar staat het tijd
vak van de Zonnekoning als een toonbeeld
van sociale gewetenloosheid, en niettemin is
men gedwongen het als een van de grote
perioden van de Franse cultuur te erkennen.
Is hij daarmee eenmaal in het reine gekomen
met andere woorden, houdt hij zich dit
verschil voortdurend helder voor ogen
dan worden hem de kostelijkste kansen ge
boden tot genieting, interpretatie en beeld
vorming.
Maar zover lijkt de Serrurier niet gekomen
te zijn. Als gevolg daarvan dringt zijn
boekje, dat meer de hele periode dan de
tuinarchitect van Versailles (Le Nótre) wil
behandelen, eigenlijk in geen enkele kwestie
door. Voorbeelden daarvan zijn er teveel:
„Lodewijks hooghartige houding tegenover
de pauswas een uiting van zijn rivali-
teïtsgevoel", alsof hij, behept met dat rare
gevoel, twisten met de paus voor het eerst
als motief in de Franse geschiedenis bracht;
Eoileau verstrekt een .aanprijzing van het
werk van Bossuet, omdat zij beiden ge
ïnteresseerd waren in „echte gevoelens"; het
volk, dat hier iedereen omvat buiten de tui
nen van Versailles, begon tijdens de Spaanse
successie-oorlog de koning „te haten en ver
wensen". en „Vauban schrijft in zijn her
inneringen. dat het geen drie keer per jaar
vlees at". Wanneer vermeld wordt dat Mme
de Montespan de gifmengster La Voisin
olacht te ontvangen, kom: de lezer niet te
weten wat die twee samen uitvoerden.
„Men herinnert zich de feiten", schrijft de
Serrurier als hij de arrestatie van Fouquet
behandelt. Als hij zijn lezers wil vinden
onder wie zich die feiten herinneren moet
hij zich meer zorg geven, waai- degenen, die
er vergeefs hun geheugen naar afzoeken,
ook wel bij zullen varen. S. M,