OP 27 September 182 5 verscheen
het „wilde beest" in Engeland
Tante Jans vertelt veel en graag
Het Hek van
v!'
Coldwave
Zaterdag 23 September 1950
5
Een-en-een-ku>art eeuw stoomtreinen
„Waanzinnige snelhedenvan over de 15 kilometer per uur
Dagelijks daveren zware gestroomlijnde
locomotieven over de continenten van de
wereld en wie van de passagiers in de
luxueuze compartimenten denkt aan het
primitieve begin van dit alles: het eerste
ritje van de eerste stoomtrein. Dat is ruim
twee generaties geleden en weinigen zul
len het zich nog van overlevering herin
neren.
Wie teruggrijpt naar oude beschrijvingen
en afbeeldingen komt onder de bekoring
var. de argeloze vreugde om dit eerste
treintje, dat niet veel harder ging dan een
diligence. Heel het Engelse land tussen
Stockton en Darlington, begin en eindpunt
van het eerste stoomtreiin-traject was op
27 September 1825 uitgelopen om dit won
der te zien. De monden van de toe
schouwers vielen open van verbazing en
de paarden begonnen schichtig te steige
ren.
Alsof men het niet vertrouwde zon
mechanisch monster vrij door het land te
laten „jagen" ging een man te paard
voorop zwaaiend met een rode vlag. Daar
achter kwam het puffende en, dikke roet
wolken uitblazende, locomotiefje; een
klein gedrongen geval op hoge wielen met
een lange kachelpijp aan de voorzijde om
hoogstekend. George Stephenson de bou
wer bestuurder het „wilde beest". In de
kolenwagen had men plaats ingeruimd
voor een watertank die als reserve werd
meegenomen. De energie die aan ontsnapte
Btoom verspild werd, was niet, gering.
Vier en dertig wagens werden door dit
„kacheltje-op-wielen" voortgetrokken. Hoe
weinig comfortabel zaten de talrijke pas
sagiers op de houten planken met hoge
hoeden op in de open lucht. Maar nooit
werd een vrolijker gezelschap over de
rails vervoerd.
Als sporïkampioenen werden zij door de
opgewonden menigte langs de weg toege
juicht. Zij voerden grote vlaggen en span
doeken mee, .die wapperden en bolden in
de wind.
Achter het zesde voertuig reed de luxe
wagon de „Experiment". Dit was een dili
gence op spoorwielen, waarin de directie
had plaats genomen. In deze wagen heerste
een gepaste vreugde, waardiger dan die
daar buiten. De heren leunden behagelijk
achterover in de kussens en wisselden van
gedachten over de toekomstmogelijkheden
van de stoomtrein. Als een van hen toen
de wereld van thans als toekomstbeeld ge
schetst zou hebben, zou hij ongetwijfeld
als dolzinnige fantast voor zijn gehele ver
dere leven genegeerd zijn geworden.
Werden de gasten vóór in de lange stoet
van wagens in de goede stemming gehou
den door de hijgende geluiden van het sto
mende monster, in de achterste wagens
overstemde men het wielengeratel door
blaasmuziek. De fanfare van Darlington
feestelijk opgetuigd voor de gelegenheid,
deed het koper schallen dat het een lust
was. Deze goede gewoonte -van de mu
ziek achterin schijnt in de loop der jaren
bij de spoorwegen verloren te zijn gegaan.
Wij hebben daarvoor in de plaats de goe
derenwagen gekregen.
Met een gemiddelde snelheid van 19 km
per uur reed deze eerste personen-
„expresse"-trein van Stockton naar Dar-
Zó zag de Engelse illustrator Dobbin de
feestelijke gebeurtenis van de eerste rit per
stoomtrein van Stockton naar Darlington.
Op de eerste wagon Experimentwaarin
de directie van de spoorwegmij. was
gezeten, twee palfreniers.
lïngton, een afstand van 20 km. De rit
duurde drie uur en zeven minuten, en er
werd dan ook menig keertje gestopt.
Een week na deze triomftocht van de
stoomtractie werd deze eerste trein voor
dagelijks verkeer tussen Stockton en Dar
lington in dienst gesteld. Alhoewel 't lijntje
ogenblikkelijk enthousiaste gebruikers tot
zijn vaste klanten telde, waren er ook
zwartkijkers, die de grootste ongelukken
voorspelden. Het was vooral die waan
zinnige snelheid die dikwijls al over de
20 km per uur werd opgevoerd, waartegen
menigeen zich keerde.
