-mm
Wiens stem is gezaghebbend
voor de Amerikaanse politiek?
Verstrooidheid
lÉfcè
Dinsdag 12 September 1930
3
Het denkbeeld van „preventieve oorlog"
In de Manchester Guardian schrijft
Allislair Cuoke over bovenstaand onder
werp een uitvoerige beschouwing, waar
aan wij het volgende ontlenen:
In een rede in Massachusetts heeft ad
miraal Louis Denfeld, voormalige chef van
de vloo't-operaties en thans candidaat voor
het gouverneurschap van Massachusetts,
in het openbaar de oproep van generaal
MacArthur toegejuicht tot verdediging van
Formosa door de Amerikanen. Anderzijds
stemde de admiraal echter in met de be
risping, welke president Truman heeft
toegevoegd aan de onder-minister van
Marine, Francis Matthews, die de Vorige
week in Boston op een bijeenkomst van
scheepsbouwers verklaarde, dat de Ver
enigde Staten bereid zouden zijn, het ini
tiatief te nemen tot een preventieve oorlog,
indien daarmee de wereldvrede bereikt
zou kunnen worden. Het is niet uitgeslo
ten, dat deze rede tevoren was goedge
keurd door Johnson, de minister van De
fensie.
Bovendien heeft de commandant van
een opleidingskamp voor de luchtmacht in
Alabama, major general Anderson de
vorige week openlijk betoogd: „Geef me
het bevel er toe, en ik kan in één week een
eind maken aan dé vijf atoombom-centra
van de Sovjet-Unie.... en als ik daarna
voor het Hemelse Gerecht zou moeten ver
schijnen, dan zou ik daar wel kunnen uit
leggen dat ik de beschaving had gered"
General Vandenberg, stafchef van de lucht
macht, bleek het niet met Anderson eens
te zijn in ieder geval niet met het eer
ste deel van deze uitspraak en schorste
hem voor korte tijd.
Het bovenstaande kan op twee manieren
worden gezien, vervolgt Coolce in de Man
chester Guardian. Ten eerste als een on
omwonden weergeving van de pure waar
heid door enige persoonlijkheden voor wie
de president een figurant zonder enige
macht is, voor wie er blijkbaar geen enkel
bindend bevel bestaat en voor wie tegen
over niemand enige verantwoordelijkheid
bestaat voor de goede naam van cle natie in
het buitenland en niet in het minst te
genover het kabinet en het State Depar
tement. Het kan ook worden gezien als een
sterk verhaal over een ruzie tussen de pre
sident en een paar van zijn bevelvoerders
In een staat, die zijn generaals en admi
raals volledige vrijheid van meningsuiting
geeft en waar de „ministeriële verantwoor
delijkheid" geen bindende gewoonte is.
Oorlog Is géén politiek
De werkelijkheid omtrent dit alom be
kend geworden meningsverschil tussen de
president, generaal MacArthur en cle mi
nister van Marine is waarschijnlijk een
mengsel van deze twee verklaringen. De
hierdoor geschrokken Europeanen kunnen
echter worden gerustgesteld: Er bestaat, in
de Verenigde Staten géén invloedrijke
school met aanhangers van de preventieve
oorlog, noch in de regering, noch in het
congres. Het hoofdkwartier van de Ameri
kaanse strijdkrachten is geen broeinest van
oorlogszuchtige mannen, liet bevat alleen
maar bekwame en vaderlandslievende mi
litairen en defensie-deskundigen met vele
tegenstrijdige zienswijzen over de buiten
landse politiek.
De onbekommerde en altijd mededeel-
Eame wijze waarop de Amerikanen rege
ren, veroorlooft de mannen van het hoofd
kwartier en zelfs de ministers de weelde,
om zich zonder reserve uit te spreken over
de verscheidenheid van politieke stand
punten, want iedereen is er voldoende van
doordrongen dat de president, en hij al
leen, de politiek bepaalt, die het land zal
volgen. Buitenlandse politiek is een ge
liefd stokpaardje van Amerikaanse leger
en vlootautoriteiten. Maar krijgstactiek
is hun dagelijks werk, waarvoor zij de lof
of de schande zullen moeten dragen en
daarom overwegen zij de openbare aan
beveling van een nieuw type bazooka
vooral veel zorgvuldiger dan hét advies van
een atoombom op Moskou.
