-mm Wiens stem is gezaghebbend voor de Amerikaanse politiek? Verstrooidheid lÉfcè Dinsdag 12 September 1930 3 Het denkbeeld van „preventieve oorlog" In de Manchester Guardian schrijft Allislair Cuoke over bovenstaand onder werp een uitvoerige beschouwing, waar aan wij het volgende ontlenen: In een rede in Massachusetts heeft ad miraal Louis Denfeld, voormalige chef van de vloo't-operaties en thans candidaat voor het gouverneurschap van Massachusetts, in het openbaar de oproep van generaal MacArthur toegejuicht tot verdediging van Formosa door de Amerikanen. Anderzijds stemde de admiraal echter in met de be risping, welke president Truman heeft toegevoegd aan de onder-minister van Marine, Francis Matthews, die de Vorige week in Boston op een bijeenkomst van scheepsbouwers verklaarde, dat de Ver enigde Staten bereid zouden zijn, het ini tiatief te nemen tot een preventieve oorlog, indien daarmee de wereldvrede bereikt zou kunnen worden. Het is niet uitgeslo ten, dat deze rede tevoren was goedge keurd door Johnson, de minister van De fensie. Bovendien heeft de commandant van een opleidingskamp voor de luchtmacht in Alabama, major general Anderson de vorige week openlijk betoogd: „Geef me het bevel er toe, en ik kan in één week een eind maken aan dé vijf atoombom-centra van de Sovjet-Unie.... en als ik daarna voor het Hemelse Gerecht zou moeten ver schijnen, dan zou ik daar wel kunnen uit leggen dat ik de beschaving had gered" General Vandenberg, stafchef van de lucht macht, bleek het niet met Anderson eens te zijn in ieder geval niet met het eer ste deel van deze uitspraak en schorste hem voor korte tijd. Het bovenstaande kan op twee manieren worden gezien, vervolgt Coolce in de Man chester Guardian. Ten eerste als een on omwonden weergeving van de pure waar heid door enige persoonlijkheden voor wie de president een figurant zonder enige macht is, voor wie er blijkbaar geen enkel bindend bevel bestaat en voor wie tegen over niemand enige verantwoordelijkheid bestaat voor de goede naam van cle natie in het buitenland en niet in het minst te genover het kabinet en het State Depar tement. Het kan ook worden gezien als een sterk verhaal over een ruzie tussen de pre sident en een paar van zijn bevelvoerders In een staat, die zijn generaals en admi raals volledige vrijheid van meningsuiting geeft en waar de „ministeriële verantwoor delijkheid" geen bindende gewoonte is. Oorlog Is géén politiek De werkelijkheid omtrent dit alom be kend geworden meningsverschil tussen de president, generaal MacArthur en cle mi nister van Marine is waarschijnlijk een mengsel van deze twee verklaringen. De hierdoor geschrokken Europeanen kunnen echter worden gerustgesteld: Er bestaat, in de Verenigde Staten géén invloedrijke school met aanhangers van de preventieve oorlog, noch in de regering, noch in het congres. Het hoofdkwartier van de Ameri kaanse strijdkrachten is geen broeinest van oorlogszuchtige mannen, liet bevat alleen maar bekwame en vaderlandslievende mi litairen en defensie-deskundigen met vele tegenstrijdige zienswijzen over de buiten landse politiek. De onbekommerde en altijd mededeel- Eame wijze waarop de Amerikanen rege ren, veroorlooft de mannen van het hoofd kwartier en zelfs de ministers de weelde, om zich zonder reserve uit te spreken over de verscheidenheid van politieke stand punten, want iedereen is er voldoende van doordrongen dat de president, en hij al leen, de politiek bepaalt, die het land zal volgen. Buitenlandse politiek is een ge liefd stokpaardje van Amerikaanse leger en vlootautoriteiten. Maar krijgstactiek is hun dagelijks werk, waarvoor zij de lof of de schande zullen moeten dragen en daarom overwegen zij de openbare aan beveling van een nieuw type bazooka vooral veel zorgvuldiger dan hét advies van een atoombom op Moskou. Men snoet