De strijd tegen het water
In Kootwijk stemt men af op de zon
in de stad
[aterdag 9 September 1950
5
Dorpen door het Haarlemmermeer
verzwolgen
j^aaft
van de
JJaarfemmertneef
In 1952 gaan wij het feit herdenken dat
1st 100 jaar geleden is dat het Haarlem
mermeer een polder werd. Dan zal er na-
lüiirlljk door ons aandacht geschonken
Borden aan het werk der droogmaking.
Heden bepalen wij ons tot het feit dat het
iageveer vier eeuwen geleden is dat het
note Haarlemmermeer ontstond. De juiste
datum is niet bekend,maar algemeen wordt
uitgenomen het midden der 16e eeuw. (In
Ie Historische Atlas van Noord-Nederland
soidt de datum kort voor 1552 gesteld.)
Op bovenstaande tekening krijgt men
lit indruk van de samenvloeiing der
meren, het Haarlemmer-, het Spiering-,
Set Leidse- ên het Oude Meeiv
omliggende gronden werden op en-
jele punten wel beschermd door dijken,
staar dit bleek niet afdoende. Herhaalde
lijk knabbelde de golfslag het kon soms
jeducht op de meren 'stormen! grond
neg, waardoor de watervlakten groter
Berden. Door lijnen met jaartallen is op
kaart aangegeven wanneer de grond
teloren ging".
Ook het afgraven van veengronden, om
lorf te krijgen voor de kachel, heeft een
sadelige invloed gehad en zal op vele
:n wel aanleiding geweest zijn dat
iet water van de meren vrij spel kreeg.
Het Haarlemmermeer, dat in 1531 een
tppervlakte had van 5600 ha, was in 1591
leeds 10.590 ha en in 1647 14.450 ha. (De
[older is nu 18.302 ha.)
Onze voorouders hebben een voortduren-
io strijd tegen het water moeten voeren.
Heeds in het begin der 17e eeuw werd in-
fezien dat hier slechts krachtige maat-
zouden helpen. Het eerste plan tot
llOOgmaking dagtekent reeds van 1617. Er
moesten dus meer dan twee eeuwen ver
lopen voor inderdaad tot droogmaking be-
jloten werd.
Men kon aan het eind der 16e eeuw met
en wagen rijden van Hillegom naar de
tanep. Daar was toen een voetveer naar
-Vennep en van dit eiland kon men,
met een polsstok gewapend, om over ver
schillende sloten te springen, Aalsmeer
loreiken.
Op de kaart zijn ook drie dorpen aan
geven, die door het water verzwolgen
serden. Het zijn: 'Nieuwerkerk, Rijk (ook
sel Rietwijclc genoemd) en Vijfhuizen. In
üleuwerkerk zijn twee kerken verzwolgen,
in 1480 en één in het laatst der 17e
(WW. Van Rijk (Rietwijck) werd een kerk
ioor 'het water in 1600.
Het Vijfhuizen, dat door het water
'icrd weggevaagd, was een klein gehucht,
at geen kerk bezat. Het eigenlijke Vijf-
aizen lag veel Westelijker en nog buiten
6 oever van het Meer.
Het aantal woningen in Nieuwerkerk
«droeg in 1594 60 en in 1514 48. In 1632
us dit aantal geslonken tot 28, maar in
If87 waren alle huizen op één na door het
tater vernield.
Blijkbaar zijn bij het ondergaan van de
[(noemde dorpen geen mensenlevens te
«treuren geweest. De archieven vermel-
ian daarvan niets.
Later, toen de Haarlemmermeerpolder
uitstaan was, zijn de dorpen Nieuwerkerk
in Rijk weer ongeveer op dezelfde plaats
terezen. Vijfhuizen werd veel Westelijker
[tböuwd, maar ook reeds in de 16e eeuw
lig er een Vijfhuizen in die omgeving.