Zelfs in het Parlement verhief een con
servatief Engelsman zijn waarschuwende
Belastingdienst heeft bijna
700 man meer personeel nodig
Minister Lieftinck heeft medegedeeld,
de tegenwoordige personeelssterkte bij de
belastingdienst niet langer te kunnen
handhaven. Het personeel zal met 682 man
moeten worden uitgebreid.
Indien er geen tegenslagen komen, zal
het waarschijnlijk mogelijk zijn, dat de
normale aanslagregeling in het jaar 1953
weer bij is. Het zal niet toegelaten kunnen
worden, dat op dit tijdschema enige ach
terstand ontstaat. De gevolgen zouden niet
alleen voor de belastingdienst van ernstige
aard zijn, maar ook het belastingbetalend
publiek kan er terecht aanspraak op maken
met de grootst mogelijke spoed de gevol
gen te kennen van de tegenwoordige zeer
zware belastingdruk, aldus de minister.
stem tegen de stoomtrein. „Bij dergelijke
snelheden van over de 15 km", betoogde
deze spreker, „dreigt er groot gevaar, dat
de spoorwagon in brand zal vliegen door
de wrijving van de lucht".
Vijf jaar later kwam de tweede spoor
weg tot stand tussen Liverpool en Man
chester. Het kon niet uitblijven of ook op
het continent van Europa ging men er toe
over de diligence en de trekschuit te ver
vangen door de practische spoortrein.
Hier in Nederland gingen echter veer
tien jaren voorbij alvorens de primeur
van een ritje per stoomtrein door het Hol
landse land kon worden beleefd. Maar het
eerste traject kwam tot stand tussen Haar
lem en Amsterdam en in 1839 trok de loco
motief „De Arend" de eerste trein door
het groene land naar de hoofdstad.
Wie thans de gladde gestroomlijnde die
sels en electrische treinen als lange rupsen
door het Hollandse landschap ziet schuiven
kan zich nauwelijks voorstellen dat honderd
vijf en twintig, jaar geleden gebeurtenissen
plaats vonden als hierboven geschetst. We
leven snel en practisch, maar we zouden
toch nog wel eens graag in een lange trein
met open wagens rustig willen voorttuffen
achter een ouderwets pruttel-locomotiefje
aan, in gezelschap van een groot aantal
lieden met hoge hoeden op en vlaggen in
de hand met in de achterste wagen de post-
fanfare een rustige mars blazend. En wij
maar zwaaien tegen al die mensen, die ook
nu ongetwijfeld nog zouden uitlopen om
dit te zien. Maar welke rails van 20 km
lengte zouden voor dit nobele doel drie uur
en zeven minuten ter beschikking kunnen
worden gesteld. Zeker niet het traject van
Haarlem naar Amsterdam!
De eerste spoorbrug ter wereld werd ge
bouwd op het traject Stockton-Darlington
in 1825.
ADVERTENTIE
Heringa Wuthrich
HAARLEM
CENTRALE VERWARMING
JOHNSON OLIEBRANDERS
Aardgas aangeboord
bij Oostzaan
Op een diepte van 2220 meter is bij de
proefboring te Oostzaan van de Neder
landse Aardolie Maatschappij aardgas aan
geboord. De aangetroffen hoeveelheid is
zeen klein. De aanwezigheid van aardgas
geeft echter grond aan de veronderstelling
dat ter plaatse wellicht ook aardolie in de
bodem aanwezig is.
Dit schrijf ik in de lobby van wat sommi
gen met een naar woord een chic hotel
noemen.
Er speelt een klein strijkje.
Ik kijk tegen de kromme ruggen-op-een
rijtje aan de bar, waar een heer in een wit
jasje capriolen met een cocktail-schudder
maakt.
Er zitten prachtige heren met pink
ringen en de zee-grijze zijden dassen-plus
parel, die bij zulke prachtige heren be
horen.
Er zitten dames, die erg haar best gedaan
hebben er als dames uit te zien.
Het is het tafereel dat ge overal ter
wereld, van Négresco tot Sacher, van Wal
dorf tot Ritz, kunt aanschouwen.
Maar dit is Nederland en dat is: altijd
loch nog even burgerlijker en even hulpe-
lozer, wat zeker niet tegen Nederland pleit.