Men snoet Ieren leiden
De discussie over een preventieve oorlog
is reeds ten minste vijf jaar aan de gang,
sinds de moeilijkheden over het veto in de
Veiligheidsraad in San Francisco. Zij ver
schafte een prachtige uitlaat aan warm
bloedige militairen, die zich niet vertrouwd
kunnen maken met de sleur van de diplo
matie, die zij te zoetsappig vinden. Het is
maar al te waar, dat dergelijke ruzies voor
het forum van de wereld in de Verenigde
Staten dikwijls voorkomen, omdat dit land
nog onervaren is ten opzichie van de ver
antwoordelijkheid, die de strategische
aardrijkskunde oplegt. Het pijnlijke van
de Amerikaanse propaganda-pogingen is nu
niet direct dat haay doelstellingen verdacht
zijn, maar dat zij er voortdurend in faalt,
aan Europa en Azië duidelijk te maken, wie
er voor de Verenigde Staten aan het woord
is en wie niet.
Aan deze warboel kan op twee manieren
een eind gemaakt worden. Of door het
enorme werk om iedereen van de Chi
nese keuterboer tot de gedelegeerde van
een Trade Union Congres toe op te
voeden M de gebruiken van de Ameri
kaanse regering; öf (en dat zou misschien
minder kostbaar en op de lange duur een
voudiger zijn)' de manieren van de Ameri
kaanse regering zouden moeten worden
gewijzigd, zodat ze beter kunnen worden
ingepast in wat de grote meerderheid van
de mensheid verstaat onder ministeriële
verantwoordelijkheid. Officieren van de
gewapende macht en ministers zouden in
dat geval overeen moeten komen om in het
openbaar slechts te spreken met het mede
weten en de toestemming van de president.
Het ligt voor de hand, dat door de mis
plaatste ridderlijkheid van minister
Matthews en generaal Anderson niet in
Amerika zelf, maar juist overal elders
grote ongelukken worden veroorzaakt.
Ageeda vooir Haarlem
DINSDAG 12 SEPTEMBER
Grote Kerk: Orgelconcert, 8 uur. Stads
schouwburg: „Je bent maar een jong" (De
Nederlandse Comedie), 8 uur. City: „Met
muziek door t' leven", alle leeft.; 2.15 .„Dos
sier 649", 18 j., 4.15, 7 en 9.15 uur. Spaarne:
„De laatste der roodhuiden", 14 j., 2.30, 7 en
9.15 uur. Frans Hals: „Opstand op Cuba", 18
j„ 2.30, 7 en 9.15 uur. Rembrandt: „De ver
laten stad", 18 j., 2, 4.15, 7 en 9.15 uur.
Palace: „Het meisje van het stille strand",
alle leeftijden, 2, 4,15, 7 en 9.15 uur. Luxor:
„De macht van de duivel", 14 j., 2, 4.15, 7
en 9.15 uur.
WOENSDAG 13 SEPTEMBER
Bioscopen; Middag- en avondvoorstellingen.
Het raadsel Johnson
De president vindt de redes van zijn staf
chefs zo onbelangrijk, dat hij deze zelden
onder ogen krijgt. De beschouwingen over
de buitenlandse politiek worden bijvoor
beeld niet op het Witte Huis maar op het
State Department doorgenomen. Niemand
heeft ook de toespraak van Matthews na
gezien, of het zou de minister van Defensie,
Louis Johnson, geweest moeten zijn. Er zijn
redenen om dit aan te nemen. Johnson heeft
voorheen zelf ook altijd al op een onge
ëvenaarde manier geflitt met het denk
beeld van een preventieve oorlog. Indien
het waar is, dat hij er nu zo verliefd op is
geworden, dat hij een mindere heeft op
gewarmd om de huwelijks-afkondiging
maar te doen, dan heeft de Westelijke
Alliantie zeker het recht te weten onder
welke voorwaarde Truman ernstig zou gaan
overwegen om een atoombom op Moskou
te laten vallen ofwaarom hij Johnson
nog altijd in zijn kabinet duldt.
Gepensionneerden van spoor en
en tram vragen tegemoetkoming
De Bond van Gepensionneerden der
Nederlandse. Spoor- en Tramwegen heeft
aan de leden van de Eerste en Tweede
Kamer een adres gezonden, waarin onder
meer wordt gezegd dat de lonen van het
spoorwegpersoneel na 1918 reeds met be
langrijke percentages waren verlaagd voor
dat voor andere groepen een loonsverlaging
werd ingevoerd; dat de verlaging van de
lonen van het spoorwegpersoneel ongeveer
30 procent bedroeg en voor de groepen van
overheidspersoneel vele jaren later 15 pro
cent; dat in 1936 het gepensionneercle
spoorwegpersoneel bijna 4 jaar lang 10
procent op hun pensioenen is ingehouden
en dat deze korting alleen op de pen
sioenen van het spoorwegpersoneel lis toe
gepast.
