De strijd tegen het water In Kootwijk stemt men af op de zon in de stad [aterdag 9 September 1950 5 Dorpen door het Haarlemmermeer verzwolgen j^aaft van de JJaarfemmertneef In 1952 gaan wij het feit herdenken dat 1st 100 jaar geleden is dat het Haarlem mermeer een polder werd. Dan zal er na- lüiirlljk door ons aandacht geschonken Borden aan het werk der droogmaking. Heden bepalen wij ons tot het feit dat het iageveer vier eeuwen geleden is dat het note Haarlemmermeer ontstond. De juiste datum is niet bekend,maar algemeen wordt uitgenomen het midden der 16e eeuw. (In Ie Historische Atlas van Noord-Nederland soidt de datum kort voor 1552 gesteld.) Op bovenstaande tekening krijgt men lit indruk van de samenvloeiing der meren, het Haarlemmer-, het Spiering-, Set Leidse- ên het Oude Meeiv omliggende gronden werden op en- jele punten wel beschermd door dijken, staar dit bleek niet afdoende. Herhaalde lijk knabbelde de golfslag het kon soms jeducht op de meren 'stormen! grond neg, waardoor de watervlakten groter Berden. Door lijnen met jaartallen is op kaart aangegeven wanneer de grond teloren ging". Ook het afgraven van veengronden, om lorf te krijgen voor de kachel, heeft een sadelige invloed gehad en zal op vele :n wel aanleiding geweest zijn dat iet water van de meren vrij spel kreeg. Het Haarlemmermeer, dat in 1531 een tppervlakte had van 5600 ha, was in 1591 leeds 10.590 ha en in 1647 14.450 ha. (De [older is nu 18.302 ha.) Onze voorouders hebben een voortduren- io strijd tegen het water moeten voeren. Heeds in het begin der 17e eeuw werd in- fezien dat hier slechts krachtige maat- zouden helpen. Het eerste plan tot llOOgmaking dagtekent reeds van 1617. Er moesten dus meer dan twee eeuwen ver lopen voor inderdaad tot droogmaking be- jloten werd. Men kon aan het eind der 16e eeuw met en wagen rijden van Hillegom naar de tanep. Daar was toen een voetveer naar -Vennep en van dit eiland kon men, met een polsstok gewapend, om over ver schillende sloten te springen, Aalsmeer loreiken. Op de kaart zijn ook drie dorpen aan geven, die door het water verzwolgen serden. Het zijn: 'Nieuwerkerk, Rijk (ook sel Rietwijclc genoemd) en Vijfhuizen. In üleuwerkerk zijn twee kerken verzwolgen, in 1480 en één in het laatst der 17e (WW. Van Rijk (Rietwijck) werd een kerk ioor 'het water in 1600. Het Vijfhuizen, dat door het water 'icrd weggevaagd, was een klein gehucht, at geen kerk bezat. Het eigenlijke Vijf- aizen lag veel Westelijker en nog buiten 6 oever van het Meer. Het aantal woningen in Nieuwerkerk «droeg in 1594 60 en in 1514 48. In 1632 us dit aantal geslonken tot 28, maar in If87 waren alle huizen op één na door het tater vernield. Blijkbaar zijn bij het ondergaan van de [(noemde dorpen geen mensenlevens te «treuren geweest. De archieven vermel- ian daarvan niets. Later, toen de Haarlemmermeerpolder uitstaan was, zijn de dorpen Nieuwerkerk in Rijk weer ongeveer op dezelfde plaats terezen. Vijfhuizen werd veel Westelijker [tböuwd, maar ook reeds in de 16e eeuw lig er een Vijfhuizen in die omgeving. Wij hebben getracht te weten te komen tl een eeuw geleden, bij het droogleggen te gronden waarop vroeger de genoemde terpen gestaan hebben, nog restanten ge- ronden zijn. In de archieven is daarvan <ok niets opgetekend. Wij vroegen de mening aan een deskun- üge, die ons mededeelde: Het verwondert niet dat er geen melding gemaakt wordt van vondsten van belang. Allereerst "oren de dorpen heel klein. De méeste fflizen zulle'n wel van hout opgetrokken lijn geweest, want er werd in de 16e eeuw 'oor de gewone huizen nog heel weinig taksteen gebruikt. Bovendien hebben .enige «Uwen de golven over de vernielde wo- ilngen en gebouwen gespoeld, want de ruizen hebben drie meter hoger gestaan tan het huidige grondvlak van de Meer. Er komt nog iets anders