Hartendorp
w
Tussen Oostelijke terreur en Westelijk
wantrouwen zoekt de Duitser rust
Zeventig jaar geleden werd een begin gemaakt
met de aanleg van de spoorlijn naar Zandvoort
Zaterdag 9 December 1950
~3
THEUN DE VRIES: „Hoogverraad" (Van Loghum Slaterus, Arnhem)
'7"AS DIT JONGSTE WERK van Theun
de Vries, de beknopte roman (of uit
gebreide novelle, zo men wil) „Hoogver
raad" verschenen als een vertaling, het zou
zelfs in de kringen van ingewijden in de
Russische litteratuur nauwelijks bevreem
ding hebben gewekt. Russisch is niet alleen
het gegeven de rebellie van een officier
tegen de oekase van Czaar Nicolaas I, die
de strijd beveelt legen de Hongaarse vrij
heidsscharen van de „opstandeling" Kos
suth Russisch tot in zijn kern in deze
roman van sfeer, toon, visie van „ziel".
Idealistisch van conceptie en realistisch
van uitdrukking: een pathos dat zich baan-
breekt als een gloeiende gevoelsstroom, als
een hevige ontroering, bedwongen door
onverbiddelijkheid; een dromerige be
schouwelijkheid, afgeschud plotseling uit
onstuimige dadendrang: een machteloze
onderworpenheid aan het noodlot, aan het
schijnbaar onontkoombare, en dan om
slaande in de extase van een ideaal; teer
heid verkerend in grimmigheid zo
speekt zich de Russische ziel uit in haar
litteratuur, melancholisch van ondertoon,
sociaal van strekking, geladen van ge
moedsbeweging, beheerst van vorm. En zo
heeft Theun de Vries zijn roman „Hoog
verraad" geschreven, die zonder voorbe
houd een klein meesterwerk moet worden
genoemd.
Beschouwt men deze roman in het rui
mere verband van het werk van Theun de
Vries, dan kan hij als een noodzakelijke
aanvulling worden beschouwd van de
groots opgezette trilogie „1848" (waarvan
de beide eerste delen „Een spook waart
door Europa" en „Nieuwe Rivieren" zijn
verschenen): van zijn historisch epos der
revolutiegolven die in 1848 het „gerestau
reerde" West-Europa terugdreven tot zijn
sinds 1789 geschiedkundige bestemming:
het waarmaken der omwentelingsleuzen
„vrijheid, gelijkheid, broederschap". Wat
daarvan toen in West-Europa verwezen
lijkt werd in democratische constituties
moest in de Russische autocratie van de
knoet verlangen blijven, smeulend vuur,
ideaal, hoog genoeg om er het leven voor
te offeren.
Men zou er Tschaadajew, Herzen, Be-
linskij eens op moeten nalezen negen-
tiende-eeuwse baanbrekers der vrijheid,
hoe uiteenlopend van beginselen ook
om ten volle te kunnen waarderen, hoe
voortreffelijk Theun de Vries in de hoofd
persoon van „Hoogverraad", cle kapitein
Goesew, de geestesgesteldheid heeft samen
gevat van de toenmalige „decabristische"
Rus, de door de December-opstand van
1825 walckergeschudde of aangemoedigde
rebel tegen het czaristische schrikbewind.
Zo'n opstandeling sluimert er in de kapi
tein Goesew, zoon van een arts, voortge
komen dus uit de kringen der „verlichte"
intelligentsia, vertx-ouwd met de West-
Europese vrijheidsgeest: met St. Simons
„utopie", Hegels dialectiek, Feuerbachs
materialisme. Er was een keizerlijk bevel
voor nodig om deze kapitein Goesew tot
bezinning, tot de daad, te brengen. Ze komt,
deze oekase, in de vorm van een oorlogs
verklaring aan de Hongaarse vrijheids
scharen, door Goesew als garnizoenscom
mandant voor het front der troepen voor
gelezen zonder martiaal enthousiasme niet
alleen, maar ook zonder het gebruikelijke
eerbetoon aan de Heerser aller Russen,
zonder heil-uitroep. liet wapengeweld
tegen mannen der vrijheid is een onrecht
vaardige zaak en daarmee is de gerech
tigheid in het geding gebracht, de hurffani-
teit, het lang onderdrukte vrijheidsverlan
gen, het sociale geweten.