Wij hebben getracht te weten te komen
tl een eeuw geleden, bij het droogleggen
te gronden waarop vroeger de genoemde
terpen gestaan hebben, nog restanten ge-
ronden zijn. In de archieven is daarvan
<ok niets opgetekend.
Wij vroegen de mening aan een deskun-
üge, die ons mededeelde: Het verwondert
niet dat er geen melding gemaakt
wordt van vondsten van belang. Allereerst
"oren de dorpen heel klein. De méeste
fflizen zulle'n wel van hout opgetrokken
lijn geweest, want er werd in de 16e eeuw
'oor de gewone huizen nog heel weinig
taksteen gebruikt. Bovendien hebben .enige
«Uwen de golven over de vernielde wo-
ilngen en gebouwen gespoeld, want de
ruizen hebben drie meter hoger gestaan
tan het huidige grondvlak van de Meer.
Er komt nog iets anders bij: Toen de Meer
[Ss drooggelegd was, werden daar eigen-
urdige toestanden aangetroffen. Veel orde
was er niet, z odat het aan te nemen is, dat
lis er nog wat te vinden was, dit niet in
teden gekomen is van mensen die het
«waard hebben uit ontzag, voor onze
Hstorie.
Een andere omstandigheid is dat er een
«uw geleden in ons land nog geen des
kundigen waren op het gebied van opgra
vingen. Die kwamen pas aan het einde der
15e en het begin der 20ste eeuw, Aanvan
kelijk hechtte men ook alleen waarde aan
stukken die van belang waren voor een
lUseum en daardoor is veel verloren ge-
taan dat toch van betekenis had kunnen
sijn om het leven van onze voorouders in
"oeger eeuwen beter te leren kennen.
In de IJpolder is indertijd oud aarde
werk gevonden (zogenaamde kalkhoentjes
en braadmannetjes). Ook is daar een ge
zonken oud schip blootgelegd, maar (hét
was omstreeks 1900) daaraan werd toen
geen waarde'gehecht. Indertijd hebben er
heel wat schepen op het Haarlemmermeer
gevaren. Tijdens het beleg van Haarlem is
er zelfs een slag geleverd. (Van dit gevecht
hangt een schilderij in het Rijksmuseum.)
Maar ook van deze schepen zijn alleen
wat metalen (o.a. lopen van kanonnen)
teruggevonden.
Nu is er geen kans meer dat er in de
polders iets belangrijks wordt opgedolven,
want in de loop der jaren is de grond zó
vaak doorploegd, dat er hoogstens nog wat
scherven te vinden zijn.
Als curiositeit vermelden wij tenslotte dat
in 1888 in het Duitse weekblad „Garten-
laube" geschreven werd:
„Vermeldenswaardig zijn de schatten
aan'edele, metalen, die bij de ondergang
van de Spaanse Armada voor de Neder
Zondag, Ballet Recital
in Openluchttheater
De in Mei 1949 opgerichte stichting „Bal
let Recital" onder leiding van Sonia
Gaskell verzorgt Zondagavond in Bloe-
mendaals Openluchttheater een uitvoering
van hetzelfde programma, waarvoor wij
reeds een warme aanbeveling schreverf,
doch dat verleden week wegens regenval
moest worden uitgesteld. De genoemde
stichting heeft ten doel het streven ter
bevordering van het Nederlandse ballet te
steunèn en daadwerkelijk al datgene te
doen wat kan bijdragen tot de vorming van
een goed ensemble en tot het kweken van
belangstelling voor de danskunst bij het
publiek.
Volgens een recent onderzoek door het
Nederlands Instituut voor Publieke Opinie
geeft 12% der ondervraagde personen de
voorkeur aan het ballet, gaat 30% liever
naar concerten en 58% naar toneelvoor
stellingen. Vooral in de steden is onder
middenstanders en welgestelden de inte
resse relatief tamelijk groot.