Wanneer aan elk der gedupeerden een
tegemoetkoming van 500 kon worden
uitbetaald, zou dit een bedrag van onge
veer 1.500.000 wagen.
De destijds ingehouden gelden zijn ten
goede gekomen van het Spoorwegpensioen
fonds. De aangewezen weg is dus, zo wordt
in het adres gezegd, dat aan iedere gedu
peerde 500 wordt uitbetaald door dat
fonds.
g§&: mmm-
lm
L«ti v
--L- -L
Ter gelegenheid van de UNO-dag heeft mevrouw Roosevelt met twee meisjes aan
president Trurp.an een vlag der Verenigde Naties aangeboden, op het Witte Huis
te Washington.
Verschillende factoren
hebben wolprijs doen stijgen
De heer W. A. Lintinig, directeur van het
Nederlands Bureau van het Internationaal
Wol-secretariaat, heeft mededelingen ge
daan over de sterke stijging der wolprij-
zen.
Hij geloofde ndet, dat binnen het half
jaar de hogere wolprijzen in de detailhan
del zullen worden doorberekend. Zoals de
zaken thans staan, duldt de internationale
concurrentie geen verhoging der detail
prijzen. In het algemeen hebben de -West-
Europése landen vrij grote wolvoorraden.
Ook Nederland heeft onlangs belangrijke
hoeveelheden wol uit Australië aange
kocht.
Als een der oorzaken van de prijsstij
ging noemde d'e heer Linting het feit, dat
Duitsland en Japan grote hoeveelheden
opkopen, Beide landen 'hebben een achter
stand van jaren -in te halen en de behoefte
aan wol 'is daar bijzonder groot. De grootste
afnemer is echter Frankrijk. Sinds 28
Augustus is Rusland slechts éénmaal als
koper opgetreden. Voor zover men kan
nagaan heeft Rusland niet meer gekocht
dan het vorig jaar/ namelijk 5 pet. der.
totale wolroorraad. Of Rusland via buiten
landse makelaars meer aangekocht heeft,
is (moeilijk na te gaan.
De overstromingen in Australië hebben
indirect de prijsverhoging van wol in de
hand gewerkt, daar de aanvoer naar de
veilingen stagneerde. Bovendien hebben
de overstromingen in Nieuw Zuid Wales
en Queensland aan 4 millioen schapen het
leven gekost. Bij al deze factoren komt
nog een laatste, misschien wel de belang
rijkste. Tot vorig jaar konden afnemers
wol betrekken uit de voorraden van de
zg. „Joint Organisation". Deze voorraad
van oorspronkelijk 10.500.000 balen werd
jaarlijks aangesproken. Er gingen elk jaar
ongeveer 2.000.000 balen af. Nu is de voor
raad van de Joint Organisation vrijwel
verdwenen. Er zijn nog slechts 4.50.000
balen van bijzonder slechte kwaliteit. Nu
deze voorraad is uitgeput worden er gro
tere hoeveelheden op de veilingen aange
kocht en dit alles veroorzaakt een prijs
stijging. Het wereldtekort aan wol is nog
steeds 18 a .20 pet. De Australische wol,
de zg. Merino, wordt gebruikt voor het
maken van fijne kamgarens en overal
stijgt de vraag hiernaar.
H. Berkhout veertig jaar
zetter in ons bedrijf
Hedenmorgen heeft de huldiging plaats
gehad van de -machinezetter H. Berkhout,
die veertig jaar bij ons bedrijf in dienst is
geweest. De jubilaris werd namens de
directie toegesproken door de heer P. W.
Peereboom, die enige herinneringen op
haalde uit de tijd toen de jubilaris als
handzetter en reserve-machinezetter in
functie kwam, een tijd waarin de zet
machines aanzienlijk minder volmaakt wa
ren dan thans en een schop tegen een
excentriek meestal voldoende was om een
eventuele storing op te heffen. Bij al de
technische en maatschappelijke verbete
ringen van de laatste veertig jaar is de
heer Berkhout echter dezelfde gebleven,
kalm, vaardig, snel en accuraat. Hij be
hoort tot de beste zetters waarover ons
bedrijf beschikt. De heer Peereboom reikte
de .jubilaris de bronzen medaille verbonden
aan de Orde van Oranje Nassau uit, als
mede de zilveren draagmedaille van de
Nederlandse Maatschappij voor Nijverheid
en Handel met oorkonde en het gebruike
lijke geschenk van de directie.
Namens de collega's sprak de heer B..
Tersmitten, die de jubilaris schetste als
een man waar men van op aan kan, een
rustige bescheiden werker naar wiens pres
taties alle collega's met bewondering op
zien.