bij: Toen de Meer [Ss drooggelegd was, werden daar eigen- urdige toestanden aangetroffen. Veel orde was er niet, z odat het aan te nemen is, dat lis er nog wat te vinden was, dit niet in teden gekomen is van mensen die het «waard hebben uit ontzag, voor onze Hstorie. Een andere omstandigheid is dat er een «uw geleden in ons land nog geen des kundigen waren op het gebied van opgra vingen. Die kwamen pas aan het einde der 15e en het begin der 20ste eeuw, Aanvan kelijk hechtte men ook alleen waarde aan stukken die van belang waren voor een lUseum en daardoor is veel verloren ge- taan dat toch van betekenis had kunnen sijn om het leven van onze voorouders in "oeger eeuwen beter te leren kennen. In de IJpolder is indertijd oud aarde werk gevonden (zogenaamde kalkhoentjes en braadmannetjes). Ook is daar een ge zonken oud schip blootgelegd, maar (hét was omstreeks 1900) daaraan werd toen geen waarde'gehecht. Indertijd hebben er heel wat schepen op het Haarlemmermeer gevaren. Tijdens het beleg van Haarlem is er zelfs een slag geleverd. (Van dit gevecht hangt een schilderij in het Rijksmuseum.) Maar ook van deze schepen zijn alleen wat metalen (o.a. lopen van kanonnen) teruggevonden. Nu is er geen kans meer dat er in de polders iets belangrijks wordt opgedolven, want in de loop der jaren is de grond zó vaak doorploegd, dat er hoogstens nog wat scherven te vinden zijn. Als curiositeit vermelden wij tenslotte dat in 1888 in het Duitse weekblad „Garten- laube" geschreven werd: „Vermeldenswaardig zijn de schatten aan'edele, metalen, die bij de ondergang van de Spaanse Armada voor de Neder Zondag, Ballet Recital in Openluchttheater De in Mei 1949 opgerichte stichting „Bal let Recital" onder leiding van Sonia Gaskell verzorgt Zondagavond in Bloe- mendaals Openluchttheater een uitvoering van hetzelfde programma, waarvoor wij reeds een warme aanbeveling schreverf, doch dat verleden week wegens regenval moest worden uitgesteld. De genoemde stichting heeft ten doel het streven ter bevordering van het Nederlandse ballet te steunèn en daadwerkelijk al datgene te doen wat kan bijdragen tot de vorming van een goed ensemble en tot het kweken van belangstelling voor de danskunst bij het publiek. Volgens een recent onderzoek door het Nederlands Instituut voor Publieke Opinie geeft 12% der ondervraagde personen de voorkeur aan het ballet, gaat 30% liever naar concerten en 58% naar toneelvoor stellingen. Vooral in de steden is onder middenstanders en welgestelden de inte resse relatief tamelijk groot. Zondagavond zal het de afscheidsvoor- stelling zijn van Pieter van der Sloot, die gemeend heeft er goed aan te doen dit seizoen deel te gaan uitmaken van het Balet der Lage Landen. Zijn plaats als eerste danser zal daarna worden ingeno men door de thans te Parijs woonachtige Wladimir Kalichewsky, die geruime tijd als solist aan het Engelse ballet Rambert ver bonden is geweest, Handelsbesprekingen tussen West- en Oost-Duitsland Te Bei-lyn zijn tussen vertegenwoordi gers van de West-Duitse en de Oost- Duitse regering besprekingen begonnen over het sluiten van ee.n nieuwe inter zonale handelsovereenkomst ter vervan ging van de oude overeenkomst, die in Juni is afgelopen. Een van de belangrijkste problemen, die het onderwerp van bespreking zullen zijn, is het Oost-Duitse verzoek om meer kolen en staal uit het Ruhrgebied. Tijdens de oorlog ontdekten Engelse radartechnici dat de zon radiogolven uitzendt landse kust in de Noordzee verdwenen, welke volgens nieuwere veronderstel lingen op de bodem van het Haarlemmer Meer zouden rusten. Intussen is de be doelde binnenzee drooggelegd, maar men vond de daar zo vurig verwachte schatten niet, ofschoon er wrakstukken van de tot zinken gebrachte Spaanse oorlogsschepen werden blootgelegd. De schepen moeten dus in volle