Ieren leiden De discussie over een preventieve oorlog is reeds ten minste vijf jaar aan de gang, sinds de moeilijkheden over het veto in de Veiligheidsraad in San Francisco. Zij ver schafte een prachtige uitlaat aan warm bloedige militairen, die zich niet vertrouwd kunnen maken met de sleur van de diplo matie, die zij te zoetsappig vinden. Het is maar al te waar, dat dergelijke ruzies voor het forum van de wereld in de Verenigde Staten dikwijls voorkomen, omdat dit land nog onervaren is ten opzichie van de ver antwoordelijkheid, die de strategische aardrijkskunde oplegt. Het pijnlijke van de Amerikaanse propaganda-pogingen is nu niet direct dat haay doelstellingen verdacht zijn, maar dat zij er voortdurend in faalt, aan Europa en Azië duidelijk te maken, wie er voor de Verenigde Staten aan het woord is en wie niet. Aan deze warboel kan op twee manieren een eind gemaakt worden. Of door het enorme werk om iedereen van de Chi nese keuterboer tot de gedelegeerde van een Trade Union Congres toe op te voeden M de gebruiken van de Ameri kaanse regering; öf (en dat zou misschien minder kostbaar en op de lange duur een voudiger zijn)' de manieren van de Ameri kaanse regering zouden moeten worden gewijzigd, zodat ze beter kunnen worden ingepast in wat de grote meerderheid van de mensheid verstaat onder ministeriële verantwoordelijkheid. Officieren van de gewapende macht en ministers zouden in dat geval overeen moeten komen om in het openbaar slechts te spreken met het mede weten en de toestemming van de president. Het ligt voor de hand, dat door de mis plaatste ridderlijkheid van minister Matthews en generaal Anderson niet in Amerika zelf, maar juist overal elders grote ongelukken worden veroorzaakt. Ageeda vooir Haarlem DINSDAG 12 SEPTEMBER Grote Kerk: Orgelconcert, 8 uur. Stads schouwburg: „Je bent maar een jong" (De Nederlandse Comedie), 8 uur. City: „Met muziek door t' leven", alle leeft.; 2.15 .„Dos sier 649", 18 j., 4.15, 7 en 9.15 uur. Spaarne: „De laatste der roodhuiden", 14 j., 2.30, 7 en 9.15 uur. Frans Hals: „Opstand op Cuba", 18 j„ 2.30, 7 en 9.15 uur. Rembrandt: „De ver laten stad", 18 j., 2, 4.15, 7 en 9.15 uur. Palace: „Het meisje van het stille strand", alle leeftijden, 2, 4,15, 7 en 9.15 uur. Luxor: „De macht van de duivel", 14 j., 2, 4.15, 7 en 9.15 uur. WOENSDAG 13 SEPTEMBER Bioscopen; Middag- en avondvoorstellingen. Het raadsel Johnson De president vindt de redes van zijn staf chefs zo onbelangrijk, dat hij deze zelden onder ogen krijgt. De beschouwingen over de buitenlandse politiek worden bijvoor beeld niet op het Witte Huis maar op het State Department doorgenomen. Niemand heeft ook de toespraak van Matthews na gezien, of het zou de minister van Defensie, Louis Johnson, geweest moeten zijn. Er zijn redenen om dit aan te nemen. Johnson heeft voorheen zelf ook altijd al op een onge ëvenaarde manier geflitt met het denk beeld van een preventieve oorlog. Indien het waar is, dat hij er nu zo verliefd op is geworden, dat hij een mindere heeft op gewarmd om de huwelijks-afkondiging maar te doen, dan heeft de Westelijke Alliantie zeker het recht te weten onder welke voorwaarde Truman ernstig zou gaan overwegen om een atoombom op Moskou te laten vallen ofwaarom hij Johnson nog altijd in zijn kabinet duldt. Gepensionneerden van spoor en en tram vragen tegemoetkoming De Bond van Gepensionneerden der Nederlandse. Spoor- en Tramwegen heeft aan de leden van de Eerste en Tweede Kamer een adres gezonden, waarin onder meer wordt gezegd dat de lonen van het spoorwegpersoneel na 1918 reeds met be langrijke percentages waren verlaagd voor dat voor andere groepen een loonsverlaging werd ingevoerd; dat de verlaging van de lonen van het spoorwegpersoneel ongeveer 30 procent bedroeg en voor de groepen van overheidspersoneel vele jaren later 15 pro cent; dat