De heer Berkhout bedankte in enkele
bewogen woorden voor de huldiging.
Het N.V.V. blijft een
prijsstop verlangen
Grens voor loonsverhoging
afgekeurd
In een buitengewone hoofdbesturenver-
gadering van het N.V.V. is een resolutie
aangenomen, waarin wordt verklaard „dat
het invoeren van een maximumgrens voor
de loonsverhoging van. 180,per jaar
moet worden afgekeurd, omdat het stellen
van deze grens niet in het overleg ter
sprake is geweest, in strijd is met een
rechtvaardige loonpolitiek en een belem
mering vormt voor de noodzakelijke op
voering van de arbeidsproductiviteit".
Voort wordt gezegd „dat het openen der
dispensatiemogelijkheid het gevaar in zich
bergt van arbeidsonrust". Er wordt der
halve een dringend beroep gedaan op de
werkgeversorganisaties, slechts in uiterste
noodzaak en na overleg met de werk
nemersvakorganisaties van deze dispen
satiemogelijkheid gebruik te maken en op
de regering om de grens van 180,te
doen vervallen.
Geconstateerd wordt, dat de mede
delingen van de regering inzake de prijs-
beheersmgj op zichzelf gezien, een koers
verandering ten gunste betekenen, maar
dat de aangekondigde 'maatregelen onvol
doende moeten worden,geacht om de thans
plaatsvindende ongemotiveerde prijsstij
gingen tegen te gaan. Tenslotte wordt in de
resolutie de regering mét nadruk gewaar
schuwd dat de tot nu toe gevolgde prijs
politiek, welke leidde' tot grotendeels vrije
prijzen en onredelijke winsten in sommige
bedrijfstakken, zich niet verdraagt mét een
geleide loonpolitiek, hetgeen duidelijk
blijkt uit het feit, dat sinds 1949 de con
sumptie der werknemers is gedaald. Van de
regering wordt alsnog afkondiging van een
prijsstop en verder gaande prijsbeheersing
geëist.
De Koninklijke Noord- en Zuidhollandse
Reddingmaatschajïpjj heeft aan de Staat, der
Nederlanden ten geschenke aangeboden, ter
plaatsing in het Zuiderzeemuseum te Enk
huizen, de uit Noordwijk aan Zee afkomstige
en in 1807 gebouwde roeireddingboot met wa
gen en inventaris. De minister van Onder
wijs, Kunsten en wetenschappen heeft deze
schenking gaarne aanvaard.
KORT VERHAAL DOOR AAGE V. HOVMAND
Elvira en ik waren ruim twee maanden
verloofd, toen ze plotseling een geweldige
belangstelling voor Hansen aan de dag
ging leggen. Aanvankelijk beschouwde ik
het als een tijdelijke afdwaling van Elvira,
die wel vlug voorbij zou gaan, maar toen
vertelde een. vriend me, dat hij met eigen
ogen had gezien dat Hansen Elvira kuste.
Dat was de druppel die de emmer deed
overlopen. Ik kon me niet langer laten
vernederen. Er moest een einde aan wor
den gemaakt.
Verontwaardigd ging ik zitten en schreef
een brief aan Elvira, 's Nachts sliep ik
ónrustig en droomde van een heerlijke
biefstuk. Maar toen ik er een flink stuk
van wilde opeten, kwam Hansen er aan
en pakte hem weg, terwijl ik het onaange
name gevoel had dat ik niet alleen in bed
lag. Ik was verplicht jacht te gaan maken
op zekere kleine diertjes.
Ik sloeg mijn dromenboek op. „Vlooien
vangen u kunt veel'geld verwachten",
stond er.
is Morgens ontmoette ik mevrouw A-n-
dersson, de loterij-collectrice, een gemeen
schappelijke vriendin van Elvira en mij.
Ze hield me aan.
„U bent ook een geluksvogel!" zei ze.
„Een geluksvo
„Ik bedoel, dat u in de roos geschoten
hebt".
„In de roos geschoten? Ik begrijp er
heus niets van", antwoordde ik verbaasd.
„Ja maar, weet u het dan nog niet?"
Hel mevrouw Andersson me enthousiast
n de rede. „Eigenlijk moet ik zwijgen als
het graf, maar u zult toch gauw genoeg
weten, dat mevrouw Schwatzmeier de
hoofdprijs gewonnen heeft".
Mevrouw Schwatzmeier was weduwe en
Elvira haar enig kindDaar moest ik
ineens aan denken. Ik kreeg echt mede
lijden met het arme kind. Misschien was
ik wel te hard en te heftig geweest. Die
kwestie met Hansen was natuurlijk maar
een onbedachtzaam intermezzo. Ik had er
spijt van, dat ik haar die ongelukkige
brief had geschreven.