zee vergaan zijn, want zo goed als men de bronzen scheepskanon- nen van de Spanjaarden in de Haarlem mermeerpolder terug vond, zou men ook de edele metaalsohatten hebben kunnen ontdekken". De Duitse schrijver heeft de Spaanse schepen, die op het Meer gevochten heb ben, verward met die van de onoverwin nelijke vloot. In Haarlemmermeer zal geen Neder lander naar de schatten van de Armada gaan zoeken! In Kootwijk zijn thans radiotechnici, meteorologen en sterrekundigen bezig te onderzoeken of de zon radiogolven uit zendt, zulks naar aanleiding van een ont dekking, die radiodeskundigen in Engeland tijdens de oorlog deden. In het voorjaar van 1942 was het de Duitse vliegtuigen niet langer mogelijk, bij verrassing aanvallen op Engeland te doen, want langs de Britse kust was een net van radarstations gevormd, waarmee de aan wezigheid van vliegtuigen op tientallen mijlen van de kust kon worden waarge nomen. Enkele van deze stations werden, uitgerust met zelfrichtende antennes. Toen men deze nieuwe vinding in gebruik nam, gebeurde er iets vreemds: de radar-anten nes keren zich naar de zon en bleven deze op haar baan aan de hemel volgen. Er was maar één verklaring: de zon zond stralen uit waarvoor deze ontvangers gevoelig zijn; radiogolven van zeer korte golflengte. Deze ontdekking werd pas na het einde van de oorlog bekend gemaakt en zij trok grote belangstelling .van radiotechnici en sterrekundigen. De radiotechnici hadden een practische reden voor hun belangstel ling, daar de laatste jaren steeds meer ge bruik wordt gemaakt van zeer korte radio golven. Het is bekend, welke vlucht de te levisie in Engeland en Amerika heeft ge nomen. De plannen om ook in Nederland televisieprogrammas te gaan uitzenden verkeren in een vergevorderd stadium, Te levisiezenders werken op zeer korte golf lengten en voor een goede ontvangst hier van zijn gevoelige toestellen nodig. Maar hoe gevoeliger een ontvanger, hoe groter de kans is op stortingen. Het is dus van veel belang na te gaan, in hoeverre de zon als „stoorzender" zou - kunnen optreden. Het onderzoek van de radiostraling van de De spiegellens van zeven meter middellijn waarmee men in Kootwijk de radiogolven van de zon opvangt. zon is derhalve met kracht ter hand ge nomen. In de „Stichting Radiostraling van Zon en Melkweg" werken radiotechnici, meteoro logen en sterrekundigen nauw samen. Het centrum van hun onderzoek bevindt zich te Kootwijk, op het uitgestrekte terrein, waar ook de hoge antennemasten staan. Sinds enige tijd is daar ook een draaibare holle „spiegel" van metaalgaas, met een middellijn van ruim zeven meter opgesteld. De radiogolven, welke hierin moeten wor den opgevangen, gedragen zich als licht stralen: wanneer zij op de spiegel vallen, verenigt deze hen in het brandpunt. In dit brandpunt is een antenne bevestigd, die met speciale radio-ontvangers is verbon den. Wanneer men de spiegel op de zon richt, maken de radiostralen. die deze naar de aarde zendt, zich kenbaar door een ge ruis in de ontvanger. De sterkte van dit ge ruis is meetbaar en men heeft reeds ont dekt, dat vlekken op de zon veranderingen in de sterkte van het geruis veroorzaken. De aard en de intensiteit van het geruis worden door deskundigen bestudeerd Nage gaan wordt onder andere of de radiogolven van het „zendstation" op 150 milüoen kilo meter afstand storend zouden kunnen wer ken op teleyisie-uitzendinren en radiover bindingen op zeer korte golflengten. Het vertrek van de Indonesische Hoge Commissaris in Nederland, mr. Moh, Roem, naar Djakarta is voorlopig vastgesteld op Zaterdag .16 September. Voor zijn gezin is passage geboekt op het m.s. „Oranje" op 5 October. Medelij Jet Toen wij nog in kuitbroek rondhup pelden en er bijaldien niet van op de noogte waren dat bij leuke beroepen de arbeidsvreugde omgekeerd