in 1936 het gepensionneercle spoorwegpersoneel bijna 4 jaar lang 10 procent op hun pensioenen is ingehouden en dat deze korting alleen op de pen sioenen van het spoorwegpersoneel lis toe gepast. Wanneer aan elk der gedupeerden een tegemoetkoming van 500 kon worden uitbetaald, zou dit een bedrag van onge veer 1.500.000 wagen. De destijds ingehouden gelden zijn ten goede gekomen van het Spoorwegpensioen fonds. De aangewezen weg is dus, zo wordt in het adres gezegd, dat aan iedere gedu peerde 500 wordt uitbetaald door dat fonds. g§&: mmm- lm L«ti v --L- -L Ter gelegenheid van de UNO-dag heeft mevrouw Roosevelt met twee meisjes aan president Trurp.an een vlag der Verenigde Naties aangeboden, op het Witte Huis te Washington. Verschillende factoren hebben wolprijs doen stijgen De heer W. A. Lintinig, directeur van het Nederlands Bureau van het Internationaal Wol-secretariaat, heeft mededelingen ge daan over de sterke stijging der wolprij- zen. Hij geloofde ndet, dat binnen het half jaar de hogere wolprijzen in de detailhan del zullen worden doorberekend. Zoals de zaken thans staan, duldt de internationale concurrentie geen verhoging der detail prijzen. In het algemeen hebben de -West- Europése landen vrij grote wolvoorraden. Ook Nederland heeft onlangs belangrijke hoeveelheden wol uit Australië aange kocht. Als een der oorzaken van de prijsstij ging noemde d'e heer Linting het feit, dat Duitsland en Japan grote hoeveelheden opkopen, Beide landen 'hebben een achter stand van jaren -in te halen en de behoefte aan wol 'is daar bijzonder groot. De grootste afnemer is echter Frankrijk. Sinds 28 Augustus is Rusland slechts éénmaal als koper opgetreden. Voor zover men kan nagaan heeft Rusland niet meer gekocht dan het vorig jaar/ namelijk 5 pet. der. totale wolroorraad. Of Rusland via buiten landse makelaars meer aangekocht heeft, is (moeilijk na te gaan. De overstromingen in Australië hebben indirect de prijsverhoging van wol in de hand gewerkt, daar de aanvoer naar de veilingen stagneerde. Bovendien hebben de overstromingen in Nieuw Zuid Wales en Queensland aan 4 millioen schapen het leven gekost. Bij al deze factoren komt nog een laatste, misschien wel de belang rijkste. Tot vorig jaar konden afnemers wol betrekken uit de voorraden van de zg. „Joint Organisation". Deze voorraad van oorspronkelijk 10.500.000 balen werd jaarlijks aangesproken. Er gingen elk jaar ongeveer 2.000.000 balen af. Nu is de voor raad van de Joint Organisation vrijwel verdwenen. Er zijn nog slechts 4.50.000 balen van bijzonder slechte kwaliteit. Nu deze voorraad is uitgeput worden er gro tere hoeveelheden op de veilingen aange kocht en dit alles veroorzaakt een prijs stijging. Het wereldtekort aan wol is nog steeds 18 a .20 pet. De Australische wol, de zg. Merino, wordt gebruikt voor het maken van fijne kamgarens en overal stijgt de vraag hiernaar. H. Berkhout veertig jaar zetter in ons bedrijf Hedenmorgen heeft de huldiging plaats gehad van de -machinezetter H. Berkhout, die veertig jaar bij ons bedrijf in dienst is geweest. De jubilaris werd namens de directie toegesproken door de heer P. W. Peereboom, die enige herinneringen op haalde uit de tijd toen de jubilaris als handzetter en reserve-machinezetter in functie kwam, een tijd waarin de zet machines aanzienlijk minder volmaakt wa ren dan thans en een schop tegen een excentriek meestal voldoende was om een eventuele storing op te heffen. Bij al de technische en maatschappelijke verbete ringen van de laatste veertig jaar is de heer Berkhout echter dezelfde gebleven, kalm, vaardig, snel en accuraat. Hij be hoort tot de beste zetters waarover ons bedrijf beschikt. De heer Peereboom reikte de .jubilaris de bronzen medaille verbonden aan de Orde van Oranje Nassau uit, als mede de zilveren draagmedaille van de Nederlandse