Ja, dit is Nederland, want op een van de
rose-en-parelgrijze canapé'tjes zitten twee
kaarsrechte dames, met smalle lippen, haar
wrongen en fluwelen halsbandjes, als een
onwezenlijk tweevoudig silhouet onder de
rose schemerlamp en zowaar: deze dames
breien. Zij breien truitjes. En zwijgen. En
wie goed luistert hoort, tegen de zoete
achtergrond van het muziekje, het klikken
van de pennen
Ja, dit is Nederland en zowaar, ik heb u
lief.
Onverstoorbaar Nederland, rechtruggig
Nederland, breiend Nederland, ik heb u lief.
Gij stelt het zelfgebreide truitje boven
de blootheid der feestelijke avondschouders.
Het fluwelen halsbandje boven de glin
stering van diamant.
Het klikkeren der breipennen boven het
schudden van Martini en Alexander.
Ik heb u lief, o Nederland, dat in het
dorre vlees van uw kaarsrechte breisters u
zelf blijft.
En weet ge, ik spot niet eens.
Want weet ge, ik geloof oprecht dat met
zulke dunne dames op\de boeg dat scheepje
van ons, over alle'zeven zeeën, zijn koers
wel houden zal.
„Ik brei en ontkom".
Dat is het slechtste motto niet, Neeltje
Jacoba
ELIAS
Najaarsdrukte op de boerderij.
Op bezoek bij Zandvoorts oudste inwoonster
Als Zandvoorts oudste inwoonster U iets
vertellen gaat, dan wordt in het boek der
„kleine geschiedenis" een groot aantal pa
gina's teruggeslagen. Want Jannetje van
der Mey, bij geboren en getogen Zandvoor-
ters beter bekend als Jans de Kraai, werd
geboren op 9 December 1855 en is dus bijna
95 jaar. „Hoe komt dat toch, die bij-naam
„de Kraai", vroegen we haar. Dat zat zó.
Haar vader, Maarten van der Mey, was
schipper op een van de Zandvoortse vis
sersschuiten, een bom, die aan beide zijden
Madame Zanelli een bekende hogeschool-
rijdster" van een Frans circus, heeft de
piste voorlopig vaarwel gezegd voor een
nieuw arbeidsterrein: zij treedt nu met
haar prachtige merrie ,^Iignonne" in
cabarets en nachtclubs op. In Biarritz en
andere mondaine oorden des vermaaks
werd het een „succes fou" (aldus Madame
Zanelli); thans is een Amsterdamse dan
cing aan de beurt om met deze nieuwe
„attractie" kennis te maken. Of madame
Mignonne het ook zo leuk vindt als haar
meesteres valt te betwijfelen, maar naar
w haar mening wordt niet gevraagd.
Klak en tuit
Amsterdam is van oudsher en bij
uitstek een koopmansstad. Willem de
Zwijger schijnt eens gezegd te hebben,
toen hij in een onbewaakt ogenblik zijn
naam te buiten ging, dat deze veste zou
„komen te prospereeren ende verbeteren
boven alle steden". Dat is ook wel ge
beurd. Nog staan langs de grachten in
het centrum de woningen der negoci-
anten als monumenten van verloren ge-
gane welstand, zoals bijvoorbeeld dat
van Abraham Calkoen aan de Heren
gracht, die donders goed wist waar
hij de mosterd moest halen. Eigenaardig
zijn daarbij de verhoudingen: een door
gaans smalle gevel en een diep achter
huis, dikwijls met het voorpand ver
bonden door middel van een binnen
plaats. Met het verkiezen van deze
bouwtrant bewezen de toenmalige
handeldrijvers dat zij meer streefden
naar zoete winst dan naar een behage
lijk leven. Want zo lezen wij in een
zonderling boek over architectuur
aan de grote zaal, waar zij hun zaken
behartigden en hun buitenlandse relaties
ontvingen, stelden zij zeer hoge eisen,
doch aan hun slaapkamers gene. Blijk
baar verstaan wij de taal van het ver
leden verkeerd als wij horen hoe Vondel
zijn geliefde stad vergelijkt met een
vruchtbre akker, gront van steen,
Die zich ten oirbaer van 't gemeen
Laet alle middagen bezaaien
Met ltoopsaet, eel en milt van aert.
Dat gouae en zilvre oesten baert.
Daar duizenden genot van maaien...."