Wat volgt: de weerklank van Goesews
opstandige onthouding bij zijn minderen
(een drietal luitenants, de sergeant-majoor
„Oom Wanja", enkele manschappen), de
„bittere sympathie" der opstandigen, de
voorbereiding van het verzet, het verraad
van de luitenant Totleben, de arrestatie dei-
rebellen, Goesews celstraf, zijn verhoor, de
terechtzitting tenslotte verhaald dit alles
met de dramatische, bedwongen geladen
heid, die ik hierboven een der kenmerken
der Russische letteren noemde zijn stuk
voor stuk de consequenties van wat kapi
tein Goesew herhaaldelijk als een „tragi-
ADVERTENTIE
2-deurs
Vraagt de Official Ford Dealer
vooral het aardige boekje:
„Fantastisch Sterk". U kunt dan
meteen afspreken voor een
proefrit.
NA'. NEDERLANDSCHE FORD
AUTOMOBIEL FABRIEK AMSTERDAM
Agenda voor Haarlem
ZATERDAG 9 DECEMBER
Stadsschouwburg: „Oom Wanja" (Comedia),
8 uur. Gem. Concertgebouw: Bandfestival, 8
uur. City: „Westwall 1944", 2.15, 4.30. 7 en
9.15 uur. Spaarne: „Spionnage op de Marti
nique", 18 j., 2.30, 7 en 9.15 uur, Frans Hals:
„Louter toeval". 18 j., 2.30. 7 en 9.15 uur.
Rembrandt: „Hallo New York", alle leeft.,
2, 4.15, 7 en 9.15 uur. Palace: „Jeanne d' Are",
14 j.. 2 en 8 uur. Luxor: „We gaan naar
Parijs", alle leeft., 2, 4.1o, 7 en.9.15 uur.
ZONDAG 10 DECEMBER
Stadsschouwburg: „Oom Wanja" (Comedia),
8 uur. Gcm. Concertgebouw: ..Maria Goretti"
(Nederlands Nationaal Toneel). 8 uur.
Nassaupleïn 8: Nederlandse vereniging voor
Natuurgeneeswijze, dr. P. Nuysink spreekt
over „Angst". 2.30 uur.
31A AND AG 11 DECEMBER
Bioscopen: Middag- en avondvoorstellingen.
sche vergissing" voelt, maar waarvan hem
de zin en de aard ontgaat. Schuld en op
standigheid, berustend fatalisme en daden
drang, kwellen de rebel afwisselend in zijn
kerker. Maar niet dit, niet het individuele
lot, de tragiek van een falende mens, geeft
zin aan Goesews leven, aan deze roman.
Een betekenis die boven het persoonlijke
uitgaat krijgt Goesews verzet pas, zodra hij
in het getuigenis van een eenvoudige ziel,
in de woorden van zijn sergeant-majoor,
sprekend met de „stem des volks", de weer
klank hoort van zijn verlangen naar ge
rechtigheid, die hij met zijn (mislukte)
daad wilde dienen. Niét Goesews verzet,
niét zijn tragiek, niét zijn dood zijn de zin
van zijn leven, maar het „sociale effect"
van zijn daad, de beroering die hij wekte
in het menselijk geweten.
En daarmee spitst zich in deze roman
„Hoogverraad" het talent van Theun de
Vries toe, trekt het zich samen tot een we
zenlijke, dat de waarde bepaalt van zijn
gehele oeuvre, van „Stiefmoeder Aarde"
tot deze roman: het thema van het sociale
geweten der mensheid en het daaruit ge
boren ideaal der menswaardigheid, der ge
rechtigheid, doordacht en bespiegeld door
het brein Goesew, vruchtbaar gemaakt
door de bezielende kracht van de natuur
lijke eenvoud (Oom Wanja) een motief
ADVERTENTIE
Waarom risico lopen
bij een stofzuiger kopen
GA NAAR
DE STOFZUIGER - SPECIAALZAAK
Geu. Cronjéstraat 43 - Kruidbergerweg 51
Telefoon 16990 - 17696
VANAF J 2,50 PER WEEK.