Zondagavond zal het de afscheidsvoor-
stelling zijn van Pieter van der Sloot, die
gemeend heeft er goed aan te doen dit
seizoen deel te gaan uitmaken van het
Balet der Lage Landen. Zijn plaats als
eerste danser zal daarna worden ingeno
men door de thans te Parijs woonachtige
Wladimir Kalichewsky, die geruime tijd als
solist aan het Engelse ballet Rambert ver
bonden is geweest,
Handelsbesprekingen tussen
West- en Oost-Duitsland
Te Bei-lyn zijn tussen vertegenwoordi
gers van de West-Duitse en de Oost-
Duitse regering besprekingen begonnen
over het sluiten van ee.n nieuwe inter
zonale handelsovereenkomst ter vervan
ging van de oude overeenkomst, die in Juni
is afgelopen.
Een van de belangrijkste problemen, die
het onderwerp van bespreking zullen zijn,
is het Oost-Duitse verzoek om meer kolen
en staal uit het Ruhrgebied.
Tijdens de oorlog ontdekten Engelse radartechnici
dat de zon radiogolven uitzendt
landse kust in de Noordzee verdwenen,
welke volgens nieuwere veronderstel
lingen op de bodem van het Haarlemmer
Meer zouden rusten. Intussen is de be
doelde binnenzee drooggelegd, maar men
vond de daar zo vurig verwachte schatten
niet, ofschoon er wrakstukken van de tot
zinken gebrachte Spaanse oorlogsschepen
werden blootgelegd. De schepen moeten
dus in volle zee vergaan zijn, want zo
goed als men de bronzen scheepskanon-
nen van de Spanjaarden in de Haarlem
mermeerpolder terug vond, zou men ook
de edele metaalsohatten hebben kunnen
ontdekken".
De Duitse schrijver heeft de Spaanse
schepen, die op het Meer gevochten heb
ben, verward met die van de onoverwin
nelijke vloot.
In Haarlemmermeer zal geen Neder
lander naar de schatten van de Armada
gaan zoeken!
In Kootwijk zijn thans radiotechnici,
meteorologen en sterrekundigen bezig te
onderzoeken of de zon radiogolven uit
zendt, zulks naar aanleiding van een ont
dekking, die radiodeskundigen in Engeland
tijdens de oorlog deden.
In het voorjaar van 1942 was het de
Duitse vliegtuigen niet langer mogelijk, bij
verrassing aanvallen op Engeland te doen,
want langs de Britse kust was een net van
radarstations gevormd, waarmee de aan
wezigheid van vliegtuigen op tientallen
mijlen van de kust kon worden waarge
nomen. Enkele van deze stations werden,
uitgerust met zelfrichtende antennes. Toen
men deze nieuwe vinding in gebruik nam,
gebeurde er iets vreemds: de radar-anten
nes keren zich naar de zon en bleven deze
op haar baan aan de hemel volgen. Er was
maar één verklaring: de zon zond stralen
uit waarvoor deze ontvangers gevoelig zijn;
radiogolven van zeer korte golflengte.
Deze ontdekking werd pas na het einde
van de oorlog bekend gemaakt en zij trok
grote belangstelling .van radiotechnici en
sterrekundigen. De radiotechnici hadden
een practische reden voor hun belangstel
ling, daar de laatste jaren steeds meer ge
bruik wordt gemaakt van zeer korte radio
golven. Het is bekend, welke vlucht de te
levisie in Engeland en Amerika heeft ge
nomen. De plannen om ook in Nederland
televisieprogrammas te gaan uitzenden
verkeren in een vergevorderd stadium, Te
levisiezenders werken op zeer korte golf
lengten en voor een goede ontvangst hier
van zijn gevoelige toestellen nodig. Maar
hoe gevoeliger een ontvanger, hoe groter
de kans is op stortingen. Het is dus van
veel belang na te gaan, in hoeverre de zon
als „stoorzender" zou - kunnen optreden.
Het onderzoek van de radiostraling van de
De spiegellens van zeven meter middellijn
waarmee men in Kootwijk de radiogolven
van de zon opvangt.
zon is derhalve met kracht ter hand ge
nomen.