Maatschappij voor Nijverheid en Handel met oorkonde en het gebruike lijke geschenk van de directie. Namens de collega's sprak de heer B.. Tersmitten, die de jubilaris schetste als een man waar men van op aan kan, een rustige bescheiden werker naar wiens pres taties alle collega's met bewondering op zien. De heer Berkhout bedankte in enkele bewogen woorden voor de huldiging. Het N.V.V. blijft een prijsstop verlangen Grens voor loonsverhoging afgekeurd In een buitengewone hoofdbesturenver- gadering van het N.V.V. is een resolutie aangenomen, waarin wordt verklaard „dat het invoeren van een maximumgrens voor de loonsverhoging van. 180,per jaar moet worden afgekeurd, omdat het stellen van deze grens niet in het overleg ter sprake is geweest, in strijd is met een rechtvaardige loonpolitiek en een belem mering vormt voor de noodzakelijke op voering van de arbeidsproductiviteit". Voort wordt gezegd „dat het openen der dispensatiemogelijkheid het gevaar in zich bergt van arbeidsonrust". Er wordt der halve een dringend beroep gedaan op de werkgeversorganisaties, slechts in uiterste noodzaak en na overleg met de werk nemersvakorganisaties van deze dispen satiemogelijkheid gebruik te maken en op de regering om de grens van 180,te doen vervallen. Geconstateerd wordt, dat de mede delingen van de regering inzake de prijs- beheersmgj op zichzelf gezien, een koers verandering ten gunste betekenen, maar dat de aangekondigde 'maatregelen onvol doende moeten worden,geacht om de thans plaatsvindende ongemotiveerde prijsstij gingen tegen te gaan. Tenslotte wordt in de resolutie de regering mét nadruk gewaar schuwd dat de tot nu toe gevolgde prijs politiek, welke leidde' tot grotendeels vrije prijzen en onredelijke winsten in sommige bedrijfstakken, zich niet verdraagt mét een geleide loonpolitiek, hetgeen duidelijk blijkt uit het feit, dat sinds 1949 de con sumptie der werknemers is gedaald. Van de regering wordt alsnog afkondiging van een prijsstop en verder gaande prijsbeheersing geëist. De Koninklijke Noord- en Zuidhollandse Reddingmaatschajïpjj heeft aan de Staat, der Nederlanden ten geschenke aangeboden, ter plaatsing in het Zuiderzeemuseum te Enk huizen, de uit Noordwijk aan Zee afkomstige en in 1807 gebouwde roeireddingboot met wa gen en inventaris. De minister van Onder wijs, Kunsten en wetenschappen heeft deze schenking gaarne aanvaard. KORT VERHAAL DOOR AAGE V. HOVMAND Elvira en ik waren ruim twee maanden verloofd, toen ze plotseling een geweldige belangstelling voor Hansen aan de dag ging leggen. Aanvankelijk beschouwde ik het als een tijdelijke afdwaling van Elvira, die wel vlug voorbij zou gaan, maar toen vertelde een. vriend me, dat hij met eigen ogen had gezien dat Hansen Elvira kuste. Dat was de druppel die de emmer deed overlopen. Ik kon me niet langer laten vernederen. Er moest een einde aan wor den gemaakt. Verontwaardigd ging ik zitten en schreef een brief aan Elvira, 's Nachts sliep ik ónrustig en droomde van een heerlijke biefstuk. Maar toen ik er een flink stuk van wilde opeten, kwam Hansen er aan en pakte hem weg, terwijl ik het onaange name gevoel had dat ik niet alleen in bed lag. Ik was verplicht jacht te gaan maken op zekere kleine diertjes. Ik sloeg mijn dromenboek op. „Vlooien vangen u kunt veel'geld verwachten", stond er. is Morgens ontmoette ik mevrouw A-n- dersson, de loterij-collectrice, een gemeen schappelijke vriendin van Elvira en mij. Ze hield me aan. „U bent ook een geluksvogel!" zei ze. „Een geluksvo „Ik bedoel, dat u in de roos geschoten hebt". „In de roos geschoten? Ik begrijp er heus niets van", antwoordde ik verbaasd. „Ja maar, weet u het dan nog niet?" Hel mevrouw Andersson me enthousiast n de rede. „Eigenlijk moet ik zwijgen als het graf, maar u zult toch gauw genoeg weten, dat mevrouw Schwatzmeier de hoofdprijs gewonnen