Ook voor reparatie en onderdelen van
alle merken.
dat men herkent uit een ander werk: uit
de babylonische roman „Sla de wolven
herder!" bijvoorbeeld, waarin de hervor
mer Urukagina de „utopische" idee, en de
simpele, zwervende schoolmeester Bada de
bezieler is.
Zo triomfeert deze kapitein Goesew over
de dood. Zijn vergissing werd zijn noodlot,
zijn noodlot werd tot inzicht, zijn inzicht
werd woord, tot zijn laatste woord, zijn ge
tuigenis, waarmee de aangeklaagde de aan
klager aanklaagt. En „een woord", schreef
Dostojewski, „is soms meer dan een daad".
In die zin is „Hoogverraad" zowel het his
torisch complement van de trilogie „1348"
als de litteraire concentratie van Theun de
Vries' schrijverstalent. De harmonische
vereniging van deze beide kwaliteiten
leverde een meesterlijke historische
roman op.
C. J. E. DINAUX.
In de Oranjerie van het Kensington Palace te Londen zal binnenkort een tontoon-
stelling van werken van de Vlaamse meester Pieler Paul Rubens worden gehouden.
Een aantal grote panelen van de schilder wordt thans voor deze expositie gerestau
reerd. Een fragment van het paneel „De verheerlijking van James V' wordt onder''
handen genomen.
In Duitsland branden reeds Kerstkaarsen
(Van onze correspondent te Bonn)
Op 3 December was de eerste advents
zondag. Terwijl in Nederland van Kerst
sfeer nog weinig of niets is te bespeuren,
staan hier op straat reeds de kestbomen
en wordt binnenshuis de eerste kaars van
de adventskrans ontstoken. Er groeit al
een stemming van afwachten. Op straat
is het niet druk en in de restaurants eet
men vaak alleen. Het gezin treedt in zijn
rechten.
Ook de natuur heeft haar bijdrage ge
leverd. Op en tegen het zevengebergte ligt
weer sneeuw, die misschien tot het voor
jaar zal blijven liggen. De stomp van de
Drachenfels tekent zich vaag af tegen de
grijze lucht. Beneden stroomt de Rijn. Een
sleep werkt zich stroomopwaarts. Het gaat
moeizaam, want de Rijn is sterk gewassen
en het water spoedt zich met kracht zee
waarts. Meer dan eens schijnt de zware
sleper zijn lange staart bijna niet te kun
nen houden en zwaaien de aken van rechts
naar links. Maar dan blaast hij steunend
stoom af en zwoegt weer voort. De Rijn
landers kennen deze worsteling met het
water en wijden er amper een blik aan.
Zij hebben hun eigen zorgen.
Juist in dagen als deze bemerkt men,
hoe ernstig en hoe weinig vreugdevol de
Duitser eigenlijk nog is en vooral hoe ver
moeid en vaal de gezichten van de meeste
vrouwen zijn. In het buitenland is men.
onder de indruk van de berichten over de
West-Duitse economische opleving; mis
schien geneigd te veronderstellen dat de
Duitser wel weer luidruchtig zijn weg zal
gaan. Deze opleving gaat gepaard met rijke
nachtclubs, glanzende auto's en preten-
tieuse zakenmensen. Maar men vergeet
dat slechts een zeer klein gedeelte van de
bevolking aan dit Matergoud deel heeft.
De meesten werken hard. of het nu de
directeur van een fabriek, de ambtenaar
Octrooi inzake kogelvulpennen
geschonden
De president van de Rotterdamse recht
bank zal Maandag uitspraak doen in een
procedure, die in kort geding voor hem
diende. Een Rotterdams winkelbedrijf werd
beticht van inbreuk op het Nederlandse
octrooi 66531 betreffende een bepaalde ko
gelvulpenhouder.
Octrooihoudster, een Uruguese vennoot
schap, stelt zich op het standpunt, dat vrij
wel alle hier te lande op het ogenblik ver
krijgbare kogelvulpennen, voor zover niet
afkomstig van de octrooihoudster of haar
licentiehouders, inbreuk op haar octrooi
maken. Het ligt in de bedoeling van de
octrooihoudster om hier te lande op grote
schaal diegenen, die weigeren de betrok
ken kogel vulpenhouders uit de verkoop te
nemen, in kort geding te doen dagvaarden.