In de „Stichting Radiostraling van Zon en
Melkweg" werken radiotechnici, meteoro
logen en sterrekundigen nauw samen. Het
centrum van hun onderzoek bevindt zich
te Kootwijk, op het uitgestrekte terrein,
waar ook de hoge antennemasten staan.
Sinds enige tijd is daar ook een draaibare
holle „spiegel" van metaalgaas, met een
middellijn van ruim zeven meter opgesteld.
De radiogolven, welke hierin moeten wor
den opgevangen, gedragen zich als licht
stralen: wanneer zij op de spiegel vallen,
verenigt deze hen in het brandpunt. In dit
brandpunt is een antenne bevestigd, die
met speciale radio-ontvangers is verbon
den. Wanneer men de spiegel op de zon
richt, maken de radiostralen. die deze naar
de aarde zendt, zich kenbaar door een ge
ruis in de ontvanger. De sterkte van dit ge
ruis is meetbaar en men heeft reeds ont
dekt, dat vlekken op de zon veranderingen
in de sterkte van het geruis veroorzaken.
De aard en de intensiteit van het geruis
worden door deskundigen bestudeerd Nage
gaan wordt onder andere of de radiogolven
van het „zendstation" op 150 milüoen kilo
meter afstand storend zouden kunnen wer
ken op teleyisie-uitzendinren en radiover
bindingen op zeer korte golflengten.
Het vertrek van de Indonesische Hoge
Commissaris in Nederland, mr. Moh, Roem,
naar Djakarta is voorlopig vastgesteld op
Zaterdag .16 September. Voor zijn gezin is
passage geboekt op het m.s. „Oranje" op 5
October.
Medelij Jet
Toen wij nog in kuitbroek rondhup
pelden en er bijaldien niet van op de
noogte waren dat bij leuke beroepen de
arbeidsvreugde omgekeerd evenredig
pleegt te zijm met het salaris, wilden wij
altoos orgelman wezen. Wij legden in
die tijd een grote veelzijdigheid in onze
wensen aan de dag, want wij wilden ook
gaarne allerlei vervoermiddelen bestu
ren, snoepwinkels exploiteren en bomen
omhakken in vaste dienst, maar had men
ons voor de keus gesteld dan was die
zonder twijfel gevallen op het „tiedelie-
delie-tsjmg-boem" dat onze artistieke
neiginkjes ten hoogste bevredigde. Wij
subsidieerden deze muze zelfs ten koste
van onze drop-centjes en wilden wel dat
wij de heer G. Perlee waren, wiens
naam wij in fraaie krul-letters op de
pierementen zagen staan.
Enige dagen geleden zijn wij dan in
de gelegenheid geweest onze jeugd ver
langens met de werkelijkheid te con
fronteren. De heer Perlee is dezer da
gen namelijk 25 jaar in de orgelbouw
en derhalve gingen wij op bezoek aan
het perceel aan de Westergracht in de
Amsterdamse Jordaan om hem enige
geheimen over zijn bezigheden te ont
futselen. Hij deelde ons mee, dat hij nu
vijftien orgels in Nederland heeft lopen
en dat hij zich behalve met het innen
van de huur daarvoor onledig houdt
met het repareren van deze speelwa
gens. Ook de boeken waar de muziek
in staat worden in zijn bedrijf vervaar
digd. Dit geschiedt eigenhandig door
de heer Piet Maas, een vrolijke vijf
tiger, die eerst op een stuk papier de
gaatjes en gaten tekent, waar de toetsen
in moeten grijpen en deze vervolgens in
het karton snijdt met een instrument
dat niet geheel ongelijk is aan een naai
machine, maar er toch ook weer niet
zoveel op lijkt, dat men er verstelwerk
op zou kunnen verrichten. Dat is een
heel karwei want in een uur kan men
niet meer dan twee of drie meter „kap
pen" en een mars is wel zeven meter
lang. Wij vernamen verder dat marsen
veel voller zijn dan walsen, omdat het
trommelwerlc er zo'n grote rol in speelt.