Karakteristiek voor de schilderachtige
grachtwanden zijn vooral de toppen der
genoemde gevels, naar men mag aan
nemen zo variabel om de kinderen al
vroeg het geloof in Sinterklaas te ont-
-nemen. Iedere schimmel zou immers
eerst zijn geduld en dan zijn berijder
verliezen als hij van trap naar klok
en van hals naar tuit moest galopperen
en dat nog wel in een tijd zonder elec
trische verlichting. Een verheven staaltje
van nuchtere koopmansgeest, want men
bespaarde er vele ducaten voor geschen
ken mee en stimuleerde bovendien de
tachtigjarige vaderlandsliefde door het
vertrouwen in de Spanjolen radicaal te
ondermijnen.
Maar hoe dan ook: nooit ontbreekt
aan het dak de uitstekende balk met
katrol, een soort lift van buiten langs de
huizen. Deze gaf aanleiding tot de
typische Amsterdamse uitdrukking: naar
beneden hijsen, welke in overdrachte
lijke zin ook gebruikt wordt voor een
cafébezoeker, die men onder tafel drinkt.
Bij eventuele gewapende conflicten zou
men een nuttig profijt kunnen trekken
van deze hijsbalken door binnen de
wallen gedrongen vijanden uit de hoogte
te bestoken met allerhande projectielen
van eigen makelij of door ze eenvoudig
van de straat te lichten en boven op
te hangen, hetgeen in één moeite door
gaat. Dit dunkt ons een humanere
methode dan dié waarin ons voorge
slacht excelleerde, namelijk het werpen
met kokende olie, die trouwens wel eens
schaars zou kunnen zijn.
Aldus doordravend zijn wij wel erg
ver afgeweken van onze nobele bedoe
lingen. Wij wilden er eigenlijk alleen
maar uw aandacht op vestigen hoe mooi
de Amsterdamse grachten blijven, zelfs
UNIWI
in een buitenissig jaargetijde als deze
uit Nova Zembla geAnporteerde na
zomer, nu de iepenbladeren als dronken
vogels in het water zwalken en de vieze
regen er speciaal op uit is de huisvrou
wen te tergen, die zopas de ramen
hebben gelapt. Gun u eens de tijd om,
al is het niet meer dan vijf minuten,
van de één of andere brug af te genieten
der bekoorlijke afwisseling van stoepen
en lijsten, van deuren en metselwerk.
Als ge u daarbij enkele seconden ach
tereen met een uitdrukking van sug
gestieve bezorgdheid op het gelaat over
de leuning buigt, dan moogt ge er zeker
van zijn in een mum zo'n talrijk ge
zelschap bijeen te krijgen, dat ge met
succes een rede kunt afsteken ten gunste
van de unieke overtuiging die ge onge
twijfeld zijt toegedaan.
Grossier in poëzie
Vele der grachtenhuizen dateren uit
de Gouden Eeuw, toen zelfs de grootste
dichters tot het gilde der kooplieden be
hoorden. Voorwaar een deugdelijke
combinatie in nationale trant, want zo
doende konden zij hun vrome gevoelens
plengen in een reeks van eindeloze
verzen en hun lagere instincten uit
vieren op een terrein, waar meer brood
is te verdienen. Heeft men niet gezegd
van Vondel, die zich in leven hield door
de kousenhandel ofschoon hij niet dan
treurspelen ademde, dat hij „altijd de
mond vol had van stichtelijke stukken
zonder ooit de dagelijks aan de orde
zijnde vuile tonelen af te keuren?" Bo
vendien was hij één der eerste journalis
ten in ons land, want er kon geen burge
meestersdochter trouwplannen koesteren
en geen pakhuis afbranden zonder dat
hij er als verslaggever aan te pas kwam,
tot het heil der letterkunde.
Deze grossier in zijde en poë2ie, zoals
men Vondel zonder de hem zeker ver
schuldigde eerbied wel heeft genoemd,
ging de welvaart zeer ter harte, al gaf
hij in een andere stemming zijn mede
burgers de raad zich niet „te vergaepen
aan houdt of steen uitwendigh". Maar
van hem zijn toch de historisch-mate-
rialistische regels afkomstig:
„Bouw de zaal trots van binnen,
Dat een storremleer de spinnen
Daar bestorme, reis op reis.
Kleet de want van "t gragtpaleis
In tapyt, ontzie geen kosten.
Dat de schoorsteen met haar posten
Vrij van louter marmer glim.
Dat de stoep, bjj trappen klim.