Öp 10 December 18'80, morgen dus juist
zeventig jaar geleden, werden zelden
betreden duinen tussen Overveen en Zand
voort het toonbeeld van een ongekende
bedrijvigheid. Werklieden met spaden en
houwelen baanden zich een weg door diepe
duinkommeh en over hoge heuvels, inge
nieurs waren druk in de weer met water
passen, en langzaam maar zeker ontstond
in deze nog woeste duinen een kronkelende
weg, waarop dwarsliggers en rails ver
schenen. Het was de aanvang van een
enorm werk, dat het beeld van Zandvoort
radicaal zou veranderen, dat van vissers
plaats één van Neerlands bekendste en
geliefste badplaatsen zou worden.
Het was de voorbereiding van de spoor
verbinding tussen Haarlem en Zandvoort,
welke aansloot op de lijn naar Amsterdam.
Het werk viel niet mee. De winter van '80
op '81 was bar koud en grimmig. Een win
ter, die zich meer dan ooit deed gelden door
ongekend hevige sneeuwstormen en felle
vorst. Maar men zette dóór, omdat men
vóór het seizoen 1881 de spoorweg gereed
wilde hebben. Het was de heer Schram,
aannemer te Amsterdam, die het werk had
aangenomen in opdracht van de naamloze
vennootschap van koophandel „Haarlem
Zandvoort spoorwegmaatschappij".
Wij lezen in de voor de heer mr. Frederik
Wertheim, notaris te Amsterdam, gepas
seerde acte, dat de heren Gustav Eltz-
bacher, koopman te Amsterdam en Eduard
Johan Kuinders verklaard hebben, op het
ontwerp, waaraan de koninklijke bewilli
ging bij besluit van 20 November 1880 No.
20 is verleend, tot oprichting van genoemde
N.V. over te gaan.
De uitgebreide statuten vingen aan met
het volgende artikel: De „Haarlem
Zandvoort Spoorwegmaatschappij" stelt
zich ten doel, het aanleggen en exploiteren
van een spoorweg, zich aansluitende aan
de lijnen der Hollandse IJzeren Spoorweg
maatschappij, in de nabijheid van het sta
tion Haarlem en vandaar lopende naar
Zandvoort, waarvoor door Zijne Excellentie
de minister van Waterstaat, Handel en
Nijverheid, in dato 27 Augustus 1879 con
cessie is verleend aan de H.H. E. J. J. Kuin
ders, C. Smit en Vermeer Co.. welke
concessie later bij ministeriële beschikking
van 21 Januari 1880 No. 40, is beschouwd
als te zijn verleend alleen aan de heer
Kuinders.
Hieruit blijkt dus. dat de spoorbaan
„HaarlemZandvoort" een zuiver particu
liere onderneming was, losstaande van de
H.IJ.S.M.
De nieuwe verbinding met Zandvoort
strekte zich uit over een lengte van onge
veer acht kilometer en eindigde niet op het
station te Haarlem, doch liep van het sta
tion Zandvoort, dat toen gelegen was op de
plaats waar zich nu het goederenstation
bevindt, terwijl een tussenbatte lag even
vóór het tegenwoordige station de Halte
straat ontleent aan deze stopplaats haar
naam via het station Overveen tot aan
de Westelijke overweg over de Stadsingel-
gracht te Haarlem. Ten Westen van die
overweg werd door aanbrenging van duin
zand eer terrein geschikt gemaakt, waarop
zich het station „Bolwerk-Haarlem" be
vond met nevengebouwen, dat wil zeggen
op de plaats, waai' thans het gebouw Olym-
pia staat. De oprit naar het vroegere „Bol-
werk-siation" is daar nog altijd aanwezig.
De aansluiting van de spoorbaan aan de
lijnen der H.IJ.S.M. berustte op een con
tract, waarin was beschreven, dat de trei
nen der HaarlemZandvoort maatschap
pen mochten doorrijden tot het station
Haarlem van de H.IJ.S.M. en vandaar óók
verstrekken, met dien verstande, dat men
aan elk station kon in- of uitstappen.