Bij het kappen vliegen de spaanders er
wel eens af, want er moet duchtig aan
de muziek gearrangeerd worden, omdat
de mensen zo graag loopjes horen. De
heer Piet Maas neemt dan ook wel eens
een loopje met de componist van be
langrijke werken als „Medelij Jet heb
toch medelij Jet" of „Daar zijn de ap
peltjes van Oranje weer". Het vak is zo
moeilijk dat er slechts drie mensen-JfTjn,
die het verstaan en één daarvan is in
zijn vrije tijd griffier bij de Amster
damse rechtbank.
Om even naar de heer Perlee terug
te keren, deze heeft zijn handen vol
aan het herstel van de onder zijn be
heer staande pierementen. Ook dat' is
een heel werk, want er zitten ongekend
veel registers op. Daar zijn de fluit, de
viool, de onda maris (dat is meer de
hemelse stem, ze.i de heer Perlee), de
céleste of zwevende viool (die men goed
vast moet binden, anders zweeft zij
henen) en de bourdon of gestopte pijp.
Het trillende geluid dat de orgels zo'n
opgewekte toon verschaft wordt ver
kregen door de twee pijpen die één
toon geven, niet helemaal gelijk te stem
men. „Dat is vals", zoudt ge kunnen
zeggen. „Dat is het effect van Doppler",
zeggen wij.
Wanneer wij u nu nog vertellen dat
de heer Perlee uit een. oud. orgelbou
wersgeslacht komt: dat van Warnies en
dat alle andere orgelbouwers zoals
Möhlmann familie van hem zijn, dan
maken wij ons sterk dat ge daarvan in
zo'n jolige stemming komt, dat ge even
als het hierbij gefotografeerde paard de
benen van de vloer zult tillen.
Geen speld er tussen
Deze week hebben wij voor de ver
andering eens buitenlandertje gespeeld.
Om te beginnen knipten wij eigenhandig
een vest van een oude lappendeken,
daarna kochten wij een zonnebril met
een montuur als een dubbelloops jacht
geweer en tenslotte hebben wij een
kaartje naar Marken en Volendam ge
nomen voor een zogenaamde rondreis
of cirkelgang. Boven de kassa in het
Noord-Zuidhollands Koffiehuis deelde
een aanplakbiljet ons mede, dat men
heen per boot en terug per tram of om
gekeerd kon reizen. Een deftig heer.
fluisterde ons in dat wij gerust ornge-
keerd konden reizen. „U merkt er niets
van", zei hij. „De hele wereld staat toch
op z'n kop".
Om half tien hadden wij ons inge
scheept. Maar goed dat wij zo vroeg-
tijdig waren, want gedurende het uur
dat ons restte voor de afvaart werd er
een steeds wildere strijd om de beschik
bare dekstoelen geleverd. De directie
heeft namelijk opzettelijk gezorgd voor
een te gering aantal, om het dierlijke
in de buitenlanders per slot van
rekening zijn dat sinds de bevrijding
ook mensen een kans te geven. Het
viel ons op dat de Mokummers (ge
makkelijk te herkennen aan hun Zon
dagse kleren) met grote voortvarend
heid handelden als bezetters ten be
hoeve van hun aanhangers. „Ik zit lek
ker vlak bij het water", kraaide een
meisje met vlechten van poetskatoen.
„Pas maar efe op, ik zitter nog veel vlak-
kerder bij", zei haar broertje, die als
een kat op de reling klom. De bijbe
horende moeder moest in haar karrebies
naar snoepies graaien om het conflict
te sussen. Vervolgens deelde zij enige
veiligheidsraadgevingen uit.