evenredig pleegt te zijm met het salaris, wilden wij altoos orgelman wezen. Wij legden in die tijd een grote veelzijdigheid in onze wensen aan de dag, want wij wilden ook gaarne allerlei vervoermiddelen bestu ren, snoepwinkels exploiteren en bomen omhakken in vaste dienst, maar had men ons voor de keus gesteld dan was die zonder twijfel gevallen op het „tiedelie- delie-tsjmg-boem" dat onze artistieke neiginkjes ten hoogste bevredigde. Wij subsidieerden deze muze zelfs ten koste van onze drop-centjes en wilden wel dat wij de heer G. Perlee waren, wiens naam wij in fraaie krul-letters op de pierementen zagen staan. Enige dagen geleden zijn wij dan in de gelegenheid geweest onze jeugd ver langens met de werkelijkheid te con fronteren. De heer Perlee is dezer da gen namelijk 25 jaar in de orgelbouw en derhalve gingen wij op bezoek aan het perceel aan de Westergracht in de Amsterdamse Jordaan om hem enige geheimen over zijn bezigheden te ont futselen. Hij deelde ons mee, dat hij nu vijftien orgels in Nederland heeft lopen en dat hij zich behalve met het innen van de huur daarvoor onledig houdt met het repareren van deze speelwa gens. Ook de boeken waar de muziek in staat worden in zijn bedrijf vervaar digd. Dit geschiedt eigenhandig door de heer Piet Maas, een vrolijke vijf tiger, die eerst op een stuk papier de gaatjes en gaten tekent, waar de toetsen in moeten grijpen en deze vervolgens in het karton snijdt met een instrument dat niet geheel ongelijk is aan een naai machine, maar er toch ook weer niet zoveel op lijkt, dat men er verstelwerk op zou kunnen verrichten. Dat is een heel karwei want in een uur kan men niet meer dan twee of drie meter „kap pen" en een mars is wel zeven meter lang. Wij vernamen verder dat marsen veel voller zijn dan walsen, omdat het trommelwerlc er zo'n grote rol in speelt. Bij het kappen vliegen de spaanders er wel eens af, want er moet duchtig aan de muziek gearrangeerd worden, omdat de mensen zo graag loopjes horen. De heer Piet Maas neemt dan ook wel eens een loopje met de componist van be langrijke werken als „Medelij Jet heb toch medelij Jet" of „Daar zijn de ap peltjes van Oranje weer". Het vak is zo moeilijk dat er slechts drie mensen-JfTjn, die het verstaan en één daarvan is in zijn vrije tijd griffier bij de Amster damse rechtbank. Om even naar de heer Perlee terug te keren, deze heeft zijn handen vol aan het herstel van de onder zijn be heer staande pierementen. Ook dat' is een heel werk, want er zitten ongekend veel registers op. Daar zijn de fluit, de viool, de onda maris (dat is meer de hemelse stem, ze.i de heer Perlee), de céleste of zwevende viool (die men goed vast moet binden, anders zweeft zij henen) en de bourdon of gestopte pijp. Het trillende geluid dat de orgels zo'n opgewekte toon verschaft wordt ver kregen door de twee pijpen die één toon geven, niet helemaal gelijk te stem men. „Dat is vals", zoudt ge kunnen zeggen. „Dat is het effect van Doppler", zeggen wij. Wanneer wij u nu nog vertellen dat de heer Perlee uit een. oud. orgelbou wersgeslacht komt: dat van Warnies en dat alle andere orgelbouwers zoals Möhlmann familie van hem zijn, dan maken wij ons sterk dat ge daarvan in zo'n jolige stemming komt, dat ge even als het hierbij gefotografeerde paard de benen van de vloer zult tillen. Geen speld er tussen Deze week hebben wij voor de ver andering eens buitenlandertje gespeeld. Om te beginnen knipten wij eigenhandig een vest van een oude lappendeken, daarna kochten wij een zonnebril met een montuur als een dubbelloops jacht geweer en tenslotte hebben wij een kaartje naar Marken en Volendam ge nomen voor een zogenaamde rondreis of cirkelgang. Boven de kassa in het Noord-Zuidhollands Koffiehuis deelde een aanplakbiljet ons mede, dat men heen per boot en terug per tram of om