Als een kroon en kunst van leunen
Onzen adel ondersteunen l"
Een andere dichter uit diezelfde voor
spoedige tijd ging nog verder, als men
althans de alleen terwille van het rijm
optredende spinnen buiten beschouwing
laat, in de verheerlijking van de opko
mende stand. Deze schreef namelijk aan
het slot van een strofe de gedenkwaar
dige woorden:
..De werelstad aan d'Amstelvloed.
Hoe wonderlyk het klinkt in d'ooren.
Teelt koningen op schrijfkantoren".
Wij hebben geprobeerd ons voor te
stellen hoe de stad er uit zou zien, als
deze uitspraak nog heden ten dage op
geld deed. Daar is niet weinig fantasie
voor nodig. Zouden inderdaad op alle
verdiepingen van alle kantoorpaleizen
zoals daar zijn Atlantis, Candida,
Mercurius of hoe schoon zij verder
mogen heten koninklijke hofhoudin
gen gevestigd zijn, dan ging ons ge
moedelijk Amsterdam overeenkomst met
Londen in oorlogstijd vertonen. Intussen
zou de ware democratische gedachte bij
een dergelijke stand van zaken op een
aantrekkelijke manier verwezenlijkt
worden, want dan mocht de jongste be
diende zich inderdaad minister noemen,
De agenda begint deze week met de
aankondiging van de jaarlijkse re
prise in het bioscooptheater „De Uit
kijk" van de poëtische en tegelijk
bijzonder humoristische eenmansfilm
„De Roverssymphonie" van Frédéric
Feher over een troep arme muzikan
ten en een schat in een pianola. In
het voorprograyima een tekenfilm
van Max Fleischer met Popeye de
zeeman. In Tuschinski draait een ge
kleurde operette van Willy Forst met
onder anderen de komiek Hans Mo-
ser en in Plaza een bewerking van
het grappige toneelstuk „John loves
Mary."
Op 2-i en 25 September en vervolgens
op 1 en 2 October wordt in het Mi-
nerv a-paviljoen de eerste Joods-
Nederlandse muzikale comedie op
gevoerd onder de titel „Tewje, de
melkboer", naar een verhaal van
Schalom Aleichem, bewerkt door
Willy Rosen en vertaald door Max
In de hoofdstad uit
Tailleur, die ook de regie voert.
Medewerkenden zijn onder anderen
Lizzy Valesco, Henny Fontaine en
Alexander Pola.
In de Stadsschouwburg wordt heden
avond een reprise gegeven van „De
wereld heeft geen wachtkamer" door
Maurits Dekker. In het Indisch In
stituut treedt Zondagmiddag de dan
ser I Made Soekengadje op.
Herman van den Eerenbeémt wordt
vanavond gehuldigd in de kleine zaal
van het Concertgebouw. Zondag
avond is er in de grote zaal een
volksconcert onder leiding van Hein
Jordans, waarvan het programma
bestaat uit de Sinfonia in Bes van
Joh. Chr. Bach, het Concert voor
violoncel van Ph. Em. Bach en de
Derde Symphonie (de Eroïca) van
Beethoven. De solist is Samuel Brill.
Maandagavond wordt Béla Bartök
in het Concertgebouw herdacht met
een concert, verzorgd door de pia
nisten Luctor Ponse en Geza Frid,
de violist Theo Olof en het Neder
lands Kamerkoor onder leiding van
Felix de Nobel.
Van 25 September tot 8 October wor
den in de Amsterdamse Grafische
School in de Dintelstraat de inzen
dingen tentoongesteld, die meedon
gen naar de door Jac. Nuiver gewon
nen D. A. Thieme-prijs 1950, uitge
schreven door de Vereniging ter be
vordering van de belangen des boek
handels.
zij het zonder portefeuille. Wij hebben
echter de indruk dat in al die bol
werken van de koophandel, zo pittoresk
aan de grachten genesteld, een gema
tigde vorm van dictatuur het uitdelen
van de lakens bepaalt.