Op het achterdek raakten wij in con
versatie met een echtpaar, waarvan de
vrouw ons deed. denken aan een toe-
latings-examen voor de hogere burger
school, omdat haar middellijn gelijk
was aan de lengte van haar man, ver
minderd met de helft van de hoogte van
zijn linkerbeen. Zij vertelde ons dat zij
hun zilveren huwelijksreis gingen ma
ken en schakelde in één adem over op
de wanorde van de dag, te beginnen met
de prijzen van doorregen runderlappen
en sperciebonen. Wij probeerden er een
speld tussen te krijgen, maar die stuitte
af o^de baleinen van haar vastberaden
heid. Haar echtgenoot deed er kwasi
aandachtig het zwijgen toe. In zijn oog
kassen evenwel sudderde een paniek.
In het schuitje
Alvorens de boot zich in beweging
zette, liet de stoomfluit horen dat hij of
zij (dat kun je zo niet merken) er wezen
mocht. Het eerste gedeelte van de ex
peditie duurde precies anderhalve mi
nuut. Het vaartuig arriveerde voor
spoedig bij de Kamperbrug, waarvan
zelfs de grootste geleerde niet had kun
nen verklaren of die nu open was of
dicht. In ieder geval moesten wij een
kwartier wachten aangezien dit weder
zijdse verkeersobstakel in het hartje
van de stad nog met handkracht wordt
bediend.
Rakelings scheerden wij na dit op
onthoud onder het stations-viaduct door
en toen begon de stampende tocht over
het IJ, waar het krioelde van de zee
kastelen. Alle passagiers ontpopten zich
als verslaggevers. „Moe, daar leit de
Johan van Oldenbarnedinges", zong een
krielkip naast ons. Een bariton op een
houten klapstoel verkondigde plechtig:
„Zie ginds komt een schip met zure
appelen aan!" Iedereen rende bevreesd
voor een aanvaring van stuurboord
naar bakboord vice versa, doch nie
mand zag wat. „Letter maar niet op",
Zaterdagavond gaan er in Amster-\
dam op bevel van Arthur Miller twee
handelsreizigers dood; in de Stads
schouwburg en in het Centraal Thea
ter, waar deze gebeurtenis zich tot
15 September dagelijks afspeelt.
Zondagmiddag vertoont de Neder
landse Opera „Die Fledermaus" en
Dinsdagavond „La ToscaWoensdag
komt de Haagse Comedie op bezoek
met „Gelukkige Jaren" van Samuel
Taylor onder regie van Cees Laseur.
Dit stuk staat onder een andere titel
ook op het répertoire van de Neder
landse Comedie.
In het Concertgebouw wordt heden
avond een volksconcert gegeven on
der directie van Leonard Bernstein,
die levens als solist het Pianoconcert
In de hoofdstad uit
van Ravel vertolkt. Ook de Tweede
Symphonie van Schumann staat op
het programma.
Iudra Kamadjojo geeft Zondagmid
dag een dansdemonstratie in het In
disch Museum.
Ter gelegenheid van de 65ste ver
jaardag van de beeldhouwer John
Rddecker is in het Stedelijk Museum
een kleine expositie (één wand be
slaande) van zijn werken ingericht.
In kunstzaal Van Lier wordt een ten
toonstelling gehouden door de Israë
lische schilders Kossonogi Joseph en
Ludwig Schwerin.
De nieuwe films zijn niet geschikt om
er lange brieven over naar huis te
schrijven. Tuschinski vertoont Vul-
cano" met Anna Magnani, een 'italo-
Amerikaanse film van William Die-
terle, een pendant van ..Stromboli"
door de combinatie Bergmann-Ros-
selihi. Het muzikale wonderkind
Roberto beheerst het programma van
het City-theater. Wie echter van heel
wat anders houdt, moet naar Capitol
gaan waar „De laatste der wilde
'^paarden" over het doek draven.
zei een vrouwestem plotseling. „Die
vent ven mijn is altijd zo pestimis'ties.
Hij denkt dat er maj'em bofe ons hoofd
hangt". Maar gelukkig, in de Oranje
sluizen konden wij ons koesteren in het
dito zonnetje.