gekeerd kon reizen. Een deftig heer. fluisterde ons in dat wij gerust ornge- keerd konden reizen. „U merkt er niets van", zei hij. „De hele wereld staat toch op z'n kop". Om half tien hadden wij ons inge scheept. Maar goed dat wij zo vroeg- tijdig waren, want gedurende het uur dat ons restte voor de afvaart werd er een steeds wildere strijd om de beschik bare dekstoelen geleverd. De directie heeft namelijk opzettelijk gezorgd voor een te gering aantal, om het dierlijke in de buitenlanders per slot van rekening zijn dat sinds de bevrijding ook mensen een kans te geven. Het viel ons op dat de Mokummers (ge makkelijk te herkennen aan hun Zon dagse kleren) met grote voortvarend heid handelden als bezetters ten be hoeve van hun aanhangers. „Ik zit lek ker vlak bij het water", kraaide een meisje met vlechten van poetskatoen. „Pas maar efe op, ik zitter nog veel vlak- kerder bij", zei haar broertje, die als een kat op de reling klom. De bijbe horende moeder moest in haar karrebies naar snoepies graaien om het conflict te sussen. Vervolgens deelde zij enige veiligheidsraadgevingen uit. Op het achterdek raakten wij in con versatie met een echtpaar, waarvan de vrouw ons deed. denken aan een toe- latings-examen voor de hogere burger school, omdat haar middellijn gelijk was aan de lengte van haar man, ver minderd met de helft van de hoogte van zijn linkerbeen. Zij vertelde ons dat zij hun zilveren huwelijksreis gingen ma ken en schakelde in één adem over op de wanorde van de dag, te beginnen met de prijzen van doorregen runderlappen en sperciebonen. Wij probeerden er een speld tussen te krijgen, maar die stuitte af o^de baleinen van haar vastberaden heid. Haar echtgenoot deed er kwasi aandachtig het zwijgen toe. In zijn oog kassen evenwel sudderde een paniek. In het schuitje Alvorens de boot zich in beweging zette, liet de stoomfluit horen dat hij of zij (dat kun je zo niet merken) er wezen mocht. Het eerste gedeelte van de ex peditie duurde precies anderhalve mi nuut. Het vaartuig arriveerde voor spoedig bij de Kamperbrug, waarvan zelfs de grootste geleerde niet had kun nen verklaren of die nu open was of dicht. In ieder geval moesten wij een kwartier wachten aangezien dit weder zijdse verkeersobstakel in het hartje van de stad nog met handkracht wordt bediend. Rakelings scheerden wij na dit op onthoud onder het stations-viaduct door en toen begon de stampende tocht over het IJ, waar het krioelde van de zee kastelen. Alle passagiers ontpopten zich als verslaggevers. „Moe, daar leit de Johan van Oldenbarnedinges", zong een krielkip naast ons. Een bariton op een houten klapstoel verkondigde plechtig: „Zie ginds komt een schip met zure appelen aan!" Iedereen rende bevreesd voor een aanvaring van stuurboord naar bakboord vice versa, doch nie mand zag wat. „Letter maar niet op", Zaterdagavond gaan er in Amster-\ dam op bevel van Arthur Miller twee handelsreizigers dood; in de Stads schouwburg en in het Centraal Thea ter, waar deze gebeurtenis zich tot 15 September dagelijks afspeelt. Zondagmiddag vertoont de Neder landse Opera „Die Fledermaus" en Dinsdagavond „La ToscaWoensdag komt de Haagse Comedie op bezoek met „Gelukkige Jaren" van Samuel Taylor onder regie van Cees Laseur. Dit stuk staat onder een andere titel ook op het répertoire van de Neder landse Comedie. In het Concertgebouw wordt heden avond een volksconcert gegeven on der directie van Leonard Bernstein, die levens als solist het Pianoconcert In de hoofdstad uit van Ravel vertolkt. Ook de Tweede Symphonie van Schumann staat op het programma. Iudra Kamadjojo geeft Zondagmid dag een dansdemonstratie in het In disch Museum. Ter gelegenheid van de 65ste ver jaardag van de beeldhouwer John Rddecker is in het Stedelijk Museum een kleine expositie (één wand be slaande) van zijn werken