Buffetten
met keurige bediening
In een beschrijving uit die dagen lezen
we: „Van 't Station „Bolwerk-Haarlem"
Westwaarts door de Schoterveenpolder tot
aan station Overveen, in welk stationsge
bouw zich tevens een restauratie bevindt,
terwijl het station Bolwerk alleen maar een
buffet bezit. Ge behoeft dus tijdens de reis
geen gebrek te lijden, terwijl de bediening
keurig net is. Van Overveen wendt de
spoorbaan zich wederom Westwaarts langs
het bekende „Kolkje" en het mogelijk nog
méér bekende „Kraantjelek" door de duin
streek om natuurlijk, na eerst nog een halte
te hebben aangelopen, die directe toegang
geeft tot het dorp, te eindigen aan het
station „Bad-Zandvoort", en wel in de on
middellijke nabijheid van de terreinen der
„Bouwgrond-onderneming Zandvoort". Die
terreinen bestaan in een aanzienlijke uitge
strektheid duingrond langs het strand en
zijn door de zo even genoemde maatschap
pij aangekocht met het doel ze ter bebou
wing geschikt te maken, er wegen en stra
ten op aan te leggen en er gebouwen op le
plaatsen. De plannen hiervoor werden ont
worpen door de heer J. C. van Wijk, archi
tect te Rotterdam, bouwmeester van de
alom en terecht geroemde „Passage" al
daar."
Op de 7e Mei 1881 vond de eerste proef
rit plaats, waarna de spoorlijn met grote
feestelijkheden officieel werd geopend op
3 Juni 1881.
De argumenten van de tegenstanders van
de spoorweg kwamen in hoofdzaak van de
zijde der oude „stamgasten" van Zandvoort,
waarvan wij in geschriften uit die tijd
lezen „dat zij niet dan niet leedwezen de
door bijna iedereen gewenste spoorbaan
zien aanleggen, niet uit afkeer ervan, maar
om zijn onvermijdelijke gevolgen. Zij be
grijpen immers terecht, dat wat zij tot dus
ver het idyllische noemden van de hun
om haai' eenvoud zoo dierbare badplaats,
van lieverlede zal verdwijnen, dat Zand
voort weldra een verbazende uitbreiding en
verandering zal ondergaan; dat ei* villa's
zullen verrijzen en casino's, restauratiën en
winkelgalerijen; dat de duinen, waar zij
onbespied en ongedwongen in bescheiden
toilet konden ronddwalen of zich neer-
vleien, bevolkt zullen worden door een
bonte groep van sprekenden in alle talen
der wereld: dat het strand niet meer die
stemmige kalmte zal behouden, welke hen
steeds zoo byzonder aantrok; kortom, dat
Zandvoort welhaast hun Zandvoort niet
meer zal zijn."
ffDiakonale"
vervoermiddelen
De voorstanders uitten zich niet minder
bloemrijk. Zo schreef de Amsterdamse
courant van 9 Januari 1881: „Is Zandvoort
als badplaats al zeer primitief geworden,
even primitief is de reisgelegenheid om
zich van Amsterdam en Haarlem of ook
van elders naar Zandvooris strand te ver
plaatsen. De middelen van vervoer zijn
inderdaad te akelig, te ellendig, we zouden
haast zeggen te diakonaal, om er zich
en vooral ten overstaan van vreemdelingen
niet over te schamen. Wie heeft geen
kennis gemaakt met de hortende, pijnlijk
stotende „rammelkasten", die de liefhebber
in een kleine anderhalf uur van 't Stations
plein te Haarlem naar Zandvoort's frisse
zeestrand hotsen en wie verging de lust
dan bijna niet om fi'isse zeelucht te happen
aan het meer dan elders zuivere Zand-
voortse strand als hij'in de rammelende en
-rijk gestoffeerde, d.w.z. stofrijke omnibus
sen gezeterf, de blik sloeg op de twee of drie
rossinanten die soms schier amechtig ne-
derzegen als om protest aan te tekenen
tegen de vereniging tot dierenbescherming,
wegens gebrek aan belangstelling. Was het
een wonder, dat men aan het einde van
zulk een Hobbeldebobbelde hotspartij bij
Driehuizen te Zandvoort afgestapt, neerge-
klommen of uitgestegen, schier uit elke
mond en als uit 's harten diepste diepte de
verzuchting hoorde: „Dat was me het ritje
wel!" Aan dit alles komt nu. een einde. Nog
enkele maanden en dan klinkt het: „Komt,
stapt in, dames en heren! 't Is maar een
wipje en 't hotst of botst niet! Komt, stapt
in en over twintig minuten bruist de open
zee U tegen!"