Voor de rede van Durgerdam had
iedereen het over de oorlog. Als wij het
goed begrepen hebben zou die voor
namelijk gaan tussen twee mansper
sonen: de Rus en de Amerikaan. „Je
kennut toch niet tegehouwe", was de
mening van een dame die haar leeftijd
achter een half ons poeder verborg. „Je
zit nou eenmaal in het schuitje en dan
motje meevaren. Wat sal een mens zich
druk maken. Als de hemel valt krijgen
we immers allemaal een blauwe muts
Eindelijk bereikten we de voormalige
Zuiderzee, doch daar werd de gemoeds
rust van ons eerder gesignaleerde buur
jongetje verstoord omdat een zeilboot
met twee dochters van Venus aan boord,
ons inhaalde. „Tlijlct wel offeme stees
zachieser gane", begon hij te jengelen.
„Kvinder niks an".
Enfin u begrijpt het zeker wel: al
spoedig lagen wij compleet voor pam-
pus. Toen zijn we plotseling over de
verschansing gesprongen 'en naar het
gelijknamige fort gezwommen. Vandaar
schrijven wij u deze reportage. De mo
raal hiervan is dat men om buitenlan
dertje te kunnen spelen geen zonnebril
moet kopen, maar oorkleppen.
BOEDA.
Er zijn goede mensen, die weemoedig
worden van.de herfst. Ik had een neef, die
in wenen uitbarstte bij het zien van de
eerste gladiolen. Hij was een gevoelig man.
Zijn vrouw is van hem weggelopen. Op
een herfstige dag.
Ik niet. Ik houd van de herfst. Ik houd
ook van de winter, En van de lente. En
van de zomer. Ik vind dat elk jaargetij
zijn eigen bekoring heeft. De lente maakt
mij dartel. De zomer rustig in de zon. De
herfst romantisch in de regen. De winter
wijsgerig. In de lente lees ik Casanova,
's Zomers Ellery Queen. In de herfst Vest
dijk. En 's winters de verzamelde werken
van iemand die ik niet noemen zal. U kent
hem goed. De winter is het seizoen der
herinneringen.
De stad is gezellig in de herfst.
Er is dan niemand meer die van mij eist
in de vrijê natuur rond te dartelen. Ik mag
dan voor mijn goed fatsoen in de koffie
huizen mijner voorkeur binnen zitten.
Alle stille straten van de stad zijn nu
op haar aardigst. Zelfs in die dodelijk-
vermoeide met de saaie gordijntjes staan
bloemen in de voortuintjes. Die 's zomers
zo doodse krijgt iets warms en intiems. De
buitenwijken-met-bomen worden een bron
zen poort waardoor ik. Pan, binnen ga in
het lichte leven van alle dag. Hoordet gij
dat kleine lied. Het was ik die dat blies op
mijn dwarsfluit.
De herfst is de geboorte van vele nieuwe
dingen.
De lichtjes gaan overal aan. Het orgel
klinkt in de snelle schemering. En de hui
selijkheid herneemt haar goede rechten
onder alle rose schemerlampen dezer stad.
Het wordt drukker in de- middagstraten.
Ik loop met mijn handen diep in de zak
ken van mijn regenjas over het vochtige
asfalt, dat de dansvloer van mijn leven is.
Ik houd van de herfst.
Ge ontmoet haar het treffendst aan de
kleine bloemenkarren in onze steden.
Groene wagentjes met een zeiltje er over
en vol van de felste kleuren. Ik zag er gis
teren één staan onder de volle groene bo
men van het Voorhout'in Den Haag. Het
leek een, wat vergroot, si&'stuk uit de
Biedermeiertijd: als het kleiner was en van
porcelein, zou'het, onder een grote stolp,
prachtig gestaan hebben op dat krullerige
penantkastje uit het huis mijner dromen.
Het stond daar zó maar. De man, die er
eigenlijk bij behoorde, zat zeker op de bank
met de taxichauffeurs zijn boterham te
eten.