Ik keek op de torenklok. Het was nog
tamelijk vroeg. Bovendien kwam de post
in Elvira's wijk altijd erg laat. Als ik me
haastte, zou ik misschien de situatie nog
kunnen redden.
Mevrouw Schwatzmeier deed zelf de
deur open. Ze was juist op. De ontvangst
was buitengewoon hartelijk. De brief was
er dus nog niet. Wel leek ze verbaasd te
zijn mij zo vroeg in haar huis te zien.
"ik vond het vreemd, dat ze met geen
woord repte over de hoofdprijs. De dames
verzochten me te wachten tot ze zich ge
kleed hadden. Ik ging op de bank in de
hall zitten, waar ik een prachtig uitzicht
had op de brievenbus. Tot elke prijs moest
ik die brief weer in m'n vingers zien te
krijgen, anders was alles verforen-. En de
postbode kon elk ogenblik komen.
„Zeg Elvira", riep ik daarom, „de loper
ligt weer scheef. Ik ga 'm-es even vast
spijkeren".
Mevrouw Schwatzmeier wilde er eerst
niets van weten. Dat was geen werk voor
mij, vond ze. l'k moest haar deze gunst
gewoonweg afbedelen. Ik nam de spijker-
bak en de hamer en begon. Maar waar
bleef die postbode?
Ongeveer een uur was- ik zo bezig, toen
ik plotseling buiten voetstappen hoorde.
Maar op het zelfde ogenblik verscheen
F.ivira, die me vroeg of ze me soms ergens
mee kon helpen. Ik zei van niet. De voet
stappen kwamen steeeds naderbij, ik
móést Elvira zién kwijt te raken.
Nu hielden de etappen stil voor de deur
en morrelde er iemand aan de brieven
bus. ..Haal me-es gauw even de nijptang",
riep ik wanhopig. Ik slaakte een zucht van
verlichting, toen ik Elvira zag verdwijnen.
Toen viel de brief in 'de bus.
Ik stortte me er op. maar het was geen
brief, alleen een reclamebiljet van een
wasserij. Ontgoocheld ging ik verder met
m'n loper en kwam to.t, de ontdekking dat
ik 'm nóg schever had gelegd. Ik begon
dus met mannenmoed alle spijkers er weer
uit te trekken. Waar zou die rampzalige
brief toch blijven? Toen ik eindelijk klaar
was met de loper, vond ik dat de traproe
den gepoetst moesten worden. Daarna
oliede ik cle deur en begon de kapstok op
te ruimen.
„Elvira krijgt werkelijk een ideale
man", prees mevrouw Schwatzmeier. Maar
de -brief was er nog steeds niet, hoewel er
al twee uren verlopen waren en de post
bode er al lang had moeten zijn.
„Hou nou eindelijk maar eens op en kom
ontbijten!" drong Elvira aan.
„Oef!" steunde ik, terwijl ik m'n zak
doek zocht om me het zweet van mijn
voorhoofd te vegen. Maar ik vond heel
iets anders dan mijn zakdoek. Wat zou
het zijn? Ik haalde het te voorschijn. Een
brief. „Mejuffrouw Elvira Schwatzmeier"
stond er op. Ik liet 'hem rap weer in m'n
zak glijden.
Elvira had het gezien. „Wat was dat?"
vroeg ze nieuwgierig.
„Niks bijzonders, lieveling", probeerde
ilc haar af te leiden, „zullen we gaan ont
bijten?"
-Sin
De Hoge Commissaris van de republiek Indonesië mr. Mohammed Roem heeft gisteren
een bezoek gebracht aan de Jaarbeurs te Utrecht. Mr. Roem toonde vooral voor de
medi-sch-pharmaceutische afdeling en de stand van het Indisch Instituut grote belang
stelling. De Hoge Commissaris en zijn echtgenote drinken te zamen met dr. F. H.
Fentener van Vlissimgen, die hen rondleidde, bij een der stands een kopje thee.
„Eerst wil ik die brief zien", hield Elvira
aan.
Op alle mogelijke manieren probeerde
ik haar van het onderwerp af te brengen.
Ten slotte greep ik de krant en richtte me
tot mevrouw Schwatzmeier: „De krant,
mevrouw. Heb-t u dc lijst van winnaars in
de loterij al doorgelezen?"
„Nee, waarom? Ik speel niet in de lote
rij. Nog nooit in m'n leven heb ik aan die
onzin meegedaan!"
Op dat moment had ik het gevoel, alsof
ik een emmer ijskoud water over m'n
hoofd kreeg. Wat kunnen dromen liegen!