heeft". Mevrouw Schwatzmeier was weduwe en Elvira haar enig kindDaar moest ik ineens aan denken. Ik kreeg echt mede lijden met het arme kind. Misschien was ik wel te hard en te heftig geweest. Die kwestie met Hansen was natuurlijk maar een onbedachtzaam intermezzo. Ik had er spijt van, dat ik haar die ongelukkige brief had geschreven. Ik keek op de torenklok. Het was nog tamelijk vroeg. Bovendien kwam de post in Elvira's wijk altijd erg laat. Als ik me haastte, zou ik misschien de situatie nog kunnen redden. Mevrouw Schwatzmeier deed zelf de deur open. Ze was juist op. De ontvangst was buitengewoon hartelijk. De brief was er dus nog niet. Wel leek ze verbaasd te zijn mij zo vroeg in haar huis te zien. "ik vond het vreemd, dat ze met geen woord repte over de hoofdprijs. De dames verzochten me te wachten tot ze zich ge kleed hadden. Ik ging op de bank in de hall zitten, waar ik een prachtig uitzicht had op de brievenbus. Tot elke prijs moest ik die brief weer in m'n vingers zien te krijgen, anders was alles verforen-. En de postbode kon elk ogenblik komen. „Zeg Elvira", riep ik daarom, „de loper ligt weer scheef. Ik ga 'm-es even vast spijkeren". Mevrouw Schwatzmeier wilde er eerst niets van weten. Dat was geen werk voor mij, vond ze. l'k moest haar deze gunst gewoonweg afbedelen. Ik nam de spijker- bak en de hamer en begon. Maar waar bleef die postbode? Ongeveer een uur was- ik zo bezig, toen ik plotseling buiten voetstappen hoorde. Maar op het zelfde ogenblik verscheen F.ivira, die me vroeg of ze me soms ergens mee kon helpen. Ik zei van niet. De voet stappen kwamen steeeds naderbij, ik móést Elvira zién kwijt te raken. Nu hielden de etappen stil voor de deur en morrelde er iemand aan de brieven bus. ..Haal me-es gauw even de nijptang", riep ik wanhopig. Ik slaakte een zucht van verlichting, toen ik Elvira zag verdwijnen. Toen viel de brief in 'de bus. Ik stortte me er op. maar het was geen brief, alleen een reclamebiljet van een wasserij. Ontgoocheld ging ik verder met m'n loper en kwam to.t, de ontdekking dat ik 'm nóg schever had gelegd. Ik begon dus met mannenmoed alle spijkers er weer uit te trekken. Waar zou die rampzalige brief toch blijven? Toen ik eindelijk klaar was met de loper, vond ik dat de traproe den gepoetst moesten worden. Daarna oliede ik cle deur en begon de kapstok op te ruimen. „Elvira krijgt werkelijk een ideale man", prees mevrouw Schwatzmeier. Maar de -brief was er nog steeds niet, hoewel er al twee uren verlopen waren en de post bode er al lang had moeten zijn. „Hou nou eindelijk maar eens op en kom ontbijten!" drong Elvira aan. „Oef!" steunde ik, terwijl ik m'n zak doek zocht om me het zweet van mijn voorhoofd te vegen. Maar ik vond heel iets anders dan mijn zakdoek. Wat zou het zijn? Ik haalde het te voorschijn. Een brief. „Mejuffrouw Elvira Schwatzmeier" stond er op. Ik liet 'hem rap weer in m'n zak glijden. Elvira had het gezien. „Wat was dat?" vroeg ze nieuwgierig. „Niks bijzonders, lieveling", probeerde ilc haar af te leiden, „zullen we gaan ont bijten?" -Sin De Hoge Commissaris van de republiek Indonesië mr. Mohammed Roem heeft gisteren een bezoek gebracht aan de Jaarbeurs te Utrecht. Mr. Roem toonde vooral voor de medi-sch-pharmaceutische afdeling en de stand van het Indisch Instituut grote belang stelling. De Hoge Commissaris en zijn echtgenote drinken te zamen met dr. F. H. Fentener van Vlissimgen, die hen rondleidde, bij een der stands een kopje thee. „Eerst wil ik die brief zien", hield Elvira aan. Op alle mogelijke manieren probeerde ik haar van het onderwerp af te brengen. Ten slotte greep ik de krant en richtte me tot mevrouw Schwatzmeier: „De krant, mevrouw. Heb-t u dc lijst van winnaars in de loterij al doorgelezen?" „Nee, waarom? Ik speel niet in de lote rij. Nog nooit in m'n leven heb ik aan die