ingericht. In kunstzaal Van Lier wordt een ten toonstelling gehouden door de Israë lische schilders Kossonogi Joseph en Ludwig Schwerin. De nieuwe films zijn niet geschikt om er lange brieven over naar huis te schrijven. Tuschinski vertoont Vul- cano" met Anna Magnani, een 'italo- Amerikaanse film van William Die- terle, een pendant van ..Stromboli" door de combinatie Bergmann-Ros- selihi. Het muzikale wonderkind Roberto beheerst het programma van het City-theater. Wie echter van heel wat anders houdt, moet naar Capitol gaan waar „De laatste der wilde '^paarden" over het doek draven. zei een vrouwestem plotseling. „Die vent ven mijn is altijd zo pestimis'ties. Hij denkt dat er maj'em bofe ons hoofd hangt". Maar gelukkig, in de Oranje sluizen konden wij ons koesteren in het dito zonnetje. Voor de rede van Durgerdam had iedereen het over de oorlog. Als wij het goed begrepen hebben zou die voor namelijk gaan tussen twee mansper sonen: de Rus en de Amerikaan. „Je kennut toch niet tegehouwe", was de mening van een dame die haar leeftijd achter een half ons poeder verborg. „Je zit nou eenmaal in het schuitje en dan motje meevaren. Wat sal een mens zich druk maken. Als de hemel valt krijgen we immers allemaal een blauwe muts Eindelijk bereikten we de voormalige Zuiderzee, doch daar werd de gemoeds rust van ons eerder gesignaleerde buur jongetje verstoord omdat een zeilboot met twee dochters van Venus aan boord, ons inhaalde. „Tlijlct wel offeme stees zachieser gane", begon hij te jengelen. „Kvinder niks an". Enfin u begrijpt het zeker wel: al spoedig lagen wij compleet voor pam- pus. Toen zijn we plotseling over de verschansing gesprongen 'en naar het gelijknamige fort gezwommen. Vandaar schrijven wij u deze reportage. De mo raal hiervan is dat men om buitenlan dertje te kunnen spelen geen zonnebril moet kopen, maar oorkleppen. BOEDA. Er zijn goede mensen, die weemoedig worden van.de herfst. Ik had een neef, die in wenen uitbarstte bij het zien van de eerste gladiolen. Hij was een gevoelig man. Zijn vrouw is van hem weggelopen. Op een herfstige dag. Ik niet. Ik houd van de herfst. Ik houd ook van de winter, En van de lente. En van de zomer. Ik vind dat elk jaargetij zijn eigen bekoring heeft. De lente maakt mij dartel. De zomer rustig in de zon. De herfst romantisch in de regen. De winter wijsgerig. In de lente lees ik Casanova, 's Zomers Ellery Queen. In de herfst Vest dijk. En 's winters de verzamelde werken van iemand die ik niet noemen zal. U kent hem goed. De winter is het seizoen der herinneringen. De stad is gezellig in de herfst. Er is dan niemand meer die van mij eist in de vrijê natuur rond te dartelen. Ik mag dan voor mijn goed fatsoen in de koffie huizen mijner voorkeur binnen zitten. Alle stille straten van de stad zijn nu op haar aardigst. Zelfs in die dodelijk- vermoeide met de saaie gordijntjes staan bloemen in de voortuintjes. Die 's zomers zo doodse krijgt iets warms en intiems. De buitenwijken-met-bomen worden een bron zen poort waardoor ik. Pan, binnen ga in het lichte leven van alle dag. Hoordet gij dat kleine lied. Het was ik die dat blies op mijn dwarsfluit. De herfst is de geboorte van vele nieuwe dingen. De lichtjes gaan overal aan. Het orgel klinkt in de snelle schemering. En de hui selijkheid herneemt haar goede rechten onder alle rose schemerlampen dezer stad. Het wordt drukker in de- middagstraten. Ik loop met mijn handen diep in de zak ken van mijn regenjas over het vochtige asfalt, dat de dansvloer van mijn leven is. Ik houd van de herfst. Ge ontmoet haar het treffendst aan de kleine bloemenkarren in onze steden. Groene wagentjes met een zeiltje er over en vol van de felste kleuren. Ik zag er gis teren één staan onder de volle groene bo men van het Voorhout'in Den Haag. Het leek een, wat