Hoe kwam die idiote mevrouw Andersson
er eigenlijk bij?
Ik werd nijdig, want ook Elvira's eigen
wijze nieuwsgierigheid irriteerde me en
ten lange leste verloor ik m'n geduld.
„Alsjeblieft", riep ik uit, terwijl ik de
brief op tafel smeet. „Ais je 'm dan met
alle geweld wilt lezen! Voor mijn part kun
je naar de maan lopen. Mij -zie je in geen
geval meer hier!"
Op de trap kwam ik mevrouw Anders
son tegen. „Wat -hebt u me eigenlijk voor
een kool gestoofd" ging ik tegen haar te
keer. „Geen rooie cent heeft mevrouw
Schwatzmeier gewonnen. Ze speelt nooit
in de loterij".
„Mevrouw Schwatzmeier? Dan heeft u
mé vast en zeker niet goed verstaan, jon
geman. Ik zei, dat juffrouw Schwatzmeier
de hoofdprijs gewonnen had. Ze heeft
indertijd stilletjes een lot bij mij gekocht.
Wat een bof, hè? Kijk, hier hebt u de lijst.
Maar ilc ga nu gauw even de heugelijke
tijding aan de dames overbrengen!"
Bij de deur liep ik Hansen tegen 't lijf.
Hij deed erg gewichtig, die idioot. Poeh,
ik'ben helemaal niet jaloers. Geld alléén
maakt tóch niet gelukkig.
(Nodruk verboden
WEEKABONNEMENTEN
dienen uiterlijk op Woensdag te worden
betaald, daar de bezorgers op Donder
dag moéten afrekenen.
DE ADMINISTRATIE
„De Schelp" te Zandvoort
Wordt familiehotel voor
400 gerepatrieerden
De hèer N. W. Bouwes, exploitant van
hotel „De Schelp" te Zandvoort dat een
capaciteit heeft van 350 bedden, deelt ons
mede, dat zijn inrichting een interne ver
bouwing ondergaat.
De bestemming van seizoen-hötel vol
doet wegens de veranderde tijds-omstan-
digheden op de duur niet meer. „De
Schelp" tot een geriefelijk en comfortabel
toeristen-hotel om te bouwen, zou een be
drag eisen, waarvoor men een geheel nieuw
pand zou kunnen bouwen.
Daarom is omgezien naar een bestem
ming van het hotel in de toestand, waarin
het momenteel verkeert. Onderhandelingen
met Rijks-instanties hebben er toe geleid,
dat „de Schelp" wordt ingericht als fami
lie-hotel voor gerepatrieerden, waarvoor
het zich bij uitstek leent.
In de week van 20-25 September aan
staande zullen ongeveer 80 gezinnen uit
Indonesië, die alle met. dezelfde boot on
derweg naar ons land zijn, in „de Schelp"
een permanente woonplaats vinden. Het
betreft hier een aantal van totaal ongeveer
400 personen, hoofdzakelijk KNIL-rnensen.
Deze groep gerepatrieerden zal vast tot
het begin van het seizoen 1952 in het hótel
blijven wonen. Er is echter een mogelijk
heid dat dit.tot het seizoen 1953 zal duren.
Plannen voor een nieuw hotel
Wij begrijpen volkomen zo zeide de
heer Bouwes dat het probleem van de
hotelruimte in Zandvoort hierdoor aan
merkelijk urgenter wordt. Deze perma
nente bewoning van „de Schelp" scheelt
Zandvoort 350 bedden en een aantal over
nachtingen per seizoen van. 16 a 18.000
personen. Ook voor KNAC en KNMV zal
het, bij het organiseren van komende races
moeilijk zijn, ruimte -te verkrijgen voor
het onderbrengen van de personen, die
daarvoor het voorbereidend werk moeten
verrichten. Het was namelijk zo, dat in
hotel „de Schelp" tot nu toe hiervoor altijd
zéér veel ruimte beschikbaar was of werd
vrijgehouden.
Tegenover dit alles staat echter, dat
hotel „de Schelp" thans winter en zomer
volgeboekt zal geopend zijn. Het personeel
zal zoveel mogelijk uit Zandvoort worden
betrokken en de winkeliers zullen er wat
de leveranties betreft, vooral in de wii
termaanden, wèl bij varen. Maar bovendien
heeft mijn twee-jarige exploitatie van een
toeristen-hotel in Zandvoort mij geleerd,
wat men in Zandvoort nodig heeft. Dat
zijn geen luxe, doch comfortabel en gerie
felijk ingerichte hotels met een niet te grote
capaciteit.