Dat groene karretje met al die bloemen
stond zo maar alleen onder de groene bo
men op de brede weg als een versiering,
die er door de herfst was neergezet om
alvast haar komst aan te kondigen. Fel
rood. fel lila, fel geel, fel paars. Het zijn
de mooiste kleuren van het jaar. De glazen
stolp van de herfst stond over dat sierlijk
geval. Plet was een pronkstuk in de mooie
kamer van de stad. U moet daar niet ge
ring over denken.
1-Iet druilregende een beetje en de Vijver
lag stil onder de grijze, zware lucht. De
bomen stondpn roerloos langs de rand. Een
paar eenden. Een paar mannetjes in hun
kragen gedoken op de banken.
Het leven van een stad met een half
milüoen mensen neemt daar een allure
aan die ge, geloof ik. nergens anders zó
vindt.
Op het Binnenhof stond een groepje
toeristen te kijken naar het grijzè hart van
Holland.
Bij het gouden fonteintje een fotograaf.
En dat is dan aües.
Zo gaat se door het eind van de zomer
en se voelt dat de herfst doodstil nader
komt.
Ze zet de prachtigste kleuren van het
jaar in een groen karretje midden in de
stad.
Een eend kwaakt in de vijver. Het ge
luid van de trams is verdoft. Alles is plot
seling stiller sewoi'den.
Een zeldzaam uur in de eeuwigheid.
Ik houd van de herfst. Laat haar maar
komen. ELIAS.
Het honderdste scheikundige
element ontdekt
OXFORD, 8 September (Reuter). De
laboratoria „van het. Californische techno
logische instituut hebben twee nieuwe
scheikundige elementen gevonden, waar
door het aantal elementen, dat de schei
kunde kent, tot honderd gestegen is. Dit
werd door een'Amerikaanse gedelegeerde
op de conferentie van atoomgeleerden te
Oxford meegedeeld.
De ontdekker wilde niet dat "zijn naam
genoemd werd, daar hii de ontdekking het
resultaat van groepwerk achtte. De naam
van het honderdste element is centurium.
Abonnés van dit blad kunnen dit blad
soms de lastigste vragen stellen. En nog
lastiger is dat zij een antwoord verwachten.
Nu weer die lezer die ons vraagt wat een
bastaard-arend is dit naar aanleiding
van het bericht dat employés van een foto-
litho-inrichting Donderdagmiddag zulk een
diertje in de duinen gevangen hebben.
En wij dus maar weer met de brokken
zitten, want wat is nu een bastaard-ade
laar? Onze amateur-heraldicus meent dat
het een arend met een dwarsbalk is, onze
encyclopedie weet van niets en onze na-
tuurhistoricus ligt met hooikoorts in bed.
Waaruit dus mag blijken dat de bastaard
arend in ieder geval een hoogst zeldzame
vogel is en derhalve niet verward mag
worden met de bastaard-adelaars die voor
enkele jaren in grote getale in dezelfde
duinen neerstreken, maar nu gelukkig
weer opgekrast zijn. Maar daar schiet u
niet veel mee op, Abonné.
Alleen Van Dale weet iets van 't beestje:
dat het langs de oevers van de Wolga leeft.
Daar heb je het dus al!
Maar uitvoeriger kunnen wij u momen
teel niet inlichten. Misschien zal meneer
Portielje („het beest van de week") er wel
spoedig een radiopraatje aan wijden nu
het beestje aan Artis is afgestaan. Geruch
ten willen, dal hij er al een aardige naam
voor bedacht heeft, veel aardiger dan
bastaard-arend, dat eigenlijk helemaal niet
aardig is. „Barend", dacht meneer Portielje
zo. Die meneer Portielje tóch, hè?
En voor de rest, Abonné: nu niet van
die lastige vragen meer. Basta. Straks gaat
u ons nog vragen wat een foto-litho-inrich
ting is. Of wat employés van zulke inrich
tingen Donderdagmiddags in de duinen te
doen hebben.
H. C.