vergroot, si&'stuk uit de Biedermeiertijd: als het kleiner was en van porcelein, zou'het, onder een grote stolp, prachtig gestaan hebben op dat krullerige penantkastje uit het huis mijner dromen. Het stond daar zó maar. De man, die er eigenlijk bij behoorde, zat zeker op de bank met de taxichauffeurs zijn boterham te eten. Dat groene karretje met al die bloemen stond zo maar alleen onder de groene bo men op de brede weg als een versiering, die er door de herfst was neergezet om alvast haar komst aan te kondigen. Fel rood. fel lila, fel geel, fel paars. Het zijn de mooiste kleuren van het jaar. De glazen stolp van de herfst stond over dat sierlijk geval. Plet was een pronkstuk in de mooie kamer van de stad. U moet daar niet ge ring over denken. 1-Iet druilregende een beetje en de Vijver lag stil onder de grijze, zware lucht. De bomen stondpn roerloos langs de rand. Een paar eenden. Een paar mannetjes in hun kragen gedoken op de banken. Het leven van een stad met een half milüoen mensen neemt daar een allure aan die ge, geloof ik. nergens anders zó vindt. Op het Binnenhof stond een groepje toeristen te kijken naar het grijzè hart van Holland. Bij het gouden fonteintje een fotograaf. En dat is dan aües. Zo gaat se door het eind van de zomer en se voelt dat de herfst doodstil nader komt. Ze zet de prachtigste kleuren van het jaar in een groen karretje midden in de stad. Een eend kwaakt in de vijver. Het ge luid van de trams is verdoft. Alles is plot seling stiller sewoi'den. Een zeldzaam uur in de eeuwigheid. Ik houd van de herfst. Laat haar maar komen. ELIAS. Het honderdste scheikundige element ontdekt OXFORD, 8 September (Reuter). De laboratoria „van het. Californische techno logische instituut hebben twee nieuwe scheikundige elementen gevonden, waar door het aantal elementen, dat de schei kunde kent, tot honderd gestegen is. Dit werd door een'Amerikaanse gedelegeerde op de conferentie van atoomgeleerden te Oxford meegedeeld. De ontdekker wilde niet dat "zijn naam genoemd werd, daar hii de ontdekking het resultaat van groepwerk achtte. De naam van het honderdste element is centurium. Abonnés van dit blad kunnen dit blad soms de lastigste vragen stellen. En nog lastiger is dat zij een antwoord verwachten. Nu weer die lezer die ons vraagt wat een bastaard-arend is dit naar aanleiding van het bericht dat employés van een foto- litho-inrichting Donderdagmiddag zulk een diertje in de duinen gevangen hebben. En wij dus maar weer met de brokken zitten, want wat is nu een bastaard-ade laar? Onze amateur-heraldicus meent dat het een arend met een dwarsbalk is, onze encyclopedie weet van niets en onze na- tuurhistoricus ligt met hooikoorts in bed. Waaruit dus mag blijken dat de bastaard arend in ieder geval een hoogst zeldzame vogel is en derhalve niet verward mag worden met de bastaard-adelaars die voor enkele jaren in grote getale in dezelfde duinen neerstreken, maar nu gelukkig weer opgekrast zijn. Maar daar schiet u niet veel mee op, Abonné. Alleen Van Dale weet iets van 't beestje: dat het langs de oevers van de Wolga leeft. Daar heb je het dus al! Maar uitvoeriger kunnen wij u momen teel niet inlichten. Misschien zal meneer Portielje („het beest van de week") er wel spoedig een radiopraatje aan wijden nu het beestje aan Artis is afgestaan. Geruch ten willen, dal hij er al een aardige naam voor bedacht heeft, veel aardiger dan bastaard-arend, dat eigenlijk helemaal niet aardig is. „Barend", dacht meneer Portielje zo. Die meneer Portielje tóch, hè? En voor de rest, Abonné: nu niet van die lastige vragen meer. Basta. Straks gaat u ons nog vragen wat een foto-litho-inrich ting is. Of wat employés van zulke inrich tingen Donderdagmiddags in de duinen te doen hebben. H. C.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1950 | | pagina 7