De nieuwe bestemming van „de Schelp"
heeft mij er toe geleid, plannen, die ik
reeds had voor de bouw van zulle een hotel
in Zandvoort, te bespoedigen, zodat deze
thans geheel gereed liggen en reeds zijn
ingediend bij de ECA-autoriteiten. (Mars
hall-hulp). Ook ir. W. Friedhoff, de ont
werper van het Wederopbouwplan, heeft
er reeds -kennis van genomen en er zijn
goedkeuring over uitgesproken. Het betreft
hier de bouw van een hotel met een capa
citeit van 120 bedden, ontworpen door
architect Wils uit Den Haag, dat verrijzen
zal aan de Boulevard vóór het centrum
van het dorp. De voorbereidingen voor de
bouw zijn zo goed als voltooid en wij ho
pen spoedig te kunnen beginnen, maar of
het hotel nog vóór seizoen .1950 gereed zal
zijn, meen ik te moeten betwijfelen.
Rloemendaal
Jeugd roept jeugd
Evenals het vorige jaar zullen de Her
vormde Jeugdraad van Bloemendaal en de
afdeling Overveen van „Jeugd en Evan
gelie" in het komende winterseizoen eens
per maand culturele avonden houden.
Deze avonden zullen om beurten in
Overveen en Bloemendaal worden gehou
den onder het motto „Jeugd roept Jeugd".
Ze beogen de rijpere jeugd en vooral
de buitenkerkelijken onder hen die zo
weinig gelegenheid heeft tot het bijwonen
van culturele bijeenkomsten, van werke
lijk goede en waardevolle Kunst te laten
genieten.
De eerste avond is in gebouw „Domi" te
Overveen op Donderdag 28 September.
Dan zal worden vertoond de Italiaanse
film „Vier stappen in de wolken".
Beeldende kunst
Expositie „De Brug"
Zeventien leden van de Vereniging van
Nederlandse beeldende kunstenaars „De
Brug" houden thans in het museum „Het
Huis van Looy" een expositie. Er zijn hier
tachtig werken bijeengebracht: iedere
deelnemer kon er ten hoogste vijf instu
ren. Wc houden ons bij de bespreking aan
de alfabetische volgorde van de catalogus.
Freek van den Berg is onder meer ver
tegenwoordigd met twee portretten, die
opvallen door de bijna geïsoleerde behan
deling van kleur en contouren. De kleur is
licht en zeer gevoelig, de contouren zijn
ruim en zwierig. Henk Bos vult een wand
met uiterst zorgvuldig gecomponeerde stil
levens. Vooral in „Kruiken" is de lichtbe
handeling warm; er schuilt een stille
vroomheid in dit werk. Al volstaat Henk
Boer met vage aanduidingen, zijn grote
van de rugzijde geziene figuur is monu
mentaal. J. F. van De'ene herkent men
spoedig door zijn techniek. In „Cap Mar
tin" bereikt hij een machtig effect en ook
zijn „Terras bij Caravan" is zeer geslaagd,
ruim en toch precies, maar zijn „Tuin bij
Menton" lijkt ons iets zwakker. Van Fer
dinand Erfmann noemen wij de fietsende
meisjes, scherp geobserveerd, als het ware
een momentopname van een beweging. In
„Kampong Soekaboemi" bemerkt men een
totale verandering - van techniek; minder
duidelijkheid, teveel verf.
Vergelijkenderwijze vinden wij het „Ko
perbakje met appelen" van H. Habes uit
compositorisch oogpunt beter dan zijn
„Druiven". Zo doet Kalshovens „Duizend
schoon" warmer aan dan zijn „Iïeilooër
Bos'". Albert Klijn toont een „Balcon anno
1880", een schilderij dat op een muurschil
dering lijkt. Hetzelfde effect wordt opge
roepen door zijn „Stilleven" en „Schaal met
bloemen en landschap". Doordat het licht
niet tussen de bloemen door komt en de
lucht achter cle bloemen verdoezeld is, doet
het landschap aan een décorschildering
denken en niet aan een realiteit. De im
provisaties van Albert Klijn zijn ons te
subjectief en niet pakkend genoeg. Een
fijn colorist en goed stylist is Willem Klijn,
tegelijk lyricus en naturalist. Ook zijn stil
levens ademen poëzie.
De surrealistische noot wordt aange
slagen door G. Langeweg. Deze sugge
reert veel, dat wil zeggen: hij werkt op de
verbeelding der beschouwers. Toon van de
Muysenberg kan heel wat, getuige zijn
prachtige „Bokking". De naïveteit in zijn
landschappen lijkt ons wat gekunsteld. Jan
Ooms maakt fraaie studies voor glasramen.