Driedubbel gelijk
Anderen bekeken de aanleg van de nieu
we spoorlijn meer van de zakelijke kant.
Zij maakten hun berekening als volgt: Om
streeks 1830 vertoefden in Zandvoort elk
seizoen gemiddeld 2000 badgasten,terwijl er
jaarlijks tussen de 13 en 14.000 dagbezoe
kers arriveerden. „Zou men ons nu wel van
enige zucht tot overschatting kunnen be
schuldigen", zo spraken zij, „zo wij aan
nemen, dat met de verbeterde en versnelde
spoorgemeenschap, welke bovendien nog
goedkoper zal zijn, het aantal bezoekers en
badgasten minstens tot het viervoud zal
stijgen?"
Zij kregen gelijk, deze optimisten, en
meer dan dat. Want met de bouw van deze
spoorlijn ging gepaard de bebouwing van
de Noord-Boulevard. Het station te Zand
voort mondde uit in de Passage, die in die
zelfde jaren werd gebouwd, evenals het
Casino en vele andere gebouwen.
We ervaren in deze Decembermaand hoe
de historie zich herhaalt. In 1880 het begin
van uitvoering van een project dat aanzien
en karakter van Zandvoort grondig wijzig
de en een geheel nieuwe uitbreiding in
luidde. In 1950 is de hand geslagen aan het
grote plan van de wederopbouw, dat Zand
voort een nieuwe gesialte zal geven.
van een departement, een minister of een
huisvrouw is.
De hardwerkende Duitser zwijgt het
liefst en laat de anderen praten. Hij zou
ook de politici laten praten als het toeval
lig niet over dingen ging, waarvan ook
voor hem leven en toekomst afhangt.
Korea, herbewapening, atoombom. Inder
daad, er valt geen ontkomen aan, men
moet zich er meer bezig houden. Maar was
het maar anders, want de voortdurende
gedachte daaraan vermoeit.
Maar nu is tenminste Weihnachten in
aantocht, een feest dat men op velerlei wijze
kan zien, maar dat zeker een intiem feest
is. Het is een feest waarbij de mensen
elkaar met rust plegen te laten, waarbij
men werkelijk eens eVen neutraal kan zijn.
En dat is voor het Duitse volk, verscheurd
als het is tussen Oost en West, bestookt
als hel wordt door Westers wantrouwen
en Oosterse terreur, nu de extra-betekenis
van Weihnachten.
ADVERTENTIE
Ze hebben 31 zakkenrollers
gevraagd, wat zij bet liefst
pikken.
30 hebben geantwoord:
portefeuilles
1 beeft geantwoord:
Bond Street sigaretten!
In alle ernstDe sigaret
niet de record omzet
Subsidies voor onderwijs,
film en opera
De minister van Onderwijs, Kunsten en
Wetenschappen heeft bij de Tweede Ka
mer een wetsontwerp ingediend tot wij
ziging van de begroting voor 1949 van zijn
departement. Hierin wordt alsnog een
bedrag van ƒ21.3 millioen aangevraagd.
Hiervan is 6.7 millioen bestemd voor
een subsidie aan het R.K. Centraal Bu
reau voor Onderwijs en Opvoeding, welke
wordt verleend op verzoek van het Ne
derlands Episcopaat ten behoeve van de
besturen van R.K. scholen. In de toe
lichting wordt gezegd dat het bedrag een
tegemoetkoming is wegens het derven van
de rijksvergoeding voor de leerkrachten
die in communauleit plegen le leven en
aan wie in de bezettingstijd zestig percent
van de bezoldiging werd uitbetaald.