onzin meegedaan!" Op dat moment had ik het gevoel, alsof ik een emmer ijskoud water over m'n hoofd kreeg. Wat kunnen dromen liegen! Hoe kwam die idiote mevrouw Andersson er eigenlijk bij? Ik werd nijdig, want ook Elvira's eigen wijze nieuwsgierigheid irriteerde me en ten lange leste verloor ik m'n geduld. „Alsjeblieft", riep ik uit, terwijl ik de brief op tafel smeet. „Ais je 'm dan met alle geweld wilt lezen! Voor mijn part kun je naar de maan lopen. Mij -zie je in geen geval meer hier!" Op de trap kwam ik mevrouw Anders son tegen. „Wat -hebt u me eigenlijk voor een kool gestoofd" ging ik tegen haar te keer. „Geen rooie cent heeft mevrouw Schwatzmeier gewonnen. Ze speelt nooit in de loterij". „Mevrouw Schwatzmeier? Dan heeft u mé vast en zeker niet goed verstaan, jon geman. Ik zei, dat juffrouw Schwatzmeier de hoofdprijs gewonnen had. Ze heeft indertijd stilletjes een lot bij mij gekocht. Wat een bof, hè? Kijk, hier hebt u de lijst. Maar ilc ga nu gauw even de heugelijke tijding aan de dames overbrengen!" Bij de deur liep ik Hansen tegen 't lijf. Hij deed erg gewichtig, die idioot. Poeh, ik'ben helemaal niet jaloers. Geld alléén maakt tóch niet gelukkig. (Nodruk verboden WEEKABONNEMENTEN dienen uiterlijk op Woensdag te worden betaald, daar de bezorgers op Donder dag moéten afrekenen. DE ADMINISTRATIE „De Schelp" te Zandvoort Wordt familiehotel voor 400 gerepatrieerden De hèer N. W. Bouwes, exploitant van hotel „De Schelp" te Zandvoort dat een capaciteit heeft van 350 bedden, deelt ons mede, dat zijn inrichting een interne ver bouwing ondergaat. De bestemming van seizoen-hötel vol doet wegens de veranderde tijds-omstan- digheden op de duur niet meer. „De Schelp" tot een geriefelijk en comfortabel toeristen-hotel om te bouwen, zou een be drag eisen, waarvoor men een geheel nieuw pand zou kunnen bouwen. Daarom is omgezien naar een bestem ming van het hotel in de toestand, waarin het momenteel verkeert. Onderhandelingen met Rijks-instanties hebben er toe geleid, dat „de Schelp" wordt ingericht als fami lie-hotel voor gerepatrieerden, waarvoor het zich bij uitstek leent. In de week van 20-25 September aan staande zullen ongeveer 80 gezinnen uit Indonesië, die alle met. dezelfde boot on derweg naar ons land zijn, in „de Schelp" een permanente woonplaats vinden. Het betreft hier een aantal van totaal ongeveer 400 personen, hoofdzakelijk KNIL-rnensen. Deze groep gerepatrieerden zal vast tot het begin van het seizoen 1952 in het hótel blijven wonen. Er is echter een mogelijk heid dat dit.tot het seizoen 1953 zal duren. Plannen voor een nieuw hotel Wij begrijpen volkomen zo zeide de heer Bouwes dat het probleem van de hotelruimte in Zandvoort hierdoor aan merkelijk urgenter wordt. Deze perma nente bewoning van „de Schelp" scheelt Zandvoort 350 bedden en een aantal over nachtingen per seizoen van. 16 a 18.000 personen. Ook voor KNAC en KNMV zal het, bij het organiseren van komende races moeilijk zijn, ruimte -te verkrijgen voor het onderbrengen van de personen, die daarvoor het voorbereidend werk moeten verrichten. Het was namelijk zo, dat in hotel „de Schelp" tot nu toe hiervoor altijd zéér veel ruimte beschikbaar was of werd vrijgehouden. Tegenover dit alles staat echter, dat hotel „de Schelp" thans winter en zomer volgeboekt zal geopend zijn. Het personeel zal zoveel mogelijk uit Zandvoort worden betrokken en de winkeliers zullen er wat de leveranties betreft, vooral in de wii termaanden, wèl bij varen. Maar bovendien heeft mijn twee-jarige exploitatie van een toeristen-hotel in Zandvoort mij geleerd, wat men in Zandvoort nodig heeft. Dat zijn geen luxe, doch comfortabel en gerie felijk ingerichte hotels met een niet te grote capaciteit. De nieuwe bestemming van „de Schelp" heeft mij er toe geleid, plannen, die ik reeds had voor de bouw van zulle een