De helpende hand
Op het eerste perron van het Centraal
Station zeulde een heer, door de trein
uit Utrecht afgezet, op een ingenieuze
manier drie levensgrote koffers met zich
mee. Prompt kwam er een kruier toe
geschoten om de reiziger zijn hulp te
bieden. „Helpen?" vroeg de lastdrager
verbaasd: „Waarom Doe ik het soms
niet goedBOEDA.
van de piek de afbeelding droeg van een
kraai. Vele schuiten hadden zulke afbeel
dingen. Zagen de Zandvoorters zijn schuit
naar het strand terugkeren, dan riepen ze:
„De Kraai komt binnen" en al spoedig werd
ook de schipper „Maarten de Kraai" en
hielden zijn nakomelingen die bijnaam tot
op deze dag. Toen vader Maarten het varen
moe werd, werd hij koster-doodgraver bij
de Roomse gemeente. Zandvoort kende in
die tijd nog heel weinig Roomse inwoners
en als er een of twee per jaar stierven, was
dat al veel. Op een morgen werd hij wak
ker, toen had een spotvogel op het hek van
zijn huis het volgende gedicht geschilderd:
De Kraai die leeft als niemand leeft,
Dan heeft hij melk en brood,
De Kraai die sterft, als niemand sterft,
Want hij leeft van de dood.
Deze oudste in Zandvoort moge dan bijna
95 jaar zijn, tóch leest ze nog de krant
zonder bril en een naald op de grond kan
ze alleen maar goed zien, wanneer ze haar
bril afzet. Toen ze 85 jaar was, was haar
schoondochter beneden bezig het café op
het Schelpenpleintje, waar ze nu al dertig
jaren woont, schoon te maken. „Ga jij naar
naar boven", zei Jans, „dat zal ik wel doen,
jij hebt boven in je gezin nog genoeg te
beredderen".
Tante Jans, zoals ze óók veel genoemd
wordt, herinnert zich nog letterlijk alles.
„Jullie praten wel over de Duitsers", zegt
ze, maar dan had je m'n moeder moeten
horen over de Franse lijd. 't Was gewoon
vreselijk met die Fransen. De vader
hadden de burgers véél meer last. De vader
van „Ai-re Wumpie" familie van m'n
mans kant kreeg eens ruzie met zo'n
Fransman, die in alle huizen maar binnen
drong en zich lekker dik at. Hij werd zo
kwaad, dat hij de Fransman opnam en
naar buiten droeg. „Denk je, dat wij door
jullie geregeerd willen worden", zei hij, en
toen sloeg ie z'n rug stukkent tegen het
stoupie. Dat gebeurde vlak vóór de bevrij
ding in 1813. De man was op slag dood en
de vader van „Arre Wumpie" vluchtte het
duin in. Omdat we spoedig daarna bevrijd
werden, hebben de Fransen hem niet meer
te pakken gekregen".
Ja, tante Jans kan vertellen dat het een
lieve lust is. Ze herinnert zich nog dat toen
ze een meisje was van een jaar of tien het
Noordzeekanaal werd gegraven en de pier
van IJmuiden gebouwd. Met kruiwagens
werd het zand daarvoor aangekruid, ze ziet
het nog voor zich. Ze liep met vader en
moeder en tante Griet en ome Leen langs
het strand naar Velsen, waar je in de „rel"
(een kleine beek uit het Wijkermeev) zulk
heerlijk water kon drinken, en waar ze ook
voor 't eerst een beetje bier mocht proeven.
„Even naar Haarlem lopen"
Ze weet nog, dat ze, toen ze nog maar
kort getrouwd was, even naar Haarlem liep
om wat peren te kopen voor haar zieke
man, want in Zandvoort bestond toen nog
geen fiuitwinkel. Ze liep van haar veer
tiende tot haar 28ste jaar met de ezelwagen
naar Haarlem op „vislopers-schoenen". Dat
was in die tijd de expeditiewagen van haar
oom, bij wiens expeditiebedrijf ze in dienst
was. 's Winters sneeuwde ze wel eens in
bij de waterval bij het Klaphek in Aerden-
hout, de plaats, die nu „De Viersprong"
heet.
Ze vertelt van het binnenkomen van de
uit zeventien bommen bestaande Zand
voortse vissersvloot, van de vis-afslag op
het strand en van de vechtpartijen in de
„bloed en spekbuurt".
Zo bekend is ze in Zandvoort, dat het
kleinste kind kan vertellen wie „Jans de
Kraai" is. Jaren geleden kreeg ze een
prentbriefkaart van Engelse badgasten.
„Mrs. Jans de Kraai, Zandvoort" luidde
het adres. Bij de post wisten ze haar wel
te vinden.
Tante Jans kan nog heel wat kostelijke
verhalen opdissen zonder dat 't haar ver
moeit. Want ze beschikt over een vitaliteit
die menige jongere haar kan benijden.
Ja. maar van
MOLENDIJK-S KAPSALONS
SANTPOORTERPLEIN 1 TELEFOON 18708
HAARLEM