Verder blijkt uit het wetsontwerp, dat
het Nederlands Filminstituut te Amster
dam een subsidie van 21.470 ontvangt,
de Van Eyck-Academie in Maastricht
25.000 en de Nederlandse Opera
119.800. De subsidies ten behoeve van
de orkesten konden op de begroting 1949
met een gelijk bedrag worden verlaagd.
De politierechter voor economische
zaken te Rotterdam heeft de 54-jarige Ameri
kaan K. B. tot negen maanden gevangenis
straf veroordeeld. Toen hij op 13 September
per schip uit New York in Rotterdam aan
kwam, had hij 13 goudstaven verborgen
in zijn koffersbij zich. De politierechter
heeft dit goud, dat f 86.000 waard is, verbeurd
verklaard.
Twee jonge skileraren, een Zwitser en ecu Fransman, hebben in Marokko een ..zand-
skischool" opgericht die veel belangstelling trekt. Op de foto: een groepje leerlingen
tijdens een les in ski-joringachter de kamelen.
OVER MUZIEK
COUPERIN
Een der pelgrimsplaatsen voor organis
ten en orgelliefhebbers is de grote kerk
St. Gervais in Parijs, waarin gedurende
een deel der 17e en 18de eeuw niet min
der dan zeven leden der roemrijke familie
Couperin het orgel bespeelden. Eeuwen
lang hebben de orgels in Frankrijk com
ponisten en organisten bezield en het is op
de dag van heden nog niet anders. In ons
land is de artistieke waarde der Franse
orgelkunst nauwelijks bekend; ten eerste
heeft gedurende de negentiende eeuw de
Duitse muziek dermate geheerst in de mu
zikaliteit der Hollanders dat van voldoen
de bekendheid en erkenning der schoon
heid in de Franse kunstbeoefening nau
welijks sprake kon zijn en ten tweede
stond de geest der Nederlandse organis
ten en liefhebbers vreemd tegenover het
wezen der Franse kunst. Er is in ons land
in de loop der twintigste eeuw wel be
langstelling voor de toenmaals moderne
muziek van Debussy er. Ravel gekomen
en wij mogen ook niet vergeten dat Ri
chard Hol indertijd al aandacht vroeg
voor de Beatitudes van Franck en dat
enige werken van Berlioz hier niet on
bekend bleven. Ik vergeet ook niet dat
Antor. Tierie en de Roberts in Haarlem
hebben gestreden voor werken van d'Indy
en Pierné en ik mag ook sommige orga^
nisten niet miskennen die met de Franss
orgelstijl meeleven, maar ook zij hebben
niet alles in hun macht. Een belangrijke
factor welke het klinken der Franse orgel
muziek in ons land belemmert'is het feit
dat de goede orgels in Nederland in
hoofdzaak oude instrumenten zijn. Dit is
voor de vertolking van de Massieke stijl
van de Couperins en hun tijdgenoten
geen bezwaar, maar voor de latere muziek
wel. De stroming onder de organisten om
het wezen van het oude barok-orgel als
het enig-goede en juiste te beschouwen, is
niet te verantwoorden. Hoe fraai het
klank-ideaal dezer orgels ook is, voor de
vertolking der latere stijlen zijn deze in
strumenten niet geschikt. De vrees voor
romantiek leeft ook onder vele organisten
als een knagende ziekte, tot schade van de
vrije ontwikkeling der orgelkunst.
Maar laat ik niet afdwalen van mijn
eigenlijke onderwerp. Het zijn enige pun
ten over de illustere familie Couperin
welke ik wilde meedelen. Vaders, zoons,
dochters, ooms, enzovoorts, genoten in hun
tijd een grote waardering als artisten,
maar het is vooral Frangois Couperin van
wie de composities de wisselende tijden
hebben getrotseerd. Hij was in 1668 in
Parijs geboren. Niet alleen als organist
aan de église St. Gervais was hij werk
zaam. hij speelde ook in de KoninMijke
Kapel en had de titel van „organiste du
Roi". Hij moet zich verheugd hebben in
de gunst van de kunstlievende vorst en
musiceerde ook als clavecinist aan het hof.