hotel in Zandvoort, te bespoedigen, zodat deze thans geheel gereed liggen en reeds zijn ingediend bij de ECA-autoriteiten. (Mars hall-hulp). Ook ir. W. Friedhoff, de ont werper van het Wederopbouwplan, heeft er reeds -kennis van genomen en er zijn goedkeuring over uitgesproken. Het betreft hier de bouw van een hotel met een capa citeit van 120 bedden, ontworpen door architect Wils uit Den Haag, dat verrijzen zal aan de Boulevard vóór het centrum van het dorp. De voorbereidingen voor de bouw zijn zo goed als voltooid en wij ho pen spoedig te kunnen beginnen, maar of het hotel nog vóór seizoen .1950 gereed zal zijn, meen ik te moeten betwijfelen. Rloemendaal Jeugd roept jeugd Evenals het vorige jaar zullen de Her vormde Jeugdraad van Bloemendaal en de afdeling Overveen van „Jeugd en Evan gelie" in het komende winterseizoen eens per maand culturele avonden houden. Deze avonden zullen om beurten in Overveen en Bloemendaal worden gehou den onder het motto „Jeugd roept Jeugd". Ze beogen de rijpere jeugd en vooral de buitenkerkelijken onder hen die zo weinig gelegenheid heeft tot het bijwonen van culturele bijeenkomsten, van werke lijk goede en waardevolle Kunst te laten genieten. De eerste avond is in gebouw „Domi" te Overveen op Donderdag 28 September. Dan zal worden vertoond de Italiaanse film „Vier stappen in de wolken". Beeldende kunst Expositie „De Brug" Zeventien leden van de Vereniging van Nederlandse beeldende kunstenaars „De Brug" houden thans in het museum „Het Huis van Looy" een expositie. Er zijn hier tachtig werken bijeengebracht: iedere deelnemer kon er ten hoogste vijf instu ren. Wc houden ons bij de bespreking aan de alfabetische volgorde van de catalogus. Freek van den Berg is onder meer ver tegenwoordigd met twee portretten, die opvallen door de bijna geïsoleerde behan deling van kleur en contouren. De kleur is licht en zeer gevoelig, de contouren zijn ruim en zwierig. Henk Bos vult een wand met uiterst zorgvuldig gecomponeerde stil levens. Vooral in „Kruiken" is de lichtbe handeling warm; er schuilt een stille vroomheid in dit werk. Al volstaat Henk Boer met vage aanduidingen, zijn grote van de rugzijde geziene figuur is monu mentaal. J. F. van De'ene herkent men spoedig door zijn techniek. In „Cap Mar tin" bereikt hij een machtig effect en ook zijn „Terras bij Caravan" is zeer geslaagd, ruim en toch precies, maar zijn „Tuin bij Menton" lijkt ons iets zwakker. Van Fer dinand Erfmann noemen wij de fietsende meisjes, scherp geobserveerd, als het ware een momentopname van een beweging. In „Kampong Soekaboemi" bemerkt men een totale verandering - van techniek; minder duidelijkheid, teveel verf. Vergelijkenderwijze vinden wij het „Ko perbakje met appelen" van H. Habes uit compositorisch oogpunt beter dan zijn „Druiven". Zo doet Kalshovens „Duizend schoon" warmer aan dan zijn „Iïeilooër Bos'". Albert Klijn toont een „Balcon anno 1880", een schilderij dat op een muurschil dering lijkt. Hetzelfde effect wordt opge roepen door zijn „Stilleven" en „Schaal met bloemen en landschap". Doordat het licht niet tussen de bloemen door komt en de lucht achter cle bloemen verdoezeld is, doet het landschap aan een décorschildering denken en niet aan een realiteit. De im provisaties van Albert Klijn zijn ons te subjectief en niet pakkend genoeg. Een fijn colorist en goed stylist is Willem Klijn, tegelijk lyricus en naturalist. Ook zijn stil levens ademen poëzie. De surrealistische noot wordt aange slagen door G. Langeweg. Deze sugge reert veel, dat wil zeggen: hij werkt op de verbeelding der beschouwers. Toon van de Muysenberg kan heel wat, getuige zijn prachtige „Bokking". De naïveteit in zijn landschappen lijkt ons wat gekunsteld. Jan Ooms maakt fraaie studies voor glasramen. Zijn tochtdeuren „Jesaja en Jeremia" zijn mooi van indeling en