Zijn tochtdeuren „Jesaja en Jeremia" zijn
mooi van indeling en kleur. Th. G. W. Stipt-
hout vereenvoudigt zijn landschappen tot
vormen, waarin de kruin van een boom
bijna als een stoornis wordt gevoeld. Knap
is de techniek van H. C. Timmer in zijn
„Hyacinten". In „Groente en fruit" steekt
misschien een tegenstrijdigheid wat betreft
cle forse afmetingen en de vage omlijnin
gen. Van Jan Visser vindt men op de expo
sitie vier knappe portretten en een bloem
stuk. W. A. Wassenaar zoekt het in de ro
mantiek (Polder in de winter). Gerard
Drost .kent zowel de Italiaanse luchten als
de parelmoeren hemel boven Veere. Zijn
„Stadsgezicht bij Zwolle" is knap in zijn
eenvoud en rust.
Het tentoongestelde loont de moeite van
een kennismaking. Zoals gezegd zijn er
tachtig werken van leden der exposerende
vereniging in opgenomen.
H. SCHMIDT DEGENER
Muziek
Jo Vincent en George Robert
gaven een kerkconcert
„O God, maak van ons woord muziek,
zodat het zingt een zuivre zang". Deze aan
vangswoorden van het lied van Jaap Mou-
lijn, waarop Albert de Klerk muziek com
poneerde voor sopraan en orgel, die wij
Maandagavond voor het eerst te horen kre
gen- van Jo Vincent en George Robert
deze eenvoudige, klare woorden vol diepe
zin en sterke aandrang, werden als het
ware het motto van het vocale gedeelte van
dit concert in de Grote Kerk, een zinspreuk
die ons deed terugdenken aan wijlen me
vrouw Noorderwier, die haar kerkconcer-
ten wijding gaf met Bachs „Höchster, was
ïch habe ist nur Deine Gabe". Zo'n brand
punt in een programma kan een hele avond
gedenkwaardig maken. Dat deed het dan
ook. Wat men voor heerlijks van Bach en
van Chansson gehoord had kristalliseerde
zich mede in die klare gedachte hoe het
zuivere, toegewijde zingen iets van de
hemel in het hart lean doen gloeien.
Met'dat al was toch het recitatief en de
aria uit de cantate ,.Ich habe genug" de
hoofdschotel van het vocale programma.
Dit heerlijke stuk vormt eigenlijk de mid
denmoot van een bas-solo cantate. Maar
Bach, die niet schuw was voor een arran
gement, transponeerde het stuk ten ge
rieve van zijn tweede vrouw, Anna Magda-
lena en schreef de melodie in haar tweede
notenboekje, dat van 1725. Voor het no
teren van de begeleiding vond hij geen
tijd; als zijn vrouw op de huiselijke con
certen zong, fungeerde Bach immers zelf
als haar begeleider en hij kende het werk
wel uit het hoofd. Wij konden nu consta
teren dat dit cantate-deel ook heel goed
klinkt in deze zetting. Het viel ons echter
op, dat er een noot in gewijzigd is (derde
maat van de zangpartij in de aria) en wij
vragen ons af of dit niet een schrijf- of een
zetfout is.
George Robert toonde zich in alle zang
nummers een prima begeleider. Als solist
gaf hij Bach het volle pond met een keu
rige vertolking van Preludium en Fuga in
C en met het merkwaardige, in zijn chro
matische wendingen haast modern klin
kende koraalvoorspel „Jesus Christus, unser
Heiland". Verder speelde hij het machtige
Choral I van César Franck en een drietal
van de Tien Inventionen van Albert de
Klerk.
De belangstelling voor deze avond was
zeer bevredigend.
JOS. DE KLERK
„De mens tussen oorlog en vrede"
Voor de gemeenschap Haarlem van het
Humanistisch Verbond zal op Donderdag
avond 14 September, de openingsavond van
dit seizoen, dr. Garmt Stuiveling spreken
over „De mens tussen oorlog en vrede" in
gebouw Theosophia, Nassauplein. Het ge
sprokene zal worden opgeluisterd mei mu
ziek en daclamatie.
Uit de onderwerpen welke dit seizoen
nog verder zullen worden behandeld, noe
men wij nog: ,dr. O. Noordenbos over „Wat
humanisme is en wat niet"; dr. St. Lu-
bienski over „Het zoeken naar een mens
waardige houding in de huidige cultuur
crisis"; dr. A. Saalborn over „Levend huma
nisme": de heer Kwee Swan Liat over „Da
ontmoeting tussen Oost en West"; dr. P.
Dletz over „Leven en materie".