Ik weet niet of het lesgeven aan de jon
gere leden der vorstelijke familie hem
eveneens veel plezier bezorgde, maar hij
heeft het in ieder geval gedaan. Interes
santer is het te weten, dat de muziek der
Couperins een belangrijke invloed had op
Joh. Seb. Bach. Wie de mooie Franse
Suites van Bach bestudeert, herkent de
resultaten. Toen het beroemde werk
„L'Art de toucher le Clavecin" van Fran
gois Couperin in Bach's handen kwam, las
hij daarin niet alleen technische uitvoe
ringszaken maar ook muziek: acht prélu
des welke het meest de dansvorm Couran
te bij Bach beïnvloedden. Deze Frangois
Couperin, die ook als „Couperin le grand"
bekend is, had zelf met grote bewonde
ring de muziek van den Italiaan Corelli
bestudeerd. Zijn „Grande Sonate en Trio"
gaf hij als extra titel: Le Parnasse ou
l'apothéose de Carelli. Deze vorm: de zo
genaamde Trio-sonate was door de oudere
Italianen gevormd en het is bekend hoe
ook Joh. Seb. Bach zich verdiepte in deze
kunst en deze kamermuziekvorm meer
malen toepaste.
Het was toen nog niet de gewoonte
dergelijke stukken precies voor bepaalde
instrumenten voor te schrijven. Het v as
evenzeer mogelijk twee partijen door twee
violen, door fluit en hobo, door een viool
en fluit of hobo le laten spelen. De ka
rakteristiek der instrumenten nam toen
niet zo'n streng-eisende plaats in bij de
muzikale gedachtengang' van de compo
nist. Men zou kunnen zeggen dat de mu
zikale psychologie der blaasinstrumenten
in het algemeen pas met Haydn levens
kracht ging bezitten. En zo was er in
zekere zin tussen de muziek voor orgel en
de muziek voor clavecimbel bij de Cou
perins geen diepgaand verschil, al profi
teerden de componisten natuurlijk van de
register-verschillen op de orgels. In 1722
verschenen van Frangois Couperin
„Quatre Concerts Royaux". In een voor
woord schrijft de componist dat hij deze
stukken maakte voor de zogenaamde Mei-
ne kamerconcerten van Lodewijk XIV die
hem voor bijna alle Zondagen van het jaar
vroeg te komen spelen. De „nouveaux
concerts" (door Couperin ook genaamd
„Les Gouts Réunis") werden geschreven
voor verschillende instrumenten, dat wil
zeggen strijkers of blazers naar keuze,
maar altijd met hel clavecimbel. Ongeveer
230 werken schreef Couperin le grand
voor solo-clavecïmbel; de meeste van deze
fraai-gevormde composities hebben titels
welke de aard der muziek toelichten. Het
zijn muzikale gedichten waarbij alie poëzie
zuiver muzikaal is. Wie aanneemt dat de
titel elegant is omdat de muziek elegant
is en niet omgekeerd, heeft de artistieke
situatie goed begrepen. Er bestaat een
indeling van Couperins orgelcomposities
in twee verzamelingen: 21 stukken onder
de titel „Messe pour les Paroisses" en
evenveel stukken onder de naam „Messe
pour les couvents". Behalve al deze in
strumentale muziek componeerde Fran
gois Couperin nog enige koorwerken en
solo-liederen, onder andere: Airs serieux
en Airs a boire, benevens duetten: Legons
de Ténèbres.
Couperin le grand stierf op 68-jarige
leeftijd. De laatste organist in deze fami
lie was Gervais Francois. Deze speelde
eveneens in de kerk van St. Gervais en
overleed in 1826.
HENDRIK ANDRIESSEN
Troepenschip „Cyrenia" brengt
zijn passagiers naar Marseille
Het troepenschip „Cyrenia", dat op 22
November de haven.van Soerabaja verliet
met circa 700 militairen (Dersoneel van
de Koninklijk Marine, het Korps Mariniers
en van net Marine-établissement) wordt
op Zaterdag 16 December in de haven van
Marseille verwacht.
De repatriërenden zullen op Zondag 17
December te Marseille worden ontscheept
en per speciale trein doorreizen naar Ne
derland, waar zij op Maandag 18 December
worden verwacht.