kleur. Th. G. W. Stipt- hout vereenvoudigt zijn landschappen tot vormen, waarin de kruin van een boom bijna als een stoornis wordt gevoeld. Knap is de techniek van H. C. Timmer in zijn „Hyacinten". In „Groente en fruit" steekt misschien een tegenstrijdigheid wat betreft cle forse afmetingen en de vage omlijnin gen. Van Jan Visser vindt men op de expo sitie vier knappe portretten en een bloem stuk. W. A. Wassenaar zoekt het in de ro mantiek (Polder in de winter). Gerard Drost .kent zowel de Italiaanse luchten als de parelmoeren hemel boven Veere. Zijn „Stadsgezicht bij Zwolle" is knap in zijn eenvoud en rust. Het tentoongestelde loont de moeite van een kennismaking. Zoals gezegd zijn er tachtig werken van leden der exposerende vereniging in opgenomen. H. SCHMIDT DEGENER Muziek Jo Vincent en George Robert gaven een kerkconcert „O God, maak van ons woord muziek, zodat het zingt een zuivre zang". Deze aan vangswoorden van het lied van Jaap Mou- lijn, waarop Albert de Klerk muziek com poneerde voor sopraan en orgel, die wij Maandagavond voor het eerst te horen kre gen- van Jo Vincent en George Robert deze eenvoudige, klare woorden vol diepe zin en sterke aandrang, werden als het ware het motto van het vocale gedeelte van dit concert in de Grote Kerk, een zinspreuk die ons deed terugdenken aan wijlen me vrouw Noorderwier, die haar kerkconcer- ten wijding gaf met Bachs „Höchster, was ïch habe ist nur Deine Gabe". Zo'n brand punt in een programma kan een hele avond gedenkwaardig maken. Dat deed het dan ook. Wat men voor heerlijks van Bach en van Chansson gehoord had kristalliseerde zich mede in die klare gedachte hoe het zuivere, toegewijde zingen iets van de hemel in het hart lean doen gloeien. Met'dat al was toch het recitatief en de aria uit de cantate ,.Ich habe genug" de hoofdschotel van het vocale programma. Dit heerlijke stuk vormt eigenlijk de mid denmoot van een bas-solo cantate. Maar Bach, die niet schuw was voor een arran gement, transponeerde het stuk ten ge rieve van zijn tweede vrouw, Anna Magda- lena en schreef de melodie in haar tweede notenboekje, dat van 1725. Voor het no teren van de begeleiding vond hij geen tijd; als zijn vrouw op de huiselijke con certen zong, fungeerde Bach immers zelf als haar begeleider en hij kende het werk wel uit het hoofd. Wij konden nu consta teren dat dit cantate-deel ook heel goed klinkt in deze zetting. Het viel ons echter op, dat er een noot in gewijzigd is (derde maat van de zangpartij in de aria) en wij vragen ons af of dit niet een schrijf- of een zetfout is. George Robert toonde zich in alle zang nummers een prima begeleider. Als solist gaf hij Bach het volle pond met een keu rige vertolking van Preludium en Fuga in C en met het merkwaardige, in zijn chro matische wendingen haast modern klin kende koraalvoorspel „Jesus Christus, unser Heiland". Verder speelde hij het machtige Choral I van César Franck en een drietal van de Tien Inventionen van Albert de Klerk. De belangstelling voor deze avond was zeer bevredigend. JOS. DE KLERK „De mens tussen oorlog en vrede" Voor de gemeenschap Haarlem van het Humanistisch Verbond zal op Donderdag avond 14 September, de openingsavond van dit seizoen, dr. Garmt Stuiveling spreken over „De mens tussen oorlog en vrede" in gebouw Theosophia, Nassauplein. Het ge sprokene zal worden opgeluisterd mei mu ziek en daclamatie. Uit de onderwerpen welke dit seizoen nog verder zullen worden behandeld, noe men wij nog: ,dr. O. Noordenbos over „Wat humanisme is en wat niet"; dr. St. Lu- bienski over „Het zoeken naar een mens waardige houding in de huidige cultuur crisis"; dr. A. Saalborn over „Levend huma nisme": de heer Kwee Swan Liat over „Da ontmoeting tussen Oost en West"; dr. P. Dletz over „Leven en materie".

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1950 | | pagina 5